GEBRUIKERSHANDLEIDING
GEBRUIKERSHANDLEIDING
VX570 + VX810 PINPAD VX570 + SC 0000 XXXXXX
Xxxxxxxxx die veroorzaakt worden door het niet naleven van de gebruikershandleiding vallen niet onder de serviceovereenkomst.
Wat onder de door CCV verleende service wordt verstaan en onder welke voorwaarden die verleend wordt, staat beschreven in de 'Algemene Voorwaarden CCV Holland B.V., d.d. augustus 2012' en de serviceleaflet van het betreffende product. Deze documenten zijn bij de offerte reeds meegestuurd.
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CCV Holland B.V.
INHOUDSOPGAVE
1. INSTALLEREN VAN DE BETAALAUTOMAAT
5
7
2.1 Welke kaarten accepteert de Vx570? 7
2.2 Van strip naar chip / EMV 7
2.4 Bediening van de Vx570 en het Vx810 / SC 5000 pinpad 9
Overzicht Vx570 betaalautomaat 9
Scrollen door menu's en lijsten 11
Manager wachtwoord wijzigen 12
Betaalautomaatcode opzoeken 12
2.6 Communicatie-instellingen 14
Communicatietype wijzigen: (PSTN naar ADSL of andersom) 14
Analoge telefoonverbinding (PSTN): voorloopcijfer invoeren 15
Modem resetten naar dynamisch IP-adres 15
16
3.1 De dag openen en afsluiten 16
3.2 Medewerkers aan- en afmelden 16
17
4.1 Chipkaartlezer of magneetkaartlezer gebruiken? 17
4.2 Uitvoeren van een transactie 17
Geluidssignalen bij het uitvoeren van transacties 18
4.3 Werken met referentiecodes 18
4.4 Speciale creditcardtransacties 18
Handmatig een creditcardtransactie invoeren 18
Fooi koppelen aan een creditcardtransactie 19
4.5 Diverse transactietypen 19
20
5.1 Rapporten en dagperiodes 20
5.2 Financiële rapporten afdrukken met dagafsluiting 20
5.3 Financiële rapporten afdrukken zonder dagafsluiting 20
Dienstrapport: tussentotalen 20
Totalenrapport: tussentotalen 21
E-Journaal: tussendoor afdrukken 21
6. WERKEN MET MEDEWERKERNUMMERS EN MEDEWERKERDIENSTEN
22
6.2 Namen invoeren met behulp van de ALPHA toets 23
Schema om cijfers om te zetten in letters 23
6.3 Medewerkers verwijderen 23
6.6 Medewerkerdienst openen en sluiten 24
25
8. FUNCTIONALITEITEN DIE NIET MEER ACTIEF WORDEN AANGEBODEN
27
Financieel rapport Chipknip 27
Collectie handmatig versturen 27
Bekijken van de laatste 10 collecties 27
Bekijken van de laatste 2 transacties 28
9. TOEVOEGEN, WIJZIGEN EN VERWIJDEREN VAN KAARTEN (BRANDS)
29
9.1 Noodzakelijke gegevens om kaartwijzigingen door te voeren 29
9.2 Nieuwe kaartsoort toevoegen 29
9.4 Wijzigen van het merchant ID 30
10. FOUTMELDINGEN TIJDENS EEN TRANSACTIE
32
10.3 Foutmeldingen bij transacties via CCV 32
10.4 Foutmeldingen bij transacties via Equens 32
11. RICHTLIJNEN VOOR HET OPSTELLEN VAN DE BETAALAUTOMAAT
33
11.2 De opstelling van het pinpad 33
12. PRINTROLLEN EN ACCESSOIRES BESTELLEN
34
35
36
Telefoonnummers per acquirer 36
1. INSTALLEREN VAN DE BETAALAUTOMAAT
Als u de onderstaande stappen opvolgt, kunt u de betaalautomaat meteen in gebruik nemen.
Voor het aansluiten van de Vx570 betaalautomaat heeft u een werkende verbinding en 230 Volt aansluiting in de buurt van de automaat nodig.
STAP 1. SLUIT VOEDING AAN
Sluit de stroomkabel aan op de betaalautomaat. Zie figuur 1.
Figuur 1
STAP 2. SLUIT DATA COMMUNICATIEKABEL AAN
Voor de Vx570 zijn er drie communicatiemogelijkheden: PSTN, ISDN en ADSL/Ethernet.
Bij de aanschaf van de betaalautomaat is gekozen welk communicatietype gebruikt zal worden.
Sluit de dataverbinding (PSTN, ISDN of ADSL) aan op de daarbij behorende aansluiting in de betaalautomaat.
Zie figuur 2.
Sluit het klantgedeelte (pinpad) aan in de pinpad aansluiting. Zie figuur 2.
Figuur2
STAP 3. VOORZIE DE AUTOMAAT VAN STROOM
Als alle verbindingen correct zijn aangesloten, zet u de automaat op stroom. De betaalautomaat (Vx570) start op. Dit duurt ongeveer 20 seconden;
In de display van de betaalautomaat verschijnt het verkoopscherm. In de display van het pinpad (Vx810 / SC 5000) staat: “Uw pas aub”.
STAP 4. BEVESTIG DE ANTISLIPVOET OP HET PINPAD
Het klantgedeelte bestaat uit twee onderdelen: 1. VX810 / SC 5000
2. VX810 voet (antislip)
Voor optimaal gebruik en antislip van uw klantgedeelte bevestigt u de VX810 op de voet:
- Aan de onderkant van de voet bevindt zich een schroef.
- Daarmee bevestigt u de voet aan de VX810.
De betaalautomaat is nu klaar voor gebruik!
Voor meer informatie over communicatie instellingen zie: Hoofdstuk 2.6
2. WERKEN MET DE VX570
2.1 Welke kaarten accepteert de Vx570?
Met de Vx570 kunt u betalingen met pinpassen, creditcards en spaar- en klantenkaarten verwerken. Welke kaarten de betaalautomaat accepteert, is afhankelijk van uw contract met CCV, Equens of Atos Worldline (host processoren) en de acquirers (banken en creditcardmaatschappijen).
Bankpassen
Met een pinpas kunt u debetbetalingen accepteren. Deze betalingen worden direct verwerkt door CCVPay, Equens of Atos Worldline en vervolgens op uw bankrekening gestort. Dit zijn de volgende kaarten:
Bankpassen (PIN, Maestro en Vpay)
Creditcards
Een creditcard biedt uw klant de mogelijkheid om op krediet een product of dienst aan te schaffen. Welke creditcards u kunt accepteren is afhankelijk van de afspraken die u maakt met een acquirer. Een acquirer is een partij die ervoor zorgt dat u creditcards kunt accepteren op uw betaalautomaat. De verschillende soorten creditcards zijn:
American Express Comfortcard
CUP
Dinersclub JCB
MasterCard Primeline Visa
2.2 Van strip naar chip / EMV
De toekomstvaste betaalautomaat voldoet aan de meest recente (inter)nationale veiligheidseisen en aan de EMV- standaard, waarbij de magneetstrip op de betaalkaart wordt vervangen door een chip.
De overgang van strip naar chip is ingegeven door de wereldwijde behoefte aan een betere beveiliging van elektronische betalingen. Voor pintransacties wordt op dit moment al veel gebruik gemaakt van de EMV-chip en het gebruik van de magneetstrip neemt af. Om op deze ontwikkeling in te spelen worden de creditcards en de betaalpassen nu al wereldwijd vervangen door kaarten met de EMV-chip.
Gebruik van een chip en pincode is een nog betere beveiliging voor elektronische betalingen met bankpassen en creditcards. Naast veiligheid levert EMV ook een belangrijke bijdrage aan de (inter)nationale standaardisering.
Uw betaalautomaat is geschikt voor het accepteren van zowel EMV-kaarten als de magneetstripkaart.
2.3 Algemene aanwijzingen
Uw betaalautomaat bestaat uit een Vx570 betaalautomaat (kassiersgedeelte) en een Vx810 / SC 5000 pinpad (klantgedeelte).
Alleen de magneetkaartlezer en chipkaartlezer van het Vx810 / SC 5000 pinpad zijn functioneel. De kaartlezers op de Vx570 zijn niet werkzaam. Indien u hier wel een kaart doorhaalt zal de display van de Vx570 aangeven: ‘PAS DOOR PINPAD DOORHALEN AUB’.
De Vx570 moet altijd van stroom worden voorzien door aansluiting van de externe voeding.
De telefoonaansluiting van de betaalautomaat moet altijd aangesloten zijn voor transacties met pinpassen en creditcards.
