INTRODUCTIE
INTRODUCTIE
STANDAARD ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
LIFE-Natuur
1. Dit document vat de administratieve bepalingen samen die van toepassing zijn op alle LIFE-Natuur projecten die door de Europese Commissie vanaf 1996 medegefinancierd worden. Het bestaat uit 27 artikels en 3 bijlagen:
Bijlage 1 - model voor bankgarantie
Bijlage 2 - standaard formulieren voor uitgavenstaten Bijlage 3 - LIFE logo
Iedere begunstigde moet deze bepalingen respecteren.
2. Alle LIFE-Natuur projecten moeten uitgevoerd worden in overeenstemming met:
- de Verordening (EEG) nr. 1973/92 van de Raad van 21 mei 1992, gewijzigd bij de Verordening (EG) nr. 1404/96,
- de Beschikking van de Europese Commissie waarin een financiële bijdrage wordt toegekend aan de begunstigde,
- het aanvraagformulier van de begunstigde (hierna "het project" genoemd) met, indien dit noodzakelijk mocht blijken te zijn, de wijzigingen waarvoor de Europese Commissie toestemming gegeven heeft,
- deze administratieve bepalingen.
3. De begunstigde is verplicht de Europese Commissie te informeren en haar geschreven toestemming te hebben vooraleer wezenlijke veranderingen aan te brengen in de voorziene acties. In het geval enige wezenlijke verandering aangebracht is die de doelstellingen van het project kunnen beïnvloeden zonder de Europese Commissie ervan op de hoogte te stellen, behoudt de Europese Commissie zich het recht voor die houding aan te nemen die haar het meest geschikt lijkt, inbegrepen de beëindiging van haar bijdrage.
4. Alle correspondentie moet naar het volgende adres gestuurd worden:
De Europese Commissie Directoraat-Generaal XI Afdeling XI.D.2 - TRMF 02/089 Xxxxxxxxx 000
X - 0000 XXXXXXX RAPPORTEN EN INFORMATIE
Artikel 1 - Technische tussenrapporten
1. De begunstigde moet de Europese Commisie van het volgende voorzien:
- een of meerdere tussentijdse rapporten volgens het schema voorzien in het project,
- een eindrapport, inclusief een set dias / kleurenfotos die de belangrijkste resultaten van het project weergeven (bijvoorbeeld fotos van de situatie voor en na).
- op elke aanvraag daartoe, informatie over het beheer van het project.
2. Deze rapporten moeten een heldere en korte beschrijving bevatten van alle ondernomen
acties om de doelstellingen en resultaten zoals vastgelegd in het project te bereiken. Zij zullen meer in het bijzonder het volgende bevatten:
a) een samenvatting van de belangrijkste resultaten en de ervaringen die opgedaan zijn (niet meer dan 5 paginas),
b) een gedetailleerde beoordeling met betrekking tot de doelstellingen, acties en werkplan voorzien in het project (niet meer dan 50 pagina's),
c) in bijlage, ieder ander document, kaart, publicatie dat voorzien is als een identificeerbaar product van het project of die van belang kan zijn bij de beoordeling van het succes van het project.
3. Deze rapporten zullen naar de Europese Commissie verzonden worden in één kopie met tegelijkertijd één kopie naar de externe equipe die daartoe aangewezen is door de Commissie.
Artikel 2 - Bescherming van habitats en soorten
1. De begunstigde heeft de verplichting de Europese Commissie op de hoogte te stellen van iedere activiteit van derden die een negatieve invloed op de sites/soorten door het project beoogd, kan hebben.
2. De begunstigde heeft de verplichting iedere bijkomende beschermingsmaatregel die expliciet genoemd is in het project te voltrekken.
3. De begunstigde heeft de verplichting zich te weerhouden van iedere maatregel die niet verenigbaar is met het doel van het project, in het bijzonder het behoud van de betreffende habitat en zijn soorten, en, voor zover mogelijk, derden van zulke maatregelen te weerhouden.
