Boekingsfiche 6320 DBFM Scholen van Morgen
Boekingsfiche 6320 DBFM Scholen van Morgen
Versie 31.01.2018 | BBC 2020 | |
Deel 1: Omschrijving van de verrichtingen | ||
FASE 1 : VOORTRAJECT EN AFSLUITEN DBFM-OVEREENKOMST | ||
1 | De gemeente stelt een zekerheid van 10 000 euro in de vorm van een gelddeposito op een geblokkeerde bankrekening. Bij uitstap tijdens het voorcontract dient de gemeente beperkte kosten te betalen. Die zekerheid waarborgt die betaling. | |
2 | Betaling van de waarborg (lange termijn) | |
3 | De gemeente ondertekent een indivueel DBFM-contract waardoor ze haar waarborg terug krijgt: | |
4 | Het ondertekenen van de DBFM-overeenkomst houdt verplichtingen en rechten in. De verplichtingen en de rechten m.b.t. het vast actief, de component bouw, worden geregistreerd: | |
a) | De verwachte bouwkost bestaat uit 30 maal de component bouw van de bruto beschikbaarheidsvergoeding op jaarbasis, verhoogd met de eenmalige vergoeding. Door negatieve prijsherzieningen is de eenmalige vergoeding negatief: 30 X 98 146,52 - 16 871,01 = 2 927 524,59 euro. | |
b) | De verwachte investeringssubsidie bestaat uit 30 maal subsidie voor de component bouw van de bruto beschikbaarheidsvergoeding op jaarbasis, verhoogd met de (in dit geval negatieve) subsidie voor de eenmalige vergoeding: 30 X 80 213,85 -13 788,45 = 2 392 627,05 euro. | |
5 | Met de DBFM-overeenkomst verleent de gemeente een recht van opstal aan de DBFM-vennootschap voor 30 jaar. De waarde van het opstalrecht wordt bepaald op 50 000 euro. | |
FASE 2: BOUWFASE MET OPLEVERING GEBOUW | ||
6 | Tijdens de uitvoering van de werken worden er geen verrichtingen opgenomen in de boekhouding. Dit gebeurt op het moment van de voorlopige oplevering en de beschikbaarstelling: | |
a) | De gemeente ontvangt de pro forma factuur ten bedrage van 30 maal de component bouw van de defintief berekende bruto beschikbaarheidsvergoeding op jaarbasis. Dit bedrag stemt overeen met het bedrag in kolom 1 (D&B) van tabel 2 van de aflossingstabel: 2 944 396,19 euro. | |
b) | Met het boeken van de leasingschuld vervalt de verplichting m.b.t. de jaarlijkse vergoeding van de component bouw. | |
c) | De ontvangst van de pro forma houdt de defintieve toekenning van de investeringssubsidie in. Deze bedraagt 30 maal de subsidie voor de component bouw van de bruto beschikbaarheidsvergoeding. Het bedrag ervan staat bovenaan kolom 3 (investeringssubsidie D&B) van tabel 4 van de aflossingstabel: 2 406 415,20 euro. | |
d) | Het boeken van de investeringssubsidie heeft tot gevolg dat het recht op de investeringssubsidie voor de jaarlijkse vergoeding van de component bouw vervalt. | |
7 | Bij de terbeschikkingstelling van de school wordt de éénmalige vergoeding aan de gemeente gefactureerd, al of niet gespreid over meerdere facturen. In het voorbeeld gaat het om een negatief bedrag ingevolge negatieve prijsherzieningen: | |
a) | Activering van de eenmalige vergoeding t.a.v. een leveranciersschuld daar deze geen financering inhoudt: -16 871,01 euro. | |
b) | Met het boeken van die leveranciersschuld vervalt de rest van de verplichting tot aankoop. | |
c) | De subsidie inzake de eenmalige vergoeding wordt toegevoegd aan de reeds eerder geboekte investeringssubsidie: - 13 788,45 euro. | |
d) | Het boeken van de investeringssubsidie heeft tot gevolg dat de rest van het recht op de investeringssubsidie vervalt. | |
e) | De investeringssubsidie m.b.t. de eenmalige vergoeding wordt verrekend op de factuur inzake die vergoeding en moet daarom overgeboekt worden van lange naar korte termijn. | |
f) | De budgettaire vordering voor de investeringssubsidie inzake de eenmalige vergoeding wordt geboekt. | |
g) | Ingevolge de verlaging van het BTW-tarief werd de rente-indekking herzien. Dit veroorzaakte een rehedgekost van 22 775 euro. | |
h) | Die rehedgekost wordt door Agion gesubsidieerd ten bedrage van 18 561,63 euro. | |
i) | De aanrekeningen en de vorderingen m.b.t. de eenmalige vergoeding en de rehedgekost worden maximaal aan elkaar gesaldeerd. | |
j) | Betaling saldo rehedgekost: 22 775 - 21 644,19 = 1 130,81 euro. |
