HET WERKINGSVERSLAG VAN HET HOF VAN BEROEP ANTWERPEN OVER HET JAAR 2022
HET WERKINGSVERSLAG VAN HET HOF VAN BEROEP ANTWERPEN OVER HET JAAR 2022
(GOEDGEKEURD OP 08.05.2023)
HOOFDSTUK 1: PERSONELE MIDDELEN
1. Vul onderstaande tabellen in
Jaar T
Gemiddelde personeelsformatie | Gemiddelde bezetting van de personeelsformatie | Delegaties of externe opdrachten | Onbeschikbaarheden om medische redenen | Effectieve personeelsmiddelen | ||||
(in vte) | (in vte) | (in %) | (in vte) | (in vte) | (in vte) | (in %) | ||
1 | Magistraten (incl. art. 100) | 63 | 59 | 93,65% | 0,1 | 1,27 | 57,63 | 91,48% |
2 | Plaatsvervangende magistraten (art. 383§2 Ger.W.) | 10 | ||||||
3 | Referendarissen | 8 | 5,98 | 74,84% | 0,25 | 0,26 | 5,47 | 68,37% |
4 | Beheersprofielen | 0,82 | 0 | 0% | ||||
5 | Griffiers | 36 | 36 | 100% | 3 | 1,13 | 31,87 | 88,53% |
6 | Ander gerechtspersoneel | 33 | 27,78 | 84,18% | 0 | 1,49 | 26,29 | 79,67% |
7 | Plaatsvervangende raadsheren | 30 | 20 | 67% |
Jaar T-1
Gemiddelde personeelsformatie | Gemiddelde bezetting van de personeelsformatie | Delegaties of externe opdrachten | Onbeschikbaarheden om medische redenen | Effectieve personeelsmiddelen | ||||
(in vte) | (in vte) | (in %) | (in vte) | (in vte) | (in vte) | (in %) | ||
1 | Magistraten (incl. art. 100) | 63 | 57,24 | 90,86% | 0 | 0,52 | 56,94 | 90,38 |
2 | Plaatsvervangende magistraten (art. 383§2 Ger.W.) | 10 | ||||||
3 | Referendarissen | 8 | 4,23 | 53% | 0,25 | |||
5 | Griffiers | 36 | 33,83 | 93,97% | 3 | 1,17 | 29,66 | 82,39 |
6 | Ander gerechtspersoneel | 33 | 31,17 | 94,45% | 2,3 | 28,87 | 87,48 | |
7 | Plaatsvervangende raadsheren | 30 | 20 | 67% |
Jaar T-2
Idem tabellen jaar T
Gemiddelde personeelsformati e | Gemiddelde bezetting van de personeelsformatie | Delegaties of externe opdrachten | Onbeschikbaarheden om medische redenen | Effectieve personeelsmiddelen | ||||
(in vte) | (in vte) | (in %) | (in vte) | (in vte) | (in vte) | (in %) | ||
1 | Magistraten (incl. art. 100) | 63 | 55,64 | 88,31% | 0 | 1,36 | 54,28 | 86,15 |
2 | Plaatsvervangende magistraten (art. 383§2 Ger.W.) | 9 | ||||||
3 | Referendarissen | 8 | 3,97 | 53% | 1 | 0,14 | 3,83 | 47,87% |
5 | Griffiers | 36 | 34,21 | 93,97% | 0,4 | 0,49 | 33,31 | 92,52% |
6 | Ander gerechtspersoneel | 33 | 23,22 | 89,48% | 0 | 1,81 | 21,40 | 64,84% |
7 | Plaatsvervangende raadsheren | 30 | 25 | 67% |
2. Zijn er nog andere belangrijke onbeschikbaarheden die een invloed hebben op de werking van de entiteit? Zo ja, welke?
Ja.
Zowel onder de magistraten als onder de griffiers zijn er vrijwilligers die zich in grote mate engageren in andere organen die betrokken zijn bij de rechterlijke orde, zoals de Hoge Raad voor de Justitie, het College van Hoven en Rechtbanken, de databank vonnissen en arresten, de APG-groepen, de projecten gecoördineerd door het D.T.O., enz… Dit engagement vergt vaak een grote inzet en komt bovenop het gewone werk. Dat organen die instaan voor de organisatie van de rechterlijke orde structureel moeten rekenen op vrijwillig overwerk is niet echt professioneel, en is evenmin houdbaar op de lange termijn.
Bijkomende opmerkingen:
HOOFDSTUK 2 : LOGISTIEKE MIDDELEN
1. Zijn de lokalen waarover de entiteit beschikt gepast voor de uitoefening van de justitie (functioneel, beveiligd, goed onderhouden, proper, degelijk uitgerust, adequate signalisatie, toegankelijk voor personen met een handicap, gemakkelijk bereikbaar, voldoende parking)?
Zo nee, beschrijf de problemen.
Lokalen:
Het gebouw is door en door versleten. Hopelijk lukt het om in het najaar 2023 te verhuizen naar de Britselei, alhoewel ook daar de mobiliteitsproblematiek en de veiligheidsproblematiek ons blijvend lijken te bedreigen (zie verder).
