STATUTEN- WIJZIGING FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING
STATUTEN- WIJZIGING FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING
PER 28 JUNI 2017
STATUTEN
INHOUDSOPGAVE
Deze statuten kennen de navolgende hoofdstukken:
HOOFDSTUK I: BEGRIPSBEPALINGEN, NAAM EN ZETEL 4
HOOFDSTUK II: DOEL, GRONDSLAG EN MIDDELEN 6
HOOFDSTUK III: ORGANEN 9
HOOFDSTUK IV: LIDMAATSCHAP 10
HOOFDSTUK V: BESTUUR 15
HOOFDSTUK VI: SECTORALE AFDELINGEN. NETWERKEN. LEDENPARLEMENT 20
HOOFDSTUK VII: CONGRES 28
HOOFDSTUK VIII: JAARREKENING. AUDITCOMMISSIE 29
HOOFDSTUK IX: STATUTENWIJZIGING EN ONTBINDING 31
HOOFDSTUK X: REGLEMENTEN 32
HOOFDSTUK XI: OVERIGE BEPALINGEN 33
3
HOOFDSTUK I.
BEGRIPSBEPALINGEN, NAAM EN ZETEL
ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN.
1.1 In deze statuten wordt verstaan onder:
a. “afgevaardigden”:
de afgevaardigden A en de afgevaardigden B;
b. “afgevaardigde A”:
een natuurlijke persoon die door een directe sectorale afdeling met inachtneming van het bepaalde in artikel 32 van deze statuten is verkozen in het ledenparlement;
c. “afgevaardigde B”:
een lid van een lid-rechtspersoon die door middel van een vergadervolmacht uitdrukkelijk afgevaardigd is als vertegenwoordiger van de desbetreffende lid-rechtspersoon;
d. het “algemeen bestuur”:
het bestuur van de FNV-vereniging, in de zin van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
e. de “auditcommissie”:
de commissie als bedoeld in de artikelen 41 en 42 van deze statuten;
f. “belet”:
belet in de zin van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waaronder begrepen de situatie dat de betreffende persoon schriftelijk heeft aangegeven dat sprake is van belet gedurende een bepaalde periode;
g. een “CAO”:
een collectieve arbeidsovereenkomst;
h. het “Congres”:
de bijeenkomst die openstaat voor daartoe uit te nodigen leden-natuurlijke personen en/of leden van de leden-rechtspersonen;
i. het “dagelijks bestuur”:
het daartoe door het ledenparlement benoemde deel van het algemeen bestuur;
j. een “directe sectorale afdeling”:
een door het ledenparlement op voorstel van het algemeen bestuur erkende organisatorische eenheid van leden-natuurlijke personen binnen de FNV-vereniging;
k. een “indirecte sectorale afdeling”: een lid-rechtspersoon;
l. de “FNV-vereniging”:
Federatie Nederlandse Vakbeweging, afgekort: FNV, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, statutair gevestigd te Utrecht en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40531840;
m. de “leden”:
de leden van de FNV-vereniging; daaronder zijn begrepen zowel leden-natuurlijke personen als leden-rechtspersonen;
n. een “lid-natuurlijke persoon”:
een natuurlijke persoon die lid is van de FNV-vereniging;
o. een “lid-rechtspersoon”:
een rechtspersoon die lid is van de FNV-vereniging;
p. het “ledenparlement”:
de algemene vergadering van de FNV-vereniging, bestaande uit de afgevaardigden;
q. een “levenspartner”:
een persoon met wie een (overleden) lid-natuurlijke persoon ten tijde van diens overlijden (i) was gehuwd of (ii) als partner was geregistreerd of (iii) een notarieel samenlevingscontract had of (iv) volgens de Gemeentelijke Basis Administratie langer dan twee (2) jaren samenwoonde, tenzij er sprake was van bloedverwantschap of (v) als gevolg van overmacht niet langer samenwoonde doch met wie hij volgens
4
de Gemeentelijke Basis Administratie gedurende zijn leven wel langer dan twee (2) jaren samenwoonde tenzij er sprake was van bloedverwantschap;
r. een “netwerk”:
een organisatorisch verband binnen de FNV-vereniging, niet zijnde een sectorale afdeling, waartoe leden- natuurlijke personen en/of leden van de leden-rechtspersonen behoren, die over gemeenschappelijke kenmerken beschikken en/of woonachtig zijn in hetzelfde gebied (lokaal netwerk als bedoeld in artikel 30a) en/of een gemeenschappelijk doel nastreven;
s. “schriftelijk”:
bij brief, telefax, e-mail, of door een op andere wijze langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, mits de identiteit van de verzender met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld;
t. een “sectorale afdeling”:
een directe sectorale afdeling dan wel indirecte sectorale afdeling;
u. een “subsector”:
een door een directe sectorale afdeling erkende organisatorische eenheid van leden-natuurlijke personen binnen een directe sectorale afdeling;
v. de “vergadering van Afgevaardigden van Directe Sectorale Afdelingen”: de vergadering, bestaande uit de afgevaardigden A in het ledenparlement;
w. de “Vergadering van leden-rechtspersonen”: de vergadering van leden-rechtspersonen;
x. “werkenden”:
(i) personen die op basis van een arbeidsovereenkomst of aanstelling arbeid verrichten, (ii) personen die als zelfstandige werkzaam zijn en (iii) andere (categorieën van) natuurlijke personen die daartoe door het algemeen bestuur onder goedkeuring van het ledenparlement zijn aangewezen;
y. “niet-werkenden”:
(i) personen die een opleiding volgen of stagiaire zijn, (ii) uitkeringsgerechtigden, (iii) niet-uitkerings- gerechtigden die geen werkenden zijn, (iv) gepensioneerden en (v) andere (categorieën van) natuurlijke personen die daartoe door het algemeen bestuur onder goedkeuring van het ledenparlement zijn aangewezen.
1.2 Tenzij de context anders impliceert, omvat het mannelijk geslacht mede het vrouwelijk geslacht en omvat de definitie van iedere term in het enkelvoud mede het meervoud (en vice versa).
1.3 Verwijzingen naar artikelen verwijzen naar artikelen van deze statuten, tenzij het tegendeel blijkt.
ARTIKEL 2. NAAM.
2.1 De vereniging draagt de naam: Federatie Nederlandse Vakbeweging, afgekort: FNV.
2.2 De FNV-vereniging werd op achttien december negentienhonderdvijfenzeventig opgericht door het Nederlands Katholiek Vakverbond (NKV) en het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV) als federatie van beide vakcentrales.
Per één januari negentienhonderdzesenzeventig ving de FNV-vereniging haar werkzaamheden aan.
Op negenentwintig september negentienhonderdéénentachtig werd het besluit genomen de FNV-vereniging per één januari negentienhonderdtweeëntachtig volledig in de plaats te doen treden van de hiervoor genoemde vakcentrales NKV en NVV, toen deze besloten tot ontbinding en de FNV-vereniging aanwezen
als hun rechtsopvolger.
ARTIKEL 3. ZETEL.
De FNV-vereniging heeft haar zetel in de gemeente Utrecht.
5
HOOFDSTUK II. DOEL, GRONDSLAG EN MIDDELEN
ARTIKEL 4. DOELSTELLINGEN.
4.1 De FNV-vereniging stelt zich ten doel het in stand houden en uitbouwen van een democratische samen- leving, in welke de vrijheid van onderhandelen van de vakbeweging van werkenden en niet-werkenden is gewaarborgd. De FNV-vereniging wil in het algemeen de materiële en immateriële belangen behartigen van werkenden en niet-werkenden. De FNV-vereniging behartigt in het bijzonder de belangen van haar leden, georganiseerd in sectorale afdelingen en netwerken, wat mede omvat het behartigen van de belangen van haar leden als belanghebbenden bij pensioenfondsen alsmede het verstrekken van informatie en adviezen aan de overheid waaronder de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het voeren van procedures voor de geschillencommissie, beiden zoals bedoeld in de Auteurswet.
4.2 Ter verwezenlijking van haar doelstellingen ziet de FNV-vereniging het als haar taak, het navolgende te bevorderen:
a. democratisering van het maatschappelijk leven in al zijn onderdelen en op elk niveau, zodat iedere uitoefening van macht is gebonden aan verantwoordingsplicht tegenover de betrokkenen;
b. zeggenschap van werknemers over de ondernemingen en instellingen waarvan zij deel uitmaken, met inachtneming van de grenzen die de samenleving moet stellen aan het doen en laten van ondernemingen en instellingen;
c. het recht van een ieder op maatschappelijke participatie;
d. het recht van een ieder op zinvolle betaalde arbeid die zoveel mogelijk aansluit op ieders persoonlijke belangstelling en capaciteiten;
e. arbeidsomstandigheden die getuigen van respect voor de menselijke waardigheid;
f. een rechtvaardige verdeling van inkomens en vermogens;
g. sociale zekerheid voor allen, ter waarborging van een menswaardig bestaan;
h. onderwijs, scholing en vorming voor een ieder, met het oog op een volwaardig persoonlijk en maatschappelijk functioneren;
i. het recht van vrijheid van meningsuiting en het recht op informatie;
j. een maatschappelijk verantwoorde en zinvolle productie van en voorziening met goederen en diensten;
k. een verantwoorde omgang met de natuurlijke hulpbronnen en de natuurlijke omgeving, in het besef van hun kwetsbaarheid en eindigheid;
l. het recht van een ieder op een geestelijk en lichamelijk gezond woon- en leeffilimaat.
4.3 De FNV-vereniging heeft geen winstoogmerk.
ARTIKEL 5. GRONDSLAG.
5.1 De FNV-vereniging laat zich bij haar doelstellingen en werkzaamheden leiden door de fundamentele waarden van gelijkwaardigheid van alle mensen, van vrijheid, rechtvaardigheid en solidariteit. Zij gaat daarbij uit van de democratische beginselen en van de grondrechten, zoals die zijn neergelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
5.2 De FNV-vereniging erkent de betekenis die geloof en levensovertuiging hebben als bron van inspiratie voor vakbewegingsactiviteiten.
5.3 De FNV-vereniging hanteert als uitgangspunt (internationale) solidariteit tussen werkenden onderling, tussen niet-werkenden onderling en tussen werkenden en niet-werkenden.
ARTIKEL 6. AMBITIES. SOLIDARITEIT.
6.1 De FNV-vereniging streeft naar een internationale democratische samenleving die zich kenmerkt door welzijn voor allen, een rechtvaardige verdeling van arbeid, welvaart en macht, spreiding van kennis en door een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de handhaving van de vrede.
6.2 De FNV-vereniging gaat uit van solidariteit met de ontwikkelingslanden en aanvaardt – met inachtneming van de door haar geformuleerde nationale doelstellingen – de daaruit voortvloeiende verplichtingen.
6.3 De FNV-vereniging stelt zich achter een sociaal en democratisch Europa.
6
ARTIKEL 7. WETTIGE EN DEMOCRATISCHE WEG.
7.1 De FNV-vereniging zal haar ambities en doelstellingen realiseren langs wettige en democratische weg.
7.2 De FNV-vereniging hanteert diversiteit, pluriformiteit en representativiteit als basis principes bij de samenstelling van alle organen en andere werkverbanden, bij beleid, werkwijze en besluitvorming.
ARTIKEL 8. MIDDELEN. BEVOEGDHEID CAO.
8.1 Tot de middelen waarmee de FNV-vereniging boven-sectoraal (betrekking hebbende op alle sectorale afdelingen en netwerken gezamenlijk) zijn doelstellingen realiseert, behoren:
a. het streven naar eenheid in sectorale afdelingen overstijgende, lokale, regionale, nationale, Europese en internationale zaken;
b. het bevorderen van een doelmatige opbouw van de vakbeweging op lokaal, regionaal, nationaal, Europees en internationaal terrein;
c. het geven van steun en voorlichting aan, alsmede het coördineren van de werkzaamheden van de leden binnen directe sectorale afdelingen en netwerken;
d. het bevorderen van lokale, regionale, nationale, Europese en internationale samenwerking tussen de directe sectorale afdelingen en netwerken;
e. het oprichten en in stand houden van verenigingen, diensten en instellingen ten dienste van de leden en kaderleden van de FNV-vereniging en voor werkzaamheden op sociaal-economisch gebied;
f. het uitgeven van al of niet digitale periodieken en andere geschriften alsmede het voeren in woord en geschrift van propaganda voor de grondslag en doelstellingen van de directe sectorale afdelingen en netwerken;
g. het beleggen van vergaderingen en andere bijeenkomsten;
h. het houden van ledenraadplegingen, waaronder een referendum;
i. de vertegenwoordiging van de FNV-vereniging in die lokale, regionale, nationale en internationale organisaties waar dat voor de belangen van de leden nuttig is, alsmede het deelnemen in of het toezicht houden op andere organisaties, indien dat bevorderlijk is voor het bereiken van de na te streven doel- stellingen;
j. het plegen van overleg en het sluiten van overeenkomsten met organisaties van werkgevers, met overheidsorganisaties en met andere instellingen;
k. het organiseren van (internationale) solidariteit;
l. het ondersteunen van vakbonden in landen waar die het moeilijk hebben;
m. alle andere wettige middelen die, in overeenstemming met de uitgangspunten van de FNV-vereniging, voor het verwezenlijken van haar doelstellingen bevorderlijk kunnen zijn.
