INHOUDSOPGAVE UITVOERINGSOVEREENKOMST
Uitvoeringsovereenkomst
Stichting Pensioenfonds Geveke
geldend vanaf 1 januari 2021
INHOUDSOPGAVE UITVOERINGSOVEREENKOMST
2. WEDERZIJDSE VERPLICHTINGEN 4
3. VASTLEGGING PENSIOENOVEREENKOMST IN PENSIOENREGLEMENT 5
6. NIET-NAKOMING BETALINGSVERPLICHTINGEN WERKGEVER 6
7. VERMINDEREN VAN PENSIOENAANSPRAKEN EN PENSIOENRECHTEN 7
8. VOORWAARDELIJKE TOESLAGEN 7
9. PROCEDURE VERMOGENSTEKORT EN VERMOGENSOVERSCHOT 8
10. BETALINGSVOORBEHOUD VAN DE WERKGEVER 8
11. BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS 8
12. WERKING UITVOERINGSOVEREENKOMST 9
UITVOERINGSOVEREENKOMST
AANHEF
DE ONDERGETEKENDEN
Pon Holdings B.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: “de Werkgever”, enerzijds
en
Stichting Pensioenfonds Geveke, gevestigd te Almere, hierna te noemen: “het Fonds”, anderzijds,
hierna samen “Partijen”
OVERWEGENDE DAT
• Geveke N.V. in het verleden pensioenovereenkomsten heeft gesloten met de werknemers die in dienst zijn of zijn geweest en door de voormalige Stichting Pensioenfonds Geveke (niet zijnde het Fonds) werd uitgevoerd;
• De Werkgever, als opvolger van Xxxxxx N.V., zorg draagt voor de uitvoering van deze Pensioenovereenkomsten.
• De Werkgever de uitvoering van deze pensioenovereenkomsten per 1 januari 2012 heeft ondergebracht bij de rechtsvoorganger van het Fonds (Stichting Pensioenfonds Pon, Ring G), waarbij alleen nog opbouw plaatsvindt voor de arbeidsongeschikte gewezen deelnemer in de zin van het pensioenreglement;
• de wederzijdse rechten en plichten van de rechtsvoorganger van het Fonds (Stichting Pensioenfonds Pon, Ring G) en de Werkgever bij de uitvoering van de pensioenovereenkomsten met betrekking tot de pensioenreglementen van de genoemde rechtsvoorganger, eerder zijn neergelegd in een uitvoeringsovereenkomst die hierbij met ingang van 1 januari 2021 wordt vervangen door de onderhavige uitvoeringovereenkomst;
• het Fonds een beschikbare premieregeling uitvoert, waarbij de beschikbare premie voor de arbeidsongeschikte gewezen deelnemer jaarlijks wordt berekend volgens een premiemethodiek zoals beschreven in het pensioenreglement Beschikbare premieregeling;
• het Fonds een herverzekerde regeling uitvoert die is ondergebracht bij Aegon en Nationale- Nederlanden.
• de door de voormalige Stichting Pensioenfonds Geveke (niet zijnde het Fonds) in het verleden gesloten herverzekeringsovereenkomsten met Aegon en Nationale-Nederlanden door de rechtsvoorganger van het Fonds (Stichting Pensioenfonds Pon, Ring G) zijn overgenomen, uit hoofde waarvan nog betalingen in de vorm van kosten en koopsommen ten behoeve van toeslag aan Aegon plaatsvinden;
• er voor de Werkgever geen bijstortingsverplichting is en geen aanspraak op premierestitutie is;
VERKLAREN MET INGANG VAN 1 JANUARI 2021 HET VOLGENDE OVEREEN TE KOMEN
1. DEFINITIES
In deze uitvoeringsovereenkomst gelden de begripsomschrijvingen zoals die zijn opgenomen in de Statuten van het Fonds en in het pensioenreglement Beschikbare premieregeling van het Fonds. In aanvulling hierop gelden de volgende definities:
1.1. Pensioenovereenkomst
Hetgeen tussen de Werkgever en de werknemers is overeengekomen betreffende pensioen;
1.2. Pensioenregeling
De pensioenregeling in de zin van het Pensioenreglement Beschikbare premieregeling van het Fonds;
1.3 Pensioenreglement
Het pensioenreglement met betrekking tot de Beschikbare premieregeling van het Fonds;
1.4 Rechtsvoorganger van het Fonds
Stichting Pensioenfonds Pon (Ring G), zoals die bestond tot 1 januari 2021;
1.5 Uitvoeringsovereenkomst
De onderhavige overeenkomst, zoals gesloten tussen de Werkgever en het Fonds, inclusief de eventueel daarbij behorende bijlage(n).