Hieronder volgt slechts een greep uit het geheel van problemen en interventies in het jaar 2022:
- problemen telefooncentrale;
- defecte bel cellencomplex;
- volledig verstopte WC’s;
- defecte garagepoort gedurende weken;
- uitvallen videoscherm beveiligingssysteem;
- defecte alarm/noodknoppen;
- defecte alarmcentrale;
- waterschade in diverse lokalen, met gedurende meer dan één week de volledige uitschakeling van de centrale verwarming;
- defecte pompen cellencomplex;
- defecte werking centrale verwarming (handmatig opstarten);
- defecte buizen waterafvoer;
- afbrokkelende stenen gevels;
- geurhinder wegens niet ophalen hygiënische containers in vrouwentoiletten.
Veiligheid:
De veiligheid in het gebouw aan de Waalse Kaai wordt al jaren schromelijk verwaarloosd en op geen enkele structurele wijze gegarandeerd. Sedert 01 januari 2020 kan geen gebruik meer gemaakt worden van de metaaldetector van de lokale politie en van de bewaking aan de inkomdeur door de lokale politie. In april 2021 moest beslist worden om een grote terro-zaak te laten doorgaan in de lokalen van het Vlinderpaleis omdat de DAB ons had laten weten dat ze onmogelijk in staat was om de veiligheid in ons gebouw (Waalse Kaai) te garanderen bij ongewijzigd beleid.
Wij vrezen voor een nog meer problematische toestand op veiligheidsvlak na de verhuis naar de Britselei. Op huidig ogenblik (Waalse Kaai) is er nog een minimale vorm van psychologische veiligheidsdrempel omdat de Medewerkers Toezicht en Beheer aan de inkom van het gebouw zitten, zichtbaar voor binnenkomers, en omdat de mensen die het gebouw binnen wensen te gaan zich aan de ingang moeten identificeren. In de Britselei zal ook deze laatste (psychologische) drempel wegvallen, aangezien de Medewerkers Toezicht en Xxxxxx daar toezicht zullen houden via camerabewaking. Dit betekent dat de inkom van de Britselei vrij is voor iedereen met slechte bedoelingen, en dat die personen, op hun wandeling in de voor het publiek toegankelijke delen van het gebouw, op geen enkele wijze zullen merken dat er ook maar enige vorm van bewaking is, op enkele camera’s na.
Mobiliteit:
Na het verdwijnen van de gratis parkeerplaatsen op het plein tussen de Vlaamse en de Waalse Kaai (december 2020), werden onderhandelingen gevoerd met APCOA-Parking (parking Zuid) voor 70 parkeerplaatsen aan 95 euro per maand per plaats, waarbij meerdere nummerplaten van eenzelfde plaats gebruik kunnen maken.
Deze overeenkomst werd in 2021 overgenomen door de Regie der Gebouwen, maar voor slechts 65 plaatsen, omdat er gerekend werd met een standaard overheids-behoefteplan, en gelet op het bestaande aantal plaatsen in de ondergrondse parking en aan de beide zijkanten van het gebouw.
Ook deze mobiliteitsproblematiek zal helaas nog verergeren n.a.v. de verhuis naar de Britselei.
In de Britselei zouden we (stand van zaken per 20.04.2023) gebruik kunnen maken van een braakliggend terrein in de Sanderusstraat waar ons in totaal 75 plaatsen zouden worden toebedeeld, zijnde nog minder plaatsen in totaal dan vandaag. Omdat daarbovenop komt dat alle buurtbewoners de toegangscode kennen heeft de Regie der Gebouwen beloofd dat het buurtparkeren zou worden opgezegd.
2. Wordt in ieder gebouw waar de entiteit gehuisvest is, de wetgeving over het welzijn op het werk nageleefd?
Ja, voor zover het aspecten betreft waarvoor de beslissingsmacht bij het hof van beroep zelf ligt.
3. Is er een ontvangstbalie waar het publiek wordt voortgeholpen?
Ja, maar deze is onbemand sedert 01.01.2021 omdat het contract van de onthaalbediende niet door de FOD Justitie verlengd werd. Het betrof een tijdelijk contract in het kader van de coronamaatregelen. Deze onthaalbediende vormde een echte meerwaarde voor de rechtszoekende, maar deze taak kan niet overgenomen worden door griffiepersoneel nu ook de griffie met personeelstekort te kampen heeft. In de Britselei zal worden getracht om toch een onthaal te organiseren om te vermijden dat te veel mensen ronddwalen in het gebouw (zie ook: veiligheidsproblematiek).
Bijkomende opmerkingen:
HOOFDSTUK 3 : ORGANISATIE
eerste voorzitter Xxx Xxxxx | |||||||
directiecomité Xxx Xxxxx (eerste voorzitter) Xxxxx Xxxxxxxx (hoofdgriffier) Xxxxxxx Xxxxxx (correctioneel kamervoorzitter) Xxxx Xxxxxxx (burgerlijk kamervoorzitter) | |||||||
Algemene Vergadering | |||||||
Afdeling burgerlijk recht | Afdeling familie- en jeugdrecht | Afdeling strafrecht | |||||
Kamers | |||||||
Kamers burgerlijk recht | onderne- mings- en maritiem recht (incl. | Kamers fiscaal recht | Kamers familie- recht | Jeugd- kamer | Kamers strafrecht ten gronde | K.I. | Correc- tionele jeugd- kamer |
beslag) |
1. Geef het organogram weer van de entiteit. In het organogram worden de naam en de functie van de leden van het directiecomité vermeld.
