Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de
Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven
Aanvullend pensioenreglement "Excedent-middelloon"
Januari 2021
HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN
Artikel 1.1 Definities in en karakter van dit pensioenreglement
1. In dit Aanvullend pensioenreglement zijn de definities van het Pensioenreglement van toepassing, tenzij anders vermeld in lid 2 van dit artikel.
2. In aanvulling op dan wel in afwijking van het Pensioenreglement worden in dit Aanvullend pensioenreglement aangemerkt als:
a. Aanvullende pensioengrondslag:
Het Pensioengevend loon voor zover dit meer bedraagt dan de Franchise. Het Pensioengevend loon is gemaximeerd op het bedrag zoals bepaald in artikel 18ga van de Wet op de loonbelasting.
b. Aanvullende pensioenovereenkomst: hetgeen tussen de Werkgever en de Werknemer is overeengekomen betreffende het aanvullende pensioen excedent-middelloon.
c. Aanvullend pensioenreglement:
het aanvullend pensioenreglement Excedent-Middelloon.
d. Deelnemer:
De Werknemer of gewezen Werknemer die deelnemer is aan de basispensioenregeling van het Fonds als vastgelegd in het Pensioenreglement en op grond van een aanvullende pensioenovereenkomst aanvullende pensioenaanspraken verkrijgt uit hoofde van dit Aanvullende pensioenreglement en die niet heeft afgezien van deelname aan de Aanvullende regeling als vastgelegd in dit Aanvullend pensioenreglement.
e. Deelnemingsjaren:
Het aantal jaren tussen het begin en het einde van de deelneming als bedoeld in artikel 2.1 van dit Aanvullende pensioenreglement.
f. Het Fonds:
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de meubelindustrie en meubileringsbedrijven;
g. De Franchise:
Het maximum pensioengevend loon zoals omschreven in het Pensioenreglement, hoofdstuk 2, artikel 5.2
h. Pensioengevend loon:
het loon als omschreven in het Pensioenreglement, artikel 5, zonder rekening te houden met het in dat artikel genoemde maximum.
i. Pensioenreglement:
Pensioenreglement I voor de basisregeling die het fonds uitvoert.
j. Uitvoeringsovereenkomst:
De schriftelijke overeenkomst tussen de Werkgever en het Fonds over de uitvoering van de excedent-middelloonregeling.
k. Werkgever:
de werkgever waarmee het Fonds een Uitvoeringsovereenkomst Excedent-middelloon heeft gesloten.
l. Werknemer:
De persoon die een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht heeft met de Werkgever, met uitzondering van de directeur-grootaandeelhouder en die deelnemer is in de verplichtgestelde pensioenregeling van het Fonds
3. Deze pensioenregeling heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van artikel 10 van de Pensioenwet.
Artikel 1.2 Algemeen
In dit Aanvullend pensioenreglement gelden de bepalingen van het Pensioenreglement, tenzij in dit Aanvullende pensioenreglement anders is bepaald. De bepalingen van het Pensioenreglement over vrijwillige voortzetting (art. 18), vrijstelling wegens gemoedsbezwaren (Bijlage 4) en overlijden vóór de leeftijd van 21 jaar (artikel 1.3) zijn niet van toepassing. Voor situaties waarin dit Aanvullend pensioenreglement niet voorziet, is derhalve het bepaalde in het Pensioenreglement van toepassing.
Artikel 1.3 Premie en aanspraken bij deeltijdwerk
Indien de tussen de Deelnemer en zijn Werkgever overeengekomen wekelijkse arbeidsduur minder bedraagt dan de normale in de betrokken bedrijfstak geldende wekelijkse arbeidsduur, worden de krachtens dit Aanvullende pensioenreglement te bepalen pensioengrondslag, premie, ouderdoms-, partner- en wezenpensioen berekend overeenkomstig de methodiek als beschreven in artikel 5.4 van het Pensioenreglement.
