GEWONE ZITTING 2021-2022
— 1 —
A-430/2 - 2021/2022 A-430/2 - 2021/2022
GEWONE ZITTING 2021-2022
1 DECEMBER 2021
SESSION ORDINAIRE 2021-2022
1ER DÉCEMBRE 2021
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK PARLEMENT
PARLEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES-CAPITALE
ONTWERP VAN ORDONNANTIE
tot wijziging van sommige bepalingen van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid en de ordonnantie van 8 september 1994 tot regeling
van de drinkwatervoorziening via het waterleidingnet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om sociale maatregelen op te nemen
PROJET D’ORDONNANCE
modifiant certaines dispositions de l’ordonnance du 20 octobre 2006 établissant un cadre pour la politique de l’eau et de l’ordonnance du
8 septembre 1994 réglementant la fourniture d’eau alimentaire distribuée par réseau en Région bruxelloise en vue d’y insérer des mesures sociales
VERSLAG RAPPORT
uitgebracht namens de commissie voor het Leefmilieu en de Energie
door mevr. Xxxxxx Xxxxxxxxxx (F) en mevr. Xxxxxxx Xxxxxxxxxx (F)
fait au nom de la commission de l’Environnement et de l’Énergie
par Mme Xxxxxx Xxxxxxxxxx (F) et Mme Xxxxxxx Xxxxxxxxxx (F)
Aan de werkzaamheden van de commissie hebben deelgenomen :
Vaste leden : De xxxx Xxxxxx Xxxxxx, mevr. Xxxxxxxx Xxxxxx, mevr. Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, mevr. Xxxxxx Xxxxxxxxxx, de xxxx Xxxxxxx Xxxxxxx, mevr. Xxxxxxx Xxxxxxxxx, mevr. Xxxxxxx Xxxxxxxxxx, de heer Xxxxxxxx xx Xxxxxx, mevr. Xxxxx Xxxx, mevr. Xxxxxxxx Xx Xxxx, X. Xxxxxxx Xxxxxxxx, mevr. Xxxxxx Xxxxxx, mevr. Xxxxx Xxxxxx, mevr. Xxxxxxx Xxx Xxxxxx, mevr. Xxxxx Xxxxx.
Andere leden : Mevr. Victoria Austraet.
Ont participé aux travaux de la commission :
Membres effectifs : X. Xxxxxx Xxxxxx, Mmes Xxxxxxxx Xxxxxx, Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxxxxx, X. Xxxxxxx Xxxxxxx, Mmes Xxxxxxx Xxxxxxxxx, Xxxxxxx Xxxxxxxxxx, X. Xxxxxxxx xx Xxxxxx, Mmes Xxxxx Xxxx, Xxxxxxxx Xx Xxxx, X. Xxxxxxx Xxxxxxxx, Mmes Xxxxxx Xxxxxx, Xxxxx Xxxxxx, Xxxxxxx Xxx Xxxxxx, Xxxxx Xxxxx.
Autres membres : Mme Xxxxxxxx Xxxxxxxx.
Zie :
Stuk van het Parlement :
A-430/1 – 2021/2022 : Ontwerp van ordonnantie.
Voir :
Document du Parlement :
A-430/1 – 2021/2022 : Projet d’ordonnance.
I. Inleidende uiteenzetting van minister Xxxxx Xxxxx
De minister heeft volgende inleidende uiteenzetting gegeven voor de commissieleden :
« Dames en heren afgevaardigden,
Het is een belangrijk, of beter gezegd fundamenteel, onderwerp dat wij vandaag samen bespreken. Water is geen goed zoals alle andere, het is een eerste levensbehoefte, een onmisbare hulpbron voor het leven en menselijke activiteit. Zonder water kunnen we niet veel doen en overleven we niet lang. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschouwt water overigens als een mensenrecht, als een gemeen- schappelijk openbaar goed, sinds we met de regering bij het begin van deze legislatuur tot de Blauwe Gemeenschap zijn toegetreden.
En het ontwerp dat u hier wordt voorgelegd, is zelf ook van fundamenteel belang, aangezien het meer in het bijzonder betrekking heeft op de strijd tegen waterar- moede en op sociale maatregelen, die met name moeten tegemoetkomen aan de Europese norm met betrekking tot de reële kostprijs van water en aan de inhaalbeweging van de indexering van de waterprijs, die deze regering moet regulariseren - want hoe vitaal water ook is, het is geen gratis goed.
Voor een volledige context, geef ik een kort overzicht van de evolutie van de tekst.
Bij de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid is het waterbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geherstructureerd naar aanleiding van de omzetting van richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, beter bekend onder de naam « kaderrichtlijn Water ».
Vervolgens is de ordonnantie in de afgelopen jaren meerdere keren gewijzigd :
– in 2014 om de internationale solidariteitsdoelstelling effectief te maken ;
– in 2017 om de fusie tussen de wateroperatoren (Hydrobru en Vivaqua) mogelijk te maken en om een onafhankelijk controleorgaan voor de waterprijs (Brugel) op te richten ;
– in 2019 om de tenuitvoerlegging ervan werkbaarder te maken voor de komende jaren ;
– in juni 2020 om de toepassing van een discrimine- rend lineair tarief voor huishoudens die niet over een
I. Exposé introductif du ministre Xxxxx Xxxxx
Le ministre a tenu devant les commissaires l’exposé introductif suivant :
« Mesdames, MM. les députés,
C’est un sujet important, ou plutôt fondamental, que nous abordons ensemble aujourd’hui. L’eau, ce n’est pas un bien comme les autres, c’est un bien de première nécessité, une ressource essentielle à la vie et à l’activité humaine. Sans eau, on ne fait pas grand-chose et on ne survit pas longtemps. La Région de Bruxelles-Capitale l’appréhende d’ailleurs comme un droit humain, un bien commun public depuis que nous avons rejoint, avec le gouvernement, la Blue Community, au tout début de cette législature.
Et le projet qui vous est soumis ici est lui aussi fondamental, puisqu’il aborde plus particulièrement la lutte contre la précarité hydrique et les mesures sociales, qui doivent notamment répondre à la norme européenne de coût-vérité de l’eau et au rattrapage de l’indexation du prix de l’eau que ce gouvernement est amené à régulariser – parce qu’aussi vitale que soit l’eau, elle n’est pas un bien gratuit.
Pour une mise en contexte complète, je fais un court rappel de l’évolution du texte.
L’ordonnance du 20 octobre 2006 établissant un cadre pour la politique de l’eau a opéré une restructuration de la politique de l’eau en Région de Bruxelles-Capitale à l’occasion de la transposition de la directive 2000/60/CE du Parlement européen et du Conseil du 23 octobre 2000 établissant un cadre pour une politique communautaire dans le domaine de l’eau, plus communément connue comme la directive-cadre sur l’eau.
L’ordonnance a ensuite été modifiée ces dernières années à plusieurs reprises :
– en 2014 pour rendre effectif l’objectif de solidarité internationale,
– en 2017 pour permettre la fusion entre opérateurs de l’eau (Hydrobru et Vivaqua) et pour la mise en place d’un organe indépendant de contrôle du prix de l’eau (Brugel),
– en 2019 pour apporter davantage d’opérationnalité dans sa mise en œuvre pour les années à venir ;
– en juin 2020 pour pallier l’application d’un tarif linéaire discriminatoire pour les ménages ne disposant pas d’un
individuele meter beschikken, te compenseren en om de toepassing van de tariefmethodologieën, en dus de toekomstige tarieven, met een jaar uit te stellen.
Naast de concretisering van de in de Gewestelijke Beleidsverklaring aangekondigde maatregelen, sluit het voorliggende ontwerp van ordonnantie aan bij de resolutie van het Parlement van 30 april 2019 betreffende de toegang tot water voor iedereen en de strijd tegen de waterarmoede in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In die resolutie wordt met name opgeroepen tot een hervorming van de watertarifering, een analyse van de mogelijkheid om in de watersector een statuut van beschermde afnemer in te voeren dat vergelijkbaar is met dat in de energiesector, alsook tot een versterking van de sociale en preventieve begeleiding van de meest kwetsbare personen, en een maximale vermindering van de waterafsluitingen bij huis- houdelijke afnemers.
Het voorliggende ontwerp van ordonnantie past ook in het kader van de invoering, vanaf 1 januari 2022, van een nieuwe watertarifering volgens de nieuwe tariefmetho- dologieën die Brugel in overleg met de wateroperatoren, Vivaqua en de Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer (BMWB) - voortaan Hydria - heeft vastgesteld. Volgens die nieuwe methodologieën moeten de nieuwe tarieven de
« reële kostprijs » van water weerspiegelen, in overeen- stemming met de Europese regels. De waterprijs omvat aldus alle kosten die verband houden met de uitvoering van waterdiensten. Concreet worden alle aangegane uitgaven voor de distributie van drinkwater en de sanering van afvalwater in aanmerking genomen voor het opmaken van de waterrekening.
Het vaststellen van de werkelijke kostprijs van water in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft verschillende gevolgen, waarvan twee belangrijke.
Het eerste is een stijging met 15 % van de gemiddelde tarieven voor de hele Brusselse bevolking vanaf 1 januari 2022. Ondanks die stijging blijft Brussel voor water een van de goedkoopste grote steden in België (ongeveer 4,25 euro/m³ met de stijging van 2022 in Brussel, tegenover 4,55 euro/m³ in Antwerpen en respectievelijk 5,50 euro/m³, 5,62 euro/m³ en 5,72 euro/m³ in Namen, Gent en Luik – cijfers van 2019 – dus ongeveer 30 % meer). Het tweede is dat het Gewest Xxxxxxx niet langer moet subsidiëren om haar financiële duurzaamheid te garanderen. Deze jaarlijkse subsidie bedroeg 28,4 miljoen euro in 2020 en 35,3 miljoen euro in 2021. Door deze tariefverhoging zal het Gewest, vanaf 2022, deze aanzienlijke subsidie aan de intercom- munale niet langer in de begroting moeten opnemen.
Deze stijging van de waterprijs – als gevolg van de toepassing van de werkelijke kostprijs, een Europese norm ter zake – komt er kort nadat de sociale actoren en vervolgens het Parlement de regering interpelleerden
compteur individuel et pour reporter d’un an l’applica- tion des méthodologies tarifaires et donc de la future tarification.
Quant au présent projet d’ordonnance, au-delà de la concrétisation de mesures annoncées dans la déclaration de politique régionale, il s’inscrit dans le cadre de la Résolution du Parlement du 30 avril 2019 concernant l’accès à l’eau pour toutes et tous et la lutte contre la précarité hydrique en Région de Bruxelles-Capitale. Cette résolution appelait notamment à une réforme de la tarifica- tion de l’eau, à l’analyse de la possibilité de créer un statut de client protégé dans le secteur de l’eau à l’instar de celui qui existe au niveau de l’énergie, ainsi qu’à renforcer l’ac- compagnement social et préventif des personnes les plus précarisées et de réduire au maximum les coupures d’eau chez les clients résidentiels.
Ce projet d’ordonnance s’inscrit aussi dans le cadre de la mise en place, dès le 1er janvier 2022, d’une nouvelle tarification de l’eau en suivant les nouvelles méthodologies tarifaires déterminées par BRUGEL en concertation avec les opérateurs de l’eau, Vivaqua et la Société bruxelloise de gestion de l’eau (SBGE) – nouvellement HYDRIA. Ces nouvelles méthodologies prévoient que les nouveaux tarifs reflètent le « coût-vérité » de l’eau, suivant en cela les règles européennes. Le prix de l’eau intègre ainsi l’ensemble des coûts liés à la mise en œuvre des services d’eau. Concrètement, toutes les dépenses engagées pour la distribution d’eau potable et l’assainissement des eaux usées sont prises en compte dans l’établissement de la facture d’eau.
Il y a plusieurs conséquences à l’établissement du coût-vérité de l’eau en RBC, dont deux principales.
La première est une hausse des tarifs moyens de 15 % pour l’ensemble de la population bruxelloise à partir du 1er janvier 2022. Malgré cette augmentation, Bruxelles reste une des grandes villes de Belgique où l’eau est la moins chère (approximativement 4,25 euros/m³ avec l’augmentation 2022 à Bruxelles, contre 4,55 euros/m³ à Anvers et 5,50 euros/m³, 5,62 euros/m³ et 5,72 euros/ m³ respectivement à Namur, Gand et Liège – chiffres de 2019 – soit autour de 30 % de plus). La seconde est que la Région ne doit plus subsidier Vivaqua pour assurer sa pérennité financière. Ce subside annuel avait atteint 28,4 M en 2020 et est de 35,3 M en 2021. À partir de 2022, à travers cette hausse tarifaire, la Région n’aura plus à budgéter ce subside conséquent à l’intercommunale.
Ainsi cette augmentation du prix de l’eau – due à l’application du coût vérité, norme européenne en la matière – intervient peu après que les acteurs sociaux puis le Parlement interpellent le Gouvernement quant à
over het toenemende probleem van waterarmoede in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarom heeft de regering, in het licht van die situatie, beslist een aantal sociale maatregelen door te voeren, zoals zij in de Gewestelijke Beleidsverklaring en naar aanleiding van de parlementaire resolutie van 2019 had toegezegd.
De eerste daarvan is bijzonder illustratief voor deze strijd voor toegang tot water en tegen waterarmoede : het verbod op waterafsluitingen voor huishoudelijke afnemers vanaf 1 januari 2022. Zoals ik in mijn inleiding al zei, is water een eerste levensbehoefte en een mensenrecht dat voor iedereen toegankelijk moet zijn. En zonder water kunnen de Brusselaars niet in hun minimale hygiëne- en voedselbehoeften voorzien. Brussel volgt in dit opzicht dus het voorbeeld van andere landen zoals het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Frankrijk. Uitzonderlijk zal afsluiting mogelijk blijven in welomschreven gevallen (overmacht, enz.) en middels nadere regels inzake begeleiding die door de regering worden bepaald.
Vervolgens, in een reactie op de resolutie van 2019, is gekozen voor de invoering van een sociale tegemoetko- ming in plaats van een sociaal tarief als zodanig, wat twee problemen zou hebben opgeleverd :
– de hele nieuwe tariefmethodologie die eind maart 2020 is aangenomen, had moeten worden herzien en de hervorming zou nog meer vertraging hebben opgelopen ;
– en een sociale tarifering zou de watergebruikers die afhankelijk zijn van een collectieve meter voor hun hele gebouw, niet hebben kunnen bereiken.
Het bedrag van deze tegemoetkoming moet door de regering worden vastgesteld, maar zal bestaan uit een vast gedeelte en een variabel gedeelte, afhankelijk van het aantal personen waaruit het huishouden bestaat. De tegemoetko- ming zal betrekking hebben op alle begunstigden van de verhoogde tegemoetkoming (BVT-statuut), dat wil zeggen ongeveer 28 % van de Brusselse bevolking, wat iets meer is dan het aandeel van de bevolking dat in waterarmoede verkeert (door de Koning Xxxxxxxxxxxxxxxxxx geschat op 20,9 % van de Brusselse bevolking in 2019).
Naast deze sociale tegemoetkoming om meer dan een kwart van de Brusselse bevolking te helpen in de strijd tegen waterarmoede, worden in dit ontwerp van ordonnantie de nadere regels bepaald voor het verkrijgen van een redelijk afbetalingsplan voor huishoudens in financiële moeilijkhe- den. De in deze tekst gegeven definitie van een redelijk afbe- talingsplan heeft tot doel de « ethische » voorwaarden voor de toekenning van een afbetalingsplan te belichten. Het moet kunnen worden aangevraagd door alle Vivaqua-klanten, afhankelijk van hun financiële situatie en behoeften. Deze plannen worden beperkt tot een periode van 18 maanden, maar het is mogelijk er meerdere overeen te komen als de afnemer voldoet aan de daaraan verbonden voorwaarden.
l’enjeu grandissant de la précarité hydrique en RBC. C’est pourquoi, face à cette situation, le gouvernement a décidé de mettre ici en œuvre un certain nombre de mesures sociales, comme il s’y était engagé dans la DPG et suite à la Résolution Parlementaire de 2019.
La première d’entre elle est particulièrement illus- tratrice de cette lutte pour l’accès à l’eau et contre la précarité hydrique : l’interdiction des coupures d’eau domestiques à partir du 1er janvier 2022. Je le soulignais en introduction, l’eau est un besoin vital et un droit humain qui doit être accessible à tous. Et sans eau, les Bruxellois ne peuvent assurer un minimum de besoins hygiéniques et alimentaires. Bruxelles suit donc l’exemple d’autres pays comme le Royaume-Uni, l’Irlande ou encore la France en la matière. La coupure restera exceptionnellement possible dans des cas précis (cas de force majeure…) et moyennant des modalités d’accompagnement à arrêter par le gouvernement.
