GECOMBINEERD VERVOER RAIL-ROAD
GECOMBINEERD VERVOER RAIL-ROAD
LEIDRAAD
GEVAARLIJKE STOFFEN
Versie 2019
Wettelijke bepalingen
Vervoer van gevaarlijke goederen is onderworpen aan
• het RID – voor het internationaal spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen
• het ADR – Europese overeenkomst over het internatio- nale transport van gevaarlijke goederen over de weg
• het IMDG – Internationale code voor het vervoer van gevaarlijke goederen over zee (maritiem transport)
• het ADN – Europese overeenkomst over het internatio- nale transport van gevaarlijke goederen via de binnen-
vaart
• het SMGS bijlage 2 – Overeenkomst over het internatio- naal spoorgoederenverkeer
Niet toegelaten stoffen bij gecombineerd verkeer
In principe kunnen alle gevaarlijke goederen in het gecom- bineerd verkeer worden vervoerd. Goederen die niet toege- laten zijn voor het transport zijn in de tabel A van het RID als “verboden’ aangegeven. Daarnaast kunnen de volgende verboden gevaarlijke goederen niet consistent vervoerd worden :
• explosieven van klasse 1 compatibiliteitsgroep A (UN-Num- mers 0074, 0113, 0114, 0129, 0130, 0135, 0224 en 0473).
• Zelfontledende stoffen van klasse 4.1, met temperatuur- beheersing (UN-Nummers 3231 tot 3240).
• polymeriserende stoffen van klasse 4.1, met tempera- tuurbeheersing (UN-Nummers 3533 en 3534)
• organische peroxiden van klasse 5.2, met temperatuur- beheersing (UN-Nummers 3111 tot 3120).
• Zwaveltrioxide met een puurheid van 99,95% vervoerd in tanks zonder inhibitor (UN nummer, 1829)
ADR/RID actueel
1. Binnen de vervoersketen met inbegrip van maritiem vervoer: Bulk-containers worden toegevoegd aan de lijst van laadeenheden.
2. UN benaming en beschrijving: de formulering is gewijzigd in geval van verschillende officiële benamingen vermeld onder één UN nummer (3.1.2.2).
3. Tabel A: 14 nieuwe UN-nummers, kleinere wijzigingen voor ongeveer 80 UN-nummers
4. Kenmerken en etikettering: de etiketten worden nu in een tabel weergegeven (5.2.2.2.2)
5. Grote etiketten en kenmerken : (1) Bulk-Containers werden toegevoegd, (2) grote etiketten en kenmerken moeten weersbestendig zijn en moeten gedurende het volledige transport stand houden.
6. SMGS-bijlage 2 : Aannemen van de meeste RID aanpas- singen van 2017 en 2019
Nuttige referenties
RID 2019 (spoor)
ADR 2019 (weg)
ADN 2019 (binnenvaart)
IMDG 2018 (maritiem transport)
xxxx://xxx.xxx.xxx/xx/Xxxxxxxxxxxx/XXXXXxxx
Kenmerken & etikettering van de laaneenheden : Basisprincipes
Kenmerken overeenkomstig kolom (5) en, indien van toepas- sing, kolom (6) van Xxxxx A in hoofdstuk 3.2 en de oranje- kleurige bordmarkering dienen te worden aangebracht in overeenstemming met 3.4 en 5.3 van het ADR/RID.
Een oranjekleurig bord met daarop het gevaar identificatie- nummer en het UN-nummer dient te worden aangebracht aan beide zijden van de tankcontainers of transporttanks, MEGC's en containers voor vervoer in bulk. Bij vervoer per spoor moeten de trailers voorzien blijven van hun aandui- dingen of oranje kenmerken en, waar van toepassing, markeringen. Kenmerken/etiketteringen overeenkomstig de gevaarlijke stof die wordt vervoerd alsook eventuele relevante markeringen dienen te worden aangebracht op de vier zijden van de wissellaadbakken, containers, trans- porttanks, tankcontainers, MEGC's, tank semitrailers (RID) en containers voor bulkvervoer (5.3.1.2).
Voor tankcontainers die stoffen vervoeren zoals vermeld in 4.3.4.1.3, dient de juiste vervoersnaam te worden vermeld (ADR/RID 6.8.2.5.2). Alle etiketten moeten zonder zicht- bare kwaliteitsvermindering aan weer en wind kunnen weerstaan en zullen gedurende de hele reis bevestigd blijven (ADR/RID 5.3.1.1.1, 5.3.2.2.1, 5.3.3).
