Contract
VOORWAARDEN | Delta Lloyd Schadeverzekering NV Amsterdam | |
MODEL | ||
M 03.5.08 C | ||
INHOUD | ||
ALGEMEEN | Artikel 1 Artikel 2 | Specifieke Begripsomschrijvingen Verzekeringsgebied |
Artikel 3 | Vervangend motorrijtuig | |
Artikel 4 | Gewijzigde omstandigheden | |
Artikel 5 | Einde van de verzekering | |
Artikel 6 | Algemene uitsluitingen | |
Artikel 7 | Bonus/Malus regeling | |
Artikel 8 | Verplichtingen bij schade | |
Artikel 9 | Schaderegeling | |
AANSPRAKELIJKHEID | Artikel 10 | Aansprakelijkheid |
MINI-CASCO EN CASCO | Artikel 11 | Mini-Casco en Casco |
WERKRISICO | Artikel 12 | Werkrisico |
CASCO LAAD- EN LOSMATERIEEL | Artikel 13 | Casco Laad- en losmaterieel |
EIGENDOMMEN CHAUFFEUR | Artikel 14 | Eigendommen Chauffeur |
ONGEVALLEN INZITTENDEN | Artikel 15 | Begripsomschrijvingen |
Artikel 16 | Omschrijving van de dekking | |
Artikel 17 | Uitsluitingen | |
Artikel 18 | Schaderegeling | |
Artikel 19 | Wijze van vastellen uitkering | |
SCHADE INZITTENDEN | Artikel 20 | Begripsomschrijvingen |
Artikel 21 | Omschrijving van de dekking | |
Artikel 22 | Schaderegeling | |
RECHTSBIJSTAND | Artikel 23 | Rechtsbijstandverlening door DAS |
Artikel 24 | Specifieke Begripsomschrijvingen | |
Artikel 25 | Omschrijving van de dekking | |
Artikel 26 | Uitsluitingen | |
Artikel 27 | Rechtsbijstandverlening | |
Artikel 28 | Geschillenregeling/Belangenconflict |
M 03.5.08-0813
Deze voorwaarden vormen één geheel met de Algemene voorwaarden die ook op deze verzekering van toepassing zijn.
ALGEMEEN
ARTIKEL 1
SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Voor de dekkingen βOngevallen inzittendenβ, βSchade inzittendenβ en βRechtsbijstandβ worden de begrips- omschrijvingen in het specifieke artikel over deze dekkingen uitgelegd.
ARTIKEL 1.1
BRAND
Een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Als brand
wordt in elk geval niet beschouwd zengen, schroeien, smelten, verkolen en broeien.
ARTIKEL 1.2
GEBEURTENIS
Een voorval of een reeks met elkaar verband houdende voorvallen, die één oorzaak hebben en die schade aan personen en/of schade aan zaken tot gevolg heeft.
ARTIKEL 1.3
MOTORRIJTUIG
Het op het polisblad omschreven motorrijtuig met toebehoren voorzover deze aan de maatschappij is opgegeven en waarmee bij het vaststellen van de verzekerde som rekening is gehouden.
ARTIKEL 1.4
OPZET
Door de verzekeringnemer of door een andere verze- kerde opzettelijk en tegen een persoon of zaak gericht wederrechtelijk handelen of nalaten. Bij een tot een groep behorende verzekerde is sprake van opzet in geval van opzettelijk en tegen een persoon of zaak gericht wederrechtelijk handelen of nalaten van één of meer tot de groep behorende personen, ook in het geval niet de verzekerde zelf zodanig heeft gehandeld of nagelaten.
Aan het opzettelijk karakter van dit wederrechtelijke handelen of nalaten doet niet af dat de verzekering- nemer of een andere verzekerde of, ingeval deze tot een groep behoort, één of meer tot de groep beho- rende personen zodanig onder invloed van alcohol of andere stoffen verkeert/verkeren, dat deze/die niet in staat is zijn/hun wil te bepalen.
ARTIKEL 1.5
PROCESKOSTEN
De kosten van de op verzoek of met toestemming van de maatschappij verleende rechtsbijstand in een tegen een verzekerde aanhangig gemaakt strafproces en/
of de kosten van verweer in een door een benadeelde tegen een verzekerde of de maatschappij aanhangig gemaakte civiele procedure (voor zover de maat- schappij instemt met de procedure).
ARTIKEL 1.6
SCHADE AAN PERSONEN
Schade door letsel of aantasting van de gezondheid van personen, al dan niet met een overlijden als gevolg, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
ARTIKEL 1.7
SCHADE AAN ZAKEN
Schade door beschadiging en/of vernietiging en/of verloren gaan van zaken van anderen dan de verze- kerde, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
ARTIKEL 1.8
STORM
Een windsnelheid van tenminste 14 meter per seconde (windkracht 7).
ARTIKEL 2
VERZEKERINGSGEBIED
De verzekering geldt voor gebeurtenissen binnen Europa, met uitzondering van tot Europa behorende landen die zijn doorgehaald op de geldige βGroene Kaartβ (Internationaal Motorrijtuigverzekeringsbewijs). Er is eveneens dekking binnen de op de βGroene Kaartβ vermelde andere landen die niet zijn doorgehaald.
ARTIKEL 3
VERVANGEND MOTORRIJTUIG
Voor de tijd dat het verzekerde motorrijtuig tijdelijk buiten gebruik is vanwege de uitvoering van repa- ratie, revisie of onderhoud bij een daartoe ingericht en erkend bedrijf, geldt de verzekering tevens voor een vervangend motorrijtuig van dezelfde soort en prijsklasse, tenzij de door deze verzekering geboden dekking eveneens op een andere polis wordt verleend of daarop zou zijn verleend als deze verzekering niet zou hebben bestaan.
Een tijdelijke aansprakelijkheidsdekking voor een vervangend motorrijtuig als in dit artikel bedoeld is niet een aansprakelijkheidsdekking als bedoeld in de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) en mag niet worden geacht aan de door
of krachtens de WAM gestelde eisen te voldoen. Uitsluitend de verzekerde kan aan de in dit artikel omschreven dekking voor het vervangende motorrij- tuig rechten ontlenen.
ARTIKEL 4
GEWIJZIGDE OMSTANDIGHEDEN
De volgende wijzigingen dienen onmiddellijk te worden doorgegeven:
1 Indien de verzekeringnemer of diens nabestaanden geen belang meer heeft bij het motorrijtuig, bijvoorbeeld door eigendomsoverdracht of totaal verlies;
2 Indien het motorrijtuig langer dan drie maanden aaneengesloten in het buitenland zal worden gebruikt.
De volgende wijzigingen dienen binnen 14 dagen te worden doorgegeven:
1 Een verandering van het woonadres van de verze- keringnemer of, indien deze een rechtspersoon is, van de regelmatige bestuurder;
2 Een verandering van de regelmatige bestuurder. De maatschappij heeft dan het recht de voor- waarden en premie direct aan te passen aan de nieuwe situatie.
De gekozen dekking kan tijdens het verzekerings- jaar niet wijzigen, tenzij het gaat om uitbreiding van de dekking of om gelijktijdige wijziging van het voertuig. Beperking van de dekking is alleen mogelijk per premievervaldatum door middel van een verzoek, ingediend uiterlijk een maand voor de contractvervaldatum.
ARTIKEL 5
EINDE VAN DE VERZEKERING
ARTIKEL 5.1
OPZEGGING DOOR DE VERZEKERINGNEMER
In aanvulling op de Algemene Voorwaarden heeft de verzekeringnemer eveneens het recht de verzekering schriftelijk te beΓ«indigen:
1 vanaf de dag dat de verzekeringnemer niet langer in Nederland is gevestigd;
2 na een schademelding, mits de opzegging uiterlijk binnen 1 maand na de afwikkeling van de schade plaatsvindt, met een opzegtermijn van
2 maanden;
3 als het motorrijtuig langer dan drie maanden aaneengesloten in het buitenland zal worden gebruikt;
4 vanaf de dag dat de verzekeringnemer of diens nabestaanden geen belang meer hebben bij het motorrijtuig en de feitelijke macht hierover verliezen.
ARTIKEL 5.2
OPZEGGING DOOR DE MAATSCHAPPIJ
In aanvulling op de Algemene Voorwaarden heeft de maatschappij eveneens het recht de verzekering schriftelijk te beΓ«indigen:
1 als het motorrijtuig langer dan drie maanden aaneengesloten buiten een lidstaat van de Europese Unie zal worden gebruikt, met een opzegtermijn van 2 maanden;
2 na een schademelding, mits de opzegging uiterlijk binnen 1 maand na de afwikkeling van de schade plaatsvindt, met een opzegtermijn van 2 maanden;
3 vanaf de dag dat de verzekeringnemer niet langer binnen de Europese Unie is gevestigd;
4 als de verzekeringnemer of zijn nabestaanden geen belang meer hebben bij het motorrijtuig en de feitelijk macht hierover verliezen, tenzij de verzekering wordt geschorst of voor een ander motorrijtuig wordt voortgezet;
ARTIKEL 5.3
SCHORSING VAN DE VERZEKERING
De verzekering kan op verzoek van de verzekering- nemer gedurende maximaal 36 maanden worden geschorst indien na eigendomsoverdracht of totaal verlies niet direct een ander motorvoertuig ter verze- kering wordt aangeboden dat door de maatschappij wordt geaccepteerd. De schorsing heeft tot gevolg dat de dekking eindigt en weer van kracht wordt nadat daarover met de maatschappij overeenstemming is bereikt.
ARTIKEL 6
ALGEMENE UITSLUITINGEN
In aanvulling op de uitsluitingen zoals vermeld in de Algemene Voorwaarden gelden voor deze verzekering eveneens de volgende uitsluitingen:
ARTIKEL 6.1
ANDER GEBRUIK
Bij ander gebruik van het motorrijtuig dan aan de maatschappij opgegeven of bij gebruik voor een ander doel dan wettelijk toegestaan.
ARTIKEL 6.2
INBESLAGNAME
Zolang het motorrijtuig in beslag genomen of gevorderd is door enige overheid.
ARTIKEL 6.3
OPZET
Door opzet of goedvinden van de verzekeringnemer, een verzekerde of een andere belanghebbende.
