TRAC T A TENBLAD
28 (1995) Nr. 1
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 1995 Nr. 140
A. TITEL
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Belarus inzake luchtdiensten tussen en via hun onderscheiden grondgebieden, met Bijlage;
Minsk, 10 april 1995
B. TEKST1)
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Belarus inzake luchtdiensten tussen en via hun onderscheiden grondgebieden
Het Koninkrijk der Nederlanden en
de Republiek Belarus,
hierna te noemen de Verdragsluitende Partijen,
partij zijnde bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, op 7 december 1944 te Chicago voor ondertekening opengesteld,
Geleid door de wens bij te dragen aan de vooruitgang van de interna- tionale burgerluchtvaart,
Geleid door de wens een verdrag te sluiten met het doel luchtdiensten in te stellen tussen en via hun onderscheiden grondgebieden,
Zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1
Begripsomschrijvingen
Tenzij het zinsverband anders vereist, hebben in dit Verdrag en de Bij- lage daarbij de volgende begrippen de daaraan hierbij toegekende bete- kenis:
a. onder ,,het Verdrag van Chicago’’ wordt verstaan: het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, op 7 december 1944 te Chi- cago voor ondertekening opengesteld, met inbegrip van alle overeen- komstig artikel 90 van het Verdrag van Chicago aangenomen Bijlagen en alle wijzigingen van de Bijlagen of van het Verdrag van Chicago overeenkomstig de artikelen 90 en 94 daarvan, voor zover deze Bijlagen en wijzigingen in werking zijn getreden voor, of zijn bekrachtigd door beide Verdragsluitende Partijen;
b. onder ,,luchtvaartautoriteiten’’ wordt verstaan:
wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, de Minister van Verkeer en Waterstaat;
wat de Republiek Belarus betreft, de Minister van Vervoer en Verbin- dingen;
of in beide gevallen elke persoon of instantie die bevoegd is elke functie te vervullen die thans wordt vervuld door de genoemde autori- teiten;
c. onder ,,aangewezen luchtvaartmaatschappij’’ wordt verstaan: een
1) De Belarussische tekst is niet afgedrukt.
Agreement between the Kingdom of the Netherlands and the Republic of Belarus for air services between and beyond their respective territories
The Kingdom of the Netherlands and
the Republic of Belarus,
hereinafter referred to as the Contracting Parties,
being parties to the Convention on International Civil Aviation opened for signature at Chicago on 7 December 1944;
desiring to contribute to the progress of international civil aviation;
desiring to conclude an Agreement for the purpose of establishing air services between and beyond their respective territories;
have agreed as follows:
Article 1
Definitions
For the purpose of this Agreement and its Annex, unless the context otherwise requires:
a) the term ‘‘the Convention’’ means the Convention on International Civil Aviation, opened for signature at Chicago on 7 December 1944, and includes any Annex adopted under Article 90 of that Convention and any amendment of the Annexes or the Convention under Articles 90 and
94 thereof, insofar as those Annexes and amendments have become effective for, or been ratified by both Contracting Parties;
b) the term ‘‘aeronautical authorities’’ means:
for the Republic of Belarus the Ministry of Transport and Communi- cations;
for the Kingdom of the Netherlands the Minister of Transport, Public Works and Watermanagement;
or in either case any person or body authorized to perform any func- tions at present exercised by the said authorities;
c) the term ‘‘designated airline’’ means an airline which has been
luchtvaartmaatschappij die is aangewezen en gemachtigd overeenkom- stig artikel 4 van dit Verdrag;
d. het begrip ,,grondgebied’’ heeft met betrekking tot een Staat de betekenis die daaraan in artikel 2 van het Verdrag van Chicago wordt toegekend;
e. de begrippen ,,luchtdienst’’, ,,internationale luchtdienst’’, ,,lucht- vaartmaatschappij’’ en ,,landing anders dan voor verkeersdoeleinden’’ hebben de betekenis die daaraan in artikel 96 van het Verdrag van Chi- cago onderscheidenlijk wordt toegekend;
f. onder ,,overeengekomen dienst’’ en ,,omschreven route’’ wordt onderscheidenlijk verstaan: een internationale luchtdienst ingevolge arti- kel 2 van dit Verdrag en de in de Bijlage bij dit Verdrag omschreven route;
g. onder ,,boordproviand’’ wordt verstaan: consumptiegoederen be- stemd voor gebruik of verkoop aan boord van een luchtvaartuig tijdens de vlucht, met inbegrip van verstrekte etenswaren en dranken;
h. onder ,,Xxxxxxx’’ wordt verstaan: dit Verdrag, de in toepassing daarvan opgestelde Bijlage, en alle wijzigingen van het Verdrag of van de Bijlage;
i. onder ,,xxxxxx’’ wordt verstaan: elk bedrag dat door de luchtvaart- maatschappijen, rechtstreeks of via hun agenten, in rekening wordt gebracht of zal worden gebracht aan alle natuurlijke personen of rechts- personen voor het vervoer door de lucht van passagiers (en hun bagage) en vracht (post uitgezonderd), daarbij inbegrepen:
I. de voorwaarden betreffende het beschikbaar zijn en het van toe- passing zijn van een tarief, en
II. de heffingen en voorwaarden voor alle bij zulk vervoer bijko- mende diensten die door de luchtvaartmaatschappijen worden aangeboden;
j. onder ,,verandering van luchtvaartuig’’ wordt verstaan: de exploi- tatie van een van de overeengekomen diensten door een aangewezen luchtvaartmaatschappij op zodanige wijze dat op een of meer delen van de route wordt gevlogen met luchtvaartuigen met een andere capaciteit dan die welke op een ander deel worden gebruikt;
k. onder ,,geautomatiseerd boekingssysteem’’ (GBS) wordt verstaan: een geautomatiseerd systeem dat informatie bevat over routetabellen, beschikbare plaatsen, prijzen en verwante diensten, en door middel waarvan plaatsen kunnen worden geboekt en/of vliegbiljetten kunnen worden afgegeven en dat enkele of al deze faciliteiten ter beschikking van reisagenten stelt.
Artikel 2
Verlening van rechten
1. Elke Verdragsluitende Partij verleent de andere Verdragsluitende Partij, tenzij in de Bijlage anders is bepaald, de volgende rechten voor
designated and authorized in accordance with Article 4 of this Agree- ment;
d) the term ‘‘territory’’ in relation to a State has the meaning assigned to it in Article 2 of the Convention;
e) the terms ‘‘air service’’, ‘‘international air service’’, ‘‘airline’’ and ‘‘stop for non-traffic purposes’’ have the meaning respectively assigned to them in Article 96 of the Convention;
f) the terms ‘‘agreed service’’ and ‘‘specified route’’ mean internat- ional air service pursuant to Article 2 of this Agreement and the route specified in the Annex to this Agreement respectively;
g) the term ‘‘stores’’ means articles of a readily consumable nature for use or sale on board an aircraft during flight, including commissary supplies;
h) the term ‘‘Agreement’’ means this Agreement, its Annex drawn up in application thereof, and any amendments to the Agreement or to the Annex;
i) the term ‘‘tariff’’ means any amount charged or to be charged by airlines, directly or through their agents, to any person or entity for the carriage of passengers (and their baggage) and cargo (excluding mail) in air transportation, including:
I) the conditions governing the availability and applicability of a tar- iff, and
II) the charges and conditions for any services ancillary to such car- riage which are offered by airlines;
j) the term ‘‘change of aircraft’’ means the operation of one of the agreed services by a designated airline in such a way that one or more sectors of the route are flown by aircraft different in capacity from those used on another sector;
k) the term ‘‘Computer Reservation System’’ (CRS) means a compu- terized system containing information about airline schedules, seat avail- ability, fares and related services and through which reservations can be made and/or tickets can be issued and which makes some or all of these facilities available to travel agents.