Hof van Assisen
h
2. Geef de dienstregeling weer van de entiteit op 1 september van het jaar T (of de wekelijkse activiteiten voor de vrederechters en politierechters).
De dienstregeling, zoals opgesteld op 13 juni 2022, wordt als bijlage bij dit werkingsverslag gevoegd.
Bijkomende opmerkingen:
HOOFDSTUK 4 : OVERLEGSTRUCTUREN
4.1. Hof van Beroep
1. Beschrijf kort de structuur van het intern overleg (overleg binnen de entiteit).
Intern | Binnen de entiteit | Frequentie |
Algemene vergadering: De beroepsmagistraten komen onder voorzitterschap van de eerste voorzitter regelmatig samen voor het bespreken van juridische vraagstukken, de dienstregeling, de verdeling van het werk en andere aangelegenheden die een rechtstreekse impact hebben op het functioneren van de magistraten. | 7 | |
Vergaderingen van het directiecomité: overleg en beslissingen nemen inzake het beheer van het rechtscollege. | 1 | |
Kamervoorzitters: | 1 | |
Sectievergaderingen: Voor de magistraten van een bepaalde sectie in het hof, voorgezeten door het hoofd van de sectie (strafrecht, burgerlijk,…). | 2 |
2. Beschrijf kort de structuur van het verticaal (met de hogere of lagere entiteiten) en horizontaal overleg (met andere entiteiten van hetzelfde niveau) binnen de rechterlijke organisatie.
Verticaal | Verticaal overleg | Frequentie |
Overleg met de korpschefs van de zetel van het ressort: - rechtbank van eerste aanleg en van - de ondernemingsrechtbank - politierechtbank en vredegerechten | 3 vooraf geplande vergaderingen en voortdurend ad hoc (vaak telefonisch en/of via Teams) | |
sectieoverleg | 5 |
Horizontaal | Horizontaal overleg | Frequentie |
Overleg met de procureur-generaal: | 7 vooraf geplande vergaderingen en voortdurend ad hoc overleg | |
Overleg met het arbeidshof: | Ad hoc: telefonisch en op bureau | |
College van Eerste Voorzitters van de hoven van beroep en de arbeidshoven: bijeenkomst om tot een betere werking van de hoven te komen, uitwisseling van best practices en tot (eensgezinde) oplossingen of standpunten te komen | 4 | |
sectieoverleg | 1 | |
Overleg Hof van beroep Den Bosch | 1 |
3. Beschrijf kort de structuur van het overleg met externe partners (het parket, het auditoraat, de Balie, FOD Justitie, politie, enz.).
Overleg met externe partners | College van de hoven en rechtbanken: | 25 collegevergadering 46 vergaderingen Werklastmeting 10 vergaderingen over statistieken 22 vergaderingen over nationale ICT 5 vergaderingen advies wetgever 5 vergaderingen HRM 6 vergaderingen doorlooptijden/achterstand 28 vergaderingen autonoom beheer |
Hoge Raad voor de Justitie: | 4 | |
IGO | 3 | |
FOD Justitie: - Personeel - Gebouwenbeheer - Werkgroepen en ICT-projecten - Algemene onderwerpen - Penitentiaire instellingen | 1 vergadering tolkenwerking 3 vergaderingen New Infra 7 vergaderingen video/telefonie 23 vergaderingen aangaande Britselei 5 vergaderingen over ICT-landschap | |
Lokale/federale politie | 1 | |
Pers | Ad hoc: via 1 persgriffier en 2 persmagistraten | |
Justitiehuis | Via maandelijkse overzichten 1 vooraf geplande vergadering | |
Balie (Limburg en Antwerpen) | 7 | |
Notariaat | 4 | |
Universiteiten | 2 | |
OVB | 2 |
Inspecteur van Financiën | 1 | |
Politieke overheden | 5 |
BIJKOMENDE OPMERKINGEN:
Daarenboven hebben een aantal collega’s van ons hof, zowel van de zetel als van de griffie, zich in het jaar 2022 op vaste basis geëngageerd in de werking van volgende externe organisaties:
- HRJ;
- College van Hoven & Rechtbanken;
- Databank vonnissen en arresten;
- APG-werkgroepen en werkgroepen Digital Transformation;
- IGO;
- …
In een aantal gevallen kon dit engagement gelijkgesteld worden met een deeltijdse functie, en meestal kwam het werk gewoon bovenop het gewone werk.
HOOFDSTUK 5 : STATISTIEKEN INSTROOM, UITSTROOM, STOCK EN DOORLOOPTIJDEN1
1. Algemene definities
Instroom: het aantal nieuwe zaken in de loop van het kalenderjaar (T)2 . Uitstroom: het aantal zaken dat in de loop van het kalenderjaar is afgesloten. Stock: het aantal (hangende) zaken dat nog niet is afgesloten.
Doorlooptijd: de gemiddelde duur in dagen tussen de datum van instroom van de zaak enerzijds en de datum van de afsluitende beslissing anderzijds.