Ensuite, et pour faire écho à la résolution de 2019, le choix s’est porté sur une intervention sociale plutôt que sur l’insertion d’un tarif social à proprement parler, qui aurait posé deux difficultés :
– il aurait fallu revoir toute la nouvelle méthodologie tarifaire adoptée fin mars 2020 et retarder encore la réforme ;
– et une tarification sociale n’aurait pas pu toucher les usagers de l’eau dépendant d’un compteur collectif pour l’ensemble de leur immeuble.
Le montant de cette intervention est à préciser par le gouvernement mais elle sera composée d’une part fixe et d’une part variable en fonction du nombre de personnes composant le ménage. Elle concernera l’ensemble des Bénéficiaires de l’Intervention Majorée (statut BIM) soit approximativement 28 % de la population bruxelloise, ce qui représente plus encore que la proportion de la population en précarité hydrique (évaluée à 20,9 % de la population bruxelloise en 2019 par la Fondation Roi Xxxxxxx).
À côté de cette intervention sociale visant à venir en aide à plus d’un quart de la population bruxelloise en vue de lutter contre la précarité hydrique, le projet d’ordonnance détermine les modalités pour obtenir un plan de paiement raisonnable pour les ménages en difficulté financière. La définition d’un plan de paiement raisonnable donnée dans ce texte vise à mettre en lumière les conditions
« éthiques » d’octroi d’un plan de paiement. Il doit pouvoir être demandé par tous les clients de Vivaqua, en fonction de leur situation financière et leurs besoins. Ces plans sont limités à une durée de 18 mois mais il existe la possibilité d’en convenir de plusieurs si le client respecte les conditions qui y sont liées.
Het doel is ook de verbruikers beter te informeren over water en de diensten/rechten waartoe zij toegang hebben. Zo zal de minimale inhoud van de waterrekening – ten minste de jaarlijkse regularisatiefactuur – een hele reeks aanvullende informatie bevatten, met name over het bestaan en de bekendmaking van de algemene verkoopvoorwaarden van de operator, de mogelijkheid om een redelijk afbeta- lingsplan en/of financiële steun van het Sociaal Waterfonds aan te vragen, of om een specifiek tarief te genieten in geval van een lek, of de sociale tegemoetkoming. Er wordt ook voorzien dat een gebruiker die een afbetalingsplan geniet, een gedetailleerd overzicht van het lopende afbetalingsplan of de lopende plannen kan opvragen. Voorts wordt de procedure bepaald die Vivaqua zal instellen in geval van wanbetaling en de aanmanings- en ingebrekestellingskos- ten die niet mogen worden overschreden.
Vanaf 1 januari 2022 zal ook het Sociaal Waterfonds worden versterkt. Momenteel levert Vivaqua een bijdrage van 0,03 euro/m³ voor elke gefactureerde m³. Die bijdrage zal worden verhoogd tot 0,05 euro/m³, dat wil zeggen een stijging met 66 %. Van die twee cent extra, zal de eerste gaan naar het versterken van de gebruikelijke acties van de OCMW’s op het gebied van water (hulp bij het betalen van de rekening, vervanging van apparatuur, reparatie van lekken, enz.). De OCMW’s hebben hierom gevraagd omdat het Sociaal Waterfonds momenteel niet tegemoetkomt aan alle noodzakelijke behoeften in Brussel. De tweede cent extra zal worden besteed aan een « programma voor lokale sociale actie ter bestrijding van waterarmoede », dat wil zeggen een samenwerkingsverband tussen een OCMW en een of meer lokale partners die op het grondgebied van de gemeente actief zijn op het vlak van de waterproblematiek en waterarmoede.
Dat actieprogramma heeft als doel :
– alles in het werk te stellen om personen te bereiken die zich in een precaire situatie bevinden en niet naar het OCMW gaan, ook al hebben ze problemen om hun waterrekening te betalen (dit is het probleem van het niet-gebruik van rechten) ;
– lokale acties met lokale of gewestelijke partners op te zetten om te strijden tegen het niet-gebruik van het recht op een sociale korting op de waterreke- ning (met name voor personen die geen individuele watermeter hebben en dus niet profiteren van de auto- matische korting op een Vivaqua-factuur) ;
– en tot slot, personen in een precaire situatie (en water- armoede) te ontmoeten, om hen te informeren over de formaliteiten die moeten worden vervuld om het BVT-statuut te krijgen als zij daarvoor in aanmerking komen.
Tenslotte zal, hoewel het niet direct een « sociale » maatregel is, de terugkeer naar de lineaire watertarifering een niet te verwaarlozen impact hebben op de rekening
L’objectif est aussi de mieux informer le consommateur sur l’eau et sur les services/droits auxquels il a accès. Ainsi, le contenu minimal de la facture d’eau – à tout le moins la facture annuelle de régularisation – comportera toute une série d’informations complémentaires, notamment sur l’existence et la publicité des conditions générales de vente de l’opérateur, sur la possibilité de solliciter un plan de paiement raisonnable et/ou l’aide financière du Fonds social de l’eau, ou encore de bénéficier d’un tarif spécifique en cas de fuite ou de l’intervention sociale. Il est également prévu qu’un usager bénéficiant d’un Plan de Paiement puisse demander un état détaillé du ou des plans de paiement en cours. Il y est aussi déterminé la procédure mise en place par Vivaqua en cas de non-paiement et les frais de rappel et de mise en demeure à ne pas dépasser.
À partir du 1er janvier 2022, le fonds social de l’eau sera aussi renforcé. Il prévoit actuellement une alimentation de 0,03 euros/m³ assurée par Vivaqua sur chaque m³ facturé, qui passera à 0,05 euros/m³, soit une augmentation de 66 %. Sur ces 2 centimes supplémentaires, le premier ira au renforcement des actions habituelles relatives à l’eau des CPAS (aide au paiement de la facture, remplacement de matériel, réparation de fuites…). Les CPAS en étaient demandeur parce que le FSE ne répond actuellement pas à tous les besoins nécessaires à Bruxelles. Le second centime supplémentaire sera dédié à un « protocole d’action sociale locale de lutte contre la précarité hydrique », c’est-à-dire un partenariat de collaboration entre un CPAS et un ou plusieurs partenaires locaux, actifs sur le territoire de la commune en lien avec la problématique d’eau et la précarité hydrique.
Ce protocole a pour objectif :
– de tout mettre en œuvre pour joindre les personnes en situation précaire qui ne viennent pas au CPAS alors qu’elles rencontrent des problèmes de paiement de leur facture d’eau (c’est le problématique du non-recours au droit)
– de mettre sur pied des actions locales avec des partenaires locaux ou régionaux pour lutter contre le non-recours au droit de la réduction sociale pour la facture d’eau (tout particulièrement pour les personnes n’ayant pas de compteur d’eau individuel et ne bénéficiant donc pas de l’automaticité de cette réduction sur une facture Vivaqua),
– enfin, d’aller à la rencontre des personnes en situation précaire (et de précarité hydrique), pour les informer des formalités à accomplir pour bénéficier du statut BIM si elles y sont éligibles.
Finalement, et si ce n’est pas directement une mesure dite « sociale », le retour à la tarification linéaire de l’eau aura un impact non-négligeable sur la facture de nombreux
van talrijke verbruikers, ongeacht of zij al dan niet in een precaire situatie verkeren. De progressieve tarifering die sinds 2006 van toepassing is, wordt dus afgeschaft op basis van de vaststelling dat dit tariferingssysteem talrijke toe- passingsproblemen oplevert – met name voor verbruikers die niet over een individuele meter beschikken (2/3 van de Brusselse huishoudens) – en niet beantwoordt aan de doel- stellingen die er oorspronkelijk mee werden nagestreefd (rationeel watergebruik, betaalbare waterprijzen voor lage inkomens (vitale en sociale schijf van de tarifering)). Een recente studie van de ULB heeft immers aan het licht gebracht dat deze tarifering niet alleen sociaal onrechtvaar- dig is in die zin dat alleenstaanden of personen met een laag inkomen er geen voordeel uit halen (hun basisverbruik blijft hoog, met name als gevolg van minder waterzuinige huishoudtoestellen), maar ook dat de tarifering er niet noodzakelijkerwijs toe leidt dat de verbruikers rationeler omgaan met water (dit is de inelasticiteit van het waterver- bruik ten opzichte van de prijs ervan). In de door Brugel en Vivaqua ontwikkelde tariefmethodologie zal rekening worden gehouden met dit nieuwe gegeven. In maart 2020 was er al sprake van om voor collectieve meters een huis- houdelijk lineair tarief vast te stellen dat gebaseerd zou zijn op het gemiddelde tarief. Uiteindelijk lijkt, in het licht van het bovenstaande, een lineair tarief voor iedereen de meest geschikte oplossing te zijn.
Al deze sociale maatregelen versterken ook de auto- matische driemaandelijkse betaling (en maandelijkse betaling op verzoek) van rekeningen, die op 11 juni 2020 is goedgekeurd en die tot doel heeft de impact van de rekening op de verbruikers te verminderen en zo het aantal wanbetalingen terug te dringen.
Parallel met deze sociale maatregelen brengt dit ontwerp van ordonnantie wijzigingen aan met betrekking tot de Brusselse Waterbemiddelingsdienst in de ordonnantie van 8 september 1994 tot regeling van de drinkwa- tervoorziening via het waterleidingnet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Wat de bemiddelingsdienst in de watersector betreft – die in principe operationeel zou moeten zijn vanaf 1 januari 2022 – wordt voorgesteld om de materiële bevoegdheden van de geschillendienst binnen Brugel die voor de energiesector bevoegd is, uit te breiden tot geschillen die zouden kunnen ontstaan tussen een watergebruiker en een wateroperator. Zo zou de dienst geschillen kunnen behandelen die verband houden met de toepassing van de algemene voorwaarden van Vivaqua of de tariefbepalingen van de kaderordonnantie Water van 20 oktober 2006 door de ene of andere operator. Geschillen die niet onder de bevoegdheid van de geschillendienst vallen, zullen nog steeds kunnen worden behandeld door de Brusselse bemiddelaar die is ingesteld bij en krachtens het op 16 mei 2019 aangenomen gezamenlijk decreet en ordonnantie betreffende de Brusselse bemiddelaar.
Tot slot wordt de ordonnantie van 8 september 1994 tot regeling van de drinkwatervoorziening via het
consommateurs, précaires ou non. Il est ainsi mis fin à la tarification progressive applicable depuis 2006 partant du constat que ce système de tarification posait de nombreuses difficultés d’application – en particulier pour les usagers n’ayant pas un compteur individuel, soit 2/3 des ménages bruxellois – et ne répondait pas aux objectifs qu’il lui était initialement assignée (utilisation rationnelle de l’eau, prix de l’eau abordable pour les bas revenus (tranches vitales et sociales de la tarification). Une étude récente de l’ULB a effectivement mis en évidence le fait que cette tarification était non seulement inéquitable socialement dans la mesure où les personnes isolées ou à bas revenus n’en tiraient pas un avantage certain (leur consommation de base restant élevée en raison notamment d’équipements électroménagers moins économes en eau), mais qu’en plus, elle n’amenait pas forcément les consommateurs à une utilisation plus rationnelle de l’eau (il s’agit de l’inélasticité de la consom- mation en eau par rapport à son prix). La méthodologie tarifaire développée par Brugel et Vivaqua intégrera cette nouvelle donne. Il était déjà question en mars 2020 de fixer un tarif linéaire domestique pour les compteurs collectifs qui serait calqué sur le tarif moyen. Une application d’un tarif linéaire pour tous apparait au final comme la solution la plus appropriée au regard de ce qui précède.
Toutes ces mesures sociales viennent aussi renforcer la trimestrialisation automatique (et la mensualisation sur demande) des factures votée le 11 juin 2020 dernier, dont l’objectif est de diminuer l’impact de la facture sur le consommateur et ainsi réduire les défauts de paiement.
Parallèlement à ces mesures sociales, ce projet d’ordonnance apporte des modifications concernant le service bruxellois de médiation de l’eau dans l’ordonnance du 8 septembre 1994 réglementant la fourniture d’eau alimentaire distribuée par réseau en Région bruxelloise. S’agissant du service de médiation dans le secteur de l’eau – devant en principe être opérationnel à compter du 1er janvier 2022 –, il est proposé que le service des litiges compétent dans le secteur de l’énergie au sein de Brugel voie ses compétences matérielles élargies aux litiges qui pourraient survenir entre un usager de l’eau et un opérateur de l’eau. Il pourrait ainsi connaitre de contentieux liés à l’application des conditions générales de Vivaqua ou des dispositions tarifaires contenues dans l’ordonnance-cadre eau du 20 octobre 2006 par l’un ou l’autre opérateur. Les litiges ne tombant pas dans le champ de compétences du services de litiges pourront toujours faire l’objet d’une médiation par le biais du médiateur bruxellois mis en place par et en vertu des décret et ordonnance conjoints relatifs au médiateur bruxellois adoptés le 16 mai 2019.
Enfin, l’ordonnance du 8 septembre 1994 réglementant la fourniture d’eau alimentaire distribuée par réseau en
waterleidingnet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gewijzigd om een kader te scheppen dat meer in over- eenstemming is met de herziening van de algemene voorwaarden die de betrekkingen van Xxxxxxx met de watergebruikers regelen, om de administratiekosten te verduidelijken die in het kader van een minnelijke invor- deringsprocedure toelaatbaar zijn en om in dit verband te wijzen op de mogelijkheid om een redelijk afbetalingsplan te verkrijgen, overeenkomstig hetgeen voortaan in de ordonnantie van 20 oktober 2006 zal zijn bepaald.
Een laatste verduidelijking over het advies van de Raad van State : de opmerking over de verdeling van de bevoegdheden voor de toewijzing van nieuwe opdrachten aan de Brusselse OCMW’s zal worden gevolgd door het sluiten van een samenwerkingsakkoord tussen het Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Ik dank u voor uw aandacht en ik sta tot uw beschikking om uw vragen te beantwoorden. »
II. Algemene bespreking
Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxx herhaalt dat zij zich inzet voor betaalbare prijzen, wat inherent is aan alle economische diensten van algemeen belang. Water is een basisbehoefte en moet spaarzaam worden gebruikt.
Het begrip betaalbaarheid betekent niet dat het gratis moet zijn, maar dat de overheid maatregelen moet treffen om het voor de minderbedeelden tegen een betaalbare prijs beschikbaar te maken.
De strijd tegen waterarmoede was het onderwerp van langdurige parlementaire werkzaamheden tijdens de vorige zittingsperiode, die leidden tot de aanneming van een resolutie waarin werd opgeroepen te onderzoeken hoe de procedurekosten kunnen worden verminderd en escalatie van schulden kan worden voorkomen.
Dit verzoek is het gevolg van kritiek die tijdens de hoor- zittingen naar voren is gekomen. De huidige procedure laat de operator vrij om te beslissen of hij al dan niet naar de vrederechter stapt, akkoord gaat met betalingsregelingen, gebruik maakt van zijn volmacht, de meters afsluit, enz.
Aan het einde van een invorderingsprocedure kunnen sommige schulden worden kwijtgescholden en als oninbare schulden op de rekeningen van andere klanten worden verrekend.
Région bruxelloise subit quelques modifications pour offrir un cadre plus en phase avec la révision des conditions générales régissant les relations Vivaqua-usagers de l’eau, ainsi que clarifier les frais administratifs admissibles dans le cadre d’une procédure de recouvrement à l’amiable et évoquer, dans ce cadre, la possibilité d’obtenir un plan de paiement raisonnable conformément à ce que prévoira dorénavant l’ordonnance du 20 octobre 2006.
Une dernière précision sur l’avis du Conseil d’État : il sera donné suite à sa remarque sur la répartition des compétences pour l’attribution de nouvelles missions aux CPAS bruxellois par la conclusion d’un accord de coopération entre la Région et la Commission communau- taire commune.
Je vous remercie pour votre écoute et je suis à votre entière disposition pour répondre à vos questions. »
II. Discussion générale
Mme Xxxxxxx Xxxxxxxxxx tient à rappeler son attachement à l’accessibilité tarifaire qui est inhérente à tous service d’intérêt général de nature économique. L’eau est un bien de première nécessité et elle doit être utilisée de façon parcimonieuse.