Article 2
Grant of Rights
1. Each Contracting Party grants to the other Contracting Party ex- cept as otherwise specified in the Annex the following rights for the con
het verrichten van internationaal luchtvervoer door de aangewezen lucht- vaartmaatschappij van de andere Verdragsluitende Partij:
a. het recht om zonder te landen over haar grondgebied te vliegen;
b. het recht om op haar grondgebied te landen anders dan voor ver- keersdoeleinden; en
c. het recht om tijdens de exploitatie van een overeengekomen dienst op een omschreven route op haar grondgebied te landen voor het opne- men en afzetten in internationaal verkeer van lading in de vorm van pas- sagiers, vracht en post, afzonderlijk of gecombineerd.
2. Geen van de bepalingen van het eerste lid van dit artikel wordt geacht de luchtvaartmaatschappij van de ene Verdragsluitende Partij het recht te geven tot deelneming aan luchtvervoer tussen punten gelegen op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij.
Artikel 3
Verandering van luchtvaartuig
1. Elke aangewezen luchtvaartmaatschappij kan naar eigen keuze op iedere vlucht of op alle vluchten op de overeengekomen diensten van luchtvaartuig veranderen op het grondgebied van de andere Verdrag- sluitende Partij of op enig punt langs de omschreven routes, met dien verstande dat:
a. luchtvaartuigen die worden gebruikt voorbij het punt waarop van luchtvaartuig wordt veranderd, in aansluiting op de inkomende of uit- gaande luchtvaartuigen in de dienstregeling worden opgenomen, naar gelang het geval;
b. in het geval van verandering van luchtvaartuig op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij en wanneer meer dan e´e´n lucht- vaartuig voorbij het punt van verandering wordt gee¨xploiteerd, niet meer dan e´e´n zodanig luchtvaartuig van gelijke grootte mag zijn als, en geen luchtvaartuig groter mag zijn dan de op de derde- en vierde- vrijheidssector gebruikte luchtvaartuigen.
2. Bij verandering van luchtvaartuig kan een aangewezen luchtvaart- maatschappij gebruik maken van haar eigen uitrusting en, met inachtne- ming van de nationale voorschriften, van geleaste uitrusting, en kan zij de exploitatie verrichten overeenkomstig commercie¨le regelingen met een andere luchtvaartmaatschappij.
3. Een aangewezen luchtvaartmaatschappij kan verschillende of de- zelfde vluchtnummers gebruiken voor de sectoren waarop haar verande- ring van luchtvaartuig betrekking heeft.
Artikel 4
Aanwijzing en verlening van vergunningen
1. Elke Verdragsluitende Partij heeft het recht door middel van een schriftelijke kennisgeving langs diplomatieke weg aan de andere Verdrag-
duct of international air transportation by the designated airline of the other Contracting Party:
a) the right to fly across its territory without landing;
b) the right to make stops in its territory for non-traffic purposes; and
c) while operating an agreed service on a specified route, the right to make stops in its territory for the purpose of taking up and discharging international traffic in passengers, cargo and mail, separately or in com- bination.
2. Nothing in paragraph 1 of this Article shall be deemed to grant the right for one Contracting Party’s airline to participate in air transporta- tion between points in the territory of the other Contracting Party.
Article 3
Change of Aircraft
1. Each designated airline may on any or all flights on the agreed ser- vices and at its option, change aircraft in the territory of the other Con- tracting Party or at any point along the specified routes, provided that:
a) aircraft used beyond the point of change of aircraft shall be sched- uled in coincidence with the inbound or outbound aircraft, as the case may be;
b) in the case of change of aircraft in the territory of the other Con- tracting Party and when more than one aircraft is operated beyond the point of change, not more than one such aircraft may be of equal size and none may be larger than the aircraft used on the third and fourth freedom sector.
2. For the purpose of change of aircraft operations, a designated air- line may use its own equipment and, subject to national regulations, leased equipment, and may operate under commercial arrangements with another airline.
3. A designated airline may use different or identical flight numbers for the sectors of its change of aircraft operations.
Article 4
Designation and Authorization
1. Each Contracting Party shall have the right by written notification through diplomatic channels to the other Contracting Party to designate
sluitende Partij een luchtvaartmaatschappij aan te wijzen voor de exploi- tatie van luchtdiensten op de in de Bijlage omschreven routes en een eer- der aangewezen luchtvaartmaatschappij te vervangen door een andere luchtvaartmaatschappij.
2. Na ontvangst van bedoelde kennisgeving verleent elke Verdrag- sluitende Partij onverwijld aan de aldus door de andere Verdragsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij, met inachtneming van de bepalingen van dit artikel, de vereiste exploitatievergunningen.
3. Na ontvangst van de in het tweede lid van dit artikel bedoelde exploitatievergunning kan de aangewezen luchtvaartmaatschappij te allen tijde een aanvang maken met de gehele of gedeeltelijke exploitatie van de overeengekomen diensten, mits zij aan de bepalingen van dit Verdrag voldoet en de tarieven voor deze diensten zijn vastgesteld in overeen- stemming met de bepalingen van artikel 6 van dit Verdrag.
4. Elke Verdragsluitende Partij heeft het recht de in het tweede lid van dit artikel bedoelde exploitatievergunning te weigeren of deze vergun- ning te verlenen onder noodzakelijk geachte voorwaarden voor de uit- oefening van de in artikel 2 van dit Verdrag omschreven rechten door de aangewezen luchtvaartmaatschappij, indien niet te haren genoegen is aangetoond dat een aanmerkelijk deel van de eigendom van, en het daadwerkelijke toezicht op die luchtvaartmaatschappij berusten bij de Verdragsluitende Partij die de luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen en/of bij haar onderdanen.
Artikel 5
Intrekking of opschorting van vergunningen
1. De Verdragsluitende Partijen hebben het recht de in artikel 4 ver- melde vergunningen voor een door de andere Verdragsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij niet te verlenen, deze in te trekken of op te schorten, of hieraan voorwaarden te verbinden:
a. indien een zodanige luchtvaartmaatschappij nalaat ten genoegen van de luchtvaartautoriteiten van die Verdragsluitende Partij aan te tonen dat zij voldoet aan de door die autoriteiten gewoonlijk en redelijkerwijze in overeenstemming met het Verdrag van Chicago toegepaste wetten en voorschriften;
b. indien een zodanige luchtvaartmaatschappij nalaat de wetten en voorschriften van die Verdragsluitende Partij na te leven;
c. ingeval niet te hunnen genoegen is aangetoond dat een aanmerke- lijk deel van de eigendom van, en het daadwerkelijk toezicht op de luchtvaartmaatschappij berusten bij de Verdragsluitende Partij die de luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen en/of bij haar onderdanen;
d. indien de luchtvaartmaatschappij anderszins nalaat de exploitatie te voeren in overeenstemming met de ingevolge dit Verdrag gestelde voorwaarden.
an airline to operate air services on the routes specified in the Annex and to substitute another airline for an airline previously designated.
2. On receipt of such notification, each Contracting Party shall, with- out delay, grant to the airline so designated by the other Contracting Party the appropriate operating authorizations subject to the provisions of this Article.
3. Upon receipt of the operating authorization of paragraph 2 of this Article the designated airline may at any time begin to operate the agreed services, in part or in whole, provided that it complies with the provisions of this Agreement and that tariffs for such services have been established in accordance with the provisions of Article 6 of this Agree- ment.
4. Each Contracting Party shall have the right to refuse to grant the operating authorization referred to in paragraph 2 of this Article, or to grant this authorization under conditions that may be deemed necessary for the exercise by the designated airline of the rights specified in Arti- cle 2 of this Agreement, if it is not satisfied that substantial ownership and effective control of the airline are vested in the Contracting Party designating it or in its nationals or in both.