8.2 Tot de middelen waarmee de FNV-vereniging zijn doelstellingen realiseert, voor zover die doelen specifiek betrekking hebben op directe sectorale afdelingen en netwerken, behoren;
a. organisatie en belangenbehartiging van werkenden en niet-werkenden onder andere door zichtbaar aanwezig te zijn op de werkvloer;
b. het samenwerken en/of overleg plegen met andere organisaties van werkenden en/of niet-werkenden, zowel nationaal als internationaal, met organisaties van werkgevers, overheden en overheidsinstellingen en met andere instellingen op sociaal-economisch, cultureel en vaktechnisch terrein;
c. zich te doen vertegenwoordigen in alle organisaties, instellingen, verenigingen en dergelijke – ook internationaal – waar dit in het belang van de leden-natuurlijke personen nodig geacht wordt;
d. het streven naar zo gunstig mogelijke arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden voor de leden- natuurlijke personen behorende tot de directe sectorale afdelingen, alsmede de vastlegging daarvan bij voorkeur in CAO’s;
e. het gebruik van collectieve actiemiddelen waaronder werkstaking;
f. het vormen van en/of deelnemen aan fondsen ten dienste aan of ten behoeve van de leden-natuurlijke personen;
g. het oprichten van, het deelnemen in en het samenwerken met rechtspersonen en het in stand houden van ondernemingen ten behoeve van dienstverlening aan leden en kaderleden en voor werkzaamheden op sociaal economisch gebied;
h. het doen instellen van vorderingen in rechte tot het naleven van wetten, verordeningen en CAO’s en
7
dergelijke ten behoeve van de leden-natuurlijke personen;
i. het zo nodig zelfstandig voeren van gerechtelijke procedures ter bescherming van de belangen van
leden-natuurlijke personen of groepen daarvan, dan wel ter bescherming van de belangen van werkenden en/of niet-werkenden of groepen van werkenden en/of niet-werkenden in het algemeen, waaronder het voeren van een groepsactie, als bedoeld in artikel 3:305a Burgerlijk Wetboek;
j. het beleggen van vergaderingen en andere bijeenkomsten;
x. het bevorderen van het proces van politieke bewustwording;
l. het uitgeven van één of meer al of niet digitale periodieken, alsmede het voeren in woord en geschrift van propaganda voor grondslag en doelstellingen van de directe sectorale afdelingen en netwerken;
m. het ter hand nemen en bevorderen van scholings- en vormingswerk ten behoeve van de leden-natuurlijke personen;
n. het houden van ledenraadplegingen, waaronder een referendum;
o. alle andere wettige middelen, welke in overeenstemming met de grondslag van de FNV-vereniging aan het bereiken van haar doelstellingen bevorderlijk kunnen zijn.
8.3 De FNV-vereniging is bevoegd tot het aangaan van sociale plannen en collectieve overeenkomsten ten behoeve van haar leden-natuurlijke personen die behoren tot de directe sectorale afdelingen, waaronder expliciet begrepen CAO’s.
8
HOOFDSTUK III. ORGANEN
ARTIKEL 9. ORGANEN.
De FNV-vereniging kent de volgende organen:
a. het bestuur, zijnde een algemeen bestuur, waarvan onderdeel uitmaakt een dagelijks bestuur;
b. het ledenparlement;
c. de auditcommissie;
d. de vergadering van Afgevaardigden van Directe Sectorale Afdelingen; en
e. de Vergadering van leden-rechtspersonen.
9
HOOFDSTUK IV. LIDMAATSCHAP
ARTIKEL 10. LEDEN.
10.1 Leden van de FNV-vereniging kunnen zijn:
a. iedere vereniging van werkenden en/of niet-werkenden, welke voldoet aan de kwaliteitseisen die zijn opgenomen in een krachtens deze statuten vast te stellen reglement “nieuwe leden”;
b. werkenden;
c. niet-werkenden; en
d. alle andere rechtspersonen die door het ledenparlement – onder daartoe door het algemeen bestuur onder goedkeuring van het ledenparlement te stellen voorwaarden – worden toegelaten als lid.
Het algemeen bestuur kan onder goedkeuring van het ledenparlement besluiten aan een lid ontheffing te verlenen voor de aan het lidmaatschap gestelde kwaliteitseisen, een en ander onder eventueel daaraan te stellen voorwaarden.
10.2 Het lidmaatschap van de FNV-vereniging is persoonlijk en derhalve niet voor overdracht vatbaar. Overgang van het lidmaatschap krachtens erfrecht is niet mogelijk, evenwel met uitzondering van de over-
gang van het lidmaatschap naar de levenspartner van een overleden lid indien en voor zover die levenspart- ner niet zelf in loondienst werkzaam is. Indien en voor zover het lidmaatschap van een overleden lid inge- volge het bepaalde in de vorige volzin overgaat naar een aldaar omschreven persoon, zijn ten aanzien van deze persoon de kwaliteitseisen als bedoeld in het vorige lid niet van toepassing.
10.3 Het lidmaatschap van een rechtspersoon die door fusie of splitsing ophoudt te bestaan, gaat, onder de voor- waarde dat het algemeen bestuur hieraan zijn goedkeuring verleent, over op de verkrijgende rechtspersoon onderscheidenlijk overeenkomstig de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving over op één van de ver- krijgende rechtspersonen.
ARTIKEL 11. LIDMAATSCHAP VAN RECHTSPERSONEN. AANVRAAG, TOELATING EN AANVANG.
11.1 Een rechtspersoon die lid wenst te worden van de FNV-vereniging dient daartoe een schriftelijke aanvraag
in bij het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur kan de betreffende rechtspersoon eerst toelaten nadat hiertoe voorafgaand inhoudelijk advies is ingewonnen bij de betreffende sectorale afdeling of de betreffende lid-rechts- persoon, indien en voor zover sprake is van overlapping van het werkterrein van de betreffende sectorale afde- ling of van de betreffende lid-rechtspersoon met het werkterrein van het lid rechtspersoon die het lidmaatschap heeft aangevraagd. Voorts kan de betreffende rechtspersoon slechts worden toegelaten als hij voldoet aan de kwaliteitseisen als bedoeld in artikel 10.1, tenzij daarvoor ontheffing is verleend als aldaar omschreven.
11.2 Het algemeen bestuur is verplicht om binnen een termijn van vier (4) weken na ontvangst van de aanvraag een schriftelijk advies omtrent de aanvraag tot toelating als lid uit te brengen aan het ledenparlement.
11.3 Het ledenparlement beslist binnen drie (3) maanden na ontvangst van het advies van het algemeen bestuur over de toelating van de desbetreffende rechtspersoon. Het algemeen bestuur voegt het schriftelijk advies als bedoeld in artikel 11.2 toe aan de vergaderstukken voor deze vergadering
11.4 In geval van niet-toelating tot het lidmaatschap heeft de desbetreffende rechtspersoon geen mogelijkheid tot het instellen van beroep.
11.5 Het lidmaatschap vangt aan op de datum als vermeld in het besluit van het ledenparlement om de rechts- persoon toe te laten als lid.
11.6 Onverminderd het bepaalde in de leden 1 tot en met 5 van dit artikel is het algemeen bestuur, gehoord het ledenparlement, bevoegd een rechtspersoon de status van aspirant-lid toe te kennen, indien daartoe door
of namens de FNV-vereniging met het desbetreffende aspirant-lid-rechtspersoon een intentie-overeenkomst is ondertekend. Een aspirant-lid-rechtspersoon kent slechts die bevoegdheden die uitdrukkelijk krachtens de statuten, het reglement “nieuwe leden” of een ander reglement zijn toegekend.
ARTIKEL 12. LIDMAATSCHAP VAN NATUURLIJKE PERSONEN. AANVRAAG, TOELATING EN AANVANG.
12.1 Een natuurlijke persoon die zelf geen lid is van een lid-rechtspersoon en die lid wenst te worden van de FNV-vereniging dient daartoe een schriftelijke aanvraag in bij het algemeen bestuur.
12.2 Het algemeen bestuur beslist in dat geval over de toelating van natuurlijke personen als lid van de FNV-vereniging.
10
12.3 Nadere regels omtrent het doen van een schriftelijke aanvraag door alsmede de toelating van natuurlijke personen worden bij reglement vastgesteld door het algemeen bestuur.
12.4 Indien een natuurlijke persoon echter reeds lid is van een lid-rechtspersoon, wordt in geval van een aanvraag door of namens de desbetreffende natuurlijke persoon het lidmaatschap van de FNV-vereniging van rechts- wege verkregen, dat wil zeggen zonder dat daartoe een uitdrukkelijke toelating door het algemeen bestuur is vereist, tenzij de aanvraag namens de desbetreffende natuurlijke persoon is gedaan en deze schriftelijk aan- geeft geen lid te willen worden van de FNV-vereniging en de statuten van de desbetreffende lid-rechtsper- soon deze mogelijkheid bieden.
12.5 Indien (i) een natuurlijke persoon bij een lid-rechtspersoon een aanvraag indient om lid te worden van de desbetreffende lid-rechtspersoon en (ii) een dergelijke aanvraag blijkens de statuten van de desbetreffende lid-rechtspersoon tevens moet worden aangemerkt als een aanvraag om lid te worden van de FNV- vereniging, wordt het lidmaatschap van de FNV-vereniging van rechtswege verkregen op het moment dat hij wordt toegelaten als lid van de lid-rechtspersoon, dat wil zeggen zonder dat daartoe een uitdrukkelijke toelating door het algemeen bestuur is vereist, tenzij de desbetreffende natuurlijke persoon schriftelijk aangeeft geen lid te willen worden van de FNV-vereniging en de statuten van de desbetreffende lid-rechts- persoon deze mogelijkheid bieden.
12.6 In geval van niet-toelating als lid kan de betrokkene binnen een bij reglement te stellen termijn bij het ledenparlement tegen de beslissing tot niet-toelating in beroep komen. Het ledenparlement kan alsnog tot toelating besluiten.
12.7 Het lidmaatschap vangt aan:
a. in de gevallen als bedoeld in artikel 12.4 en 12.5: op de datum waarop de aanvraag is ontvangen door het algemeen bestuur;
b. in de overige gevallen: op de datum als vermeld in het besluit van het algemeen bestuur respectievelijk het ledenparlement om de natuurlijke persoon toe te laten als lid.
ARTIKEL 13. WIJZIGINGEN IN DE STATUTEN VAN LEDEN-RECHTSPERSONEN.
Een lid-rechtspersoon is verplicht om in geval van een voorgenomen wijziging van haar statuten, een afschrift van het voorstel waarin de voorgenomen wijziging woordelijk is opgenomen, ter informatie toe te zenden aan het alge- meen bestuur.
ARTIKEL 14. LEDENREGISTER.
14.1 Het algemeen bestuur houdt – met inachtneming van het bepaalde in de Wet bescherming persoonsgegevens
– een register, waarin de namen, adressen, geboortedata, betalingsgegevens, werkgever, eventuele bedrijfs- gegevens, alsmede eventuele elektronische gegevens van alle leden zijn opgenomen. Het ledenregister kan in digitale vorm worden aangehouden.
14.2 Ieder lid is verplicht om aan de FNV-vereniging:
a. schriftelijk opgave te doen van de gegevens als bedoeld in lid 1en de wijzigingen daarin;
b. indien het betrokken lid-natuurlijke persoon (i) zijn adres en eventuele elektronische gegevens en de wijzigingen daarin niet wenst op te geven én (ii) tevens lid is van een lid-rechtspersoon: schriftelijk opgave te doen van zijn lidmaatschap van de desbetreffende lid-rechtspersoon. Indien het lid-natuurlijke persoon ophoudt lid te zijn van de desbetreffende lid-rechtspersoon dan wel de lid-rechtspersoon ophoudt lid te zijn van de FNV-vereniging, geldt voor het desbetreffende lid de verplichting als bedoeld in artikel 14.2 onder a.
14.3 Indien een lid gebruik wenst te maken van de mogelijkheid als bedoeld in artikel 14.2 onder b., geschieden oproepingen en andere bekendmakingen aan dit lid via de lid-rechtspersoon waarvan hij lid is.
14.4 Beëindiging van het lidmaatschap wordt door het algemeen bestuur aangetekend in het ledenregister, onder vermelding van de datum van de beëindiging.
14.5 De FNV-vereniging en ieder lid-rechtspersoon zijn over en weer verplicht om elkaar op de hoogte stellen van wijzigingen in de gegevens van de personen die lid zijn van zowel de FNV-vereniging als de desbetreffende lid-rechtspersoon, indien en voor zover deze gegevens zijn geregistreerd bij zowel de FNV-vereniging als de desbetreffende lid-rechtspersoon.
11
14.6 De gegevens van de leden die tevens lid zijn van een lid-rechtspersoon zullen slechts na toestemming van de desbetreffende lid-rechtspersoon worden gebruikt voor andere doeleinden dan waartoe de FNV-vereniging op grond en met inachtneming van de wet, de statuten of krachtens de statuten bevoegd is.
14.7 Het bepaalde in dit artikel alsmede andere onderwerpen met betrekking tot ledengegevens, waaronder begrepen maar niet beperkt tot de registratie, verstrekking en bescherming daarvan, kan nader worden uitgewerkt in een reglement inzake registratie en bescherming ledengegevens.
ARTIKEL 15. SCHORSING VAN EEN LID-RECHTSPERSOON.
15.1 Het ledenparlement is bevoegd een lid-rechtspersoon te schorsen, indien:
a. deze lid-rechtspersoon in strijd met de statuten, reglementen en/of besluiten van (het algemeen bestuur respectievelijk dagelijks bestuur van) de FNV-vereniging handelt; en/of
b. de FNV-vereniging op onredelijke wijze door deze lid-rechtspersoon wordt benadeeld.