ARTIKEL 6.4
ONGELDIG RIJBEWIJS
Als de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig geen houder is van een rijbewijs dat in Nederland voor dat motorrijtuig geldig is. Of als hem de rijbevoegdheid is ontzegd, een rijverbod is opgelegd of als hij niet heeft voldaan aan de bijzondere bepalingen, die op zijn rijbewijs vermeld staan. Op deze uitsluiting zal door de maatschappij geen beroep worden gedaan, indien de ongeldigheid uitsluitend wordt veroorzaakt doordat de op het rijbewijs vermelde geldigheidstermijn is verstreken en de bestuurder op de schadedatum de leeftijd van 71 nog niet had bereikt.
ARTIKEL 6.5
RIJDEN ONDER INVLOED
Als de feitelijke bestuurder onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig ander middel verkeert, dat hij niet tot behoorlijk rijden in staat
moet worden geacht, dan wel dat het rijden hem bij wet of door de overheid zou zijn verboden. Deze uitsluiting geldt niet voor de dekking wettelijke aansprakelijkheid.
ARTIKEL 6.6
VERHUUR
Bij verhuur van het motorrijtuig of gebruik voor het vervoer van personen tegen betaling. Hieronder valt niet het meerijden van collegaβs tijdens het woon/ werkverkeer, die bijdragen in de kosten van het vervoer (carpooling).
ARTIKEL 6.7
WEDSTRIJDEN
Door deelname aan ritten of wedstrijden, waarbij het om snelheid, regelmatigheid of behendigheid gaat.
De maatschappij verzekert de verzekeringnemer wel tegen de financiΓ«le gevolgen van schade tijdens
betrouwbaarheids-, oriΓ«ntatie- en puzzelritten, die in Nederland plaatsvinden, niet langer duren dan 24 uur en waarbij de snelheid voor de uitslag niet beslissend is.
ARTIKEL 6.8
AANHANGER/OPLEGGER
Terwijl aan het motorrijtuig een aanhangwagen of oplegger is gekoppeld. Deze uitsluiting geldt niet voor de dekking Aansprakelijkheid indien het rijden met een aanhangwagen of oplegger blijkens het polis- blad uitdrukkelijk is meeverzekerd. In dat geval is er ook dekking voor een gebeurtenis ontstaan nadat de aanhangwagen of oplegger van het motorrijtuig is losgemaakt maar nog niet veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen.
ARTIKEL 6.9
VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN
Schade veroorzaakt door, optredende bij of als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals bedoeld in artikel 3.a van de WAM, tenzij er blijkens het polisblad hiervoor wel dekking bestaat.
Billijkheidsclausule
Bij de hierboven genoemde uitsluitingen βander gebruikβ, βongeldig rijbewijsβ, βverhuurβ en βrijden onder invloedβ, verzekert de maatschappij de verze- keringnemer wel tegen de financiΓ«le gevolgen van schade indien de verzekeringnemer aantoont dat:
1 de omstandigheden bij het ontstaan van de schade zich buiten zijn voorkennis en/of tegen zijn wil hebben voorgedaan, Γ©n;
2 hem in redelijkheid geen verwijt treft aan die omstandigheden.
ARTIKEL 7
BONUS/MALUS REGELING
Tenzij in de polis staat vermeld dat de Bonus/Malus (B/M) regeling niet wordt gehanteerd, wordt op de premies van de dekkingen Aansprakelijkheid en Casco de B/M regeling toegepast. Bij de dekking Casco geldt de B/M regeling niet voor de premie welke verschul- digd is voor het deel van de dekking dat onder de dekking Mini-Casco valt. Nadat bij het sluiten van de verzekering de B/M-trede is vastgesteld, wordt na elk verzekeringsjaar de korting/opslag voor de premie voor het volgende jaar bepaald volgens onderstaand schema (Bonus/Malus schaal).
B/M- TREDE | KORTINGS- PERCEN- TAGE | TOEKOMSTIGE B/M-TREDE NA EEN VERZEKERINGSJAAR | |||
ZONDER SCHADE | MET 1 SCHADE | MET 2 SCHADEN | MET 3 OF MEER SCHADEN | ||
20 | 75 | 20 | 14 | 8 | 1 |
19 | 75 | 20 | 13 | 7 | 1 |
18 | 75 | 19 | 12 | 7 | 1 |
17 | 75 | 18 | 11 | 6 | 1 |
16 | 75 | 17 | 10 | 6 | 1 |
15 | 75 | 16 | 9 | 5 | 1 |
14 | 75 | 15 | 8 | 4 | 1 |
13 | 70 | 14 | 7 | 3 | 1 |
12 | 65 | 13 | 7 | 3 | 1 |
11 | 62,5 | 12 | 6 | 2 | 1 |
10 | 60 | 11 | 6 | 2 | 1 |
9 | 55 | 10 | 5 | 1 | 1 |
8 | 50 | 9 | 4 | 1 | 1 |
7 | 45 | 8 | 3 | 1 | 1 |
6 | 40 | 7 | 2 | 1 | 1 |
5 | 30 | 6 | 1 | 1 | 1 |
4 | 20 | 5 | 1 | 1 | 1 |
3 | 10 | 4 | 1 | 1 | 1 |
2 | 0 | 3 | 1 | 1 | 1 |
1 | 20% | 2 | 1 | 1 | 1 |
opslag |
ARTIKEL 7.1
TERUGVAL VAN KORTING BIJ SCHADE
Iedere melding van een gebeurtenis waaruit voor de maatschappij een verplichting tot uitkering kan voortvloeien geldt als één schade die van invloed is op het kortingspercentage. Een dienovereenkomstig gewijzigd kortingspercentage geldt met ingang van het eerstvolgende verzekeringsjaar na de datum
waarop de gebeurtenis plaats had. Indien de schade- melding na het eerstbedoelde tijdstip is verwerkt heeft de maatschappij het recht met terugwerkende kracht suppletie van premie te vorderen.
ARTIKEL 7.2
GEEN TERUGVAL BONUS/MALUS REGELING
Een schademelding heeft geen invloed op de B/M regeling als:
1 er geen schadevergoeding verschuldigd is;
2 de gebeurtenis valt onder de in de voorwaarden genoemde Mini-Casco evenementen;
3 een betaalde schade geheel is verhaald;
4 er sprake is van een aanrijding met een fietser of voetganger, waarbij ter zake van het ontstaan van die aanrijding aan de zijde van de verzekerde geen enkel verwijt kan worden gemaakt;
5 een betaalde schade binnen 12 maanden, nadat hem van het uitgekeerde bedrag bericht is gedaan, door de verzekeringnemer voor eigen rekening is genomen. Dit op voorwaarde dat de maatschappij geen verdere betalingen met betrekking tot die schademelding zal hoeven te doen;
6 uitsluitend schade door vervoer van gewonden is vergoed;
7 de schadeuitkering alleen op basis van
artikel 7:962 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek niet verhaald kan worden. Volgens dit artikel heeft de verzekeraar geen recht op verhaal op bepaalde personen die tot de familie of werkkring van een verzekerde behoren.
ARTIKEL 7.3
TEN ONRECHTE VERLEENDE NO-CLAIMKORTING
Als de maatschappij de verzekeringnemer te weinig premie in rekening heeft gebracht door een ten onrechte verleende B/M-korting, heeft zij het recht aanvullende premie te berekenen, als:
1 uit een nog niet eerder gebruikte melding in de gemeenschappelijke database van de motorrijtuig- verzekeraars voor schadevrije jaren (Xxx Xxxx) blijkt, dat de verzekeringnemer aanspraak heeft op een lagere B/M-korting dan de maatschappij hem heeft toegekend;
2 er in Roy Data geen voor de maatschappij accep- tabele gegevens van de verzekeringnemer te vinden zijn.
ARTIKEL 8
SPECIFIEKE VERPLICHTINGEN BIJ SCHADE
Bij schade hebben de verzekeringnemer en de verzekerde de verplichting:
1 volledige medewerking te verlenen aan:
a het behandelen van een door derden geΓ«iste schadevergoeding;
b het verhalen van schade door de maatschappij en het overdragen aan de maatschappij van alle rechten, die de verzekeringnemer of de verzekerde met betrekking tot die schade op een derde mochten hebben, zonodig door het ondertekenen van een akte;
2 geen enkele toezegging, verklaring of handeling te doen, waaruit erkenning van aansprakelijkheid kan worden afgeleid;
3 direct na het eerste verzoek van de maatschappij de rechten met betrekking tot een gestolen of verduisterd verzekerd voorwerp aan de maat- schappij over te dragen.
ARTIKEL 9
SCHADEREGELING
ARTIKEL 9.1
ALGEMEEN
1 Als de schade kan worden hersteld, vergoedt de maatschappij alleen de reparatiekosten.
2 Bij verlies van het motorrijtuig of onderdelen daarvan vergoedt de maatschappij de dagwaarde onmiddellijk voor het schadevoorval.
3 Als de reparatiekosten meer bedragen dan het verschil in dagwaarde onmiddellijk voor het schadevoorval en de dagwaarde (zijnde de restantwaarde) onmiddellijk na het schadevoorval, is de maatschappij slechts verplicht tot vergoeding van dit verschil tussen deze dagwaarden.
4 Als de verzekeringnemer de BTW kan verrekenen, dan zal de maatschappij deze op de schade- vergoeding in mindering brengen.
5 De vergoeding zal niet meer bedragen dan het verzekerd bedrag zoals vermeld op het polisblad.
ARTIKEL 9.2
TOTAL-LOSS
Als er sprake is van total-loss (technisch of econo- misch) of verlies van het motorrijtuig, zal de maatschappij niet eerder tot schadevergoeding overgaan dan nadat (het eigendom van) het verze- kerde motorrijtuig of het restant daarvan, inclusief de eventueel door de maatschappij te vergoeden extra voorzieningen en accessoires, aan de maat-
xxxxxxxx of een door haar aan te wijzen derde partij is overgedragen.
De verzekerde is verplicht alle delen van het bij het verzekerde motorrijtuig behorende kentekenbewijs, kentekenplaten, sleutels, codekaarten, boekjes
etc. aan de maatschappij of aan een door de maat- schappij aan te wijzen derde partij te overhandigen. Bij een gedekte schade door verlies van het gehele motorrijtuig door diefstal, verduistering, oplich-
ting en joy-riding heeft de verzekeringnemer pas recht op schadevergoeding nadat de maatschappij alle gegevens ontvangen heeft die nodig zijn voor de vaststelling van de schade en van het recht op schadevergoeding en nadat een termijn van 30 dagen is verstreken zonder dat het motorrijtuig is teruggevonden.