Article 5
Revocation and Suspension of Authorization
1. The Contracting Parties shall have the right to withhold the au- thorizations referred to in Article 4 with respect to an airline designated by the other Contracting Party, to revoke or suspend such authorizations or impose conditions:
a) in the event of failure by such airline to qualify before the aero- nautical authorities of that Contracting Party under the laws and regula- tions normally and reasonably applied by these authorities in conformity with the Convention;
b) in the event of failure by such airline to comply with the laws and regulations of that Contracting Party;
c) in the event that they are not satisfied that substantial ownership and effective control of the airline are vested in the Contracting Party designating the airline or in its nationals or in both;
d) in case the airline otherwise fails to operate in accordance with the conditions prescribed under this Agreement.
2. Tenzij onmiddellijk ingrijpen van wezenlijk belang is ter voorko- ming van verdere inbreuken op de hierboven bedoelde wetten en voor- schriften, worden de in het eerste lid van dit artikel opgesomde rechten slechts uitgeoefend na overleg met de luchtvaartautoriteiten van de andere Verdragsluitende Partij. Tenzij anders door de Verdragsluitende Partijen is overeengekomen, vangt zulk overleg aan binnen een termijn van zestig (60) dagen na de datum van ontvangst van het verzoek ter zake.
Artikel 6
Tarieven
1. De door de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van de Verdrag- sluitende Partijen in rekening te brengen tarieven voor vervoer tussen hun grondgebieden dienen de tarieven te zijn die zijn goedgekeurd door de luchtvaartautoriteiten van beide Verdragsluitende Partijen, en dienen te zijn vastgesteld op een redelijk niveau, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met alle relevante factoren, waaronder begrepen de exploitatiekosten, een redelijke winst en de tarieven van andere lucht- vaartmaatschappijen die een deel van de omschreven route exploiteren.
2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde tarieven worden, indien mogelijk, overeengekomen door de aangewezen luchtvaartmaatschap- pijen door middel van toepassing van de procedures van de Internatio- nale Luchtvervoersvereniging (,,International Air Transport Associa- tion’’) voor de vaststelling van tarieven. Wanneer zulks niet mogelijk is, worden de tarieven overeengekomen door de aangewezen luchtvaart- maatschappijen. In elk geval is voor de tarieven de goedkeuring van de luchtvaartautoriteiten van beide Verdragsluitende Partijen vereist.
3. Alle aldus overeengekomen tarieven worden ten minste zestig (60) dagen voor de voorgestelde datum van invoering ter goedkeuring voor- gelegd aan de luchtvaartautoriteiten van beide Verdragsluitende Partijen, tenzij de bedoelde autoriteiten overeenkomen deze termijn in bijzondere gevallen te bekorten.
4. De tarieven kunnen uitdrukkelijk worden goedgekeurd of worden, indien geen van beide luchtvaartautoriteiten binnen dertig (30) dagen na de datum van voorlegging overeenkomstig het derde lid van dit artikel te kennen heeft gegeven de tarieven niet goed te keuren, geacht te zijn goedgekeurd.
Ingeval de termijn van voorlegging wordt bekort, zoals bepaald in het derde lid van dit artikel, kunnen de luchtvaartautoriteiten overeenkomen dat de termijn waarbinnen kennisgeving van afkeuring moet geschieden, dienovereenkomstig wordt bekort.
5. Indien een tarief niet kan worden overeengekomen overeenkomstig het tweede lid van dit artikel, of indien gedurende de overeenkomstig het vierde lid van dit artikel geldende termijn de ene luchtvaartautoriteit de
2. Unless immediate action is essential to prevent further infringe- ment of the laws and regulations referred to above, the rights enumer- ated in paragraph 1 of this Article shall be exercised only after consul- tations with the aeronautical authorities of the other Contracting Party. Unless otherwise agreed by the Contracting Parties, such consultations shall begin within a period of sixty (60) days from the date of receipt of the request.
Article 6
Tariffs
1. The tariffs to be charged by the designated airlines of the Contract- ing Parties for carriage between their territories shall be those approved by the aeronautical authorities of both Contracting Parties and shall be established at reasonable levels, due regard being paid to all relevant factors, including cost of operation, reasonable profit and the tariffs of other airlines for any part of the specified route.
2. Tariffs referred to in paragraph 1 of this Article shall, whenever possible, be agreed by the designated airlines through the use of the pro- cedures of the International Air Transport Association for the setting of tariffs. When this is not possible the tariffs shall be agreed between the designated airlines. In any case the tariffs shall be subject to the approval of the aeronautical authorities of both Contracting Parties.
3. All tariffs so agreed shall be submitted for approval of the aero- nautical authorities of both Contracting Parties at least sixty (60) days before the proposed date of their introduction, except where the said authorities agree to reduce this period in special cases.
4. Approval of tariffs may be given expressly, or, if neither of the aeronautical authorities has expressed disapproval within thirty (30) days from the date of submission, in accordance with paragraph 3 of this Article, the tariffs shall be considered as approved.
In the event of the period for submission being reduced, as provided for in paragraph 3, the aeronautical authorities may agree that the period within which any disapproval must be notified shall be reduced accord- ingly.
5. If a tariff cannot be agreed in accordance with paragraph 2 of this Article, or if, during the period applicable in accordance with paragraph 4 of this Article, one aeronautical authority gives the other aeronautical
andere luchtvaartautoriteit te kennen geeft dat zij een overeenkomstig de bepalingen van het tweede lid van dit artikel overeengekomen tarief niet goedkeurt, trachten de luchtvaartautoriteiten van beide Verdragsluitende Partijen het tarief in onderlinge overeenstemming vast te stellen.
6. Indien de luchtvaartautoriteiten geen overeenstemming kunnen be- reiken omtrent een overeenkomstig het derde lid van dit artikel aan hen voorgelegd tarief, of omtrent de vaststelling van een tarief krachtens het vijfde lid van dit artikel, wordt het geschil geregeld overeenkomstig de bepalingen van artikel 18 van dit Verdrag.
7. Overeenkomstig de bepalingen van dit artikel vastgestelde tarieven blijven van kracht totdat nieuwe tarieven zijn vastgesteld.
8. De aangewezen luchtvaartmaatschappijen van beide Verdrag- sluitende Partijen mogen geen tarieven in rekening brengen die afwijken van die welke in overeenstemming met de bepalingen van dit artikel zijn goedgekeurd.
Artikel 7
Commercie¨le activiteiten
1. Het is de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van beide Verdrag- sluitende Partijen toegestaan om:
a. op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij kanto- ren te vestigen ten behoeve van de bevordering van het luchtvervoer en de verkoop van vliegbiljetten alsook andere voor het verzorgen van luchtvervoer vereiste voorzieningen;
b. zich op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij rechtstreeks en, naar goeddunken van die luchtvaartmaatschappij, via haar agenten, bezig te houden met de verkoop van luchtvervoer.
2. Het is de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de ene Verdrag- sluitende Partij toegestaan om haar in verband met het verzorgen van luchtvervoer benodigde leidinggevend, commercieel, operationeel en technisch personeel te zenden naar en te doen verblijven op het grond- gebied van de andere Verdragsluitende Partij.
3. In deze behoeften aan personeel kan naar keuze van de aangewe- zen luchtvaartmaatschappij worden voorzien door eigen personeel of door gebruikmaking van de diensten van een andere organisatie, onder- neming of luchtvaartmaatschappij die werkzaam is op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij en die gemachtigd is dergelijke diensten te verlenen op het grondgebied van die Verdragsluitende Partij.