De dag moet “geopend” zijn om een transactie te kunnen verrichten.
Bedragen moeten worden ingetypt zonder komma. Een bedrag van € 7,49 typt u in als [7] [4] [9]. Bedragen van € 00,00 zijn niet toegestaan.
Per transactie geldt een limiet voor het bedrag. De maximum toegestane bedragen bij een transactie zijn per bank, creditcardmaatschappij of chipkaart verschillend en zijn aan wijzigingen onderhevig. Ze zijn daarom niet opgenomen in deze handleiding.
In de handleiding wordt gesproken over een <OK>, <STOP> en <CORR> toets. Deze toetsen hebben op de betaalautomaat een kleur. <OK> is groen, <STOP> is rood en <CORR> is geel.
Met de toets <CORR> kunt u de laatst ingevoerde regel corrigeren.
U kunt transacties onderbreken door op <STOP> te drukken. Op de display verschijnt dan het verkoopmenu, u kunt dan weer een nieuwe transactie verrichten. Wanneer de kaarthouder het bedrag heeft goedgekeurd met <OK>, is onderbreken niet meer mogelijk.
U laat de kaarthouder zelf de betaalkaart insteken in de chipkaartlezer of door de magneetkaartlezer halen. Chipkaarten kunnen maar op één manier ingevoerd worden:
Via de chipkaartlezer (kaart insteken aan de voorkant van het Vx810 / SC 5000 pinpad).
Betaalkaarten kunnen op twee manieren ingevoerd worden:
Via de chipkaartlezer (kaart insteken aan de voorkant van het Vx810 / SC 5000 pinpad)
Via de magneetkaartlezer (doorhalen aan de zijkant van het Vx810 pinpad / bovenkant van het XX 0000 pinpad)
Uw betaalautomaat kan detecteren of een betaalkaart voorzien is van een (EMV-)chip. De display zal u dan verzoeken de chipkaartlezer te gebruiken.
Het toetsenbord van uw Vx810 / SC 5000 pinpad is beschermd door een privacy shield. Dit zorgt ervoor dat de toetsen worden afgeschermd voor ongewenste inkijk. De kaarthouder voert zijn pincode in en beschermt met behulp van het privacy shield en zijn eigen hand de inkijk op de toetsencombinatie. Het is verboden het privacy shield te verwijderen.
Gebruik geen storende (antenne) apparatuur binnen 2 meter rond de betaalautomaat. Denk aan een draadloze handtelefoon met basisstation, een GSM telefoon of een deactiveerplaat van beveiligingslabels.
De ruimte waarin de betaalautomaat zich bevindt is van invloed. Denk hierbij aan de temperatuur en de luchtvochtigheid.
2.4 Bediening van de Vx570 en het Vx810 / SC 5000 pinpad
De betaalautomaat bestaat uit twee delen.
1. De Vx570 betaalautomaat. Dit is het kassiersgedeelte en wordt door u bediend.
2. Een Vx810 / SC 5000 pinpad. Deze is gekoppeld aan de Vx570. De kaarthouder steekt hier zijn betaalkaart in de chipkaartlezer of haalt deze door de magneetkaartlezer en toetst de pincode in.
Overzicht Vx570 betaalautomaat
Afbeelding van de Vx570 betaalautomaat
Let op: Voor uw gemak hebben we op de afbeelding de letters op de toetsen gezet. Voor enkele functies moet u namelijk met letters werken. In werkelijkheid ziet u deze letters niet staan. Met de Alpha toets activeert u de letters op de toets(en).
Overzicht VX810 pinpad
Overzicht SC 5000 pinpad
Menustructuur
De Vx570 is menugestuurd. Dat betekent dat de display u altijd informeert over wat u kunt doen.
De Vx570 geeft standaard het verkoopmenu weer.
Op de display vindt u maximaal 5 regels. Naast deze regels ziet u de functietoetsen [F1] tot en met [F4]. U gebruikt alleen de toetsen [F2] [F3] [F4]. De functietoets [F1] heeft geen actieve functie.
Onder de display vindt u vier paarse toetsen. Dit zijn schermgestuurde functietoetsen.
Behalve het verkoopmenu heeft de Vx570 ook nog een manager menu voor bijvoorbeeld databeheer van creditcard- en pintransacties. U start dit menu met de meest linker paarse (soft)toets, druk daarna op de functietoets naast de melding ‘MANAGER MENU’, toets het wachtwoord <99999> en druk op de <OK> toets voor bevestiging.
De bovenste regel op de display (regel boven de streep) is de naam van het menu waarin u zich bevindt. De onderstaande drie regels zijn de keuzemogelijkheden in dat menu.
U kunt een keuze maken door de functietoets achter de regel van uw keuze in te drukken. Dit wordt in deze handleiding aangegeven met < >.
Als er meer dan drie keuzemogelijkheden zijn, verschijnen er scroll pijltjes (zoals: ) op de onderste regel van de display. Met de paarse toetsen kunt u dan door de keuzemogelijkheden bladeren (scrollen).
Scrollen door menu's en lijsten
Indien de betaalautomaat een menu weergeeft, dan kunnen de volgende symbolen worden weergegeven:
. Deze symbolen staan boven de paarse toetsen.
De symbolen worden alleen weergegeven indien de functie relevant is. Als bijvoorbeeld de laatste regel bereikt is, verdwijnen de symbolen en . Het indrukken van de bijbehorende toetsen heeft in dit geval geen effect.
Voor meer informatie over displaysymbolen zie: Hoofdstuk 2.5
Stroomvoorziening
De stekker van de Vx570 moet altijd in de wandcontactdoos blijven om storingen te voorkomen.
De telefoonaansluiting van de apparatuur moet altijd aangesloten zijn voor transacties met pinpassen en creditcards.
Aan- en uitzetten
U kunt de Vx570 niet aan- of uitzetten. De betaalautomaat moet altijd van stroom voorzien zijn. De betaalautomaat staat dus automatisch aan.
Er zit dan ook geen aan- of uitknop op uw betaalautomaat.
Versiecontrole
De betaalautomaat neemt één keer per maand contact op met de hostcomputer van CCV voor een versiecontrole. Dit gebeurt automatisch in de nachturen. De software wordt dan gecontroleerd en indien nodig, wordt de automaat voorzien van de laatste softwareversie.
Om deze communicatie mogelijk te maken moet de telefoonaansluiting en de stekker van de externe voeding correct aangesloten zijn. Als dit niet het geval is, vindt de versiecontrole plaats zodra uw betaalautomaat externe voeding heeft.
Na een succesvolle versiecontrole wordt er een bon geprint met de tekst ‘CONFIGURATIE GESLAAGD’.
Printrol vervangen
Als tijdens het afdrukken van een transactiebon of een rapport het papier op raakt, krijgt u de volgende melding: ‘PAPIERSTORING VERVANG ROL’.
Als extra waarschuwing ziet u ook een groen knipperend ledlicht (rechts van de display).
Om de printrol te vervangen kunt u de volgende handelingen verrichten:
>Open de printkap door op de knop te drukken en verwijder de lege huls (zie figuur 1).
>Plaats de printrol op dezelfde manier zoals op figuur 2, anders wordt de tekst niet geprint.
>Sluit de printklep.
FIGUUR 1 FIGUUR 2
Indien uw printrol opraakt tijdens het printen van een bon, drukt u nadat u de nieuwe rol heeft geplaatst op <OK>. Uw betaalautomaat gaat nu verder met het afdrukken van de (transactie)bonnen. Niet volledig afgedrukte bonnen worden in zijn geheel automatisch opnieuw afgedrukt.
Manager wachtwoord wijzigen
In deze betaalautomaat is het manager menu beveiligd met een wachtwoord. Het standaard wachtwoord is <99999>. Dit manager wachtwoord kunt u wijzigen. Het wachtwoord heeft u nodig om in het manager menu te komen. Om het manager wachtwoord te wijzigen, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>CONFIGUREREN
>TERMINAL
>MANAGER WACHTWOORD
>Voer het nieuwe manager wachtwoord van 5 cijfers in en bevestig met de <OK> toets.
>Het wachtwoord is aangepast. Keer met de <STOP> toets terug naar het beginscherm.
Betaalautomaatcode opzoeken
Als u de betaalautomaatcode(s) nodig heeft voor administratieve doeleinden, bijvoorbeeld het aanvragen van creditcards, kunt u deze opzoeken in uw betaalautomaat.