ARTIKEL 9.3
AFSTAND VERHAALSRECHT
De maatschappij zal geen gebruik maken van de (eventuele) mogelijkheid om de betaalde vergoeding te verhalen op de door de verzekerde gemachtigde bestuurder en passagiers, of de werkgever van deze personen, tenzij sprake is van een uitsluiting die niet tegen de verzekeringnemer kan worden ingeroepen.
In de polis is aangegeven welke van de hierna omschreven dekkingen zijn verzekerd:
β Aansprakelijkheid
β Mini-Casco
β Casco
β Werkrisico
β Casco Laad- en losmaterieel
β Eigendommen chauffeur
β Ongevallen inzittenden
β Schade inzittenden
β Rechtsbijstand
AANSPRAKELIJKHEID
ARTIKEL 10
AANSPRAKELIJKHEID
Met voorbijgaan aan hetgeen anders in deze verze- keringsvoorwaarden mocht zijn bepaald, wordt de verzekering geacht aan de door of krachtens de WAM gestelde eisen te voldoen behoudens het gestelde in het onderdeel omvang van de dekking, artikel 3 (Vervangend motorrijtuig).
ARTIKEL 10.1
VERZEKERDEN
De verzekerden zijn:
β De verzekeringnemer, de eigenaar, de houder, de bestuurder en de passagiers van het motorrijtuig;
β De werkgever van deze personen, indien hij op grond van artikel 6:170 van het burgerlijk wetboek aansprakelijk is voor de schade die door een van hen is veroorzaakt.
ARTIKEL 10.2
AANSPRAKELIJKHEID
De maatschappij dekt de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade aan personen en zaken β met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade
β die met of door het motorrijtuig is veroorzaakt.
In de dekking is mede begrepen de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door zaken die zich bevinden op, vallen van of gevallen zijn van het motorrijtuig, tenzij de schade is ontstaan tijdens laad- en loswerkzaamheden.
ARTIKEL 10.3
VERZEKERD BEDRAG
De maatschappij keert per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen maximaal het in de polis vermelde verzekerde bedrag uit. Indien het gaat om de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt in een land waar een hoger verzekerd bedrag wettelijk is voorgeschreven, geeft de verzekering dekking tot dat hogere bedrag.
ARTIKEL 10.4
ZEKERHEIDSSTELLING
Indien een buitenlandse overheid in verband met een gedekte gebeurtenis een zekerheidsstelling verlangt voor de invrijheidsstelling van een verzekerde of voor de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag zal de maatschappij deze voorschieten tot
een bedrag van ten hoogste β¬ 50.000. De verze- kerden zijn verplicht alle medewerking te verlenen om terugbetaling van het voorgeschoten bedrag aan de maatschappij te verkrijgen.
ARTIKEL 10.5
PROCESKOSTEN/WETTELIJKE RENTE
Zonodig boven het verzekerde bedrag vergoedt de maatschappij naar aanleiding van een gedekte gebeurtenis indien en voor zover niet uit andere hoofde een recht van vergoeding bestaat:
β De kosten van verweer in een door de bena- deelde tegen de maatschappij aanhangig gemaakt burgerlijk proces;
β De kosten van verweer in een door de benadeelde tegen een verzekerde aanhangig gemaakt burger- lijk proces mits dit verweer wordt gevoerd onder leiding van de maatschappij;
β De kosten van rechtsbijstand, die met goedkeuring van de maatschappij wordt verleend in een tegen een verzekerde aanhangig gemaakt strafproces.
ARTIKEL 10.6
SCHADE AAN EIGEN MOTORRIJTUIGEN
In de hierna omschreven gevallen geeft de verzeke- ring, in afwijking van artikel 10.8, recht op vergoeding van schade aan eigen motorrijtuigen.
1 Schade aan andere motorrijtuigen van verzekeringnemer
Bij schade die met of door het verzekerde motorrijtuig aan een ander motorrijtuig van verzekeringnemer is toegebracht, wordt deze schade vergoed indien en voorzover een verzekerde daarvoor jegens verzekeringnemer aansprakelijk is.
Deze dekking geldt niet voor:
β Schade ontstaan bij een gebeurtenis die plaats heeft in een gebouw of op een terrein in gebruik bij verzekeringnemer of de eigenaar van het motorrijtuig;
β De bij de schadegebeurtenis ontstane gevolg- en/of bedrijfsschade.
2 Schade aan het verzekerde motorrijtuig zelf De verzekering geeft recht op vergoeding van schade aan de stoffering van het verzekerde
motorrijtuig ontstaan bij (kosteloos) vervoer van gewonden.
ARTIKEL 10.7
EIGEN RISICO
De verzekeringnemer is verplicht het eigen risico zoals dat is vermeld op het polisblad aan de maatschappij te voldoen zodra deze een betaling aan de tegenpartij heeft gedaan. Indien de verzekeringnemer het eigen risico niet tijdig betaalt, heeft de maatschappij het recht om geen dekking te verlenen ten aanzien van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vanaf de dertigste dag nadat de maatschappij de verzekering- nemer schriftelijk heeft aangemaand en betaling is uitgebleven. Ook al wordt de dekking wegens het niet voldoen van het eigen risico opgeschort of beΓ«indigd, de verzekeringnemer blijft verplicht het eigen
risico te voldoen.
De dekking wordt weer van kracht voor gebeurte- nissen die hebben plaatsgevonden na de dag waarop hetgeen verschuldigd is door de maatschappij is ontvangen.
Het eigen risico is niet van toepassing voor schade die valt onder artikel 10.6 sub 2 (schade aan het verze- kerde motorrijtuig zelf als gevolg van het vervoer van gewonden).
ARTIKEL 10.8
UITSLUITINGEN
Naast de in de Algemene Voorwaarden en in artikel 6 genoemde algemene uitsluitingen, geldt dat tevens is uitgesloten vergoeding van schade, veroorzaakt of ontstaan:
1 aan of door een niet gemachtigde bestuurder of passagier;
2 aan het motorvoertuig zelf, behoudens het gestelde in artikel 10.6 sub 2;
3 aan zich in het motorrijtuig bevindende en/of daarmee vervoerde zaken;
4 aan zaken die toebehoren aan de eigenaar of bestuurder of die zij onder zich hebben;
5 door degene die zich door diefstal of geweldpleging de macht over het motorrijtuig heeft verschaft, alsmede door degene die, dit wetende, het motor- rijtuig zonder geldige reden gebruikt;
6 aan het gesleepte of gekoppelde voertuig of aanhanger;
7 door laad-, los- of werkmaterieel tijdens uitvoering van werkzaamheden waarvoor dit materieel
is bedoeld.
ARTIKEL 10.9
VERHAAL
Als de maatschappij volgens de WAM of een soort- gelijke buitenlandse wet een schade vergoedt, die zij door een uitsluiting of anderszins volgens een andere wet of de polisvoorwaarden niet hoeft te vergoeden, heeft zij recht op verhaal. Xxxxxxx wordt verhaal van de schadevergoeding, vermeerderd met de gemaakte kosten, op die verzekerde op wie de uitsluiting of het anderszins ontbreken van dekking van toepassing is. Dit verhaalsrecht wordt niet ontkracht door schaderegelingsovereenkomsten tussen verzekerings- maatschappijen, waarbij die wederzijds afstand doen van het verhaal van schade, of door beΓ«indiging van de verzekering.
ARTIKEL 10.10
HULPVERLENING
1 Er bestaat recht op hulpverlening voor of ten behoeve van de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig, waaronder ook wordt begrepen de bijrijder, voorzover het motorrijtuig zich buiten Nederland maar binnen het Verzekeringsgebied bevindt, als:
β De bestuurder overlijdt of als gevolg van een ongeval of een plotselinge en onvoorziene ziekte niet meer in staat het motorrijtuig te besturen;
β Bloed- en aanverwanten in de eerste graad en/ of huisgenoten van de bestuurder overlijden, een ernstig ongeval overkomt of plotseling en onvoorzien ernstig ziek worden;
β Er sprake is van plotselinge en onvoorziene ernstige schade aan het woonhuis van de bestuurder als gevolg van diefstal, brand of enig natuurgeweld en aanwezigheid van de bestuurder daarvoor dringend nodig is.
2 De coΓΆrdinatie van de hulpverlening ligt bij de Helpdesk Delta Lloyd (hierna te noemen Helpdesk). De Helpdesk verzorgt en/of begeleidt de hulpverle- ning en de vergoeding van de gedekte kosten.
3 Bij een onder 1 genoemd evenement, verzorgt de Helpdesk:
β De noodzakelijke repatriΓ«ring van de bestuurder naar Nederland met een door de Helpdesk te bepalen vervoermiddel;
β De repatriΓ«ring van het stoffelijk overschot naar Nederland met een door de Helpdesk te bepalen vervoermiddel. Bij een begrafenis of crematie ter plaatse zullen de kosten hiervan en de kosten van de overkomst van de huis- genoten en familieleden in de eerste graad worden vergoed. De totale vergoeding in geval van een begrafenis of crematie ter plaatse zal nooit meer bedragen dan de vergoeding die nodig is voor repatriΓ«ring van het stoffelijk overschot naar Nederland;
β De reis- en verblijfkosten van een huisgenoot of familielid in de eerste graad van de woon- plaats naar de verblijfplaats van de bestuurder in het buitenland en weer terug indien de bestuurder zich in levensgevaar bevindt. De verblijfskosten zijn gemaximeerd tot β¬ 200 per dag met een maximum van 10 dagen.
4 Er bestaat geen recht op deze hulpverlening, indien of voorzover op grond van een andere verzekering, ongeacht van welke aard en al dan niet van oudere datum, aanspraken kunnen worden gemaakt of zouden kunnen worden gemaakt, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
MINI-CASCO EN CASCO
ARTIKEL 11
MINI-CASCO EN CASCO
ARTIKEL 11.1
VERZEKERDEN
Als verzekerde geldt de verzekeringnemer.
ARTIKEL 11.2
OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
De verzekering geeft de verzekerde recht op een schadevergoeding voor beschadiging of verlies van het motorrijtuig, de bij de opgegeven uitvoering door de fabriek afgeleverde standaarduitrusting en de als verzekerd aan te merken accessoires (zie hierna), indien de schade is veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis. Als verzekerde accessoires gelden de aan het motorrijtuig bevestigde accessoires voor zover deze naar aard en omvang gebruikelijk zijn, alsmede de uitdrukkelijk meeverzekerde accessoires en de in of aan het motorrijtuig gemonteerde diefstalpreventie- middelen. Tevens geldt dat de waarde van deze accessoires dient te zijn opgenomen in de verzekerde som.