2. Cijfers per instantie
HOF VAN BEROEP
Categorie | Hangende zaken op 1/1/T | Nieuwe zaken tijdens T | Afgesloten zaken tijdens T | Hangende zaken op 31/12/T | Gemiddelde doorlooptijd zaak voor alle hoven van beroep samen | Xxxxxxxxxx doorlooptijd zaak bij dit hof van beroep |
1A. Strafrechtelijk (sociaal + correctioneel + burgerlijke belangen correctioneel. + uithandengevingen) | 1094 | 1308 | 1468 | 934 |
1 Meer gedetailleerde cijfers zijn te vinden in de jaarlijkse statistieken die door de steundienst van het College van de hoven en rechtbanken worden gepubliceerd op volgend webadres: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxx-xxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxxx.
2 T staat voor het kalenderjaar waarop het werkingsverslag betrekking heeft.
1B. Strafrechtelijk – KI | 222 | 2882 | 2889 | 215 | ||
2A. Burgerlijk - Andere dan onder 2B,2C, 3A en 3B bedoelde zaken | 2598 | 1809 | 1965 | 2442 | 695 | 421 |
2B. Burgerlijk – fiscaal | 400 | 260 | 231 | 429 | 973 | 655 |
2C. Burgerlijk - zaken afkomstig van de ondernemingsrechtbanken | Deze categorie is niet op een aard van de zaak of een type rol gebaseerd, maar op de eerste rechterlijke instantie die de zaak heeft behandeld voordat deze in hoger beroep werd behandeld. Dit moet in dit stadium nog met het terrein worden geverifieerd. Deze zaken vallen dus momenteel onder categorie 2A. | |||||
3A. Jeugd en Familie - Jeugd (jeugdbescherming + burgerlijke belangen jeugdbescherming) | 16 | 275 | 260 | 31 | ||
3B. Jeugd en familie - Familie (burgerlijk) | 811 | 818 | 984 | 645 | 444 | 275 |
4. Aantal verzoeken pro deo (pro deo-rol) | 25 | 277 | 287 | 15 | 12 | 7 |
5. Assisenzaken (aantal verwijzingen naar het hof van assisen vanuit de hoven van beroep) |
3. Geef in een grafiek de evolutie weer van de nieuwe, afgehandelde en hangende zaken en de gemiddelde doorlooptijd:
Grafieken per categorie (evolutie over 3 jaar : jaar T-2, T-1 en T)
De gemiddelde doorlooptijden ‘strafrechtelijk ten gronde” werden hierboven niet automatisch ingevuld via de steundienst van het College H&R, reden waarom wij die hier zelf geven (vandaar de andere lay-out):
Afgesloten strafzaken ten gronde
1000
800
600
400
200
0
2020
2021
2022
alle afgehandelde zaken binnen de strafkamers ten gronde
de afgehandelde (oude) burgerlijke belangen
louter penaal: afgehandelde strafzaken zonder (oude) burgerlijke belangen
Afgesloten strafzaken ten gronde | gemiddelde doorlooptijd van de in het desbetr jaar afgesloten d 2020 |
alle afgehandelde zaken | |
binnen de strafkamers ten gronde de afgehandelde (o burgerlijke bel louter pen strafza bu |
Deze tabel geeft een overzicht van de gemiddelde doorlooptijd in een afgehandelde strafzaak, te weten: de tijd tussen de inschrijving van het hoger beroep en de einduitspraak. In deze tijd moet het dossier door het parket-generaal worden bestudeerd en voorbereid, moet het parket-generaal opdracht geven om te dagvaarden, en moet de zetel de zaak behandelen en beoordelen. Deze “gemiddelde doorlooptijd” omvat dus de tijd van zowel het openbaar ministerie als van de zetel. Een onderscheid wordt gemaakt tussen de zuiver “penale” zaken, waar het initiatief om de zaak te laten behandelen bij het openbaar ministerie ligt, en anderzijds de behandeling van de burgerlijke belangen, waar de partijen zelf de zaak in principe moeten laten vaststellen. De gemiddelde duurtijd van die zaken “burgerlijke belangen” is spectaculair afgenomen in het jaar 2022 omdat de desbetreffende kamer in de jaren 2015-2018 gedurende een hele tijd wegens personeelsgebrek gesloten was, zodat de oude zaken “burgerlijke belangen” zich opstapelden en pas opnieuw konden weggewerkt worden na de heroprichting ervan eind 2018. In 2022 werd gedurende een aantal maanden met dubbele bezetting gewerkt in deze materie.
4. Vindt u de huidige doorlooptijden redelijk ?
Ja, niet alleen redelijk, maar zelfs goed.
Zo ja:
1.
In eerste instantie dienen “gemiddelde doorlooptijden” in burgerlijke zaken juist gekaderd te worden:
In dit verband weze opgemerkt dat voor de burgerlijke zaken in het algemeen het systeem blijft gelden van de lijdelijkheid van de rechter indien partijen akkoord gaan om de zaak voor onbepaalde tijd te laten hangen op de rol, en zich blijven verzetten tegen weglating. Het zou dan ook nuttig zijn om de gemiddelde doorlooptijden af te zetten tegenover de eigenlijke wachttijd die partijen moeten ondergaan om een zaak vastgesteld te krijgen. Voor de meeste burgerlijke kamers van dit hof bedraagt deze wachttijd vandaag gemiddeld tussen de 4 en 10 werkmaanden.
2.