4. De bovengenoemde activiteiten worden verricht in overeenstem- ming met de wetten en voorschriften van de andere Verdragsluitende Partij.
authority notice of its disapproval of any tariff agreed in accordance with the provisions of paragraph 2 of this Article, the aeronautical authorities of the two Contracting Parties shall endeavour to determine the tariff by mutual agreement.
6. If the aeronautical authorities cannot agree on a tariff submitted to them under paragraph 3 of this Article, or on the determination of a tar- iff under paragraph 5 of this Article, the dispute shall be settled in accordance with the provisions of Article 18 of this Agreement.
7. Tariffs established in accordance with the provisions of this Arti- cle shall remain in force until new tariffs have been established.
8. The designated airlines of both Contracting Parties may not charge tariffs different from those which have been approved in conformity with the provisions of this Article.
Article 7
Commercial Activities
1. The designated airlines of both Contracting Parties shall be al- lowed:
a) to establish in the territory of the other Contracting Party offices for the promotion of air transportation and sale of air tickets as well as other facilities required for the provision of air transportation;
b) in the territory of the other Contracting Party to engage directly and, at that airline’s discretion, through its agents in the sale of air trans- portation.
2. The designated airline of one Contracting Party shall be allowed to bring in and maintain in the territory of the other Contracting Party its managerial, commercial, operational and technical staff as it may require in connection with the provision of air transportation.
3. These staff requirements may, at the option of the designated air- line, be satisfied by its own personnel or by using the services of any other organization, company or airline operating in the territory of the other Contracting Party, and authorized to perform such services in the territory of that Contracting Party.
4. The above activities shall be carried out in accordance with the laws and regulations of the other Contracting Party.
Artikel 8
Eerlijke concurrentie
1. De aangewezen luchtvaartmaatschappijen van beide Verdrag- sluitende Partijen worden op eerlijke en gelijke wijze in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan het internationale luchtvervoer waarop dit Ver- drag betrekking heeft.
2. Elke Verdragsluitende Partij treft alle passende maatregelen binnen haar rechtsmacht ter bestrijding van alle vormen van discriminatie of oneerlijke concurrentiepraktijken die de concurrentiepositie van de lucht- vaartmaatschappijen van de andere Verdragsluitende Partij nadelig be¨ın- vloeden.
Artikel 9
Dienstregeling
1. De door een Verdragsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaat- schappij stelt de luchtvaartautoriteiten van de andere Verdragsluitende Partij vijfenveertig (45) dagen tevoren in kennis van de dienstregeling van haar voorgenomen diensten, en vermeldt daarbij de frequentie, het type luchtvaartuig, de indeling en het aantal zitplaatsen dat beschikbaar zal zijn voor het publiek.
2. Verzoeken om toestemming voor het uitvoeren van extra vluchten kunnen door de aangewezen luchtvaartmaatschappij rechtstreeks aan de luchtvaartautoriteiten van de andere Verdragsluitende Partij ter goedkeu- ring worden voorgelegd.
Artikel 10
Belastingen, douanerechten en heffıngen
1. Luchtvaartuigen die door de aangewezen luchtvaartmaatschappij van een van beide Verdragsluitende Partijen voor internationale lucht- diensten worden gebruikt, alsmede hun normale uitrustingsstukken, reserveonderdelen, voorraden brandstof en smeermiddelen, proviand (met inbegrip van etenswaren, dranken en tabaksartikelen) aan boord, alsmede reclame- en promotiemateriaal dat zich aan boord van zodanige luchtvaartuigen bevindt, zijn vrijgesteld van alle douanerechten, inspectiekosten en soortgelijke nationale of lokale heffingen en belastin- gen bij binnenkomst op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij, mits deze uitrustingsstukken en voorraden aan boord van de lucht- vaartuigen blijven totdat zij opnieuw worden uitgevoerd.
2. Met betrekking tot normale uitrustingsstukken, reserveonderdelen, voorraden brandstof, smeermiddelen en proviand die worden ingevoerd op het grondgebied van de ene Verdragsluitende Partij door of ten
Article 8
Fair Competition
1. There shall be fair and equal opportunity for the designated airlines of both Contracting Parties to participate in the international air trans- portation covered by this Agreement.
2. Each Contracting Party shall take all appropriate action within its jurisdiction to eliminate all forms of discrimination or unfair competi- tive practices adversely affecting the competitive position of the airlines of the other Contracting Party.
Article 9
Timetable
1. The airline designated by one Contracting Party shall notify the aeronautical authorities of the other Contracting Party, forty-five (45) days in advance, of the timetable of its intended services, specifying the frequency, type of aircraft, configuration and number of seats to be made available to the public.
2. Requests for permission to operate additional flights can be sub- mitted by the designated airline for approval directly to the aeronautical authorities of the other Contracting Party.
Article 10
Taxes, Customs and Charges
1. Aircraft operating on international air services by the designated airline of either Contracting Party, as well as their regular equipment, spare parts, supplies of fuels and lubricants, aircraft stores (including food, beverages and tobacco) on board as well as advertising and pro- motional material kept on board such aircraft shall be exempt from all customs duties, inspection fees and similar national or local duties and charges, on arrival in the territory of the other Contracting Party, pro- vided such equipment and supplies remain on board the aircraft up to such time as they are re-exported.
2. With regard to regular equipment, spare parts, supplies of fuels and lubricants and aircraft stores introduced into the territory of one Con- tracting Party by or on behalf of a designated airline of the other Con-
behoeve van een aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Verdragsluitende Partij, of aan boord van de door deze aangewezen luchtvaartmaatschappij gee¨xploiteerde luchtvaartuigen worden genomen uitsluitend voor gebruik aan boord van de luchtvaartuigen bij de exploi- tatie van internationale diensten, behoeven geen heffingen of belastingen te worden betaald, met inbegrip van douanerechten en inspectiekosten die verschuldigd zijn op het grondgebied van de eerste Verdragsluitende Partij, zelfs indien deze voorraden zullen worden gebruikt tijdens de gedeelten van de vlucht die worden afgelegd boven het grondgebied van de Verdragsluitende Partij waar zij aan boord zijn genomen.
Ten aanzien van de bovengenoemde goederen kan worden verlangd dat deze onder het toezicht en beheer van de douane blijven.
De bepalingen van dit lid mogen niet zodanig worden uitgelegd dat een Verdragsluitende Partij kan worden verplicht tot terugbetaling van douanerechten die reeds op bovenbedoelde goederen zijn geheven.
3. Normale uitrustingsstukken, reserveonderdelen, voorraden brand- stof, smeermiddelen en proviand aan boord van luchtvaartuigen van een van beide Verdragsluitende Partijen kunnen op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij slechts worden uitgeladen met toestem- ming van de douaneautoriteiten van deze Verdragsluitende Partij, die kunnen verlangen dat deze materialen onder hun toezicht worden ge- plaatst totdat zij weer worden uitgevoerd of overeenkomstig de douane- voorschriften een andere bestemming hebben gekregen.
Artikel 11
Dubbele belasting
1. Inkomsten en winsten uit de exploitatie van luchtvaartuigen in het internationale verkeer zijn slechts belastbaar in de Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming gelegen is.
2. Winsten uit de vervreemding van luchtvaartuigen die worden gee¨x- ploiteerd in het internationale verkeer zijn slechts belastbaar in de Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming gelegen is.
3. Kapitaal dat wordt vertegenwoordigd door luchtvaartuigen die wor- den gee¨xploiteerd in het internationale verkeer en door roerende zaken die verband houden met de exploitatie van die luchtvaartuigen, is slechts belastbaar in de Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming gelegen is.
4. De bepalingen van het eerste lid van dit artikel zijn ook van toe- passing op inkomsten en winsten uit deelneming in een ,,pool’’, een gemeenschappelijke onderneming of een internationaal opererend agent- schap.