15.2 Voorstellen tot schorsing kunnen, mits schriftelijk en gemotiveerd, worden gedaan door:
a. sectorale afdelingen; en
b. het algemeen bestuur.
Dergelijke voorstellen worden door het algemeen bestuur bij het ledenparlement aan de orde gesteld.
15.3 Het algemeen bestuur deelt het besluit tot schorsing binnen vijf (5) werkdagen na de dag waarop het besluit tot schorsing is genomen – onder vermelding van de reden(en) en per aangetekende brief – mede aan de des- betreffende lid-rechtspersoon.
15.4 Gedurende de schorsing kan de desbetreffende lid-rechtspersoon geen van de aan het lidmaatschap van de FNV-vereniging verbonden vergaderrechten uitoefenen, met uitzondering van de rechten die verband hou- den met de behandeling van het besluit tot schorsing respectievelijk een eventueel op de schorsing volgend besluit tot ontzetting.
15.5 De schorsing eindigt na drie (3) maanden, te rekenen vanaf de datum waarop zij wordt uitgesproken, of zoveel eerder als zij binnen die termijn wordt opgeheven door het ledenparlement. Na afloop van de vorenbe- doelde termijn van drie (3) maanden kan geen voorstel tot ontzetting worden gedaan op grond van de feiten die tot de schorsing hebben geleid. Indien binnen de bedoelde termijn een voorstel tot ontzetting is gedaan, en dit wordt verworpen, vervalt de schorsing met ingang van de datum waarop het voorstel werd afgewezen.
15.6 Xxxxxxx xxx xxxxxxxxx is het lid-rechtspersoon verplicht haar leden van deze schorsing en de gevolgen daar- door voor de dienstverlening aan haar leden, te informeren.
ARTIKEL 16. SCHORSING VAN EEN LID-NATUURLIJKE PERSOON.
16.1 Het algemeen bestuur van de FNV-vereniging is bevoegd een lid-natuurlijke persoon te schorsen, indien:
a. dit lid-natuurlijke persoon in strijd met de statuten, reglementen en/of besluiten van (het algemeen bestuur respectievelijk dagelijks bestuur van) de FNV-vereniging handelt; en/of
b. de FNV-vereniging op onredelijke wijze door dit lid-natuurlijke persoon wordt benadeeld.
16.2 Het algemeen bestuur deelt het besluit tot schorsing binnen vijf (5) werkdagen na de dag waarop het besluit tot schorsing is genomen – onder vermelding van de reden(en) en per aangetekende brief – mede aan de des- betreffende lid-natuurlijke persoon.
16.3 Gedurende de schorsing kan de desbetreffende lid-natuurlijke persoon geen van de aan het lidmaatschap van de FNV-vereniging verbonden vergaderrechten uitoefenen, met uitzondering van de rechten die verband houden met de behandeling van het besluit tot schorsing respectievelijk een eventueel op de schorsing volgend besluit tot ontzetting.
16.4 Een schorsing als lid houdt, indien een lid tevens afgevaardigde is, ook een schorsing als afgevaardigde in.
16.5 De schorsing eindigt na drie (3) maanden, te rekenen vanaf de datum waarop zij wordt uitgesproken, of zoveel eerder als zij binnen die termijn wordt opgeheven door het algemeen bestuur. Na afloop van de voren- bedoelde termijn van drie (3) maanden kan geen voorstel tot ontzetting worden gedaan op grond van de feiten die tot de schorsing hebben geleid. Indien binnen de bedoelde termijn een voorstel tot ontzetting is gedaan, en dit wordt verworpen, vervalt de schorsing met ingang van de datum waarop het voorstel werd afgewezen.
12
ARTIKEL 17. EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP.
17.1 Het lidmaatschap eindigt:
a. door de dood van het lid, onverminderd het bepaalde in artikel 10.2;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de FNV-vereniging;
d. door ontzetting (‘royement’).
17.2 Een besluit tot opzegging door de FNV-vereniging kan alleen worden genomen, indien:
a. een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld, te voldoen, waaronder begrepen de kwaliteitseisen als bedoeld in artikel 10.1;
b. wanneer hij zijn verplichtingen jegens de FNV-vereniging niet nakomt;
c. een lid de FNV-vereniging op onredelijke wijze benadeelt; en/of
d. redelijkerwijs van de FNV niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
17.3 Een besluit tot ontzetting kan alleen worden genomen wanneer een lid in strijd met de statuten, reglemen- ten of besluiten van de FNV-vereniging handelt, of de FNV-vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
17.4 Opzegging door de FNV-vereniging geschiedt:
a. met betrekking tot rechtspersonen: door het ledenparlement op voorstel van het algemeen bestuur; en
b. met betrekking tot leden-natuurlijke personen: door het algemeen bestuur.
17.5 Opzegging van het lidmaatschap door een lid-natuurlijke persoon kan slechts schriftelijk geschieden tegen het einde van een kalendermaand met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste drie (3) maanden. Echter, het lidmaatschap kan onmiddellijk worden beëindigd indien van het lid-natuurlijke persoon redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
17.6 Opzegging van het lidmaatschap door een lid-rechtspersoon kan slechts per aangetekende brief geschieden tegen het einde van een kalendermaand met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste drie
(3) maanden. Echter, het lidmaatschap kan onmiddellijk worden beëindigd indien van de lid-rechtspersoon redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
17.7 Opzegging van het lidmaatschap door de FNV-vereniging kan slechts schriftelijk geschieden tegen het einde van een kalendermaand met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste zes (6) maanden. Echter, het lidmaatschap kan onmiddellijk worden beëindigd indien van de FNV-vereniging redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
17.8 Een opzegging in strijd met het bepaalde in de artikelen 17.5 tot en met 17.7, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
17.9 Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen één maand nadat hem een besluit
is medegedeeld tot omzetting van de FNV-vereniging in een andere rechtsvorm of tot fusie of splitsing in de zin van Titel 7, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
17.10 Een lid kan voorts zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen, binnen één maand nadat hem een besluit, waarbij zijn rechten zijn beperkt, of wel zijn verplichtingen ten opzichte van de FNV-vereniging zijn verzwaard, bekend is geworden of medegedeeld. Het besluit is alsdan niet op hem van toepassing. In afwij- king van het bovenstaande vormt een besluit tot verzwaring of beperking van de geldelijke rechten en ver- plichtingen van de leden geen grond voor opzegging van zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang. Een der- gelijk besluit blijft derhalve op hem van toepassing.
17.11 Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt:
a. met betrekking tot rechtspersonen: door het ledenparlement op voorstel van het algemeen bestuur; en
b. met betrekking tot leden-natuurlijke personen: door het algemeen bestuur.
17.12 Het algemeen bestuur deelt het besluit tot opzegging door de FNV-vereniging respectievelijk ontzetting zo spoedig mogelijk na de dag waarop het besluit tot opzegging respectievelijk ontzetting is genomen – onder vermelding van de reden(en) en per aangetekende brief – mede aan het desbetreffende lid.
17.13 Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap van een lid-natuurlijke persoon door de FNV-vereniging op grond dat de desbetreffende lid-natuurlijke persoon zijn verplichtingen jegens de FNV-vereniging niet nakomt, alsook dat redelijkerwijs van de FNV-vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting lidmaatschap van een lid-natuurlijke persoon uit het lidmaat- schap staat de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op het ledenparlement. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van
13
redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst,
met dien verstande evenwel dat het geschorste lid het recht heeft in het ledenparlement waarin het in dit lid bedoelde beroep wordt behandeld het woord te voeren en gehoord te worden.
17.14 Bij het eindigen van het lidmaatschap verliest het betrokken lid alle aan dat lidmaatschap verbonden rechten, waaronder begrepen alle aanspraken jegens de FNV-vereniging, haar fondsen, diensten en instellingen, die door het lid aan het lidmaatschap konden worden ontleend.
17.15 Bij reglement kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de behandeling van beroep omtrent ontzetting van een lid-natuurlijke persoon en beroep omtrent opzegging van het lidmaatschap van een lid-natuurlijke persoon door de FNV-vereniging.
17.16 Een besluit tot schorsing, als bedoeld in artikel 15, dan wel een besluit tot ontzetting van een lid-rechtsper- soon wordt niet door het ledenparlement genomen dan nadat een daartoe door het ledenparlement in te stellen onaffiankelijke commissie advies aan het ledenparlement heeft uitgebracht. Bij reglement kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de samenstelling en werkwijze van deze onaffiankelijke commissie.
17.17 De FNV-vereniging draagt er zorg voor dat de leden de voor opzegging van het lidmaatschap noodzakelijke informatie eenvoudig kunnen raadplegen. De informatie wordt in ieder geval opvallend vermeld op de hoofd- pagina van de website en op bladzijde 1, 2 of 3 van het ledenblad.
ARTIKEL 18. JAARLIJKSE RESPECTIEVELIJK MAANDELIJKSE BIJDRAGEN. VERBINTENISSEN.
18.1 Maandelijkse bijdragen van leden-rechtspersonen.
Ieder lid-rechtspersoon is gehouden tot het betalen van een maandelijkse bijdrage (voor de algemene taken van de FNV-vereniging), vermenigvuldigd met het bij de desbetreffende lid-rechtspersoon geregistreerde ledental, te berekenen per de laatste maandag van de maand voorafgaand aan de maand van betaling. Ieder lid-rechtspersoon is verplicht om eenmaal per maand op een door de FNV-vereniging te verstrekken formulier een nauwkeurige opgave te doen van het ledental, te berekenen per de laatste maandag van de voorafgaande maand.
De maandelijkse bijdrage als bedoeld in de eerste volzin wordt op voorstel van het algemeen bestuur vastge- steld door het ledenparlement, bij een besluit genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen van de afgevaardigden A en een meerderheid van ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen van de afgevaardigden B, uitgebracht in een vergadering waarin ten minste de helft van de stemmen van alle in functie zijnde afgevaardigden A kunnen worden uitgebracht alsook ten minste de helft van de stemmen van alle in functie zijnde (afgevaardigden B van) leden- rechts- personen kunnen worden uitgebracht ,waarbij geldt dat ongeldige en/of blanco stemmen niet meetellen.
Alvorens het algemeen bestuur een voorstel tot vaststelling of wijziging van de maandelijkse bijdrage aan de het ledenparlement doet, heeft zij hierover overleg met de Vergadering van leden-rechtspersonen.
18.2 Maandelijkse/jaarlijkse bijdragen van leden-natuurlijke personen die niet tevens lid zijn van een lid-rechtspersoon.
Leden-natuurlijke personen die niet tevens lid zijn van een lid-rechtspersoon zijn gehouden tot het betalen van:
a. een maandelijkse bijdrage (voor de algemene taken van de FNV-vereniging) welke gelijk is aan de maandelijkse bijdrage als bedoeld in artikel 18.1, laatste volzin; alsmede
b. een additionele maandelijkse bijdrage (voor de overige taken van de FNV-vereniging), conform de contributieregeling die op voorstel van het algemeen bestuur wordt vastgesteld door de vergadering van Afgevaardigden van Directe Sectorale Afdelingen.
18.3 Geen maandelijkse/jaarlijkse bijdragen voor leden-natuurlijke personen die tevens lid zijn van een lid-rechtspersoon.
Leden-natuurlijke personen die tevens lid zijn van een lid-rechtspersoon zijn niet gehouden tot het betalen van een bijdrage (voor de algemene taken van de FNV-vereniging) respectievelijk een additionele bijdrage (voor de overige taken van de FNV-vereniging).
18.4 Ontheffing
Het algemeen bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.
18.5 Verbintenissen aan lidmaatschap
Het algemeen bestuur is, na daartoe verkregen toestemming van het ledenparlement, bevoegd verbintenis- sen aan het lidmaatschap te verbinden.
14
HOOFDSTUK V. BESTUUR
ARTIKEL 19. ALGEMEEN BESTUUR EN DAGELIJKS BESTUUR.
Het bestuur van de FNV-vereniging bestaat uit een algemeen bestuur, waarvan het dagelijks bestuur deel uitmaakt.
ARTIKEL 20. ALGEMEEN BESTUUR: SAMENSTELLING EN BENOEMING.
20.1 Het algemeen bestuur bestaat uit zeventien (17) leden.
20.2 Lid van het algemeen bestuur kunnen slechts zijn natuurlijke personen die:
a. lid van de FNV-vereniging en/of lid van een lid-rechtspersoon zijn;
b. een verklaring omtrent het gedrag (kunnen) overleggen en anderszins aan voorafgaand door het algemeen bestuur onder goedkeuring van het ledenparlement schriftelijk vast te stellen criteria voldoen;
c. niet in dienst zijn van de FNV-vereniging of een lid-rechtspersoon, tenzij het betreffende lid van het algemeen bestuur tevens deel uitmaakt van het dagelijks bestuur.
20.3 Het algemeen bestuur stelt een profielschets op voor het lidmaatschap van het algemeen bestuur. Deze profielschets behoeft de goedkeuring van het ledenparlement.