ARTIKEL 11.3
MINI-CASCO
De maatschappij verzekert verlies van en schade aan het motorrijtuig veroorzaakt door:
1 brand, explosie, blikseminslag, zelfontbranding en kortsluiting, waarbij geen andere schade aan het motorrijtuig is ontstaan. Daarnaast verzekert de maatschappij de schade indien de hiervoor genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van eigen gebrek. De herstelkosten van het eigen gebrek zelf worden echter niet vergoed;
2 aanrijding met wild, vogels of loslopende dieren;
3 inslag van hagelstenen op de carrosserie;
4 het neerstorten van een luchtvaartuig of onder- delen daarvan en ook het vallen van voorwerpen uit een luchtvaartuig;
5 natuurrampen, zoals overstroming, aardbeving, vulkanische uitbarsting en lawine;
6 storm, waardoor het motorrijtuig - in stilstand - omver waait, of voorwerpen op en/of tegen het motorrijtuig terechtkomen, dan wel het portier tegen een ander voorwerp of tegen het motorrij- tuig zelf openwaait;
7 enig van buiten komend onheil tijdens trans- port van het motorrijtuig per boot of trein, tenzij uitsluitend sprake is van krassen, schrammen en lakschade;
8 de verschuldigde bijdrage in de averij-grosse;
9 diefstal, inbraak, joyriding of verduistering van het gehele motorrijtuig alsmede de schade die is ontstaan tijdens de poging daartoe of tijdens de periode dat het motorrijtuig als gevolg van één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken;
10 relletjes of opstootjes;
11 breuk van een of meer ruiten van het motorrij- tuig, voor zover dit niet het gevolg is van botsen, slippen, omslaan, van de weg of te water geraken.
ARTIKEL 11.4
CASCO
(indien meeverzekerd)
De maatschappij verzekert verlies van en schade aan het motorrijtuig veroorzaakt door:
1 iedere onder Mini-casco omschreven gebeurtenis;
2 botsen, slippen, omslaan, van de weg of te water geraken, ook als dit het gevolg is van een eigen gebrek van het motorrijtuig. De herstelkosten van het eigen gebrek zelf worden echter niet vergoed;
3 ieder ander van buiten het motorrijtuig komend onheil.
De op het polisblad genoemde premie voor de Cascodekking is exclusief de premie voor de Mini-cascodekking.
ARTIKEL 11.5
STICHTING VERZEKERINGSBUREAU VOERTUIGCRIMINALITEIT
Bij constatering van vermissing van een tegen dief- stal verzekerd motorrijtuig is de verzekeringnemer verplicht de maatschappij en de politie direct van dit feit op de hoogte te stellen. De verzekeringnemer verklaart zich akkoord met de aanmelding door de maatschappij van de motorrijtuiggegevens aan de
Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV). Hierdoor kan de maatschappij door de overheid erkende particuliere organisaties inschakelen voor
het terugvinden en terugbezorgen van het motorrij- tuig. De verzekeringnemer kan ook zelf rechtstreeks de vermissing van het motorrijtuig doorgeven aan de Stichting VbV, telefoon (000) 000 00 00, xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
ARTIKEL 11.6
VERGOEDING AUDIOVISUELE EN TELECOMMUNICATIE APPARATUUR
Bij beschadiging of verlies van audiovisuele- en tele- communicatie apparatuur als gevolg van een onder Mini-casco of Casco gedekte gebeurtenis wordt ten hoogste β¬ 500 vergoed.
ARTIKEL 11.7
EIGEN RISICO
Op de vastgestelde vergoeding wordt het op het polisblad vermelde eigen risico in mindering gebracht. Er wordt geen eigen risico in rekening gebracht indien:
β er uitsluitend sprake is van een vergoeding volgens artikel 11.8 sub 3 (vergoeding bij diefstal motorrijtuigsleutels.
Voor de ruitschade geldt het volgende:
1 tenzij op het polisblad anders wordt aangegeven, geldt een eigen risico van β¬ 150.
2 bij ruitreparatie geldt geen eigen risico als de ruit via de Select Ruitschade Service wordt gerepa- reerd, in alle andere gevallen is bij ruitreparatie het eigen risico van toepassing zoals hierboven onder 1 staat;
3 bij ruitvervanging via inschakeling van de Select Ruitschade Service, komt slechts een deel van het eigen risico voor rekening van de verzekeringnemer;
4 bij ruitvervanging door inschakeling van een Glasgarant herstelbedrijf, dat niet valt onder de Select Ruitschade Service geldt het eigen risico dat hierboven onder 1 staat;
Op de Groene Kaart staat hoe contact kan worden opgenomen met een bedrijf dat is aangesloten bij de Select Ruitschade Service en ook welk eigen risico in dat geval geldt bij ruitvervanging.
ARTIKEL 11.8
EXTRA VERGOEDINGEN
Zonodig boven de verzekerde som vergoedt de maatschappij:
1 Schade aan of diefstal van in het voertuig aanwe- zige of aan het motorvoertuig verbonden zaken die tot doel hebben de veiligheid van het voer- tuig, de bestuurder of de passagiers te vergroten, zoals een gevarendriehoek, brandblusmiddelen, verbanddoos, pechlamp of sleepkabel. Dit uitslui- tend naar aanleiding van een gedekte gebeurtenis;
2 Indien als gevolg van een gedekte gebeurtenis het verzekerde voertuig technisch niet meer in staat is de reis te vervolgen, vergoedt de maatschappij de kosten van berging, eventueel vervoer naar
de dichtstbijzijnde reparatie-inrichting en stalling
indien dit naar oordeel van de maatschappij nood- zakelijk is. In het buitenland worden deze kosten alleen vergoed indien er sprake is van berging via een door of namens de maatschappij ingeschakeld bergings- en/of transportbedrijf dat tevens kan beoordelen of het noodzakelijk is deze kosten te maken;
3 De kosten van de noodzakelijke kosten van wijzi- ging, of β als dat niet mogelijk is β vervanging van de sloten van het verzekerde motorrijtuig indien de motorrijtuigsleutels na diefstal met braak of
na beroving met geweld in het bezit van onbe- voegden zijn geraakt. Onder motorrijtuigsleutels worden in dit verband verstaan alle mechanische en/of elektronische middelen met behulp waarvan de portieren van het motorrijtuig kunnen worden geopend en/of de motor van het motorrijtuig kan worden gestart. De vergoeding zal ten hoogste
β¬ 500 bedragen. De hiervoor bedoelde diefstal
of beroving dient te blijken uit een proces-verbaal van aangifte, waarin de motorrijtuigsleutels afzonderlijk staan vermeld.
4 De kosten van schade aan de belettering van het verzekerde motorvoertuig, indien deze als gevolg van een gedekte gebeurtenis is beschadigd/ verloren gegaan. De vergoeding zal ten hoogste
β¬ 500 bedragen.
ARTIKEL 11.9
UITSLUITINGEN
1 Uitgesloten is vergoeding van schade veroorzaakt of ontstaan door diefstal of vermissing van het motorrijtuig indien de verzekeringnemer, nadat bekend was geworden dat de motorrijtuigsleu- tels waren gestolen of vermist, geen adequate maatregelen heeft getroffen om diefstal van het motorrijtuig door gebruikmaking van de gestolen of vermiste sleutels te voorkomen.
Onder motorrijtuigsleutels dienen in dit verband te worden verstaan alle mechanische en/of elektro- nische middelen met behulp waarvan de portieren van het motorrijtuig kunnen worden geopend en/of de motor kan worden gestart.
2 Uitgesloten is vergoeding van schade veroor- zaakt of ontstaan door diefstal, inbraak (of poging daartoe) en joyriding, indien de verzekerde onvoldoende zorg verweten kan worden. Van verwijtbaar onvoldoende zorg is in ieder geval sprake indien de verzekerde het motorrijtuig onbeheerd heeft achtergelaten terwijl:
β is nagelaten dit voldoende af te sluiten, en/of;
β de sleutel(s) in het motorrijtuig is (zijn) achtergelaten.
WERKRISICO
ARTIKEL 12
WERKRISICO
De dekking is een uitbreiding op de dekking Aansprakelijkheid (artikel 10). De voorwaarden van artikel 10 zijn derhalve van toepassing, tenzij anderszins wordt bepaald.
ARTIKEL 12.1
OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
De maatschappij dekt de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade aan personen en zaken β met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade
β die is veroorzaakt door vast aan het verzekerde motorrijtuig verbonden laad-, los- of werkmaterieel. Daaronder is tevens begrepen:
β schade die is veroorzaakt door lading die met de verzekerde laad-, los- of werkmaterieel is getakeld of vervoerd. De schade aan de lading zelf is niet gedekt;
β schade die is ontstaan aan ondergrondse eigen- dommen van derden die is veroorzaakt door het verzekerde materieel. Hiervoor geldt een maximum van β¬ 50.000 per schadegebeurtenis.
Behoudens de uitsluitingen onder de Algemene Voorwaarden en artikelen 6 en 10.8, zijn de volgende aanvullende uitsluitingen van toepassing:
1 Schade die is veroorzaakt door of verband houdt met werkzaamheden met een hei- of vibratorblok.
2 Schade aan ondergrondse eigendommen van derden indien de verzekerde voorafgaand aan de werkzaamheden niet alle in het kader van de Wet Informatieuitwisseling Ondergrondse Netten (WION) vereiste voorzorgsmaatregelen heeft genomen.
Indien desondanks schade aan ondergrondse zaken wordt veroorzaakt, geldt een extra eigen risico van 10% van het schadebedrag, met een minimum van
β¬ 2.500 en een maximum van β¬ 12.500.
ARTIKEL 12.2
EIGEN RISICO
Er wordt geen eigen risico in mindering gebracht indien er ten gevolge van dezelfde schadegebeurtenis al een volledig eigen risico in mindering is gebracht op een schadevergoeding voor de dekking Aansprake- lijkheid. Dit geldt niet voor schade die is ontstaan aan ondergrondse eigendommen van derden, daarvoor geldt de regeling zoals beschreven in artikel 12.1.
CASCO LAAD- EN LOSMATERIEEL
ARTIKEL 13
CASCO LAAD- EN LOSMATERIEEL
Deze dekking is een uitbreiding op de dekking Casco (artikel 11.4). De voorwaarden van artikel 11 zijn derhalve van toepassing, tenzij anderszins wordt bepaald.