Met onderstaande handelingen ziet u uw betaalautomaatcodes in de display :
Kies:
>[MENU]
>DISPLAY INFO
>CTAP
2.5 Displaysymbolen
Symbool Functie Betekenis
Menu Met deze toets opent u het hoofdmenu.
Dag openen Dit symbool geeft aan dat de betaalautomaat nog niet gereed is om transacties te verwerken. Hiervoor moet eerst de dagopening worden opgestart. Druk de toets in die onder dit symbool staat om de dag te openen.
Dag afsluiten Dit symbool geeft aan dat de dag geopend is. Druk de toets in die onder dit symbool staat. Nu wordt de dag afgesloten en de eindrapporten worden afgedrukt.
Kopiebon Met de toets onder dit symbool kunt u tot vijf minuten na de transactie een kopie van de laatste transactie afdrukken.
Verwijzing Deze pijl verwijst naar de toets die ingedrukt moet worden om een functionaliteit te selecteren.
Scroll pijl Dit symbool verschijnt wanneer het menu meer opties heeft dan er op de display worden getoond. Door op de toets onder dit symbool te drukken worden de bovenste opties van het menu getoond.
Scroll pijl Dit symbool verschijnt wanneer het menu meer opties heeft dan er op de display worden getoond. Door op de toets onder dit symbool te drukken wordt de optie boven de huidige opties getoond.
Scroll pijl Dit symbool verschijnt wanneer het menu meer opties heeft dan er op de display worden getoond. Door op de toets onder dit symbool te drukken wordt de optie onder de huidige opties getoond.
Scroll pijl Dit symbool verschijnt wanneer het menu meer opties heeft dan er op de display worden getoond. Door op de toets onder dit symbool te drukken worden de onderste opties van het menu getoond.
Symbool Betekenis
Dit symbool wordt getoond als de kaarthouder een chipkaart in de lezer gestoken heeft of een magneetkaart door de lezer gehaald heeft vóórdat de medewerker een transactie gestart heeft.
Dit symbool wordt getoond als er niet binnen 30 seconden, nadat een
kaart gelezen is, een transactie wordt gestart. De kaart moet opnieuw worden ingevoerd om de transactie te doen.
Dit symbool wordt getoond als de kaarthouder de pas in de chipkaartlezer heeft gestoken. De kaart moet dan door de magneetkaartlezer worden gehaald.
Dit symbool wordt getoond als de kaarthouder de pas door de magneetkaartlezer heeft gehaald. De kaart moet dan in de chipkaartlezer worden gestoken.
Dit symbool wordt getoond als de kaarthouder de pas moet verwijderen uit de chipkaartlezer.
2.6 Communicatie-instellingen
Communicatietype wijzigen: (PSTN naar ADSL of andersom)
In onderstaande instructie is beschreven hoe u de communicatie van uw Vx570 betaalautomaat kunt aanpassen van een analoge telefoonverbinding (PSTN) naar een door Currence gecertificeerde Ethernet verbinding (zakelijk ADSL met pinabonnement) of omgekeerd. Raadpleeg bij uw provider of uw Ethernet verbinding is gecertificeerd door Currence.
Wilt u overstappen van een gecertificeerde Ethernet verbinding naar een niet-gecertificeerde Ethernet verbinding of omgekeerd? Dan kunt u contact opnemen met het CCV Service Center.
Ook voor de overstap van een analoge telefoonverbinding naar een niet-gecertificeerde Ethernet verbinding kunt u contact opnemen met het CCV Service Center
Stap 1. Installatievoorziening controleren
Controleer voordat u het communicatietype van uw Vx570 betaalautomaat wijzigt eerst of u een werkende verbinding heeft.
Zorg dat de dataverbinding (PSTN of Ethernet) is aangesloten op de daarbij behorende aansluiting in de betaalautomaat. Vervolgens kunt u het door u gewenste communicatietype van de betaalautomaat instellen.
Stap 2. Modem instellen
Om het communicatietype van uw VX570 betaalautomaat aan te passen, kunt u de onderstaande handelingen verrichten. Hebt u bepaalde keuzemogelijkheden niet in het menu van uw betaalautomaat, dan heeft uw betaalautomaat een oudere softwareversie. Neem in dat geval contact op met het CCV Service Center.
:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>CONFIGUREREN
>TERMINAL
>COMMUNICATIE
>SELECTEER MODEM
>PSTN of ETHERNET (afhankelijk van het communicatietype dat u wilt instellen). Vervolgens verschijnt de melding ‘MODEM SELECTIE OK’ en vervolgens gaat u automatisch terug naar het menu ‘COMMUNICATIE’
>STOP (druk meermaals op STOP tot u in het beginscherm bent)
De VX570 betaalautomaat start nu een sessie. Tijdens deze sessie worden de benodigde instellingen voor het door u ingestelde communicatietype geladen in uw betaalautomaat.
Tip: Xxx zelf een testtransactie van bijvoorbeeld 0,01 cent, om te kijken of de nieuwe verbinding werkt.
Analoge telefoonverbinding (PSTN): voorloopcijfer invoeren
Bij een betaalautomaat die communiceert via PSTN zijn er twee mogelijkheden wat betreft de aansluiting:
1. Rechtstreeks op een analoge verbinding.
2. Via een telefooncentrale of een quatrovox. Hierbij komt het voor dat bij externe communicatie eerst een voorloopcijfer (bijvoorbeeld 0) ingetoetst moet worden. Om het voorloopcijfer in de betaalautomaat in te voeren, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>CONFIGUREREN
>TERMINAL
>COMMUNICATIE
>INBELOPTIES
>NUMMER PREFIX
>Selecteer het voor u geschikte voorloopcijfer, of voer deze zelf in via OVERIGE
>Bevestig met de <OK> toets
>De betaalautomaat geeft aan: Prefix ingesteld.
Vaste IP-adressen invoeren
Uw betaalautomaat kan ook met een vast IP-adres werken. Om een IP-adres in de betaalautomaat te programmeren, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>CONFIGUREREN
>TERMINAL
>COMMUNICATIE
>TCP/IP
>VAST IP ADRES
>Voer bij TERMINAL IP ADRES, SUBNET MASK en GATEWAY de desbetreffende gegevens in. Bijvoorbeeld bij TERMINAL IP ADRES: 194.168.10.44. De punt krijgt u door de 1 in te toetsen, gevolgd door drie maal de kleine grijze Alpha toets (deze toets kunt u vinden tussen de paarse toetsen).
Modem resetten naar dynamisch IP-adres
Indien uw betaalautomaat niet met een vast IP-adres werkt en u hebt een vast IP-adres geprogrammeerd in de betaalautomaat, dan kunt u deze resetten door de onderstaande handelingen te verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>CONFIGUREREN
>TERMINAL
>COMMUNICATIE
>TCP/IP
>RESET ALLES (DHCP)
>STOP (druk meermaals op STOP tot u in het beginscherm bent)
3. DAG OPENEN EN AFSLUITEN
3.1 De dag openen en afsluiten
Bij de dagopening worden de ondersteunende opties geactiveerd en de nieuwe dagperiode wordt geopend. De dagopening en sluiting wordt voorafgegaan door invoer van het manager wachtwoord <99999>.
Dagopening
Toets < >, vervolgens wachtwoord <99999>, bevestig met <OK>. De dag is nu geopend.
Dagafsluiting
Aan het einde van de dag kunt u de dag afsluiten. De totaalgegevens worden administratief verwerkt en hiervan wordt een bon geprint.
Toets < >, vervolgens wachtwoord <99999>, bevestig met <OK>. De dag wordt afgesloten en de betaalautomaat print de volgende financiële rapporten:
Een rapport met einde diensttotalen. Een rapport met de dagtotalen.
Alle kopie transactiebonnen.
Tijdens het afdrukken kan de printrol opraken. Vervang de printrol en de betaalautomaat print de dagafsluiting helemaal opnieuw.
Voor meer informatie over financiële rapporten zie: Hoofdstuk 5
3.2 Medewerkers aan- en afmelden
Als de betaalautomaat is geprogrammeerd om te werken met medewerkernummers, moeten de betreffende werknemers eerst een dienst openen om een transactie te kunnen verrichten.
Kies:
>[MENU]
>MEDEWERKER MENU
>VOER MEDEWERKERNUMMER IN, gevolgd door <OK>
>START DIENST of EINDE DIENST
Voor meer informatie over medewerkernummers zie: Hoofdstuk 6
4. TRANSACTIES
4.1 Chipkaartlezer of magneetkaartlezer gebruiken?
Chipkaarten (met EMV-chip) moeten in de chipkaartlezer worden gestoken
Let op: Als dit onbekend is en de EMV-kaart wordt toch door de magneetkaartlezer gehaald, dan staat er in de display <CHIPKAART LEZEN>. De kaart kan in de chipkaartlezer worden gestoken en de transactie wordt voortgezet.