HOOFDSTUK 2 DEELNEMING
Artikel 2.1 Deelneming
1. De deelneming aan de in dit Aanvullende pensioenreglement neergelegde aanvullende pensioenregeling excedent-middelloon vangt aan:
- zodra de Aanvullende pensioenovereenkomst tussen Werkgever en Werknemer tot stand is gekomen; en
- de Deelnemer een Aanvullende pensioengrondslag heeft,.
2. De deelneming als bedoeld in lid 1 van dit artikel eindigt:
a. bij het einde van de arbeidsovereenkomst tussen Werkgever en Werknemer, tenzij dit het gevolg is van arbeidsongeschiktheid en tevens op grond van artikel 5.2 de pensioenopbouw premievrij wordt voortgezet;
b. op de pensioeningangsdatum;
c. wanneer de deelname in de verplichtgestelde pensioenregeling van het Fonds zoals vastgelegd in het Pensioenreglement eindigt;
x. xxxxx de Werknemer geen Aanvullende pensioengrondslag meer heeft;
e. zodra de Uitvoeringsovereenkomst eindigt;
f. op een door het Fonds te bepalen tijdstip indien de premie niet tijdig is voldaan.
3. De Werknemer die heeft afgezien van de mogelijkheid om een Aanvullende pensioenovereenkomst met de Werkgever aan te gaan, dient daartoe binnen één maand na datum waarop de Aanvullende pensioenovereenkomst zou zijn ingegaan een door hem en zijn eventuele partner ondertekende afstandsverklaring aan de Werkgever af te geven. Werkgever dient de afstandsverklaring vervolgens per ommegaande aan het Fonds te overleggen. Indien de Werknemer op een later tijdstip alsnog opteert voor deelneming aan deze aanvullende pensioenregeling, verlangt het Fonds met inachtneming van de Wet op de medische keuringen medische waarborgen welke in artikel 6.2 nader zijn uitgewerkt.
HOOFDSTUK 3 AANSPRAKEN
Artikel 3.1 Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag
De Aanvullende pensioengrondslag van de Deelnemer wordt jaarlijks vastgesteld. Hierbij wordt uitgegaan van het vaste Pensioengevend loon per de begindatum van het (hernieuwde) deelnemerschap en vervolgens per 1 januari van elk jaar.
Artikel 3.2 Aanvullende pensioenen
1. Het aanvullende ouderdomspensioen van iedere Deelnemer wordt bepaald overeenkomstig het Pensioenreglement, over de Aanvullende pensioengrondslag, met inachtneming van het uit hoofde van dit Aanvullend pensioenreglement totaal aantal Deelnemingsjaren. Het opbouwpercentage bedraagt eenzelfde percentage van de Aanvullende pensioengrondslag als voor de Deelnemer van toepassing is in de basispensioenregeling. De uitkering vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in het Pensioenreglement.
Het aanvullende ouderdomspensioen bedraagt maximaal 100% van de Aanvullende pensioengrondslag.
2. Het aanvullende partner- en wezenpensioen wordt bepaald overeenkomstig het bepaalde in het Pensioenreglement met inachtneming van het uit hoofde van dit Aanvullende pensioenreglement totaal aantal Deelnemingsjaren, vermeerderd met het aantal jaren gelegen tussen het tijdstip van overlijden tijdens de deelneming en de pensioenrichtdatum. In afwijking van het Pensioenreglement worden het aanvullende partner- en wezenpensioen afgeleid van het aanvullende ouderdomspensioen als bedoeld in lid 1 van dit artikel.
3. Op pensioenrechten en pensioenaanspraken wordt jaarlijks voorwaardelijk toeslag verleend overeenkomstig het Pensioenreglement.
4. De artikelen over onbetaald verlof, ouderschapsverlof, onbetaald verlof in verband met een ouderenregeling en onbetaald vakbondsverlof in het Pensioenreglement zijn van toepassing op de pensioenopbouw over de Aanvullende pensioengrondslag volgens dit Aanvullende pensioenreglement.
