Bijlage D Voorbeeld statuten
Bijlage D Voorbeeld statuten
Statuten Stg. Streekrekening Het Groene Woud
Xxxxx, drie september tweeduizend acht, verscheen voor mij, mr. XXXXXXX XXX 'X XXXXX-XXXXXX, notaris te Boxtel:
de xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx XXX XXX XXXXXXXX, wonende te XXXX XX XXXXXXX, XXXXXX, geboren te XXXXXX op XX XXXXX
XXXXXXXXXXXXX , zich legitimerende met zijn rijbewijs, nummer
XXXXXXXXXX, uitgegeven te Boxtel op XXXXXX, te dezen handelend als voorzitter van de statutair te Boxtel gevestigde stichting
STICHTING STREEKREKENING HET GROENE WOUD, ingeschreven in het
handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Brabant onder nummer 17195930 en als zodanig deze stichting conform haar statuten te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigend, de stichting STICHTING STREEKREKENING HET GROENE WOUD hierna te
noemen: "de stichting".
De comparant, handelend als gemeld, verklaarde:
- dat gemelde stichting werd opgericht bij akte op tweeëntwintig mei tweeduizend zes verleden voor mr. X. xxx 'x Xxxxx-Xxxxxx, notaris te Boxtel;
- dat de statuten van de stichting nimmer zijn gewijzigd;
- dat het bestuur van de stichting in haar vergadering van zevenentwintig februari tweeduizend acht heeft besloten de statuten te wijzigen, in welke vergadering alle bestuursleden aanwezig danwel vertegenwoordigd waren, en welk besluit met algemene stemmen werd aangenomen, waarvan blijkt uit de aan deze akte gehechte notulen;
- van de instemming van de raad van toezicht als bedoeld in artikel 11 lid 7 van de statuten blijkt uit een aan deze akte gehecht stuk.
De comparant, handelend als gemeld, verklaarde ter uitvoering van gemeld bestuursbesluit de statuten van de stichting IN ZIJN GEHEEL te wijzigen, zodat zij komen te luiden als volgt:
NAAM, ZETEL EN DUUR.
Artikel 1.
1. De stichting draagt de naam: STICHTING STREEKREKENING HET GROENE WOUD.
2. Zij heeft haar zetel in de Gemeente BOXTEL.
3. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
DOEL.
Artikel 2.
1. De stichting heeft ten doel:
a. het verwerven van fondsen ten behoeve van de Streekrekening;
b. het beheren van de fondsen op de Streekrekening;
c. het beheren van het subsidieprogramma waarmee de gelden beschikbaar gesteld kunnen worden ten behoeve van projecten die Het Groene Woud versterken;
x. xxxxxx, herstel en toename van de biodiversiteit in Het Groene Woud;
e. behoud en herstel van cultuurhistorische waarden in Het Groene Woud;
x. xxxxxx en herstel van landschappelijke waarden in Het Groene Woud;
g. bevorderen van agrarische, recreatieve en andere economische activiteiten die bijdragen aan de eerdergenoemde doelstellingen;
h. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
Onder Het Groene Woud wordt verstaan het totale gebied in de stedendriehoek 's-Hertogenbosch, Tilburg en Eindhoven.
2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:
- het bevorderen van promotie rond de Streekrekening Het Groene Woud;
- het bevorderen van promotie rond Het Groene Woud;
- het communiceren met de inwoners en gebruikers van Het Groene Woud met betrekking tot de Streekrekening Het Groene Woud en Het Groene Woud zelf;
- het uitgeven van folders, informatiepakketten, etcetera ten behoeve van werving fondsen en ter promotie van de Streekrekening en het subsidieprogramma;
- beschikbaar hebben van informatie op de websites xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en xxx.xxxxxxxxxxxxx.xxx;
- het samenwerken met overheden, agrarische organisaties, natuurbeschermingsinstanties, overige partners binnen Het Groene Woud, organisaties en bedrijven die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben;
- het samenwerken met organisaties die de doelstellingen van de Stichting Streekrekening Het Groene Woud ondersteunen;
- het actief participeren in samenwerkingsverbanden met andere vergelijkbare gebieden binnen Nederland, Europa of anderszins.
VERMOGEN.
Artikel 3.
Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:
rentebaten, subsidies en donaties; schenkingen, erfstellingen en legaten; alle andere verkrijgingen en baten.
BESTUUR.
Artikel 4.
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit tenminste drie leden. Het aantal leden wordt met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde door het bestuur met
meerderheid van stemmen vastgesteld.
2. Het bestuur (met uitzondering van het eerste bestuur, waarvan de leden in functie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
3. Bij het ontstaan van een (of meer) vacature(s) in het bestuur, zullen de overblijvende bestuursleden met meerderheid van stemmen (of zal het enige overblijvende bestuurslid) binnen twee maanden na het ontstaan van de vacatures daarin voorzien door de benoeming van een (of meer) opvolger(s).
4. Mocht(en) in het bestuur, om welke reden dan ook, één of meer leden ontbreken, dan vormen de overblijvende bestuursleden, of vormt het enige overblijvende bestuurslid niettemin een wettig bestuur, behoudens het bepaalde in artikel 13.