ARTIKEL 13.1
OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
De maatschappij vergoedt tot het maximum dat op het polisblad wordt genoemd de schade aan en/of verliezen van het aan het verzekerde voertuig beves- tigde laad- en/of losmaterieel. In aanvulling op de dekking als omschreven in artikel 11.4 vergoedt
de maatschappij tevens schade door eigen gebrek, inclusief de herstelkosten van het eigen gebrek.
ARTIKEL 13.2
UITSLUITINGEN
In aanvulling op de uitsluitingen zoals omschreven in de Algemene Voorwaarden en artikelen 6 en 11.9 is van deze dekking eveneens uitgesloten:
1 Gevolgschade door het al dan niet tijdelijk niet beschikbaar zijn van het verzekerde materieel;
2 Kosten die betrekking hebben op onderhoud dan wel op herstel en/of vervanging van onderdelen voorzover dat uitsluitend gebeurt omdat die onderdelen aan normale slijtage onder-
hevig zijn;
3 Schade die wordt veroorzaakt of verergerd doordat verzekeringnemer ernstig tekort is geschoten in de redelijkerwijze van hem te verwachten zorg voor werkmaterieel alsmede zorgvuldigheid met betrekking tot het onderhoud ervan.
ARTIKEL 13.3
EIGEN RISICO
Er wordt geen eigen risico in mindering gebracht indien er ten gevolge van dezelfde schadegebeurtenis al een volledig eigen risico in mindering is gebracht op een schadevergoeding voor de dekking Casco.
EIGENDOMMEN CHAUFFEUR
ARTIKEL 14
EIGENDOMMEN CHAUFFEUR
ARTIKEL 14.1
VERZEKERDEN
Naast de verzekeringnemer wordt als verzekerde iedere inzittende beschouwd die met toestemming of machtiging van de verzekeringnemer een zitplaats in de cabine van het verzekerde voertuig inneemt.
ARTIKEL 14.2
OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
De maatschappij vergoedt, tot het maximum dat op het polisblad staat, schade aan of verlies van zaken (geen geld of geldswaarden) die zich in de cabine van het verzekerde voertuig bevinden en die behoren tot de particuliere huishouding van een verzekerde, voorzover de gebeurtenis die tot deze schade leidt valt onder de gedekte gebeurtenissen als bedoeld in artikel 11.4 (dekking Casco).
Als er sprake is van diefstal, is de dekking uitsluitend van kracht indien:
1 het verzekerde voertuig is gestolen, of;
2 er sprake is van braak aan het verzekerde voertuig of braak aan het gebouw waarin het voertuig werd gestald, of;
3 de diefstal plaatsvond met geweld of dreiging met geweld.
Voor de bepaling van de schade gaat de maatschappij uit van de nieuwwaarde van de verzekerde zaken, tenzij:
1 de dagwaarde op het moment van schade minder dan 40% van de oorspronkelijke nieuwwaarde was;
2 de zaken onttrokken waren aan het gebruik waarvoor zij waren bedoeld;
3 het gaat om brom- of snorfietsen, onderdelen en accessoires van motorvoertuigen, antieke zaken of zaken met zeldzaamheidswaarde;
4 er sprake is van schade aan electronische apparatuur.
ONGEVALLEN INZITTENDEN
ARTIKEL 15
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 15.1
BLIJVENDE FUNCTIONELE INVALIDITEIT
Objectiveerbaar blijvend geheel of gedeeltelijk verlies of blijvend geheel of gedeeltelijk functieverlies van enig direct door lichamelijk letsel getroffen deel of orgaan van het lichaam van de verzekerde. Bij het vaststellen van de blijvende functionele invaliditeit wordt geen rekening gehouden met het beroep van verzekerde.
ARTIKEL 15.2
LETSEL
Een direct door een ongeval veroorzaakte anatomi- sche beschadiging.
ARTIKEL 15.3
MOTORRIJTUIG
Het op het polisblad vermelde motorrijtuig of een vervangend, gelijkwaardig motorrijtuig, dat de verzekerde gebruikt tijdens de periode van reparatie, revisie of onderhoud van het op het polisblad vermelde motorrijtuig.
ARTIKEL 15.4
NABESTAANDE
Degene die na het overlijden van verzekerde gerechtigd is toestemming te verlenen voor medisch onderzoek op het stoffelijke overschot van verzekerde.
ARTIKEL 15.5
ONGEVAL
Een, in verband met de verkeersdeelneming met het motorrijtuig ontstane gebeurtenis, waardoor een plotselinge, onmiddellijke, onverwachte, van buiten komende inwerking van geweld op of in het lichaam van de verzekerde, een medisch vast te stellen lichamelijk letsel veroorzaakt dat het overlijden of blijvende lichamelijke en/of geestelijke invaliditeit ten gevolge heeft.
Als sprake is van een in verband met de verkeers- deelneming met het verzekerde motorrijtuig ontstane gebeurtenis, wordt tevens als ongeval verstaan:
1 acute vergiftiging:
Acute vergiftiging tengevolge van het plotseling en ongewild binnenkrijgen van gassen, dampen, vloeibare of vaste stoffen, anders dan vergiftiging door gebruik van genees-, genot- of narcose- middelen en anders dan het binnenkrijgen van allergenen;
2 besmetting:
Besmetting door ziektekiemen of een allergische reactie, indien deze besmetting of reactie een rechtstreeks gevolg is van een onvrijwillige val in het water of in enige andere stof, dan wel het gevolg is van het zich daarin begeven bij een poging tot redding van mens, dier of goederen;
3 binnenkrijgen van stoffen:
Het ongewild en plotseling binnenkrijgen van stoffen of voorwerpen in het spijsverteringskanaal, de luchtwegen, de ogen of de gehoororganen, waardoor inwendig letsel ontstaat, met uitzonde- ring van het binnendringen van ziektekiemen of allergenen;
4 spierletsels:
Verstuiking, ontwrichting en scheuring van spierβ en bandweefsel, mits deze letsels plotseling zijn ontstaan en hun aard en plaats geneeskundig zijn vast te stellen;
5 verstikking:
Verstikking, verdrinking, bevriezing, zonnesteek, hitteberoerte;
6 uitputting:
Uitputting, verhongering, verdorsting en zonnebrand als gevolg van onvoorziene omstandigheden;
7 ziektekiemen:
Wondinfectie of bloedvergiftiging door het binnen- dringen van ziektekiemen in een door een gedekt ongeval ontstaan letsel;
8 complicaties:
Complicaties of verergering van het ongevalletsel als rechtstreeks gevolg van eerste hulpverlening of van de door het ongeval noodzakelijk geworden geneeskundige behandeling;
9 cervicaal acceleratie trauma (Whiplash): Lichamelijke functionele beperkingen van de cervicale wervelkolom als gevolg van een cervicaal acceleratie trauma.
ARTIKEL 15.6
VERZEKERDE(N)
De bestuurder en/of de passagier(s), die met toestemming van de verzekeringnemer een wettelijk toegestane zitplaats in het verzekerde motorrijtuig hebben ingenomen.
ARTIKEL 16
OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
ARTIKEL 16.1
STREKKING VAN DE VERZEKERING
Deze verzekering heeft als doel een uitkering te verlenen indien een verzekerde als gevolg van een door een ongeval opgelopen lichamelijk letsel overlijdt of blijvend functioneel invalide wordt:
1 tijdens verblijf in het motorrijtuig en bij het in- en uitstappen, ook als het ongeval ontstaat als gevolg van een ziekelijke toestand van de verzekerde
of als gevolg van lichamelijke afwijkingen van de verzekerde. Ten aanzien van ongevallen ontstaan als gevolg van geestelijke afwijkingen van verze- kerde blijft het bepaalde in artikel 17.3 en 17.4 onverkort van kracht;
2 tijdens het onderweg verlenen van hulp aan medeweggebruikers;
3 tijdens het verrichten van of het behulpzaam zijn bij een noodreparatie aan het motorrijtuig;
4 tijdens het tanken of tijdens het schoonmaken van de autoruiten;
5 het, tijdens een tankbeurt, verrichten van hande- lingen aan het motorrijtuig die noodzakelijk zijn om zich met het voertuig veilig op de openbare weg begeven zoals het op peil brengen van de bandenspanning, het bijvullen van olie of het vastmaken van een zeil.
ARTIKEL 16.2
MAXIMALE UITKERING
Bij een ongeval wordt per verzekerde inzittende maximaal het bedrag uitgekeerd zoals dat op het polisblad staat vermeldt. Als op het moment van het ongeval het aantal inzittenden groter is dan wettelijk toegestaan, dan wordt de berekende uitkering naar evenredigheid verminderd.
ARTIKEL 16.3
OVERLIJDEN (XXXXXXX A)
In geval van overlijden van een verzekerde wordt het voor overlijden verzekerde bedrag uitgekeerd. Indien de verzekerde overlijdt ten gevolge van het bij een ongeval opgelopen lichamelijk letsel, terwijl er door de maatschappij in verband met ditzelfde ongeval al een uitkering wegens blijvende functionele invaliditeit is verstrekt aan de verzekerde, zal:
β het uitgekeerde bedrag in mindering worden gebracht op de te verlenen uitkering voor overlijden;
β geen terugvordering plaatsvinden als de reeds verleende uitkering hoger is dan de uitkering voor overlijden.
ARTIKEL 16.4
BLIJVENDE FUNCTIONELE INVALIDITEIT (RUBRIEK B)
In geval van blijvende functionele invaliditeit van een verzekerde wordt de uitkering vastgesteld op een percentage van het voor blijvende functionele invalidi- teit verzekerde bedrag.
Indien de verzekerde vΓ³Γ³r de vaststelling van de blij- vende functionele invaliditeit overlijdt anders dan ten gevolge van het ongeval dat de invaliditeit veroor- zaakte, dan blijft het recht op uitkering voor blijvende functionele invaliditeit bestaan. De hoogte van deze uitkering wordt door de maatschappij bepaald aan
de hand van de op grond van medische rapporten verwachte graad van blijvende functionele invaliditeit, waarvan sprake zou zijn geweest in geval de verze- kerde niet zou zijn overleden.