Artikel 3 - Bekendmaking van de bijdrage van de Europese Gemeenschap
1. De begunstigde heeft de verplichting op gepaste wijze erkenning te geven aan de bijdrage gegeven door de Europese Gemeenschap in alle documenten geproduceerd in het kader van dit project, in het bijzonder boeken, persberichten, videos, software, enz.. Voor dit doel is een special logo ontworpen. Een afdruk ervan is te vinden in bijlage 3.
2. De begunstigde heeft de verplichting, op strategische plaatsen en goed toegankelijk voor het publiek, aankondigingsborden op te zetten waarop het project beschreven staat en deze daar te behouden. Het LIFE logo moet daar altijd op voorkomen.
3. De begunstigde moet het project en zijn resultaten, vooral in de media, bekend maken, waarbij altijd de bijdrage van de Europese Gemeenschap moet worden vermeld. Uitleg hierover moet in elk tussenrapport gegeven worden.
4. De begunstigde heeft de verplichting de Europese Gemeenschap uit te nodigen op elk seminarie of openbare conferentie die zij in het kader van het project organiseert.
BETALINGEN
Artikel 4 - Wijze van betaling
De financiële bijdrage van de Europese Gemeenschap zal op de volgende wijze uitbetaald worden:
1. Een voorschot, gelijk aan 40% van de maximum bijdrage, binnen 60 dagen na ontvangst door de Commissie van de verklaring van aanvaarding door de begunstigde; verklaring af te geven nadat de beschikking waarin financiële steun toegekend wordt aan de
begunstigde is medegedeeld.
Voor een begunstigde uit de privé is dit voorschot afhankelijk van het verschaffen van een bewijs voor het bestaan van een bankgarantie (waarvan model in bijlage 1), gelijk aan het bedrag van dit voorschot, en die de duur van het project, vermeerderd met zes maanden, bestrijkt. De geldigheid zal moeten worden verlengd indien het project zelf verlengd wordt.
2. Eén enkele tussentijdse betaling op verzoek van de begunstigde, na goedkeuring door de Europese Commissie van de eerste corresponderende uitgavenstaat en technisch tussenrapport. De totale uitgaven moeten minstens gelijk zijn aan 75% van het voorschot. Deze betaling zal beperkt worden tot 40% van de maximale bijdrage.
3. Het verschil, na ontvangst en aanvaarding door de Europese Commissie van het eindrapport, vergezeld van de definitieve uitgavenstaat en een samenvatting van alle ontvangen financiële bijdragen, inclusief de bijdrage van de Europese Commissie. Deze documenten moeten de Europese Commissie bereiken ten laatste op de einddag van het project zoals vastgelegd in alinea 2 van de Introductie. Deze definitieve uitgavenstaat zal alleen betrekking hebben op de uitgaven die nog niet opgenomen waren in de tussentijdse uitgavenstaat.
4. De betaling van de Europese Commissie worden uitgevoerd in ECU. Behalve voor het voorschot, zal de omzetting gedaan worden volgens de maandelijkse koers gebruikt door de Europese Commissie voor de maand waarin de betalingsaanvraag door haar is geregistreerd. Het te betalen bedrag wordt gevonden door het percentage van de bijdrage zoals vastgelegd in de Beschikking van de Commissie toe te passen op de werkelijke uitgaven.
5. Alle betalingen zullen gedaan worden op naam van de begunstigde naar het bankrekeningnummer vermeld in het project. Iedere wijziging hierin moet onmiddellijk aan de Europese Commissie doorgegeven worden.
6. Betalingen zullen binnen de 60 dagen na ontvangst van de betalingsaanvraag geschieden, waarbij de betaling als gedaan beschouwd wordt de dag dat het van de rekening van de Europese Commissie is gedebiteerd.