Betaalkaarten zonder (EMV-)chip moeten door de magneetkaartlezer worden gehaald. Deze situatie zal zich in de toekomst steeds minder voordoen.
4.2 Uitvoeren van een transactie
De transactie gaat als volgt:
Kies voor <BETALING>
Indien geactiveerd: toets medewerkernummer gevolgd door <OK>
Voer het bedrag in, gevolgd door <OK>. In uw display staat nu [KAART LEZEN]
Let op: De kaarthouder kan de kaart al in de chipkaartlezer steken terwijl u het bedrag nog invoert. In de display van de kaarthouder staat dan: [EVEN GEDULD AUB] en het symbool . Druk op de functietoets onder dit symbool om de taal te veranderen (Xxxxxx, Xxxxx of Duits).
In de display van de kaarthouder staat: [UW PAS AUB] Laat de kaarthouder zelf de pas in de chipkaartlezer steken.
Doorgaans zal de kaarthouder direct het bedrag kunnen accorderen met de pincode en <OK> (situatie A). Het kan echter voorkomen dat de kaarthouder eerst een betaalmerk moet kiezen (situatie B).
Mogelijke displaymelding: | Handeling voor kaarthouder: |
Situatie A | |
TOT 73,65 € UW PIN AUB +OK PIN | De kaarthouder ziet direct het bedrag en toetst de pincode in en vervolgens <OK>. |
Situatie B | |
MAESTRO OK? CORR=ANDERS | De kaarthouder dient eerst het betaalmerk te accorderen met <OK>. Om een ander betaalmerk te selecteren waarmee de transactie wordt verwerkt, dient de kaarthouder op de <CORR> toets te drukken. |
KIES BETAALWIJZE 1 = MAESTRO 2 = CHIPKNIP 9 = MEER | De kaarthouder toetst het getal in dat overeenkomt met de gewenste keuze. De keuzemogelijkheden die worden weergegeven zijn afhankelijk van: de betaalmerken die op de kaart van de kaarthouder staan; de betaalmerken die u accepteert. |
TOT 73,65 € UW PIN AUB +OK PIN | De kaarthouder ziet direct het bedrag en toetst de pincode in en vervolgens <OK>. |
Als de transactie is gelukt, ziet de kaarthouder in de display: [TOT 73,65 € GESLAAGD] en u ziet in uw display: [TRANSACTIE AKKOORD].
De betaalautomaat print nu standaard één bon voor de kaarthouder, de kopiebon wordt geprint bij de dagafsluiting.
Bij creditcards zonder chip (kaarthouder hoeft geen pincode in te toetsten), wordt automatisch een kopiebon geprint direct na de transactie. Deze moet u laten ondertekenen en bewaren voor uw administratie.
Geluidssignalen bij het uitvoeren van transacties
Voor transacties zijn er verschillende signalen op de betaalautomaat. Hieronder een overzicht van de signalen:
Indrukken van een toets: één kort signaal Geslaagde handeling, bijvoorbeeld een transactie: drie korte signalen Mislukte handeling, bijvoorbeeld een verkeerde pincode: één lang signaal
4.3 Werken met referentiecodes
Uw betaalautomaat kan worden uitgerust met de functie ‘referentiecodes’. Als u dit wilt aanpassen, neemt u contact op met het CCV Service Center.
Wat zijn referentiecodes?
Als u met referentiecodes werkt, zal uw betaalautomaat bij elke transactie om een referentiecode vragen.
In de display komt dan ‘REFERENTIE’ te staan voordat u het bedrag invoert.
U kiest zelf bij elke transactie welk referentienummer u toekent. Dit kan bijvoorbeeld een factuurnummer zijn of een tafelnummer (horeca). Dit nummer komt op de transactiebon te staan.
Het nummer mag uit maximaal 20 tekens bestaan.
Het is mogelijk geen referentiecode in te voeren. U drukt dan op <OK> zonder eerst data in te voeren.
Kies:
>BETALING
>In de display staat: ‘REFERENTIE’.
>Voer de referentiecode in en toets <OK>.
>De betaling verloopt vanaf nu weer exact hetzelfde als bij een pintransactie.
4.4 Speciale creditcardtransacties
Handmatig een creditcardtransactie invoeren
Bij creditcards is het mogelijk om een transactie te doen, zonder dat de kaart aanwezig is. Dit noemen we een handmatige transactie. Hierbij wordt het kaartnummer en de vervaldatum ingevoerd. Dit wordt niet altijd ondersteund door de acquirer of de verwerkende host. De display geeft dan aan ‘TRANSACTIE WORDT NIET ONDERSTEUND’. Raadpleeg uw acquirer of deze functie wordt ondersteund. Een handmatige transactie gaat als volgt:
De kaarthouder hoeft bij dit type transactie geen handelingen te verrichten op het VX810 / SC 5000 pinpad.
Display Vx570 | Actie |
BETALING ANDERE TRANSACTIE | Kies BETALING |
BEDRAG 0,00 € | Voer bedrag in, gevolgd door <OK> |
KAART LEZEN | Kies voor handmatige invoer |
PAN + [OK] | Voer kaartnummer in, gevolgd door <OK> |
VERVAL DATUM + [OK] | Voer vervaldatum in, gevolgd door <OK> |
VALIDATIE CODE 2 | Voer de CVC2 code in, deze 3-cijferige code staat meestal op de achterkant van de kaart. Staat deze er niet op, druk <OK> |
IN BEHANDELING EVEN GEDULD AUB | Druk op het klantgedeelte op <OK> voor het ingevoerde bedrag. |
TRANSACTIE AKKOORD |
Fooi koppelen aan een creditcardtransactie
Aan een creditcardtransactie kan een fooibedrag worden gekoppeld. Dit is echter alleen mogelijk indien uw acquirer dit toelaat. Doorgaans is dit gekoppeld aan bedrijfsactiviteiten waarbij fooi gebruikelijk is. Het fooibedrag kan maximaal een percentage zijn van het totaalbedrag. Dit percentage wordt bepaald door de acquirer. Bij een hoger fooibedrag wordt de transactie geweigerd. Een creditcardtransactie met fooi, gaat als volgt:
Display Vx570 | Display VX810 / SC 5000 | Actie |
BETALING ANDERE TRANSACTIE | UW PAS AUB | Kies BETALING, of de kaarthouder steekt de pas in de chipkaartlezer of haalt deze door de magneetkaartlezer. |
BEDRAG 0,00 € | EVEN GEDULD AUB, UW PIN AUB | Voer bedrag in, gevolgd door <OK>. Kaarthouder toets pincode in, gevolgd door <OK>. |
IN BEHANDELING | BEDRAG 100,00 € FOOI 0,00 € | Indien de kaarthouder een fooibedrag wil toevoegen, kan hij dit zelf doen door het fooibedrag met de cijfertoetsen van het pinpad in te vullen, gevolgd door <OK>. |
TRANSACTIE AKKOORD | U HEEFT BETAALD, TOT ZIENS |
4.5 Diverse transactietypen
De betaalautomaat ondersteunt meerdere transactietypen. Deze typen worden echter niet door alle kaarten ondersteund. Zowel de acquirer als de kaart van de consument bepaalt welke transactietypen worden ondersteund. De volgende transacties zijn mogelijk:
Onderstaande transacties benadert u door vanuit het beginscherm voor <ANDERE TRX > te kiezen. | |
Annulering Cancellation | Dit is een transactie waarbij een eerder uitgevoerde transactie of reservering wordt teruggedraaid. |
Geldopname Cash advance | Dit is een transactie waarbij met een creditcard geld wordt opgenomen bij een verkooppunt. |
Autorisatie Reservation | Dit is een handeling waarbij u garantie vraagt tot een bepaald bedrag binnen een bepaalde tijd. Dit wordt ook wel reservering genoemd. Uw betaalautomaat print een bon met een autorisatienummer. Let op: Er heeft nog geen transactie plaatsgevonden. |
Betaling na autorisatie Sale after reservation | Dit is een verkooptransactie die verwijst naar de eerder gedane autorisatie. U voert nu het autorisatienummer in en de transactie kan daadwerkelijk plaatsvinden. |
Teruggave Refund | De goederen worden retourgenomen en de kaarthouder krijgt het bedrag via de kaart teruggestort op de rekening. |
Betaling na referentie | Dit is een transactie waarbij een autorisatiecode moet worden ingegeven die is verkregen via telefonische autorisatie. |
Geldopname na referentie | Dit is een transactie waarbij geld wordt opgenomen met een kaart waarvoor eerst een telefonische autorisatie plaatsvindt. |
Kaart Kontrole | Hierbij wordt bij de kaartuitgever gecontroleerd of de betreffende kaart geldig is. |
De genoemde transacties zijn dus niet altijd zichtbaar in de display. Als ze wel zichtbaar zijn is het gebruik ervan ook nog afhankelijk van de kaart waarmee de kaarthouder wil betalen.