5. Indien een verdrag tussen de Verdragsluitende Partijen tot het ver- mijden van dubbele belasting naar het inkomen en het vermogen voor-
tracting Party or taken on board the aircraft operated by such designated airline and intended solely for use on board that aircraft while operating international services, no duties and charges, including customs duties and inspection fees imposed in the territory of the first Contracting Party, shall be applied, even when these supplies are to be used on the parts of the journey performed over the territory of the Contracting Party in which they are taken on board.
The articles referred to above may be required to be kept under cus- toms supervision and control.
The provisions of this paragraph cannot be interpreted in such a way that a Contracting Party can be made subject to the obligation to refund customs duties which already have been levied on the items referred to above.
3. Regular airborne equipment, spare parts, supplies of fuels and lubricants and aircraft stores retained on board the aircraft of either Con- tracting Party may be unloaded in the territory of the other Contracting Party only with the approval of the customs authorities of that Contract- ing Party, who may require that these materials be placed under their supervision up to such time as they are re-exported or otherwise dis- posed of in accordance with customs regulations.
Article 11
Double Taxation
1. Income and profits from the operation of aircraft in international traffic shall be taxable only in the State in which the place of effective management of the enterprise is situated.
2. Gains from the alienation of aircraft operated in international traf- fic shall be taxable only in the State in which the place of effective man- agement of the enterprise is situated.
3. Capital represented by aircraft operated in international traffic and by movable property pertaining to the operation of such aircraft shall be taxable only in the State in which the place of effective management of the enterprise is situated.
4. The provisions of paragraph 1 of this Article shall also apply to income and profits from the participation in a pool, a joint business or an international operating agency.
5. If an agreement between the Contracting Parties on avoidance of double taxation on income or capital envisages procedures different from
ziet in andere procedures dan die welke in het eerste tot en met het vierde lid van dit artikel worden vermeld, zijn de bepalingen van het ver- drag tot het vermijden van dubbele belasting naar het inkomen en het vermogen van toepassing.
Artikel 12
Overmaking van gelden
1. Het staat de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van de Verdrag- sluitende Partijen vrij luchtvervoerdiensten te verkopen op de grondge- bieden van beide Verdragsluitende Partijen, hetzij rechtstreeks, hetzij via een agent, in iedere valuta.
2. Het staat de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van de Verdrag- sluitende Partijen vrij het batig saldo van de ontvangsten en uitgaven op het grondgebied van verkoop over te maken van het grondgebied van verkoop naar hun eigen grondgebied. In deze netto-overmaking zijn begrepen de baten uit verkopen, rechtstreeks of via agenten, van luchtvervoerdiensten en bijkomende of aanvullende diensten, alsmede de gebruikelijke handelsrente die over deze inkomsten wordt ontvangen terwijl deze in afwachting van de overmaking in deposito zijn gegeven.
3. De aangewezen luchtvaartmaatschappijen van de Verdragsluitende Partijen verkrijgen binnen ten hoogste dertig (30) dagen na de aanvraag toestemming voor de overmaking, zulks in een vrij inwisselbare munt- eenheid. Het staat de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van de Verdragsluitende Partijen vrij de feitelijke overmaking te verrichten zodra de toestemming is verkregen.
Artikel 13
Toepassing van wetten, voorschriften en procedures
1. De wetten, voorschriften en procedures van een Verdragsluitende Partij betreffende de toelating tot of het vertrek uit haar grondgebied van in internationale luchtdiensten gebruikte luchtvaartuigen of betreffende de exploitatie van en het vliegen met zodanige luchtvaartuigen dienen door de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Verdrag- sluitende Partij te worden nageleefd vanaf de binnenkomst in en tot en met het vertrek uit bedoeld grondgebied.
2. De wetten, voorschriften en procedures van een Verdragsluitende Partij betreffende immigratie, paspoorten of andere erkende reis- documenten, binnenkomst, inklaring, douane en quarantaine dienen te worden nageleefd door of namens bemanningsleden, passagiers, vracht en post die worden vervoerd door luchtvaartuigen van de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Verdragsluitende Partij vanaf de binnenkomst in en tot en met het vertrek uit het grondgebied van eerst- bedoelde Verdragsluitende Partij.
those referred to in paragraphs 1-4 of this Article, the provisions of the agreement on avoidance of double taxation on income or capital shall be applicable.
Article 12
Transfer of Funds
1. The designated airlines of the Contracting Parties shall be free to sell air transport services in the territories of both the Contracting Par- ties, either directly or through an agent, in any currency.
2. The designated airlines of the Contracting Parties shall be free to transfer from the territory of sale to their home territory the excess, in the territory of sale, of receipts over expenditure. Included in such net transfer shall be revenues from sales, made directly or through agents, of air transport services, and ancillary or supplemental services, and nor- mal commercial interest earned on such revenues while on deposit awaiting transfer.
3. The designated airlines of the Contracting Parties shall receive approval for such transfer within at most thirty (30) days of application, in a freely convertible currency. The designated airlines of the Contract- ing Parties shall be free to effect the actual transfer on receipt of approval.
Article 13
Application of Laws, Regulations and Procedures
1. The laws, regulations and procedures of either Contracting Party relating to the admission to or departure from its territory of aircraft engaged in international air services, or to the operation and navigation of such aircraft, shall be complied with by the designated airline of the other Contracting Party upon its entrance into, and until and including its departure from, the said territory.
2. The laws, regulations and procedures of either Contracting Party relating to immigration, passports, or other approved travel documents, entry, clearance, customs and quarantine shall be complied with by or on behalf of crews, passengers, cargo and mail carried by aircraft of the designated airline of the other Contracting Party upon their entrance into, and until and including their departure from, the territory of the said Contracting Party.
3. Passagiers, bagage en vracht die op doorreis zijn via het grondge- bied van een Verdragsluitende Partij en die de daarvoor gereserveerde zone van de luchthaven niet verlaten, worden, behalve wat veiligheids- maatregelen tegen geweld en luchtpiraterij betreft, slechts aan een ver- eenvoudigde controle onderworpen. Bagage en vracht op doorreis zijn vrijgesteld van douanerechten en andere soortgelijke belastingen.
4. Kosten en heffingen die op het grondgebied van een Verdrag- sluitende Partij met betrekking tot de vluchten van de luchtvaartmaat- schappij van de andere Verdragsluitende Partij in rekening worden ge- bracht voor het gebruik van luchthavens en andere luchtvaart- voorzieningen op het grondgebied van de eerstbedoelde Verdragsluitende Partij, mogen niet hoger zijn dan die welke in rekening worden gebracht met betrekking tot de vluchten van een andere luchtvaartmaatschappij die soortgelijke vluchten uitvoert.
5. Geen van beide Verdragsluitende Partijen begunstigt een andere luchtvaartmaatschappij ten opzichte van de aangewezen luchtvaartmaat- schappij van de andere Verdragsluitende Partij bij de toepassing van haar voorschriften inzake douane, immigratie, quarantaine en soortgelijke voorschriften, of bij het gebruik van luchthavens, luchtwegen, luchtver- keersdiensten en aanverwante voorzieningen waarover zij zeggenschap heeft.
Artikel 14
Erkenning van bewijzen en vergunningen
Bewijzen van luchtwaardigheid, bewijzen van bevoegdheid en ver- gunningen die door een van de Verdragsluitende Partijen zijn uitgereikt of geldig verklaard en die nog niet zijn verlopen, worden door de andere Verdragsluitende Partij als geldig erkend voor de exploitatie van de over- eengekomen diensten op de omschreven routes, mits deze bewijzen en vergunningen werden uitgereikt of geldig verklaard overeenkomstig de op grond van het Verdrag van Chicago vastgestelde normen.