De bepalingen voor kenmerking van transporteenheden/ wegvoertuigen zijn ook van toepassing op lege niet gerei- nigde laadeenheden (5.3.1.6 ADR/RID).
Bovendien zullen er voor sommige stoffen bijzonder merkte- kens toegevoegd worden (zie pagina 7) : (1) voor alle soorten laadeenheden in geval van vervoer van stoffen die vervoerd worden met een verhoogde temperatuur zoals in het geval van milieu gevaarlijke stoffen, (2) voor wissellaadbakken, containers en opleggers in geval van vervoer in beperkte hoeveelheden, (3) voor wissellaadbakken, containers en opleggers in geval van fumigatie van de transporteenheid.
Laadwisselbakken en Containers
Zonder maritiem vervoer
Bepaling : Grote etiketten op 4 zijden
Met maritiem vervoer
Bepaling : Grote etiketten op 4 zijden
1 gevaarlijke stof, zwaarden dan 4 Ton Bepaling : Grote etiketten en UN-nummer op 4 zijden
Flat containers
Met en zonder maritiem vervoer
Bepaling : IIndien de markeringen niet zichtbaar zijn, moeten ze aan de buitenzijden herhaald worden. Ook van toepassing voor IMDG transport.
Bulk containers
Zonder maritiem vervoer
Bepaling : etiket(ten) op de 4 zijden en oranje borden op de 2 laterale zijden
Met maritiem vervoer
Bepaling : etiket(ten) en UN-nummer op de 4 zijden en de juiste transportnaam op minimum 2 zijden (hoogte van de tekens 65 mm - IMDG 5.3.2.0)
Tankcontainers
Zonder maritiem vervoer
1 Stof
Bepaling : Etiket(ten) op de 4 zijden en oranje marke- ringsborden op de 2 laterale zijden
Verschillende stoffen
Bepaling : Etiket(ten) aan beide zijden van elk compar- timent, evenals kenmerken aan de voor- en achterkant en oranje markeringsbord op beide laterale zijden van elk compartiment
Met maritiem vervoer
1 Stof
Bepaling : Etiket(ten) en UN-nummer op de 4 zijden en de juiste transportnaam op tenminste 2 zijden (hoogte van 65 mm - IMDG 5.3.2.0)
Verschillende stoffen
Bepaling : Etiket(ten) en UN-nummer op beide late- rale zijden van elk compartiment, etiket van elk model op beide uiteinden en de juiste transportnaam op tenminste 2 zijden (hoogte van 65 mm - IMDG 5.3.2.0)
Semi-trailers
Zonder maritiem vervoer
Bepaling : (2 opties) :
1) (leeg) Oranje bord voorzijde en achterzijde
2) Etiket(ten) aan elke laterale zijde
Met maritiem vervoer
Bepaling : Etiket(ten) op alle 4 de zijden
Bijzonderheid: bij gevaarlijke goederen boven de 4 ton – toevoeging van het UN-nummer op de 4 zijden
Tank- of stukgoed-semitrailer
Zonder maritiem vervoer
Bepaling : Etiket(ten) en oranje bord op de laterale zijde en kenmerk(en) en (leeg) oranje bord op de achterzijde
Met maritiem vervoer
Bepaling : Etiket(ten en UN-nummer op alle 4 de zijden en de juiste transportnaam op minstens 2 zijden (hoogte van 65 mm - IMDG 5.3.2.0)
MEGC
Zonder maritiem vervoer
Bepaling : Etiket(ten) op alle 4 de zijden en oranje borden op beide laterale zijden
Met maritiem vervoer
Bepaling : Etiket(ten) en UN-nummer op alle 4 de zijden en de juiste transportbenaming op minimum 2 zijden (hoogte van 65 mm - IMDG 5.3.2.0)
Klassen en etiketten (RID 5.2)
Klasse 1
Explosieve stoffen en voorwerpen
Xxxxxx 0
Xxxxxx
2.1 Brandbare gassen (1)
2.2 Niet-brandbare, niet-giftige gassen (1)
2.3 Giftige Gassen 2.1 | 2.2 | 2.3 |
Klasse 3 Brandbare vloeistoffenge stoffen (2) | ||
Klasse 4 Brandbare vaste stoffen 4.1 Brandbare vaste stoffen, zelfontledende stoffen, polymeriserende stoffen 4.2 Voor zelfontbranding vatbare stoffen 4.3 Stoffen die in contact met water brandbare gassen ontwikkelen (1) 4.1 | 4.2 | 4.3 |
Klasse 5 Oxiderende stoffen en organische peroxiden 5.1 Oxiderende stoffen 5.2 Organische peroxiden (2) 5.1 | 5.2 |
Klasse 6
Giftige stiffen en infectueuze stoffen
6.1 Giftige stoffen
6.2 Infectueuze (besmettelijke) stoffen 6.1 6.2
Klasse 7
Radioactieve stoffen
Klasse 8
Bijtende stoffen
Klasse 9
Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen
(1) Het symbool, de tekst en nummers van de etiketten met een volledig groene, rode of blauwe achtergrond mogen in het wit worden afgebeeld (ADR/RID 5.2.2.2.1.6b).