Son accessibilité ne signifie pas qu’elle doive être gratuite mais que les pouvoirs publics doivent mettre en place des mesure pour la rendre accessible à un prix abordable pour les personnes précarisées.
La lutte contre la précarité hydrique avait fait l’objet d’un long travail parlementaire lors de la dernière législature, pour aboutir à l’adoption d’une résolution qui demandait d’examiner comment réduire les coûts de procédure et éviter l’emballement de la dette.
Cette demande résulte de critiques mises en évidence lors des auditions. En effet, la procédure actuelle laisse une libre appréciation à l’opérateur d’aller chez le juge de paix, de consentir ou non à des plans de paiement, jouant de son rapport de force, de procéder à la fermeture des compteurs, etc.
Au terme d’une procédure de recouvrement, certaines créances peuvent être abandonnées et être déclarées comme étant des créances irrécouvrables qui se répercutent sur la facture des autres clients.
Daarbij moet gebruik worden gemaakt van redelijke en gespreide betalingsregelingen. Bemiddeling voor de vrede- rechter verdient de voorkeur en er moet zo snel mogelijk worden voorkomen dat de schuld uit de hand loopt.
Het ontwerp van ordonnantie komt gedeeltelijk tegemoet aan de wensen van de belanghebbenden. Vivaqua zal een verzoek om een betalingsplan dat valt binnen de criteria van een gestandaardiseerd betalingsplan dat door elke klant kan worden aangevraagd, niet kunnen weigeren. Vivaqua kan evenmin een verzoek weigeren dat via het OCMW wordt ingediend.
Het beginsel van het verbod op het afsluiten van water wordt door het ontwerp van ordonnantie ingevoerd, behalve in bepaalde specifieke gevallen die door de regering worden vastgesteld. Dit systeem dreigt echter een systeem in het leven te roepen dat slechte betalers bevoordeelt en dat mensen minder verantwoordelijk maakt voor overmatig gebruik van deze hulpbron. Wat is de mening van Xxxxxxx over verboden om af te snijden ? Wat zijn de kosten die in totaal zullen worden doorberekend ? Wat zal de procedure zijn voor de ontbinding van contracten in de toekomst ? Hoe zit het met de verantwoordelijkheid van de consument en de sancties voor slechte betalers ?
Met dit ontwerp van ordonnantie wordt een nieuwe watertarificatie ingevoerd. Het is waar dat het progressieve tariefsysteem inefficiënt en onbillijk is in het geval van collectieve meters, wat in Brussel zeer vaak het geval is. Is de stijging van de kosten van de waterrekening voor de Brusselaars geëvalueerd ?
Het beginsel « de vervuiler betaalt » houdt in dat de watergebruikers alle kosten in verband met water moeten betalen om een redelijk gebruik aan te moedigen. Wat zijn in dit verband de basisbeginselen van het nieuwe tariefsysteem ?
Een sociale interventie wordt toegekend aan gezinnen die recht hebben op een voorkeurregeling. Volgens Xxxxxxxxxxx heeft een soortgelijk systeem in Antwerpen ertoe geleid dat een derde van de gezinnen geen gebruik heeft gemaakt van deze maatregel, wat pleit voor een meer doeltreffende toepassing in Brussel.
Het armoede- en uitsluitingspercentage in Brussel bedraagt 38 %, terwijl slechts 28 % van de Brusselse bevolking recht heeft op een voorkeurregeling. Wat zal er gebeuren met de 10 % van de mensen in precaire situaties die dat niet hebben ? Hoeveel zal de interventie kosten per gezin ? Wat zijn de kosten van deze procedure voor Vivaqua ?
Wat tenslotte het sociaal waterfonds betreft, wordt een derde van de bedragen toegekend aan de OCMW’s voor het
Il faut dans ce contexte recourir à des plans de paiement raisonnables et étalés. Il faut privilégier la conciliation devant le juges de paix et prévenir le plus rapidement possible l’emballement de la dette.
Le projet d’ordonnance répond en partie aux demandes des acteurs. Vivaqua ne pourra pas refuser une demande de plan de paiement qui entre dans les critères d’un plan de paiement standardisé qui peut être demandé par tout client. De même, Xxxxxxx ne pourra pas refuser une demande introduite via le CPAS.
Le principe de l’interdiction des coupures d’eau est instauré par le projet d’ordonnance, sauf dans certains cas précis fixés par le gouvernement. Ce système risque néanmoins de générer un système qui favorisera les mauvais payeurs et qui déresponsabilise les comportements de consommation excessive de cette ressource. Quel est l’avis de Vivaqua sur les interdictions de coupure ? Quel est le coût qui sera répercuté au total ? Quelle sera désormais la procédure de résolution des contrats ? Qu’en est-il de la responsabilisation des consommateurs et de la sanction des mauvais payeurs ?
Une nouvelle tarification de l’eau est mise en place par ce projet d’ordonnance. Il est vrai que le système tarifaire progressif est inefficace et inéquitable en cas de compteur collectif, ce qui est très souvent le cas à Bruxelles. L’augmentation du coût pour les Bruxellois de la facture d’eau a-t-il été évalué ?
Le principe du pollueur-payeur implique que les utili- sateurs de l’eau doivent payer l’ensemble des coûts liés à l’eau afin d’en favoriser un usage raisonnable. Quels sont les principes de base de la nouvelle tarification à cet égard ?
Une intervention sociale est octroyée pour les ménages qui ont le statut BIM. Selon Xxxxxxxxxxx, un système similaire à Anvers a abouti à l’inutilisation de cette mesure pour un tiers des ménages, demandant une application plus efficace à Bruxelles.
Le taux de pauvreté et d’exclusion à Bruxelles est de 38 % alors que le statut BIM bénéficie à uniquement 28 % de la population bruxelloise. Qu’en sera-t-il de ces 10 % de personnes précarisées qui n’ont pas le statut BIM ? Quel sera le montant de l’intervention par ménage ? Quel est le coût de cette procédure pour Vivaqua ?
Enfin, concernant le fonds social de l’eau, un tiers des montants est octroyé aux CPAS pour la gestion des dossiers.
beheer van de dossiers. Als de aan de OCMW’s toegekende bedragen worden verhoogd, welke verbeteringen zullen dan in het beheer van het fonds worden aangebracht ?
Mevrouw Xxxxxxx Xxx Xxxxxx vraagt of er voor Vivaqua een effectbeoordeling van deze ordonnantie is uitgevoerd. Was er een analyse ? Wat zijn de gevolgen voor Vivaqua en voor Brugel ?
Zij kan zich niet voorstellen dat een dergelijke regelgeving de schuld van Xxxxxxx zou doen toenemen.
Zij is er niet zeker van dat een lineair tariefsysteem moet worden verdedigd. Is het niet logisch dat bij een hoog waterverbruik de tarieven hoger moeten zijn ? Er moeten stimulansen komen voor een redelijker waterverbruik.
Met betrekking tot de door de minister genoemde samenwerkingsovereenkomst voor Vivaqua om toegang te krijgen tot het rijksregister, wat is de reactie van de minister op de opmerkingen van de Raad van State over de problemen met de privacy ?
Zij stemt in met de door de minister genoemde lijst van uitzonderingen, die in een toekomstig besluit moet worden opgenomen, om het water toch af te sluiten. Niettemin is zij van mening dat een zo belangrijk aspect in de wetgeving had moeten worden opgenomen.
Xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx herinnert aan het belangrijke werk van de commissie tijdens de vorige zit- tingsperiode en aan de werkzaamheden van de werkgroep waterarmoede.
Dat zijn essentiële bepalingen die met deze ordonnantie worden ingevoerd. Deze ordonnantie werd voorgelegd voor overleg met de operator Vivaqua, Brugel en zelfs de andere leden van de werkgroep. Het is het resultaat van een compromis tussen actoren uit verschillende beroepsgroepen.
Zo is het sociale interventiesysteem bijvoorbeeld zo opgezet vanwege de materiële moeilijkheid door het feit dat in appartementen meestal gebruik gemaakt wordt van gedeelde meters.
De beschrijving en de nadere regels inzake redelijke afbetalingsplannen zijn het voorwerp geweest van talrijke debatten, met name door de actoren op het terrein die aan de zijde staan van de meest kwetsbare gezinnen, waarbij de duurzaamheid van de door Vivaqua geleverde waterbeheer- cyclus wordt verzekerd.
Si les montants accordés aux CPAS sont augmentés, quelles sont les améliorations qui vont être apportées à la gestion du fonds ?
Mme Xxxxxxx Xxx Xxxxxx demande si une étude d’impact de cette réglementation a été effectué pour Vivaqua. Y a-t-il une analyse ? Quelles sont également les conséquences pour Vivaqua et pour Brugel ?
La députée ne pourrait imaginer qu’une telle réglemen- tation augmente la dette de Vivaqua.
Elle n’est pas certaine qu’il faille défendre une tarifica- tion linéaire. N’est-il pas logique, en cas de consommation importante d’eau, que les tarifs soient plus élevés ? Il faut instaurer des incitants à consommation d’eau plus raisonnable.
Concernant l’accord de coopération mentionné par le ministre pour que Xxxxxxx obtienne un accès au registre national, quelle est la réponse donnée par le ministre aux remarques du Conseil d’État relatives aux problèmes de vie privée ?
Elle approuve la liste des exceptions citées par le ministre, à reprendre dans un futur un arrêté, pour quand même procéder une coupure d’eau. Elle estime néanmoins qu’un aspect si important aurait dû se retrouver dans la législation.
Mme Xxxxxxxxx Xxxxxxxx rappelle les travaux impor- tants de la commission lors de la dernière législature ainsi que les travaux du groupe de travail précarité hydrique.
Ce sont des dispositions essentielles qui sont introduites par cette ordonnance. Celle-ci a été soumise à la concer- tation avec l’opérateur Vivaqua, Brugel ou même les autres membres du groupe de travail. C’est le fruit d’un compromis entre des acteurs qui ont des métiers différents.
Le dispositif d’intervention sociale a par exemple été conçu de la sorte en raison de la difficulté matérielle que représente la présence, le plus souvent, de compteurs communs dans les appartements.
La description et les modalités des plans d’apurement raisonnables ont fait l’objet de nombreux débats alimentés notamment par des acteurs de terrain qui sont aux côtés des familles les plus précarisées et cela en assurant la pérennité du cycle de gestion de l’eau assuré par Xxxxxxx.
De huidige bepalingen moeten ook permanent worden geëvalueerd door de werkgroep « Waterarmoede », die eenmaal per jaar zou kunnen worden uitgenodigd in de commissie Leefmilieu.
De mogelijkheid om een redelijk afbetalingsplan op te stellen en goed te keuren is een grote stap vooruit voor schuldenaars en schuldeisers. Kan de minister aangeven onder welke omstandigheden Xxxxxxx het afbetalings- plan zou kunnen weigeren ? Kan hij bevestigen dat een beslissing van Xxxxxxx om de betalingsregeling te weigeren naar behoren zal moeten worden gemotiveerd ?
Voorts vindt de volksvertegenwoordigster dat de specifieke gevallen waarin water kan worden afgesloten, in de ordonnantie hadden moeten worden opgenomen, hoewel de minister geruststelde door alle omstandigheden te noemen die kunnen worden ingeroepen.
Hoe zal trouwens het specifieke tarief worden vastgesteld in geval van een lek dat tot een aanzienlijk verbruik leidt ?
Het watertarief zal in 2022 worden verhoogd, evenals de werkingskosten. Deze stijging zal worden opgevangen voor de meest kwetsbare gezinnen. Hoe zal het sociaal waterfonds worden verhoogd ?
Is het mogelijk details te krijgen over hoe de bijdrage van de regering zal worden berekend ? Hoe zal worden vermeden dat mensen geen gebruik maken van hun recht ? Wat wordt gepland voor mensen in precaire situaties die geen recht hebben op een voorkeurtarief ?
Volgens xxxxxxx Xxxxx Xxxxxx is de ordonnantie een goede stap in de strijd tegen waterarmoede, en zijn de cijfers zorgwekkend. Dit probleem moet zo snel mogelijk worden aangepakt.
Rekening houden met het veldwerk van de verenigin- gen is een enorme toegevoegde waarde in dit ontwerp van ordonnantie.
De volksvertegenwoordigster is ook ingenomen met het verbod op het afsluiten van watermeters.
De xxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx verheugt zich over het verbod op het afsluiten van water, de cultuur van het directie van Vivaqua was op dit punt bijzonder achterlijk. Gezinnen met waterarmoede werden beschouwd als slechte betalers.
Daarentegen laat de ordonnantie het aan de regering over om de voorwaarden vast te stellen waaronder een
Il faut également que les dispositions actuelles fassent l’objet d’une évaluation permanente par le groupe de travail précarité hydrique qui pourraient être invités une fois par an en commission de l’environnement.
Les possibilités d’établissement et d’adoption d’un plan d’apurement raisonnable sont un grand progrès pour les débiteurs et le créancier. Le ministre peut-il indiquer quelles sont les circonstances dans lesquelles Xxxxxxx pourrait refuser le plan d’apurement ? Peut-il confirmer qu’une décision de refus de plan d’apurement par Xxxxxxx devra être dûment motivée ?
La députée estime également que les cas bien précis pour lesquels une coupure d’eau peut avoir lieu aurait dû être repris dans l’ordonnance, même si le ministre a rassuré en énonçant toutes les circonstances qui peuvent être invoquées.
Par ailleurs, comment sera établi le tarif spécifique en cas de fuite entrainant une consommation importante ?
Le tarif de l’eau sera augmenté en 2022 ainsi que les frais d’exploitation. Cette hausse sera amortie pour les ménages les plus précaires. Par ailleurs, comment le fonds social de l’eau sera augmenté ?
Est-il possible d’avoir des précisions sur les modalités de calcul d’intervention du gouvernement ? Comment le non-recours au droit va-t-il être évité ? Qu’est-ce qui est prévu pour les personnes en situation de précarité qui n’ont pas le statut BIM ?
Mme Xxxxx Xxxxxx estime que l’ordonnance est un bon pas dans la lutte contre la précarité hydrique, et cela alors que les chiffres sont préoccupants. Ce problème doit être abordé le plus rapidement possible.
Tenir compte du travail de terrain des associations est une énorme plus-value dans ce projet d’ordonnance.
La députée salue également l’interdiction de fermeture des compteurs d’eau.
X. Xxxxxxx Xxxxxxxx se réjouit de l’interdiction des coupures d’eau, la culture de la direction de Vivaqua était particulièrement rétrograde sur ce sujet. Les ménages en situation de précarité hydrique étaient considérés comme de mauvais payeur.
Par contre, l’ordonnance laisse le soin au gouvernement de définir les conditions dans lesquelles une coupure d’eau
afsluiting toch kan plaatsvinden, hetgeen onbegrijpelijk is aangezien deze uitzonderingen door de parlementsleden moeten worden vastgesteld.
Hij heeft bedenkingen bij de andere aspecten van de hervorming. Het probleem is dat de sociale interventierege- ling een alibi is om de waterprijs te verhogen. Rioleringen moeten niet worden gefinancierd door de gezinnen, maar door een eerlijke en sociaal herverdelende belasting. Financiering van dergelijke infrastructuur via de consument staat voor een liberale aanpak.
Een zo fundamentele kwestie als de vaststelling van de waterprijs moet in het Parlement worden besproken en niet door Brugel worden bepaald.
De sociale bijdrage zal niet worden gefinancierd door de rijken, maar door de gezinnen via een extra bijdrage in alle rekeningen.
De realiteit is dat de sociale interventieregeling de wonden heelt van een verhoging van de waterprijs, terwijl een sociaal tarief geschikter zou zijn geweest om niet-ge- bruik van het recht te voorkomen.
De gezinnen die recht hebben op een voorkeurtarief en een collectieve meter hebben, zullen elk jaar een formulier moeten invullen en de weg naar de maatschappelijk werkers moeten blijven vinden.
Bovendien krijgt Xxxxxxx de bevoegdheid om verzoeken om gespreide betalingen te weigeren of te aanvaarden. Waarom laten we het niet aan de sociale werkers over om de situatie te beoordelen, zoals zij die kennen ?
De oude logica om slechte betalers te bestrijden is niet losgelaten.
Deze kritiek wordt ook door Infor GazElec overgenomen.
Andere zeer ernstige kritiek betreft het democratisch proces met de leden van de werkgroep waterarmoede, die de tekst pas op het einde ontdekten en zich daarover niet hebben kunnen uitspreken.