Burgerlijk zijn alle doorlooptijden gedaald. In het hof van beroep van Antwerpen zijn de burgerlijke doorlooptijden gemiddeld 38% korter dan in het geheel van de hoven van beroep samen. Wanneer de doorlooptijden van het hof van beroep te Antwerpen vergeleken worden met de gemiddelde doorlooptijden van alle hoven van beroep samen, geeft dit volgende verschillen:
Gemiddelde doorlooptijd zaak voor alle hoven van beroep samen | Xxxxxxxxxx doorlooptijd hof van beroep Antwerpen | Index | |
2A. Burgerlijk - Andere dan onder 2B,2C, 3A en 3B bedoelde zaken | 695 | 421 | 60,58% |
2B. Burgerlijk – fiscaal | 973 | 655 | 67,32% |
3B. Jeugd en familie - Familie (burgerlijk) | 444 | 275 | 61,94% |
4. Aantal verzoeken pro deo (pro deo-rol) | 12 | 7 | 58,33% |
Ook strafrechtelijk blijven de doorlooptijden verder dalen: In 2002 kon de gemiddelde doorlooptijd met meer dan 16% verminderd worden, en in 2022 werd nog eens een bijkomende verkorting gerealiseerd met 15%. Een totale daling met 31% dus.
Tot slot merkt het hof op dat men voorzichtig moet zijn met de interpretatie van deze cijfers: om werkelijk op een genuanceerde wijze iets te zeggen over een daling of stijging van de doorlooptijden moet er best over een langere termijn vergeleken worden, en zou ook de gemiddelde zwaarte van dossiers onderling vergeleken moeten worden.
Welke maatregelen heeft u getroffen om dat te bereiken?
De veralgemeende invoering van de alleen zetelende raadsheer in burgerlijke zaken en de aanpassing van de verhouding penale/civiele magistraten. Een eerder gesloten strafkamer werd heropgericht vanaf september 2019. Ondertussen werd daarenboven beslist om met ingang van 01.09.2022 nog een bijkomende strafkamer te creëren. Gelet op het gebrek aan magistraten op het parket-generaal hebben de strafkamers sedertdien in totaal niet meer zittingen dan voordien, maar de bedoeling was om voorbereid te zijn op enerzijds de grote stroom van zaken die verwacht werd ingevolge het SKY-onderzoek en op anderzijds de eventuele rechtstreekse afhandeling van de zaak “propere handen”. De enorme omvang van bepaalde zaken levert statistisch geen beter resultaat op, maar vergt wel bijkomende helpende handen.
Xxxxx u dat de situatie nog kan worden verbeterd?
Het hof is van mening dat het niet echt mogelijk is om deze resultaten nog te verbeteren, wel in tegendeel, gelet op de toename van de gemiddelde complexiteit van elke zaak, verwachten we dat deze cijfers puur kwantitatief in de toekomst toch zullen dalen.
Wat wel kan verbeterd worden is een verfijning van de statistieken.
Tot slot is het hof van oordeel dat het gepast is om te wijzen op moeilijkheden met de interpretatie van de concept “hangende zaken”. Het mag niet de bedoeling zijn om de stock “hangende zaken” voortdurend te verminderen. Om goed te draaien heeft een hof van beroep immers een minimale “stock” nodig.
Om dit te illustreren wordt hieronder in kaart gebracht welke hangende zaken zich allemaal in het informaticasysteem van de burgerlijke sectie bevinden (Het gaat om de burgerlijke rol, de familiale rol, de rol kortgedingen, pro deo, natuurrampen, …)
Stand van de hangende zaak | aantal |
In beraad gehouden | 254 |
Ingeschreven op de algemene rol | 32 |
Ingeschreven op de bijzondere rol | 929 |
Ingeschreven op de voorlopige rol | 92 |
Ingeschreven voor inleiding | 260 |
Vastgesteld | 2085 |
(leeg) | |
Eindtotaal | 3652 |
Uit deze tabel blijkt dat er 92 zaken nog niet hangend zijn aangezien de rechten nog niet betaalde werden; 961 zaken staan op rol en kunnen pas opnieuw worden vastgesteld op vraag van partijen; 260 zaken moeten nog worden ingeleid en 254 zaken zijn vandaag in beraad.
Dat betekent dat er 2085 zaken zijn vastgesteld voor behandeling.
Er zijn 35 magistraten gehecht aan de burgerlijk-familiale secties. Indien men er rekening mee houdt dat er gemiddeld (naar gelang de zwaarte van de zaak) wekelijks 3 zaken kunnen behandeld worden door de gemiddelde magistraat, wil dat zeggen dat er – gemiddeld genomen slechts voor een 20-tal werkweken zaken zijn vastgesteld (= 35x3x20 = 2.100)). Wetende dat in een heel pak zware zaken langere conclusietermijnen gevraagd worden door de partijen, lopen we het risico om “gaten” op de zittingen te krijgen van zodra het aantal “hangende zaken” blijft teruggedrongen worden.
Zo ja : hoe?
Er moet blijvend en proactief toegezien worden op de instroom en uitstroom, waarbij de dreigende struikelpunten nauwgezet in kaart moeten worden gebracht. Dit vraagt niet alleen continue monitoring van de cijfers, maar ook inzicht in de uit het systeem getrokken cijfers en wat ze precies willen zeggen.