2. WEDERZIJDSE VERPLICHTINGEN
2.1 De Werkgever heeft de uitvoering van de Pensioenregeling van de Rechtsvoorganger van het Fonds, waarbij alleen nog opbouw van pensioenkapitaal plaatsvindt voor de Arbeidsongeschikte Gewezen Deelnemer, volledig ondergebracht bij het Fonds.
2.2 Het Fonds aanvaardt de opdracht tot uitvoering van de in artikel 2.1 genoemde Pensioenregeling. Het Fonds heeft zich in het kader van deze aanvaarding zoveel mogelijk ingespannen om duidelijkheid te verkrijgen over de doelstellingen en de risicohouding van de (Arbeidsongeschikte) Gewezen Deelnemers en de Pensioengerechtigden. Het Fonds heeft deze uitgangspunten vertaald naar doelstellingen en beleidsuitgangspunten van het Fonds, die zijn vastgelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota van het Fonds. Het Fonds toetst bij aanvang en vervolgens eenmaal per 5 jaar de uitvoering van de pensioenregeling aan de doelstellingen, de beleidsuitgangspunten en de risicohouding van de (Arbeidsongeschikte) Gewezen Deelnemers en de Pensioengerechtigden. De toets kan eerder plaatsvinden bij een ingrijpende wijziging van de Pensioenregeling of indien zich andere ingrijpende omstandigheden voordoen.
2.3 De Werkgever neemt alle verplichtingen op zich en aanvaardt alle rechten die uit de Statuten en het Pensioenreglement van het Fonds voor de Werkgever voortvloeien. Zij verbindt zich, met inachtneming van het in de volgende artikelen van deze Uitvoeringsovereenkomst bepaalde, tevens tot het verrichten van al hetgeen nodig is om het Fonds tot het nakomen van zijn verplichtingen in staat te stellen. Het Fonds verbindt zich jegens de Werkgever tot de getrouwe naleving van de voormelde Statuten en het Pensioenreglement. Van deze verplichtingen maakt nadrukkelijk niet uit een verplichting tot het betalen van (beschikbare) premie.
2.4 Het Fonds is niet verplicht tot uitvoering van enige Pensioenovereenkomst indien die uitvoering in strijd is met wet- en/of regelgeving of indien die uitvoering resulteert in een fiscaal bovenmatig pensioen.
3. VASTLEGGING PENSIOENOVEREENKOMST IN PENSIOENREGLEMENT
3.1 Het Fonds stelt het Pensioenreglement op en kan dit wijzigen overeenkomstig de bepalingen uit de Statuten, het Pensioenreglement en op grond van de artikelen 3.3 en
3.4. Het Pensioenreglement dient in overeenstemming te zijn met de Pensioenovereenkomst en met de Uitvoeringsovereenkomst, met uitzondering van de toepassing van de artikelen 3.3 en 3.4.
3.2 De Werkgever informeert het Fonds over iedere voorgenomen wijziging van de Pensioenovereenkomst schriftelijk vóór de beoogde datum van inwerkingtreding van die wijziging. Het Fonds stelt vervolgens uiterlijk binnen drie maanden na het van kracht worden van de gewijzigde Pensioenovereenkomst een gewijzigd Pensioenreglement op met inachtneming van de Statuten. Na wijziging wordt het Pensioenreglement aan de Werkgever beschikbaar gesteld. Een wijziging van het Pensioenreglement treedt in werking op het moment waarop de wijziging van de Pensioenovereenkomst van kracht is geworden. Het voorgaande is van toepassing voor zover:
a) de bepalingen uit de genoemde Pensioenovereenkomst niet strijdig zijn met geldende wet- en regelgeving;
b) de wijziging van de Pensioenovereenkomst geen nadelige gevolgen heeft voor de financiële positie van het Fonds;
c) de wijziging van de Pensioenovereenkomst op juridisch correcte wijze heeft plaatsgevonden; en
d) de gewijzigde Pensioenovereenkomst naar het oordeel van het Bestuur in redelijkheid uitvoerbaar is.