Pagina 6320 (1) - 1 / 9
Boekingsfiche 6320 DBFM Scholen van Morgen
FASE 3: BESCHIKBAARHEIDSFASE | |
8 | Vanaf de beschikbaarstelling is de gemeente de bruto beschikbaarheidsvergoeding veschuldigd en worden de subsidies overeenkomstig ontvangen. Voor de resterende periode van 2016 is de bruto beschikbaarheidsvergoeding pro rata temporis verschuldigd: |
a) | De component bouw wordt als aflossingen opgenomen in de aflossingstabel (tabel 2, kolom 1). Voor 2016 bedragen die 20 501,82 euro. Die schulden worden van lange termijn naar korte termijn overgeboekt. |
b) | T.a.v de component bouw worden de investeringssubsidies in mindering gebracht op de bruto beschikbaarheidsvergoeding. Voor de resterende periode van 2016 bedragen ze 16 755,47 euro (tabel 4, kolom 3 van de aflossingstabel). De vordering op lange termijn wordt voor dit bedrag naar korte termijn overgeboekt. |
9 | Bij aanvang van het 3e kwartaal wordt de factuur met de beschikbaarheidsvergoeding voor dat kwartaal ontvangen. Ze omvat de componenten bouw, financiering en onderhoud en de subsidies voor elk van die componenten: |
a) | Aanrekening vervaldag kapitaalafslossing leasingschuld (aflossingstabel, tabel 2, kolom 1): 6 813,10 euro. |
b) | Aanrekening vervaldag intresten leasingschuld (aflossingstabel, tabel 2, kolommen 2 + 3): 13 727,64 euro. |
c) | Aanrekening vervaldag onderhoudskost (aflossingstabel, tabel 2, kolommen 4 + 5 + 7: 6 857,79 euro met, in dit voorbeeld, verlegging van 388,18 euro BTW. |
d) | Budgettaire vordering vervaldag investeringssubsidie (aflossingstabel, tabel 4, kolom 3): 5 568,25 euro. |
e) | Budgettaire vordering vervaldag rentesubsidie (aflossingstabel, tabel 4, kolom 4): 11 219,42 euro. |
f) | Budgettaire vordering vervaldag werkingssubsidie(aflossingstabel, tabel 4, kolommen 5 + 6): 6 063,46 euro. |
g) | Maximale saldering aanrekeningen aflossing, intresten en onderhoudskost aan vorderingen investerings-, rente en werkingsubsidies. |
h) | Betaling saldo factuur bruto beschikbaarheidsvergoeding aan Scholen van Morgen: 4 159,22 euro. |
i) | Aan de hand van de BTW-aangifte wordt de BTW vereffend: 388,18 euro. |
10 | Eind 2016 worden de lange termijnschulden en lange termijnvorderingen die in 2017 zullen vereffend worden, over geboekt van lange naar korte termijn: |
a) | Eind 2016 wordt de, in 2017 te betalen, component bouw van de bruto beschikbaarheidsvergoeding overgeboekt van lange naar korte termijnschuld (aflossingstabel, tabel 2, kolom 1): 56 010,82 euro. |
b) | Eind 2016 wordt de, in 2017 te ontvangen, schijf van de investeringssubsidie voor de component bouw in de bruto beschikbaarheidsvergoeding overgeboekt van lange naar korte termijn (aflossingstabel, tabel 4, kolom 3): 45 776,89 euro. |
11 | Op 31/12/2016 wordt de jaarlijkse afschijving van de schoolgebouwen geboekt: 97 584,17 euro ((2 944 396,19 - 16 871,01) / 30 (afschrijvingsduur = duur van de leasingovereenkomst) |
12 | Op 31/12/2016 wordt de jaarlijkse verrekening van de investeringssubsidies geboekt: 79 754,23 euro ((2 406 415,20 - 13 788,45) / 30 verrekeningsduur = duur afschrijving). |
Pagina 6320 (1) - 2 / 9
Boekingsfiche 6320 DBFM Scholen van Morgen
: | ||||||||||
Dagboeken | Algemeen dagboek | Budgettair dagboek | ||||||||
Verrichtingen | AR | Debet | Credit | AR | BV | ESC | Uitgaven | Ontvangsten | FN | |
FASE 1 : VOORTRAJECT EN AFSLUITEN DBFM-OVEREENKOMST | ||||||||||
1 | Aanrekening waarborg | 288 | 10 000,00 | 10 000,00 | 288 | 0800 | 700 | 10 000,00 | I | |
4492 | ||||||||||
2 | Betaling waarborg | 4492 | 10 000,00 | 10 000,00 | ||||||
55…0 | ||||||||||
3 | Terugbetaling waarborg | 55…0 | 10 000,00 | 10 000,00 | 288 | 0800 | 700 | 10 000,00 | I | |
288 | ||||||||||
4a | Verplichting tot aankoop van vaste activa | 050 | 2 927 524,59 | 2 927 524,59 | ||||||
051 | ||||||||||
4b | Rechten op investeringssubsidie | 094 | 2 392 627,05 | 2 392 627,05 | ||||||
095 | ||||||||||
5 | Grond wordt in opstal gegeven | 020 | 50 000,00 | 50 000,00 | ||||||
021 | ||||||||||
FASE 2: BOUWFASE MET VOORLOPIGE OPLEVERING GEBOUW | ||||||||||