Zo neen:
Wat zijn de belangrijkste oorzaken van de vertraging in de procedures ? Welke maatregelen heeft u getroffen om de doorlooptijden in te korten ? Xxxxx deze maatregelen doeltreffend ?
Bent u van plan andere initiatieven te nemen om deze doelstelling te bereiken ? Zo ja, welke ?
Bijkomende opmerkingen:
HOOFDSTUK 6 : EVOLUTIE VAN DE WERKLAST
1. WERKLASTMETING
De werklast wordt gemeten door de steundienst van het College van hoven en rechtbanken.
De werklastmeting van het College van hoven en rechtbanken heeft tot doel 1. tegenover de politieke overheden te kunnen aangeven hoeveel rechters/gerechtspersoneel nodig is om een kwalitatieve rechtspraak in ons land te leveren. 2. die rechters en personeelsleden objectief te verdelen over de diverse hoven en rechtbanken. Dit personeelsallocatiemodel bevat twee modules, de module HP voor de personele middelen verbonden aan de producten en de module HM voor de personele middelen verbonden aan het beheer van het rechtscollege.
Het resultaat van de module HP vloeit voort uit volgende rekensom: (volume aan zaken x nationale normtijd per type zaak) / aantal werkuren om aan deze volumes te werken per rechter per jaar.
Het resultaat van de module HM wordt bepaald door het aantal VTE’s in een rechtscollege, aangevuld met criteria zoals aantal afdelingen, tweetaligheid en aantal
lekenrechters.
In deze fase is het nog niet mogelijk om de werklast te vergelijken tussen types rechtscolleges en te berekenen hoeveel rechters er in nominale getallen in een rechtbank/hof nodig zijn. Het is wel mogelijk om de verhoudingen van de werklast vast te stellen binnen elk type rechtscollege. Die procentuele verhouding wordt daarom toegepast op het huidige wettelijke kader van het type gerecht.
Als het College op basis van de effectieve bezetting vaststelt dat welbepaalde entiteiten een veel grotere nood kennen dan de andere entiteiten binnen hetzelfde type zullen de eerste versterkingen in de nabije toekomst dan ook aan die meest noodlijdende entiteiten worden toegewezen via de vacatureplannen.
Dit alles onder voorbehoud van een akkoord tussen het College en de minister van justitie over de beslissingsbevoegdheid en het budget terzake. Het hoger vermelde werklastmetingsmodel wordt in deze eerste fase - en in voorkomend geval - enkel aangewend voor de magistraten van de zetel, maar nog niet voor de griffies.
In de komende twee jaar heeft College de bedoeling om de normtijden per type zaak en het aantal niet-dossiergebonden werkuren te bepalen aan de hand van een uniforme meting op het terrein. Daarvoor wordt een beroep gedaan op externe technische knowhow. Op die manier zal de werklast ook transversaal, d.i. tussen de verschillende type rechtscolleges, kunnen worden vergeleken. Voor de inbreng van de externe partner wordt het nodige budget aangevraagd bij de minister van Justitie.
2. INTERNE WERKVERDELING
1. Op basis van welke criteria wordt de werklast onder de magistraten van de entiteit verdeeld?
Aan de criteria van de voorgaande jaren is niets veranderd. De doorslaggevende criteria zijn nog steeds zoals voorheen, respectievelijk de specialisatiegraad van de magistraten, de omvang en moeilijkheidsgraad van de te behandelen zaken, de werkvoorraad ingedeeld naar de onderscheiden gespecialiseerde materies en de hiermee samenhangende fixatietermijnen in de onderscheiden kamers.
De magistraten worden bij hun affectatie op de hoogte gebracht van de bijzondere specialisatie van de kamer waaraan zij gehecht worden. In het bijzonder wordt er bij de beslissing tot affectatie gepeild naar de voorkeur, de kennis en de interesse van de individuele magistraat. In de mate van het mogelijke wordt daar rekening mee gehouden. Anderzijds zijn er ook de noden van het hof. In de mate van het mogelijke wordt gezocht naar verzoening tussen deze belangen.
Daarnaast blijven officieuze gesprekken en de meer officiële functionerings- en evaluatiegesprekken een belangrijk element in de beoordeling van het werkvolume, de caseload, de prestaties en de tevredenheid van de magistraten.
Voor wat betreft het intern management waakt de eerste voorzitter voortdurend, aan de hand van het intern informaticasysteem, over de productie van elke kamer en elke magistraat. Indien de fixatietermijn van de kamer ver uitloopt in vergelijking met andere kamers, wordt gezamenlijk en in overleg gezocht naar zowel de oorzaken als naar geschikte oplossingen.
2. Worden de magistraten op de hoogte gebracht van die criteria?
De magistraten worden bij hun affectatie op de hoogte gebracht van de bijzondere specialisatie van de kamer waaraan zij gehecht worden. In het bijzonder wordt er bij de beslissing tot affectatie gepeild naar de voorkeur, de kennis en de interesse van de individuele magistraat. In de mate van het mogelijke wordt daar rekening mee gehouden.
3. Hoe gebeurt die verdeling in de praktijk? Wordt controle uitgeoefend op de verdeling en wie stuurt het proces van de verdeling bij?