7. De Europese Commissie kan, na de begunstigde gewaarschuwd te hebben, de betaling opschorten indien de activiteiten die het voorwerp zijn van de betalingsaanvraag, het onderwerp zijn van een geschil met de Europese Commissie of indien de documenten die ter staving van de betalingsaanvraag overhandigd zijn onvolledig of niet-conform zijn.
Artikel 5 - Uitgavenstaten
1. De uitgavenstaten zullen ingediend worden op, of in overeenstemming met, de standaard formulieren (bijlage 2).
Drie kopieën zullen bij de Europese Commissie ingediend worden en één aan de externe equipe aangewezen door de Europese Commissie.
2. De eigenlijke facturen en soortgelijke bewijsstukken die de uitgaven staven hoeven niet bij de uitgavenstaat gevoegd te worden . De begunstigde zal echter, indien daartoe gevraagd, de Europese Commissie van alle details voorzien die zij nodig mocht hebben bij de beoordeling van de uitgaven en van het overeenstemmende technisch tussenrapport.
3. Mocht de definitieve uitgavenstaat niet ingediend worden binnen de vastgestelde tijdslimiet en de Europese Commissie heeft, door middel van een aangetekend schrijven met bewijs van ontvangst, bevestigd dat zij deze uitgavenstaat niet ontvangen heeft, kan de Europese Commissie, na verloop van één maand na postdatum van dit aangetekend schrijven en zonder verdere waarschuwing, besluiten de gemaakte kosten niet terug te betalen.
4. Alleen de valuta vermeld in het project mag gebruikt worden bij het invullen van de
uitgavenstaten. Iedere uitgave gemaakt in een andere valuta moet omgerekend worden door de begunstigde, waarbij de wisselkoers van de dag waarop de uitgavenstaat opgesteld werd, gebruikt zal worden.
5. De Europese Commissie spoort de begunstigde aan om de uitgavenstaten eensluidend te laten verklaren door een onafhankelijke revisor. De daarmee samenhangende kosten zullen beschouwd worden als terugbetaalbaar onder de hoofding algemene kosten. Deze eensluidende verklaring zal een snelle afwerking van betalingsaanvragen door de Commissie toelaten.
Artikel 6 - Staving van uitgaven
Iedere begunstigde zal een bijgewerkte boekhouding bijhouden, in overeenstemming met de normale boekhoudkundige conventies hen door de wet en bestaande richtlijnen opgelegd. Zij zullen alle passende bewijsstukken van kosten die zij aangeven bij de Europese Commissie, zoals facturen, werktijdroosters en documenten gebruikt voor de berekening van algemene onkosten, bijhouden.
TERUGBETAALBARE KOSTEN
Artikel 7 - Wat komt in aanmerking?
1. De kosten die in aanmerking komen voor tergubetaling zijn al diegenen die voorzien zijn in de voorlopige begroting van het project.
2. Alleen de uitgaven die gedaan zijn tijdens het project, zoals gespecificeerd in de Beschikking, zullen in aanmerking komen, uitgezonderd de specifieke gevallen (zie Artikel 14).
3. De financiële steun van de Europese Commissie mag in geen geval aanleiding geven tot winst.
Artikel 8 - Wijzigingen in de begroting
Wijzigingen in begrotingsposten zijn alleen mogelijk met de voorafgaande schriftelijke toestemming van de Europese Commissie, behalve waar de wijziging in het subtotaal voorzien voor elk type maatregel in de voorlopige begroting (A,B,C,D, enz.) niet de 10.000 ECU overschrijdt of 10% gezien over de gehele duur van het project. Deze wijzigingen mogen niet de doelstellingen of de inhoud van de uit te voeren werken fundamenteel veranderen.
Artikel 9 - Personeel
Personeelskosten zullen berekend worden naar verhouding tot de werkelijke tijd die aan het project besteed wordt. Zij zullen berekend worden op grond van de werkelijke brutowedde of -loon plus sociale lasten en andere directe loonkosten, maar zonder winstdeelnames.