Elke Verdragsluitende Partij behoudt zich evenwel het recht voor om voor vluchten boven haar grondgebied de erkenning te weigeren van bewijzen van bevoegdheid en vergunningen die aan haar eigen onderda- nen zijn verstrekt door de andere Verdragsluitende Partij.
Artikel 15
Veiligheid van de luchtvaart
1. De Verdragsluitende Partijen komen overeen elkaar de bijstand te verlenen die nodig is ter voorkoming van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen en andere wederrechtelijke gedragin- gen gericht tegen de veiligheid van luchtvaartuigen, luchthavens en luchtvaartvoorzieningen, en elke andere bedreiging voor de veiligheid van de luchtvaart.
3. Passengers, baggage and cargo in direct transit across the territory of either Contracting Party and not leaving the area of the airport reserved for such purpose shall, except in respect of security measures against violence and air piracy, be subject to no more than a simplified control. Baggage and cargo in direct transit shall be exempt from cus- toms duties and other similar taxes.
4. Fees and charges applied in the territory of either Contracting Party to the airline operations of the other Contracting Party for the use of air- ports and other aviation facilities in the territory of the first Contracting Party, shall not be higher than those applied to the operations of any other airline engaged in similar operations.
5. Neither of the Contracting Parties shall give preference to any other airline over the designated airline of the other Contracting Party in the application of its customs, immigration, quarantine, and similar regu- lations; or in the use of airports, airways and air traffic services and asso- ciated facilities under its control.
Article 14
Recognition of Certificates and Licences
Certificates of airworthiness, certificates of competency and licences issued, or validated, by one Contracting Party and unexpired shall be recognized as valid by the other Contracting Party for the purpose of operating the agreed services on the specified routes, provided always that such certificates or licences were issued, or validated, in conformity with the standards established under the Convention.
Each Contracting Party, however, reserves the right to refuse to rec- ognize, for flights above its own territory, certificates of competency and licences granted to its own nationals by the other Contracting Party.
Article 15
Aviation Security
1. The Contracting Parties agree to provide aid to each other as nec- essary with a view to preventing unlawful seizure of aircraft and other unlawful acts against the safety of aircraft, airports and air navigation facilities and any other threat to aviation security.
2. Elke Verdragsluitende Partij stemt ermee in de niet-discriminatoire en algemeen toepasselijke veiligheidsbepalingen na te leven die de andere Verdragsluitende Partij voorschrijft voor de binnenkomst op het grondgebied van die andere Verdragsluitende Partij en toereikende maat- regelen te treffen om passagiers en hun handbagage aan controle te onderwerpen. Elke Verdragsluitende Partij neemt ook elk verzoek van de andere Verdragsluitende Partij om bijzondere veiligheidsmaatregelen voor haar luchtvaartuigen of passagiers om het hoofd te bieden aan een specifieke bedreiging welwillend in overweging.
3. De Verdragsluitende Partijen handelen overeenkomstig de toepas- selijke veiligheidsbepalingen voor de luchtvaart die zijn vastgesteld door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie. Indien een Verdrag- sluitende Partij van deze bepalingen afwijkt, kan de andere Verdrag- sluitende Partij verzoeken om overleg met die Verdragsluitende Partij. Tenzij anders door de Verdragsluitende Partijen is overeengekomen, begint zodanig overleg binnen een termijn van zestig (60) dagen na de datum van ontvangst van het verzoek ter zake. Het uitblijven van een bevredigend akkoord kan een grond vormen voor toepassing van artikel 18 van dit Verdrag.
4. De Verdragsluitende Partijen handelen in overeenstemming met de bepalingen van het Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen, begaan aan boord van luchtvaartuigen, ondertekend te Tokio op 14 september 1963, het Verdrag tot bestrijding van het weder- rechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen, ondertekend te ’s-Gravenhage op 16 december 1970, en het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de burger- luchtvaart, ondertekend te Montreal op 23 september 1971, voor zover de Verdragsluitende Partijen beide partij zijn bij deze Verdragen.
5. Wanneer zich een voorval voordoet van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van een luchtvaartuig of van andere wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van luchtvaartuigen, luchtha- vens en luchtvaartvoorzieningen, of dreigt zich voor te doen, verlenen de Verdragsluitende Partijen elkaar bijstand door de verbindingen die bedoeld zijn om op snelle en veilige wijze aan zulk een voorval of de dreiging daarvan een einde te maken, te vergemakkelijken.
Artikel 16
Geautomatiseerde Boekingssystemen
1. De Verdragsluitende Partijen komen overeen dat:
a. het belang van gebruikers van luchtvervoerdiensten zal worden beschermd tegen alle misbruik van desbetreffende informatie, met inbe- grip van misleidende voorstelling daarvan;
2. Each Contracting Party agrees to observe non-discriminatory and generally applicable security provisions required by the other Contract- ing Party for entry into the territory of the other Contracting Party and to take adequate measures to inspect passengers and their carry-on items. Each Contracting Party shall also give sympathetic consideration to any request from the other Contracting Party for special security measures for its aircraft or passengers to meet a particular threat.
3. The Contracting Parties shall act in accordance with applicable aviation security provisions established by the International Civil Avia- tion Organization. Should a Contracting Party depart from such provi- sions, the other Contracting Party may request consultations with that Contracting Party. Unless otherwise agreed by the Contracting Parties, such consultations shall begin within a period of sixty (60) days from the date of receipt of such a request. Failure to reach a satisfactory agree- ment could constitute grounds for the application of Article 18 of this Agreement.
4. The Contracting Parties shall act in conformity with the provisions of the Convention on Offences and Certain Other Acts Committed on Board Aircraft, signed at Tokyo on September 14, 1963, the Convention for the Suppression of Unlawful Seizure of Aircraft, signed at The Hague on December 16, 1970, and the Convention for the Suppression of Unlawful Acts Against the Safety of Civil Aviation, signed at Mon- treal on September 23, 1971, insofar as the Contracting Parties are both party to these Conventions.
5. When an incident, or threat of an incident, of unlawful seizure of aircraft or other unlawful acts against the safety of aircraft, airports and air navigation facilities occurs, the Contracting Parties shall assist each other by facilitating communications intended to terminate rapidly and safely such incident or threat thereof.
Article 16
Computer Reservation System
1. The Contracting Parties agree that:
a) the interest of consumers of air transport products will be pro- tected from any misuse of such information including misleading pres- entation thereof;
b. een aangewezen luchtvaartmaatschappij van een Verdragsluitende Partij en de agenten van die luchtvaartmaatschappij onbeperkt en non- discriminatoir toegang tot en gebruik van de GBS-en hebben op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij;
c. in dit verband de door de EEG aangenomen GBS-Gedragscode van toepassing is op het grondgebied van Nederland, en dat de GBS- voorschriften van de ICAO van toepassing zijn op het grondgebied van de Republiek Wit-Rusland.
2. Elke Verdragsluitende Partij waarborgt aan het GBS dat door de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Verdragsluitende Par- tij als hoofdsysteem is gekozen, vrije en onbelemmerde toegang tot haar grondgebied. Geen der Verdragsluitende Partijen zal op haar grondge- bied aan het GBS van de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Verdragsluitende Partij strengere eisen opleggen of toelaten dat deze worden opgelegd, dan die opgelegd aan het GBS van haar eigen aangewezen luchtvaartmaatschappij, bijvoorbeeld ten aanzien van:
a. de exploitatie en verkoop van de GBS-diensten, met inbegrip van de regels inzake het tonen en redigeren van GBS-en, en
b. de toegang tot en het gebruik van communicatievoorzieningen, keuze en gebruik van technische apparatuur en programma’s of de installatie van apparatuur.