3.3 Het Bestuur zal, met inachtneming van het bepaalde in de Statuten en het Pensioenreglement, besluiten tot het doorvoeren van de door de wetgever of de toezichthouder vereiste wijzigingen van het Pensioenreglement die niet van invloed zijn op de omvang of de aard van de pensioenaanspraken.
3.4 Het Bestuur zal de door de wetgever of de toezichthouder vereiste wijzigingen van het Pensioenreglement die wel van invloed zijn op de omvang of de aard van de pensioenaanspraken onder de aandacht brengen van de bij de totstandkoming van de Pensioenovereenkomst betrokken partijen, zijnde de Werkgever en de (Arbeidsongeschikte) Gewezen Deelnemers. Indien binnen de geldende termijn voor doorvoering van de door de wetgever of de toezichthouder vereiste wijzigingen geen wijziging van de Pensioenovereenkomst tot stand komt, kan het Bestuur eenzijdig besluiten de noodzakelijke wijzigingen in het Pensioenreglement door te voeren.
3.5 Indien wet- en regelgeving ertoe leidt dat op basis van de Pensioenovereenkomst fiscaal bovenmatig pensioen wordt opgebouwd, zullen de Werkgever en de (Arbeidsongeschikte) Gewezen Deelnemers in overleg treden over de eventuele aanpassing van de Pensioenovereenkomst en treden Partijen in overleg over de eventuele aanpassing van het Pensioenreglement. Indien de Pensioenovereenkomst niet tijdig wordt aangepast, worden de kosten en de eventuele boetes die bij het Fonds in rekening worden gebracht in rekening gebracht bij de Werkgever.
3.6 Op verzoek worden de Arbeidsongeschikte Gewezen Deelnemers door het Fonds schriftelijk in kennis gesteld van de inhoud van het geldende Pensioenreglement. Binnen drie maanden na een wijziging in de Pensioenovereenkomst worden de Arbeidsongeschikte Gewezen Deelnemers die deelnemen in het Fonds door het Fonds schriftelijk op de hoogte gesteld van die wijziging en de mogelijkheid om het gewijzigde Pensioenreglement op te vragen bij het Fonds. Het Fonds zendt binnen twee weken na totstandkoming van een wijziging van het Pensioenreglement aan de toezichthouder een door het Bestuur gewaarmerkt exemplaar van de wijziging van het Pensioenreglement.
4. DE PENSIOENPREMIE
4.1 De Werkgever is geen (beschikbare) premie verschuldigd aan het Fonds.
5. DE KOSTEN
5.1 De Werkgever is kosten verschuldigd aan het Fonds vanwege de uitvoering van de pensioenregeling. Deze kosten bestaan uit:
a. de extra bedragen die verzekeraar Aegon aan het Fonds vraagt xxxxxxx van een verhoging van de pensioengrondslag in de eindloonregeling. Deze verhoging hangt samen met het gemiddelde van de salarisstijging bij Pon Equipment B.V. en bij Pon Power B.V., die conform het Pensioenreglement Geveke (eindloonregeling) leidt tot (opbouw over) een hogere pensioengrondslag.
b. De administratie- en garantiekosten die het Fonds betaalt aan verzekeraar Aegon voor de uitvoering van het garantiecontact dat in het verleden door de voormalige Stichting Pensioenfonds Geveke (niet zijnde het Fonds) was gesloten met Aegon en door het Fonds is overgenomen.
c. De bestuurskosten en administratiekosten in verband met de uitvoering van de pensioenregelingen van het Fonds conform het kostenreglement.
d. Kosten van uitgaande waardeoverdracht ingeval er een bijbetalingsverplichting hiervoor bestaat.
