Coöperatie Boer en Zorg U.A.
Coöperatie Boer en Zorg U.A.
Begrippenlijst 4
Hoofdstuk 1 Leden, lidmaatschap en aangesloten organisaties 6
Artikel 1 Lidmaatschap: aanmelding en voorwaarden 6
Artikel 2 Commissie toelating lidmaatschap 6
Artikel 3 Lidmaatschap: toelating en aanvang 7
Artikel 4 Aangesloten organisaties 7
Artikel 5 Contributie 7
Artikel 6 Beroepsprocedure ontzetting en niet-toelating lidmaatschap 8
Artikel 7 Algemene verplichtingen 8
Hoofdstuk 2 Benoemingsadviescommissie 8
Artikel 8 Benoemingsadviescommissie 9
Artikel 9 Samenstelling bestuur: kandidaatstelling en benoeming 9
Hoofdstuk 4 Xxxx xxx Xxxxxxxx 00
Artikel 10 Samenstelling Raad van Toezicht: kandidaatstelling en benoeming 10
Hoofdstuk 5 Ledenraad en verkiezing 11
Artikel 11 Kiesregio’s en regiozetels 11
Artikel 12 Sectorzetels 11
Artikel 13 Kwaliteitseisen (kandidaat-)leden van de Ledenraad en profiel 12
Artikel 14 Aanmelding kandidaten Ledenraad 13
Artikel 15 Stemprocedure bij benoeming Ledenraad: afgevaardigden van Xxxxxxxxx'x 13
Artikel 16 Kiescommissie 14
Artikel 17 Uitbrengen van een stem bij verkiezing Ledenraad (sectorzetels) 15
Artikel 18 Definitieve uitslag verkiezing Ledenraad 15
Artikel 19 Openbaarmaking van de uitslag van de stemming 16
Artikel 20 Procedure bij tussentijds aftreden van de voltallige Ledenraad 16
Hoofdstuk 6 Ledenraad, vergaderingen en werkwijze 16
Artikel 21 Ledenraadsvergadering 16
Artikel 22 Voorzitter Ledenraad 16
Artikel 23 Aanwezigheid Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 24 Introductieprogramma Ledenraadsleden 17
Artikel 25 Onverenigbaarheid en belangenverstrengeling 17
Hoofdstuk 7 Xxxxxxxxxxxxxxxxxx en ledenraadpleging 18
Artikel 26 Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 18
Artikel 27 Ledenraadpleging 18
Artikel 28 Regio’s 18
Artikel 29 Doel Regio 18
Artikel 30 Regiomanager en organisatie regio 19
Hoofdstuk 9 Commissies en werkgroepen 19
Artikel 31 Commissies en werkgroepen 19
Artikel 32 Financiële commissie: samenstelling, taken en bevoegdheden 19
Artikel 33 Agendacommissie 20
Artikel 34 Bankrekeningen en beschikking over geldmiddelen 21
Artikel 35 Vergoedingsregeling 21
Artikel 36 Integriteit 21
Artikel 37 Openbaarheid en belangenverstrengeling 21
Artikel 38 Bescherming persoonsgegevens Leden 22
Artikel 39 Interpretatie 22
Artikel 40 Toepasselijk recht en jurisdictie 22
Artikel 41 Partiële nietigheid 22
Artikel 42 Vaststelling 22
Begrippenlijst
Aangeslotenen: zorgorganisaties die geen zorg via de Coöperatie leveren maar wel kennis afnemen.
Afgevaardigden: lid van Ledenraad. Degene die direct of indirect Bestuurder van een lid is.
Agendacommissie: de Agendacommissie van de Coöperatie als bedoeld in artikel 27 van de Statuten.
Auditcommissie: de commissie van de Raad van Toezicht als bedoeld in artikel 27 van de Statuten.
Benoemingsadviescommissie: de Benoemingsadviescommissie van de Coöperatie als bedoeld in artikel 28 van de Statuten.
Bestuur: het Bestuur van de Coöperatie. Bestuurder: een lid van het Bestuur.
Cliëntenraad: het medezeggenschapsorgaan van de Coöperatie als bedoeld in de Wmcz.
Commissie Kwaliteit en Veiligheid: de commissie van de Raad van Toezicht als bedoeld in artikel 27 van de Statuten.
Commissie toelating lidmaatschap: de commissie als bedoeld in artikel 2 van het Huishoudelijk Reglement.
Coöperatie: de Coöperatie waarvan de interne organisatie wordt beheerst door de Statuten, te weten de Coöperatie: Coöperatie Boer en Zorg U.A., ingeschreven in het handelsregister onder nummer 51386747.
Dagen: alle dagen van een week.
Financiële Commissie: de commissie van de Ledenraad als bedoeld in artikel 27 van de Statuten.
Huishoudelijk Reglement: het Huishoudelijk Reglement van de Coöperatie. Kiescommissie: de commissie van de Ledenraad als bedoeld in artikel 27 van de Statuten. Kiesregio: een Kiesregio als bedoeld in artikel 21 van de Statuten.
Leden: alle gewone Leden en de aspirant Leden van de Coöperatie, tenzij anders vermeld.
Ledenovereenkomst: de in het kader van de organisatie van de Coöperatie te sluiten overeenkomst met ieder gewoon lid en ieder aspirant lid, als bedoeld in artikel 3 lid 1 sub a. en artikel 4 lid 10 van de Statuten.
Ledenraad: het orgaan van de Coöperatie dat in Titel 2 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek wordt aangeduid als algemene vergadering.
Ledenraadsvergadering: een vergadering van de Ledenraad. Raad van Toezicht: de Raad van Toezicht van de Coöperatie. Regio: een Regio als bedoeld in artikel 29 van de Statuten.
Remuneratiecommissie: de commissie van de Raad van Toezicht, als bedoeld in artikel 27 van de Statuten.
Schriftelijk: een bericht dat is overgebracht per brief, e-mail of enig ander elektronisch communicatiemiddel, mits het bericht leesbaar en reproduceerbaar is.
Statuten: de Statuten van de Coöperatie.
Zorgonderneming: een zorgbedrijf voor onder andere dagbesteding, vierentwintig-uurszorg of andere vormen van zorg of welzijn.
0.1 Tenzij uitdrukkelijk anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld, ziet in het Huishoudelijk Reglement een verwijzing naar een begrip of woord in het enkelvoud ook op de meervoudsvorm van dit begrip of woord en omgekeerd.
0.2 Met verwijzingen in het Huishoudelijk Reglement naar ‘hij’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘zij’ alsmede 'hen' of 'die'. Met verwijzingen in het Huishoudelijk Reglement naar ‘zijn’ (anders dan als werkwoord) of ‘hem’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘haar’ alsmede 'hen' of 'hun'.
0.3 Het Huishoudelijk Reglement is opgesteld ingevolge artikel 38 lid 3 van de Statuten.
0.4 Het Huishoudelijk Reglement is een aanvulling op, en uitwerking van, bepalingen zoals opgenomen in toepasselijke wet- en regelgeving en de Statuten.