(2) Etiketten van klasse 5.2 mogen eveneens in het wit worden afgebeeld (ADR/RID 5.2.2.2.1.6c).
Speciale merktekens : Basisprincipes
Stoffen op hoge temperatuur (ADR/RID 5.3.3 en IMDG 5.3.2.2)
• Additioneel merkteken voor vaste stoffen boven 240° en vloeistoffen boven 100°
• Afmetingen: minstens 25 cm
• Containers, Tankcontainers en mobiele tanks : op alle 4 de zijden
• Wegvoertuigen: aan beide zijden en achteraan
Milieugevaarlijke stoffen (ADR/RID 5 3.6 en IMDG 5.3.2.3.1)
• Merkteken voor containers, MEGC‘s, tankcontainers, mobiele tanks en wegvoertuigen
• Afmetingen: minstens 25 cm x 25 cm
• Het merkteken wordt aangebracht op de 4 zijden indien vereist conform de bepalingen in hoofdstuk 5.3.1 ADR/RID, voor IMDG dient het merkteken volgens IMDG 5.3.2.3.1
aangebracht te worden.
Beperkte hoeveelheden (ADR/RID 3.4.7 en ADR/RID 3.4.15)
• Bij transporten van beperkte hoeveelheden boven de 8 ton, dient het merkteken op alle 4 de zijden van de container aangebracht worden, bij semi-trailers dient het merk-
teken aan de voor- en achterkant aangebracht te worden.
Fumigatie (ADR/RID 5.5.2)
• Het merkteken voor de laadeenheden onder fumigatie moet bevestigd worden op een plaats waar het gemakkelijk gezien zal worden door de personen die de laadeenheid
openen of binnentreden (Grootte : 40 cm x 30 cm – UN nummer 3559).
Betekenis van het oranje bord
= Identificatienummer van het gevaar
= UN-nummer
Grootte: minstens: 30 cm x 40 cm
Het identificatienummer van het gevaar bestaat uit twee of drie cijfers. In het algemeen verwijzen ze naar de volgende gevaren (ADR/RID 5.3.2.3.1):
2 = Ontsnappen van gas ten gevolge van druk of van een chemische reactie
3 = Brandbaarheid van vloeistoffen (dampen) en gassen of voor zelfontbranding vatbare stoffen
4 = Brandbaarheid van vaste stoffen of voor zelfontbranding vatbare stoffen
5 = Oxiderende (verbrandingbevorderende) werking 6 = giftigheid of gevaar voor infectie
7 = Radioactiviteit
8 = Bijtende werking
9 = Gevaar voor een spontane hevige reactie (niet voor 90 en 99) x = Reageert op een gevaarlijke wijze met water
0 = Wanneer de gevaren verbonden aan een stof adequaat kunnen worden weergegeven middels één enkel cijfer wordt dit gevolgd door een nul (0). De verdubbeling van een cijfer duidt op een intensivering van het gevaar in kwestie (bijvoorbeeld code 33=zeer brandbare vloeistof).
Vereiste informatie bij het vervoer van gevaarlijke stoffen
In overeenstemming met ADR/RID 5.4 zal de volgende informatie worden verstrekt aan de CT operators, ofwel tijdens het boeken of, op zijn laatst, wanneer de unit wordt afgeleverd bij de terminal.
Bepalingen voor alle klassen
• Het gevaaridentificatienummer moet voorafgaan aan de UN-code wanneer goederen worden vervoerd in tank-
containers, transport- tanks, MEGC's en containers voor vervoer in bulk (alleen RID) ;
• Het UN-nummer van de goederen moet worden vooraf- gegaan door de letters "UN" ;
• De juiste vervoersnaam dient te worden gespecificeerd en, waar van toepassing, worden aangevuld met de tech-
nische benaming tussen haakjes (bijzondere bepalingen (BB) 61, 274 en 318) ;
• Indien nodig moet dit worden aangevuld met informatie zoals bepaald in bijzondere aanvullende bepalingen
(bijvoorbeeld 640, 645, ...) ;
• Met uitzondering van klasse 7, dienen de nummers van de gevaarsetiketten genoemd in Xxxxx 0 van tabel 3.2.