Artikel 17
Overleg en wijziging
1. In een geest van nauwe samenwerking plegen de luchtvaart- autoriteiten van de Verdragsluitende Partijen van tijd tot tijd overleg met elkaar ten einde te verzekeren dat de bepalingen van dit Verdrag worden uitgevoerd en naar tevredenheid worden nageleefd.
2. Elk der Verdragsluitende Partijen kan verzoeken om overleg met het oog op wijziging van dit Verdrag of van de Bijlage daarbij. Dit over- leg vangt aan binnen zestig (60) dagen na de datum van ontvangst van het verzoek door de andere Verdragsluitende Partij, tenzij anders over- eengekomen. Dit overleg kan zowel mondeling als schriftelijk plaatsvin- den.
3. Door de Verdragsluitende Partijen overeengekomen wijzigingen op dit Verdrag worden van kracht op de datum waarop de Verdragsluitende Partijen elkaar schriftelijk hebben medegedeeld dat aan hun onderschei- den wettelijke vereisten is voldaan.
4. Wijzigingen van de Bijlage bij dit Verdrag worden schriftelijk overeengekomen tussen de luchtvaartautoriteiten, en worden van kracht op een door die autoriteiten te bepalen datum.
b) a designated airline of a Contracting Party and the airline’s agents will have unrestricted and non-discriminatory access to and use of CRSs in the territory of the other Contracting Party;
c) in this respect the CRS Code of Conduct adopted by the EEC shall prevail in the territory of the Netherlands, whereas in the territory of Belarus the ICAO CRS rules shall be applicable.
2. Each Contracting Party guarantees to the CRS chosen as its prim- ary system by the designated airline of the other Contracting Party free and unimpaired access in its territory. Neither Contracting Party shall, in its territory, impose or permit to be imposed on the CRS of the desig- nated airline of the other Contracting Party more stringent requirements than those imposed on the CRS of its own designated airline, such as with respect to:
a) the operation and sale of the CRS services including CRS display and editing rules, and
b) the access to and use of communications facilities, selection and use of technical hardware and software or the installation of hardware.
Article 17
Consultation and Amendment
1. In a spirit of close cooperation the aeronautical authorities of the Contracting Parties shall consult each other from time to time with a view to ensuring the implementation of, and satisfactory compliance with, the provisions of this Agreement.
2. Either Contracting Party may request consultations with a view to modify the present Agreement or its Annex. These consultations shall begin within sixty (60) days from the date of the receipt of the request by the other Contracting Party, unless otherwise agreed. Such consulta- tions may be conducted through discussion or by correspondence.
3. Any modification to the present Agreement agreed upon by the Contracting Parties, shall come into force on the date on which the Con- tracting Parties have informed each other in writing of the completion of their respective requirements of legislation.
4. Any modification of the Annex to the present Agreement shall be agreed upon in writing between the aeronautical authorities and shall take effect on a date to be determined by the said authorities.
Artikel 18
Regeling van geschillen
1. Indien tussen de Verdragsluitende Partijen een geschil ontstaat met betrekking tot de uitlegging of toepassing van dit Verdrag, trachten de Verdragsluitende Partijen dit in eerste instantie te regelen door middel van onderlinge onderhandeling.
2. Indien de Verdragsluitende Partijen er niet in slagen het geschil te regelen door middel van onderhandeling, kan het op verzoek van een van beide Verdragsluitende Partijen ter beslissing worden voorgelegd aan een gerecht van drie scheidsmannen, van wie elke Verdragsluitende Partij er een benoemt, waarna de aldus gekozen twee scheidsmannen overeenstemming bereiken over de derde, op voorwaarde dat de derde scheidsman geen onderdaan van een van beide Verdragsluitende Partijen is. Elk van de Verdragsluitende Partijen wijst een scheidsman aan bin- nen een termijn van zestig (60) dagen na de datum waarop een van beide Verdragsluitende Partijen van de andere Verdragsluitende Partij een diplomatieke nota heeft ontvangen waarin om een scheidsrechterlijke beslissing van het geschil wordt verzocht, en over de derde scheidsman wordt binnen een volgende termijn van zestig (60) dagen overeenstem- ming bereikt. Indien een van beide Verdragsluitende Partijen haar eigen scheidsman niet aanwijst binnen de termijn van zestig (60) dagen of indien over de derde scheidsman niet binnen de genoemde termijn over- eenstemming is bereikt, kan de Voorzitter van de Raad van de Interna- tionale Burgerluchtvaartorganisatie door een van beide Verdragsluitende Partijen worden verzocht een scheidsman of scheidsmannen te benoe- men.
3. De Verdragsluitende Partijen verplichten zich ertoe zich te houden aan elke uitspraak gedaan ingevolge het tweede lid van dit artikel.
Artikel 19
Bee¨indiging
Elk der Verdragsluitende Partijen kan te allen tijde de andere Verdrag- sluitende Partij langs diplomatieke weg schriftelijk kennisgeving doen van haar besluit dit Verdrag te bee¨indigen.
Deze kennisgeving wordt tegelijkertijd gezonden aan de Internatio- nale Burgerluchtvaartorganisatie. In dit geval eindigt het Verdrag twaalf
(12) maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de andere Verdragsluitende Partij, tenzij de kennisgeving van opzegging in onderling overleg voor het einde van dit tijdvak wordt ingetrokken. Indien de andere Verdragsluitende Partij nalaat de ontvangst te bevesti- gen, wordt de kennisgeving geacht te zijn ontvangen veertien (14) dagen na ontvangst van de kennisgeving door de Internationale Burgerlucht- vaartorganisatie.
Article 18
Settlement of Disputes
1. If any dispute arises between the Contracting Parties relating to the interpretation or application of the present Agreement, the Contracting Parties shall in the first place endeavour to settle it by negotiation between themselves.
2. If the Contracting Parties fail to reach a settlement by negotiation, the dispute may at the request of either Contracting Party be submitted for decision to a tribunal of three arbitrators, one to be named by each Contracting Party and the third to be agreed upon by the two arbitrators so chosen, provided that such third arbitrator shall not be a national of either Contracting Party. Each of the Contracting Parties shall designate an arbitrator within a period of sixty (60) days from the date of receipt by either Contracting Party from the other Contracting Party of a diplo- matic note requesting arbitration of the dispute and the third arbitrator shall be agreed upon within a further period of sixty (60) days. If either of the Contracting Parties fails to designate its own arbitrator within the period of sixty (60) days or if the third arbitrator is not agreed upon within the period indicated, the President of the Council of the Internat- ional Civil Aviation Organization may be requested by either Contract- ing Party to appoint an arbitrator or arbitrators.
3. The Contracting Parties undertake to comply with any decision given under paragraph 2 of this Article.
Article 19
Termination
Either Contracting Party may at any time give notice in writing through diplomatic channels to the other Contracting Party of its deci- sion to terminate this Agreement.
Such notice shall be simultaneously communicated to the Internat- ional Civil Aviation Organization. In such case this Agreement shall ter- minate twelve (12) months after the date when the notice has been received by the other Contracting Party unless the notice to terminate is withdrawn by agreement before the expiry of this period. In the absence of acknowledgement of receipt by the other Contracting Party, notice shall be deemed to have been received fourteen (14) days after the receipt of the notice by the International Civil Aviation Organization.
Artikel 20
Registratie bij de ICAO
Dit Verdrag en alle wijzigingen daarop worden geregistreerd bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie.
Artikel 21
Toepasselijkheid van multilaterale overeenkomsten
1. De bepalingen van het Verdrag van Chicago worden op dit Verdrag toegepast.
2. Indien een door beide Verdragsluitende Partijen aanvaarde multi- laterale overeenkomst ter zake van een aangelegenheid die onder dit Ver- drag valt, in werking treedt, hebben de desbetreffende bepalingen van die overeenkomst voorrang boven de desbetreffende bepalingen van het onderhavige Verdrag.