6a | Xxxxxx vast actief in leasing en leasingschuld | 250…0 | 2 944 396,19 | 2 944 396,19 | 250…0 | 0800 | 700 | 2 944 396,19 | 2 944 396,19 | I |
1720 | 1720 | 0040 | 700 | F | ||||||
6b | Uitboeken verplichting component bouw (jaarlijkse vergoeding) | 051 | 2 944 396,19 | 2 944 396,19 | ||||||
050 | ||||||||||
6c | Boeken van de investeringssubsidie | 2913 | 2 406 415,20 | 2 406 415,20 | ||||||
152…0 | ||||||||||
6d | Uitboeken recht investeringssubsidie (jaarlijkse vergoeding) | 095 | 2 406 415,20 | 2 406 415,20 | ||||||
094 | ||||||||||
7a | Eénmalige vergoeding: activering t.a.v. leveranciersschuld | 4499 | 16 871,01 | 16 871,01 | 250…0 | 0800 | 700 | -16 871,01 | I | |
250…0 | ||||||||||
7b | Eénmalige vergoeding: uitboeken verplichting | 050 | 16 871,60 | 16 871,60 | ||||||
051 | ||||||||||
7c | Eénmalige vergoeding: boeken investeringssubsidie | 152…0 | 13 788,45 | 13 788,45 | ||||||
2913 | ||||||||||
7d | Eénmalige vergoeding: uitboeken recht investeringssubsidie | 094 | 13 788,15 | 13 788,15 | ||||||
095 | ||||||||||
7e | Eénmalige vergoeding: overboeken investeringssubsidie van lt naar kt | 2913 | 13 788,45 | 13 788,45 | ||||||
4952 | ||||||||||
7f | Eénmalige vergoeding: budgettaire vordering investeringssubsidie | 4952 | 13 788,45 | 13 788,45 | 4952 | 0800 | 300 | -13 788,45 | I | |
4151 | ||||||||||
7g | Rehedgekost: aanrekening als financiële kost | 6500 | 22 775,00 | 22 775,00 | 6500 | 0040 | 700 | 22 775,00 | E | |
4452 | ||||||||||
7h | Rehedgekost: budgettaire vordering subsidie financiële kost | 4160 | 18 561,63 | 18 561,63 | 7531 | 0040 | 300 | 18 561,63 | E | |
7531 |
Pagina 6320 (1) - 3 / 9
Boekingsfiche 6320 DBFM Scholen van Morgen
Dagboeken | Algemeen dagboek | Budgettair dagboek | ||||||||
Verrichtingen | AR | Debet | Credit | AR | BV | ESC | Uitgaven | Ontvangsten | FN | |
7i | Eénmalige vergoeding en rehedgekost: saldering aanrekeningen aan | 4151 | 13 788,45 | |||||||
vorderingen | 4452 | 21 644,19 | ||||||||
4160 | 18 561,63 | |||||||||
4499 | 16 871,01 | |||||||||
7j | Eénmalige vergoeding en rehedgekost: betaling saldo aanrekeningen | 4452 | 1 130,81 | 1 130,81 | ||||||
55…0 | ||||||||||
FASE 3: BESCHIKBAARHEIDSFASE | ||||||||||
8a | Beschikbaarheidsvergoeding 2016: | 1720 | 20 501,35 | 20 501,35 | ||||||
overboeken leasingschuld van lt naar kt | 4220 | |||||||||
8b | Beschikbaarheidsvergoeding 2016: | 4952 | 16 755,47 | 16 755,47 | ||||||
overboeken investeringssubsidie van lt naar kt | 2913 | |||||||||
9a | Beschikbaarheidsvergoeding: aanrekening kapitaalaflossing leasingschuld | 4220 | 6 813,10 | 6 813,10 | 4220 | 0040 | 700 | 6 813,10 | F | |
4452 | ||||||||||
9b | Beschikbaarheidsvergoeding: aanrekening intresten | 6500 | 13 727,64 | 13 727,64 | 6500 | 0040 | 700 | 13 727,64 | E | |
4452 | ||||||||||
9c | Beschikbaarheidsvergoeding: aanrekening onderhoudskosten | 6100/2 | 6 857,79 | 6100/2 | 0800 | 700 | 6 857,79 | E | ||
4499 | 6 469,61 | |||||||||
475 | 388,18 | |||||||||
9d | Beschikbaarheidsvergoeding: budgettaire vordering investeringssubsidie | 4151 | 5 568,25 | 5 568,25 | 4952 | 0800 | 300 | 5 568,25 | I | |
4952 | ||||||||||
9e | Beschikbaarheidsvergoeding: budgettaire vordering rentesubsidie | 4160 | 11 219,42 | 11 219,42 | 7531 | 0040 | 300 | 11 219,42 | E | |
7531 | ||||||||||
9f | Beschikbaarheidsvergoeding: budgettaire vordering werkingssubsidie | 4153 | 6 063,46 | 6 063,46 | 7405/9 | 0800 | 300 | 6 063,46 | E | |
7405/9 | ||||||||||
9g | Beschikbaarheidsvergoeding: saldering aanrekeningen aan vorderingen | 4452 | 20 540,74 | |||||||
4499 | 2 310,39 | |||||||||
4151 | 5 568,25 | |||||||||
4160 | 11 219,42 | |||||||||
4153 | 6 063,46 | |||||||||
9h | Beschikbaarheidsvergoeding: betaling saldo factuur aflossing, intresten | 4499 | 4 159,22 | 4 159,22 | ||||||
en onderhoudskost | 55…0 | |||||||||
9i | Beschikbaarheidsvergoeding: betaling BTW | 475 | 388,18 | 388,18 | ||||||
55…0 | ||||||||||
10a | Beschikbaarheidsvergoeding 2017: | 1720 | 56 010,82 | 56 010,82 | ||||||
overboeken leasingschuld van lt naar kt | 4220 | |||||||||