5. FINANCIËLE RAPPORTEN
5.1 Rapporten en dagperiodes Rapporten
In het manager menu van de betaalautomaat kunt u meerdere rapporten afdrukken.
De betaalautomaat maakt verschil tussen financiële rapporten en parameter rapporten. De financiële rapporten zijn rapportages die u nodig heeft voor uw administratie. Parameter rapporten zijn een overzicht van bijvoorbeeld: instellingen, softwareversies, etc.
Dagperiodes
Om transacties te kunnen accepteren begint u de dag door een dagopening op te starten.
De betaalautomaat opent een nieuwe periode die wordt afgesloten bij de dagafsluiting. Elke periode wordt genummerd. Vanaf de dagopening registreert de betaalautomaat elke transactie zodat er bij de dagafsluiting een rapport met alle transacties van deze periode wordt afgedrukt.
5.2 Financiële rapporten afdrukken met dagafsluiting
Bij de dagafsluiting worden onderstaande rapporten achtereenvolgens automatisch geprint:
Naam rapport | Omschrijving van soort rapport |
1. Dienstrapport / Einde diensttotalen (Wordt alleen uitgedraaid indien de functie medewerkerdienst is geprogrammeerd) | Hierop staan alle dagtotalen per medewerker. Medewerkers worden tevens automatisch afgemeld. |
2. Totalenrapport / Eindtotalen | Dagtotaal betaalautomaat, dagtotaal per transactietype, dagtotaal per kaartsoort (bijvoorbeeld bank of Visa). |
3. Transactiejournaal / E-Journaal | Bij de dagafsluiting print de betaalautomaat automatisch alle kopiebonnen achter elkaar. |
Voor meer informatie en de instructie om de dag af te sluiten zie: Hoofdstuk 3.1
5.3 Financiële rapporten afdrukken zonder dagafsluiting
Het is mogelijk om ook zonder dagafsluiting een aantal financiële rapporten af te drukken. De belangrijkste rapporten staan hieronder beschreven.
Dienstrapport: tussentotalen
Wanneer u tussentijds de dagtotalen van één specifieke medewerker sinds de dagopening wilt printen, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MEDEWERKER MENU
>Voer MEDEWERKERNUMMER in, gevolgd door <OK>
>TUSSENTOTALEN
Voor meer informatie over het werken met medewerkernummers zie: Hoofdstuk 6
Totalenrapport: tussentotalen
Wanneer u tussentijds een overzicht van alle transacties sinds de dagopening wilt printen, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>RAPPORTEN
>TERMINAL
>FINANCIEEL
>HUIDIGE PERIODE
>ALGEMEEN
Als u aan het eind van de dag een ‘dagafsluiting’ doet, print de betaalautomaat ook dit rapport. U kunt ook alleen de totalen printen per acquirer (bijvoorbeeld CCVPay of Equens).
E-Journaal: tussendoor afdrukken
Het E-journaal is een functie waarbij de kopiebonnen van een transactie in het geheugen worden opgeslagen. Bij de dagafsluiting wordt het E-journaal geprint.
Xxxx onderstaande punten goed door bij het tussendoor afdrukken van het E-Journaal.
U geeft nu de opdracht alle kopiebonnen vanaf het moment van de dagopening te printen. Deze uitdraai wordt dan niet meer geprint op het einde van de dag bij de dagafsluiting.
Bewaar dus het E-Journaal als u deze tussendoor print.
Om het E-journaal tussendoor te printen, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>RAPPORTEN
>TERMINAL
>FINANCIEEL
>E-JOURNAAL
Voor meer informatie over het E-Journaal zie: Hoofdstuk 7
6. WERKEN MET MEDEWERKERNUMMERS EN MEDEWERKERDIENSTEN
Uw betaalautomaat kan uitgerust zijn met de functie ‘medewerkernummers’ en de functie ‘medewerkerdiensten’. Als u wilt werken met deze functies of juist niet, kunt u contact opnemen met het CCV Service Center. Als u met beide functies wilt werken betekent dit het volgende:
Een medewerker moet eerst een dienst openen op de betaalautomaat om te kunnen werken. Er kunnen dus meerdere diensten tegelijk geopend worden.
Bij elke transactie moet een medewerker zijn persoonlijk nummer invoeren. Zijn naam wordt onder andere op elke transactiebon geprint.
In de financiële rapportage van de dagafsluiting krijgt u per medewerker een totaaloverzicht van de uitgevoerde transacties te zien.
Tussendoor of na een dienst kan een medewerker een persoonlijk financieel rapport afdrukken.
6.1 Medewerkers toevoegen
Als u wilt werken met medewerkerdiensten moet u eerst medewerkernummers toevoegen.
Als u medewerkers gaat toevoegen, kan dat het beste zoveel mogelijk in één keer worden gedaan (max. 150). Nadat u alle medewerkers heeft toegevoegd, keert u terug naar het beginscherm door een aantal keer op
<STOP> te drukken.
Om een medewerker toe te voegen, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>CONFIGUREREN
>TERMINAL
>Scroll met naar MEDEWERKERS
>Kies voor TOEVOEGEN
>Voer het gewenste medewerkernummer in (max. 6 posities) en bevestig met <OK>
>Voer nu de naam in van de medewerker (max. 16 posities) en bevestig met <OK>
6.2 Namen invoeren met behulp van de ALPHA toets
Aangezien u niet dagelijks met letters hoeft te werken, moet u enkele handelingen verrichten om de cijfers om te zetten in letters.
Op de toetsen ziet u alleen cijfers staan.
‘Onder’ de cijfertoetsen zijn letters en leestekens geprogrammeerd (net als bij het versturen van een SMS op uw mobiele telefoon).
De functietoets om letters en leestekens te programmeren is de ALPHA toets.
De ALPHA toets is de kleine toets in het midden, boven de toets met het cijfer 2 en tussen de paarse toetsen in.
Afhankelijk van de gewenste letter / leesteken, moet de Alpha toets een aantal keer worden ingedrukt.
Schema om cijfers om te zetten in letters
Overzicht in een schema | Overzicht in figuur | |
1 = | QZ | |
2 = | ABC | |
3 = | DEF | |
4 = | GHI | |
5 = | JKL | |
6 = | MNO | |
7 = | PRS | |
8 = | TUV | |
9 = | WXY | |
0 = | Spatie / + / - | |
* = | Leestekens | |
# = | Leestekens |
Bijvoorbeeld, u wilt het woord ‘pin’ programmeren:
Toets 7, toets daarna 1x alpha = p Toets 4, toets daarna 3x alpha = i Toets 6, toets daarna 2x alpha = n
6.3 Medewerkers verwijderen
Het verwijderen van medewerkers kan alleen als de dienst van de betreffende medewerker is afgesloten. Dit om te voorkomen dat er diensttotalen verloren gaan. Wanneer een medewerker wordt verwijderd, worden de bijbehorende (historische) diensttotalen gewist.
Om een medewerker te verwijderen, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>CONFIGUREREN
>TERMINAL
>Scroll met naar MEDEWERKERS
>Kies voor VERWIJDEREN
>Kies voor 1M.B.V. NUMMER of M.B.V. NAAM
>Toets het nummer of de naam, welke verwijderd wordt. Bevestig dit met <OK>.
1 In de display staat: ‘M.B.V. NUMMER’ dit is een afkorting voor: ‘Met behulp van nummer’.
6.4 Medewerkers aanpassen
Het aanpassen van medewerkers kan alleen als de dienst van de betreffende medewerker is afgesloten. Dit om te voorkomen dat er diensttotalen verloren gaan. Wanneer een medewerker wordt aangepast, worden de bijbehorende (historische) diensttotalen gewist.
Om een medewerker aan te passen, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>CONFIGUREREN
>TERMINAL
>Scroll met naar MEDEWERKERS
>Kies voor AANPASSEN
>Kies voor M.B.V. NUMMER of M.B.V. NAAM
>Toets het nummer of de naam, welke aangepast wordt.