A of, waar van toepassing, volgens de BB van kolom 6, aangegeven te worden. Indien er meerdere nummers van gevaaretiketten worden gegeven, moeten de nummers die volgend op het eerste nummer worden weergegeven tussen haakjes. Bij gebrek aan een bijbehorend etiket-sja- bloon moet de klasse worden ingevoegd.
• Indien van toepassing moet de verpakkingsgroep beho- rend bij de stof worden voorafgegaan door de letters "VG" ;
• Indien een stof voldoet aan de classificatiecriteria van
2.2.9.1.10 moet het vervoersdocument bovendien de woorden
"ENVIRONMENTALLY HARZARDOUS SUBSTANCE/MILIEU-
GEVAARLIJK” bevatten. Deze bijkomende vereiste is niet van toepassing op UN 3077 en UN 3082 noch voor vrijstel- lingen zoals gespecificeerd in 5.2.1.8.1. ;
• Een verklaring conform de bepalingen van een bepaalde overeenkomst ;
• Voor het vervoer van colli: het aantal en de beschrijving van de colli ; de totale hoeveelheid van elke stof moet worden
aangeduid middels het UN-nummer, de juiste vervoersnaam en verpakkingsgroep (uitgedrukt in volume, bruto of netto gewicht naar gelang de situatie). Het totaalgewicht van de gevaarlijke goederen moet worden vermeld in kilogram.
• Beperkte hoeveelheid: vermelding van het brutogewicht.
Bijkomende bepalingen voor klasse 1
• De classificatiecode vermeld in kolom 3b van tabel A. Als in kolom (5) van tabel A nummers van gevaarsetiketten
verschillend van de modellen 1, 1.4, 1.5, 1.6, 13 of 15 aange- geven zijn, moeten deze volgend op de classificatiecode aangegeven worden tussen haakjes.
• Het totale nettogewicht van explosieve goederen in kg. Bij een volledige lading / full load, toevoeging van het
aantal colli en de massa in kg van xxxx xxxxx.
• Wanneer vuurwerk van de UN-nummers 0333, 0334, 0335, 0336 en 0337 vervoerd wordt, moet de volgende vermel-
ding in het vervoersdocument voorkomen : “CLASSIFICA- TION OF FIREWORKS BYTHE COMPETENT AUTHORITY OF XX WITH THE FIRE WORK REFERENCE XX/YYZZZZ”/
“Classificatie van vuurwerk door de bevoegde overheid vanXX, met de classificatiereferentieXX/YYZZZZ.”
Bijkomende bepalingen voor klasse 2
(ADR/RID 5.4.1.2.2d)
In het geval van transporttanks en tankcontainers die sterk gekoelde, vloeibaar gemaakte gassen vervoeren, moet de verzender de datum waarop de reële verblijfstijd verstrijkt als volgt aangeven in het vervoersdocument: “Einde van de verblijfstijd: (DD/MM/YYYY)”.
Bijzondere bepalingen voor transport in een maritieme keten
Voor het vervoer van een ITU voorafgaand of volgend op mari- tiem vervoer zal waar relevant de "specifieke bepalingen": "TRANSPORT ACCORDING TO 1.1.4.2.1”/ “Vervoer volgens
1.1.4.2.1"worden toegevoegd in het vervoersdocument.
Bijzondere bepalingen voor het vervoer van afval
De juiste vervoersnaam zal worden voorafgegaan door het woord "WASTE"/”AFVAL”, tenzij deze term deel uitmaakt van de juiste vervoers- naam (5.4.1.1.3).
Bijzondere bepalingen voor ongereinigde, lege ITU’s en colli
Voor lege ladingdragers anders dan klasse 7 en voor houders van gassen met een capaciteit van meer dan 1000 liter zal de term “LEEG, LAATST GELADEN GOED :…” worden toege- voegd (5.4.1.1.6.1). .
Voor andere lege colli dan klasse 7, met inbegrip van houders voor gassen met een capaciteit van niet meer dan 1000 liter, moet de goederenaangifte het type verpakking bevatten gevolgd door "LEGE VERPAKKINGEN MET RESI- DU’S VAN…" (5.4.1.1.6.2.1).
Bijzondere bepalingen inzake koel- en conditioneringsmiddelen
(ADR/RID 5.5.3.7.1)
Tijdens het vervoer van containers die zijn gekoeld of geconditioneerd, zal het UN-nummer worden vermeld voor- afgegaan door de UN letters gevolgd door de naam vermeld in Kolom (2) van Xxxxx A in hoofdstuk 3.2, gevolgd door de woorden "KOELMIDDEL "of "AS CONDITIONERINGS-
MIDDEL" in het vervoersdocument.