ARTIKEL 17
UITSLUITINGEN
Naast de uitsluitingen zoals die zijn vermeld in artikel 9, is de maatschappij niet tot enige uitkering verplicht bij:
1 ongevallen ontstaan door opzet of goedvinden van een verzekerde of een andere belanghebbende bij de uitkering;
2 ongeval in verband met het door de verzekerde plegen van of deelnemen aan een misdrijf of poging daartoe;
3 ongevallen tengevolge van een waagstuk waarbij verzekerde zijn leven of lichaam roekeloos in gevaar heeft gebracht, tenzij dit waagstuk redelij- kerwijs noodzakelijk was ter juiste vervulling van zijn beroep, bij rechtmatige zelfverdediging of bij pogingen zichzelf, anderen, dieren of goederen te redden;
4 psychische aandoeningen, van welke oorzaak ook, tenzij deze medisch aantoonbaar het rechtstreekse gevolg zijn van een bij het ongeval ontstaan blijvende hersenweefsel beschadiging;
5 pijn en/of de daaruit voortvloeiende gevolgen;
6 ingewandsbreuk, spit (lumbago), uitstulping van een tussenwervelschijf (hernia nuclei pulposie), krakende peesschedeontsteking (tendovagi- nitis crepitans), spierverrekkingen, zweepslag (coup de fouet), ontsteking rondom een schou- dergewricht (periartritis humeroscapularis), tennisarm (epicondylitis lateralis) of golfersarm (epicondylitismedialis);
7 de gevolgen van een door verzekerde ondergane medische behandeling, zonder dat er enig verband bestaat met een onder deze verzekering gedekt ongeval.
ARTIKEL 18
SCHADEREGELING
ARTIKEL 18.1
XXXXXXX BIJ OVERLIJDEN
Xxxxxxx van overlijden is de verzekeringnemer of de begunstigde verplicht dit zo spoedig mogelijk maar tenminste 48 uur voor de begrafenis of crematie bij de maatschappij te melden. Daarbij dient vermelding te worden gedaan van alle van belang zijnde gegevens en van de omstandigheden waaronder het ongeval heeft plaatsgevonden. Belanghebbenden, nabe- staanden en begunstigden of hun vertegenwoordigers zijn verplicht elke door de maatschappij verzochte medewerking te verlenen voor onderzoek
naar de doodsoorzaak, waaronder het verlenen van toestemming tot sectie, één en ander op straffe van verlies van aanspraak op uitkering. Een verklaring van overlijden van de Burgerlijke Stand dient zo spoedig mogelijk te worden ingezonden.
ARTIKEL 18.2
XXXXXXX BIJ BLIJVENDE INVALIDITEIT
Wanneer een recht op uitkering zou kunnen ontstaan zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden. Verzekerde dient zich onder behandeling te stellen van een bevoegd geneeskundige, diens voor- schriften op te volgen en elk door de maatschappij vereist geneeskundig onderzoek toe te staan.
ARTIKEL 18.3
OVERSCHRIJDING MELDINGSTERMIJN
Indien door overschrijding van de meldingstermijn genoemd onder 18.1 en 18.2 de belangen van
de maatschappij niet zijn geschaad, wordt op die overschrijding geen beroep gedaan.
ARTIKEL 18.4
BEGUNSTIGDE VAN DE UITKERING
De maatschappij betaalt de uitkering bij blijvende invaliditeit aan de verzekerde, tenzij deze een ander aanwijst. Xxxxxxx van overlijden van de verzekerde als gevolg van een ongeval zal de uitkering plaatsvinden aan de wettige erfgenamen van de verzekerde.
Als de uitkering bij blijvende invaliditeit pas plaats- vindt nadat de verzekerde als gevolg van andere oorzaken dan het door het ongeval opgelopen letsel is overleden, dan zal de uitkering eveneens aan de wettige erfgenamen van verzekerde plaatsvinden.
De Staat der Nederlanden kan nimmer als begun- stigde optreden.
ARTIKEL 19
WIJZE VAN VASTSTELLING UITKERING
ARTIKEL 19.1
WIJZE VAN VASTSTELLING VAN BLIJVENDE INVALIDITEIT
De mate van blijvende invaliditeit zal worden vast- gesteld in Nederland door middel van medisch onderzoek.
De bepaling van het percentage (functie)verlies geschiedt volgens objectieve maatstaven, en wel overeenkomstig de laatste uitgave van de βGuides to the Evaluation of Permanent Impairmentβ van de American Medical Association (A.M.A.) waaraan de Nederlandse specialistenverenigingen zich conformeren aangevuld met de richtlijnen van de Nederlandse specialistenverenigingen. Bij de vast- stelling van het invaliditeitspercentage wordt geen
rekening gehouden met het beroep van verzekerde.
ARTIKEL 19.2
VASTSTELLING UITKERINGSPERCENTAGE
Aan de hand van het door de medicus bepaalde percentage (functie)verlies wordt het uitkeringsper- centage van het voor blijvende functionele invaliditeit verzekerde bedrag als volgt vastgesteld:
Wanneer er sprake is van gedeeltelijk (functie) verlies van één of meer van de hiervoor genoemde lichaamsdelen of organen, wordt een evenredig deel uitgekeerd, een en ander met inachtneming van het bepaalde in punt 19.1 van dit artikel.
Voor alle niet in de voorgaande tabel vermelde gevallen wordt het uitkeringspercentage afgestemd op de mate van blijvende invaliditeit volgens objectieve maatstaven overeenkomstig de laatste uitgave van de βGuides to the Evaluation of Permanent Impairmentβ van de American Medical Association (A.M.A.) waaraan de Nederlandse specialisten-verenigingen zich confirmeren, aangevuld met de richtlijnen van de Nederlandse specialistenverenigingen. Bij de vaststelling van
het invaliditeitspercentage wordt geen rekening gehouden met het beroep van verzekerde.
ARTIKEL 19.3
UITKERINGEN TOT MAXIMAAL HET VERZEKERDE BEDRAG
UITKERINGS- PERCENTAGE: | BIJ VOLLEDIG (FUNCTIE)VERLIES VAN: |
100 | het gezichtsvermogen van beide ogen |
30 | het gezichtsvermogen van één oog |
70 | het gezichtsvermogen van één oog, indien |
de maatschappij reeds uitkering krachtens | |
deze verzekering heeft verleend wegens het | |
verlies van het gezichtsvermogen van het | |
andere oog | |
60 | het gehoor van beide oren |
30 | het gehoor van één oor |
75 | een arm |
65 | alle vingers aan dezelfde hand |
25 | een duim |
15 | een wijsvinger |
12 | een middelvinger |
10 | een ringvinger |
10 | een pink |
70 | een been |
10 | een grote teen |
5 | een andere teen |
5 | de milt |
5 | een nier |
25 | een long |
5 | de smaak en/of reuk |
50 | het spraakvermogen |
20 | gebitselementen zonder prothetische |
mogelijkheid, | |
uitgesloten melkgebit en prothesen | |
5 | alle gebitselementen met prothetische |
mogelijkheid, uitgesloten melkgebit en | |
prothesen | |
5 | de cervicale wervelkolom als gevolg van |
βWhiplash syndroomβ (cervicaal acceleratie | |
trauma) |
Terzake van één of meer ongevallen, tijdens de duur van deze verzekering de verzekerde overkomen,
zal de som van alle uitkeringen het voor blijvende invaliditeit verzekerd bedrag niet te boven gaan.
ARTIKEL 19.4
BESTAANDE (FUNCTIE)VERLIES
Wordt door een ongeval een lichaamsdeel getroffen dat vΓ³Γ³r het ongeval al blijvende invaliditeit vertoonde, dan heeft verzekerde slechts aanspraak op uitkering overeenkomstig het verschil in invaliditeit voor en na het ongeval.
ARTIKEL 19.5
INVLOED VAN NIET-ONGEVALSGEVOLGEN
Mochten de gevolgen van het ongeval vergroot zijn door ziekte, gebrekkigheid of een afwijkende licha- melijke of geestelijke gesteldheid van de verzekerde, dan wordt voor de vaststelling van de uitkeringen uitgegaan van de gevolgen, die het ongeval gehad zou hebben, indien de verzekerde geheel valide en gezond zou zijn geweest.
Deze beperking is niet van toepassing, indien de bestaande ziekte, gebrekkigheid of afwijkende licha- melijke of geestelijke gesteldheid van de verzekerde het gevolg is van een vroeger ongeval, waarvoor de maatschappij vanwege deze verzekering al een uitke- ring heeft verstrekt of nog zal moeten verstrekken.
ARTIKEL 19.6
VERERGERING ZIEKTETOESTAND
Voor zover een bestaande ziekelijke toestand door een ongeval is verergerd, wordt hiervoor door de maat- schappij geen uitkering verleend.
ARTIKEL 19.7
VASTSTELLINGSTERMIJN
De vaststelling van de uitkering voor blijvende inva- liditeit vindt plaats uiterlijk twee jaar na het ongeval of zoveel eerder als een blijvende toestand van de invaliditeit is komen vast te staan mits voldaan is aan het bepaalde in artikel 18.2.
ARTIKEL 19.8
RENTEVERGOEDING
Als zes maanden nadat het ongeval heeft plaatsge- vonden de mate van blijvende invaliditeit nog niet is vastgesteld, vergoedt de maatschappij over het uit te keren bedrag de wettelijke rente vanaf de 6e maand na het ongeval.
De rente zal gelijktijdig met de uitkering worden voldaan. Indien de in artikel 18.2 genoemde meldings- termijn van 3 maanden is overschreden gaat de rentevergoeding zoveel later in als de meldingstermijn is overschreden.
SCHADE INZITTENDEN
ARTIKEL 20
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 20.1
VERKEERSONGEVAL
Verkeersongeval is een botsing, aan- of overrijding waarbij het motorrijtuig is betrokken.
ARTIKEL 20.2
SCHADE
1 Schade ten gevolge van letsel of benadeling van de gezondheid, met al dan niet overlijden tot gevolg;
2 Schade door beschadiging of verloren gaan van zaken die zich in het motorrijtuig zelf bevinden en behoren tot de particuliere huishouding van een verzekerde.
ARTIKEL 20.3
VERZEKERDEN
De verzekerden zijn personen die zich met toestem- ming van een daartoe bevoegde persoon in de cabine van het motorrijtuig bevinden als bestuurder of inzit- tende, dan wel in of uit het motorrijtuig stappen of die gedurende de rit aan het verzekerde motorrijtuig een noodreparatie verrichten of daarbij aanwezig zijn of eerste hulp verlenen aan andere weggebruikers.