Hoofdstuk 1 Leden, lidmaatschap en aangesloten organisaties
Artikel 1 Lidmaatschap: aanmelding en voorwaarden
1. De aanmelding als lid vindt plaats door middel van een Schriftelijk verzoek daartoe aan het Bestuur. Aanmelding als lid is mogelijk indien het potentiële lid voldoet aan de kwaliteitseisen als omschreven in artikel 4 van de Statuten. Gewone Leden
2. Als gewoon lid kunnen worden toegelaten natuurlijke personen, rechtspersonen en samenwerkingsverbanden van natuurlijke en/of rechtspersonen, die één of meer Zorgondernemingen beheren en/of bijpassende dan wel vergelijkbare activiteiten verrichten en die voldoen aan de in hierna in lid 3 gestelde voorwaarden.
3. Een potentieel gewoon lid dient aan de volgende vereisten te voldoen:
a. dient in het bezit te zijn van door het Bestuur erkend kwaliteitskeurmerk
b. dient een Ledenovereenkomst te tekenen.
4. Indien het Bestuur een Commissie toelating lidmaatschap heeft ingesteld, brengt deze commissie advies uit aan het Bestuur over toelating van het potentiële lid tot het gewone lidmaatschap, een en ander overeenkomstig de procedure als omschreven in artikel 4 van de statuten.
Aspirant Leden
5. Als aspirant lid kunnen worden toegelaten natuurlijke personen, rechtspersonen en samenwerkingsverbanden van natuurlijke en/of rechtspersonen die het gewone lidmaatschap van de Coöperatie ambiëren, maar nog niet voldoen aan alle in dat kader geldende eisen, en die voldoen aan de lid 6 gestelde voorwaarden.
6. Een (potentieel) aspirant lid dient aan de volgende vereisten te voldoen:
a. Een goedgekeurde evaluatie/procesbeschrijving van een kwaliteit systeem
b. een (potentieel) aspirant lid dient een Ledenovereenkomst met de Coöperatie te tekenen.
7. Indien het Bestuur een Commissie toelating lidmaatschap heeft ingesteld, brengt deze commissie advies uit aan het Bestuur over toelating van het potentiële lid tot het aspirant lidmaatschap, een en ander overeenkomstig de procedure als omschreven in artikel 2 lid 3 van het huishoudelijk reglement.
8. Indien het aspirant lid niet binnen twaalf maanden na aanvang van het aspirant lidmaatschap voldoet aan de eisen die worden gesteld aan het gewone lidmaatschap, vervalt het aspirant lidmaatschap en kan er geen zorg via de Coöperatie meer worden geleverd.
Artikel 2 Commissie toelating lidmaatschap
1. Het Bestuur stelt een Commissie toelating lidmaatschap in bestaande uit tenminste drie Leden van de Ledenraad: tenminste twee vaste Leden en één wisselend lid dat afkomstig is uit de Regio van het potentiële nieuwe lid.
2. De vaste Leden van de Commissie toelating lidmaatschap worden benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar en zijn eenmaal herbenoembaar.
3. 4. | De Commissie toelating lidmaatschap toetst of het potentiële lid aan de voorwaarden voor toelating tot het lidmaatschap voldoet. Onderdeel van de toetsing is dat (een delegatie van) de Commissie toelating een bezoek brengt aan de Zorgonderneming van het potentiële lid. Vervolgens brengt de Commissie een Schriftelijk en met redenen onderbouwd advies uit aan het Bestuur omtrent het al dan niet toelaten tot het lidmaatschap van betrokkene. Het Bestuur kan bij reglement of besluit de werkwijze van de Commissie | |
toelating lidmaatschap nader vaststellen. | ||
1. 2. | Lidmaatschap: toelating en aanvang De Regiomanager toetst de formele eisen voor het lidmaatschap middels een door het Bestuur vastgestelde checklist. De Ledenovereenkomst wordt aangeboden aan het lid als het lid aan alle formele eisen voldoet en er een Schriftelijk advies ligt van de Regiomanager en de Commissie toelating lidmaatschap. De toelating tot het lidmaatschap door het Bestuur blijkt uit een daartoe | |
strekkende reactie van of namens het Bestuur, binnen 8 weken na ontvangst van het verzoek tot toelating tot het lidmaatschap. Als het Bestuur besluit tot niet toelating tot het lidmaatschap, deelt het Bestuur dit zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 8 weken na ontvangst van het verzoek tot toelating tot het lidmaatschap, Schriftelijk aan de betrokkene mee onder vermelding van de redenen die tot het besluit hebben geleid. | ||
1. 2. | Aangesloten organisaties. Als aangesloten organisatie van de Coöperatie kunnen worden toegelaten natuurlijke personen, rechtspersonen en samenwerkingsverbanden van natuurlijke en/of rechtspersonen die zich niet wensen te kwalificeren als gewoon lid of als aspirant-lid, maar wel gebruik wensen te maken van het kennisaanbod van de Coöperatie. Een aangesloten organisatie dient te beschikken over een | |
3. | kwaliteitskeurmerk als bedoeld in artikel 1 lid 3 sub a van het huishoudelijk reglement, zulks ter beoordeling van het Bestuur. Het Bestuur besluit tot toelating als aangesloten organisatie. | |
4. | Een aangesloten organisatie is verplicht jaarlijks de contributie te betalen. Daarnaast kunnen de (meer)kosten voor deelname aan door de Coöperatie georganiseerd activiteiten en voor door de Coöperatie geleverde diensten aan een aangesloten organisatie in rekening worden gebracht. | |
1. 2. | Contributie De hoogte van de contributie wordt jaarlijks door de Ledenraad - op voorstel van het Bestuur en na goedkeuring door de Raad van Toezicht - vastgesteld. De door de Ledenraad vastgestelde contributie kan jaarlijks op voorstel van het | |
Bestuur en na goedkeuring door de Raad van Toezicht door de Ledenraad worden aangepast uiterlijk vóór aanvang van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de hoogte van de contributie betrekking heeft. Een aanpassing van de contributie wordt bij voorkeur tegelijkertijd vastgesteld met de begroting voor het komende jaar. Indien en voor zover de contributie in enig jaar niet opnieuw wordt vastgesteld, wordt de contributie voor het volgende jaar geacht gelijk te |
3. | zijn gebleven. De contributie wordt als één bedrag in rekening gebracht en moet door de | |
4. | Leden, aspirant Leden en Aangeslotenen jaarlijks worden voldaan op de datum als aangegeven op de contributienota, tenzij het Bestuur in een voorkomend geval anders besluit. Het Bestuur kan bepalen dat een factuur in termijnen kan worden voldaan. In het jaar waarin het lidmaatschap aanvangt, bedraagt de contributie een | |
5. | evenredig deel van de voor de betrokkene geldende jaarcontributie. Een lid is verplicht een automatische incasso af te geven voor het innen van de | |