10b | Beschikbaarheidsvergoeding 2017: | 4952 | 45 776,89 | 45 776,89 | ||||||
overboeken investeringssubsidie van lt naar kt | 2913 | |||||||||
11 | Jaarlijkse afschrijving school | 6302 | 97 584,17 | 97 584,17 | ||||||
250...9 | ||||||||||
12 | Jaarlijks in resultaat nemen van de investeringssubsidies | 152…9 | 79 754,23 | 79 754,23 | ||||||
7530 | ||||||||||
TOTALEN | 16 662 601,73 | 16 662 601,73 | 2 987 698,71 | 2 982 020,50 |
Pagina 6320 (1) - 4 / 9
Versie 31.01.2018 | BBC 2020 | |||||||||||||
Deel 3: T-rekeningen | Algemene boekhouding | Budgettaire boekhouding | ||||||||||||
Uitgaven | Ontvangsten | |||||||||||||
020 | 021 | 050 | 051 | 094 | ||||||||||
4a | 2 927 525 | 2 927 525 | 4a | |||||||||||
4b | 2 392 627 | |||||||||||||
5 | 50 000 | 50 000 | 5 | |||||||||||
2 944 396 | 6b | 6b | 2 944 396 | |||||||||||
2 406 415 | 6d | |||||||||||||
7b | 16 872 | 16 872 | 7b | |||||||||||
7d | 13 788 | |||||||||||||
095 | 152…0 | 152…9 | 1720 | 220 | 250…0 | 1720 | ||||||||
0 | [50.000] | |||||||||||||
2 392 627 | 4b | |||||||||||||
2 944 396 | 6a | 6a | 2 944 396 | 2 944 396 | 6a | |||||||||
2 406 415 | 6c | |||||||||||||
6d | 2 406 415 | |||||||||||||
16 871 | 7a | |||||||||||||
7c | 13 788 | |||||||||||||
13 788 | 7d | |||||||||||||
8a | 20 501 | |||||||||||||
10a | 56 011 | |||||||||||||
12 | 79 754 | |||||||||||||
250…0 | 250…9 | 288 | 2913 | 4151 | 288 | 288 | ||||||||
1 | 10 000 | 1 | 10 000 | |||||||||||
10 000 | 3 | 10 000 | 3 | |||||||||||
6a | 2 944 396 | |||||||||||||
6c | 2 406 415 | |||||||||||||
16 871 | 7a | |||||||||||||
13 788 | 7c | |||||||||||||
7e | 13 788 | |||||||||||||
13 788 | 7f | |||||||||||||
7i | 13 788 | |||||||||||||
16 755 | 8b | |||||||||||||
9d | 5 568 | |||||||||||||
5 568 | 9g | |||||||||||||
45 777 | 10b | |||||||||||||
97 584 | 11 |
Deel 3: T-rekeningen | Algemene boekhouding | Budgettaire boekhouding | |||||||||||
Uitgaven | Ontvangsten | ||||||||||||
4153 | 4160 | 4220 | 4452 | 4492 | 4220 | 4952 | |||||||
10 000 | 1 | ||||||||||||
2 | 10 000 | ||||||||||||
7f | 13 788 | ||||||||||||
22 775 | 7g | ||||||||||||
7h | 18 562 | ||||||||||||
18 562 | 7i | 7i | 21 644 | ||||||||||
7j | 1 131 | ||||||||||||
20 501 | 8a | ||||||||||||
9a | 6 813 | 6 813 | 9a | 9a | 6 813 | ||||||||
13 728 | 9b | ||||||||||||
5 568 | 9d | ||||||||||||
9e | 11 219 | ||||||||||||
9f | 6 063 | ||||||||||||
9g | 20 541 | ||||||||||||
6 063 | 9g | 11 219 | 9g | ||||||||||
56 011 | 10a | ||||||||||||
4499 | 475 | 4952 | 55…0 | 6100/2 | 6100/2 | 7405/9 | |||||||
10 000 | 2 | ||||||||||||
3 | 10 000 | ||||||||||||
7a | 16 871 | ||||||||||||
13 788 | 7e | ||||||||||||
7f | 13 788 | ||||||||||||
16 871 | 7i | ||||||||||||
1 131 | 7j | ||||||||||||
8b | 16 755 | ||||||||||||
6 470 | 9c | 388 | 9c | 9c | 6 858 | 9c | 6 858 | ||||||
5 568 | 9d | ||||||||||||
6 063 | 9f | ||||||||||||
9g | 2 310 | ||||||||||||
9h | 4 159 | 4 159 | 9h | ||||||||||
9i | 388 | 388 | 9i | ||||||||||
10b | 45 777 | ||||||||||||
6302 | 6500 | 7405/9 | 7530 | 7531 | 6500 | 7531 | |||||||
7g | 22 775 | 7g | 22 775 | ||||||||||
18 562 | 7h | 18 562 | 7h | ||||||||||
9b | 13 728 | 9b | 13 728 | ||||||||||
11 219 | 9e | 11 219 | 9e | ||||||||||
6 063 | 9f | ||||||||||||
11 | 97 584 | ||||||||||||
79 754 | 12 |
Deel 4: Legende
AR: Algemene rekeningen: BV: Beleidsvelden: | |||
020 | Houders van zakelijke rechten | 0040 | Transacties in verband met de openbare schuld |
021 | Zakelijke zekerheden, gesteld voor eigen rekening | 0800 | Gewoon basisonderwijs |
050 | Verplichtingen tot aankoop | ||
051 Crediteuren wegens verplichtingen tot aankoop ESC: Economische sectorcodes | |||
094 | Debiteuren andere rechten en verplichtingen | 300 | Vlaamse overheid |
095 | Crediteuren andere rechten en verplichtingen | 700 | Financiële instellingen |
152…0 | Investeringssubsidies in de vorm van terugbetaling van leningen - nominaal bedrag | ||
152…9 | Investeringssubsidies in de vorm van terugbetaling van leningen - in resultaat opgenomen (-) | FN: Financiële nota | |
1720 | Leasingschulden en soortgelijke schulden in het kader van PPS-overeenkomsten (lange termijn) | E Exploitatie | |