ARTIKEL 21
OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
De verzekering geeft recht op vergoeding van de schade die een verzekerde lijdt als gevolg van een ongeval of verkeersongeval met het motorrijtuig. Het (verkeers)ongeval moet de verzekerde(n) zijn overkomen als inzittende (bestuurder of passagier) van het motorrijtuig of;
1 bij het in- of uitstappen,
2 bij het tanken,
3 bij het onderweg verrichten van een noodreparatie en andere handelingen die op dat moment nodig waren om weer veilig verder te kunnen rijden,
4 bij het verlenen van eerste hulp onderweg aan andere weggebruikers die in moeilijkheden zijn geraakt.
Wanneer een verzekerde naar aanleiding van het (verkeers)ongeval ook recht heeft op schadevergoe- ding volgens de dekking Aansprakelijkheid, zal de maatschappij volgens die dekking afwikkelen.
ARTIKEL 22
SCHADEREGELING
1 Schadevergoeding bij overlijden en bij verwonding Bij schade door overlijden of verwonding, wordt de schadevergoeding vastgesteld overeenkomstig dezelfde normen die gelden wanneer een getroffen verzekerde naar Nederlands recht aanspraak heeft op schadevergoeding van degene(n) die voor het (verkeers)ongeval aansprakelijk is.
2 Beperking bij het niet gebruiken van de veiligheidsgordels
De eventuele eigen schuld van de verzekerden aan het ontstaan van het (verkeers)ongeval speelt bij deze dekking geen rol, behalve wanneer sprake is van opzet.
Een tweede uitzondering is de situatie dat het niet- gebruiken van de veiligheidsgordels aantoonbaar heeft bijgedragen aan het ontstaan van de schade. In dat geval wordt bij de vaststelling van de schadevergoeding rekening gehouden met eigen schuld. De uit te keren schadevergoeding wordt dan overeenkomstig de toegerekende mate van eigen schuld verminderd.
3 Schadevergoeding bij schade aan zaken
Bij schade aan zaken hebben de verzekerden recht op vergoeding van de kosten verbonden aan reparatie. Wanneer reparatie redelijkerwijs niet mogelijk is of wanneer de reparatiekosten meer
bedragen dan de waarde die de beschadigde zaken hadden op het moment van het (verkeers)ongeval
- dit is de βdagwaardeβ - verminderd met de even- tuele restantwaarde, wordt het verschil tussen die dagwaarde en de restantwaarde uitgekeerd.
4 Verzekerd bedrag
Het in de polis vermelde verzekerde bedrag geldt als maximum vergoeding per gebeurtenis, voor alle verzekerden samen. Als de vastgestelde scha- devergoeding meer bedraagt dan het verzekerde bedrag en tevens sprake is van meer dan één rechthebbende, wordt de vergoeding per recht- hebbende naar evenredigheid verminderd.
De vastgestelde vergoeding per rechthebbende wordt dan vermenigvuldigd met een factor die gelijk is aan het verzekerde bedrag, gedeeld door het totaal van alle vastgestelde schadever- goedingen tezamen.
RECHTSBIJSTAND
ARTIKEL 23
RECHTSBIJSTANDVERLENING DOOR DAS
De uitvoering van deze verzekering is overge- dragen aan DAS, Nederlandse Rechtsbijstand
Verzekeringmaatschappij NV, hierna te noemen: DAS. Bij een beroep op rechtsbijstand overeenkomstig de dekking van de verzekering kan men zich rechtstreeks tot DAS wenden. Postadres en telefoonnummer van DAS luiden: Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxxxxxxxx, telefoon (000) 000 00 00.
ARTIKEL 24
SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 24.1
RECHTSBIJSTAND
Rechtsbijstand houdt in:
1 juridisch advies
het verstrekken van juridisch advies ter voorko- ming of oplossing van (dreigend) geschil dat de verzekerde betreft;
2 belangenbehartiging
het behartigen van de juridische belangen van de verzekerde in een geschil waarin hij betrokken is geraakt, door:
β het voeren van verweer, in of buiten rechte, tegen (strafrechtelijke) vorderingen;
β het geldend maken van vorderingen, in of buiten rechte, of namens hem indienen en verdedigen van verzoek- en bezwaarschriften;
β het ten uitvoer leggen van vonnissen, beschik- kingen of arbitrale uitspraken;
3 kostenvergoeding
het vergoeden of voorschieten van kosten van rechtsbijstand die voortvloeien uit de hiervoor vermelde adviesverstrekking en belangen- behartiging; bedoelde kosten worden in artikel
25.4 nader omschreven.
ARTIKEL 24.2
VERZEKERDEN
De verzekerden zijn:
β de verzekeringnemer;
β de gemachtigde bestuurder of passagier, uitslui- tend voor wat betreft een gedekte gebeurtenis die verband houdt met deelname aan het wegverkeer met het motorrijtuig;
β de nagelaten betrekkingen van een hiervoor genoemde verzekerde, indien en voor zover zij een vordering kunnen instellen tot voorziening in de kosten van levensonderhoud naar aanleiding van een gebeurtenis die leidt tot een gedekte aanspraak op rechtsbijstand.
ARTIKEL 25
OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
ARTIKEL 25.1
VERZEKERD RISICO / GEBEURTENIS
Verzekerd is het risico dat een verzekerde bij een geschil moet voorzien in een eigen behoefte aan rechtsbijstand ten gevolge van een gedekte gebeur- tenis, voor zover hij in dat geschil getroffen is in een op geld waardeerbaar belang en bovendien:
β de gebeurtenis en de daaruit voortvloeiende behoefte aan rechtsbijstand zich voordoen gedu- rende de looptijd van de verzekering;
β de gebeurtenis, het geschil en de daaruit voort- vloeiende behoefte aan rechtsbijstand bij aanvang van de verzekeringsdekking redelijkerwijs niet voorzien konden worden.
Onder gebeurtenis moet worden verstaan het moment waarop voor het eerst de belangentegen- stelling met de wederpartij tot uiting is gebracht en daardoor redelijkerwijs kan worden beschouwd als de oorzaak van de behoefte aan rechtsbijstand.
ARTIKEL 25.2
DEKKINGSGEBIED
Er wordt rechtsbijstand verleend in Europa en de landen rondom de Middellandse Zee mits de rechter van één van die landen bevoegd is en het recht van één van die landen van toepassing is, wanneer de gevraagde rechtsbijstand betrekking heeft op:
β het verhalen van schade aan personen en/of schade aan zaken;
β strafzaken;
β geschillen uit sleep- of reparatie-overeenkomst. In alle overige gevallen wordt rechtsbijstand alleen verleend in Nederland, mits de Nederlandse rechter bevoegd is en het Nederlandse recht van toepassing is.
ARTIKEL 25.3
DEKKING
1 Verzekerde activiteiten
De verzekerde heeft aanspraak op juridisch advies en op rechtsbijstand bij het uitoefenen van de hierna vermelde activiteiten:
β deelname aan het wegverkeer met het verze- kerde motorrijtuig;
β het voorhanden hebben, onderhouden en vervangen van het verzekerde motorrijtuig. Onder motorrijtuig valt ook de aangekoppelde caravan of aanhanger.
2 Betekenis juridisch advies
Recht op juridisch advies houdt in: het eenmalig verlenen van een telefonisch juridisch advies aan de hand van informatie die een verzekerde telefo- nisch heeft verstrekt.
3 Op geld waardeerbaar belang/ Franchise bij contractuele geschillen
Als voorwaarde voor het verlenen van rechtsbij- stand geldt dat er voor een verzekerde sprake moet zijn van een op geld waardeerbaar belang. Bij rechtsbijstand in contractuele geschillen moet dat belang ten minste β¬ 110 zijn (dit wordt een βfranchiseβ genoemd).
ARTIKEL 25.4
KOSTEN VAN RECHTSBIJSTAND
1 Interne en externe kosten
DAS vergoedt alle interne kosten, zijnde de kosten van deskundigen in loondienst van DAS, en de volgende externe kosten:
β de kosten van de externe deskundigen die door de DAS worden ingeschakeld, voor zover deze kosten noodzakelijk gemaakt zijn voor de uitvoering van de opdracht;
β de kosten van getuigen voor zover door een rechter toegewezen;
β de proceskosten die ten laste van de verzekerde blijven of waartoe hij in een onherroepelijk vonnis is veroordeeld;
β de noodzakelijke, in overleg met de maat- schappij te maken, reis- en verblijfkosten als zijn persoonlijk verschijnen voor een buiten- landse rechter is bevolen of dringend gewenst wordt door de ingeschakelde advocaat;
β de kosten die verbonden zijn aan de ten uitvoerlegging van een vonnis.
2 Te verhalen kosten
DAS schiet de kosten voor die op grond van een contractuele of wettelijke bepaling verhaald, verrekend of door anderen vergoed kunnen worden. Als deze kosten daadwerkelijk verhaald, verrekend of door anderen vergoed zijn, komen deze aan DAS toe.
ARTIKEL 25.5
ONVERMOGENDEKKING
DAS vergoedt aan de verzekerde de schade aan het verzekerde motorrijtuig ten gevolge van de onrecht- matige daad van een ander, voor zover de schade een eigen risico van β¬ 125 te boven gaat, tot ten hoogste β¬ 1.250. Dit als een verhaalsactie strandt door onvermogen van de wederpartij, tenzij de verzekerde de schade op een andere manier vergoed kan krijgen.
ARTIKEL 25.6
WAARBORGSOM
DAS schiet aan de verzekerde een bedrag van ten hoogste β¬ 12.500 voor, als door een buitenlandse overheid in verband met een gedekte strafzaak, de betaling van een waarborgsom wordt verlangd voor zijn vrijlating, de teruggave van zijn rijbewijs of
de opheffing van een beslag gelegd op het motor- rijtuig. Door het aanvaarden van het voorschot, machtigt de verzekerde DAS onherroepelijk daarover te beschikken zodra het weer wordt vrijgegeven en aanvaardt hij de verplichting, zijn volle medewer- king te verlenen aan het verkrijgen van onverwijlde restitutie aan DAS. De verzekerde is verplicht het voorschot zo spoedig mogelijk terug te betalen, maar in ieder geval binnen één jaar nadat het is verstrekt.