6. | contributie. Het niet betalen van nog verschuldigde contributie is voor het Bestuur grond tot | |
7. | opzegging van het lidmaatschap. Van een dergelijke opzegging wordt het lid Schriftelijk in kennis gesteld. Een lid van wie het lidmaatschap op grond van deze bepaling is opgezegd, kan weer als lid worden toegelaten wanneer deze de contributieschuld heeft voldaan. Het staat het Bestuur vrij om de toelating te weigeren op grond van het betaalgedrag van het lid gedurende de jaren dat hij lid is geweest. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een kalenderjaar eindigt blijft het lid | |
gehouden alle financiële verplichtingen uit zijn lidmaatschap die tot het tijdstip van de beëindiging van het lidmaatschap zijn ontstaan, na te komen. | ||
1. 2. | Beroepsprocedure ontzetting en niet-toelating lidmaatschap In geval van ontzetting uit - of niet-toelating tot het lidmaatschap door het Bestuur kan de betrokkene binnen een maand nadat het besluit tot ontzetting of niet-toelating aan hem bekend is gemaakt, in beroep bij de Ledenraad. De Ledenraad kan de schorsing opheffen (ontzetting) of alsnog tot toelating besluiten (niet-toelating). De betrokkene verklaart gemotiveerd middels een Schriftelijk bericht aan de | |
3. | Bestuurder dat hij beroep aantekent bij de Ledenraad tegen het besluit van het Bestuur tot ontzetting of niet-toelating. De Ledenraad neemt binnen acht weken na ontvangst van het beroepschrift een | |
gemotiveerd besluit op het beroep en deelt dit besluit binnen één week na het besluit mee aan de betrokkene en aan het Bestuur. De Ledenraad kan besluiten de betrokkene en het Bestuur te horen. | ||
Algemene verplichtingen Ieder lid en iedere aangeslotene is vanaf het moment van toelating verplicht de Statuten en reglementen van de Coöperatie, alsmede de besluiten van de Ledenraad, het Bestuur en - voor zover van toepassing - ook besluiten van de Raad van Toezicht, commissiebesluiten of besluiten van werkgroepen na te leven. |
Hoofdstuk 2 Benoemingsadviescommissie
Artikel 8 Benoemingsadviescommissie
1. De Coöperatie heeft - met inachtneming van het bepaalde in artikel 28 van de Statuten - ten behoeve van het waarborgen van de kwaliteit van het Bestuur en de Raad van Toezicht als geheel alsmede de kwaliteit van de afzonderlijke Leden van het Bestuur en van de Raad van Toezicht, een Benoemingsadviescommissie.
2. De Benoemingsadviescommissie is overeenkomstig het bepaalde in artikel 28 van de Statuten belast met het adviseren over en begeleiden van de invulling van de vacatures in het Bestuur en de Raad van Toezicht. De Benoemingsadviescommissie betrekt het Bestuur bij de werving- en selectieprocedure van nieuwe Leden van de Raad van Toezicht.
3. Aan de Benoemingsadviescommissie komt tevens het recht toe tot het doen van een bindende voordracht als bedoeld in artikel 10 lid 2 en artikel 16 lid 3 van de Statuten.
4. De voorzitter van de Benoemingsadviescommissie wordt in functie door de Ledenraad benoemd. De voorzitter van de Benoemingsadviescommissie fungeert als woordvoerder namens de Benoemingsadviescommissie.
5. De Benoemingsadviescommissie is belast met de taken en bevoegdheden als bedoeld in artikel 28 van de Statuten.
6. Telkens wanneer er een vacature is in het Bestuur dan wel in de Raad van Toezicht, wordt de Benoemingsadviescommissie opnieuw samengesteld.
7. De benoemingscommissie werkt onder strikte geheimhouding (behalve de rapportage aan de Ledenraad en de Raad van Toezicht) en volgens de regels zoals in dit reglement zijn vastgesteld.
Artikel 9 Samenstelling bestuur: kandidaatstelling en benoeming
1. Op het moment dat er een vacature ontstaat in het Bestuur gaat de Raad van Toezicht na of de bestaande profielschets, als bedoeld in artikel 10 lid 2 sub b. van de Statuten, nog voldoet. Zo nodig wordt de profielschets door de Ledenraad opnieuw vastgesteld.
2. De Raad van Toezicht kan bij de vervulling van een vacature besluiten tot een aanvulling dan wel een nadere detaillering van de vereiste kwaliteiten en eigenschappen voor de betreffende vacature.
3. De profielschetsen zijn voor ieder lid openbaar.
4. Het profiel voor een Bestuurder bevat tenminste de volgende aspecten:
a. algemene Bestuurlijke kwaliteiten en ervaring;
b. integriteit, verantwoordelijkheidsgevoel en een onafhankelijke opstelling;
5. Van de voorzitter van het Bestuur wordt, onverminderd de profielschets, specifieke eigenschappen en kwaliteiten verwacht, die door de Raad van Toezicht - op voorstel van het Bestuur en na consultatie met de Ledenraad- worden vastgesteld. In het bijzonder dient de voorzitter van het Bestuur:
a. het vermogen te hebben om met natuurlijk gezag de
voorzittersfunctie in het Bestuur te vervullen;
b. over de persoonlijkheid en achtergrond te beschikken om een leidende rol te vervullen bij de menings- en besluitvorming van het Bestuur;
c. over zodanige eigenschappen en uitstraling te beschikken dat hij ook extern een rol in het belang van de Coöperatie kan vervullen.
6. De Benoemingsadviescommissie is overeenkomstig het bepaalde in artikel 28 van de Statuten belast met het adviseren over en begeleiden van de invulling van de vacatures in het Bestuur. De Benoemingsadviescommissie betrekt het Bestuur bij de werving- en selectieprocedure van nieuwe Bestuurders.
7. Aan de Benoemingsadviescommissie komt tevens het recht toe tot het doen van een bindende voordracht als bedoeld in artikel 10 lid 2 sub i. van de Statuten.
8. De Ondernemingsraad (OR) wordt conform artikel 30 van de WOR (Wet op de Ondernemingsraden) betrokken bij de benoeming.
De ondernemingsraad wordt door de ondernemer in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over elk door hem voorgenomen besluit tot benoeming of ontslag van een bestuurder van de onderneming.
Artikel 10 Samenstelling Raad van Toezicht: kandidaatstelling en benoeming.
1. Op het moment dat er een vacature ontstaat in de Raad van Toezicht wordt nagegaan of de bestaande profielschets, als bedoeld in artikel 16 lid 2 van de Statuten, nog voldoet. Zo nodig wordt de profielschets na overleg met het Bestuur aangepast en opnieuw vastgesteld.
2. De Raad van Toezicht kan bij de vervulling van een vacature besluiten tot een aanvulling dan wel een nadere detaillering van de vereiste kwaliteiten en eigenschappen voor de betreffende vacature.