Artikel 10 - Vrijwilligerswerk
1. Vrijwilligerswerk is de enige activiteit waarvoor, binnen het kader van LIFE-Natuur projecten, de Europese Commissie een potentiële monetaire tegenwaarde beschouwt als een in aanmerking komende kost en derhalve als terugbetaalbaar aanvaardt. De
begunstigde moet wel in staat zijn om met de passende documenten (bijvoorbeeld werktijdroosters) aan te kunnen tonen dat het werk gedaan is geweest.
2. De geschatte totale waarde van vrijwilligerswerk mag niet 10% van de totale kost van het project overschrijden. Het uurtarief mag niet het wettelijk minimumloon, of, indien het een Lid-Staat betreft waar er geen minimumloon wettelijk vastgelegd is, de basiswedde van de laagste graad bij de openbare dienst, overschrijden.
Artikel 11 - Reizen
1. Reiskosten worden ingebracht overeenkomstig de interne regels terzake van de begunstigde.
2. Voorafgaande toestemming van de Commissie is vereist voor reizen buiten het Europese grondgebied van de Lidstaten van de Unie, met uitzondering van die Staten die uitdrukkelijk vermeld staan in het project.
Artikel 12 - Duurzame goederen
1. Uitgaven voor duurzame goederen slaan op de aankoop of vervaardiging van activa of werktuigen die:
(a) opgenomen worden op de inventaris van duurzame goederen van de begunstigde of de partners van het project,
(b) beschouwd worden als kapitaalsinvestering in overeenstemming met de boekhoudkundige conventies en beleid van de begunstigde of partners van het project.
2. Uitgaven van duurzame goederen wezenlijk verbonden met de uitvoering van het project en expliciet voorzien, zullen volledig terugbetaalbaar worden geacht, op voorwaarde van een garantie door de begunstigde en zijn partners om het gebruik van deze goederen voor natuurbeschermingsactiviteiten voort te zetten na beëindiging van het project medegefinancierd door LIFE-Natuur. In afwezigheid hiervan, zal de Europese Commissie voor het berekenen van betalingen, een lineaire afschrijving gebruiken van 10 jaar wanneer het gaat om infrastructuur en 5 jaar voor goederen en machines.
Artikel 13 - Grondaankoop
1. Voor gronden aangekocht met de financiële steun van de Europese Commissie, moet de begunstigde zich ervan vergewissen dat het verkoopcontract, en/of de inschrijving ervan bij het kadaster, een garantie behelst dat de gronden blijvend voor natuurbescherming gebruikt zullen worden.
2. Grond aangekocht om in een later stadium binnen het kader van het project te worden verruild, is vrijgesteld van deze garantieclausule. De ruil moet echter voor het einde van het project plaatsvinden, tenzij uitdrukkelijk anders goedgekeurd door de Europese Commissie.
Artikel 14 - Grondpacht en beheerscontracten
1. Voor alle grondpacht of beheersovereenkomsten die een periode bestrijken langer dan die van het project, kan de Europese Commissie de vastlegging van de totale som aanvaarden als een kost die in aanmerking komt voor terugbetaling en dientengevolge als
terugbetaalbaar bij de eindbetaling. Deze uitzondering is het enige geval waar de Europese Commissie een terugbetaling geeft op bedragen die vastgelegd maar nog niet volledig uitbetaald zijn.
2. Om in aanmerking te komen voor tergubetaling, moeten zulke pachten / overeenkomsten:
(a) een clausule bevatten die duidelijk stipuleert dat ieder ongebruikt bedrag terugbetaald wordt aan de Europese Commissie door de begunstigde en dat ieder probleem die zich voordoet gedurende de uitvoering van de pacht/overeenkomst onmiddellijk aangegeven wordt bij de Europese Commissie,
(b) indien de begunstigde een privé organisatie is, vergezeld zijn van een officiële nota door een overheidsinstelling waarin die zichzelf ertoe verbindt over de uitvoering van de pacht/overeenkomst te waken en de Europese Commissie verzekert dat zij alles in het werk zal stellen om de volledige uitvoering te garanderen.