20.4 De leden van het algemeen bestuur worden zo spoedig mogelijk na het ontstaan van een vacature benoemd door het ledenparlement als volgt:
a. door sectorale afdelingen, netwerken en het algemeen bestuur kunnen kandidaten worden gesteld. Daarnaast kan ieder lid en ieder lid van een lid-rechtspersoon zich kandidaat stellen voor het voorzitter schap indien er sprake is van een vacature voor de voorzitter;
b. het ledenparlement stelt op voorstel van het algemeen bestuur een toetsingscommissie in van ten minste drie (3) leden, die de benoembaarheid van de kandidaten (waaronder begrepen de benoembaar- heid voor de functie van voorzitter) beoordeelt en de kandidatenlijst per vacature (waaronder uitdrukke- lijk begrepen die voor het voorzitterschap) opstelt. Leden van de toetsingscommissie worden door het ledenparlement op voordracht van het algemeen bestuur benoemd;
c. een persoon die – ondanks zijn kandidaatstelling – niet op de kandidatenlijst is geplaatst, kan binnen een daartoe door het algemeen bestuur vast te stellen termijn, een schriftelijk verzoek indienen bij het algemeen bestuur om hem of haar alsnog op de lijst te plaatsen. Het algemeen bestuur is verplicht dit verzoek zo spoedig mogelijk kenbaar te maken aan het ledenparlement, dat vervolgens uiterlijk in de vergadering waarin de benoeming ter voorziening in de vacature waarvoor de betreffende persoon zich kandidaat heeft gesteld aan de orde zal worden gesteld, kan besluiten de desbetreffende persoon alsnog op de kandidatenlijst te plaatsen;
d. vervolgens benoemt het ledenparlement personen voor de openstaande dan wel openvallende vacatures, waarbij i.) de algemeen secretaris en de penningmeester in functie worden benoemd en ii.) ten aanzien van de benoeming van de voorzitter van het algemeen bestuur het overigens in dit artikel ten aanzien van de benoeming van de voorzitter bepaalde in acht dient te worden genomen. In haar benoemingsbesluit stelt het ledenparlement tevens vast per welk moment de benoeming van kracht zal zijn.
20.5 De voorzitter van het algemeen bestuur wordt in functie benoemd door het ledenparlement, op voordracht van de leden-natuurlijke personen en de leden van de leden-rechtspersonen. De voordracht van de leden- natuurlijke personen en de leden van de leden-rechtspersonen zal worden bepaald aan de hand van een raad- plegend referendum ter zake de kandidaten die conform de procedure van artikel 20.4 op de kandidatenlijst zijn geplaatst.
Dit raadplegend referendum ter vaststelling van de voordracht zal na het afronden van de procedure van de kandidaatstellingen als bedoeld in lid 4 worden gehouden onder de leden-natuurlijke personen en de leden van de leden-rechtspersonen binnen een daartoe door het algemeen bestuur vast te stellen termijn. Het raadplegend referendum kan elektronisch plaatsvinden. De verdere procedure voor het houden van het voor- melde raadplegend referendum wordt vastgelegd in een reglement omtrent de verkiezing van de voorzitter.
20.6 Een voordracht van de leden-natuurlijke personen en de leden van de leden-rechtspersonen voor de voorzit- ter is bindend, indien zij tijdig is opgemaakt.
Het ledenparlement kan echter aan een bindende voordracht steeds het bindende karakter ontnemen bij een besluit genomen met ten minste een twee/derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen in een vergade- ring waarin ten minste twee/derde van het totaal aantal door alle afgevaardigden A en alle (afgevaardigden B
15
van) leden-rechtspersonen gezamenlijk uit te brengen stemmen, kunnen worden uitgebracht. Indien het ledenparlement het bindende karakter aan een voordracht ontneemt, dan:
a. zullen – in afwijking van de reguliere zittingstermijn van de afgevaardigden in het ledenparlement – binnen zes (6) maanden nadat het ledenparlement het bindende karakter aan de voordracht heeft ontnomen, nieuwe verkiezingen voor afgevaardigden in het ledenparlement worden gehouden, met inachtneming van het bepaalde in deze statuten;
b. zullen de zittende afgevaardigden in het ledenparlement in functie blijven tot het moment dat op grond van de voormelde nieuwe verkiezingen afgevaardigden in het ledenparlement zijn verkozen; en
x. xxx – nadat op grond van de voormelde nieuwe verkiezingen afgevaardigden in het ledenparlement zijn verkozen – met inachtneming van het bepaalde in dit artikel 20 een nieuwe voorzitter van het algemeen bestuur worden benoemd.
20.7 Een niet-voltallig algemeen bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
20.8 De vergoeding van leden van het algemeen bestuur wordt vastgesteld door het ledenparlement, op voorstel van het algemeen bestuur.
ARTIKEL 21. DAGELIJKS BESTUUR: SAMENSTELLING EN BENOEMING.
21.1 Het dagelijks bestuur bestaat uit zeven (7) leden, waaronder de voorzitter, de algemeen secretaris en de penningmeester.
21.2 Slechts leden van het algemeen bestuur kunnen lid van het dagelijks bestuur zijn.
21.3 De in artikel 20 lid 4 bedoelde toetsingscommissie beoordeelt de benoembaarheid van de kandidaten met betrekking tot een functie in het dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur stelt een profielschets op voor de leden van het dagelijks bestuur en stelt de specifieke eisen vast die gelden voor de door het ledenparlement in functie gekozen leden van het dagelijks bestuur als bedoeld in artikel 20.5. en artikel 21.5. Deze profielschets alsmede de vaststelling van de specifieke eisen per functie behoeven de goedkeuring van het ledenparlement.
21.4 Het ledenparlement kan slechts leden van het algemeen bestuur benoemen in de functie als lid van het dagelijks bestuur. Deze benoeming kan gelijktijdig plaatsvinden met de benoeming tot lid van het algemeen bestuur of op een later moment. In het laatste geval, zal de in artikel 20.4. bedoelde toetsingscommissie ter gelegenheid van het voornemen tot benoeming van de betreffende kandidaat in de functie als lid van het dagelijks bestuur een beoordeling doen voor diens benoembaarheid met betrekking tot die functie.
21.5 De voorzitter van het algemeen bestuur vervult de functie van voorzitter van het dagelijks bestuur. De voorzitter, algemeen secretaris en penningmeester zijn bij hun benoeming in functie van rechtswege benoemd als lid van het dagelijks bestuur.
21.6. Het algemeen bestuur kan voor elk lid van het dagelijks bestuur een vervanger uit het midden van het dagelijks bestuur aanwijzen. Daarnaast wijst het algemeen bestuur uit de leden van het dagelijks bestuur minimaal een tweetal vice-voorzitters aan, die in geval van afwezigheid van de voorzitter zijn functie vervullen.
ARTIKEL 22. ALGEMEEN BESTUUR EN DAGELIJKS BESTUUR: DEFUNGEREN EN SCHORSING.
22.1 Elk bestuurslid kan te allen tijde door het ledenparlement worden ontslagen of geschorst. Een besluit tot schorsing of ontslag van de voorzitter van het algemeen bestuur kan slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
22.2 Elk bestuurslid wordt voor vier (4) jaar benoemd en treedt af uiterlijk vier (4) jaar na zijn benoeming, tenzij het ledenparlement in een specifiek geval – al dan niet gedurende de zittingsperiode – anders besluit. Een aftredend bestuurslid is aansluitend ten hoogste tweemaal herbenoembaar.
Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt voor de desbetreffende benoemingsperiode op het rooster de plaats van zijn voorganger in.
22.3 Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt voorts:
a. door het niet langer voldoen aan de kwaliteitseisen als bedoeld in artikel 20.2;
b. door zijn overlijden;
c. door zijn bedanken;
16
d. doordat hij failliet wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de Faillissementswet;
e. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld.
ARTIKEL 23. ALGEMEEN BESTUUR EN DAGELIJKS BESTUUR: TAKEN EN BEVOEGDHEDEN.
23.1 Behoudens de beperkingen volgens de wet en de statuten is het algemeen bestuur belast met het besturen van de FNV-vereniging. Bij de vervulling van zijn taak richt het bestuur zich naar het belang van de FNV-vereniging.
23.2 Het dagelijks bestuur van de FNV-vereniging wordt door het algemeen bestuur toebedeeld aan de leden van het dagelijks bestuur.
De leden van het algemeen bestuur welke niet behoren tot het dagelijks bestuur houden toezicht op het beleid en de taakuitoefening van de leden van het dagelijks bestuur en houden toezicht op de algemene gang van zaken in de FNV-vereniging. De leden van het algemeen bestuur welke niet behoren tot het dage- lijks bestuur staan de leden van het dagelijks bestuur met raad terzijde.
23.3 Het algemeen bestuur heeft, onverminderd het overigens in deze statuten bepaalde, tot taak:
a. het vaststellen van het beleid van de FNV-vereniging en de kaders voor op lokaal, regionaal, nationaal en internationaal niveau in te nemen standpunten, voor zover het sectorale afdelingen overstijgende onderwerpen betreft;
b. het vaststellen van meerjarenplannen, het werkplan, de begroting en het jaarverslag alsmede het opmaken van de jaarrekening van de FNV-vereniging;
c. het bewaken van de grondslag en leidende principes van de FNV-vereniging.
23.4 Het dagelijks bestuur heeft voorts tot taak:
a. het ontwikkelen en uitvoeren van beleid, binnen de door het ledenparlement en het algemeen bestuur gestelde kaders;
b. het strategisch aansturen van de directe sectorale afdelingen en het toekennen van een budget aan ieder van deze directe sectorale afdelingen;
c. het aansturen van de directie van de werkorganisatie van de FNV-vereniging, op basis van een daartoe opgesteld directiestatuut.
23.5 Het algemeen bestuur kan bij een taakverdeling bepalen met welke taak iedere bestuurder meer in het bij- zonder zal zijn belast. De toezichthoudende taak van de leden van het algemeen bestuur welke niet behoren tot het dagelijks bestuur kan niet door een taakverdeling aan deze bestuurders worden ontnomen.
Het algemeen bestuur stelt op voorstel van het dagelijks bestuur de taakverdeling over de leden van het dagelijks bestuur vast en maakt deze kenbaar aan het ledenparlement en de auditcommissie.
23.6 Onverminderd het bepaalde in de wet en deze statuten, is het bestuur, ongeacht de onderlinge taakverde- ling, collegiaal verantwoordelijk voor het uitvoeren van zijn bestuurstaken.
23.7 Het algemeen bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, ver- vreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de FNV- vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt en tot vertegenwoordiging van de FNV-vereniging ter zake van deze handelingen.
23.8 Het algemeen bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het algemeen bestuur worden benoemd.
23.9. Onverminderd het overigens in deze statuten bepaalde, hebben de leden van het algemeen bestuur toegang tot alle vergaderingen van organen, eenheden, commissies, en werkgroepen van de FNV-vereniging en het recht daar het woord te voeren.
ARTIKEL 24. ALGEMEEN BESTUUR EN DAGELIJKS BESTUUR: BESLUITVORMING.
24.1 Ieder bestuurslid heeft één stem.
24.2 Van het verhandelde in elke vergadering van het algemeen bestuur respectievelijk het dagelijks bestuur wor- den door de algemeen secretaris notulen opgemaakt die in de eerstvolgende vergadering worden vastge- steld en ten blijke daarvan worden ondertekend door de algemeen secretaris en de voorzitter van de desbe- treffende vergadering.
17
24.3 Besluiten van het algemeen bestuur respectievelijk het dagelijks bestuur kunnen in plaats van in vergadering ook schriftelijk buiten vergadering worden genomen, mits het desbetreffende voorstel aan de desbetref- fende bestuursleden is voorgelegd en geen van hen zich tegen de desbetreffende wijze van besluitvorming verzet. Schriftelijke besluitvorming geschiedt door middel van schriftelijke verklaringen van alle in functie zijnde bestuursleden.
24.4 Een lid van het algemeen bestuur respectievelijk het dagelijks bestuur neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de FNV-vereniging en de met haar verbonden organisatie. Indien het algemeen bestuur respectie- velijk het dagelijks bestuur als gevolg daarvan geen besluit zou kunnen nemen, dan kan het besluit – wanneer het het dagelijks bestuur betreft – toch door het dagelijks bestuur worden genomen, mits zij daartoe vooraf- gaande schriftelijke goedkeuring van het algemeen bestuur heeft verkregen en – wanneer het het algemeen bestuur betreft – toch door het algemeen bestuur worden genomen, mits zij daartoe voorafgaande goedkeu- ring van het ledenparlement heeft verkregen.
24.5 Het algemeen bestuur respectievelijk het dagelijks bestuur zal bij reglement nadere regels kunnen vastleg- gen over het houden van vergaderingen respectievelijk de besluitvorming van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.
ARTIKEL 25. ALGEMEEN BESTUUR: VERTEGENWOORDIGING.
25.1 Het algemeen bestuur is bevoegd de FNV-vereniging te vertegenwoordigen. De bevoegdheid tot vertegen- woordiging komt mede toe aan twee (2) leden van het dagelijks bestuur, gezamenlijk handelend.
25.2 Het algemeen bestuur kan functionarissen met algemene of beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid (doen) aanstellen. Ieder van hen vertegenwoordigt de FNV-vereniging met inachtneming van de begrenzing aan zijn bevoegdheid gesteld. Hun titulatuur wordt door het algemeen bestuur bepaald.
25.3 In geval van een tegenstrijdig belang tussen de FNV-vereniging en een lid van het dagelijks bestuur wordt de FNV-vereniging vertegenwoordigd door twee andere leden van het dagelijks bestuur. In geval van een tegen- strijdig belang tussen de FNV-vereniging en een zodanig aantal leden van het dagelijks bestuur dat vertegen- woordiging door twee leden van het dagelijks bestuur niet mogelijk is, wordt de FNV-vereniging vertegen- woordigd door twee leden van het algemeen bestuur, niet zijnde een lid van het dagelijks bestuur, gezamenlijk handelend.