>Het medewerkernummer wordt gecorrigeerd door de toets <CORR>. Toets het juiste nummer in en bevestig met
<OK>. Dit geldt ook voor het wijzigen van de medewerkernaam.
6.5 Rapport medewerkers
Als alle gewenste medewerkers zijn ingevoerd, is het raadzaam een rapport te printen van de ingevoerde gegevens.
Om een overzicht te printen van de zowel actieve als niet actieve medewerker(s)-nummers, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>RAPPORTEN
>TERMINAL
>PARAMETERS
>MEDEWERKERS
>Het medewerker rapport wordt geprint.
6.6 Medewerkerdienst openen en sluiten
De medewerker opent een dienst aan het begin van de werkdag. Vervolgens kunnen er transacties plaatsvinden. Aan het einde van de werkdag sluit de medewerker de dienst af. Als de medewerker de dienst niet handmatig afmeld, wordt deze automatisch afgemeld met de dagafsluiting.
Om een dienst te openen of te beëindigen, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MEDEWERKER MENU
>Voer medewerkernummer in, gevolgd door <OK>
>START DIENST of EINDE DIENST
7. HET E-JOURNAAL
Uw betaalautomaat heeft standaard de functie E-Journaal aanstaan. Hierdoor print de betaalautomaat standaard nog maar één bon in plaats van twee bonnen. De tweede bon (kopiebon) wordt nu tijdelijk opgeslagen in de betaalautomaat. Bij de dagafsluiting print de betaalautomaat automatisch alle kopiebonnen achter elkaar. Dit noemen we het E-Journaal. Bij creditcards zonder chip (kaarthouder hoeft dus geen pincode in te toetsen), wordt wel automatisch een kopiebon geprint, direct na de transactie. Deze moet u laten ondertekenen en bewaren voor uw administratie.
7.1 E-Journaal uitzetten
U kunt zelf het E-Journaal uitzetten, zodat u weer standaard bij elke transactie (met uitzondering van de Chipkniptransactie) direct een kopiebon krijgt.
Om het E-Journaal uit te zetten, kunt u de volgende handelingen verrichten:
STAP 1
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>CONFIGUREREN
>TERMINAL
>E-JOURNAAL
>MAX AANTAL TRX
>Druk op <CORR>
>Voer het cijfer <0> in
>Bevestig met <OK> en lees de melding in de display. De melding wordt een paar seconden weergegeven.
Als de display aangeeft: ‘AANPASSEN E-JOURNAAL GELUKT’ heeft u de functie E-Journaal
uitgeschakeld. Bij het horen van een waarschuwingssignaal en de displayvermelding: ‘E-JOURNAAL NIET LEEG / EERST WISSEN OF AFDRUKKEN’ dient eerst het E-journaal afgedrukt te worden.
Om het E-journaal af te drukken, kunt u onderstaande handelingen verrichten:
STAP 2
Kies:
>Ga terug naar het beginscherm met de <STOP> toets
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>RAPPORTEN
>TERMINAL
>FINANCIEEL
>E-JOURNAAL
>Het E-Journaal wordt geprint, druk na het printen op <STOP>
>In de display staat nu “E-JOURNAAL IS LEEG GEMAAKT”
>Herhaal nu STAP 1
Na het afdrukken van het E-journaal kunt u kiezen voor <OK> of <STOP> om het E-journaal wel of niet nogmaals af te drukken. De betaalautomaat geeft de keuze ook bij een dagafsluiting voor het printen van het E-journaal.
Tijdens het afdrukken kan de printrol opraken. De betaalautomaat print na het vervangen van de printrol alleen het deel dat nog niet is geprint.
7.2 E-journaal aanzetten
Naast het uitzetten bestaat ook de mogelijkheid het E-journaal aan te zetten. Om het E-journaal aan te zetten, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>CONFIGUREREN
>TERMINAL
>E-JOURNAAL
>MAX AANTAL TRX
>Druk op <CORR>
>Vul <500> in en bevestig met <OK>
>DREMPEL BIJNA VOL
>Druk op <CORR>
>Vul <450> in en bevestig met <OK>
Als de display aangeeft: ‘AANPASSEN E-JOURNAAL GELUKT’ heeft u de functie E-Journaal aangezet.
8. FUNCTIONALITEITEN DIE NIET MEER ACTIEF WORDEN AANGEBODEN
Heeft u uw Vx570 betaalautomaat en Vx810/SC 5000 pinpad al geruime tijd in bezit, dan kunt u de functionaliteiten die in dit hoofdstuk beschreven worden, tegenkomen op uw betaalautomaat. Deze functionaliteiten worden echter niet langer actief aangeboden door CCV aan nieuwe klanten of bij nieuw leveringen aan bestaande klanten.
8.1 Chipknip
Een Chipkniptransactie is een offline transactie. Dit wil zeggen dat de transactie wordt opgeslagen in de betaalautomaat en met een collectie wordt verstuurd aan Equens. Bij Equens worden de transacties verwerkt en het totaalbedrag van deze collectie wordt op uw rekening gestort.
Transactie met Chipknip
Een Chipkniptransactie heeft twee verschillen ten opzichte van een pintransactie:
Er wordt na het insteken van de kaart geen pincode gevraagd. De kaarthouder hoeft alleen het bedrag goed te keuren met <OK>.
Er wordt geen bon geprint. Door op de functietoets onder het displaysymbool te toetsen, kunt u desgewenst een bon afdrukken van de laatste transactie.
Financieel rapport Chipknip
Een Chipkniptransactie is een offline handeling, die wordt opgeslagen in de betaalautomaat.
De betaalautomaat verstuurt automatisch om de twee weken op een vastgesteld tijdstip (in de nachturen) alle Chipkniptransacties naar Equens. Het versturen van de Chipkniptransacties heet ‘collectie verzenden’.
Om het verzenden van een collectie mogelijk te maken, moet de betaalautomaat van stroom zijn voorzien door de externe voeding. Als dit niet het geval is, vindt de collectie plaats na de eerstvolgende keer dat de betaalautomaat van stroom wordt voorzien.
Uw betaalautomaat print altijd een ‘CHIPKNIP COLLECTIE RAPPORT’ na het verzenden van een collectie.
Collectie handmatig versturen
U kunt een Chipknipcollectie forceren door deze handmatig te versturen.
Om een collectie handmatig te versturen, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> + <OK>
>FUNCTIES
>CHIPKNIP
>COLLECTIE NU
Bekijken van de laatste 10 collecties
Om de laatste collecties te bekijken, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> + <OK>
>RAPPORTEN
>CHIPKNIP
>FINANCIEEL
>LAATSTE 10 COLL
De betaalautomaat print een overzicht met het totaal sinds de laatst verzonden collectie, een overzicht van de laatste tien collecties en de laatste mislukte collectie.
Bekijken van de laatste 2 transacties
Om de laatste twee Chipkniptransacties te bekijken, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> + <OK>
>RAPPORTEN
>CHIPKNIP
>FINANCIEEL
>LAATSTE 2 TRX
Er wordt een bon met de laatste twee Chipkniptransacties afgedrukt.
9. TOEVOEGEN, WIJZIGEN EN VERWIJDEREN VAN KAARTEN (BRANDS)
Acquirer
Als u creditcards wilt accepteren, sluit u hiervoor een contract af met een acquirer. De acquirer is de partij die het mogelijk maakt om creditcard en/of pintransacties te accepteren op uw betaalautomaat. U kunt ervoor kiezen om een contract af te sluiten met meerdere acquirers. Zo kunt u overschakelen naar een acquirer met een lager tarief dan uw huidige acquirer. Er kan slechts één acquirer per kaart actief staan. Overschakelen naar een andere acquirer kan op de door u gewenste momenten. Dit doet u door een bepaalde kaartsoort (bijvoorbeeld MasterCard) te koppelen aan de gewenste acquirer. De gegevens van alle acquirers, waar u een contract mee heeft, staan in de betaalautomaat.
Om kaarten te kunnen toevoegen, wijzigen of verwijderen, heeft u drie functies:
1. Kaart toevoegen, ofwel koppelen aan de gewenste acquirer.
2. Kaart verwijderen, ofwel loskoppelen van de gewenste acquirer.
3. Wijzigen van het merchant ID (aansluitnummer).
U kunt een reeds gekoppelde kaart opnieuw koppelen aan een andere acquirer. De ‘oude’ acquirer is dan niet meer zichtbaar, maar blijft nog wel aanwezig in de automaat. U heeft immers een contract (Merchant ID) met deze acquirer.