3. De profielschetsen zijn voor ieder lid openbaar.
4. Het profiel voor een lid van de Raad van Toezicht bevat tenminste de volgende aspecten:
a. algemene Bestuurlijke kwaliteiten en ervaring;
b. integriteit, verantwoordelijkheidsgevoel en een onafhankelijke opstelling;
c. een juist evenwicht in betrokkenheid en Bestuurlijke afstand.
5. Van de voorzitter van de Raad van Toezicht worden, onverminderd de profielschets, specifieke eigenschappen en kwaliteiten verwacht, die door de Raad van Toezicht - in overleg met het Bestuur - worden vastgesteld. In het bijzonder dient de voorzitter van de Raad van Toezicht:
a. het vermogen te hebben om met natuurlijk gezag de voorzittersfunctie in de Raad van Toezicht te vervullen;
b. over de persoonlijkheid en achtergrond te beschikken om een leidende rol te vervullen bij de menings- en besluitvorming van de Raad van Toezicht;
c. over zodanige eigenschappen en uitstraling te beschikken dat hij zo nodig extern een rol in het belang van de Coöperatie kan vervullen.
6. De Benoemingsadviescommissie is overeenkomstig het bepaalde in artikel 28 van de Statuten belast met het adviseren over en begeleiden van de invulling van de vacatures in de Raad van Toezicht. De Benoemingsadviescommissie betrekt het Bestuur bij de werving- en selectieprocedure van nieuwe Leden van de Raad van Toezicht.
7. Aan de Cliëntenraad en aan de Benoemingsadviescommissie komt tevens het recht toe tot het doen van een bindende voordracht als bedoeld in artikel 16 lid 3 van de Statuten.
8. De OR heeft het recht voor iedere vacature in het toezichthoudend orgaan (te weten een Raad van Toezicht) maximaal twee kandidaten voor te dragen.
9. Uit de agenda voor de Ledenraadsvergadering waarin de bindende voordracht van de kandidaat aan de orde is, blijkt duidelijk dat de Ledenraad het bindend karakter aan de voordracht kan ontnemen.
10. De voorgedragen kandidaat presenteert zich tijdens de Ledenraadsvergadering waarin de bindende voordracht van de betreffende kandidaat door de Xxxxxxxxx is geagendeerd.
Hoofdstuk 5 Ledenraad en verkiezing
Artikel 11 Kiesregio’s en regiozetels
1. De Coöperatie kent - ten behoeve van een evenwichtige representatie van de verschillende (categorieën) Leden in de Ledenraad – Kiesregio’s. De Kiesregio’s zijn gevormd op basis van de postcode van de Leden.
2. De Coöperatie kent de volgende Regio’s:
a. Foodvalley, Gelderland-Midden en Rivierengebied
b. Randmeren en Utrecht
c. IJsselland
d. Achterhoek en Twente
3. De postcode van een gewoon lid wordt vastgesteld op basis van het vestigingsadres van het gewone lid zoals dat is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, en zoals is opgenomen in het Ledenregister van de Coöperatie. De omschrijving van een Kiesregio en de daaronder vallende postcodes kunnen op voorstel van het Bestuur door de Ledenraad worden gewijzigd. Tot wijziging kan ten hoogste éénmaal per jaar worden besloten en steeds met ingang van 1 januari volgend op de datum waarop tot wijziging is besloten. Indeling in een Kiesregio geldt voor een periode van vier jaar.
4. Iedere Xxxxxxxxx kan vier Afgevaardigden in de Ledenraad kiezen.
5. De Ledenraad van de Coöperatie bestaat uit de Afgevaardigden.
6. Als een afgevaardigde tussentijds aftreedt wordt de procedure als omschreven in artikel 21 van de Statuten gevolgd om de openstaande zetel in te vullen.
Artikel 12 Sectorzetels
1. Indien de volgende sectoren:
a. sector woonzorg volwassenen verpleging en verzorging;
b. sector woonzorg volwassen en jeugd, beschermd en begeleid wonen gehandicaptenzorg (GHZ) en geestelijke gezondheidszorg (GGZ);
c. sector begeleiding, dagbesteding en logeren jeugd;
d. sector begeleiding, dagbesteding en logeren volwassenen, niet zijn vertegenwoordigd in de Ledenraad op grond van de Regiozetels als bedoeld in artikel 11 van het huishoudelijk reglement, dan wordt door de reeds verkozen Afgevaardigden, maximaal één afgevaardigde van een gewoon lid per sector gekozen tot lid van de Ledenraad, waardoor er maximaal vier extra Leden van de Ledenraad kunnen worden gekozen.
2. Een kandidaat voor een sectorzetel dient aantoonbaar werkzaam te zijn in de betreffende sector, zulks ter beoordeling van de Kiescommissie.
3. De Afgevaardigden die door de Xxxxxxxxx'x zijn gekozen, kiezen uiterlijk binnen 8 weken na hun verkiezing de personen die in de sectorzetels van de Ledenraad worden benoemd, een en ander op de wijze zoals omschreven in artikel 17.
Artikel 13 Kwaliteitseisen (kandidaat-)leden van de Ledenraad en profiel
1. Alleen personen die kwalificeren als afgevaardigde van een gewoon lid of kwalificeren als gewoon lid-natuurlijk persoon, kunnen als lid van de Ledenraad worden gekozen.
2. Een lid van de Ledenraad kan niet tevens zijn:
a. Bestuurder;
b. medewerker van de Coöperatie;
c. lid van de Raad van Toezicht;
d. lid van een commissie of werkgroep als nader omschreven in het Huishoudelijk Reglement, met uitzondering van het lidmaatschap van de Financiële Commissie, de Agendacommissie en de Benoemingsadviescommissie.
3. Tussen Bestuurders, Leden van de Raad van Toezicht en de Leden van de Ledenraad en tussen de Leden van de Ledenraad onderling, mag geen huwelijksband, geen geregistreerd partnerschap of een daarmee gelijk te stellen samenlevingsverband dan wel bloedverwantschap of aanverwantschap tot en met de vierde graad bestaan.
4. Onder 'medewerker' wordt verstaan een persoon die op grond van een arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht werkzaamheden voor de Coöperatie verricht die door of namens het Bestuur zijn opgedragen, waaronder mede is begrepen de directeur-Bestuurder.
5. stemgerechtigde Leden kunnen als afgevaardigde in de Ledenraad worden gekozen. Daarbij geldt voor ieder (kandidaat-) afgevaardigde dat:
a. hij een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) overlegt als deze nog niet in het bezit van de Coöperatie is;
b. indien en voor zover sprake is van een situatie als omschreven in lid 1, 2 en/of 3 van dit artikel, deze situatie uiterlijk één maand voorafgaand aan de ingang van zijn lidmaatschap van de Ledenraad, is opgeheven;
c. hij Schriftelijk motiveert waarom hij denkt te voldoen aan het
algemeen profiel voor Leden van de Ledenraad zoals dat door de Xxxxxxxxx in overleg met het Bestuur na goedkeuring door de Raad van Toezicht is vastgesteld, en welk profiel bij de uitnodiging tot kandidaatstelling als lid van de Ledenraad door of namens het Bestuur kenbaar wordt gemaakt;
d. dat hij Schriftelijk aangeeft en motiveert in welke sector hij werkzaam is.