5.2 Voor het begin van elk kalenderjaar worden door het Fonds de over het kalenderjaar verschuldigde kosten vastgesteld op basis van de op dat moment beschikbare deelnemersgegevens. De kosten voor een kalenderjaar wordt door middel van een voorschotnota in rekening gebracht bij de Werkgever. De kosten worden gedurende het kalenderjaar door het Fonds definitief vastgesteld. De Werkgever voldoet de kosten op basis van de voorschotnota in vier gelijke termijnen. De betalingen van de termijn vinden uiterlijk plaats voor:
- 1 januari (1e termijn);
- 1 april (2e termijn);
- 1 juli (3e termijn);
- 1 oktober (4e termijn); van elk kalenderjaar.
5.3 Na afloop van elk kwartaal vindt een verrekening plaats van de overeenkomstig de in de voorschotnota opgenomen kosten, als bedoeld in artikel 5.2 en de overeenkomstig artikel
5.1 verschuldigde definitieve kosten. Hierbij wordt rekening gehouden met eventuele mutaties in deelnemersgegevens. Het overeenkomstig de in de vorige zin bedoelde verrekening verschuldigde dan wel te ontvangen bedrag wordt binnen vier weken nadat verrekening is vastgesteld door de Werkgever betaald aan het Fonds dan wel door het Fonds betaald aan de Werkgever.
6. NIET-NAKOMING BETALINGSVERPLICHTINGEN WERKGEVER
6.1 Indien de Werkgever zijn verplichting tot betaling niet binnen één maand na afloop van de in artikel 5.2 genoemde termijnen is nagekomen, is de Werkgever voor elke maand verzuim over het verschuldigde bedrag of over de verschuldigde bedragen rente verschuldigd ter hoogte van de dan geldende wettelijke rente, bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek, tenzij het Bestuur van het Fonds daarvan geheel of gedeeltelijk ontheffing verleent. Voorts zijn in geval van nalatigheid door de Werkgever aan het Fonds verschuldigd alle kosten die door het Fonds zijn gemaakt ter invordering van niet tijdig betaalde kosten en van de hiervoor bedoelde rente.
7. VERMINDEREN VAN PENSIOENAANSPRAKEN EN PENSIOENRECHTEN
7.1 Overeenkomstig artikel 134 van de Pw kunnen de ten laste van het Fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten door het Fonds worden verminderd. Het Fonds is daartoe uitsluitend bevoegd als:
• het Fonds gezien de beleidsdekkingsgraad niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 131 van de Pw gestelde eisen ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen of de bij of krachtens artikel 132 van de Pw gestelde eisen ten aanzien van het vereist eigen vermogen;
• het Fonds niet in staat is binnen een redelijke termijn te voldoen aan artikel 131 van de Pw of artikel 132 van de Pw zonder dat de belangen van de (Arbeidsongeschikte) Gewezen Deelnemers, de Pensioengerechtigden, de andere aanspraakgerechtigden of de Werkgever onevenredig worden geschaad; en
• alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, door het Fonds zijn ingezet in het herstelplan, bedoeld in artikel 138 van de Pw of artikel 139 van de Pw.
7.2 Een vermindering van de in artikel 7.1 genoemde pensioenaanspraken en pensioenrechten als gevolg van het vorige lid zal worden bepaald naar evenredigheid van de hoogte van de pensioenaanspraken en pensioenrechten ten tijde van de vermindering met inachtneming van een door het Bestuur, gehoord de actuaris van het Fonds, ontworpen schaal.
7.3 Het Fonds informeert de (Arbeidsongeschikte) Gewezen Deelnemers, de Pensioengerechtigden en de Werkgever schriftelijk over het besluit tot vermindering van deze pensioenaanspraken en pensioenrechten.
7.4 De vermindering kan op zijn vroegst drie maanden nadat de (Arbeidsongeschikte) Gewezen Deelnemers, de Pensioengerechtigden, de Werkgever en de toezichthouder hierover zijn geïnformeerd, worden gerealiseerd.
7.5 De Werkgever kan in geen geval verplicht worden om een Dekkingstekort te verminderen of anderszins bij te storten en zal dit ook niet doen.
7.6 Bij het vaststellen van de korting als bedoeld in dit artikel worden de pensioenaanspraken en pensioenrechten, die door de Rechtsvoorganger van het Fonds zijn ondergebracht bij Aegon en Nationale-Nederlanden, voor zover wettelijk is toegestaan, buiten beschouwing gelaten.