Artikel 15 - Verbruiksgoederen
1. Uitgaven voor verbruiksgoederen slaan op de aankoop, vervaardiging, herstel of gebruik van alle materialen, goederen of werktuigen die:
(a) niet opgenomen worden op de inventaris van duurzame goederen van de begunstigde of de partners van het project,
(b) niet beschouwd worden als kapitaalsinvestering in overeenstemming met de boekhoudkundige conventies en beleid van de begunstigde of partners van het project.
2. Uitgaven voor verbruiksgoederen zullen niet beschouwd worden als directe kosten indien zij ingebracht worden als algemene onkosten door de begunstigde
Artikel 16 - Algemende onkosten
1. Algemene onkosten mogen alleen ingebracht worden in overeenstemming met conventies, beleid en principes die aanvaard zijn door de Europese Commissie, en alleen als:
(a) zij nagegaan kunnen worden en, voor ieder boekjaar van de begunstigde, de werkelijke kosten niet overschrijden;
(b) geen zaken zijn opgenomen die specifiek doorberekend worden aan het project onder een andere begrotingspost of die specifiek doorberekend worden aan andere personen of projecten door de begunstigde.
2. Het totale bedrag van de algemene onkosten mag niet meer dan 10% van het totale budget bedragen. Zij moeten gestaafd kunnen worden in geval van een financiële controle.
3. Algemene onkosten mogen indirecte kosten omvatten, zoals administratie en beheerskosten, afschrijving van gebouwen en materiaal, huur, onderhoudskosten, telefoon, verwarming, verlichting, electriciteit en kantoormeubilair, frankeerkosten en verzekering. Deze indirecte kosten zullen volgens de conventies en boekhoudkundig beleid van de begunstigde worden berekend.
Artikel 17 - Onderaanneming
1. Indien de begunstigde een deel van het project uitbesteedt of orders plaatst in verband met de uitvoering van het contract, zal hij van deze onderaannemers en leveranciers alle
gebruikelijke zakelijke voordelen zien te behalen (in het bijzonder kortingen, speciale prijzen, verminderingen en teruggaven) en ervoor zorg dragen dat de Europese Commissie eveneens deze voordelen geniet.
2. Behalve uitdrukkelijke toestemming van de Europese Commissie tot het tegendeel, zal de begunstigde in onderaannemingskontrakten alle bepalingen opnemen die de Europese Commissie toelaten dezelfde rechten en garanties vis-à-vis de onderaannemers uit te oefenen als jegens de begunstigde zelf. Deze regel geldt ook voor alle overeenkomsten gesloten met de partners in het project.
3. Voor de uitgaven gedaan door de partners voorzien in het project gelden dezelfde condities als voor die van de begunstigde. Desalniettemin draagt, tegenover de Europese Commissie, de begunstigde alleen de volle verantwoordelijkheid voor alle handelingen.
Artikel 18 - Overige kosten
Iedere andere bijkomende of onvoorziene kost die niet onder een van de voornoemde categorieën valt mag doorberekend worden met het akkoord van de Europese Commissie, op voorwaarde dat zij nodig is voor de uitvoering van de werken voorzien in het project en niet fundamenteel de omvang of de inhoud van het werk beïnvloeden.
Artikel 19 - Belasting over de toegevoegde waarde
Indien de begunstigde niet in de mogelijkheid verkeert de BTW terug te vorderen die hij betaald heeft gedurende het project, zal dit bedrag in aanmerking komen om terugbetaald te xxxxxx.Xx deze terugbetaling te bekomen, zal de begunstigde aan de Europese Commissie het bewijs moeten leveren dat hij niet vrijgesteld is van BTW voor de aanschaf van de middelen en diensten nodig voor de uitvoering van het project, en dat de BTW die betaald is, niet recupereerbaar is.