De eerste voorzitter herverdeelt de zaken zelf, of delegeert deze herverdeling van zaken indien de nood zich voordoet.
4. Welke moeilijkheden brengen 1 en 2 mee en hoe lost u die op?
Normaal gezien levert dit geen moeilijkheden op, maar het kan (terechte) wrevel opwekken indien toch eens vanuit het beleid vergeten werd om een bepaalde herschikking van een aantal zaken bij alle betrokkenen af te toetsen. Hierover moet gewaakt worden.
HOOFDSTUK 7: DE ACHTERSTAND IN HET BERAAD
1. Geef aan in hoeveel zaken, die in beraad werden genomen om een eindvonnis of eindarrest uit te spreken, er een uitspraak plaatsvond binnen:
0 →1 maand | >1 →2 maanden | >2 →3 maanden | >3 →6 maanden | > 6 maanden | |
Aantal zaken burgerlijk | 3297 | 456 | 178 | 82 | 6 |
0 →1 maand | >1 →2 maanden | >2 →3 maanden | >3 →6 maanden | > 6 maanden | |
Aantal strafzaken | 4159 | 397 | 171 | 44 | 1 |
na het sluiten van de debatten.
2. Wordt de procedure zoals voorzien in art. 770 Ger. W. gevolgd?
Ja
Indien niet, hoe wordt toezicht uitgeoefend op de naleving van de termijnen van het beraad? Werden er andere (bijvoorbeeld informele) initiatieven genomen?
3. Hoeveel magistraten werden opgeroepen door de korpschef, omdat de magistraat het beraad langer dan drie maanden aanhield, om te worden gehoord over de oorzaken van de vertraging (toepassing van art. 770 §4 Ger. W.)? Gelieve aan te duiden in onderstaande tabel:
0 | 1 →5 | >5 →10 | >10 | |
Aantal magistraten | 7 |
4. Hoeveel keer werden de (in art. 770§3 Ger. W. bedoelde) inlichtingen en het (in art. 770 §4 Ger. W. bedoelde) proces-verbaal van verhoor in aanmerking genomen:
- in een tuchtprocedure?
0 | 1 →5 | >5 →10 | >10 | |
Aantal | 0 |
- bij de periodieke evaluatie van de magistraat?
0 | 1 →5 | >5 →10 | >10 | |
0 |
Aantal |
- in het kader van een benoemings- of aanwijzingsprocedure?
0 | 1 →5 | >5 →10 | >10 | |
Aantal | 0 |
5. Worden er problemen ondervonden bij de toepassing van art. 770 Ger. W.?
Zo ja, welke?
Wat het toezicht op de beraadtermijn betreft stelt zich geen probleem. De zeldzame keren dat een gesprek zich opdrong ligt de aanleiding in de moeilijkheidsgraad van de in beraad genomen zaak/zaken en/of situationele omstandigheden. De overschrijding van de beraadtermijn is ook een goede indicator om te polsen naar omstandigheden die het werken bemoeilijken. Dit staat toe om in te grijpen alvorens de situatie echt onbeheersbaar wordt.
Wat wel voor verbetering vatbaar is, is het feit dat bij de berekening van de beraadtermijnen ook de gerechtelijke vakanties worden meegeteld. Tijdens de gerechtelijke vakantie kan het beraad immers niet voortgezet en/of beëindigd worden door de afwisselende afwezigheid van de magistraten. Aan dit probleem werd slechts gedeeltelijk tegemoetgekomen door de wetswijziging via art. 18 van de wet houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie van 19 oktober 2015, waardoor we voortaan over een termijn van twee maanden beschikken om uitspraak te doen ingeval van sluiting der debatten kort vóór de gerechtelijke vakantie. Voor meervoudige kamers, waar beraad bemoeilijkt wordt in het gerechtelijk verlof, werd het probleem door deze wetswijziging (slechts verlenging met één maand i.p.v. met twee maanden), dan ook niet opgelost.
Dat de wettelijke beraadtermijn van één maand soms niet haalbaar is bij het beraad in de meervoudige kamers, hoeft geen verdere toelichting. De cijfers van het hof spreken voor zich wat de overschrijding van deze termijn betreft.
HOOFDSTUK 8: DE REALISATIE VAN HET BEHEERSPLAN
Nog niet van toepassing
HOOFDSTUK 9: HET KWALITEITSBELEID
Nationaal:
1. Werken de hoven en rechtbanken met een kwaliteitsmodel?
Zo ja, licht toe.
Het College van hoven en rechtbanken en zijn steundienst werken aan de invoering van een kwaliteitssysteem op nationaal niveau; op lokaal niveau is er nog geen sprake van een lokale versie van dit systeem, maar dit project is in volle ontwikkeling.
In het kader van de wet van 14 februari 2014 en de actieplannen van het College (2018 & 2020) zal voor de Zetel een kwaliteitssysteem worden ingevoerd, dat tevens tot doel heeft een algemeen kwaliteitsbeleid toe te schrijven. Het is derhalve de bedoeling een geïntegreerd kader van kwaliteits-, interne controle- en (interne) auditmodellen in te voeren ter vervanging van de bestaande ex ante- controle- en toezichtsystemen van de uitvoerende macht.