Xxxxxxx Xxxxx Xxxxx is van mening dat het ontwerp van ordonnantie een stap in de goede richting is, ook al is het niet perfect. Een sociaal tarief zou beter zijn geweest, maar we weten dat dit zou zijn bemoeilijkt door de collectieve meters die in veel gebouwen aanwezig zijn.
Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxx herinnert eraan dat deze ordonnantie ons in staat stelt te voldoen aan de Europese
peut encore avoir lieu, ce qui est incompréhensible puisque ces exceptions devraient être définies par les députés.
L’orateur est par contre plus réservé sur les autres aspects de la réforme. Le problème est que le dispositif d’intervention sociale est un alibi pour augmenter le prix de l’eau. Les égouts ne doivent pas être financés par les ménages mais par un impôt juste et socialement redistribu- tif. Financer de telles infrastructures via les consommateurs est une approche libérale.
Une question aussi fondamentale que la fixation du prix de l’eau devrait être débattue au sein du Parlement et ne devrait pas être déterminé par Xxxxxx.
Le dispositif d’intervention sociale ne sera pas financé par les grosses fortunes mais bien par les ménages via une contribution supplémentaire dans toutes les factures.
La réalité est que le mécanisme d’aide sociale vient panser les plaies d’une augmentation du prix de l’eau, et cela alors qu’un tarif social eut été plus opportun pour éviter le non-recours au droit.
Les ménages BIM qui ont un compteur collectif devront remplir un formulaire chaque année et ils devront continuer à trouver le chemin des assistants sociaux.
De surcroit, on laisse à Xxxxxxx le pouvoir de refuser ou d’accepter les demandes de paiement étalé. Pourquoi ne pas laisser aux assistants sociaux juger de la situation, eux qui la connaissent ?
La vieille logique de lutte contre les mauvais payeurs n’est pas abandonnée.
Ces critiques sont d’ailleurs reprises par Infor GazElec.
Une autre critique très sérieuse concerne le processus démocratique avec les membres du groupe de travail précarité hydrique qui ont découvert le texte sur la fin et à propos duquel ils n’ont pas pu s’exprimer.
Mme Xxxxx Xxxxx estime que le projet d’ordonnance est une étape dans la bonne direction, même si il n’est pas parfait. Un tarif social eut été mieux mais l’on sait que cela aurait été compliqué avec les compteurs collectifs présents dans de nombreux immeubles.
Mme Xxxxxx Xxxxxxxxxx rappelle que cette ordonnance nous permet de respecter la directive européenne qui
richtlijn, die bepaalt dat water moet worden gefactureerd volgens de kostprijs, wat beter is dan subsidies te betalen aan Vivaqua, die alleen maar stijgen.
Uiteraard moet deze verhoging van de waterprijs worden gecompenseerd voor de meest kwetsbare gezinnen, hetgeen het geval is met de geplande sociale interventie.
Het redelijk betalingsplan is zeer belangrijk voor gezinnen in moeilijkheden.
Het einde van het progressieve tarief wordt genoteerd omdat de verwachte effecten niet zijn bereikt, hetgeen duurder is gebleken voor de meest getroffen gezinnen.
Vervolgens dient zij een amendement in om een stelfout in artikel 6 van het ontwerp van ordonnantie te corrigeren.
Hoe zal bovendien het risico worden verkleind dat geen gebruik wordt gemaakt van voornoemd recht ? Is het mogelijk om vóór 2025 tussentijdse evaluaties uit te voeren ?
Wanneer treedt de nieuwe regeling in werking, met betrekking tot het verbod op het afsluiten van water ? Is er een overgangsregeling gepland ?
De heer Xxxxxxxx xx Xxxxxx vindt ook dat de besproken ordonnantie regelmatige evaluaties zal vereisen om de tenuitvoerlegging van het nieuwe systeem te beoordelen.
Hij is zo vrij terug te komen op de maandelijkse betaling van de rekeningen, die billijker is voor gezinnen in een precaire situatie, en juicht toe dat 10 % van de gezinnen reeds van dit systeem gebruik maakt.
Voorts herinnert hij eraan dat de onbetaalde kosten 7,5 miljoen per jaar bedragen voor de gemeenschap en dat het verbod op het afsluiten van water, een eerste levensbe- hoefte, een zeer belangrijk element blijft. Bovendien is het van essentieel belang gezinnen met betalingsproblemen zo snel mogelijk steun te verlenen om te voorkomen dat de schuldenlast uit de hand loopt.
Volgens de volksvertegenwoordiger is de vervanging van het progressieve tarief door een lineair tarief eerlijker voor gezinnen die een collectieve meter hebben.
Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx vraagt om opheldering over de resultaten van de studie, waaruit blijkt dat het progres- sieve tarief niet volstaat om het aantal waterafsluitingen te verminderen.
prévoit que l’eau doit être facturée en fonction de son coût, ce qui est mieux que de verser des subventions à Vivaqua qui ne font que croître.
Il faut évidemment compenser cette augmentation du prix de l’eau pour les ménages les plus précarisés, ce qui est le cas avec l’intervention sociale prévue.
Le plan de paiement raisonnable est très important pour les ménages en difficulté.
La fin du tarif progressif est acté car les effets escomptés n’ont pas été rencontrés, s’avérant plus coûteux pour les ménages les plus affectés.
La députée présente ensuite un amendement qui vient corriger une erreur de rédaction dans le projet d’ordon- nance, en son article 6.
Par ailleurs, de quelle manière le risque de non recours au droit sera-t-il réduit ? Des évaluations intermédiaires avant 2025 sont-elles envisageables ?
Concernant l’interdiction des coupures d’eau, quand le nouveau régime entrera-t-il en vigueur ? Un régime transitoire est-il prévu ?
M. Xxxxxxxx xx Xxxxxx estime également que l’ordon- nance en discussion nécessitera des évaluations régulières pour examiner la mise en œuvre du nouveau système.
Il se permet de revenir sur la mensualisation des factures, ce qui est plus juste pour les ménages précarisés, en saluant le fait que 10 % des ménages utilisent déjà ce système.
Rappelant d’ailleurs que les frais d’impayés coûtent 7,5 millions d’euros par an à la collectivité, l’interdiction des coupures d’eau, alors que l’eau est un bien de première nécessité, n’en demeure pas moins un élément très important. En outre, un accompagnement le plus en amont possible pour les ménages ayant des problèmes de paiement est indispensable pour éviter un emballement de la dette.
Selon le député, le remplacement du tarif progressif par un tarif linéaire est plus juste pour les ménages qui sont concernés par un compteur collectif.
Mme Xxxxxx Xxxxxx demande des précisions sur les conclusions de l’étude qui indiquent que le tarif progressif n’a pas été suffisant pour faire baisser les coupures d’eau.
Wie is bovendien de externe dienstverlener die voor de gegevensverwerking zal zorgen ? Worden de gegevens in België bewaard ?
Voor sommige gezinnen moet het RVT aangevraagd worden. Waarom wordt niet gekozen voor een geautoma- tiseerd systeem ?
Zal de sociale bijstand de armoede terugdringen ? Zijn de kosten van deze maatregel berekend ?
Wat denkt de minister over burgers die hun rekeningen niet zullen willen betalen in de wetenschap dat de meter niet kan worden afgesloten ?
De minister herinnert aan de samenstelling van de werkgroep waterarmoede, x.x. Xxxxxxx, Brugel, Leefmilieu Brussel, actoren uit de armoedebestrijding zoals Infor GazElec, de federatie van sociale diensten, de interfederale dienst voor de bestrijding van armoede, onzekerheid en uitsluiting, de vereniging van OCMW’s, de schuldbemid- delingsdiensten, de vrederechters en een groep universitaire onderzoekers. Deze groep met verschillende bevoegdheden is elf keer bijeengekomen om tot de thans besproken ordonnantie te komen. De tekst is in alle stadia aan de leden van de werkgroep meegedeeld. Het is de vrucht van hun werk. Het komt zelden voor dat over een wettekst zoveel wordt beraadslaagd. De gevolgen van deze tekst voor Xxxxxxx zijn herhaaldelijk besproken in de werkgroep. Ook de gevolgen van deze maatregelen voor de consument werden bestudeerd.
Wat het advies van de Raad van State betreft, zal in de komende maanden een technische samenwerkingsovereen- komst met de GGC worden aangenomen om de kwestie van de taken die aan de OCMW’s worden toevertrouwd, te regelen.
Wat de toegang tot het rijksregister betreft, beschikt Vivaqua reeds over een machtiging. Zij zal een beroep doen op de kamer voor sociale zekerheid en gezondheid van het Informatieveiligheidscomité, dat is opgericht binnen de Kruispuntbank voor sociale zekerheid. De ordonnantie werd trouwens al ter advies voorgelegd aan de GBA.
Sommige sprekers beweren dat de toekomstige systeem niet voldoende zekerheid biedt voor het automatisch in werking treden van het sociale stelsel. Voor zover zij weten, bestaat er echter geen beter mechanisme dan dit om het automatische karakter van dit recht te waarborgen, tenzij men zich voorstelt dat elke woning van een individuele meter wordt voorzien, een maatregel die financieel niet haalbaar is.
En outre, quel est le prestataire externe qui s’occupera du traitement des données ? Les données seront-elles conservées sur le sol belge ?
Le statut BIM doit être obtenu à la demande pour certains ménages. Dès lors, pourquoi ne pas avoir opté pour un système automatisé ?
L’intervention sociale aura-t-elle des conséquences en matière de pauvreté ? Le coût de cette mesure a-t-il été calculé ?
Quelle est la réflexion du ministre sur les citoyens qui ne voudront pas payer leurs factures sachant que le compteur ne peut pas être coupé ?
Le ministre rappelle la composition du groupe de travail précarité hydrique, qui compte Vivaqua, Brugel, Bruxelles Environnement, les acteurs de lutte contre la pauvreté comme Infor GazElec, la fédération des services sociaux, le service interfédéral de lutte contre la pauvreté, la précarité et l’exclusion, la fédération des CPAS, les services de médiation de dette, les jusges de paix et un groupe de chercheurs universitaires. Ce groupe qui cumule des compétences différentes s’est réuni onze fois pour aboutir à l’ordonnance actuellement en discussion. Le texte a été communiqué aux membres du groupes de travail à toutes les étapes. Il s’agit du fruit de leur travail. Il est rare qu’un texte législatif fasse autant l’objet de délibérations. Les conséquences de ce texte pour Xxxxxxx ont été discutées à de nombreuses reprises au sein du groupe de travail. Les conséquences de ces mesures pour les consommateurs ont également été étudiées.
Quant à l’avis du Conseil d’État, un accord de coopération technique sera adopté dans les prochains mois avec la COCOM pour régler la question des tâches qui sont confiées aux CPAS.
Concernant l’accès au registre national, Vivaqua possède déjà une telle autorisation. Elle va solliciter la chambre sécurité sociale et santé du comité de sécurité de l’information qui est institué au sein de la banque-carrefour de la sécurité sociale. L’ordonnance a d’ailleurs déjà été soumise à un avis de l’APD.
Certains intervenants prétendent que le futur système n’assure pas une automaticité suffisante de l’intervention du dispositif social. Pourtant, à sa connaissance, il n’existe pas un meilleur mécanisme que celui-là pour assurer l’automaticité de ce droit, sauf à s’imaginer que chaque logement soit équipé d’un compteur individuel, mesure dont la faisabilité financière fait défaut.
Klanten die een individuele meter hebben, krijgen automatisch een korting op hun factuur. Voor collectieve meters is dit automatisme onmogelijk. Daarom zullen mensen die recht hebben op een voorkeurtarief een betaling per overschrijving ontvangen.
Het is waar dat deze mensen hun bankrekeningnummer moeten invullen om deze bijdrage te krijgen gedaan. De minister denkt niet dat het mogelijk is een meer automati- sche methode te hebben.
Deze bijdrage moet 36 euro bedragen voor de eerste persoon in het gezin en 30 euro voor elk volgend gezin. De kosten voor het beheer van de sociale bijstand bedragen 1,2 miljoen euro. Een soortgelijke regeling in Vlaanderen resulteert in een dekkingsgraad van 70 %, wat relatief hoog is, hoewel in Brussel gestreefd wordt naar 100 %.
Na drie jaar zal een grondige algemene evaluatie worden uitgevoerd, maar dat gezegd zijnde, voert Xxxxxxx een jaarlijkse evaluatie van het sociaal fonds uit.
Wat de algemene stijging van de waterprijzen vanaf 1 januari 2022 betreft, valt een stijging met ongeveer 15 % te verwachten.
De middelen van het sociaal waterfonds zullen met 66 % toenemen. De spreker heeft al aangegeven welk gebruik ervan zou kunnen worden gemaakt : enerzijds rechtstreekse financiële steun, anderzijds ondersteuning en begeleiding, met name om personen te identificeren die het RVT hebben op het voorkeurtarief maar hun bankrekeningnummer niet hebben meegedeeld.
Wat de goedkeuring van het besluit betreffende het verbod op waterafsnijdingen betreft, deze kosten Vivaqua geld en de lijst van uitzonderingen is technisch en operationeel. Deze uitzonderingen houden geen verband met de kwestie van de betaling van facturen. Het is niet passend dergelijke technische informatie in een ordonnantie op te nemen.
Dit besluit treedt in werking op 17 maart, met terug- werkende kracht tot 1 januari 2022. Vivaqua is betrokken geweest bij de besprekingen over het verbod in de werkgroep. De ervaring leert dat het verbod op waterafslui- ting in andere landen niet heeft geleid tot een sterke stijging van het aantal onbetaalde rekeningen.
De minister herinnert de aanwezigen eraan dat het sociaal waterfonds niet alleen bestemd is voor de mensen die van het OCMW afhankelijk zijn.
Vivaqua kan een redelijk afbetalingsplan niet weigeren als het afkomstig is van een OCMW en bovendien is de enige
Les clients qui sont derrière un compteur individuel recevront automatiquement une réduction de facture. Pour les compteurs collectifs, ce procédé d’automaticité est impossible. Dès lors, les personnes qui ont le statut BIM recevront un paiement par virement.
Il est vrai que ces personnes doivent renseigner leur numéro de compte bancaire pour bénéficier de cette inter- vention. Le ministre ne pense pas qu’il soit possible d’avoir une méthode plus automatique.
Cette intervention devrait être de 36 euros pour la première personne du ménage et de 30 euros par ménage supplémentaire. Le coût de gestion de l’intervention sociale est d’1,2 millions d’euros. Un dispositif similaire en Flandre aboutit à taux de couverture de 70 %, ce qui est relativement élevé, même si l’objectif bruxellois est de tendre vers 100 %.
Une évaluation globale approfondie sera effectuée après trois ans mais ceci dit, Xxxxxxx procède à une évaluation annuelle du fonds social.
Quant à l’augmentation globale du prix de l’eau à partir du 1er janvier 2022, il faut s’attendre à une augmentation de l’ordre de 15 %.
Le fonds social de l’eau verra ses moyens augmenter de 66 %. L’orateur a déjà nommé l’usage qui pourra en être fait : des aides financières directes, d’une part et du soutien et de l’accompagnement d’autre part, notamment pour identifier les personnes ayant le statut BIM mais n’ayant pas renseigné leur numéro de compte bancaire.
Concernant l’adoption de l’arrêté sur l’interdiction des coupures d’eau, celles-ci coûtent de l’argent à Vivaqua et la liste des exceptions est d’ordre technique et opéra- tionnel. Ces exceptions ne sont pas liées à la question du paiement des factures. Il n’est pas opportun de reprendre des indications aussi technique dans une ordonnance.
Ledit arrêté entrera en vigueur le 17 mars avec effet rétroactif au 1er janvier 2022. Vivaqua a été partie prenante de ces discussions sur l’interdiction au sein du groupe de travail. D’expérience, les interdictions de coupure d’eau dans les autres pays n’ont pas provoqué d’emballement des factures impayées.
Le ministre rappelle que le fonds social de l’eau n’est pas réservé uniquement aux bénéficiaires du CPAS.
Le plan de paiement raisonnable ne pourra pas être refusé par Xxxxxxx s’il provient d’un CPAS et par ailleurs,
reden om een redelijk betalingsplan te weigeren een vroeger betalingsplan dat niet werd nageleefd. Deze beslissing moet gemotiveerd zijn. Het betalingsplan heeft een looptijd van maximaal 18 maanden om te voorkomen dat de schulden van gezinnen in moeilijkheden uit de hand lopen. Het is nuttig te preciseren dat de waterfacturen kleinere bedragen vertegenwoordigen dan de energiefacturen.