6. De Kiescommissie beoordeelt of de kandidaat-Leden voldoen aan hetgeen in lid 1 tot en met 5 van dit artikel staat vermeld.
7. Vervolgens stelt de Kiescommissie de kandidatenlijst vast.
8. Het Bestuur zal ter bevordering van de evenwichtige afspiegeling qua leeftijd, duur lidmaatschap en anderszins, op het moment dat er weer verkiezingen zijn - de specifieke doelgroep(en) die op dat moment ondervertegenwoordigd zijn in de Ledenraad, met klem uitnodigen zich kandidaat te stellen.
Artikel 14 Aanmelding kandidaten Xxxxxxxxx
1. Het Bestuur maakt via de nieuwsbrief en/of website van de Coöperatie aan de Leden bekend tot welke datum kandidaten voor de Ledenraad zich kunnen aanmelden. De bekendmaking bevat daarnaast de volgende informatie:
a. een korte beschrijving van de taken en verantwoordelijkheden van de Ledenraad;
b. het profiel als bedoeld in artikel 13;
c. een omschrijving van de sectoren voor de sectorzetels.
2. Een kandidaat die zich aanmeld geeft daarbij enige relevante informatie over zichzelf.
3. Het Bestuur stelt de termijnen vast die verband houden met de kandidaatstelling en verkiezing als lid van de Ledenraad.
Artikel 15 Stemprocedure bij benoeming Ledenraad: afgevaardigden van Xxxxxxxxx'x
1. Het Bestuur bepaalt de wijze waarop de verkiezing van de Afgevaardigden namens de Xxxxxxxxx'x plaats vindt (al dan niet digitaal).
2. Het Bestuur zorgt voor toezending aan alle stemgerechtigde Leden van (digitale) stemformulieren waarop alle kandidaten voor de Ledenraad (per Xxxxxxxxx) die voldoen aan de hiervoor in artikel 13 lid 1 tot en met 5 gestelde vereisten, in alfabetische volgorde staan vermeld.
3. De Kiescommissie toetst of een kandidaat voldoet c.q. gehoor heeft gegeven aan de voorwaarden als omschreven in artikel 13 lid 1 tot en met 5 . De Kiescommissie kan daarbij worden ondersteund door een door het Bestuur aan te wijzen medewerker van de Coöperatie.
4. Het stemformulier gaat vergezeld van de informatie als bedoeld in artikel 13 lid 1 tot en met 5. Op het stemformulier en/of in een begeleidende tekst wordt duidelijk vermeld hoe het stemformulier moet worden ingevuld, en de uiterlijke datum en de manier waarop het stemformulier bij de Kiescommissie moet zijn.
5. Ieder stemgerechtigd lid kan één stem uitbrengen op een kandidaat binnen zijn Kiesregio. Het uitbrengen van meer dan één stem, bijvoorbeeld door het aankruisen op het stemformulier van meer dan één kandidaat of van een kandidaat van een andere Kiesregio, maakt het stemformulier ongeldig. Iedere toevoeging die op het stemformulier
wordt aangebracht maakt het stemformulier eveneens ongeldig.
6. Een stemgerechtigd lid kan een ander stemgerechtigd lid niet machtigen om namens hem een stem uit te brengen.
Artikel 16 Kiescommissie
1. De Ledenraad stelt een Kiescommissie samen bestaande uit drie Leden (Afgevaardigden), die geen zitting hebben in het Bestuur of de Ledenraad. Leden die op het moment van kandidaatstelling voor de Ledenraad deel uit maken van de Kiescommissie zijn uitgesloten van deelname aan de verkiezing tot lid van de Ledenraad. Dit geldt zowel voor Xxxxx die kandidaat zijn voor een Kiesregio als voor Xxxxx die kandidaat zijn voor een kwaliteitszetel.
De Leden van de Kiescommissie worden ondersteund door een door het Bestuur aan te wijzen medewerker van de Coöperatie.
2. De Kiescommissie ziet toe op het verzamelen, rubriceren, tellen en controleren van de geldigheid van de teruggezonden stemformulieren als bedoeld in artikel 15 lid 5.
3. Als meerdere kandidaten binnen een Kiesregio een gelijk aantal stemmen op zich hebben weten te verwerven, vindt loting plaats door de Kiescommissie door middel van dichtgevouwen gelijkvormige briefjes (of de digitale variant daarvan) met daarop vermeld de naam van de betreffende kandidaten en waarbij in het bijzijn van de voltallige Kiescommissie een briefje wordt getrokken door de voorzitter van de Kiescommissie. De kandidaat wiens naam staat vermeld op het getrokken briefje is als lid van de Ledenraad gekozen. Bij drie of meer kandidaten worden alle briefjes om de beurt geopend om op die wijze de volgorde van de uitslag te bepalen.
4. De Kiescommissie stelt een voorlopig verslag op van de telling. Dit voorlopig verslag bevat ten minste:
a. het aantal verstuurde Schriftelijke en digitale stemformulieren;
b. het aantal ontvangen stemformulieren;
c. het aantal blanco uitgebrachte stemmen;
d. het aantal geldig uitgebrachte stemmen;
e. het aantal ongeldig uitgebrachte stemmen;
f. het aantal op de respectieve kandidaten namens de Xxxxxxxxx'x uitgebrachte stemmen;
g. welke kandidaat of kandidaten namens xxxx Xxxxxxxxx als lid van de Ledenraad is gekozen;
h. of en in hoeverre met bij de verkiezing in de Kiesregio's, ook in de sectorzetels is voorzien, waarbij wordt vermeld welke kandidaat of kandidaten (tevens) de betreffende sector vertegenwoordigen en/of welke sector (nog) niet is vertegenwoordigd.
5. Als de Kiescommissie geen uitslag kan vaststellen, doet het Bestuur een voorstel aan de Ledenraad over het vervolg. Het Bestuur en de Ledenraad stellen vervolgens samen de verdere procedure vast.
6. Indien bij de verkiezingen binnen de Xxxxxxxxx'x tevens in de sectorzetels is voorzien, is het verslag van de telling tevens het verslag van de definitieve uitslag van de verkiezingen voor de Ledenraad. In dat geval stelt de Kiescommissie in het (definitieve) verslag vast uit hoeveel Leden de Ledenraad bestaat en welke Leden in de Ledenraad zijn gekozen.