2. Welke initiatieven werden nationaal genomen (in voorkomend geval binnen de verschillende criteria van het kwaliteitsmodel) met het oog op een meer kwaliteitsvolle en efficiënte werking van de hoven en rechtbanken? Bespreek de initiatieven en de resultaten.
Het College van hoven en rechtbanken werkt aan de invoering van een kwaliteitssysteem waarvan interne controle en interne audit een integrerend deel zullen uitmaken. Dit systeem is gebaseerd op internationale wetenschappelijke normen en zal worden onderverdeeld in een tiental thema's die de managementmodules van een organisatie vormen. Deze managementmodules bestrijken alle aspecten van een organisatie: Organisatiebeheer : controleactiviteiten en risicobeheer, doelstellingen en procesbeheer, stakeholdermanagement, monitoring, organisatiestructuur, humanresourcesmanagement, organisatiecultuur, informatie en communicatie, financieel management, facilitymanagement, informatie- en communicatietechnologie.
Het doel van een dergelijk systeem en de follow-up ervan zal de beheersmaturiteit van de rechterlijke organisatie vergroten. Het College van hoven en rechtbanken en de directiecomités zullen samenwerken om hun maturiteit op deze verschillende gebieden te ontwikkelen. De steundienst van het College van hoven en rechtbanken zal in dit verband een handleiding en diverse instrumenten ter beschikking stellen.
Zoals werd voorgesteld tijdens de infosessie van het College op 20 november 2020, zijn de lopende initiatieven en de resultaten gekoppeld aan de verschillende deelthema’s van het kwaliteitsmodel dat we willen uitwerken, enerzijds opgenomen in het managementplan dat alle bijbehorende doelstellingen en projecten omvat, evenals in het personeelsplan van de steundienst.
Binnen uw entiteit:
1. Welke initiatieven zijn er genomen om de kwaliteit en efficiëntie van uw entiteit te verbeteren?
Zie hoger
HOOFDSTUK 10: INTERNE EN EXTERNE COMMUNICATIE
1. Op welke wijze gebeurt de interne communicatie en de communicatie met de buitenwereld (persmagistraat, website,…)?
a. Interne communicatie
• Via welk(e) kana(a)l(en) communiceert u met collega's in uw rechtsgebied?
Kanaal | Keuze | Precisering/verduidelijking |
E-mailing | Xx | |
Iudexnet | Nee | |
Virtueel overleg (via Teams, Webex, Skype,…) | Ja | |
Infosessies, opleidingen, … | Ja | |
Nieuwsbrief | Ja | |
Andere | Ja |
b. Externe communicatie
• Via welk(e) kana(a)l(en) communiceert u met de buitenwereld (burgers, media, ...)?
Kanaal | Keuze | Precisering/verduidelijking |
Lokale pagina op de website van de hoven en rechtbanken | Ja | |
Persbericht | Ja | |
Persconferentie | Ja |
Deelname aan events (jobbeurzen, lezingen, goed doel, …) | Ja | |
Sociale media • YouTube | Ja Ja Ja Nee Nee |
HOOFDSTUK 11: DE MAATREGELEN GENOMEN MET HET OOG OP DE HANDHAVING VAN DE TUCHT (MET INBEGRIP VAN DE TUCHTSTRAFFEN) EN DE INITIATIEVEN GENOMEN MET HET OOG OP DE INACHTNEMING VAN DE ALGEMENE BEGINSELEN INZAKE DE DEONTOLOGIE)
A. TUCHT
XXXXX VAN BEROEP / ARBEIDSHOVEN
1. In het kader van een tuchtprocedure door de eerste voorzitter of de hoofdgriffier in zijn hoedanigheid van tuchtoverheid (412 Ger.W.) genomen maatregelen:
Hoedanigheid betrokkene tegen wie tuchtprocedure werd ingesteld | Feiten die geleid hebben tot tuchtrecht- elijke vervolging | Datum of periode van die feiten | Xxxx belangrijkste tekortkoming: • Deontologische fout in privéleven • Deontologische fout in professionele leven • Professionele tekortkoming • Strafrechtelijke misdrijf | Datum instelle n tuchtpr ocedure | Werd een ordemaatrege l genomen (406 Ger.W.)? Zo ja welke ? | Werd een lichte straf opgelegd? (413, §2) Zo ja, welke? | Werd de zaak bij de tuchtrechtbank aanhangig gemaakt? Zo ja, op welke basis: - 413, §2 en 420, §3 (beroep tegen lichte straf - 413, §3 (feiten rechtvaardigen zware tuchtstraf) - 413, §6 (verzoek tot verschijning na ordemaatregel) | Definitieve beslissing tuchtrechtban k of tuchtrechtban k in beroep en datum van die beslissing |
Magistraat/ Gerechtspersoneel | ||||||||
Magistraat/ Gerechtspersoneel |
2. Welke eventuele andere maatregelen werden genomen voor de handhaving van de tucht?
/
B. DEONTOLOGIE
Welke initiatieven werden genomen met het oog op de inachtneming van de algemene beginselen inzake deontologie?
HOOFDSTUK 12: DE WERKING VAN DE AFDELINGEN
Zijn er bijzonderheden te melden over de werking van de afdelingen, meer bepaald in verband met de onderwerpen die in de voorgaande hoofdstukken aan bod zijn komen en daar nog niet werden vermeld?
Neen.