De conclusie over het lineaire tarief komt uit de studie van de ULB-onderzoekers. Zij wordt ook gesteund door de sociale actoren in de watersector. Er bestaat een relatieve consensus onder de belanghebbenden om terug te keren naar een lineair tarief, aangezien de waterprijs niet elastisch is. Bovendien hebben armere gezinnen de neiging meer water te verbruiken (mensen die niet op het adres wonen, minder recente toestellen, kranen zonder verbruikslimieten, enz.)
Wat de tarieven voor lekken betreft, wordt in de ordonnantie dit tarief, dat Xxxxxxx reeds verscheidene jaren toepast, wettelijk bekrachtigd. Dit zal worden vermeld in de algemene verkoopsvoorwaarden van Vivaqua.
Het klopt met de uitlating van de xxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx dat de waterzuivering momenteel wordt gefinancierd door het watertarief, hoewel er dammen en leidingen worden gebruikt om het regenwater te beheren. Een meer algemene hervorming van dit systeem moet worden bekeken als onderdeel van het nieuwe waterbeheerplan, maar ook bij het stimuleren van geïntegreerd regenwaterbeheer, zodat minder regenwater in de riolering terechtkomt.
De externe dienstverlener voor de verwerking van persoonsgegevens is CEVI.
Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxx herinnert eraan dat het progressieve tarief jarenlang is voorgesteld als zijnde billijker en duurzamer dan het lineaire tarief, en dit door de twee vorige ministers die met deze materie waren belast. Er moeten ook stimulansen komen om minder te consumeren. Zij deelt ook mee dat de MR zich zal verzetten tegen de goedkeuring van de ordonnantie.
Mevrouw Cieltje Xxx Xxxxxx is het ermee eens dat de werkgroep waterarmoede grondig te werk gaat. Zij heeft echter geen toegang gehad tot het verslag of de conclusies van deze werkgroep. Waar is het verslag over de analyses die in deze werkgroep zijn uitgevoerd ?
De xxxx Xxxxx Xxxxx zegt verbaasd te zijn dat de overgang naar een lineair tarief de reden was waarom de MR tegen deze tekst was, aangezien dit amendement gebaseerd was op het voorstel van resolutie betreffende de toegang tot water voor iedereen en de strijd tegen de water- armoede in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (A-867/2,
l’unique motivation de refus d’un plan de paiement raisonnable est un plan de paiement précédent qui n’aurait pas été honoré. Cette décision doit être motivée. Le plan de paiement est de 18 mois maximum pour éviter un emballement de la dette des ménages en difficulté. Il est utile de préciser que les factures d’eau représentent des montants moins importants que les factures d’énergie.
Concernant le tarif linéaire, c’est la conclusion de l’étude menée par les chercheurs de l’ULB. C’est soutenu également par les acteurs sociaux de l’eau. Il y a un relatif consensus des parties prenantes pour repasser à un tarif linéaire, l’inélasticité du prix de l’eau ayant été mise en évidence. En outre, les ménages les plus pauvres ont tendance à consommer plus d’eau (personnes non domiciliées à l’adresse, appareils électroménagers moins récents, robinets sans limitation de consommation, etc.).
Sur les tarifs de fuite, l’ordonnance vient avaliser légalement ce tarif qui est déjà mis en œuvre depuis plusieurs années par Vivaqua. Ce sera précisé dans les conditions générales de vente de Vivaqua.
Pour donner raison à X. Xxxxxxx Xxxxxxxx, Il est vrai que l’assainissement est actuellement financé par le tarif de l’eau, avec néanmoins des barrages et canalisations qui sont utilisées pour gérer les eaux de pluie. Une réforme plus globale de ce système doit être examinée dans le cadre du nouveau plan de gestion de l’eau mais aussi dans la stimulation de la gestion intégrée des eaux de pluie pour qu’il y ait moins d’eau de pluie qui atterisse dans les égoûts.
Le prestataire externe qui s’occupera du traitement des données personnelles est CEVI.
Mme Xxxxxxx Xxxxxxxxxx rappelle que le tarif progressif a été présenté pendant des années comme étant plus juste et plus durable que le tarif linéaire, et cela par les deux ministres précédentes en charge de cette matière. Il faut également instaurer des incitatifs à moins consommer. Par ailleurs, elle relate que le MR s’opposera à l’adoption de l’ordonnance.
Mme Xxxxxxx Xxx Xxxxxx approuve le fait qu’un travail de fond soit mené par le groupe de travail précarité hydrique. Cependant, elle n’a pas eu accès au rapport ou aux conclusions de ce groupe de travail. Où est le compte- rendu des analyses ayant été effectuées dans ce groupe de travail ?
X. Xxxxx Xxxxx se dit surpris que le passage au tarif linéaire soit la raison pour laquelle le MR s’oppose à ce texte, dans la mesure où cette modification se base sur la proposition de résolution concernant l’accès à l’eau pour toutes et tous et la lutte contre la précarité hydrique en Région de Bruxelles-Capitale (A-867/2, 2018-2019)
2018-2019), dat indertijd door de MR werd gesteund. Hij heeft gewoon het advies van de deskundigen gevolgd. Wat toen politiek gepast werd geacht, heeft tijd gehad om te worden geëvalueerd.
Op de vraag van mevrouw Xxxxxxx Xxx Xxxxxx antwoordt hij dat er geen verslag is van de werkzaamheden van de werkgroep. Het voorstel van ordonnantie is in feite het resultaat van dit lange en grondige overlegproces.
Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxx vraagt om vergelijkende tabellen tussen het oude en het nieuwe tarievenstelsel.
De minister deelt mee dat de door Xxxxxx goedgekeurde prijsstructuur reeds nader uitgewerkt werd.
III. Artikelsgewijze bespreking en stemmingen
Artikel 1
Dit artikel lokt geen commentaar uit.
Stemming
Artikel 1 wordt aangenomen met 12 stemmen bij 2 onthoudingen.
Artikel 2 tot 5
De artikelen 2 tot 5 lokken geen commentaar uit.
Stemmingen
De artikelen 2 tot 5 worden aangenomen met 8 stemmen bij 5 onthoudingen.
Artikel 6
Dit artikel lokt geen commentaar uit.
Stemmingen
Amendement nr. 1 wordt aangenomen met 11 stemmen bij 3 onthoudingen.
Artikel 6, aldus geamendeerd, wordt aangenomen met 8 stemmen bij 6 onthoudingen.
Artikel 7 tot 16
Deze artikelen lokken geen commentaar uit.
appuyée à l’époque par le MR. Il a simplement suivi l’avis des experts. Ce qui était jugé opportun au niveau politique à l’époque a eu le temps d’être évalué.
En réponse à Mme Xxxxxxx Xxx Xxxxxx, il indique qu’il n’y a pas de rapport des travaux du groupe de travail. La proposition d’ordonnance est en réalité le fruit de ce long et approfondi travail de concertation.
Mme Xxxxxxx Xxxxxxxxxx demande des tableaux comparatifs entre l’ancienne grille des tarifs et la nouvelle grille des tarifs.
Le ministre indique que la construction du prix avalisé par Xxxxxx a déjà été détaillée.
III. Discussion des articles et votes
Article 1er
Cet article ne suscite aucun commentaire.
Vote
L’article 1er est adopté par 12 voix et 2 abstentions.
Articles 2 à 5
Les articles 2 à 5 ne suscitent aucun commentaire.
Votes
Les articles 2 à 5 sont adoptés par 8 voix et 5 abstentions.
Article 6
Cet article ne suscite aucun commentaire
Votes
L’amendement nº 1 est adopté par 11 voix et 3 abstentions.
L’article 6, tel qu’amendé, est adopté par 8 voix et 6 abstentions.
Articles 7 à 16
Ces articles ne suscitent aucun commentaire.
Stemmingen
De artikelen 7 tot 16 worden aangenomen met 8 stemmen bij 6 onthoudingen.
IV. Xxxxxxxx over het geheel van het ontwerp van ordonnantie
Het aldus geamendeerde ontwerp van ordonnantie wordt in zijn geheel aangenomen met 8 stemmen tegen 2 bij 4 onthoudingen.
− Vertrouwen wordt geschonken aan de rapporteurs voor het opstellen van het verslag.
Votes
Les articles 7 à 16 sont adopté par 8 voix et 6 abstentions.
IV. Vote sur l’ensemble du projet d’ordonnance
Le projet d’ordonnance, dans son ensemble, tel qu’amendé, est adopté par 8 voix contre 2 et 4 abstentions.
– Confiance est faire aux rapporteuses pour la rédaction du rapport.
V. Tekst aangenomen door de commissie
HOOFDSTUK I
Algemene bepaling
Artikel 1
Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
HOOFDSTUK II
Wijzigingen aan de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid
Artikel 2
In de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid, zoals laatst gewijzigd bij de ordonnantie van 11 juni 2020, worden in de artikelen 17, 19, §§ 2 tot 7, 20 tot 30 en 71 de woorden « de BMWB » telkens vervangen door het woord « HYDRIA ».
Artikel 3
In artikel 5 van dezelfde ordonnantie, voor het laatst gewijzigd door de ordonnantie van 16 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° punt 54° wordt vervangen door wat volgt :
54° « HYDRIA » : de overeenkomstig artikel 19 ingestelde wateroperator ;
2° de als volgt luidende punten 62°, 63°, 64° en 65° worden toegevoegd :
« 62° « huishouden » : hetzij één natuurlijke persoon die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gedomici- lieerd is en de openbare drinkwatervoorziening voor huishoudelijke doeleinden geniet, hetzij meerdere natuurlijke personen, al dan niet verbonden door fami- liebanden, die een dergelijke dienst genieten en allen in dezelfde woning gedomicilieerd zijn die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen is, zoals blijkt uit de samenstelling van het huishouden in het Rijksregister ;
63° « gebruiker » : elke persoon die gebruikmaakt van de diensten van de wateroperator bedoeld in artikel 17,
§ 1, 3°, of de ontvanger van de waterfactuur in toepassing van de algemene voorwaarden van die operator ;
64° « sterk oververbruik » : een verbruik dat 50 % hoger ligt dan het verbruik van het voorgaande jaar, met dezelfde samenstelling van het huishouden en dezelfde bewoning van het goed ;
65° « sociaal waterfonds » : mechanisme dat is ingesteld bij en overeenkomstig artikel 38/1, § 4, om financiële
V. Texte adopté par la commission
CHAPITRE IER
Disposition générale
Article 1er
La présente ordonnance règle une matière visée à l’article 39 de la Constitution.
CHAPITRE II
Modifications à l’ordonnance du 20 octobre 2006 établissant un cadre pour la politique de l’eau
Article 2
Dans l’ordonnance du 20 octobre 2006 établissant un cadre pour la politique de l’eau, telle que dernièrement modifiée par l’ordonnance du 11 juin 2020, les mots
« la SBGE » sont à chaque fois remplacés par le mot
« HYDRIA » aux articles 17, 19 §§ 2 à 7, 20 à 30 et 71.
Article 3
Dans l’article 5 de la même ordonnance, modifié en dernier lieu par l’ordonnance du 16 mai 2019, les modifica- tions suivantes sont apportées :
1° le point 54° est remplacé par ce qui suit :
« 54° « HYDRIA » : l’opérateur de l’eau créé en vertu de l’article 19 ;
2° il est ajouté les points 62°, 63°, 64° et 65°, rédigés comme suit :
« 62° « ménage » : soit une personne physique isolée domiciliée en Région de Bruxelles-Capitale et bénéficiant du service public de distribution d’eau potable à des fins domestiques, soit plusieurs personnes physiques, unies ou non par des liens familiaux, bénéficiant d’un tel service et toutes domiciliées dans un même logement situé en Région de Bruxelles-Capitale comme l’atteste la composition de ménage au registre national ;
63° « usager » : toute personne qui jouit des services de l’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, ou le destinataire de la facture d’eau en application des conditions générales de cet opérateur ;
64° « forte surconsommation » : une consommation supérieure de 50 % par rapport à la consommation de l’année antérieure, à même profil de composition de ménage et d’occupation du bien ;
65° « fonds social de l’eau » : mécanisme mis en place par et en vertu de l’article 38/1, § 4, permettant d’aider
bijstand te verlenen aan gebruikers die moeilijkheden ondervinden bij het betalen van hun waterfactuur, en dat wordt gevoed door een deel van de inkomsten uit de watertarifering. ».
Artikel 4
In artikel 19 van dezelfde ordonnantie wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt : « De Regering mag een pu-bliekrechtelijke naamloze vennootschap oprichten. Het maatschappelijk kapitaal ervan mag enkel aangelegd worden door publiekrechtelijke rechtspersonen actief in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze vennootschap, voorheen « Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer », afgekort als BMWB, draagt de naam « HYDRIA ». ».
Artikel 5
In artikel 38 van dezelfde ordonnantie, voor het laatst gewijzigd door de ordonnantie van 11 juni 2020, wordt het vierde streepje van paragraaf 3 opgeheven.
Artikel 6
Artikel 38/1 van dezelfde ordonnantie, zoals ingevoegd door de ordonnantie van 16 mei 2019, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 38/1. § 1. In de loop van een gegeven kalender- jaar wordt een sociale tegemoetkoming toegekend aan elke watergebruiker die, op 1 januari van dat jaar, zelf geniet of van wie een lid van zijn huishouden geniet van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming voor geneeskun- dige verzorging in de zin van artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994.
De sociale tegemoetkoming bestaat uit een bedrag dat wordt berekend op basis van een vast deel per huishouden en een variabel deel dat afhangt van het aantal personen waaruit dat huishouden bestaat zoals vermeld in het Rijksregister op 1 januari van het betreffende jaar. Elke wijziging in de samenstelling van het huishouden van de begunstigde gebruikers in de loop van het jaar wordt door de wateroperator bedoeld in artikel 17, § 1, 3°, pas in aanmerking genomen vanaf 1 januari van het volgende kalenderjaar, op basis van een opzoeking in het Rijksregister dat jaarlijks door de wateroperator wordt bijgewerkt.
Het overeenkomstig het tweede lid berekende bedrag wordt ofwel rechtstreeks afgetrokken van een driemaan- delijkse voorschotfactuur of van de eindafrekening die jaarlijks door de in artikel 17, § 1, 3°, bedoelde water- operator wordt opgesteld voor de gebruikers die over een geïndividualiseerde meter beschikken die eigen is aan het huishouden, ofwel door die wateroperator gestort op de bankrekening van de gebruikers waarvan het verbruik collectief wordt berekend.
financièrement les usagers en difficulté de paiement de leur facture d’eau, et alimenté par une part des recettes générées par la tarification de l’eau. ».
Article 4
Dans l’article 19 de la même ordonnance, le paragraphe 1er est remplacé par ce qui suit : « Le Gouvernement est autorisé à constituer une société anonyme de droit public. Le capital de celle-ci ne peut être constitué que par des personnes morales de droit public actives en Région de Bruxelles-Capitale. Cette société, anciennement dénommée « Société bruxelloise de Gestion de l’Eau », en abrégé SBGE, porte le nom « HYDRIA ». ».
Article 5
Dans l’article 38 de la même ordonnance, modifié en dernier lieu par l’ordonnance du 11 juin 2020, le quatrième tiret du paragraphe 3 est abrogé.
Article 6
L’article 38/1 de la même ordonnance, tel qu’inséré par l’ordonnance du 16 mai 2019, est remplacé par ce qui suit :
« Art. 38/1. § 1er. Au cours d’une année calendrier donnée, une intervention sociale est octroyée à tout usager de l’eau qui, au 1er janvier de ladite année, bénéficie lui-même ou un membre de son ménage de l’intervention majorée de l’assurance soins de santé au sens de l’article 37,
§ 19, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994.
L’intervention sociale consiste en un montant calculé sur la base d’une part fixe par ménage et d’une part variable dépendante du nombre de personnes composant ledit ménage tel que renseigné au Registre national au 1er janvier de l’année concernée. Toute modification dans la composition de ménage des usagers bénéficiaires en cours d’année n’est prise en compte par l’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, qu’à partir du 1er janvier de l’année civile qui suit, sur la base d’une recherche au Registre national actualisée annuellement par l’opérateur de l’eau.
Le montant calculé conformément à l’alinéa 2 sera soit déduit directement d’une facture d’acompte trimestrielle ou de la facture de régularisation émise annuellement par l’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, pour les usagers disposant d’un compteur individualisé propre au ménage, soit versé par ledit opérateur sur le compte bancaire des usagers dont la consommation est calculée de manière collective.