Artikel 17 Uitbrengen van een stem bij verkiezing Ledenraad (sectorzetels)
1. Nadat de Kiescommissie de uitslag heeft vastgesteld in het voorlopig verslag als bedoeld in artikel 16 lid 4, en niet alle sectoren in de Ledenraad zijn vertegenwoordig als bedoeld in artikel 21 lid 3 sub b. van de Statuten, dan worden sectorzetels toegevoegd.
2. De ontbrekende sector(-en) in de Ledenraad (de sectorzetels) worden gekozen uit de kandidaten vermeld op de kandidatenlijst als bedoeld in artikel 13 lid 7:
a. -die op grond van artikel 12 lid 2 voor de sectorzetel in aanmerking komen; en
b. -op wie in de verkiezingen het meeste aantal stemmen is uitgebracht.
Is op twee kandidaten in de verkiezingen een gelijk aantal stemmen uitgebracht, dan wordt via loting (zoals beschreven in artikel 16 lid 3) de sector afgevaardigde aangewezen.
3. Het Bestuur bepaalt de wijze waarop de verkiezing van de Leden voor de in lid 2 van dit artikel bedoelde sectorzetels plaats vindt (al dan niet digitaal).
Artikel 18 Definitieve uitslag verkiezing Ledenraad
1. De Kiescommissie stelt na de verkiezingen een definitief verslag op van de telling, tenzij er na de verkiezingen als bedoeld in artikel 15 reeds sprake is van een definitieve uitslag, een en ander als bedoeld in artikel 16 lid 6.
In het definitieve verslag stelt de Kiescommissie vast uit hoeveel Leden de Ledenraad bestaat en welke Leden in de Ledenraad zijn gekozen.
2. Het definitieve verslag bevat verder de volgende informatie:
Ten aanzien van de verkiezing van de Afgevaardigden namens de Xxxxxxxxx'x:
a. het aantal verstuurde Schriftelijke en digitale stemformulieren;
b. het aantal ontvangen stemformulieren;
c. het aantal blanco uitgebrachte stemmen;
d. het aantal geldig uitgebrachte stemmen;
e. het aantal ongeldig uitgebrachte stemmen;
f. het aantal op de respectieve kandidaten namens de Xxxxxxxxx'x
g. uitgebrachte stemmen;
h. welke kandidaat of kandidaten namens xxxx Xxxxxxxxx als lid van de Ledenraad is gekozen;
i. of en in hoeverre met bij de verkiezing in de Kiesregio's, ook in de sectorzetels is voorzien, waarbij wordt vermeld welke kandidaat of kandidaten (tevens) de betreffende sector vertegenwoordigen en/of welke sector (nog) niet is vertegenwoordigd.
Ten aanzien van de verkiezing van de sectorzetels:
a. het aantal Afgevaardigden (gekozen uit de Kiesregio's) dat stem heeft uitgebracht;
b. het aantal blanco uitgebrachte stemmen;
c. het aantal geldig uitgebrachte stemmen;
d. het aantal ongeldig uitgebrachte stemmen;
e. het aantal op de respectieve kandidaten per sectorzetel uitgebrachte stemmen;
g. welke kandidaat voor welke sectorzetel als lid van de Ledenraad is gekozen.
Artikel 19 Openbaarmaking van de uitslag van de stemming
Alle kandidaten ontvangen zo snel mogelijk (Schriftelijk) bericht van of namens het Bestuur over de uitslag. Het definitieve verslag als bedoeld in artikel 16 lid 6 dan wel artikel 18 wordt gepubliceerd op de website van de Coöperatie.
Artikel 20 Procedure bij tussentijds aftreden van de voltallige Xxxxxxxxx
Bij tussentijds aftreden van de gehele Ledenraad wordt zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen een maand na het aftreden een Schriftelijke verkiezing uitgeschreven voor een nieuwe Ledenraad volgens de procedure als omschreven in artikel 21 van de Statuten en in dit hoofdstuk van het Huishoudelijk Reglement.
Hoofdstuk 6 Ledenraad, vergaderingen en werkwijze
Artikel 21 Ledenraadsvergadering
1. De vergaderdata van de Ledenraad worden openbaar gemaakt via de nieuwsbrief en/of de website van de Coöperatie en zoveel mogelijk vooruit gepland.
2. Een lid van de Ledenraad kan - overeenkomstig artikel 24 lid 2 van de Statuten
- Schriftelijk volmacht verlenen aan een ander lid van de Ledenraad om een stem uit te brengen.
Artikel 22 Voorzitter Ledenraad
1. De Leden van de Ledenraad benoemen uit hun midden een voorzitter. De voorzitter wordt benoemd voor een periode van vier jaar, tenzij de Ledenraad anders besluit. De voorzitter fungeert als eerste contactpersoon van de Ledenraad naar het Bestuur.
2. De voorzitter beschikt over de volgende eigenschappen:
- het vermogen om met een natuurlijk gezag de voorzittersfunctie in de Ledenraad te vervullen;
- over de persoonlijkheid en achtergrond te bezitten om een leidende rol te kunnen vervullen;
- beschikt over goede communicatieve vaardigheden.
3. Tot de taken van de voorzitter behoort onder meer het volgende:
- het onderhouden van het contact met het Bestuur;
- het in overleg met het Bestuur bepalen van de dag, de plaats en het aanvangsuur van de Ledenraadvergaderingen;
- het in overleg met het Bestuur vaststellen van de agenda van Ledenraadvergadering en het voorbereiden van de Ledenraadvergaderingen en - bijeenkomsten;
- het leiden van de Ledenraadvergaderingen en het bepalen van de orde in die vergaderingen;
- het voorzitten van de Ledenraad;
- het in overleg met het Bestuur coördineren van de kandidaatstellingsprocedure van nieuwe Ledenraadsleden.
4. In situaties waarbij sprake is van (mogelijke) belangenverstrengeling, tegenstrijdig belang, onderlinge conflicten of calamiteiten bevordert de voorzitter een zorgvuldige behandeling en besluitvorming door de Ledenraad. De voorzitter is in dergelijke situaties het aanspreekpunt voor het Bestuur en de Ledenraad.
Artikel 23 Aanwezigheid Ledenraadsvergadering
Van een lid van de Ledenraad wordt verwacht dat deze zoveel mogelijk aanwezig is bij Ledenraadsvergaderingen en zich goed voorbereidt op de vergaderingen.
Als dat niet het geval is wordt hij daartoe ter verantwoording geroepen door de voorzitter van de Ledenraadsvergadering.
Artikel 24 Introductieprogramma Ledenraadsleden
1. Ieder nieuwe lid van de Ledenraad volgt na benoeming een introductieprogramma waarin de relevante aspecten van de functie aan bod komen. Het Bestuur stelt in overleg met de Ledenraad een introductieprogramma op voor nieuwe LedenraadsLeden.
2. Van ieder lid van de Ledenraad wordt verwacht dat hij zich blijft verdiepen in de ontwikkelingen en aspecten die relevant zijn voor de Coöperatie, en verder dat hij bekwaam en toegerust is en blijft voor zijn taak.