5. De Deelnemer verkrijgt bij het einde van de deelneming voor de datum van de pensioeningang een recht op een premievrij aanvullend ouderdoms-, (bijzonder) partner- en wezenpensioen conform het bepaalde in artikel 16 van het Pensioenreglement.
6. Bij scheiding van de (gewezen) Xxxxxxxxx is het bepaalde in het Pensioenreglement van toepassing.
Artikel 3.3 Aanpassing van de te verwerven aanspraken
Het Pensioenreglement kan worden aangepast wat betreft de in de toekomst te verwerven pensioenaanspraken. Indien dit zich voordoet zullen ook de aanspraken die op grond van dit Aanvullende pensioenreglement in de toekomst worden verworven worden aangepast. Bij het aanpassen van dit Aanvullende pensioenreglement volgt het Fonds de voorschriften die zijn vastgelegd in de Uitvoeringsovereenkomst.
Artikel 3.4 Verlaging van pensioenaanspraken en pensioenrechten
De ten laste van het Fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten kunnen door het Fonds worden verlaagd overeenkomstig het bepaalde in het Pensioenreglement.
Artikel 3.5 Afkoop van pensioen
De opgebouwde aanvullende pensioenen zullen worden afgekocht overeenkomstig het bepaalde in het Pensioenreglement.
HOOFDSTUK 4 FINANCIERING
Artikel 4.1 Premies
De financiering van de in dit Aanvullende pensioenreglement omschreven aanvullende aanspraken vindt plaats tegen kostendekkende premies De jaarlijkse premies worden vastgesteld op basis van hetgeen in de Uitvoeringsovereenkomst hieromtrent is bepaald. De premie wordt door de Werkgever aan het Fonds voldaan op de wijze en tijdstippen als in de Uitvoeringsovereenkomst is bepaald.
Artikel 4.2 Bijdrage Werknemer
1. Van de totaal verschuldigde premies komt een tussen de Deelnemer en Werkgever overeen te komen deel ten laste van de Deelnemer als eigen bijdrage in de aanvullende excedent- middelloonregeling.
2. De eigen bijdrage wordt in gelijke delen ingehouden op het periodieke salaris van de Deelnemer.
3. De betaling van de bijdrage door de Deelnemer eindigt bij beëindiging van het deelnemerschap dan wel op het tijdstip met ingang waarvan volledige vrijstelling van premiebetaling wordt verleend als gevolg van arbeidsongeschiktheid.
HOOFDSTUK 5 ALGEMENE EN WETTELIJKE BEPALINGEN
Artikel 5.1 Toekenning en uitbetaling
Het Fonds kent het aanvullende pensioen toe en betaalt dit uit overeenkomstig hetgeen in het Pensioenreglement is bepaald.
Artikel 5.2 Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid
Premievrijstelling van de pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid wordt verleend over de Aanvullende pensioengrondslag conform het bepaalde in het Pensioenreglement, hoofdstuk 7.
Artikel 5.3 Beperking van de verplichtingen van de Werkgever
1. De Werkgever behoudt zich het recht voor de in dit Aanvullende pensioenreglement gedane pensioentoezegging te beperken of te beëindigen en dienovereenkomstig de bijdrage van de voor de verzekering verschuldigde premies aan te passen, indien:
a. de sociale verzekeringswetgeving, de fiscale wetgeving of de pensioenwetgeving, zodanig ingrijpend en anders dan incidenteel of tijdelijk worden gewijzigd, dat de opzet van de pensioentoezegging te niet wordt gedaan dan wel ernstig wordt aangetast;
b. de Werkgever na een afwijzende beschikking op een daartoe door de Werkgever ingediend vrijstellingsverzoek verplicht wordt zich voor de Deelnemer aan te sluiten bij een ander bedrijfstakpensioenfonds of een beroepspensioenregeling, dan wel indien de rechten voortvloeiend uit de deelneming aan genoemde regelingen zodanig worden uitgebreid of verhoogd dat daardoor wijziging of beëindiging van de pensioenregeling naar het oordeel van de Werkgever verantwoord is;
c. de financiële positie van de Werkgever de uitgaven ter zake van de pensioenregeling niet meer toelaat.