Na advies van Xxxxxx beslist de Regering over de bedragen en de modaliteiten van de berekening, de storting en de financiering van deze sociale tegemoetkoming.
De informatie dat een gebruiker de in het eerste lid bedoelde verhoogde verzekeringstegemoetkoming voor ge-neeskundige verzorging geniet, maakt het voorwerp uit van een automatische gegevensuitwisseling, op basis van het Rijksregisternummer, tussen de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en de wateroperator bedoeld in artikel 17,
§ 1, 3°, of elke derde door hem aangeduid om de verwerking van deze gegevens te verzorgen. De verwerking van de uitgewisselde persoonsgegevens gebeurt met inachtneming van de bepalingen inzake de bescherming van persoons- gegevens en na advies van de kamer « Sociale zekerheid en Gezondheid » van het Informatieveiligheidscomité overeenkomstig artikel 15 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid. De verwerking van die gegevens vindt uitsluitend plaats ten behoeve van de toepassing van de in deze paragraaf bedoelde sociale tegemoetkoming en de gegevens worden bewaard gedurende de periode die voor dit doel noodzakelijk is, met een maximum van vijf jaar.
De watergebruiker die de verhoogde verzekeringste- gemoetkoming voor geneeskundige verzorging geniet op 1 januari van een gegeven jaar, maar aan wie niet automatisch de sociale tegemoetkoming wordt toegekend ten gevolge van de verwerking van de overeenkomstig het vijfde lid uitgewisselde gegevens, kan een schriftelijk verzoek indienen om deze tegemoetkoming te verkrijgen.
Het schriftelijke verzoek wordt vergezeld van een attest van het ziekenfonds van de gebruiker of van de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering waaruit blijkt dat de gebruiker recht heeft op de verhoogde verzekeringste- gemoetkoming voor geneeskundige verzorging. Hij dient dit verzoek in bij de wateroperator bedoeld in artikel 17,
§ 1, 3°, ten laatste op 31 december van het jaar waarin hij de tegemoetkoming had moeten genieten, op straffe van verval van dit recht voor dat jaar.
Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze maatregel stelt de Regering een evaluatie op van de uitvoering van de sociale tegemoetkoming.
§ 2. Elke gebruiker die moeilijkheden ondervindt om zijn waterfactuur te betalen, heeft het recht om van de bij artikel 17, § 1, 3°, beoogde wateroperator een gestandaar- diseerd afbetalingsplan te verkrijgen.
De voormelde operator mag een verzoek om een beta- lingsplan voor een periode van ten hoogste 12 maanden in geval van normaal verbruik, of voor ten hoogste 60 maandelijkse termijnen in geval van sterk oververbruik niet weigeren. De gebruiker specificeert de terugbeta- lingstermijn in zijn verzoek, waarover de operator binnen
Après xxxx xx Xxxxxx, le Gouvernement arrête les montants et les modalités de calcul, de versement et de financement de cette intervention sociale.
L’information selon laquelle un usager bénéficie de l’intervention majorée de l’assurance soins de santé visée à l’alinéa 1er fait l’objet d’un échange automatique de données, à partir du numéro de Registre national, entre la Banque-carrefour de sécurité sociale et l’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, ou tout tiers désigné par celui-ci pour assurer le traitement de ces données. Le traitement des données à caractère personnel échangées se fait dans le respect des dispositions en matière de protection des données à caractère personnel et après délibération de la chambre sécurité sociale et santé du comité de sécurité de l’information conformément à l’article 15 de la loi du 15 janvier 1990 relative à l’institution et à l’organisation d’une Banque-carrefour de la sécurité sociale. Le traitement de ces données est réalisé à la seule fin de l’application de l’intervention sociale visée au présent paragraphe et elles sont conservées le temps nécessaire à cette fin avec un maximum de cinq ans.
L’usager de l’eau bénéficiant de l’intervention majorée de l’assurance soins de santé au 1er janvier d’une année donnée mais auquel le bénéfice de l’intervention sociale n’a pas été octroyé automatiquement dans le cadre du traitement des données échangées conformément à l’alinéa 5 peut faire une demande écrite pour obtenir cette intervention.
La demande écrite est accompagnée d’une attestation émanant de sa mutuelle ou de la Caisse Auxiliaire d’Assurance Maladie-Invalidité démontrant que l’usager bénéficie de l’intervention majorée de l’assurance soins de santé. Il introduit cette demande auprès de l’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, au plus tard le 31 décembre de l’année au cours de laquelle il aurait dû bénéficier de l’intervention, sous peine de déchéance de ce droit pour cette année.
Le Gouvernement établit une évaluation de la mise en œuvre de l’intervention sociale au plus tard trois ans après l’entrée en vigueur de cette mesure.
§ 2. Tout usager se trouvant en difficulté de paiement de sa facture d’eau a le droit d’obtenir de l’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, un plan de paiement standardisé.
L’opérateur susmentionné ne peut refuser une demande de plan de paiement d’une durée inférieure ou égale à 12 mois lorsqu’il s’agit d’une consommation normale, ou s’étalant jusqu’à 60 mensualités en cas de forte surconsom- mation. L’usager précise la durée de remboursement dans sa demande, sur laquelle l’opérateur doit statuer dans un
10 werkdagen beslist. De afbetalingstermijn gaat in op de vijftiende dag na de kennisgeving door de genoemde operator van de beslissing tot toekenning aan de gebruiker.
Indien de gebruiker, gelet op zijn financiële toestand, niet in staat is zijn schuld in het kader van het in paragraaf 1 bedoelde gestandaardiseerde afbetalingsplan af te lossen, kan hij de wateroperator bedoeld in artikel 17, § 1, 3°, verzoeken een langer redelijk afbetalingsplan op te stellen, met een maximum van 18 maanden bij een normaal verbruik.
De wateroperator bedoeld in artikel 17, § 1, 3°, beslist binnen een termijn van 10 werkdagen over elk verzoek om een redelijk afbetalingsplan. Dit afbetalingsplan treedt in werking 30 kalenderdagen na de beslissing van de operator.
Een dergelijk verzoek kan ook ingediend worden via het OCMW van de gemeente waar de gebruiker zijn woonplaats heeft gekozen of via een erkende schuldbemid- delingsdienst. De Regering kan de lijst van die tussenperso- nen via wie gebruikers een redelijk afbetalingsplan kunnen aanvragen, uitbreiden.
Het verzoek van de watergebruiker tot het afsluiten van een redelijk afbetalingsplan kan op elk ogenblik worden ingediend vóór elke dagvaarding voor de rechtbank die leidt tot een gerechtelijke invorderingsprocedure. Een verzoek om een redelijk afbetalingsplan kan worden ingediend via een OCMW of een erkende schuldbemiddelingsdienst totdat er een datum van hoorzitting is vastgelegd in het kader van de procedure waarnaar hierboven wordt verwezen en schorst de procedure om de aanvraag in behandeling te kunnen nemen.
De redelijkheid van het voorgestelde afbetalingsplan, in het bijzonder wat de duur en het bedrag van de gefaseerde betalingen betreft, wordt beoordeeld op basis van het evenwicht dat daarin wordt gevonden tussen het belang van de bij artikel 17, § 1, 3°, bedoelde operator om de terugbe- taling van zijn schuldvordering binnen een redelijke termijn te verkrijgen en het belang van de gebruiker om de schuld binnen een bij zijn financiële situatie passende termijn af te lossen. Een afbetalingsplan is niet redelijk indien het de mogelijkheid van de gebruiker en zijn huishouden om een menswaardig leven te leiden, aantast.
De wateroperator bedoeld in artikel 17, § 1, 3°, kan de toekenning van een redelijk afbetalingsplan enkel weigeren indien meer dan drie termijnen van een eerder toegekend afbetalingsplan niet werden betaald en de onderliggende factuur waarop het genoemde afbetalingsplan betrekking heeft, ook al is het maar gedeeltelijk, onbetaald blijft. Dit weigeringsmotief kan echter niet worden ingeroepen indien het verzoek om een afbetalingsplan wordt ingediend via een OCMW of een erkende schuldbemiddelingsdienst.
délai de 10 jours ouvrables. Le délai du plan de paiement prend cours le quinzième jour qui suit la notification par ledit opérateur de la décision d’octroi à l’usager.
À défaut de pouvoir rembourser sa dette dans le cadre du plan de paiement standardisé visé à l’alinéa 1er au regard de sa situation financière, tout usager peut demander à l’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, l’établisse- ment d’un plan de paiement raisonnable plus long, avec un maximum de 18 mois pour une consommation normale.
L’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, statue sur toute demande de plan de paiement raisonnable dans un délai de 10 jours ouvrables. Ce plan de paiement prend cours 30 jours calendrier après la décision de l’opérateur.
L’introduction d’une telle demande peut également se faire par l’intermédiaire du C.P.A.S. de la commune où l’usager a élu domicile ou d’un service de médiation de dettes agréé. Le Gouvernement peut élargir la liste de ces intermédiaires par qui les usagers peuvent passer pour solliciter un plan de paiement raisonnable.
La demande de conclusion d’un plan de paiement raisonnable par l’usager peut intervenir à tout moment avant toute citation en justice menant à la procédure de recouvrement judiciaire de la dette. Une demande de plan de paiement raisonnable introduite via un C.P.A.S. ou un service de médiation de dettes agréé peut intervenir jusqu’à ce qu’une date d’audience soit fixée dans le cadre de la procédure dont question ci-avant et suspend celle-ci pour permettre l’examen de la demande.
Le caractère raisonnable du plan de paiement proposé, notamment quant à sa durée et au montant des paiements échelonnés, s’apprécie en fonction de l’équilibre qu’il établit entre l’intérêt de l’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, à obtenir le remboursement de sa dette dans un délai raisonnable et l’intérêt de l’usager à apurer celle-ci dans un délai adapté à sa situation financière. Un plan de paiement n’est pas raisonnable s’il porte atteinte à la possibilité pour l’usager et son ménage de mener une vie conforme à la dignité humaine.
L’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, ne peut refuser l’octroi d’un plan de paiement raisonnable que lorsque, pour un plan de paiement précédemment octroyé, plus de trois échéances n’ont pas été honorées et que la facture sous-jacente audit plan de paiement demeure, ne fût-ce que partiellement, impayée. Ce motif de refus ne peut toutefois être invoqué lorsque la demande de plan de paiement est introduite par le biais d’un C.P.A.S. ou d’un service de médiation de dettes agréé.
De wateroperator bedoeld in artikel 17, § 1, 3°, kan een redelijk afbetalingsplan enkel beëindigen in geval van niet-betaling door de gebruiker van drie termijnen en na hem een ingebrekestelling te hebben toegezonden.
Elke al dan niet gecumuleerde overmatige schuld die een gebruiker niet kan dragen in het kader van het redelijke afbetalingsplan dat hij heeft aangevraagd bij de wateroperator bedoeld in artikel 17, § 1, 3°, komt ten laste van het in paragraaf 4 bedoelde mechanisme voor sociale solidariteit, onder voorbehoud van een gunstige beslissing van het OCMW van de gemeente waar de gebruiker is gedomicilieerd.
Telkens wanneer de wateroperator bedoeld in artikel 17,
§ 1, 3°, van de gebruiker de betaling van een jaarlijkse of tussentijdse factuur eist, moet hij hem schriftelijk meedelen dat hij een gestandaardiseerd afbetalingsplan als bedoeld in het eerste lid kan verkrijgen of de wateroperator om een langer redelijk afbetalingsplan kan vragen, hetzij rechtstreeks, hetzij met de hulp van het OCMW van zijn gemeente of van een erkende schuldbemiddelingsdienst.
Een gebruiker die een afbetalingsplan geniet, kan de wateroperator bedoeld in artikel 17, § 1, 3°, te allen tijde verzoeken om een volledige gedetailleerde afrekening van zijn schuld(en).
De wateroperator bedoeld in artikel 17, § 1, 3°, garandeert een hoge mate van bescherming voor de water- gebruiker, inzonderheid wat betreft de algemene informatie, de mechanismen voor het beslechten van geschillen, de onbetaalde schulden en, algemeen, blijft het centrale contactpunt om te onderhandelen over afbetalingsplannen, behalve in geval van overdracht van schuldvordering over- eenkomstig artikel 1691 van het Burgerlijk Wetboek.
Elk geschil over de opstelling van een afbetalingsplan kan worden voorgelegd aan de bevoegde rechter van de woonplaats van de aanvrager.
§ 3. Onderbreking van de waterdistributie voor huis- houdelijke doeleinden is verboden, behalve in de door de Regering bepaalde gevallen, met name wanneer er sprake is van dwingende redenen van volksgezondheid, veiligheid of beheer van het openbare drinkwatervoorzieningssysteem, een geval van overmacht of een rechterlijke beslissing die deze onderbreking rechtvaardigt. De Regering legt de voorwaarden, de begeleidingsmodaliteiten en de datum van inwerkingtreding van dit verbod vast.
Bij wijze van overgangsmaatregel mag, in afwachting van de inwerkingtreding van het in het eerste lid bedoelde besluit, geen enkele onderbreking van de huishoudelijke waterverdeling uitgevoerd worden tijdens de jaarlijkse vakantieperiode (van 1 juli tot 31 augustus) en evenmin
L’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, peut résilier un plan de paiement raisonnable uniquement en cas de non-paiement par l’usager de trois échéances et après lui avoir adressé une mise en demeure.
Tout excédent de dette, cumulée ou non, ne pouvant être supportée par un usager dans le cadre du plan de paiement raisonnable qu’il a sollicité auprès de l’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3° est pris en charge par le mécanisme de solidarité sociale visé au paragraphe 4 moyennant la décision favorable du C.P.A.S de la commune où l’usager a élu domicile.
Chaque fois qu’il réclame à l’usager le paiement d’une facture, annuelle ou intermédiaire, l’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, doit l’avertir, par écrit, qu’il peut obtenir un plan de paiement standardisé visé à l’alinéa 1er ou demander à l’opérateur de l’eau un plan de paiement raisonnable plus long, soit directement, soit moyennant l’aide du C.P.A.S de sa commune ou d’un service de médiation de dettes agréé.
L’usager qui bénéficie d’un plan de paiement peut, à tout moment, demander à l’opérateur de l’eau visé à l’article 17,
§ 1er, 3°, un décompte complet détaillé de sa ou ses dette(s).
L’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, veille à garantir un niveau élevé de protection à l’usager de l’eau, notamment en ce qui concerne l’information générale, les mécanismes de règlements des litiges, les dettes impayées et, de manière générale, à rester le point de contact central pour la négociation des plans de paiement, excepté en cas de cession de créance réalisée conformément à l’article 1691 du Code civil.
Toute contestation relative à l’établissement d’un plan de paiement peut être introduite auprès du juge compétent du lieu du domicile du demandeur.
§ 3. L’interruption de la distribution d’eau à des fins domestiques est interdite, sauf dans les cas arrêtés par le Gouvernement, notamment lorsqu’il existe des motifs impérieux de santé publique, des motifs de sécurité ou de gestion du réseau public de distribution d’eau potable, un cas de force majeure ou une décision de justice justifiant cette interruption. Le Gouvernement arrête les conditions, les modalités d’accompagnement et la date d’entrée en vigueur de cette interdiction.
À titre transitoire, dans l’attente de l’entrée en vigueur de l’arrêté visé à l’alinéa 1er, aucune interruption de la dis- tribution d’eau à des fins domestiques ne peut s’effectuer pendant la période des vacances annuelles (du 1er juillet au 31 août) ainsi que pendant la période hivernale (entre
tijdens de winterperiode (tussen 1 november en 31 maart), behalve om technische of veiligheidsredenen. Bovendien mag de Regering besluiten de winterperiode na 31 maart en de zomerperiode na 31 augustus te verlengen, bij wijze van uitzondering, als de situatie dat vereist.
Wanneer een onderbreking van de watervoorziening gerechtvaardigd is overeenkomstig het eerste lid en de verwerking van persoonsgegevens betreffende een of meer gebruikers (bijvoorbeeld gegevens voor de identificatie van een persoon, (on)bewoning van een woning, gerechtelijke beslissing) met zich meebrengt, wordt die verwerking door de in artikel 17, § 1, 3°, bedoelde wateroperator uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen inzake de bescherming van persoonsgegevens. De verwerkte gegevens worden bewaard gedurende de tijd die strikt noodzakelijk is voor de onderbre- king van de levering, met een maximum van vijf jaar.