5. De leden van het bestuur genieten geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten. De maximum kostenvergoeding voor het bestuur wordt door de raad van toezicht vastgesteld. Deze vergoeding wordt in de jaarrekening zichtbaar gemaakt en nader toegelicht.
6. Bestuursleden kunnen geen familierelaties of vergelijkbare relaties met elkaar hebben en zij kunnen als privé-persoon niet in aanmerking komen voor welke vorm van financiering dan ook vanuit de Stichting Streekrekening Het Groene Woud.
7. De leden van het bestuur treden periodiek af. Benoemingen en herbenoemingen geschieden voor een periode van maximaal vijf jaar.
BESTUURSVERGADERINGEN EN BESTUURSBESLUITEN.
Artikel 5.
1. De bestuursvergaderingen worden gehouden in Nederland op de plaats als bij de oproeping is bepaald.
2. leder kalenderkwartaal wordt tenminste één vergadering gehouden.
3. Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien één der andere bestuursleden daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave der te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt.
Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft, in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de
vereiste formaliteiten.
4. De oproeping tot de vergadering geschiedt behoudens het in lid 3 bepaalde door de voorzitter, tenminste zeven dagen tevoren, de dag der oproeping en die der vergadering niet meegerekend, door middel van oproepingsbrieven of e-mail.
5. De oproepingsbrieven of e-mails vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
6. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met meerderheid van stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
7. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.
8. Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden door de secretaris of door één der andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht. De notulen worden vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en secretaris hebben gefungeerd.
9. Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid zijner in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.
Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een mede bestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter der vergadering voldoende, volmacht.
Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één mede bestuurslid als gevolmachtigde optreden.
10. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, per telefax of per e-mail hun mening te uiten.
Van een aldus genomen besluit wordt, onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden, door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na mede ondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
11. leder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voorzover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven, worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen.
12. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden dit vóór de stemming verlangt.
Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
13. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
14. In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter.
BESTUURSBEVOEGDHEID EN VERTEGENWOORDIGING.
Artikel 6.
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, alsmede tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk mede schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt, of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt.
3. Het bestuur heeft het recht een voordracht te doen voor een nieuw lid van de raad van toezicht.
4. Het bestuur waakt tegen verstrengeling van de belangen van de stichting en die van de leden van haar bestuur en/of haar medewerkers.
Artikel 7.
1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting in en buiten rechte.
2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee of meer gezamenlijk handelende bestuursleden.
3. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuursleden, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP.
Artikel 8.
Het bestuurslidmaatschap eindigt:
- door overlijden van een bestuurslid;
- bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
- bij schriftelijke ontslagneming (bedanken);
- alsmede bij ontslag op grond van artikel 298 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
- via ontslag door het bestuur vanwege disfunctioneren;
- door expiratie van de termijn van benoeming, behoudens herbenoeming.
RAAD VAN TOEZICHT.
Artikel 9.
1. De stichting kent een raad van toezicht. De raad van toezicht heeft tot taak het toezicht houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting alsmede het uitoefenen van die taken en bevoegdheden die in deze statuten aan de raad van toezicht zijn opgedragen of toegekend.
2. De raad van toezicht bestaat uit tenminste drie leden.
3. De leden van de raad van toezicht worden uiterlijk één januari tweeduizend acht benoemd. De eerste keer worden ze benoemd door Stichting Innovatieplatform Duurzame Meierij. Daarna worden de leden van de raad van toezicht benoemd door de raad van toezicht.
4. De raad van toezicht wijst uit zijn midden een voorzitter en een secretaris aan.
5. De leden van de raad van toezicht kunnen geen deel uitmaken van het bestuur.
6. Het bestuur verschaft de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taken en bevoegdheden noodzakelijke gegevens en voorts aan ieder lid van de raad alle inlichtingen betreffende de aangelegenheden van de stichting die deze mocht verlangen. De raad van toezicht is bevoegd inzage te nemen en te doen nemen van alle boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de stichting.
7. De raad van toezicht kan zich voor rekening van de stichting in de uitoefening van zijn taak doen bijstaan door een of meer deskundigen.
8. Een lid van de raad van toezicht defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
c. door zijn aftreden;
d. door zijn toetreding tot het bestuur;
x. door ontslag hem verleend door de raad van toezicht.
Een besluit tot ontslag als in dit lid bedoeld, kan slechts worden genomen in een vergadering van de raad van toezicht waarin alle leden van de raad van toezicht, met uitzondering van het lid wiens ontslag aan de orde is, aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
9. Het bepaalde in de artikelen 5 en 6 is op de raad van toezicht zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. De raad van toezicht komt ten minste twee maal per jaar bijeen.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERGADERING VAN HET BESTUUR EN DE RAAD VAN TOEZICHT.
Artikel 10.
1. Ten minste een maal per jaar komen het bestuur en de raad van toezicht in gemeenschappelijke vergadering bijeen ter bespreking van de algemene lijnen van het gevoerde en in de toekomst te voeren beleid.
2. Tot de bijeenroeping van een gemeenschappelijke vergadering zijn het bestuur en de raad van toezicht gelijkelijk bevoegd.