220 | Terreinen - gemeenschapsgoederen - aanschaffingswaarde | I Investering | |
250…0 | Terreinen en gebouwen in leasing - gemeenschapsgoederen - aanschaffingswaarde | F Financiering | |
250...9 | Terreinen en gebouwen in leasing - gemeenschapsgoederen - geboekte afschrijvingen | ||
288 | Borgtochten betaald in contanten | ||
0000 | Xxxxxxxxxxx wegens prefinanciering investeringssubsidies - nominale waarde | ||
4151 | Vorderingen wegens investeringssubsidies | ||
4153 | Vorderingen wegens werkingssubsidies | ||
4160 | Diverse operationele vorderingen uit niet-ruiltransacties - nominaal bedrag | ||
4220 | Leasingschulden en soortgelijke schulden in het kader van PPS-overeenkomsten die binnen het jaar vervallen | ||
4452 | Vervallen kapitaalaflossingen en vervallen intrest inzake leasingschulden | ||
4492 | Te betalen en terug te betalen borgtochten | ||
4499 | Overige niet-financiële schulden uit ruiltransacties | ||
475 | Te betalen btw | ||
4952 | Vorderingen wegens prefinanciering investeringssubsidies die binnen het jaar vervallen | ||
55…0 | Kredietinstellingen: rekening-courant | ||
6100/2 | Huur, huurlasten en andere vergoedingen voor onroerende goederen | ||
6302 | Afschrijvingen op materiële vaste activa | ||
6500 | Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden | ||
7405/9 | Specifieke werkingssubsidies | ||
7530 | In resultaat genomen kapitaalsubsidies en schenkingen | ||
7531 | Intrestsubsidies |
Deel 5: Commentaar | |
In deze fiche worden, voor de eenvoud en duidelijkheid, in de dagboeken enkel de algemene rekeningen, de beleidsvelden en de economischesectorcodes opgenomen. Artikel 83, 86 en 90 van het BVR BBC 2020 vermelden welke gegevens allemaal moeten worden opgenomen bij de aanrekening. | |
1 | Het decreet van 07/07/2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur regelt het concept van alternatieve financiering inzake investeringen in schoolinfrastructuur. Om te voorzien in de grote nood aan nieuwe en aangepaste schoolgebouwen werd een grootschalige inhaaloperatie opgezet. Op 18/03/2009 werd, door het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGION), in samenwerking met de Participatie Maatschappij Vlaanderen, de vennootschap NV School Invest opgericht. Deze dochtervennootschap zou een minderheidsparticipatie van 25% + 1 aandeel nemen in het kapitaal van de DBFM-vennootschap die zal instaan voor de uitvoering van de inhaalbeweging. Op 10/06/2010 werd, door de NV School Invest (publieke partner) enerzijds en BNP Paribas Fortis en Fortis Real Estate (private partners) anderzijds, de DBFM-vennootschap "Scholen van Morgen" opgericht. Deze DBFM-vennootschap staat in voor de uitvoering van het programma "Scholen van Morgen". De DBFM-vennootschap sluit de contracten af met de gemeenten, de aannemers en de architecten. AG Fortis Real Estate COPiD (een dochtervennootschap van Fortis Real Estate) begeleidt en organiseert, als afgevaardigd bouwheer, het volledige bouwproces en onderhoud gedurende 30 jaar. In ruil hiervoor betaalt de gemeente een periodieke beschikbaarheidsvergoeding en maakt de gemeente aanspraak op subsidies van AGION. Die subsidies worden evenwel rechtstreeks aan de DBFM-vennootschap betaald zodat de gemeente enkel de netto beschikbaarheidsvergoeding (het verschil tussen de bruto beschikbaarheidsvergoeding en de subsidies) dient te betalen. |
2 | De totstandkoming en uitvoering van een DBFM-overeenkomst Scholen van Morgen bestaat uit 3 fases: |
a) | De eerste fase is het voortraject dat de behandeling van de aanvraag en de studiefase van het bouwproject omvat. Hiervoor wordt er een voorcontract afgesloten. Dit regelt de ontwerpfase tot en met de aanbesteding van de werken. Indien de gemeente uit het DBFM-programma zou stappen tijdens het voortraject, dan is ze een uitstapvergoeding verschuldigd aan de DBFM- vennootschap. Om die betalingsverplichting te waarborgen wordt er aan de gemeente een zekerheidsstelling gevraagd. Als die onder de vorm van een bankwaarborg gesteld wordt moet die in klasse 0 geboekt worden. Wanneer de geraamde kostprijs van het project gekend is, berekent de DBFM-vennootschap de "bruto beschikbaarheidsvergoeding bij ondertekening" zodat de inrichtende macht weet tot welke verplichtingen ze zal gehouden zijn bij ondertekening van de DBFM-overeenkomst. Na ondertkening van de DBFM-overeenkomst wordt de waarborg vrijgegeven. Bij ondertekening van die overeenkomst verleent de gemeente aan de DBFM-vennootschap een opstalrecht voor een periode van 30 jaar. |