ARTIKEL 26. GOEDKEURING BESTUURSBESLUITEN DOOR HET LEDENPARLEMENT EN DE VERGADERING VAN AFGEVAARDIGDEN VAN DIRECTE SECTORALE AFDELINGEN.
26.1 Onverminderd de overige bevoegdheden die in deze statuten aan het ledenparlement zijn toegekend, zijn aan de goedkeuring van het ledenparlement onderworpen de besluiten van het algemeen bestuur omtrent:
a. het middellange termijnplan inzake het sectorale afdelingen overstijgende beleid;
b. de begroting en het jaarplan van de FNV-vereniging;
c. de kaders ten aanzien van:
(i) het actuele beleid en het daaruit voortvloeiende onderhandelingsmandaat voor het algemeen bestuur; en
(ii) het daadwerkelijke onderhandelingsresultaat.
26.2 Het ledenparlement is voorts bevoegd andere besluiten van het algemeen bestuur aan zijn goedkeuring te onderwerpen. Deze besluiten dienen duidelijk te worden omschreven en schriftelijk aan het algemeen bestuur te worden meegedeeld.
26.3 Onverminderd het elders in deze statuten bepaalde, zijn aan de goedkeuring van de vergadering van Afgevaardigden van Directe Sectorale Afdelingen onderworpen de besluiten van het algemeen bestuur omtrent:
a. het jaarlijkse werkplan en de begroting;
b. de algemene voorwaarden;
c. het kaderstatuut;
d. de personele kaders;
e. de financiële kaders;
f. de bestemming van het financieel resultaat,
alles voor zover het de directe sectorale afdelingen betreft.
18
Voorts is de vergadering van Afgevaardigden van Directe Sectorale Afdelingen bevoegd om – op hun aan- vraag of op voorstel van het algemeen bestuur –andere besluiten van het algemeen bestuur die de directe sectorale afdelingen aangaan, aan de goedkeuring van de vergadering van Afgevaardigden van Directe Sectorale Afdelingen te onderwerpen. Deze besluiten dienen duidelijk te worden omschreven en schriftelijk aan het algemeen bestuur te worden meegedeeld.
De vergadering van Afgevaardigden van Directe Sectorale Afdelingen stelt op voorstel van het algemeen bestuur bij reglement nadere regels vast voor de vergadering van Afgevaardigden van Directe Sectorale Afdelingen, waaronder expliciet begrepen een nadere uitwerking van de hiervoor onder a. tot en met g. ver- melde begrippen.
26.4 Het ontbreken van de goedkeuring van het ledenparlement respectievelijk de vergadering van Afgevaardigden van Directe Sectorale Afdelingen op een besluit als bedoeld in artikel 26.1, 26.2 respectieve- lijk 26.3 hiervoor tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het algemeen bestuur en zijn leden niet aan.
ARTIKEL 27. ONTSTENTENIS EN BELET.
In geval van ontstentenis of belet van een bestuurslid zijn de overblijvende bestuursleden tijdelijk met het besturen van de FNV-vereniging belast.
19
HOOFDSTUK VI. SECTORALE AFDELINGEN. NETWERKEN. LEDENPARLEMENT.
ARTIKEL 28. SECTORALE AFDELINGEN.
28.1 De FNV-vereniging kent:
a. directe sectorale afdelingen; en
b. indirecte sectorale afdelingen.
28.2 Een lid-rechtspersoon vormt op zichzelf een indirecte sectorale afdeling.
Het ledenparlement stelt, op voorstel van het algemeen bestuur, de directe sectorale afdelingen vast.
28.3 Ieder lid-natuurlijke persoon behoort tot één (1) directe sectorale afdeling en kan daarbinnen tot één (1) sub- sector behoren. Ten aanzien van ieder lid-natuurlijke persoon zal worden vastgesteld tot welke directe secto- rale afdeling hij behoort.
28.4 Een lid-natuurlijke persoon is bevoegd om schriftelijk aan het algemeen bestuur aan te geven tot welke directe sectorale afdeling hij behoort, evenwel met inachtneming van het bepaalde in artikel 32.2.
Indien van een lid-natuurlijke persoon niet bekend is tot welke directe sectorale afdeling hij behoort, is het algemeen bestuur bevoegd het desbetreffende lid-natuurlijke persoon in een directe sectorale afdeling in te delen. Een lid-natuurlijke persoon is voorts bevoegd om schriftelijk aan het algemeen bestuur opgave te doen indien hij bij een andere directe sectorale afdeling ingedeeld wenst te worden.
Het algemeen bestuur zal opgaven van een lid-natuurlijke persoon volgen tenzij daartegen zwaarwegende bezwaren bestaan.
28.5. Als een directe sectorale afdeling is verdeeld in één of meer subsectoren, dan behoort ieder lid-natuurlijke persoon dat tot de betreffende directe sectorale afdeling behoort tevens tot een subsector van die betref- fende directe sectorale afdeling en zal worden vastgesteld tot welke subsector hij behoort. Een lid-natuur- lijke persoon is bevoegd, om schriftelijk aan de organisatorische eenheid die daartoe is aangewezen in het in artikel 28.7 bedoelde reglement, aan te geven tot welke subsector hij behoort.
Als van een lid-natuurlijke persoon niet bekend is tot welke subsector hij behoort, dan is de betreffende orga- nisatorische eenheid bevoegd het desbetreffende lid-natuurlijke persoon in een subsector in te delen. Een
lid-natuurlijke persoon is verder bevoegd om schriftelijk aan de betreffende organisatorische eenheid opgave te doen als hij bij een andere subsector ingedeeld wenst te worden.
Vorenbedoelde organisatorische eenheid zal opgaven van een lid-natuurlijke persoon volgen tenzij daartegen zwaarwegende bezwaren bestaan.
28.6 Directe sectorale afdelingen beschikken, binnen de beleids- en financiële kaders van de FNV-vereniging, ten minste over de navolgende bevoegdheden:
a. het inrichten en laten functioneren van één of meer democratische (niet-statutaire) eenheden, waarlangs de leden die behoren tot een directe sectorale afdeling daarin invloed kunnen uitoefenen;
b. ontwikkelen en bepalen van de inzet van het beleid voor een directe sectorale afdeling en dat (doen) vastleggen in een meerjaren- en jaarplan voor de desbetreffende directe sectorale afdeling, binnen toegekende budgetten;
c. het bepalen van de inzet van een directe sectorale afdeling ten aanzien van sectorale afdeling overstijgende zaken, dan wel het hebben van een oordeel over de inzet van de FNV-vereniging bij sectorale afdelingoverstijgende zaken;
d. zich kunnen uitspreken over de uitvoering van besluiten van het algemeen bestuur en/of ledenparlement als het gaat om sectorale afdelingoverstijgende zaken, waaronder begrepen, maar niet daartoe beperkt de deelname aan campagnes;
e. het vaststellen van voorstellen voor CAO-onderhandelingen;
f. het beoordelen van het resultaat van CAO-onderhandelingen;
g. het afstemmen van CAO-onderhandelingen met andere sectorale afdelingen.
28.7 Bij reglement worden nadere regels omtrent de algemene inrichting van de directe sectorale afdelingen vastgesteld.
20
ARTIKEL 29. VERGADERINGEN VAN DIRECTE SECTORALE AFDELINGEN.
29.1 In een vergadering van een directe sectorale afdeling heeft ieder lid-natuurlijke persoon dat tot die directe sectorale afdeling behoort, één (1) stem.
29.2 Besluiten van een directe sectorale afdeling worden genomen met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
29.3 Toegang tot een vergadering van een directe sectorale afdeling hebben:
a. de leden-natuurlijke personen die tot die directe sectorale afdeling behoren;
b. de leden van het algemeen bestuur;
c. andere daartoe door de voorzitter van de vergadering toegelaten personen, tenzij de vergadering anders beslist.
29.4 Per directe sectorale afdeling worden op voorstel van de desbetreffende directe sectorale afdeling bij reglement door het algemeen bestuur met inachtneming van de regels als bedoeld in artikel 28.7 en met goedkeuring van het Ledenparlement nadere regels vastgesteld omtrent de bevoegdheden, de inrichting, activiteiten, faciliteiten en geldmiddelen van en de besluitvorming in de betreffende sectorale afdeling.
ARTIKEL 29A. VERGADERING VAN LEDEN-RECHTSPERSONEN
1. In de Vergadering van leden-rechtspersonen heeft ieder lid-rechtspersoon één stem. Besluiten van de Verga- dering van leden-rechtspersonen worden genomen met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
2. De Vergadering van leden-rechtspersonen kan op voorstel van het algemeen bestuur bij reglement nadere regels vaststellen voor haar werkwijze, vergaderingen en besluitvorming.
3. Er vindt regulier overleg plaats tussen het dagelijks bestuur en de Vergadering van leden-rechtspersonen aangaande aspecten van sector overstijgende aangelegenheden.
4. Jaarlijks vindt er vóór één (1) juli ten minste één (1) maal overleg plaats tussen de Vergadering van leden-rechts- personen en het algemeen bestuur ten aanzien van aard, omvang, kwaliteit, uitvoering, kosten en
vernieuwing van contracten (indien aan de orde), die in relatie staan met de A-taken van de FNV-vereniging zoals vastgelegd in de congresnota van de FNV-vereniging van veertien (14) mei tweeduizend dertien (2013).
5. De Vergadering van leden-rechtspersonen kan gevraagd en ongevraagd zwaarwegend advies uitbrengen aan het algemeen bestuur over het doelmatig en doeltreffend functioneren van de FNV-vereniging en over
de samenwerking tussen de FNV-vereniging en de leden-rechtspersonen alsmede omtrent de sector-overstij- gende financiële aangelegenheden.
ARTIKEL 30. NETWERKEN.
30.1 Het algemeen bestuur kan – al dan niet op verzoek van een sectorale afdeling of een aantal sectorale afdelingen - besluiten tot het instellen van een of meer netwerken.
30.2 Het algemeen bestuur stelt, onder goedkeuring van het ledenparlement, de eisen vast waaraan moet zijn voldaan teneinde in aanmerking te komen voor de instelling als netwerk.
30.3 Bij reglement kunnen per netwerk de bevoegdheden en de organisatie en de wijze van besluitvorming worden vastgesteld.
ARTIKEL 30A. LOKALE NETWERKEN.
30a.1 De FNV-vereniging kent lokale netwerken. Deze netwerken hebben als mogelijke taken:
- collectieve, sectoroverstijgende belangenbehartiging op lokaal niveau;
- betrokkenheid bij individuele belangenbehartiging;
- verenigingsactiviteiten als informatiebijeenkomsten en huldigen jubilarissen.
30a.2 De bevoegdheid tot het instellen en het bepalen van de grenzen van lokale netwerken rust bij het algemeen bestuur, in overleg met bestaande lokale afdelingen en lokale groepen van de sectorale afdelingen.
30a.3 Bij reglement worden nadere regels vastgesteld omtrent de samenstelling en verkiezing van het bestuur, de bevoegdheden, de inrichting, activiteiten, faciliteiten en geldmiddelen van de lokale netwerken. Hierbij is uitgangspunt dat de financiering is gebaseerd op activiteitenbegrotingen.
30a.4 De vakbondshuizen kunnen ruimte bieden aan activiteiten van lokale netwerken, affiankelijk van de regionale situatie.
30a.5 Een lokaal netwerk kent een door de leden in die regio gekozen bestuur.
21
ARTIKEL 31. LEDENPARLEMENT.
31.1 Aan het ledenparlement komen in de FNV-vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen van de FNV-vereniging zijn opgedragen.
31.2 Het ledenparlement bestaat uit honderd (100) afgevaardigden, te weten:
a. een aantal afgevaardigden A dat gelijk is aan honderd (100) vermenigvuldigd met het totaal aantal leden-natuurlijke personen van de FNV-vereniging gedeeld door het totaal aantal leden-natuurlijke personen van de FNV-vereniging en de leden van de leden-rechtspersonen gezamenlijk; én
b. de leden-rechtspersonen, vertegenwoordigd door een aantal afgevaardigden B dat gelijk is aan honderd (100), verminderd met het aantal afgevaardigden A (als bedoeld in artikel 31.2 sub a) en – indien het bepaalde in artikel 32.1 sub a toepassing vindt – vermeerderd met het aantal dat correspondeert met
de in artikel 32.1 sub a bedoelde vermindering.
Met betrekking tot het totaal aantal afgevaardigden A respectievelijk afgevaardigden B in het ledenparle- ment zijn bepalend de in de boeken en andere bescheiden van de FNV-vereniging respectievelijk de leden- rechtspersonen geregistreerde gegevens per eenendertig (31) december van het kalenderjaar voorafgaande aan het kalenderjaar van de reguliere verkiezing van afgevaardigden.
De aantallen die resulteren uit de voormelde berekeningen zullen naar boven worden afgerond, indien het cijfer na de komma hoger is dan vijf (5) en naar beneden worden afgerond, indien het cijfer na de komma gelijk aan of lager is dan vijf (5).
31.3 De afgevaardigden A worden door en uit de leden-natuurlijke personen gekozen, op de wijze als bepaald in artikel 32.
31.4 De afgevaardigden A worden telkenmale voor een termijn van ten hoogste vier (4) jaar gekozen. De in een tussentijdse vacature gekozen persoon defungeert per het moment van het verstrijken van de termijn waar- voor degene in wiens vacature hij werd gekozen, was gekozen.