§ 4. De wateroperator bedoeld in artikel 17, § 1, 3°, moet een deel van de inkomsten afkomstig van de tarifering van water voorbehouden voor maatschappelijke doeleinden.
Dit bedrag is bestemd voor watergebruikers die de hulp inroepen van een OCMW in overeenstemming met artikel 57 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en die dus van het sociaal waterfonds een financiële tussenkomst kunnen krijgen in de betaling van hun waterfacturen.
De wateroperator bedoeld in artikel 17, § 1, 3°, mag een overeenkomst afsluiten met een of meerdere openbare actoren voor de tenuitvoerlegging van deze sociale maatregel.
De Regering bepaalt het deel van de inkomsten van de tarifering van water dat voorbehouden moet worden voor die sociale maatregel. De Regering bepaalt de verdeling van het voorbehouden bedrag tussen enerzijds de betaling van waterfacturen en anderzijds de werkingskosten veroorzaakt door de tenuitvoerlegging van deze sociale maatregel.
§ 5. De in artikel 17, § 1, 3°, bedoelde wateroperator is verplicht een bedrag van 0,005 euro per in het vorige dienstjaar gefactureerde m3 water voor te behouden voor internationale solidariteit. Dat bedrag wordt aangewend voor projecten inzake ontwikkelingshulp die verband houden met de watersector, met naleving van artikel 2.
De Regering legt de nadere regels inzake die aanwending vast, met inbegrip van :
– de samenstelling en de aanwijzing van een selectieco- mité dat met name belast is met de jaarlijkse projec- toproep, de selectie van de projecten, de opstelling van de overeenkomsten tussen Leefmilieu Brussel, de in artikel 17, § 1, 3°, bedoelde wateroperator en de
le 1er novembre et le 31 mars), sauf pour des raisons techniques ou des raisons de sécurité. Le Gouvernement peut, en outre, décider de prolonger la période hivernale au-delà du 31 mars ainsi que la période estivale au-delà du 31 août, à titre exceptionnel, lorsque la situation l’exige.
Lorsqu’une interruption de fourniture d’eau se justifie en vertu de l’alinéa 1er et implique un traitement de données à caractère personnel concernant un ou plusieurs usager(s) (par exemple, données d’identification d’une personne, (in)occupation d’un logement, décision de justice), ce traitement est opéré par l’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3° conformément aux dispositions en matière de protection des données à caractère personnel. Les données traitées sont conservées le temps strictement nécessaire à l’interruption de fourniture avec un maximum de cinq ans.
§ 4. L’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, est tenu de réserver à des fins sociales une partie des recettes générées par la tarification de l’eau.
Ce montant est destiné aux usagers de l’eau sollicitant l’aide qu’octroie un C.P.A.S. conformément à l’article 57 de la loi organique du 8 juillet 1976 des centres publics d’action sociale, qui peuvent ainsi se voir octroyer de la part du fonds social de l’eau une intervention financière dans le paiement de leur facture d’eau.
L’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, peut conclure une convention avec un (des) acteur(s) public(s) pour la mise en œuvre de cette mesure sociale.
Le Gouvernement arrête la part des recettes générées par la tarification de l’eau à réserver à cette mesure sociale. Le Gouvernement arrête la répartition du montant réservé entre, d’une part, le paiement des factures d’eau et, d’autre part, la couverture des frais de fonctionnement encourus pour la mise en œuvre de cette mesure sociale.
§ 5. L’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, est tenu de réserver à des fins de solidarité internationale un montant de 0,005 euro par m³ d’eau qu’il aura facturé au cours de l’exercice précédent. Ce montant est affecté à des projets d’aide au développement liés au secteur de l’eau, dans le respect de l’article 2.
Le Gouvernement arrête les modalités de cette affectation, en ce compris :
– la composition et la désignation d’un comité de sélection qui est chargé notamment de l’appel annuel à projets, de la sélection des projets, de l’élaboration des conventions entre Bruxelles Environnement, l’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, et l’organisation
organisatie die het project draagt en met de follow-up van de projecten en de evaluatie ervan op grond van de inlichtingen verschaft door een begeleidingscomité ;
– de samenstelling en de aanwijzing van een begelei- dingscomité dat met name belast is met de controle op de uitvoering en het goede verloop van de geselecteerde projecten en met de evaluatie ervan.
Het in het eerste lid vermelde bedrag wordt gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen ; de basisindex is de laatste die in 2013 in het Belgisch Staatsblad werd bekend- gemaakt. Het bedrag wordt opnieuw berekend op 1 januari van elk jaar, op grond van de laatste op die datum bekendge- maakte index ; het tienduizendste deel wordt afgerond naar het hogere tienduizendste of verwaarloosd, naargelang het al dan niet de helft van een tienduizendste bedraagt. ».
Artikel 7
Bij artikel 38/2 van dezelfde ordonnantie, zoals voor het laatst gewijzigd door de ordonnantie van 11 juni 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste streepje wordt aangevuld als volgt : «. Er wordt een specifiek tarief voor lekken met een sterk oververbruik vastgesteld, dat door de gebruikers kan worden aangevraagd ; » ;
2° het tweede streepje wordt vervangen door het volgende : « - voor de huishoudens wordt ten minste elk kwartaal een tussentijdse factuur opgesteld en voor de andere gebruikers ten minste elk jaar vanaf 1 september 2020. Tegelijkertijd moedigt de in artikel 17, § 1, 3°, bedoelde wateroperator de overschakeling naar elektro- nische facturering aan door middel van vereenvoudigde procedures. Wanneer een huishouden of een andere gebruiker daarom verzoekt en de nodige informatie verstrekt, wordt door de genoemde operator een tussen- tijdse maandelijkse of driemaandelijkse elektronische factuur opgemaakt » ;
3° het vierde streepje wordt opgeheven ;
4° het vijfde streepje wordt vervangen door wat volgt :
« - als bijlage bij de aan de huishoudens gerichte integrale factuur, en ten minste één keer per jaar, wordt informatie verstrekt aan de gebruikers over het aandeel van de wateroperatoren in de kosten voor de drinkwa- tervoorziening en de zuivering van het afvalwater, de financiële deelname van het Gewest in deze kosten, de samenstelling van het leidingwater, het bestaan van de algemene verkoopsvoorwaarden van de wateroperator bedoeld in artikel 17, § 1, 3°, en de verwijzing ernaar, het bedrag van de herinneringskosten, het eventuele openstaande saldo van de vorige facturen en het bedrag van de reeds gevorderde inningskosten, de mogelijkheid om een afbetalingsplan af te sluiten in geval van betalings- moeilijkheden overeenkomstig artikel 38/1, § 2, of om in aanmerking te komen voor een sociale tegemoetkoming en/
porteuse du projet, ainsi que du suivi des projets et de leur évaluation après avoir été informé par un comité d’accompagnement ;
– la composition et la désignation d’un comité d’accom- pagnement chargé notamment du contrôle de la mise en œuvre et du bon déroulement des projets sélectionnés, ainsi que de leur évaluation.
Le montant mentionné à l’alinéa 1er est lié à l’indice des prix à la consommation, l’indice de base étant le dernier publié au Moniteur belge en 2013. Il est calculé à nouveau le premier janvier de chaque année sur pied du dernier indice publié à cette date, la fraction de dix-millième d’un euro étant arrondie au dix-millième supérieur ou négligée, selon qu’elle atteint ou non la moitié d’un dix-millième. ».
Article 7
À l’article 38/2, de la même ordonnance, tel que der- nièrement modifiée par l’ordonnance du 11 juin 2020, les modifications suivantes sont apportées :
1° le premier tiret est complété par ce qui suit : «. Un tarif spécifique en cas de fuite engendrant une forte surconsommation est établi et peut être sollicité par les usagers ; » ;
2° le deuxième tiret est remplacé par ce qui suit : « - une facture intermédiaire est établie au moins chaque trimestre pour les ménages et au moins chaque année pour les autres usagers à partir du 1er septembre 2020. En parallèle, l’opérateur de l’eau visé à l’article 17,
§ 1er, 3°, encourage le passage à la facture électro- nique par le biais de procédures simplifiées. Lorsqu’un ménage ou un autre usager en fait la demande et fournit les informations nécessaires à cet effet, une facture intermédiaire électronique mensuelle ou trimestrielle est établie par ledit opérateur ; » ;
3° le quatrième tiret est abrogé ;
4° le cinquième tiret est remplacé par ce qui suit :
« - en annexe de la facture intégrale adressée aux ménages, et au moins une fois par an, des informations sont fournies aux usagers à propos de la part des coûts supportés par les opérateurs de l’eau pour les services d’approvision- nement en eau potable et d’assainissement des eaux usées, de la participation financière de la Région dans ces coûts, de la composition de l’eau de distribution, de l’existence des conditions générales de vente de l’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, et le renvoi vers celles-ci, du montant des frais de rappel, de l’éventuel solde restant dû de factures précédentes et du montant des frais de recouvre- ment déjà réclamés, de la possibilité de conclure un plan de paiement en cas de difficulté de paiement conformément à l’article 38/1, § 2, de bénéficier d’une intervention sociale et/ou d’un tarif spécifique en cas de fuite, de l’existence du
of een specifiek tarief in geval van een lek, het bestaan van het sociaal waterfonds bedoeld in artikel 38/1, § 4, en de bestaande begeleidingsvoorzieningen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en hun contactgegevens, de moge- lijkheid om een klacht in te dienen bij de dienst bedoeld in artikel 64/1 van deze ordonnantie, en alle andere nuttige informatie die hen in staat stelt zuiniger met water om te gaan, zoals het gemiddelde verbruik van een huishouden met een soortgelijke samenstelling. ».
Artikel 8
In artikel 39/2 van dezelfde ordonnantie, zoals ingevoegd door de ordonnantie van 15 december 2017 tot wijziging van diverse ordonnanties in het kader van de invoering van een onafhankelijk toezichthoudend orgaan voor de waterprijs, wordt punt 8° opgeheven.
Artikel 9
In artikel 64/1 van dezelfde ordonnantie, zoals ingevoegd door de ordonnantie van 15 december 2017 tot wijziging van diverse ordonnanties in het kader van de invoering van een onafhankelijk toezichthoudend orgaan voor de waterprijs, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in paragraaf 1 wordt het 3° vervangen door wat volgt : « 3° een doeltreffende behandeling verzekeren in alle onafhankelijkheid van de klachten door de Geschillendienst. » ;
2° in paragraaf 2 wordt het 5° vervangen door wat volgt :
« 5° de bevoegdheden van de Geschillendienst zoals ingevoerd bij artikel 30novies van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektri- citeitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, uit te breiden tot de watersector teneinde de klachten te behandelen die door een gebruiker worden ingediend wegens niet-naleving door de wateroperator bedoeld in artikel 17, § 1, 3°, van zijn algemene verkoopsvoor- waarden, alsook de klachten die betrekking hebben op een inbreuk door een wateroperator op de in deze ordonnantie vervatte tariefbepalingen. ».
HOOFDSTUK III
Wijzigingen aan de ordonnantie van 8 september 1994 tot regeling van de drinkwatervoorziening via het waterleidingnet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Artikel 10
Artikel 2 van de ordonnantie van 8 september 1994 tot regeling van de drinkwatervoorziening via het water- leidingnet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt vervangen door wat volgt :
fonds social visé à l’article 38/1, § 4, et des dispositifs d’ac- compagnement existants au sein de la Région de Bruxelles- Capitale et les coordonnées utiles pour les contacter, de la possibilité de déposer plainte auprès du service visé à l’article 64/1 de la présente ordonnance, et toute autre information utile leur permettant de consommer l’eau de manière plus économe, telle la consommation moyenne d’un ménage dont la composition est similaire. ».
Article 8
À l’article 39/2, de la même ordonnance, tel qu’inséré par l’ordonnance du 15 décembre 2017 portant modifica- tion de diverses ordonnances dans le cadre de l’instauration d’un organe indépendant de contrôle du prix de l’eau, le point 8° est abrogé.
Article 9
À l’article 64/1, de la même ordonnance, tel qu’inséré par l’ordonnance du 15 décembre 2017 portant modifica- tion de diverses ordonnances dans le cadre de l’instauration d’un organe indépendant de contrôle du prix de l’eau, les modifications suivantes sont apportées :
1° au paragraphe 1er, le point 3° est remplacé par ce qui suit : « 3° assurer un traitement efficace et en toute indé- pendance des plaintes par le Service des litiges. » ;
2° au paragraphe 2, le point 5° est remplacé par ce qui suit : « 5° élargir au secteur de l’eau les compétences du Service des litiges tel qu’instauré par l’article 30novies de l’ordonnance du 19 juillet 2001 relative à l’organisa- tion du marché de l’électricité en Région de Bruxelles- Capitale afin de connaître des plaintes déposées par un usager pour le non-respect par l’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, de ses conditions générales de vente, ainsi que celles relatives à une violation, par un opérateur de l’eau, des dispositions tarifaires contenues dans la présente ordonnance. ».
CHAPITRE III
Modifications à l’ordonnance du 8 septembre 1994 réglementant la fourniture d’eau alimentaire distribuée par réseau en Région bruxelloise
Article 10
L’article 2 de l’ordonnance du 8 septembre 1994 réglementant la fourniture d’eau alimentaire distribuée par réseau en Région bruxelloise est remplacé par ce qui suit :
« Art. 2. § 1. Deze ordonnantie is van toepassing op de drinkwatervoorziening als openbare dienst in het Brussels Gewest en ook op de openbare saneringsdienst die wordt verleend door de met de drinkwatervoorziening belaste wateroperator met betrekking tot de in artikel 3 bedoelde algemene of bijzondere voorwaarden.
§ 2. Deze ordonnantie waarborgt voor iedere natuurlijke persoon die verblijft in een voor huisvesting bestemd gebouw waarvoor een aansluiting tot stand is gebracht, het recht op drinkwatervoorziening voor huishoudelijk gebruik. ».
Artikel 11
In artikel 3 van dezelfde ordonnantie wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De algemene of bijzondere voorwaarden regelen de betrekking van reglementaire aard tussen de met de drinkwatervoorzieningsdienst en saneringsdiensten belaste wateroperator enerzijds en anderzijds de abonnees, dat wil zeggen de houder(s) van een eigendomsrecht, een recht van vruchtgebruik, gebruik, een recht van bewoning, een recht van opstal, een recht van erfpacht, op een aangesloten gebouw, en/of de water- gebruikers gedefinieerd als eenieder die gebruikmaakt van de drinkwatervoorziening en/of de saneringsdienst in een aangesloten gebouw, wat de aansluiting, het abonnement, de levering, de sanering, de opmeting van het verbruik en de wijze van betaling betreft. ».
Artikel 12
In artikel 3, lid 4, van dezelfde ordonnantie, gewijzigd door de ordonnantie van 30 januari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het woord « distributeur » wordt telkens vervangen door de woorden « de met de drinkwatervoorzienings- dienst en saneringsdiensten belaste wateroperator » ;
2° In punt 2 worden de woorden « de schuldenaar » vervangen door de woorden « de met de drinkwa- tervoorzieningsdienst en saneringsdiensten belaste wateroperator ». ;
3° in punt 2 wordt het tweede streepje vervangen door wat volgt : « - hij het bewijs levert dat hij de met de drinkwatervoorzieningsdienst en saneringsdiensten belaste wateroperator binnen vijftien werkdagen na de wijziging van de bewoner van het goed op de hoogte heeft gebracht van de identiteit van de vertrekkende gebruiker en, in voorkomend geval, de intrekkende gebruiker, door middel van het daartoe door de operator voorziene formulier dat naar behoren is ingevuld en ondertekend, alsook van de meterstand ; » ;
4° punt 4 wordt opgeheven.
« Art. 2. § 1er. La présente ordonnance s’applique au service public de distribution d’eau potable en Région bruxelloise et au service public d’assainissement fourni par l’opérateur de l’eau en charge de la distribution d’eau potable pour ce qui concerne les conditions générales ou particulières visées à l’article 3.
§ 2. L’ordonnance garantit à toute personne résidant dans un immeuble destiné au logement pour lequel un raccordement a été réalisé, le droit à la distribution d’eau potable pour sa consommation domestique. ».