b) | De tweede fase is de bouwfase gedurende dewelke de bouw gerealiseerd en opgeleverd wordt. Tijdens de uitvoering van de bouwwerken dient de gemeente niets te betalen. De DBFM- vennootschap betaalt de aannemers en gaat daartoe een financiering aan bij een bankinstelling. Van zodra de bouw gerealiseerd is, wordt die voorlopig opgeleverd en ter beschikking gesteld van de gemeente. De DBFM-vennootschap levert een beschikbaarheidscertificaat af en bezorgt de gemeente een nieuwe berekening van de bruto beschikbaarheidsvergoeding (berekeningsnota BVV op de website zie link gans onderaan). Daarnaast ontvangt de gemeente ook een pro forma factuur, een aflossingstabel (aflossingstabel op de website zie link gans onderaan) en een eerste factuur met aanrekening van de netto beschikbaarheidsvergoeding en de eenmalige vergoeding (Eerste factuur op de website zie link gans onderaan). |
Met de pro forma factuur wordt de component bouw gefactureerd. De factuur wordt opgemaakt omwille van de opname in de BTW-aangifte van de DBFM-vennootschap. De gemeente moet die factuur niet betalen. Het bedrag ervan wordt verwerkt in de bruto beschikbaarheidsvergoedingen waarvoor de gemeente per kwartaal een facuur zal ontvangen. Het bedrag van de pro forma factuur is het bedrag dat de DBFM-vennootschap gefinancierd heeft en vormt dus het bedrag van de leasing. Via de bruto beschikbaarheidsvergoedingen zal de gemeente die afbetalen. Het bedrag van de pro forma factuur moet overeenstemmen met dit van de component bouw in de berekeningsnota van de bruto beschikbaarheidsvergoeding bij beschikbaarstelling en in de | |
Naast de pro forma factuur ontvangt de gemeente ook een eerste factuur die wel moet betaald worden. Met die factuur worden zowel de eerste bruto beschikbaarheidsvergoeding als de eenmalige vergoeding gefactureerd. De subsidiëring van de eenmalige vergoeding gebeurt overeenkomstig de percentages vermeld onder punt 3. De eenmalige vergoeding omvat verschillende elementen: de prijsherzieningen van de bouwwerken, de intercalaire intresten, de rehedgekost voor herziening van het rente-indekkingsinstrument, bijkomende werken op verzoek van de gemeente, ... De boekhoudkundige verwerking van die elementen kan verschillend zijn. Daarom is het noodzakelijk elk element afzonderlijk te beoordelen en de subsidies overeenkomstig die beoordeling te verwerken. | |
Zo worden de prijsherzieningen en de intercalaire intresten toegerekend aan de component bouw. Omdat de gemeente de eenmalige vergoedingen meteen moet betalen maakt het bedrag van die factuur geen deel uit van de leasing. En aangezien de daaraan gekoppelde investeringssubsidie wordt ontvangen op het moment van de betaling van die vergoedingen is dit geen investeringssubsidie onder de vorm van terugbetaling van leningen. Om praktische redenen kunnen die uitgaven en de daarmee verband houdende investeringssubsidie op dezelfde algemene en individuele rekeningen geboekt worden als die waarop de boekingen gebeurden voor het actief in leasing en de investeringssubsidie die daarmee verband houdt. Hetzelfde geldt voor bijkomende werken. De rehedghekost wordt geboekt als een financiële kost. De daaraan gekoppelde subsidie wordt geboekt als een intrestsubsidie. | |
c) | De derde fase is de beschikbaarheidsfase. Deze vangt aan vanaf de aflevering van het beschikbaarheidscertificaat en eindigt na 30 jaar. Gedurende de beschikbaarheidsfase ontvangt de gemeente per kwartaal een factuur met de aanrekening van de netto beschikbaarheidsvergoedingen. Na afloop van de beschikbaarheidsfase vervalt het opstalrecht. De gemeente verkrijgt terug de volle eigendom van de grond en via het recht van onroerende natrekking wordt de eigendom van het op te richten schoolgebouw aan de gemeente overgedragen. |