8. VOORWAARDELIJKE TOESLAGEN
8.1 De pensioenaanspraken en pensioenrechten op (verevend) ouderdomspensioen, (bijzonder) partnerpensioen en wezenpensioen van de Pensioengerechtigden, indien en voor zover deze zijn ingekocht in het Fonds, komen in aanmerking voor voorwaardelijke toeslagverlening. Op deze pensioenaanspraken en pensioenrechten wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal de stijging van de Prijsindex.
Het Bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre de pensioenaanspraken en pensioenrechten worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd.
8.2 De toeslagverlening is toekomstbestendig, wat inhoudt dat er jaarlijks niet meer toeslag als bedoeld in dit artikel wordt verleend dan naar verwachting uit de beschikbare middelen ook in de toekomst is te realiseren. Bij een beleidsdekkingsgraad onder een bepaald niveau wordt geen toeslag verleend. Dit niveau is gelijk aan een gewogen ondergrens die wordt bepaald door voor het deel van de pensioenverplichtingen dat bij Aegon en Nationale- Nederlanden is ondergebracht de minimaal vereiste ondergrens aan te houden en voor het resterende deel een ondergrens van 110% te hanteren.
8.3 Het Fonds kan bij het vaststellen van het toeslagbeleid onderscheid maken tussen verschillende soorten pensioenaanspraken en pensioenrechten, voor zover dat onderscheid wettelijk is toegestaan.
8.4 Toeslagverlening vindt altijd plaats per 1 januari van enig jaar en wordt verleend op de pensioenaanspraken en pensioenrechten met inbegrip van eerdere toeslagen.
8.5 De Werkgever kan in geen geval verplicht worden om een bijstorting te doen ter financiering van (inhaal)toeslagverlening en zal dit ook niet doen.
9. PROCEDURE VERMOGENSTEKORT EN VERMOGENSOVERSCHOT
9.1 Wanneer het Fonds voorziet of redelijkerwijs kan voorzien dat niet meer voldaan wordt of niet zal worden voldaan aan de bij of krachtens artikel 131 dan wel artikel 132 van de Pw gestelde vereisten ten aanzien van het vereist eigen vermogen dan wel het minimaal vereist eigen vermogen meldt het Fonds dit onverwijld aan de toezichthouder.
9.2 In de situatie van reservetekort zal het Fonds binnen drie maanden of zoveel eerder als de toezichthouder bepaalt, een concreet en haalbaar herstelplan ter instemming indienen bij de toezichthouder. In dit herstelplan werkt het Fonds uit hoe hij uiterlijk binnen maximaal 10 jaar zal voldoen aan artikel 132 van de Pw. Het herstelplan zal tevens worden opgenomen in de actuariële en bedrijfstechnische nota van het Fonds.
9.3 In geval van een vermogensoverschot zal geen storting van vermogen dan wel premiekorting of premierestitutie aan de Werkgever plaatsvinden.
10. BETALINGSVOORBEHOUD VAN DE WERKGEVER
10.1 De Werkgever heeft zich jegens het Fonds het recht voorbehouden om zijn bijdrage in de kosten van deze Pensioenregeling te verminderen of geheel te beëindigen in geval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden.
10.2 Zodra de Werkgever besluit dat hij van dit betalingsvoorbehoud gebruik wil maken, is hij verplicht om dit onverwijld schriftelijk aan het Fonds mee te delen. Het Fonds is op zijn beurt verplicht om de (Arbeidsongeschikte) Gewezen Deelnemers onverwijld van dat besluit van de Werkgever op de hoogte te stellen.
10.3 Het Fonds zal, afhankelijk van de omstandigheden die het gevolg zijn van een dergelijk besluit van de Werkgever, het Pensioenreglement aan de gewijzigde omstandigheden aanpassen.
10.4 Het Fonds zal terstond met de Werkgever in overleg treden of deze Uitvoeringsovereenkomst onverminderd kan worden voortgezet dan wel dient te worden aangepast dan wel door het Fonds zal worden beëindigd.
11. BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS
11.1 Het Fonds zal voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de overige wettelijke verplichtingen ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze Uitvoeringsovereenkomst. Het Fonds zal de gegevens tevens verwerken in lijn met de richtlijnen die de Autoriteit Persoonsgegevens dienaangaande publiceert.