31.5 De afgevaardigden A zijn aansluitend ten hoogste twee (2) maal herkiesbaar, onverminderd het bepaalde in artikel 31.7.
31.6 Het algemeen bestuur houdt voor iedere afgevaardigde A het aantal voor hem resterende zittingstermijnen bij, rekening houdend met het in artikel 31.5 bepaalde.
31.7 Een afgevaardigde A defungeert tussentijds:
a. door zijn vrijwillig terugtreden;
b. door het eindigen van zijn lidmaatschap van de FNV-vereniging;
c. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld;
d. door opheffing van de directe sectorale afdeling waarvan hij afgevaardigde A is;
e. door ontslag door de directe sectorale afdeling die hem tot afgevaardigde A heeft gekozen;
f. door zijn overlijden;
g. direct voorafgaande aan het moment dat ingevolge het bepaalde in artikel 20.6 door middel van nieuwe verkiezingen afgevaardigden in het ledenparlement zijn verkozen.
Een afgevaardigde die niet langer behoort tot de directe sectorale afdeling die hem tot afgevaardigde A heeft gekozen, mag de periode waarvoor hij is verkozen in functie blijven.
31.8 Het ledenparlement is bevoegd om – na overleg met het algemeen bestuur – een of meer commissies in te stellen en af te schaffen, onverminderd het bepaalde in artikel 39.
31.9 Een niet-voltallig ledenparlement behoudt zijn bevoegdheden.
ARTIKEL 31A. PLAATSVERVANGING VAN AFGEVAARDIGDEN.
31a.1 Plaatsvervanging van afgevaardigden wordt geregeld in het reglement omtrent de verkiezing van afgevaar- digden. Indien een plaatsvervanger een afgevaardigde vervangt, zal hij voor de toepassing van deze statuten en de desbetreffende reglementen worden aangemerkt als afgevaardigde.
31a.2 Op de verkiezing van plaatsvervangers respectievelijk het defungeren van plaatsvervangers zijn de bepalin- gen en reglementen omtrent afgevaardigden van overeenkomstige toepassing.
31a.3 Bij ontstentenis of belet van een afgevaardigde wordt op grond van een schriftelijke verklaring van de desbetreffende afgevaardigde, de afgevaardigde vervangen door zijn/haar plaatsvervanger.
22
Indien een afgevaardigde geen plaatsvervanger heeft of als gevolg van ontstentenis of belet van een plaatsvervanger plaatsvervanging niet mogelijk is, kan door de desbetreffende afgevaardigde een volmacht worden verleend met inachtneming van het bepaalde in artikel 35.
ARTIKEL 32. VERKIEZING VAN AFGEVAARDIGDEN.
32.1 Iedere directe sectorale afdeling is bevoegd een aantal afgevaardigden A te benoemen gelijk aan het percen- tuele aantal leden-natuurlijke personen behorend tot de desbetreffende directe sectorale afdeling ten opzichte van het totale aantal leden-natuurlijke personen van de FNV-vereniging.
Een directe sectorale afdeling kan in totaal niet meer dan drieëndertig (33) afgevaardigden A benoemen. Indien als gevolg van de in de vorige volzin vermelde begrenzing ten aanzien van een directe sectorale afde- ling een aantal afgevaardigden A vrijvalt, heeft dat de navolgende gevolgen:
a. enerzijds vermindering van het totaal aantal afgevaardigden A (als bedoeld in artikel 31.2 sub a) met een aantal dat gelijk is aan het vrijgevallen aantal afgevaardigden A vermenigvuldigd met het percentuele aantal leden van de leden-rechtspersonen ten opzichte van het totaal aantal leden-natuurlijke personen van de FNV-vereniging en de leden van de leden-rechtspersonen gezamenlijk; en
b. anderzijds toedeling van het vrijgevallen aantal afgevaardigden A vermenigvuldigd met het percentuele aantal leden-natuurlijke personen van de FNV-vereniging ten opzichte van het totaal aantal leden- natuurlijke personen van de FNV-vereniging en de leden van de leden-rechtspersonen gezamenlijk, aan de overige directe sectorale afdelingen naar de onderlinge verhouding van de tot ieder van deze overige directe sectorale afdelingen behorende aantal leden-natuurlijke personen.
Indien de voormelde berekening niet leidt tot ronde getallen, is het getal achter de komma beslissend voor het bepalen van de voormelde vermindering respectievelijk toedeling.
In tussentijdse vacatures zal uiterlijk binnen zes (6) maanden na het ontstaan van de vacature worden voor- zien. In het reglement als bedoeld in artikel 37.13 kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het voorzien in tussentijdse vacatures.
32.2 Met betrekking tot het aantal leden-natuurlijke personen dat behoort tot een directe sectorale afdeling zijn bepalend de in de boeken en andere bescheiden van de FNV-vereniging geregistreerde gegevens per eenen- dertig december van het kalenderjaar voorafgaande aan het kalenderjaar van de reguliere verkiezingen. Indien en zodra een lid-natuurlijke persoon tevens lid is van een lid-rechtspersoon, dan zal het desbetref- fende lid-natuurlijke persoon slechts meetellen voor de directe sectorale afdeling waartoe hij op grond van het bepaalde in de artikelen 28.3 en 28.4 behoort, tenzij het desbetreffende lid-natuurlijke persoon schrifte- lijk aan het algemeen bestuur en de desbetreffende lid-rechtspersoon kenbaar heeft gemaakt dat hij voor het desbetreffende lid-rechtspersoon wenst mee te tellen.
32.3 Aan de besluitvorming omtrent de benoeming van een afgevaardigde A door een directe sectorale afdeling dienen alle leden-natuurlijke personen die tot die directe sectorale afdeling behoren, deel te kunnen nemen.
32.4 Bij de verkiezing van afgevaardigden voor het ledenparlement zijn pluriformiteit, diversiteit en, indien en voor zover lokale netwerken binnen een sectorale afdeling zijn ingesteld, belangenbehartiging door en vanuit lokale netwerken het uitgangspunt.
32.5 Verkiezingen van afgevaardigden door de directe sectorale afdelingen kan buiten vergadering plaatsvinden. Bij reglement worden nadere regels gesteld omtrent de verkiezing van afgevaardigden.
32.6 Een derde (1/3e) van de afgevaardigden A moet in beginsel tevens actief zijn in een lokaal netwerk. Dit wordt gerealiseerd via het profiel voor de afgevaardigden A in het ledenparlement zoals dat door het alge- meen bestuur wordt vastgesteld na daartoe voorafgaande goedkeuring van het ledenparlement te hebben verkregen
32.7 Met inachtneming van het bepaalde in artikel 31.2 sub b stelt het lid-rechtspersoon vast welke natuurlijke persoon (personen) afgevaardigde(n) is (zijn) namens het betreffende lid-rechtspersoon.
32.8 Het lid-rechtspersoon draagt er voor zorg dat alle leden van het lid-rechtspersoon in staat zijn om recht- streeks, dan wel middellijk deel te nemen aan de verkiezingen van de afgevaardigde(n) van de lid-rechtsper- soon naar het ledenparlement.
32.9 Voor het aantal leden-natuurlijke personen dat behoort tot een directe sectorale afdeling zijn de gegevens bepalend die in de boeken en andere bescheiden van de FNV-vereniging zijn geregistreerd op eenendertig december van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar van de reguliere verkiezingen.
23
ARTIKEL 33. VERGADERINGEN VAN HET LEDENPARLEMENT.
33.1 De jaarlijkse vergadering van het ledenparlement wordt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar gehouden.
33.2 De agenda voor deze vergadering bevat in ieder geval de volgende onderwerpen:
a. de behandeling van het schriftelijke jaarverslag van het algemeen bestuur omtrent de zaken van de FNV- vereniging en het gevoerde bestuur;
b. de vaststelling van de jaarrekening;
c. verlening van decharge aan de leden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur; en
d. verantwoording met betrekking tot het weerstandsfonds, het actiefonds en het investeringsfonds. De onderwerpen behoeven op die agenda niet te worden opgenomen, indien de termijn voor het opmaken van de jaarrekening is verlengd, of de agenda een voorstel behelst om, met inachtneming van artikel 39.3,
die termijn te verlengen. Voorts wordt in deze vergadering behandeld hetgeen, met inachtneming van artikel 34.3, verder op de agenda is geplaatst.
33.3 Andere vergaderingen van het ledenparlement dan de jaarlijkse vergadering worden bijeengeroepen zo dikwijls het algemeen bestuur dat wenselijk acht, doch ten minste driemaal per jaar.
33.4 Op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal afgevaardigden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/tiende gedeelte van de stemmen in de vergadering van het ledenparlement is het algemeen bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een buitengewone vergadering van het ledenparlement op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het alge- meen bestuur de vergadering van het ledenparlement bijeenroept of bij advertentie in een landelijk dagblad.
ARTIKEL 34. BIJEENROEPING LEDENPARLEMENT.
34.1 De vergaderingen van het ledenparlement worden gehouden in Nederland ter plaatse in de oproeping vermeld, zulks ter keuze van degene van wie de oproeping uitgaat.
34.2 De vergaderingen van het ledenparlement worden schriftelijk bijeengeroepen door het algemeen bestuur. De oproeping geschiedt niet later dan op de vijftiende dag voor die van de vergadering, de dag van de verzending van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. In spoedeisende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter van het ledenparlement, geschiedt de oproeping niet later dan op de derde dag voor die van de vergadering, de dag van de verzending van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend.
De oproeping wordt ten minste gelijktijdig met de schriftelijke bijeenroeping elektronisch (via de website) bekendgemaakt.
34.3 Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld. De agenda wordt conform de bepalingen van het reglement omtrent het ledenparlement, door het algemeen bestuur vastgesteld, rekening houdende met:
a. de onderwerpen voorgedragen door het algemeen bestuur;
b. de onderwerpen voorgedragen door ten minste vijf (5) afgevaardigden;
c. de onderwerpen waartoe is verzocht door ten minste honderd (100) leden conform het bepaalde in artikel 34.5; en
d. de onderwerpen waarover het ledenparlement in de laatstgehouden vergadering besloten heeft te vergaderen.
34.4 Indien een voorstel wordt gedaan tot statutenwijziging, juridische fusie, juridische (af)splitsing of ontbinding van de FNV-vereniging, wordt tegelijkertijd met de oproeping een afschrift van het voorstel, waarin de voor- gestelde statutenwijziging, juridische fusie, juridische (af)splitsing respectievelijk ontbinding woordelijk is opgenomen, voor ieder lid ter inzage gelegd ten kantore van de FNV-verenigingen op zodanige plaatsen als bij de oproeping zal worden medegedeeld. Dit voorstel zal tot na afloop van de vergadering van het ledenpar- lement waarin het besluit omtrent dat voorstel is genomen voor de leden ter inzage liggen.
34.5 Een onderwerp dat behoort tot de competentie van het ledenparlement en waarvan de behandeling schrifte- lijk door ten minste honderd (100) leden-natuurlijke personen en/of leden van de leden-rechtspersonen geza- menlijk wordt verzocht, wordt opgenomen in de oproeping, indien het algemeen bestuur het verzoek niet
24
later dan op de dertigste dag voor die van de vergadering heeft ontvangen en mits geen zwaarwichtig belang van de FNV-vereniging zich daartegen verzet.
34.6 Omtrent onderwerpen, ten aanzien waarvan niet is voldaan aan het hiervoor in artikel 34.3 en 34.4 bepaalde en waarvan de behandeling niet alsnog op overeenkomstige wijze en met inachtneming van de voor de oproeping gestelde termijn is aangekondigd, kunnen geen geldige besluiten worden genomen, behoudens het bepaalde in artikel 37.11 en 37.12.
ARTIKEL 35. TOEGANG TOT DE VERGADERING VAN HET LEDENPARLEMENT.
35.1 Toegang tot de vergadering van het ledenparlement hebben:
a. afgevaardigden;
b. leden-rechtspersonen;
c. leden van het algemeen bestuur; en
d. per netwerk (i) dat ingevolge het bepaalde in artikel 30.1 is ingesteld door het algemeen bestuur én (ii) waartoe ten minste duizend vijffionderd (1.500) leden-natuurlijke personen en/of leden van de leden- rechtspersonen behoren: een daartoe binnen het netwerk aangewezen en als zodanig schriftelijk aan het algemeen bestuur kenbaar gemaakte persoon, tenzij zij als zodanig geschorst zijn.
Daarnaast heeft – indien het ledenparlement gebruik wenst te maken van de in artikel 36.1 opgenomen bevoegdheid om een externe voorzitter aan te wijzen als voorzitter van het ledenparlement – deze externe voorzitter toegang tot de vergadering van het ledenparlement.
Leden van de FNV-vereniging die geschorst zijn, daaronder begrepen afgevaardigden, hebben toegang tot de vergadering van het ledenparlement waarin het beroep tegen het besluit tot opzegging of ontzetting wordt behandeld, doch slechts voor zover nodig om het woord te kunnen voeren over het beroep.
35.2 Over toelating van andere dan de in artikel 35.1 bedoelde personen beslist de voorzitter van de vergadering.
35.3 Een afgevaardigde A kan maximaal één andere afgevaardigde A bij diens afwezigheid, op basis van een schriftelijke verklaring van die afgevaardigde A, vertegenwoordigen.
35.4 Een afgevaardigde B kan – indien en voor zover de aan hen verstrekte volmacht daartoe de bevoegdheid bevat – maximaal één andere afgevaardigde B bij diens afwezigheid, op basis van een daartoe verstrekte ondervolmacht, vertegenwoordigen.