9.1 Noodzakelijke gegevens om kaartwijzigingen door te voeren.
Voordat u van start gaat met de te verrichten handelingen, heeft u een aantal gegevens nodig:
Het aansluitnummer van de te activeren/wijzigen kaart(en). Dit wordt ook wel Merchant ID genoemd;
U moet weten wie de acquirer (host) wordt, die de transacties voor u gaat verwerken (CCV, Equens of Atos Worldline).
Zijn één of meerdere gegevens niet bij u bekend, neem dan contact op met uw acquirer (bijvoorbeeld de bank of een creditcardmaatschappij) om deze gegevens alsnog te achterhalen. Zonder deze gegevens is het niet mogelijk om de handelingen op uw betaalautomaat uit te voeren. Vragen over het wel of niet actief zijn van een betaalkaart en vragen over transacties, kunt u stellen bij de betreffende maatschappij.
Let op: Wanneer bij het uitvoeren van de beschreven handelingen een onjuiste handeling wordt gedaan, is het mogelijk dat bepaalde kaartrelaties niet meer werken. Het wijzigen van het Merchant ID op uw betaalautomaat gebeurt geheel op eigen risico.
9.2 Nieuwe kaartsoort toevoegen
Om een kaart toe te voegen, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>CONFIGUREREN
>CTAP
>AANPASSEN RELATIES
>Selecteer de acquirer (CCV, Equens of Atos Worldline) waarbij de kaart moet worden toegevoegd (informeer bij uw bank of creditcardmaatschappij)
>KAART TOEVOEGEN
>Selecteer de kaart die u wilt activeren op uw betaalautomaat. Alle mogelijke kaarten die worden ondersteund door de betreffende acquirer worden in de display getoond.
>Let op: Indien u de volgende melding krijgt: ‘KAART HEEFT AL EEN RELATIE MET: <Acquirer naam> (CCV/Equens/Atos Worldline). VERBREEK RELATIE J/N’ druk dan alleen op <OK> als u de wijziging wilt doorvoeren. Uw kaart staat namelijk al gekoppeld aan een andere acquirer.
>Druk op de <CORR> toets.
>Voer het aansluitnummer in dat u heeft verkregen van uw creditcardmaatschappij of bank. Druk op <OK>.
>Druk een aantal keer op de <STOP> toets. U bent terug in het beginscherm.
>Bij een succesvolle uitvoering van deze actie wordt een bon geprint met daarop de volgende melding: ACQUIRER PARAMETER SESSIE GESLAAGD’.
Wanneer deze sessie niet lukt, is er mogelijk een fout gemaakt bij de invoer van het Merchant ID of is deze (nog) niet bekend bij de host (CCV, Equens of Atos Worldline). Informeer altijd eerst bij uw acquirer of het Merchant ID reeds actief is.
9.3 Kaartsoort verwijderen
In de betaalautomaat kunt u een kaart verwijderen. Na verwijdering van een kaart accepteert de betaalautomaat de desbetreffende kaart niet meer. Om de kaart weer te accepteren, dient de kaart toegevoegd te worden.
Om een kaart te verwijderen, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>CONFIGUREREN
>CTAP
>AANPASSEN RELATIES
>Selecteer de acquirer waarbij de kaart moet worden verwijderd (CCV, Equens of Atos Worldline)
>KAART VERWIJDEREN
>Selecteer de te verwijderen kaart
>Xxxx een aantal keer op <STOP> om terug te keren naar het beginscherm. Uw betaalautomaat belt nu automatisch uit om de wijzigingen door te voeren.
>Bij een succesvolle uitvoering van deze actie wordt een bon geprint met daarop de volgende melding: ACQUIRER PARAMETER SESSIE GESLAAGD’.
Wanneer op de bon “ ACQUIRER PARAMETER SESSIE MISLUKT” staat, verzoeken wij u contact op te nemen met het CCV Service Center.
9.4 Wijzigen van het merchant ID
Mocht u overstappen van creditcardmaatschappij of bank, maar u blijft bij dezelfde transactieverwerker (CCV, Equens of Atos Worldline), dan dient u het merchant ID te wijzigen in de betaalautomaat. Het merchant ID is aan u verstrekt door uw creditcardmaatschappij of uw bank.
Een voorbeeld: “U heeft een VISA contract bij maatschappij A en wilt tijdelijk of definitief overstappen naar maatschappij B en de transactieverwerker blijft CCV’’, volg dan onderstaande handelingen.
Echter, heeft u een nieuw merchant ID, en de transacties verliepen via CCV en met uw nieuwe merchant ID verlopen de transacties in het vervolg via Equens, volg dan niet onderstaande stappen, maar volg de instructie zoals beschreven onder 9.2: ‘Nieuw kaartsoort toevoegen’.
Om een merchant ID te wijzigen, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>CONFIGUREREN
>CTAP
>AANPASSEN RELATIES
>Selecteer de acquirer waarbij de kaart moet worden gewijzigd (CCV, Equens of Atos Worldline)
>WIJZIG MERCHANT ID
>Selecteer de kaart waarvan u het merchant ID wilt wijzigen . Alleen de kaarten die door de betreffende acquirer worden ondersteund (en dus te wijzigen zijn) worden in de display getoond.
>Druk op de <CORR> toets.
>Voer het aansluitnummer in dat u heeft verkregen van uw creditcardmaatschappij of bank. Druk op <OK>.
>Druk een aantal keer op de <STOP> toets. U bent terug in het beginscherm.
>Bij een succesvolle uitvoering van deze actie wordt een bon geprint met daarop de volgende melding: ACQUIRER PARAMETER SESSIE GESLAAGD’.
Wanneer deze sessie niet lukt, is er mogelijk een fout gemaakt bij de invoer van het Merchant ID of is deze (nog) niet bekend bij de host (CCV, Equens of Atos Worldline). Informeer altijd eerst bij uw acquirer of het Merchant ID reeds actief is.
9.5 Kaartrelatie rapport
De betaalautomaat kan een kaartrelatie rapport afdrukken. Op dat rapport staat informatie over actieve kaarten. Om te controleren of de gegevens goed in uw betaalautomaat zijn aangepast, kunt u de volgende handelingen verrichten:
Kies:
>[MENU]
>MANAGER MENU
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
>RAPPORTEN
>CTAP
>PARAMETERS
>KAART RELATIES
Er wordt nu een ‘relatierapport’ geprint (zie figuur 3). Op het rapport staat de volgende informatie:
FIGUUR 3
10. FOUTMELDINGEN TIJDENS EEN TRANSACTIE
In het geval van een storing of gebruikersfout zien u en de kaarthouder afzonderlijk een melding in de display. Deze meldingen verschillen van elkaar wegens privacy redenen.
In het geval van een storing raden wij u in veel gevallen aan opnieuw een transactie op te starten. Mocht u te maken hebben met een niet voor de handliggende storing, dan adviseren wij u contact op te nemen met het CCV Service Center.
Let op: Vragen over ongeldige passen, verlopen passen, pincode onjuist, maximum bereikt, kunt u richten tot uw bank of creditcardmaatschappij.
10.1 Code 06
Deze melding geeft de betaalautomaat als er communicatieproblemen zijn zoals een snoer defect, lijn bezet, modem defect. Controleer deze onderdelen afhankelijk van welk communicatietype u heeft. U mag altijd zo’n 10 seconden de voeding van de betaalautomaat afhalen en het daarna nogmaals proberen.
Mocht de storing niet oplossen, dan kunt u contact opnemen met het CCV Service Center.