3 | Boekhoudkundig bevat een DBFM-overeenkomst 3 essentiële componenten. Bij Scholen van Morgen is daar telkens een subsidie van Agion verbonden: |
a) | De component bouw omvat alle kosten (bouw, erelonen, projectkosten, …) inzake de realisatie van het gebouw. De subsidies voor die component bedragen 81,5% voor scholen in het basisonderwijs. Voor de andere scholen bedragen de subsidies 71,5%. |
b) | De component financiering omvat de intresten op de financiering door de DBFM-vennootschap. Ook voor die component bedragen de subsidies 81,5% voor scholen in het basisonderwijs en 71,5% voor de andere scholen. De leningsintresten zijn contractueel indexeerbaar. |
c) | De DBFM-vennootschap staat gedurende 30 jaar in voor het onderhoud van het gebouw. De kosten zitten vervat in de component onderhoud. De subsidies voor de component onderhoud bedragen 90%. Ook de onderhoudskosten zijn contractueel indexeerbaar. |
4 | De kosten die tot doel hebben om het energieprestatiepeil E70 te bereiken worden voor de volle 100% gesubsidiëerd. Voor projecten erkend als pilootprojecten bestaat er een pilootprojectsubsidie. |
De subsidies kunnen afgetopt worden: bij overschrijding van de fysische norm (als de bebouwde oppervlakte van de schoollokalen groter is dan de oppervlakte die geldt op basis van het aantal leerlingen (bijv. door het voorzien van een kinderopvang, grotere turnzaal,…) moet de gemeente bij aanvang van de werken een "upfrontbetaling" uitvoeren ten bedrage van de investeringskosten die de fysische norm te boven gaan. | |
5 | De documenten die de DMBF-vennootschap bezorgt maken het mogelijk de bedragen van de boekhoudkundige verrichtingen te bepalen. Maar het blijft een complexe oefening om de subsidies per component te bepalen omdat het niet mogelijk is de subsidies 1 op 1 aan elke component te koppelen (bijv. omwille van de aparte subsidieregeling voor het halen van het energieprestatiepeil E70). Daarenboven kunnen de subsidies voor de indexering van de onderhoudskosten en de eventuele indexering van de intrestlasten niet uit elkaar gehaald worden. Reden waarom ze volledig aan de component onderhoud worden toebedeeld. |
Dankzij de NV DBFM Scholen van Morgen werd een Excel-tool (exceltool op de website zie link gans onderaan) uitgewerkt. Deze tool maakt het mogelijk om vanaf de berekening van de beschikbaarheidsvergoeding bij ondertekening de verwachte boekwaarde van het gebouw en de leasing te bepalen en om later om de aansluiting te maken tussen de pro forma factuur, de berekeningsnota inzake de bruto beschikbaarheidsvergoeding bij beschikbaarstelling en de aflossingstabel. De boekingen dienen evenwel te gebeuren op basis van de documenten (pro forma factuur, aflossingstabel en de kwartaalfacturen). | |
De exceltool bestaat uit 3 tabbladen. Het eerste tabblad dient ter berekening van de te boeken bedragen bij de ondertekening van de DBFM-overeenkomst. Het tweede tabblad kan gebruikt worden ter berekening van de boekingen bij de beschikbaarstelling van het gebouw. Door in die tabbladen de gegevens uit de overeenstemmende rubrieken van het document "berekening bruto beschikbaarheidsvergoeding" in te vullen wordt zowel het bedrag van de investering en leasing als dit van de investeringssubsidie berekend. Indicatief wordt op jaarbasis ook de subsidiëring van de intresten en de onderhoudskosten berekend. Omdat de facturatie van de eenmalige vergoeding niet via de bruto beschikbaarheidsvergoeding gebeurt en de factuur met bijlage alle informatie nodig voor de boekingen bevat, wordt de eenmalige vergoeding niet meer opgenomen in het tweede tabblad. Het derde tabblad kan gebruikt worden ter bepaling van de boeking van de verschillende elementen van de per kwartaal te betalen netto beschikbaarsheidsvergoeding, alsook voor de berekening van de naar korte termijn over te boeken schulden en de vorderingen. Het volstaat er de gegevens uit de overeenstemmende kolommen van de aflossingstabel in over te nemen. Let wel, enkel de cellen die in rode karakters zijn opgemaakt mogen ingevuld worden. | |