3. De gemeenschappelijke vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur. Indien deze afwezig is voorzien de aanwezige bestuurders en leden van de raad van toezicht in de leiding van de vergadering. Tot dat moment wordt de vergadering geleid door het in leeftijd oudste aanwezige lid van het bestuur.
BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN.
Artikel 11.
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans, de staat van baten en lasten en een activiteitenjaarverslag van de stichting te maken, op papier te stellen en vast te stellen. De balans, de staat van baten en lasten en het activiteitenjaarverslag behoeven de goedkeuring van de raad van toezicht. Daartoe worden de vastgestelde stukken binnen één maand na de vaststelling aan de raad van toezicht toegezonden. De raad van toezicht kan, alvorens zijn goedkeuring te verlenen, het bestuur opdragen de balans en de staat van baten en lasten te doen onderzoeken door een door de raad van toezicht aangewezen registeraccountant, accountant-administratieconsulent dan wel een andere deskundige in de zin van artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek. Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de raad van toezicht en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de in het vorige lid bedoelde stukken. Hij brengt zijn verslag ter kennis van het bestuur.
4. De raad van toezicht is bevoegd de bestuurders decharge te verlenen voor hun bestuur, voor zover daarvan uit de vastgestelde stukken blijkt of anderszins aan hem bekend is gemaakt.
5. Het bestuur stelt voor het einde van het boekjaar een begroting vast voor het volgende boekjaar. Een bestedingsplan is onderdeel van die begroting. De begroting dient zoveel mogelijk te zijn ingericht volgens de voor verslaglegging geldende richtlijnen voor fondsenwervende instellingen.
De besteding van middelen dient overeenkomstig de begroting plaats te vinden en dient schriftelijk te worden vastgelegd. Van de begroting afwijkende bestedingen dienen te zijn geaccordeerd door een daartoe strekkend bestuursbesluit.
6. De jaarverslaglegging dient zoveel mogelijk te zijn ingericht overeenkomstig de daarvoor geldende eisen ingevolge de Xxxxxxxxx Verslaglegging Fondsenwervende instellingen. De jaarverslaglegging is openbaar en zal na publicatie desgewenst worden verstrekt aan geïnteresseerden, tegen vergoeding van de kosten van reproductie.
7. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
8. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
9. Voor het wijzigen van de statuten heeft de raad van toezicht na één januari tweeduizend acht instemmingsrecht.
REGLEMENT.
Artikel 12.
1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat.
2. Het reglement mag niet met de Wet, of deze statuten, in strijd zijn.
3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen.
4. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van het reglement is het bepaalde in artikel 13 lid 1 van toepassing.
5. In het reglement zijn minstens de volgende zaken opgenomen:
a. het fonds van de streekrekening wordt gevuld via diverse "opbrengstmethoden": rentesurplus, subsidies, legaten, groenfinanciering van projecten, etcetera;
b. een meerjarig subsidieprogramma waaraan de te beoordelen projecten objectief kunnen worden getoetst. Dit programma dient voor de eerste keer gebaseerd te
zijn op het huidige LeaderPlus-programma voor de Meierij en vooral programmapunten te bevatten die niet danwel moeilijk via andere fondsen gerealiseerd kunnen worden;
c. een overeenkomst met een organisatie die de daadwerkelijke voorbereidende toetsing uitvoert. Voor de eerste twee jaren zal dit gebeuren door voormelde stichting STICHTING INNOVATIEPLATFORM DUURZAME MEIERIJ;
d. een protocol met de werkwijze van de toetsingsorganisatie en het bestuur van de stichting STICHTING STREEKREKENING HET GROENE WOUD;
e. de manier waarop betalingen, monitoring en nacontroles plaatsvinden;
f. de prioriteitenaandachtsgebieden die per jaar mogen wijzigen;
g. het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen.
6. De bepalingen in dit artikel zijn van overeenkomstig toepassing op de raad van toezicht.
STATUTENWIJZIGING.
Artikel 13.
1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit daartoe moet worden genomen met algemene stemmen, in een vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat.
2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen.
3. De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het daartoe bestemde register, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, binnen welker gebied de stichting haar zetel heeft.
ONTBINDING EN VEREFFENING.
Artikel 14.
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 13 lid 1 van toepassing.
2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan, voorzover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
3. De vereffening geschiedt door het bestuur.
4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding van de stichting inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 13 lid 3.
5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting.
7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende dertig jaren berusten onder de jongste vereffenaar.
SLOTBEPALINGEN.
Artikel 15.
In alle gevallen, waarin zowel de Wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur. Terzake van de uitvoering van deze overeenkomst, ook voor fiscale gevolgen, wordt woonplaats gekozen ten kantore van de bewaarder van deze akte.
WAARVAN AKTE,
is verleden te Boxtel op de datum als in het hoofd van deze akte vermeld. De verschenen persoon is mij, notaris, bekend.
De inhoud van de akte is aan hem opgegeven en toegelicht. De verschenen persoon heeft verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen, tijdig voor het verlijden van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en met de inhoud in te stemmen.
Deze akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de verschenen persoon en vervolgens door mij, notaris