35.5 De afgevaardigden dienen vóór aanvang van de vergadering van het ledenparlement bij het algemeen bestuur aan dan wel af te zijn gemeld. Alvorens tot een vergadering te worden toegelaten, dient een presen- tielijst te worden getekend, onder vermelding van naam en aantal uit te brengen stemmen.
Indien de afgevaardigde A tevens als gevolmachtigde van een andere afgevaardigde A optreedt overeenkom- stig artikel 35.3, wordt tevens de naam van de volmachtgever vermeld.
Indien een afgevaardigde B tevens als (onder)gevolmachtigde van een andere afgevaardigde B optreedt overeenkomstig artikel 35.4, wordt tevens de naam van de volmachtgever vermeld.
35.6 Afgevaardigden, leden van het algemeen bestuur, de personen als bedoeld in artikel 35.1 onder d. alsmede de personen die op grond van het bepaalde in artikel 35.2 door de voorzitter van de vergadering zijn toegelaten, hebben het recht in de vergadering van het ledenparlement het woord te voeren.
35.7 Ter zake van de behandeling van een beroep tegen een besluit tot opzegging of ontzetting heeft ook het ter vergadering aanwezige geschorste lid het recht het woord te voeren. Indien een lid-rechtspersoon is geschorst, hebben de bestuurders van dit lid-rechtspersoon het recht het woord te voeren ter zake van de behandeling van een beroep tegen een besluit tot opzegging of ontzetting.
ARTIKEL 36. VOORZITTERSCHAP. NOTULEN.
36.1 Het ledenparlement wijst periodiek een persoon aan als technisch voorzitter, waarbij het ledenparlement kan kiezen uit:
a. de voorzitter van het algemeen bestuur;
b. een externe voorzitter;
c. een van de afgevaardigden.
Indien de vergadering wordt bijeengeroepen op de wijze als bedoeld in artikel 33.4 laatste volzin, kan het ledenparlement een ander als voorzitter aanwijzen.
36.2 De voorzitter van de vergadering wijst de secretaris van de vergadering aan.
25
36.3 De voorzitter van de vergadering beslist over de uitoefening van het stemrecht en de uitslag van de stem- mingen, zulks onverminderd het bepaalde in artikel 2:13 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek, en voorts over alle andere kwesties die verband houden met de gang van zaken in de vergadering.
36.4 Van het verhandelde in de vergadering worden door de secretaris van de vergadering notulen gemaakt. De notulen worden door het ledenparlement zoveel mogelijk in zijn eerstvolgende vergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter van het ledenparlement ondertekend.
De voorzitter van de vergadering en het algemeen bestuur kunnen opdracht geven tot het opmaken van een notarieel proces-verbaal van het verhandelde op kosten van de FNV-vereniging.
De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht. De in artikel 35.4 bedoelde presentielijst maakt geen deel uit van de notulen of het proces-verbaal en zal niet ter beschikking van een lid worden gesteld, tenzij het lid aantoont dat hij daarbij een redelijk belang heeft ter toetsing van een juist verloop van de desbetreffende vergadering.
ARTIKEL 37. STEMRECHT. WERKWIJZE VAN HET LEDENPARLEMENT.
37.1 Iedere afgevaardigde en iedere (afgevaardigde B van een) lid-rechtspersoon is stemgerechtigd in de vergade- ring van het ledenparlement. Stemmen worden uitgebracht zonder last, maar met ruggespraak.
37.2 Iedere afgevaardigde A heeft één (1) stem.
37.3 De leden-rechtspersonen hebben in totaal een aantal stemmen dat gelijk is aan het aantal afgevaardigden B als bedoeld in artikel 31.2 sub b, welke stemmen ter vergadering namens de leden-rechtspersonen worden uitgebracht door de desbetreffende afgevaardigden B.
Ieder lid-rechtspersoon heeft een aantal stemmen dat gelijk is aan het aantal stemmen als bedoeld in de vorige volzin, vermenigvuldigd met het totale aantal leden van de desbetreffende lid-rechtspersoon dat niet is ingedeeld bij directe sectorale afdelingen of daarvoor op grond van het bepaalde in artikel 32.2. tweede volzin niet meetelt, gedeeld door het totaal aantal leden van de leden-rechtspersonen gezamenlijk.
Indien de voormelde berekening niet leidt tot ronde getallen, is het getal achter de komma beslissend voor het bepalen van de voormelde vermindering respectievelijk toedeling.
37.4 Een lid-rechtspersoon is uitdrukkelijk niet verplicht het aan hem toekomende aantal stemmen in gelijke zin uit te brengen. Voorts is een lid-rechtspersoon bevoegd (en verplicht) voor iedere aan hem toekomende stem een vergadervolmacht te verstrekken aan een daartoe binnen de desbetreffende lid-rechtspersoon tot afge- vaardigde B verkozen lid van de desbetreffende lid-rechtspersoon, met dien verstande dat aan ieder lid van de desbetreffende lid-rechtspersoon maximaal één (1) vergadervolmacht kan worden verleend. Ieder lid- rechtspersoon is verplicht daartoe verkiezingen te houden onder zijn leden, met inachtneming van het ver- kiezingsreglement als bedoeld in artikel 32.5 en het bepaalde in artikel 32.8.
37.5 Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten genomen met volstrekte meer- derheid van de geldig uitgebrachte stemmen, uitgebracht in een vergadering waarin ten minste de helft van de stemmen van alle in functie zijnde afgevaardigden A kunnen worden uitgebracht alsook ten minste de helft van de stemmen van alle in functie zijnde (afgevaardigden B van) leden-rechtspersonen kunnen wor- den uitgebracht, waarbij geldt dat ongeldige en/of blanco stemmen niet meetellen. Indien als gevolg van het ontbreken van het quorum niet geldig kan worden besloten dan wordt een nieuwe vergadering van het leden- parlement bijeengeroepen, te houden niet eerder dan vijftien (15) dagen en niet later dan twee (2) maanden na de eerste vergadering. In deze vergadering kan het betreffende besluit alsnog rechtsgeldig worden geno- men met een volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige afgevaardigden.
37.6 Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht.
37.7 De voorzitter bepaalt de wijze van stemming, met dien verstande dat elke stemming over personen anoniem is. Stemmen kan elektronisch plaatsvinden, tenzij tien (10) procent van de aanwezige afgevaardigden ver- langt dat de stemming bij gesloten ongetekende briefjes geschiedt.
37.8 Iedere vergadergerechtigde is, indien door het algemeen bestuur de mogelijkheid daartoe is geopend, bevoegd om door middel van een elektronisch communicatiemiddel deel te nemen aan vergaderingen van het ledenparlement, daarin het woord te voeren en – voor zover aan hem/haar stemrecht toekomt – het stemrecht uit te oefenen, zulks onder door het algemeen bestuur te stellen voorwaarden. De oproeping tot de betrok- ken vergadering dient de desbetreffende voorwaarden te vermelden.
26
Voor de toepassing van het bepaalde in de vorige volzin is vereist dat de desbetreffende vergadergerech- tigde via het elektronische communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en – voor zover aan hem/haar stemrecht toekomt – het stemrecht kan uitoefenen. Bovendien is vereist dat de desbetreffende vergadergerechtigde via het elektronische communi- catiemiddel kan deelnemen aan de beraadslaging.
Stemmen die voorafgaand aan een vergadering van het ledenparlement doch niet eerder dan dertig (30) dagen voor die van de vergadering via een elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht, worden gelijk gesteld met stemmen die tijdens de vergadering zijn uitgebracht.
37.9 Bij een stemming over de benoeming van personen wordt de kandidaat verkozen die de volstrekte meerder- heid van de geldig uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd.
Indien na de eerste stemronde een vacature nog niet is vervuld, volgt een tweede stemronde. Hierbij doen voor elke openstaande vacature de twee nog niet gekozen kandidaten mee die in de vorige stemronde de meeste stemmen hebben gekregen. Hebben echter twee of meer kandidaten met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde een gelijk aantal stemmen gekregen, dan vindt voordat de tweede stemronde plaatsvindt nog een herstemming plaats tussen de kandidaten met een gelijk aantal stemmen.
Het bepaalde in de vorige volzinnen wordt herhaald totdat met inachtneming van het bepaalde in de eerste volzin in alle vacatures is voorzien.
Leidt een tweede stemronde er niet toe dat een kandidaat met een volstrekte meerderheid wordt verkozen, dan vindt nogmaals een stemming conform het bepaalde in het onderhavige artikel 37.9 plaats, tenzij het ledenparlement besluit niet in de vacature te voorzien.
De verdere procedure voor het houden van stemmingen over de benoeming van personen kan nader worden uitgewerkt bij reglement.
37.10 Bij staking van stemmen over andere onderwerpen dan de benoeming van personen is het voorstel verworpen.
37.11 Zolang in een vergadering van het ledenparlement alle afgevaardigden A en (afgevaardigden B van de) leden- rechtspersonen aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen ook al is de oproeping niet op de voor- geschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent de vermelding van de te behandelen onder- werpen en/of het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
37.12 Een eenstemmig schriftelijk besluit van alle afgevaardigden A en (de afgevaardigden B van de) leden-rechts- personen, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het algemeen bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van het ledenparlement.
37.13 Bij reglement, vast te stellen door het ledenparlement op voorstel van het algemeen bestuur, kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de werkwijze van het ledenparlement.
27
HOOFDSTUK VII. CONGRES
ARTIKEL 38. CONGRES.
38.1 Ten minste eenmaal per vier (4) jaar wordt een Congres gehouden, waarin onder meer het algemeen beleid en specifieke thema’s aan de orde kunnen worden gesteld.
38.2 Een Congres wordt bijeengeroepen door het algemeen bestuur.
38.3 Bij reglement kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het Congres.
28
HOOFDSTUK VIII. JAARREKENING. AUDITCOMMISSIE.
ARTIKEL 39. JAARVERSLAG. REKENING EN VERANTWOORDING
39.1 Het boekjaar van de FNV-vereniging valt samen met het kalenderjaar.
39.2 Het algemeen bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de FNV-vereniging en van alles betref- fende de werkzaamheden van de FNV-vereniging naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gege- vensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de FNV- vereniging kunnen worden gekend.
39.3 Jaarlijks binnen zes (6) maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de ledenparlement op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het algemeen bestuur een jaarrekening op en legt het deze voor de leden ter inzage ten kantore van de FNV-vereniging. Binnen deze termijn legt het bestuur ook het jaarverslag ter inzage voor de leden, tenzij de artikelen 2:396 lid 7 of 2:403 van het Burgerlijk Wetboek voor de FNV-vereniging gelden. De jaarrekening wordt ondertekend door alle bestuursle- den; ontbreekt de ondertekening van één of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen mel- ding gemaakt. De jaarrekening wordt vastgesteld door het ledenparlement in een vergadering van het leden- parlement die het algemeen bestuur uiterlijk een maand na afloop van de termijn doet houden. Vaststelling van de jaarrekening strekt niet tot kwijting aan het algemeen bestuurder of een lid van het algemeen bestuur.
39.4 Het ledenparlement benoemt uit de afgevaardigden een financiële commissie van ten minste drie (3) en ten hoogste vijf (5)personen. De financiële commissie bereidt de discussie over financiële onderwerpen in het ledenparlement voor. De commissie brengt aan het ledenparlement verslag van haar bevindingen uit. Het algemeen bestuur is verplicht de financiële commissie ten behoeve van haar voorbereiding gevraagd en ongevraagd die inlichtingen te verschaffen, die de commissie redelijkerwijs voor zijn voorbereiding nodig heeft.
39.5 Vereist de voorbereiding bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de financiële commissie zich door een deskundige doen bijstaan.
39.6 Het algemeen bestuur is verplicht de in de artikelen 39.2 en 39.3 bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende de geldende wettelijke termijn te bewaren, onverminderd het hierna in artikel
39.7 bepaalde.
39.7 De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbren- ging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
ARTIKEL 40. CONTROLE JAARREKENING.
40.1 De FNV-vereniging zal aan een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek de opdracht verlenen tot onderzoek van de jaarrekening.
40.2 Tot het verlenen van de opdracht is het ledenparlement op voorstel van het algemeen bestuur bevoegd. Gaat deze daartoe niet over, dan is het algemeen bestuur bevoegd. De aanwijzing van een accountant wordt door generlei voordracht beperkt. De opdracht kan te allen tijde worden ingetrokken door het ledenparlement en door het algemeen bestuur indien deze de opdracht heeft verleend.
40.3 De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur brengt dit verslag binnen een redelijke termijn ter kennis van de financiële commissie.
40.4 De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. De accountantsverklaring wordt voor de leden ter inzage gelegd ten kantore van de FNV- vereniging.
29
ARTIKEL 41. AUDITCOMMISSIE. SAMENSTELLING, XXXXXXXXX EN DEFUNGEREN.
41.1 De auditcommissie bestaat uit een door het ledenparlement te bepalen aantal van ten hoogste drie (3) natuurlijke personen.
41.2 Leden van de auditcommissie worden benoemd door het ledenparlement voor een periode van maximaal vier (4) jaar. Een lid van de auditcommissie is eenmaal herbenoembaar.
41.3 Een lid van de auditcommissie defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door zijn vrijwillig aftreden;
c. door zijn ontslag verleend door het ledenparlement;
d. doordat hij failliet wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt of verzoekt om toepassing van de schuldsaneringsregeling als bedoeld in de Faillissementswet;
e. door zijn ondercuratelestelling of door een rechterlijke beslissing waarbij als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand een bewind over één of meer van zijn goederen wordt ingesteld.