Bijvoorbeeld : "UN 1845, CARBON DIOXIDE, SOLID, AS COOLANT".
Bijzondere bepalingen
voor milieugevaarlijke stoffen
Wanneer een stof behorende tot een van de klassen 1 tot 9 voldoet aan de classificatiecriteria genoemd in 2.2.9.1.10, moet in het vervoersdocument de aanvullende tekst worden vermeld: "ENVIRONMENTALLY HAZAR- DOUS" of "MARINE POLLUTANT / ENVIRONMENTALLY HAZAR-
DOUS/MILIEUGEVAARLIJK". Deze aanvullend vereiste is niet van toepassing op UN-nummers 3077 en 3082 of voor de uitzonderingen zoals vermeld in 5.2.1.8.1. De term "MARINE POLLUTANT" in plaats van "ENVIRONMEN-
TALLY HAZARDOUS " is aanvaardbaar voor vervoer in een transportketen waar maritiem vervoer deel van uitmaakt.
Ladingszekerheid en controle
Tijdens het aanleveren van de laadeenheid garandeert de onderneming die de eenheid voor gecombineerd transport aanlevert dat de laadeenheid geschikt is en dat de lading welke geladen is aan de veiligheidseisen voldoen voor het gecombineerd vervoer.
Onder 'veiligheid' wordt verstaan dat de laadeenheid en de geladen goederen gewaarborgd zijn voor een veilig trans- port. Vloeibare goederen waarbij temperatuurbeheersing vereist is, dienen in een daarvoor geschikte laadeenheid te worden geladen. De verpakking en het vastzetten van de lading moet worden gedaan volgens de eisen en stan- daarden zoals beschreven in het ADR/RID.
Bij het gecombineerd weg-rail vervoer, wordt verwezen naar de eisen zoals beschreven in paragraaf 7.5.7.1 ADR indien de lading gezekerd volgens de ED 12195-1 :2010 (van toepassing voor landtransport voor vrachtauto’s en trailers). Indien er gecombineerd transport wordt uitgevoerd in combi- natie met zee gerelateerd transport mag er ook gehandeld worden gedaan op de IMO/ILO/UN ECE condities.
Bij aanname of bij ontlading van de units staat de terminal in voor een systematische controle van alle units op de vereisten vastgelegd in het ADR/RID en in andere internati- onale of nationale regels. De terminal weigert de aanname of het laten vertrekken van alle units die niet conform zijn. De volgende controles worden uitgevoerd :
• bij aanname : algemene staat van de unit, gesloten toestand van de domdeksels en ventielen, identiteit van
de chauffeur, markeringen (etiketten, oranje kenmerken), controle van de CSC en ACEP borden.
• vertrek : De ITUs worden alleen overgedragen voor trans- port (weg) als de transporteurs naar behoren zijn geïden-
tificeerd in overeenstemming met de procedures die gelden op de terminals (1.10 ADR/RID), geldigheid van het goedkeuringscertificaat van de unit en het voertuig alsook de controle van het ADR certificaat van de chauffeur.
Spoorwegondernemingen zullen eveneens een vertrekcon- trole uitvoeren die gebaseerd is op paragraaf 1.4.2.2 van het RID en de bepalingen vastgelegd in het GCU (General Contract of Use).
Dit document is uitsluitend ter informatie bedoeld en omvat richtlijnen inzake veiligheid van transport van gevaarlijke goederen in gecombineerd vervoer weg-spoor. De informatie die deze richtlijnen omvat wordt met de beste intenties verstrekt en is in zoverre accuraat zoals de auteurs zich ervan bewust zijn er worden m.a.w. geen garanties gegeven over de volledigheid van het document. Dit document is niet bedoeld als een uitgebreide gids met betrekking tot alle elementen inzake veiligheid van transport van gevaarlijke goederen in gecombineerd vervoer weg-spoor. De auteurs kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor de informatie in deze richtlijnen.
E
MEMBER OF UTLC
CSKD
R
R
E
T
A
T
R
O
R
I
R
U
S
.
.
U
S
I
L
R
A
R
N
I
O
M
P
UIRR s.c.r.l.
00, xxx Xxxxxxxx - xxx 00 | X-0000 Xxxxxxxx | Belgium xxx.xxxx.xxx | xxxxxxxxxx.xxxxxxxx@xxxx.xxx
Tel. : x00 (0)0 000 00 00