10.2 Geluidssignalen
Er zijn verschillende signalen op de betaalautomaat. Hieronder een overzicht van de signalen:
Indrukken van een toets: één kort signaal
Geslaagde handeling, bijvoorbeeld een transactie: drie korte signalen Mislukte handeling, bijvoorbeeld een verkeerde pincode: één lang signaal
10.3 Foutmeldingen bij transacties via CCV
Deze melding ziet u Deze melding ziet de kaarthouder
NIET AKKOORD NIET BETAALD
NIET AKKOORD VERLOPEN PAS
NIET AKKOORD GEBLOKKEERDE PAS
NIET AKKOORD GEBLOKKEERD
NIET AKKOORD FOUTIEF BEDRAG NIET BETAALD
NIET AKKOORD ONGELDIGE PAS
NIET AKKOORD GEEN SALDO
KLANT TOETST PIN OPNIEUW PINCODE ONJUIST
PAS ONBEKEND VOOR TERMINAL NIET BETAALD
NIET AKKOORD MAXIMUM BEREIKT
STORING NIET AKKOORD NIET BETAALD
STORING NIET AKKOORD STORING
GEEN VERBINDING GEEN VERBINDING
GEEN VERBINDING NIET BETAALD
STORING NIET AKKOORD STORING
10.4 Foutmeldingen bij transacties via Equens
Deze melding ziet u Deze melding ziet de kaarthouder
TRANSACTIE AKKOORD U HEEFT BETAALD; TOT ZIENS
BEL ORGANISATIE NIET AKKOORD; BETAAL ANDERS NEEM KAART IN- BEL ORGANISATIE NIET AKKOORD; BETAAL ANDERS TRANSACTIE GEWEIGERD NIET AKKOORD; BETAAL ANDERS
TRANSACTIE GEWEIGERD STORING; BETAAL ANDERS
TRANSACTIE GEWEIGERD GEBLOKKEERDE PAS; BETAAL ANDERS
TRANSACTIE GEWEIGERD NIET AKKOORD; BETAAL ANDERS
TRANSACTIE GEWEIGERD GEEN SALDO; BETAAL ANDERS
TRANSACTIE GEWEIGERD VERLOPEN PAS; BETAAL ANDERS PINCODE ONJUIST; PROBEER OPNIEUW PINCODE ONJUIST; UW PIN… TRANSACTIE GEWEIGERD ONGELDIGE PAS; BETAAL ANDERS PAS ONBEKEND VOOR TERMINAL NIET AKKOORD; BETAAL ANDERS TRANSACTIE GEWEIGERD MAXIMUM BEREIKT; BETAAL ANDERS
TRANSACTIE GEWEIGERD NIET AKKOORD; BETAAL ANDERS
LAATSTE PINCODE ONJUIST PINCODE ONJUIST; PAS GEBLOKKEERD PINCODE ONJUIST; LAATSTE PIN PINCODE ONJUIST; LAATSTE PIN… TRANSACTIE GEWEIGERD NIET AKKOORD; BETAAL ANDERS VALUTA FOUT; OPNIEUW AANMELDEN NIET BETAALD; BETAAL ANDERS
GEEN VERBINDING GEEN VERBINDING; BETAAL ANDERS
TRANSACTIE GEWEIGERD NIET AKKOORD; BETAAL ANDERS
11. RICHTLIJNEN VOOR HET OPSTELLEN VAN DE BETAALAUTOMAAT
Currence is de instantie die zich o.a. richt op de veiligheid van het elektronische betalingsverkeer.
Om deze veiligheid te vergroten heeft Currence onderstaande richtlijnen opgesteld voor de opstelling van de betaalautomaat.
11.1 De kaartlezer
Zorg ervoor dat de pinpas altijd zichtbaar blijft voor de pashouder. De kaarthouder mag de pas niet uit het oog verliezen. Laat de kaarthouder daarom altijd zelf de pinpas in de chipkaartlezer steken of door de magneetkaartlezer halen. Als dit om praktische redenen niet mogelijk is, laat de kaarthouder dan zien hoe u de pinpas in de chipkaartlezer steekt of door de magneetkaartlezer haalt.
11.2 De opstelling van het pinpad
De opstelling van het pinpad dient zodanig te zijn, dat de kaarthouder het intoetsen van de pincode met de hand of met het lichaam kan afschermen. Daarom dient bij horizontale opstelling van het pinpad te worden voldaan aan de onderstaande afmetingen:
o Op minimaal 80 cm en maximaal 120 cm hoogte. Van deze afmetingen mag alleen worden afgeweken als door een speciale opstelling het intoetsen van de pincode volledig is afgeschermd.
Het intoetsen van de pincode mag niet vanaf een verhoging, via spiegels, camera’s of op een andere manier kunnen worden waargenomen.
Het toetsenbord moet tijdens de transactie, zodanig zijn opgesteld dat de kaarthouder voldoende privacy heeft bij het intoetsen van de pincode. Hierdoor is het voor derden (redelijkerwijs) onmogelijk om de pincode te zien.
Op het toetsenbord zit een privacy shield. Dit privacy shield mag niet van het toetsenbord worden verwijderd.
Als u niet in het bezit bent van een privacy shield, neem dan contact op met het CCV Service Center.
12. PRINTROLLEN EN ACCESSOIRES BESTELLEN
12.1 Printrollen bestellen
Op de betaalautomaat zit een functie om printrollen te bestellen. Om de printrollen via de betaalautomaat te bestellen, kunt u de volgende handelingen verrichten:
>[MENU]
>Scroll naar beneden
>PAPIER BESTELLEN
>MANAGER WACHTWOORD <99999> gevolgd door <OK>
U kunt de printrollen in een pakket van 25 stuks of een veelvoud hiervan bestellen. U kunt met de paarse toetsen
onder de twee pijlen het aantal te bestellen printrollen aanpassen.
>Druk op <OK> om uw bestelling te bevestigen.
>Uw betaalautomaat print nu een bon met de bevestiging van uw bestelling.
De bestelling wordt afgeleverd op de locatie waar de betaalautomaat zich daadwerkelijk bevindt. De adresgegevens dienen hetzelfde te zijn als op uw bon. Door het bestellen van printrollen met behulp van uw betaalautomaat, machtigt u CCV het bedrag automatisch af te schrijven van het rekeningnummer dat bij ons bekend is.
Let op: Per bestelling kunt u maximaal 200 printrollen bestellen. Voor de meest actuele prijzen en de leveringsvoorwaarden verwijzen wij u graag naar onze webwinkel.
Bestellen via internet xxx.xxx.xx/xxxxxxxxx
Bestellen telefonisch 088 22 89 849
12.2 Overige accessoires
Artikel | Omschrijving |
Cleancards / reinigingskaart Doosje met 10 kaarten voor 40 reinigingen | |
Printerrollen Doos met 25 printerrollen Doos met 50 printerrollen |
13. BEGRIPPENLIJST
Begrip | Betekenis |
Acquirer | Uitgever van gegevens voor acceptatie van pin- en creditcardstransacties |
Brand | Kaartsoort |
CTAP | Protocol voor beveiligde manier van transactieverwerking |
Collectie verzenden | Het versturen van opgeslagen Chipkniptransacties naar Equens |
EMV | Europay, MasterCard, Visa. De initiatiefnemers van het betalen met chipkaart i.p.v. magneetkaart |
Equens | Een verwerker van pin-, creditcard- en chipkniptransacties (voorheen bekend onder de naam Interpay) |
Merchant | Winkelier |
Merchant ID | Aansluitnummer van de acquirer |
Noodoproep | Contact van de betaalautomaat met de host van CCV om aanpassingen door te voeren |
Offline | Een offline transactie is zonder communicatie met host |
Online | Een online transactie is met communicatie met host |
Pinpad (VX810 / SC 5000) | Het klantgedeelte waarop de kaarthouder zijn pincode intoetst |
Privacy shield | Afschermkap om toetsenbord waarop pincode moet worden ingetoetst |
User ID | Aansluitnummer van de acquirer |
Vx810 / SC 5000 pinpad | Het klantgedeelte waarop de kaarthouder zijn pincode intoetst |
Softtoets | Schermgestuurde (paarse) toetsen |
Vx570 | De betaalautomaat |
CONTACTGEGEVENS | ||
CCV Service Center voor storingen en bestellen van supplies | 088 22 89 849 | |
Supplies bestellen via internet | ||
CCV afdeling Sales | 088 22 89 870 | |
Openingstijden CCV CCV kantoortijden: Maandag t/m vrijdag | 08.30 – 17.00 uur | |
CCV Service Center: Maandag t/m vrijdag | 07.00 – 22.00 uur | |
Zaterdag Zondag | 08.00 – 18.00 uur 09.00 – 17.30 uur | |
NB. 24-uurs service alleen voor urgente storingen. | ||
CCV Holland B.V. Xxxxxxx 0000 0000 XX Xxxxxx | ||
T 088 22 89 911 F 088 22 89 900 | ||
European Merchant Services (EMS) | 020 66 03 120 | |
B+S Card Service | 020 42 88 737 | |
American Express | 020 50 48 333 | |
Bank Card Company (BCC) | 0032 22 05 85 85 | |
China UnionPay | 030 28 37 333 | |
Citibank | 0032 27 74 55 55 | |
ConCardis | 0049 69 79 22 22 28 | |
Diners Club | 020 65 45 524 | |
JCB | 030 28 37 333 | |
OmniPay | 030 28 37 333 | |
PaySquare | 030 28 37 333 | |
YourGift Cards | 010 24 09 259 |