Artikel 22
Werkingssfeer
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is dit Verdrag slechts van toepassing op het Rijk in Europa.
Artikel 23
Inwerkingtreding
Dit Verdrag wordt voorlopig toegepast vanaf de dertigste dag na de datum van ondertekening ervan, en treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de dag waarop de Verdragsluitende Partijen elkaar er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat aan de daarvoor in hun onderscheiden landen constitutioneel vereiste formali- teiten is voldaan.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd door hun onderscheiden Regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend.
Article 20
Registration with ICAO
This Agreement and any amendment thereto shall be registered with the International Civil Aviation Organization.
Article 21
Applicability of Multilateral Agreements
1. The provisions of the Convention shall be applied to this Agree- ment.
2. If a multilateral agreement concerning any matter covered by this Agreement, accepted by both Contracting Parties, enters into force, the relevant provisions of that agreement shall supersede the relevant provi- sions of the present Agreement.
Article 22
Applicability
As regards the Kingdom of the Netherlands, this Agreement shall apply to the Kingdom in Europe only.
Article 23
Entry into Force
The present Agreement shall be provisionally applied from the thirti- eth day from the date of its signature and shall come into force on the first day of the second month following the date on which the Contract- ing Parties have informed each other in writing that the formalities required by the legislation in their respective countries have been com- plied with.
IN WITNESS WHEREOF, the undersigned, being duly authorized thereto by their respective Governments, have signed this Agreement.
GEDAAN te Minsk op 10-4-1995, in tweevoud in de Nederlandse, de Belarussische en de Engelse taal, zijnde alle versies gelijkelijk authen- tiek. In geval van onderlinge verschillen is de Engelse versie doorslag- gevend.
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
(w.g.) X. XXXXXXXXX-XXXXXXX
Voor de Republiek Belarus
(w.g.) G X. XXXXXXXX
Bijlage bij het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Belarus inzake luchtdiensten
1. De aangewezen luchtvaartmaatschappij van het Koninkrijk der Nederlanden heeft het recht luchtdiensten te exploiteren op de hieronder aangegeven routes:
punten in Nederland – tussenliggende punten – punten in Belarus
– verder gelegen punten, in beide richtingen.
2. De aangewezen luchtvaartmaatschappij van de Republiek Belarus heeft het recht luchtdiensten te exploiteren op de hieronder aangegeven routes:
punten in Belarus – tussenliggende punten – punten in Nederland
– verder gelegen punten, in beide richtingen.
3. Elk tussenliggend punt of alle tussenliggende punten en/of verder gelegen punten op de omschreven routes kan of kunnen, naar keuze van elke aangewezen luchtvaartmaatschappij, op een vlucht of op alle vluch- ten worden overgeslagen, mits die vluchten aanvangen respectievelijk eindigen op het grondgebied van de Verdragsluitende Partij die de lucht- vaartmaatschappij heeft aangewezen.
4. Het is de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van de Verdrag- sluitende Partijen toegestaan vluchten te exploiteren op de hierboven omschreven routes zonder beperkingen ten aanzien van frequentie en type luchtvaartuig, in iedere indeling.
5. Elk tussenliggend punt of alle tussenliggende punten en/of verder gelegen punten op de omschreven routes kan of kunnen door de aange- wezen luchtvaartmaatschappij van een Verdragsluitende Partij worden aangedaan zonder dat deze vijfde-vrijheidsverkeersrechten uitoefent tus- sen die punten en het grondgebied van de andere Verdragsluitende Par-
DONE in duplicate at Minsk on 10.04.1985, in the Belarusian, Neth- erlands and English languages, each version being equally authentic. In the event of any inconsistencies the English version shall prevail.
For the Kingdom of the Netherlands
(sd.) X. XXXXXXXXX-XXXXXXX
For the Republic of Belarus
(sd.) G. K. FJODOROV
Annex to the Air Services Agreement between the Kingdom of the Netherlands and the Republic of Belarus.
1. The designated airline of the Kingdom of the Netherlands shall be entitled to operate air services on the routes specified hereunder:
points in the Netherlands – intermediate points – points in Belarus
– points beyond – and vice versa.
2. The designated airline of the Republic of Belarus shall be entitled to operate air services on the routes specified hereunder:
points in Belarus – intermediate points – points in the Netherlands
– points beyond – and vice versa.
3. Any or all of the intermediate points and/or points beyond on the specified routes may, at the discretion of each designated airline, be omitted on any or all of the flights, provided that those flights originate, respectively terminate in the territory of the Contracting Party which has designated the airline.
4. The designated airlines of the Contracting Parties shall be allowed to operate flights on the routes mentioned above, without restrictions as to the frequency and aircraft type, in any configuration.
5. Any intermediate points and/or points beyond may be served by the designated airline of one Contracting Party without exercising fifth freedom traffic rights between those points and the territory of the other Contracting Party. Such fifth freedom traffic rights may, however, be exercised by the designated airline of one Contracting Party after having
tij. Deze vijfde-vrijheidsverkeersrechten kunnen echter door de aange- wezen luchtvaartmaatschappij van een Verdragsluitende Partij worden uitgeoefend nadat daarvoor van tevoren toestemming is verkregen van de luchtvaartautoriteiten van de andere Verdragsluitende Partij.
obtained prior approval of the aeronautical authorities of the other Con- tracting Party.
D. PARLEMENT
Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goed- keuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag kan worden gebonden.
De voorlopige toepassing van het Verdrag (zie rubriek G hieronder) is in overeenstemming met artikel 15, vierde lid, van de Rijkswet goed- keuring en bekendmaking verdragen medegedeeld aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal bij brieven van 28 april 1995.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 23 in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de Verdragsluitende Partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld, dat aan de in hun onderscheiden landen grondwettelijke vereiste formaliteiten is voldaan.
Het Verdrag wordt ingevolge dezelfde bepaling voorlopig toegepast vanaf 10 april 1995.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zal het Verdrag ingevolge artikel 22 alleen voor Nederland gelden.
J. GEGEVENS
Van het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, naar welk Verdrag onder meer in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, is de Engelse tekst bekendgemaakt in Stb. H 165. De vertaling van het Ver- drag, bijgewerkt tot en met het Protocol van 21 juni 1961, is afgedrukt in Trb. 1973, 109. Zie ook, laatstelijk, Trb. 1985, 45.
Van het op 14 september 1963 te Tokio tot stand gekomen Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen, naar welk Verdrag in artikel 15, vierde lid, van het onderhavige Verdrag wordt verwezen, is de tekst geplaatst in Trb. 1964, 115 en de vertaling in Trb. 1964, 186; zie ook, laatstelijk, Trb. 1981,
113.
Van het op 16 december 1970 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen, naar welk Verdrag in artikel 15, vierde lid, van het onderhavige Verdrag wordt verwezen, zijn de Engelse en de Franse tekst, alsmede de vertaling, geplaatst in Trb. 1971, 50; zie ook, laatste- lijk, Trb. 1981, 114.
Van het op 23 december 1971 te Montreal tot stand gekomen Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen, gericht tegen de vei-
ligheid van de burgerluchtvaart, naar welk Verdrag in artikel 15, vierde lid, van het onderhavige Verdrag wordt verwezen, zijn de Engelse en de Franse tekst, alsmede de vertaling, geplaatst in Trb. 1971, 218; zie ook, laatstelijk, Trb. 1981, 115.
Uitgegeven de zevende juni 1995.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. VAN MIERLO
51U1622
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgeverij Plantijnstraat ’s-Gravenhage 1995