41.4 Het algemeen bestuur kan na voorafgaande goedkeuring daartoe van het ledenparlement aan de leden van de auditcommissie een vergoeding toekennen.
ARTIKEL 42. XXXX EN WERKWIJZE VAN DE AUDITCOMMISSIE.
42.1 De auditcommissie heeft tot taak:
a. het houden van toezicht op het financiële beleid van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur en de uitvoering daarvan, alsmede op zaken die de continuïteit van de FNV-vereniging raken;
b. het gevraagd en ongevraagd adviseren van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur met betrekking tot het financiële beleid en zaken die de continuïteit van de FNV-vereniging raken.
42.2 De auditcommissie vergadert tenminste driemaal per jaar en zo veel vaker als de auditcommissie dit wenselijk acht. De auditcommissie is bevoegd functionarissen van de FNV-vereniging en externe deskundigen uit te nodigen tot het bijwonen van een vergadering van de auditcommissie.
42.3 Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur zijn verplicht de auditcommissie ten behoeve van de uitoefe- ning van haar taken alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen en haar daartoe desgewenst de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de FNV-vereniging ter raadpleging beschikbaar te stellen.
42.4 Tenminste eenmaal per jaar en zo veel vaker als de auditcommissie en/of het ledenparlement dit wenselijk acht, legt de auditcommissie een verslag van haar bevindingen en adviezen voor aan het ledenparlement en het algemeen bestuur. Dit kan in aanwezigheid van de accountant.
De auditcommissie is tevens bevoegd een verslag van haar bevindingen en adviezen aan de ondernemings- raad toe te zenden, indien er sprake is van wezenlijke risico’s voor de continuïteit, de financiële positie en/of de reputatie van de FNV-vereniging. De auditcommissie zal van deze bevoegdheden geen gebruik maken anders dan na vaststelling dat het algemeen bestuur en/of het dagelijks bestuur in hun eigen informatie- plichten jegens de ondernemingsraad verzaken dan wel dat algemeen bestuur en/of het dagelijks bestuur bevindingen en adviezen van de auditcommissie onvoldoende adequaat in acht nemen.
42.5 Het ledenparlement is bevoegd om – na overleg met de auditcommissie en het algemeen bestuur – bij regle- ment nadere regels vast te stellen. Een reglement van de auditcommissie kan – na overleg met de auditcom- missie en het algemeen bestuur – worden gewijzigd door het ledenparlement.
30
HOOFDSTUK IX. STATUTEN- WIJZIGING EN ONTBINDING
ARTIKEL 43. STATUTENWIJZIGING.
43.1 In de statuten van de FNV-vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van het ledenparlement op voorstel van:
a. het algemeen bestuur;
b. iedere groep van ten minste honderd (100) leden-natuurlijke personen, gezamenlijk handelend; of
c. iedere lid-rechtspersoon, indien en voor zover het bestuur van de desbetreffende lid-rechtspersoon daartoe schriftelijk door ten minste honderd (100) van zijn leden is verzocht, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
43.2 Zij die de oproeping tot het ledenparlement ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste drie (3) weken vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats (waaronder kan worden begrepen de website van de FNV-vereniging) voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Voormelde ter inzage legging dient aan de leden al dan niet via de website van de FNV-vereniging kenbaar te worden gemaakt.
43.3 Een besluit tot statutenwijziging, tot fusie als bedoeld in artikel 2:309 van het Burgerlijk Wetboek of tot juri- dische splitsing als bedoeld in artikel 2:334a van het Burgerlijk Wetboek behoeft een meerderheid van ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste de helft van de stemmen van alle in functie zijnde afgevaardigden A kunnen worden uitgebracht, alsook ten minste de helft van de stemmen van alle in functie zijnde (afgevaardigen B van) leden-rechtspersonen kunnen worden uitgebracht, waarbij geldt dat ongeldige en/of blanco stemmen niet meetellen.
43.4 Indien als gevolg van het ontbreken van het quorum niet geldig kan worden besloten dan wordt een nieuwe vergadering van het ledenparlement bijeengeroepen, te houden niet eerder dan vijftien (15) dagen en niet later dan twee (2) maanden na de eerste vergadering. In deze vergadering kan een besluit tot statutenwijzi- ging, fusie of ontbinding rechtsgeldig worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige afgevaardigden.
43.5 Wanneer aan het ledenparlement een voorstel tot fusie of splitsing zal worden gedaan, moet, afgezien van de overige vereisten krachtens de wet, tegelijkertijd met de oproeping tot de vergadering, een afschrift van het voorstel tot fusie respectievelijk voorstel tot splitsing tot de sluiting van de vergadering ten kantore van de FNV-vereniging ter inzage worden gelegd voor de leden.
43.6 Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.
ARTIKEL 44. ONTBINDING.
44.1 De FNV-vereniging kan worden ontbonden door een besluit van het ledenparlement op voorstel van het algemeen bestuur. Het bepaalde in de artikelen 43.1 tot en met 43.3 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing.
44.2 Na de ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuursleden. Het algemeen bestuur kan besluiten andere personen tot vereffenaar te benoemen.
44.3 Bij het besluit tot ontbinding wordt door het ledenparlement aangegeven welke bestemming aan het batig saldo zal worden gegeven. Deze bestemming dient in overeenstemming te zijn met de doelstellingen van de FNV-vereniging.
44.4 Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden FNV-vereniging gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffe- naars aangewezen persoon.
44.5 Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
31
HOOFDSTUK X. REGLEMENTEN
ARTIKEL 45. REGLEMENTEN.
45.1 De FNV-vereniging kent in elk geval de volgende reglementen:
a. het reglement “nieuwe leden” (artikel 10.1 en artikel 11.6);
b. het reglement omtrent de toelating als lid (artikel 12.3);
c. het reglement inzake registratie en bescherming ledengegevens (artikel 14.7);
d. het reglement inzake beroep omtrent ontzetting van een lid-natuurlijke persoon en beroep omtrent opzegging van het lidmaatschap van een lid-natuurlijke persoon door de FNV-vereniging (artikel 17.15);
e. het reglement omtrent de samenstelling en werkwijze van de onaffiankelijke commissie die het leden- parlement advies uitbrengt over een besluit tot schorsing dan wel ontzetting van een lid-rechtspersoon (artikel 17.16);
f. het reglement omtrent de verkiezing van de voorzitter (artikel 20.5);
g. het bestuursreglement (artikel 24.5);
h. het reglement van de Vergadering van Afgevaardigden van Directe Sectorale Afdelingen (artikel 26.3);
i. het (algemene) reglement omtrent de inrichting van directe sectorale afdelingen (artikel 28.7);
j. de afzonderlijke reglementen van de directe sectorale afdelingen (artikel 29.4);
k. het reglement omtrent netwerken (artikel 30.3);
l. het reglement omtrent de lokale netwerken (artikel 30a.3);
m. het reglement omtrent de verkiezing van afgevaardigden (artikel 32.5);
n. het reglement omtrent het ledenparlement (artikel 37.13);
o. het reglement omtrent het Congres (artikel 38.3);
p. het reglement omtrent de auditcommissie (artikel 42.5); en
q. het reglement omtrent de Vergadering van leden-rechtspersonen (artikel 29.a).
Tenzij in deze statuten uitdrukkelijk anders is bepaald, worden alle reglementen als bedoeld in dit artikellid vastgesteld door het algemeen bestuur na goedkeuring van het ledenparlement.
45.2 Het algemeen bestuur kan voorts na goedkeuring van het ledenparlement een huishoudelijk reglement vaststellen. Naast dit huishoudelijk reglement en de reglementen als bedoeld in artikel 45.1 kunnen andere reglementen worden vastgesteld. Voorts is het mogelijk twee of meer reglementen samen te voegen in één
(1) reglement.
45.3 Reglementen mogen niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.
32
HOOFDSTUK XI. OVERIGE BEPALINGEN
ARTIKEL 46. OVERGANGSBEPALING VOORDRACHT ALGEMEEN BESTUUR.
46.1 In afwijking van het bepaalde in artikel 20 geldt dat een (1) lid van het algemeen bestuur, niet zijnde lid
van het dagelijks bestuur, zal worden benoemd op voordracht van de Vergadering van leden-rechtspersonen
46.2 Dit artikel vervalt met ingang van één mei tweeduizend eenentwintig, tenzij het ledenparlement voordien – schriftelijk en op voorstel van het algemeen bestuur – besluit dat dit artikel per één mei tweeduizend vijfen- twintig zal vervallen en dit besluit is neergelegd bij het Handelsregister, in welk geval dit artikel op één mei tweeduizend vijfentwintig zal vervallen.
ARTIKEL 47. OMVANG LEDENPARLEMENT.
47.1 Ten aanzien van ieder van de navolgende leden-rechtspersonen, dan wel de rechtspersoon die als gevolg van een juridische fusie rechtsopvolger onder algemene titel is van:
a. FNV Mooi, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, statutair gevestigd te Utrecht;
b. Nederlandse Vereniging van Journalisten, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, statutair gevestigd te Amsterdam;
c. FNV Vrouwenbond, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, statutair gevestigd te Amsterdam;
d. Vereniging van Contractspelers, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, statutair gevestigd te Hoofddorp;
e. Nautilus International, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, statutair gevestigd te Rotterdam;
f. NLSporter, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, statutair gevestigd te Gouda;
g. Algemene Federatie van Militair Personeel, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, statutair gevestigd te Woerden;
h. Algemene Onderwijsbond, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, statutair gevestigd te Utrecht;
i. Federatie Nederlandse Vakbeweging Horecabond , een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, statutair gevestigd te Almere;
j. Marechausseevereniging, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, statutair gevestigd te Woerden;
k. Nederlandse Politiebond , een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, statutair gevestigd te Woerden;
l. Kunstenbond, een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, statutair gevestigd te Amsterdam, voor de toepassing van dit artikel hierna ieder afzonderlijk te noemen: Bond, geldt dat:
a. indien en zolang als de desbetreffende Xxxx een zodanig aantal leden heeft dat de desbetreffende Xxxx op grond van het bepaalde in artikel 37.3 niet het recht zou hebben om ten minste één (1) stem uit te brengen, de desbetreffende Xxxx desalniettemin het recht heeft om één (1) stem uit te brengen in het ledenparlement; en
b. indien en zolang als een zodanig aantal leden van een directe sectorale afdeling welke tevens lid zijn van een Bond, op grond van het in artikel 32.1 bepaalde niet bevoegd is om een afgevaardigde A te verkiezen, het aantal afgevaardigden A in het ledenparlement met één (1) afgevaardigde A wordt uitgebreid en de desbetreffende directe sectorale afdeling bevoegd is om deze afgevaardigde A met inachtneming van het overigens in artikel 32 bepaalde te benoemen.
47.2 Ten aanzien van de directe sectorale afdeling jong geldt dat indien en zolang het aantal leden van deze directe sectorale afdeling op grond van het bepaalde in artikel 32.1 niet voldoende is om een afgevaardigde A te benoemen, het aantal afgevaardigden A in het ledenparlement met één (1) afgevaardigde A wordt uitge- breid en de directe sectorale afdeling jong bevoegd is om deze afgevaardigde A met inachtneming van het overigens in artikel 32 bepaalde te benoemen.
47.3 Het totaal aantal stemmen dat in het ledenparlement kan worden uitgebracht, kan als gevolg van het bepaalde in lid 1 en lid 2 groter zijn dan honderd (100) stemmen.
33
47.4 Indien en zodra een Bond op grond van het in artikel 37.3 bepaalde het recht heeft om ten minste één (1) stem uit te brengen, is deze overgangsbepaling niet langer van toepassing op de desbetreffende Bond.
Indien en zodra een directe sectorale afdeling van leden die tevens lid zijn van een Bond op grond van het in artikel 32.1 bepaalde bevoegd is om ten minste één (1) afgevaardigde A te verkiezen, is deze overgangsbepa- ling niet langer van toepassing op de desbetreffende Bond.
47.5 Deze overgangsbepaling vervalt zodra hij ingevolge het bepaalde in artikel 47.4 op geen van de Bonden meer van toepassing is.
ARTIKEL 48. SLOTBEPALING.
48.1 Indien en zolang als Nautilus International, voornoemd, lid is van de FNV-vereniging, behoeven:
a. besluiten van het algemeen bestuur (waaronder begrepen besluiten van het dagelijks bestuur) waarin verplichtingen worden opgelegd aan Nautilus International de instemming van de Nautilus International teneinde werking te hebben jegens Nautilus International;
b. besluiten van het ledenparlement waarin verplichtingen worden opgelegd aan Nautilus International de instemming van de Nautilus International teneinde werking te hebben jegens Nautilus International.
48.2 Het algemeen bestuur kan bij reglement nadere eisen stellen ten aanzien van:
a. de besluiten van het algemeen bestuur (waaronder begrepen besluiten van het dagelijks bestuur) waarop dit artikel betrekking heeft; en
b. de gronden waarop instemming door Nautilus International kan worden onthouden.
De vaststelling respectievelijk wijziging van dit reglement behoeft de goedkeuring van Nautilus International.
48.3 Het ledenparlement kan bij reglement nadere eisen stellen ten aanzien van:
a. de besluiten van het ledenparlement waarop dit artikel betrekking heeft; en
b. de gronden waarop instemming door Nautilus International kan worden onthouden.
De vaststelling respectievelijk wijziging van dit reglement behoeft de goedkeuring van Nautilus International.
34