NIET-TERUGBETAALBARE UITGAVEN
Artikel 20 - Niet-terugbetaalbare uitgaven
De volgende kosten zullen niet beschouwd worden als terugbetaalbare uitgaven die rechtstreeks of onrechtstreeks ingebracht kunnen worden bij de Europese Commissie:
- alle kosten voor activieteiten die door andere Communautaire financieringsinstrumenten betoelaagd worden
- eventuele winst van de begunstigde of partners in het project,
- onnodige of verspillende uitgaven,
- de kosten van distributie en uitgaven voor marketing en publiciteit om producten of commerciële activiteiten te promoten, behoudens andersluidende specifieke indicaties in het project,
- iedere provisie voor mogelijke toekomstige verliezen of aansprakelijkheid,
- iedere debet interest en interest op geleend kapitaal,
- oninbare vorderingen,
- representatiekosten, behalve die aanvaard zijn als zijnde volledig en uitsluitend nodig om het werk voorzien in het project uit te voeren,
- iedere kost die betrekking heeft op andere projecten gefinancieerd door derden,
- activa en diensten die geschonken werden, uitgezonderd vrijwilligerswerk.
ANDERE BEPALINGEN
Artikel 21 - Ontvangen rente
Rente op sommen die ontvangen zijn (bijv. het voorschot) moet altijd aangegeven worden. Zij kan, op verzoek van de begunstigde, bij de bijdrage van de Europese Gemeenschap geteld worden indien de Commissie daartoe schriftelijk toestemming geeft, met het oogmerk de doelstellingen van het project te bevorderen. Zulke bijkomende bedragen mogen niet leiden tot een vermindering van de bijdrage van de begunstigde noch die uit andere financiële bronnen. De Europese Commissie houdt zich het recht voor de aangegeven rentebedragen van de eindbetaling af te trekken indien bovengenoemde voorwaarden niet zijn nageleefd.
Artikel 22 - Niet-uitvoering of vertraagde uitvoering
1. De begunstigde zal de Europese Commissie, onverwijld en met alle details, op de hoogte stellen van iedere gebeurtenis of vertraging die het project negatief zou kunnen beïnvloeden. De betrokken partijen zullen samen over de te nemen maatregelen beslissen.
2. Als er geen overeenstemming bereikt kan worden betreffende de verlate uitvoering en/of de niet-uitvoering door de begunstigde van welke dan ook van de verplichtingen voortvloeiend uit dit project, kan de Europese Commissie automatisch het project beëindigen zonder over te gaan tot gerechtelijke procedures, indien er niets is ondernomen door de begunstigde binnen de maand na ontvangst van een officiële ingebrekestelling per aangetekende brief.
3. Zonder dat dit dergelijke beëindiging uitsluit, kan de Europese Commisie voor de einddatum van het project eveneens de terugbetaling van de volledige of van een deel van haar financiële bijdrage eisen, waarbij rekening wordt gehouden met de aard en de schaal van de uitgevoerde werken, evenals van de interest verschuldigd op vervallen betalingen aan de koers toegepast door het Europese Fonds voor Monetaire Samenwerking op zijn handelingen in ECU (zoals gepubliceerd in het Mededelingenblad - C), te rekenen vanaf de datum waarop de bedragen die terugbetaald moeten worden ontvangen werden door de begunstigde. Het verschuldigd bedrag zal aan de begunstigde worden bekendgemaakt door middel van een aangetekend schrijven en moet terugbetaald worden aan de Europese Commissie binnen de twee maanden na deze mededeling, bij ontstentenis waarvan de interestkoers op de verschuldigde bedragen vermeerderd wordt met 2 %.
Artikel 23 - Faillissement of schikkingen met schuldeisers
1. Indien de begunstigde failliet gaat of betrokken wordt in een schikking met haar schuldeisers kan de Europese Commissie haar bijdrage annuleren volgens de procedure beschreven in paragraaf 3 van dit artikel.