ARTIKEL 26
UITSLUITINGEN
ARTIKEL 24.1
TOEPASSING ALGEMENE UITSLUITINGEN
De verzekering geeft geen aanspraak op rechts- bijstand in de gevallen die in de Algemene Verzekeringsvoorwaarden en in artikel 6 zijn omschreven. Maar met uitzondering van de uitsluitingen βAtoomkernreactiesβ en βMolestβ zal DAS jegens de verzekerde als degene die om rechtsbijstand vraagt, geen beroep op de bedoelde uitsluitingen doen als hij aantoont dat de daar omschreven omstandigheden zich buiten zijn wil hebben voorgedaan en hem van het bestaan van die omstandigheden in redelijkheid geen verwijt valt te maken.
In aanvulling op de uitsluitingen van artikel 6 geldt het volgende.
1 Uitsluiting βrijbewijsβ
De uitsluiting βrijbewijsβ wordt niet ingeroepen als de gevraagde rechtsbijstand betrekking heeft op een strafvervolging anders dan xxxxxxx van het onbevoegd besturen van een motorrijtuig.
2 Uitsluiting βopzetβ
Er is geen aanspraak op rechtsbijstand als de behoefte aan rechtsbijstand het beoogde of zekere gevolg is van verzekerdes handelen of nalaten of als hij het ontstaan van deze behoefte willens en wetens heeft geaccepteerd om enig voordeel te behouden of te behalen. In een straf- zaak doet DAS op deze uitsluiting een beroep als het strafbare feit waarvan verzekerde wordt
verdacht een (voorwaardelijk) opzetdelict is, dan wel verzekerde het feit willens en wetens heeft gepleegd. DAS vergoedt achteraf alsnog de rede- lijk gemaakte kosten van rechtsbijstand als bij het einde van de zaak deze omstandigheden afwezig blijken te zijn.
3 Uitsluiting βalcohol, bedwelmende of opwekkende middelenβ
Wanneer de behoefte aan rechtsbijstand verband houdt met rijden onder invloed van alcohol- houdende drank dan wel enig bedwelmend of opwekkend middel, zal de aanspraak op rechts- bijstand altijd worden getoetst aan de uitsluiting βopzetβ.
ARTIKEL 26.2
WACHTTIJDREGELING
Er is geen aanspraak op rechtsbijstand als de aanspraak voortvloeit uit of verband houdt met een gebeurtenis die zich heeft voorgedaan binnen drie maanden na de ingangsdatum van de verzekering.
Op deze uitsluiting zal geen beroep worden gedaan als de verzekerde het ontstaan van die gebeurtenis niet kon voorzien bij het sluiten van de verzekering; op verzoek van DAS moet de verzekerde dit aantonen.
ARTIKEL 26.3
OVERIGE UITSLUITINGEN
DAS verleent voorts geen rechtsbijstand:
1 exploitatie van het motorrijtuig
In geschillen over de exploitatie van het motorrijtuig (zoals verhuur, vervoer, examens, lesrijden);
2 aanschaf tweedehands motorrijtuig
In geschillen over de aanschaf van een tweede- hands motorrijtuig, tenzij deze onder schriftelijke garantie is gekocht bij een officiΓ«le dealer;
3 fiscale of fiscaalrechtelijke geschillen
in fiscale of fiscaalrechtelijke geschillen (denk hierbij aan geschillen over successierechten, fiscale heffingen, leges, invoerrechten, accijnzen);
4 Verweer bij onrechtmatige daad
bij het voeren van verweer tegen een vordering uit onrechtmatige daad of daarvoor in de plaats komende regresactie.
ARTIKEL 26.4
BEPERKING BIJ TERRORISME / PREVENTIEVE MAATREGELEN
Als het geschil direct of indirect verband houdt met Terrorisme of Preventieve maatregelen (deze begrippen zijn omschreven in het onder- deel Algemeen), bestaat slechts aanspraak
op rechtsbijstand voor zover de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor het Terrorismerisico (NHT) waar DAS zich bij heeft herverzekerd, dekking verleent. De aanspraak op rechtsbijstand voor een hier bedoeld geschil vervalt als het verzoek daartoe niet is gedaan binnen twee jaar nadat de NHT heeft beslist dat er sprake is van βTerrorismeβ of van βPreventieve maatregelenβ.
ARTIKEL 27
RECHTSBIJSTANDVERLENING
ARTIKEL 27.1
INTERNE OF EXTERNE DESKUNDIGEN / REDELIJKE KANS
De rechtsbijstand wordt verleend door deskundigen in loondienst van DAS, tenzij DAS besluit de verlening
van rechtsbijstand of een deel daarvan over te dragen aan een externe deskundige. Voorzover de deskun- dige in loondienst van DAS de rechtsbijstand verleent, overlegt DAS met de verzekerde over de wijze van behandeling en informeert hem over de haalbaarheid van het gewenste resultaat. Als er geen redelijke kans (meer) is op het bereiken van het gewenste resultaat, wordt de rechtsbijstandverlening gestaakt.
ARTIKEL 27.2
AFKOOP
DAS is bevoegd geen (verdere) bijstand te verlenen als het belang van de zaak niet opweegt tegen de (verder) te maken kosten van rechtsbijstand. DAS stelt dan een bedrag beschikbaar dat gelijk is aan het belang van de zaak.
ARTIKEL 27.3
INSCHAKELING EXTERNE DESKUNDIGE
Als het naar het oordeel van DAS noodzakelijk is om de behandeling of een deel daarvan over te dragen aan een externe deskundige, is uitsluitend DAS bevoegd om, na overleg met de verzekerde, opdrachten daartoe te verstrekken.
Hierbij gelden de volgende bepalingen.
1 Advocaatkeuze
Als DAS een opdracht geeft aan een advocaat om de belangen van de verzekerde in een gerechte- lijke of administratieve procedure te behartigen, volgt DAS de keuze van de verzekerde. Als de zaak in Nederland dient, komen alleen advocaten die in Nederland zijn ingeschreven of kantoor houden in aanmerking. Dient de zaak in het buitenland dan moet de advocaat bij het gerecht in het betreffende land zijn ingeschreven. In andere gevallen dan hiervoor vermeld bepaalt DAS de keuze.
2 Opdracht namens verzekerde
De opdrachten worden steeds namens de verze- kerde gegeven. De verzekerde machtigd DAS hiertoe onherroepelijk. DAS is niet verplicht om in het kader van eenzelfde verzoek om rechtsbij- stand aan meer dan één advocaat (al dan niet in loondienst van DAS) of (andere) externe deskun- dige een opdracht te verstrekken. Voorzover de rechtsbijstand wordt verleend door een advo- caat die niet in loondienst is van DAS, treedt DAS op als financier van de daarmee gemoeide kosten overeenkomstig de bepalingen van deze verzekeringsvoorwaarden.
3 Aansprakelijkheid voor fouten van deskundigen De aansprakelijkheid voor schade door of in verband met de verlening van rechtsbijstand door deskundigen in loondienst van DAS, is beperkt
tot het bedrag waarop de afgesloten beroeps- aansprakelijkheidsverzekering aanspraak geeft, vermeerderd met het eigen risico onder die
verzekering. Een kopie van de polis met voor- waarden ligt ter inzage bij DAS. DAS is niet aansprakelijk voor schade door of in verband met de werkzaamheden van een door DAS ingescha- kelde externe deskundige.
ARTIKEL 27.4
COMMUNICATIE OVER DE ZAAK
Het overleg over de zaakbehandeling wordt steeds met en door de verzekerde gevoerd, tenzij anders met de verzekerde of diens tussenpersoon is overeengekomen.
ARTIKEL 28
GESCHILLENREGELING / BELANGENCONFLICT
ARTIKEL 28.1
GESCHILLENREGELING
De volgende bepalingen betreffende de βgeschillenre- gelingβ. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op een meningsverschil over de regeling van het geschil tussen de verzekerde en een advocaat of een door DAS ingeschakelde externe deskundige.
1 Bij meningsverschil recht op beoordeling door advocaat
Als de verzekeringnemer het oneens blijft met het oordeel van DAS over de regeling van het geschil waarvoor hij een beroep op de verzekering heeft gedaan, dan kan hij DAS schriftelijk verzoeken dit meningsverschil voor te leggen aan een advocaat naar zijn keuze. DAS legt dan dit meningsverschil, met alle relevante stukken, voor aan de gekozen advocaat en verzoekt hem zijn oordeel te geven. Desgewenst verwoordt de verzekerde ook zelf nog eens het meningsverschil. Het oordeel van de
advocaat is bindend voor DAS. De kosten zijn voor rekening van DAS.
2 Verdere behandeling overeenkomstig oordeel advocaat
De verlening van rechtsbijstand wordt door DAS voortgezet in overeenstemming met het oordeel van de advocaat, tenzij de verzekerde op dat moment te kennen geeft dat hij gebruik wil maken van de mogelijkheid om de zaak voor eigen reke- ning en risico voort te zetten, zoals hierna onder 4 omschreven.
3 Overdracht aan externe deskundige
Als DAS de behandeling overdraagt aan een externe deskundige, mag de opdracht niet aan de advocaat die het bindende oordeel heeft gegeven, of aan een kantoorgenoot van deze advocaat, worden verstrekt.
4 Zaakbehandeling voor eigen rekening en risico van verzekerde
Als de verzekerde zich niet met het oordeel van de advocaat kan verenigen, kan hij de zaak- behandeling voor eigen rekening en risico voortzetten. Wordt hij daarbij alsnog geheel of gedeeltelijk in het gelijk gesteld, dan betaalt DAS alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand.
5 Verjaring
Het recht om een meningsverschil als onder 1 bedoeld, of een meningsverschil over de uitleg van of toepassing van de verzekeringsvoorwaarden, aan de rechter voor te leggen verjaart na verloop
van één jaar nadat DAS haar standpunt schriftelijk bekend heeft gemaakt.
ARTIKEL 28.2
BELANGENCONFLICT
Er is een belangenconflict als beide partijen in een geschil aanspraak hebben op rechtsbijstand door DAS.
Er geldt dan de volgende regeling.
1 Beide partijen verzekerd op dezelfde polis Bij een geschil tussen de verzekeringnemer
en een van de medeverzekerden op één polis, verleent DAS alleen rechtsbijstand aan de verzekeringnemer. Bij een geschil tussen twee medeverzekerden op één polis, verleent DAS alleen rechtsbijstand aan de verzekerde die door de verzekeringnemer is aangewezen.
2 Partijen verzekerd op verschillende polissen
Bij een geschil tussen twee verzekerden op twee verschillende polissen hebben beide verzekerden recht op rechtsbijstand door een advocaat naar eigen keuze.