Article 11
Dans l’article 3 de la même ordonnance, l’alinéa 1er est remplacé par ce qui suit : « Les conditions générales ou particulières règlent la relation réglementaire entre l’opérateur de l’eau en charge de l’approvisionnement en eau potable et de services d’assainissement d’une part, et d’autre part, les abonnés, à savoir le(s) titulaire(s) d’un droit de propriété, d’usufruit, d’usage, d’habitation, de superficie, d’emphytéose sur un immeuble raccordé, et/ ou les usagers de l’eau définis comme étant toute personne bénéficiant des services de distribution d’eau potable et/ ou d’assainissement dans un immeuble raccordé, en ce qui concerne le raccordement, l’abonnement, les fournitures, l’assainissement, l’enregistrement des consommations et les modalités de paiement. ».
Article 12
Dans l’article 3, alinéa 4, de la même ordonnance, modifié par l’ordonnance du 30 janvier 2014, les modifica- tions suivantes sont apportées :
1° les mots « le distributeur » sont à chaque fois remplacés par les mots « l’opérateur de l’eau en charge du service d’approvisionnement en eau potable et de services d’assainissement » ;
2° dans le point 2, les mots « le débiteur du paiement » sont remplacés par les mots « l’opérateur de l’eau en charge du service d’approvisionnement en eau potable et de services d’assainissement » ;
3° dans le point 2, le deuxième tiret est remplacé par ce qui suit : « - qu’il apporte la preuve qu’il a avisé l’opérateur de l’eau en charge du service d’approvisionnement en eau potable et de services d’assainissement, au moyen du formulaire prévu à cette fin par celui-ci dûment complété et signé, et au plus tard dans un délai de quinze jours ouvrables après le changement d’occupa- tion du bien, de l’identité de l’usager sortant et, le cas échéant, entrant, ainsi que de l’index du compteur ; » ;
4° le point 4 est abrogé.
Artikel 13
Artikel 4 van dezelfde ordonnantie, zoals voor het laatst gewijzigd door de ordonnantie van 16 mei 2019, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 4. § 1. Onverminderd artikel 38/1, § 2 en § 4, van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid, dat elke gebruiker die moeilijkheden ondervindt bij het betalen van een factuur de mogelijkheid biedt een afbetalingsplan aan te vragen, maakt elke niet-betaling van een gefactureerd bedrag met betrekking tot het waterverbruik ten vroegste 15 dagen na de vervaldatum van de factuur het voorwerp uit van een herinnering door de met de drinkwatervoorzieningsdienst belaste wateroperator. Bij niet-betaling van het gefactu- reerde bedrag verstuurt de operator ten vroegste binnen de 15 dagen na de verzending van de herinnering een ingebrekestelling per aangetekende brief. In geval van niet-betaling binnen de in de ingebrekestelling vermelde termijn stelt de operator de gebruiker in kennis van zijn voornemen het OCMW van de gemeente waar de gebruiker gedomicilieerd is, op de hoogte te brengen, met name om hem in staat te stellen de hulp van deze instantie in te roepen bij het onderhandelen over een redelijk afbetalingsplan, alsmede van zijn recht om, per post of elektronisch, binnen tien dagen de mededeling van zijn naam aan het OCMW te weigeren. Deze mededeling aan het OCMW vindt plaats in de vorm van een lijst met de identificatie- en contact- gegevens, alsmede de openstaande saldi van de betrokken watergebruikers.
§ 2. In geval van niet-betaling of laattijdige betaling door de ontvanger van de factuur kunnen alleen de vergoe- dingen worden gevorderd die zijn bepaald in de algemene verkoopvoorwaarden van de met de drinkwatervoorzie- ningsdienst en saneringsdiensten belaste wateroperator. Die omvatten met name de vergoedingen voor herinneringen en ingebrekestellingen, die als volgt zijn vastgesteld : 5 euro voor de herinnering en 10 euro voor de ingebrekestelling, en eventuele andere vergoedingen die in de algemene voorwaarden zijn vastgesteld, met dien verstande dat het totaalbedrag van deze vergoedingen beperkt is tot een maximum van 50 euro voor de gehele administratieve en minnelijke invorderingsprocedure van een factuur, ongeacht of deze wordt uitgevoerd door de wateroperator of door een derde.
In het kader van de minnelijke of gerechtelijke invor- deringsprocedure kan er geen enkele andere vergoeding van de gebruiker worden geëist, noch door de met de drinkwatervoorzieningsdienst en saneringsdiensten belaste wateroperator zelf, noch door een derde.
De in het eerste lid bedoelde forfaitaire bedragen worden automatisch geïndexeerd op basis van de index van de consumptieprijzen, waarbij de basisindex de recentste is die in 2021 in het Belgisch Staatsblad is gepubliceerd.
Article 13
L’article 4 de la même ordonnance, telle que modifiée dernièrement par l’ordonnance du 16 mai 2019, est remplacé par ce qui suit :
« Art. 4. § 1er. Sans préjudice de l’article 38/1, §§ 2 et 4, de l’ordonnance du 20 octobre 2006 établissant un cadre pour la politique de l’eau permettant à tout usager en difficulté de paiement d’une facture de demander un plan de paiement, le non-paiement de tout montant facturé relatif à la consommation d’eau fait l’objet d’un rappel par l’opérateur de l’eau en charge du service d’approvisionne- ment en eau potable au plus tôt 15 jours après la date de l’échéance de la facture. En cas de non-paiement du montant facturé, l’opérateur envoie une mise en demeure par lettre recommandée au plus tôt dans les 15 jours suivant l’envoi du rappel. À défaut de paiement dans le délai indiqué dans la mise en demeure, l’opérateur informe l’usager de son intention de prévenir le C.P.A.S. de la commune où l’usager a élu domicile, notamment pour lui permettre de bénéficier de son assistance dans la négociation d’un plan de paiement raisonnable, ainsi que de son droit de refuser, par courrier ou par voie électronique adressée à l’opérateur dans les dix jours, la communication de son nom au C.P.A.S. Cette communication au C.P.A.S. a lieu sous la forme d’un listing reprenant les données d’identification et de contact, ainsi que les soldes ouverts des usagers de l’eau concernés.
§ 2. En cas de non-paiement ou de retard de paiement dans le chef du destinataire de la facture, seules les indemnités prévues dans les conditions générales de vente de l’opérateur de l’eau en charge du service d’approvi- sionnement en eau potable et de services d’assainissement pourront être réclamées. Il s’agit notamment des indemnités de rappel et de mise en demeure qui sont fixées comme suit : 5 euros pour le rappel et 10 euros pour la mise en demeure et d’éventuelles autres indemnités fixées dans les conditions générales, étant entendu que le montant total de ces indemnités est limité à un maximum de 50 euros pour l’ensemble de la procédure de recouvrement administrative et amiable d’une facture, que celle-ci soit diligentée par l’opérateur ou par un tiers.
Tant dans le cadre de la procédure de recouvrement amiable que judiciaire, aucune autre indemnité ne peut être réclamée à l’usager ni par l’opérateur de l’eau en charge du service d’approvisionnement en eau potable et de services d’assainissement lui-même, ni par un tiers.
Ces montants forfaitaires visés à l’alinéa 1er sont auto- matiquement indexés en tenant compte de l’indice des prix à la consommation, l’indice de base étant le dernier publié au Moniteur belge en 2021. Il est calculé à nouveau le
Het bedrag wordt opnieuw berekend op 1 januari van elk jaar, op grond van de laatste op die datum bekendgemaakte index ; het honderdste deel wordt afgerond naar het hogere honderdste of verwaarloosd, naargelang het al dan niet de helft van een honderdste bedraagt.
De minnelijke invorderingsprocedure begint wanneer een herinnering wegens niet-betaling wordt verstuurd. Alle facturen die op deze herinnering volgen en waarvoor er ook een betalingsachterstand is, worden aan de lopende invorderingsprocedure toegevoegd. Deze procedure wordt afgesloten hetzij met de volledige betaling van de verschul- digde bedragen, hetzij met de verwijzing naar de bevoegde rechter. ».
Artikel 14
Artikel 5 van dezelfde ordonnantie, zoals laatst gewijzigd door de ordonnantie van 16 mei 2019, wordt vervangen door wat volgt :
« Art. 5. De met de drinkwatervoorzieningsdienst en saneringsdiensten belaste wateroperator mag de overeen- gekomen levering staken zonder andere vormen dan die voorgeschreven in de algemene en bijzondere voorwaarden in acht te moeten nemen, wanneer water wordt geleverd aan een rechtspersoon, of aan de beoefenaar van een vrij beroep, een handelsactiviteit, een ambacht, een industriële bedrijvigheid, een activiteit van dienstverlenende of admi- nistratieve aard, en deze lijst is niet beperkend.
In afwijking van het eerste lid mag de met de drinkwa- tervoorzieningsdienst en saneringsdiensten belaste water- operator de levering niet eenzijdig onderbreken wanneer de watervoorziening geschiedt ten gunste van door de overheid opgerichte of gesubsidieerde ziekenhuizen, kinderdagverblijven, tehuizen of onderwijsinstellingen en voor zover dit geschiedt ten gunste van de natuurlijke personen die gebruik maken van de door deze instellingen verleende diensten. In voorkomend geval vordert de wateroperator de onderbreking van de leveringen voor het bevoegde gerecht.
Wanneer het water voor huishoudelijk gebruik wordt geleverd aan een natuurlijke persoon die verblijft of woont in een voor huisvesting bestemd gebouw waarvoor een aansluiting tot stand is gebracht, kan de wateroperator de levering alleen eenzijdig onderbreken in de gevallen die door de Regering zijn bepaald krachtens artikel 38/1, § 3, van de ordonnantie van 20 oktober 2006 tot opstelling van een kader voor het waterbeleid. ».
premier janvier de chaque année sur pied du dernier indice publié à cette date, la fraction de centime d’un euro étant arrondie au centime supérieur ou négligée, selon qu’elle atteint ou non la moitié d’un centime.
La procédure de recouvrement amiable débute lors de l’envoi d’un rappel pour défaut de paiement. Toutes les factures suivant ce rappel et pour lesquelles il y aurait également un défaut de paiement devront être rattachées à la procédure de recouvrement en cours. Cette procédure se clôture soit par le paiement intégral des sommes dues, soit par la saisine du juge compétent. ».
Article 14
L’article 5 de la même ordonnance, tel que modifié der- nièrement par l’ordonnance du 16 mai 2019, est remplacé par ce qui suit :
« Art. 5. L’opérateur de l’eau en charge du service d’approvisionnement en eau potable et de services d’assai- nissement dispose du pouvoir d’interrompre les fournitures convenues, sans autres formes que celles prescrites par les conditions générales et particulières, lorsque la distribu- tion d’eau s’effectue au bénéfice d’une personne morale ou du titulaire d’une profession libérale, d’une activité commerciale, artisanale, industrielle, de services ou admi- nistrative, sans que cette liste soit limitative.
Par dérogation à l’alinéa 1er, lorsque la distribution s’effectue au bénéfice d’hôpitaux, de crèches, de homes ou d’établissements scolaires, organisés ou subventionnés par les pouvoirs publics, et pour autant que la distribution soit réalisée au profit de personnes physiques qui jouissent des services dispensés par ces établissements, l’opérateur de l’eau en charge du service d’approvisionnement en eau potable et de services d’assainissement ne peut interrompre unilatéralement la fourniture. Le cas échéant, l’opérateur de l’eau poursuit devant la juridiction compétente l’inter- ruption des fournitures.
Lorsque la distribution s’effectue à des fins domestiques au bénéfice d’une personne physique résidant ou étant domiciliée dans l’immeuble destiné au logement pour lequel le raccordement a été réalisé, l’opérateur de l’eau ne peut interrompre unilatéralement la fourniture que dans les cas fixés par le Gouvernement en vertu de l’article 38/1,
§ 3, de l’ordonnance du 20 octobre 2006 établissant un cadre pour la politique de l’eau. ».
HOOFDSTUK IV
Overgangs- en slotbepaling
Artikel 15
De wijziging van de naam van de BMWB in
« HYDRIA » als gevolg van de artikelen 2, 3 en 4 van deze ordonnantie heeft niet tot gevolg dat de bepalingen van overeenkomsten of beslissingen van welke aard ook die bindend zijn voor de wateroperator « HYDRIA » en die vóór 1 november 2021 zouden zijn gesloten, worden gewijzigd, noch dat dergelijke overeenkomsten of beslis- singen worden opgezegd of nietig worden verklaard. Met ingang van deze datum neemt HYDRIA de rechten en verplichtingen van de BMWB volledig over.
Aangezien het om een eenvoudige naamswijziging gaat, geeft deze wijziging bovendien geen enkele partij het recht om de in het eerste lid bedoelde overeenkomsten en beslissingen die vóór 1 november 2021 zouden zijn gesloten, eenzijdig te wijzigen of te beëindigen.
Artikel 16
Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2022 met uitzondering van de artikelen 2, 3, eerste lid, 1°,
4 en 15, die in werking treden op 1 november 2021.
CHAPITRE IV
Dispositions transitoire et finale
Article 15
La modification de nom de la SBGE en « HYDRIA » opérée par les articles 2, 3 et 4 de la présente ordonnance n’a pas pour effet de modifier les dispositions d’une convention ou d’une décision de quelque nature que ce soit liant l’opérateur de l’eau « HYDRIA » qui serait antérieure au 1er novembre 2021, ni de mettre fin à une telle convention ou de rendre caduque une telle décision. À compter de cette date, HYDRIA vient intégralement aux droits et obligations de la SBGE.
En outre, s’agissant d’un simple changement de déno- mination, cette modification ne donne à quelque partie que ce soit le droit de modifier ou de mettre fin unilatéralement aux conventions et décisions visées à l’alinéa 1er et qui seraient antérieures au 1er novembre 2021.
Article 16
La présente ordonnance entre en vigueur le 1er janvier 2022, à l’exception des articles 2, 3, alinéa 1er, 1°, 4 et 15 qui entrent en vigueur le 1er novembre 2021.
VI. Amendementen
Nr. 1 Xxxxxx Xxxxxxxxxx, Xxxxx Xxxxxx, Xxxxx Xxxxx, Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxxxxx xx Xxxxxx
Artikel 6
In het nieuwe artikel 38/1, § 2, lid 9, het woord
« opeenvolgende » te schrappen.
VERANTWOORDING
Het nieuwe artikel 38/1 bepaalt in § 2, lid 9 : « De wateroperator bedoeld in artikel 17, § 1, 3°, kan een redelijk afbetalingsplan enkel beëindigen in geval van niet-betaling door de gebruiker van drie opeenvolgende termijnen en na hem een ingebrekestelling te hebben toegezonden. »
Volgens deze formulering zou een gebruiker die een redelijk afbetalingsplan geniet zijn betalingen meermaals kunnen opschorten zolang de niet-betalingen drie opeen- volgende termijnen niet overschrijden, zonder in gebreke gesteld te worden voor de nakoming van het afbetalings- plan en dat de operator kan tussenkomen.
Dat druist in tegen de geest van de ordonnantie, die tot doel heeft de preventie en sociale begeleiding van personen in moeilijkheden te versterken, het voorkomen van het sneeuwbaleffect van onbetaalde schulden maakt daar deel van uit.
Deloge
Aanvankelijk was het plan afgesloten voor maximaal 18 maanden, maar impliciet kon het worden verlengd (tot 54 maanden) met die vaststelling van de niet-vereffening van de schuld na 18 maanden terwijl de operator op de hoogte was van het probleem.
VI. Amendements
Nº 1 Xxxxxx Xxxxxxxxxx, Xxxxx Xxxxxx, Xxxxx Xxxxx, Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, Xxxxxxxx xx Xxxxxx
Article 6
Au nouvel article 38/1, § 2, alinéa 9, supprimer le mot « successives ».
JUSTIFICATION
Le nouvel article 38/1 prévoit en son § 2, alinéa 9 :
« L’opérateur de l’eau visé à l’article 17, § 1er, 3°, peut résilier un plan de paiement raisonnable uniquement en cas de non-paiement par l’usager de trois échéances successives et après lui avoir adressé une mise en demeure ».
Tel que rédigé, un usager bénéficiant d’un plan de paiement raisonnable pourrait suspendre ses paiements, à plusieurs reprises pour autant que les non-paiements n’excèdent pas trois échéances consécutives, sans être déclaré en défaut de respecter le plan de paiement et que l’opérateur puisse intervenir.
Cela va à l’encontre de l’esprit de l’ordonnance qui vise à renforcer la prévention et l’accompagnement social des personnes en difficulté ; éviter l’emballement des dettes impayées en fait partie.
Conclu initialement pour une durée maximale de 18 mois, on permettait de manière implicite un étalement du plan (jusqu’à 54 mois) avec ce constat d’échec de non-règlement de la dette au bout des 18 mois alors que l’opérateur a connaissance du problème.