2. In het geval van faillissement kan de Europese Commissie de eventuele aanbiedingen, gemaakt door de beheerders van het faillissement of de schuldeisers van de begunstigde, om de uitvoering van dit project voort te zetten, aanvaarden.
3. Als de Europese Commissie haar bijdrage annuleert op grond van de eerste paragraaf van dit artikel, heeft zij het recht overleg met de begunstigde te vragen alsmede overhandiging van alle relevante informatie en documentatie, volledig tot en met de datum van beëindiging, op voorwaarde dat de begunstigde een financiële bijdrage zal ontvangen op basis van de werkelijk uitgevoerde werken en uitgaven opgelopen tot op de datum van beëindiging. Als de reeds ontvangen bedragen hoger zijn dan de financiële bijdrage uiteindelijk verschuldigd aan de begunstige, zal hij deze onmiddellijk terugbetalen.
Artikel 24 - Burgerlijke aansprakelijkheid
De begunstigde stelt de Europese Commissie vrij van iedere burgelijke aansprakelijkheid verbonden aan de uitvoering van het xxxxxxx.Xx begunstigde zal de Europese Commissie en haar
personeel vrijwaren van iedere claim op vergoeding voor schade jegens haar eigen personeel, inclusief die van derden, te wijten aan de uitvoering van het project, voorzover deze schade niet veroorzaakt is door een ernstige of moedwillige fout van de Europese Commissie of van haar personeel.
Artikel 25 - Kontroles en inspekties
De begunstigde zal alle noodzakelijke maatregelen nemen om de uitvoering van controles en inspecties mogelijk te maken op elk moment door zowel de Europese Commissie als het Rekenhof van de Europese Gemeenschappen onder de Financiële Verordening van 21.12.1977 (Mededelingenblad L356 van 31.12.1977). Zulke controles en inspecties kunnen ter plekke uitgevoerd worden en behelzen een onderzoek van de boekhouding en ondersteunende documenten (dossiers, boekhoudstaten, technische dokumenten) die het project betreffen. Dientengevolge moeten de documenten in kwestie gedurende een periode van vijf jaar na ontvangst van de eindbetaling voor het project, worden bijgehouden.
Artikel 26 - Bepalingen aangaande eigendom en gebruik van de resultaten
De begunstigde en/of zijn partners zijn eigenaar van de documenten, uitvindingen waarop mogelijk octrooi gevraagd kan worden of reeds is verkregen alsmede van de know-how verkregen tengevolge van het project. Desalniettemin hecht de Europese Commissie, met de bedoeling het gebruik van technieken of modellen die gunstig zijn voor het milieu te bevorderen, er groot belang aan dat de begunstigde deze documenten, octrooien en know-how ter beschikking stelt binnen de Unie op niet-discriminerende en correcte commerciële grondslag, met inachtneming van Artikel
7.3. Anderzijds, indien de begunstigde, zonder legitieme reden, weigert toegang tot deze producten te geven of weigert licenties onder deze voorwaarden toe te kennen, behoudt de Europese Commissie zich het recht voor de regels vermeld in Artikels 22.2 en 22.3 toe te passen.
De Europese Commissie behoudt zich het recht voor, om voor niet commerciële doeleinden en in het bijzonder voor publieke bijeenkomsten, gebruik te maken van audio-visuele producten (geheel of gedeeltelijk) die door het project betoelaagd zijn. Daartoe dienen de verantwoordelijke van het project, de diensten van de Europese Commissie, toegang tot de master copy (originele band) te verschaffen.
Artikel 27 - Bevoegdheid van de rechtbanken
Bij afwezigheid van een minnelijke schikking is het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen als enige bevoegd om in om het even welk geschil betreffend het project tussen de Europese Commissie en de begunstigde, uitspraak te doen.