2. Indien de Werkgever voornemens is tot uitoefening van de bevoegdheid op grond van het in lid 1 van dit artikel bedoelde voorbehoud over te gaan, zullen de Deelnemers alsmede het Fonds hiervan onverwijld schriftelijk in kennis worden gesteld.
Artikel 5.4 Fiscale grenzen
De pensioenrechten en pensioenaanspraken uit hoofde van het Pensioenreglement en dit Aanvullende pensioenreglement bedragen al dan niet tezamen niet meer dan op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 is toegestaan en gaan uiterlijk in op het krachtens die wet bepaalde moment.
HOOFDSTUK 6 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 6.1 Tot en met 31 december 2019 opgebouwde pensioenaanspraken
1. De tot en met 31 december 2019 op basis van het toen geldende Aanvullende pensioenreglement opgebouwde pensioenaanspraken bij het Fonds worden voor:
a) de Deelnemers;
b) de gewezen Deelnemers; en
c) de gewezen partners,
collectief omgezet in opgebouwde pensioenaanspraken in het Aanvullende pensioenreglement.
2. De collectieve omzetting van de pensioenaanspraken vindt plaats op basis van neutrale collectieve actuariële gelijkwaardigheid. Dit geschiedt aan de hand van een door het bestuur, gehoord de actuaris, vastgestelde tabel. Deze tabel is opgenomen in bijlage 3 van het Pensioenreglement. De hoogte van het omgezette (bijzonder) partner- en wezenpensioen blijft ongewijzigd.
3. De collectief omgezette pensioenaanspraken maken vanaf 1 januari 2020 onderdeel uit van het Aanvullend pensioenreglement. De bepalingen van het Aanvullend pensioenreglement zijn hierop van toepassing.
Artikel 6.2 Overige bepalingen
1. Op dit Aanvullend pensioenreglement zijn de bepalingen van de Pensioenwet van toepassing.
2. Indien het bepaalde in artikel 2.1 lid 3, laatste volzin, toepassing heeft gevonden, stelt het Fonds acceptatie afhankelijk van een door de Werknemer in te vullen gezondheidsverklaring en/of medische keuring.
3. Indien de in het vorige lid bedoelde gezondheidsverklaring daartoe aanleiding geeft, kan een geneeskundig onderzoek plaatsvinden. Op grond van de bedoelde medische gegevens brengt de medisch adviseur advies uit aan het Fonds omtrent de acceptatie van de betrokken Deelnemer. De kosten voor een dergelijk onderzoek komen voor rekening van het Fonds.
4. Het Fonds is alsdan bevoegd op medische gronden:
a. een verhoging van het premietarief en/of een wijziging in de duur van de risicodekking aan de acceptatie te verbinden;
b. de Deelnemer onder beperkende voorwaarden te accepteren;
c. de Werknemer van deelname aan de aanvullende pensioenregeling uit te sluiten of een verhoging of verandering van de verzekering te weigeren.
5. Het Fonds is bevoegd de aanvullende pensioenregeling ten aanzien van de Deelnemer of pensioengerechtigde te doen vervallen indien blijkt dat aan het Fonds of de keurende geneeskundige onjuiste opgaven of mededelingen zijn gedaan omtrent onderwerpen die voor de beoordeling van het risico van de verzekering van belang waren. Alsdan eindigt ook de verplichting tot betaling van de premie.
Artikel 6.3 Inwerkingtreding
Dit Aanvullende pensioenreglement is in werking getreden op 1 januari 2015 en laatstelijk gewijzigd per 1 januari 2021.
Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven
P.A. de Bruijn-Nooteboom, Voorzitter
P. Priester, Uitvoerend bestuurslid