Artikel 25 Onverenigbaarheid en belangenverstrengeling
1. Het functioneren van een lid van de Ledenraad wordt gekenmerkt door integriteit en onafhankelijke opstelling.
2. De Ledenraad stelt voor wat betreft het bepaalde in lid 1 zo nodig vast met welke betrokkenheid, achtergrond of functie het lidmaatschap van de Ledenraad onverenigbaar is.
3. Elk Ledenraadslid zorgt ervoor, dat er geen strijdigheid ontstaat tussen zijn persoonlijke belangen en de belangen van de Coöperatie. Ook elke schijn van belangenverstrengeling tussen de Coöperatie en een Ledenraadslid wordt vermeden.
4. Indien een Ledenraadslid voorziet dat een (schijn van) belangenverstrengeling of bevoordeling zou kunnen optreden of anderszins een tegenstrijdig belang met de Coöperatie kan ontstaan, stelt het desbetreffende Xxxxxxxxxxxxx de voorzitter van het Bestuur en overige LedenraadsLeden op de hoogte.
5. De Ledenraad besluit buiten aanwezigheid van het betreffende Ledenraadslid of sprake is van een (schijn van) belangenverstrengeling of bevoordeling en zo ja of sprake is van een incidentele of structurele belangenverstrengeling of bevoordeling.
6. Als de Ledenraad van oordeel is dat er sprake is van een incidentele belangenverstrengeling of bevoordeling waarvoor een tijdelijke oplossing mogelijk is, werkt het desbetreffende Ledenraadslid mee aan deze tijdelijke oplossing.
7. Als de Ledenraad van oordeel is dat er sprake is van een structurele belangenverstrengeling of bevoordeling, zal het desbetreffende Ledenraadslid ervoor zorgen dat de onverenigbaarheid wordt opgeheven dan wel aftreden.
Hoofdstuk 7 Xxxxxxxxxxxxxxxxxx en ledenraadpleging
Artikel 26 Xxxxxxxxxxxxxxxxxx
Het Bestuur organiseert ten minste één maal per jaar een Ledenbijeenkomst waarin Xxxxx in gesprek kunnen met het Bestuur en de Ledenraad.
Artikel 27 Ledenraadpleging
1. Het Bestuur kan zowel zelfstandig als op verzoek van de Ledenraad een Ledenraadpleging houden. Een Ledenraadpleging heeft uitsluitend betrekking op onderwerpen die - ter beoordeling van het Bestuur - in algemene zin het strategisch beleid van de Coöperatie betreffen.
2. Het Bestuur besluit op welke wijze de Ledenraadpleging plaatsvindt en de uitkomst aan de Leden bekend wordt gemaakt.
3. Met een Ledenraadpleging als omschreven in dit artikel wordt uitdrukkelijk niet bedoeld een referendum als omschreven in artikel 39 lid 2 Burgerlijk Wetboek.
Artikel 28 Regio’s
De Coöperatie kent een indeling in Regio’s.
Artikel 29 Doel Regio
Een Regio heeft tot doel:
1. de behartiging van de collectieve Regio-specifieke belangen van de Leden van de Regio in de meest uitgebreide zin;
2. het uitvoering geven aan de doelstelling van de Coöperatie op het niveau van de Regio;
3. het organiseren van bijeenkomsten en activiteiten binnen de Regio;
4. het adviseren betreffende Regio specifieke zaken;
5. het bevorderen van de onderlinge samenwerking tussen Leden binnen de Regio.
6. het informeren van de Leden (conform artikel 7) over algemene ontwikkelingen in de Coöperatie.
Eén en ander met in achtneming van de Statuten en in lijn met het landelijk beleid van de Coöperatie.
Artikel 30 Regiomanager en organisatie regio
1. Het Bestuur wijst voor iedere Regio een Regiomanager aan, die werkzaam is in de werkorganisatie van de Coöperatie. De Regiomanager is het aanspreekpunt voor de Leden van de Regio. De Regiomanager zorgt binnen de werkorganisatie van de Coöperatie voor afstemming met het Bestuur, met andere Regio's en met de activiteiten van de overige organen binnen de Coöperatie.
2. Een Regio heeft geen financiële middelen. Voor zover een Regio behoefte heeft aan faciliteiten, zal daar toe een onderbouwd verzoek moeten worden ingediend bij de Bestuurder.
3. Een Regio heeft geen rechtspersoonlijkheid.
Hoofdstuk 9 Commissies en werkgroepen
Artikel 31 Commissies en werkgroepen
1. De Ledenraad stelt de Financiële Commissie, de Kiescommissie, de commissie toelating lidmaatschap en de Agendacommissie in.
2. De Raad van Toezicht stelt de Auditcommissie, de Remuneratiecommissie en de Commissie Kwaliteit en Veiligheid in.
3. De Benoemingsadviescommissie wordt ingesteld op de wijze zoals in artikel 28 van de Statuten is vermeld.
4. Overige commissies en werkgroepen worden door het Bestuur ingesteld en opgeheven. Het Bestuur stelt de naam van de commissie of werkgroep vast.
5. Met uitzondering van de in de Leden 1, 2 en 3 genoemde commissies, heeft een commissie tot taak de uitvoering van bepaalde Bestuurlijke taken.
6. Een werkgroep is van tijdelijke aard en heeft een adviserende rol met betrekking tot bepaalde Bestuurlijke taken.
7. De commissies en werkgroepen staan vermeld op de website van de Coöperatie. De Leden worden door het Bestuur - al dan niet via de website - op de hoogte gesteld van het instellen van commissies en/of werkgroepen.
8. Met uitzondering van de in de Leden 1, 2 en 3 genoemde commissies vallen alle commissies en werkgroepen onder de verantwoordelijkheid van het Bestuur. De voorzitter van de commissie of werkgroep fungeert als contactpersoon voor de betreffende commissie of werkgroep voor de directeur en het Bestuur.
9. Met uitzondering van de in de Leden 1, 2 en 3 genoemde commissies worden de taken, bevoegdheden, budget en werkwijze van een commissie of werkgroep Schriftelijk vastgelegd door het Bestuur. Daarbij wordt tevens vermeld op welke momenten, in welke vorm en aan welk orgaan de betreffende commissie of werkgroep verantwoording aflegt.
Artikel 32 Financiële commissie: samenstelling, taken en bevoegdheden
1. De Ledenraad benoemt uit zijn midden de Leden van de Financiële
Commissie, welke commissie uit ten minste twee maar bij voorkeur uit drie personen bestaat.
2. De Financiële Commissie is ten behoeve van de Ledenraad belast met:
a. het adviseren van de Ledenraad over de benoeming van de externe accountant door de Xxxxxxxxx;
b. het adviseren van de Ledenraad over goedkeuring van de begroting;
c. het in overleg met het Bestuur voorbereiden van de Ledenraadvergadering waarin de jaarrekening, het Bestuursverslag en de begroting aan de orde zijn;
d. het adviseren van de Ledenraad over goedkeuring van de jaarrekening;
e. het desgewenst adviseren van de Ledenraad over andere financiële onderwerpen.