6 | Ingevolge een BTW-ruling geldt er voor de DMBF-overeenkomsten Scholen van Morgen een specifieke BTW-regeling waardoor de BTW op de BTW-plichtige activiteiten niet volledig verschuldigd is. Vanuit BTW-oogpunt gebeuren er in het kader van een DBFM-overeenkomst 3 activiteiten met elk hun eigen BTW-regime: bouwen van de infrastructuur, het onderhoud van de infrastructuur en de financiering van het project door middel van een gespreide betaling. |
a) | Ingevolge het zakelijke recht is de DBFM-vennootschap juridisch gezien eigenaar van de school. BTW-technisch vindt, bij de afgifte van het beschikbaarheidscertificaat, de levering van het schoolgebouw plaats (in het kader van een huurkoop of een koop op afbetaling). De BTW is opeisbaar op de beschikbaarheidsdatum. Daarom factuurt de DBFM-vennootschap de BTW op die levering via de pro forma factuur. Wat betekent dat de BTW vervat is in de bouwkost en in de leasingschuld die daartegenover staat en de gemeente die via de bruto beschikbaarheidsvergoeding betaalt. De component bouwkost van de bruto beschikbaarheidsvergoeding mag daarom geen BTW bevatten. |
b) | Het onderhouden van infrastructuur wordt eveneens beschouwd als een werk in onroerende staat. Deze werken vormen een doorlopende dienstprestatie waarvan de BTW opeisbaar is bij het verstrijken van elke periode waarop de afrekening of betaling betrekking heeft. |
- | Indien de gemeente reeds BTW-plichtig is (bijvoorbeeld in het kader van de riolering/transport afvalwater), dan wordt de BTW op deze factuur verlegd naar de medecontractant. De gemeente moet de BTW opnemen in haar BTW-aangifte en rechtstreeks betalen aan de BTW-administratie. |
- | Indien de gemeente geen BTW-nummer heeft, dan betaalt de gemeente de BTW op deze factuur aan de DBFM-vennootschap. |
c) | Door de spreiding van de betaling staat de DBFM-vennootschap in voor de financiering van het project vermits de beschikbaarheidsvergoeding, die o.a. het bedrag van het geïnvesteerde kapitaal wedersamenstelt, periodiek betaald wordt. Het verstrekken van kredieten door het verlenen van uitstel van betaling tegen een vergoeding is vrijgesteld van BTW. Op de component financiering moet dus door de gemeente geen BTW betaald worden. |
7 | Bij het ondertekenen van de DBFM-overeenkomst gaat de DBFM-vennootschap een financiering aan waarbij de rentevoet voor de volledige duur van de overeenkomst vast ligt. Om die te kunnen waarborgen wordt gebruik gemaakt van een intrest rate swap (IRS) , een rente-afdekkingsinstrument. Wanneer het bedrag van de financiering in belangrijke mate wijzigt, dan dient dit instrument aangepast te worden. Daar waar de IRS vastgelegd werd op basis van de marktrente bij het ondertekenen van de DBFM-overeenkomst, gebeurt de aanpassing op basis van de marktrente op het ogenblik van de aanpassing ervan. Afhankelijk van de evolutie van de marktrente leidt dit tot een een positief (opbrengst) of negatief (kost) resultaat. In principe leidt een daling van de rente tot een kost en een stijging tot een opbrengst. Dit resultaat wordt in dezelfde mate gesubsidieerd als de intresten. |
Artikel 17 van de DBFM-overeenkomst bevat bepalingen waardoor de gevolgen van wetswijzigingen kunnen doorgerekend worden aan de inrichtende macht. De verlaging van het BTW-tarief per 01/01/2016 is dergelijke wetwijziging. De BTW is immers pas verschuldigd bij de terbeschikkingstelling van het gebouw. Dit heeft tot gevolg dat de DBFM-vennootschap voor de gebouwen ter beschikking gesteld vanaf 01/01/2016 slechts 6% BTW hoeft aan te rekenen. Die verlaging van het BTW-tarief noodzaakt de DBFM-vennootschap tot een herschikking van de IRS voor de overeenkomsten afgesloten voor 01/01/2016 en waarbij de oplevering en terbeschikkingstelling van de gebouwen na die datum gebeurt. De DBFM-vennootschap rekent de rehedgekost voor de aanpassing van de IRS door aan de inrichtende macht. |