3. De Financiële Commissie vergadert zo vaak als nodig is voor een goed functioneren van de Financiële Commissie, maar ten minste twee maal per jaar.
4. Vergaderingen van de Financiële Commissie kunnen ook telefonisch of anderszins plaatsvinden, een en ander ter beoordeling van de Financiële Commissie.
5. De Financiële Commissie is bevoegd, als dat voor een goede vervulling van haar taak gewenst of noodzakelijk is, en na voorafgaande goedkeuring door het Bestuur, zelfstandig gesprekken te voeren met de externe accountant.
6. De Financiële Commissie bepaalt of en wanneer derden bij haar vergaderingen aanwezig zijn. Als de Financiële Commissie daarom verzoekt, is het Bestuur bij de vergaderingen aanwezig. Het Bestuur is gehouden om de Financiële Commissie alle gewenste medewerking te verlenen en inlichtingen te verstrekken die het redelijkerwijs nodig heeft ter vervulling van zijn taak.
7. Van het verhandelde in een vergadering van de Financiële Commissie wordt een verslag opgemaakt.
8. De Financiële Commissie verschaft zo vaak als nodig aan de Ledenvergadering een verslag van haar beraadslagingen, bevindingen en aanbevelingen. Als daarom wordt verzocht, verstrekt de Financiële Commissie verdere informatie aan de Ledenraad over de resultaten van de besprekingen van de Financiële Commissie.
9. De Ledenraad kan opdracht geven aan het Bestuur om een reglement Financiële Commissie op te stellen. Het reglement Financiële Commissie wordt vastgesteld door de Ledenraad.
Artikel 33 Agendacommissie
1. De Agendacommissie bestaat uit twee Leden van de Ledenraad, waaronder bij voorkeur de voorzitter van de Ledenraad. De Leden van de Agendacommissie. worden door en uit de Ledenraad worden gekozen. In een vacature in de Agendacommissie wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
2. Het Bestuur stelt in overleg met de Agendacommissie de agenda van de Ledenraad vast. In verband daarmee komt de Agendacommissie voorafgaand aan een Ledenraadsvergadering bijeen, al dan niet digitaal.
3. Het Bestuur verschaft uit eigen beweging en tijdig de informatie aan de Leden van de Agendacommissie die zij nodig hebben om adequaat te kunnen te functioneren en hun taken naar behoren te kunnen uitoefenen. Deze informatie wordt zoveel mogelijk Schriftelijk verstrekt.
4. De Agendacommissie bepaalt verder in onderling overleg de werkwijze van de
Agendacommissie.
5. Een lid van de Agendacommissie wordt als zodanig benoemd voor een periode van vier jaar en is eenmaal herbenoembaar.
Artikel 34 Bankrekeningen en beschikking over geldmiddelen
1. Bankrekeningen worden aangehouden bij een door het Bestuur aan te wijzen bank. De aan te wijzen bank dient een naar objectieve maatstaven bepaalde, goede “rating” te hebben.
2. Het Bestuur ziet er op toe dat er voldoende functiescheiding is in de betalingsprocedure binnen de Coöperatie.
3. Het is het Bestuur niet toegestaan om geldmiddelen van de Coöperatie te beleggen in aandelen, obligaties of andere waardepapieren.
Artikel 35 Vergoedingsregeling
1. Het Bestuur stelt een regeling op voor de vergoeding van ten behoeve van de Coöperatie gemaakte kosten en voor eventuele vacatiegelden voor de diverse gremia binnen de Coöperatie.
2. De vergoedingsregeling wordt - op voorstel van het Bestuur en na voorafgaande goedkeuring door de Raad van Toezicht - door de Ledenraad vastgesteld.
Artikel 36 Integriteit
Iedere Bestuurder, lid van de Raad van Toezicht, externe vertegenwoordiger, lid van de Ledenraad en lid van een commissie of werkgroep verbindt zich zowel tijdens als na zijn lidmaatschap van deze organen op geen enkele wijze aan wie dan ook enige mededeling te doen van gegevens van vertrouwelijke aard betreffende de Coöperatie, die het lid ter kennis zijn gekomen in het kader van de uitoefening van zijn taken en waarvan hij weet of behoort te weten dat deze vertrouwelijk zijn, tenzij hij dat op grond van de wet verplicht is. Het is deze personen wel toegestaan om deze gegevens mee te delen aan de overige Leden van het orgaan waarvan hij deel uitmaakt(e).
Artikel 37 Openbaarheid en belangenverstrengeling
1. Iedere Bestuurder en ieder lid van de Raad van Toezicht betracht openheid over diens eventuele nevenfuncties voor zover deze van belang zijn voor en mogelijk van invloed op diens functioneren als Bestuurder dan wel lid van de Raad van Toezicht. Eventuele nevenfuncties van de Leden van het Bestuur en
de Raad van Toezicht worden vermeld in het Bestuursverslag van de Coöperatie.
2. Een Bestuurder vraagt voorafgaande goedkeuring aan de Raad van Toezicht voordat hij een (neven)functie aanvaardt die gezien de aard of het tijdsbeslag raakt aan diens functioneren als Bestuurder.
3. Iedere Bestuurder dan wel lid van de Raad van Toezicht zorgt ervoor dat er geen strijdigheid ontstaat tussen zijn persoonlijke belangen en de belangen van de Coöperatie. Ook elke schijn van belangenverstrengeling tussen het de Coöperatie en een Bestuurder dan wel lid van de Raad van Toezicht zelf wordt vermeden.
4. Een Bestuurder dan wel lid van de Raad van Toezicht behaalt persoonlijk geen voordelen uit transacties of andere handelingen die hij namens de Coöperatie verricht. Evenmin verstrekt hij of biedt hij oneigenlijke voordelen aan personen met wie hij transacties namens de Coöperatie verricht.
Artikel 38 Bescherming persoonsgegevens Leden
Waar het gaat om persoonsgegevens van Leden, is het Bestuur, de Raad van Toezicht, de Ledenraad en iedere overige betrokkene gehouden te handelen binnen de grenzen van de geldende privacywetgeving.
Artikel 39 Interpretatie
In geval van onduidelijkheid of verschil van mening over de betekenis van enige bepaling uit het Huishoudelijk Reglement, wordt het interpretatieverschil ter beoordeling voorgelegd aan de Ledenraad.
Artikel 40 Toepasselijk recht en jurisdictie
Het Huishoudelijk Reglement wordt beheerst door Nederlands recht.
Artikel 41 Partiële nietigheid
Als een of meer bepalingen van het Huishoudelijk Reglement ongeldig zijn of worden, tast dit de geldigheid van de overblijvende bepalingen niet aan.
Artikel 42 Vaststelling
Het Huishoudelijk Reglement is vastgesteld door de Ledenraad in een bijeenkomst op 16 mei 2024.