11.2 Het Fonds informeert de Werkgever en de Arbeidsongeschikte Gewezen Deelnemers via het privacy statement op de website van het Fonds over hoe het Fonds omgaat met persoonsgegevens.
11.3 Het Fonds zal er zorg voor dragen dat iedereen die voor of namens dan wel in opdracht van het Fonds handelt en toegang heeft tot persoonsgegevens, die gegevens als vertrouwelijk zal behandelen en die gegevens alleen zal verwerken voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de specifieke taken en verplichtingen in het kader van deze Uitvoeringsovereenkomst. Het Fonds zal degenen als bedoeld in de vorige volzin wijzen op de in aanmerking te nemen wet- en regelgeving in het kader van de bescherming van persoonsgegevens. Het Fonds heeft passende beveiligingsmaatregelen geïmplementeerd om persoonsgegevens te beschermen tegen onopzettelijke of onrechtmatige vernietiging of onopzettelijk verlies, wijziging, ongeoorloofde openbaarmaking of toegang en tegen alle andere vormen van onrechtmatige verwerking.
12. WERKING UITVOERINGSOVEREENKOMST
12.1 Deze Uitvoeringsovereenkomst treedt in werking met ingang van 1 januari 2021 en is aangegaan voor onbepaalde tijd. De Uitvoeringsovereenkomst kan tegen het eind van een kalenderjaar door elk van de Partijen schriftelijk worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden.
12.2 Al hetgeen door Partijen tussen de datum van inwerkingtreding van deze Uitvoeringsovereenkomst en de datum waarop deze Uitvoeringsovereenkomst is ondertekend, ten aanzien van het Pensioenreglement is uitgevoerd en overeengekomen, wordt geacht onder deze Uitvoeringsovereenkomst te vallen.
12.3 Tussentijdse wijzigingen van deze Uitvoeringsovereenkomst zullen, nadat Partijen daarover overeenstemming hebben bereikt, schriftelijk worden vastgelegd.
12.4 Als opzegging door de Werkgever wordt ook beschouwd de gemotiveerde schriftelijke mededeling van het Fonds aan de Werkgever dat geen uitvoering meer kan worden gegeven aan de Uitvoeringsovereenkomst omdat sprake is van één van de volgende omstandigheden:
• De Pensioenovereenkomst kan niet langer in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving door het Fonds worden uitgevoerd;
• Het Fonds kan wijzigingen in de Pensioenovereenkomst niet uitvoeren omdat niet is voldaan aan een of meer van de volgende voorwaarden:
a) de bepalingen van de gewijzigde Pensioenovereenkomst zijn in overeenstemming met de geldende Pw- en regelgeving;
b) de wijziging van de Pensioenovereenkomst juridisch correct heeft plaatsgevonden; en
c) de bepalingen van de gewijzigde Pensioenovereenkomst naar het redelijk oordeel van het Bestuur in redelijkheid uitvoerbaar zijn.
• De Pensioenovereenkomst wordt niet aangepast aan de door de wetgever of de toezichthouder vereiste wijzigingen en aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a) het Bestuur heeft op grond van artikel 3.4 het Pensioenreglement daaraan wel aangepast, b) en hierdoor sluit het Pensioenreglement niet meer aan bij de Pensioenovereenkomst c) en als gevolg hiervan kan de uitvoering van de ongewijzigde Pensioenovereenkomst door het Fonds in redelijkheid niet meer worden verwacht.
In deze omstandigheden eindigt deze Uitvoeringsovereenkomst onmiddellijk, zonder dat een opzegtermijn van toepassing is.
12.5 Artikel 12.4 is niet van toepassing indien de Pensioenovereenkomst na de opzegging binnen de in artikel 12.1 bedoelde opzegtermijn is aangepast zodanig dat de Pensioenovereenkomst alsnog in overeenstemming met geldende wet- en regelgeving kan worden uitgevoerd.
12.6 Binnen twaalf weken na beëindiging van deze Uitvoeringsovereenkomst ontvangt de Werkgever van het Fonds een definitieve afrekening, die de Werkgever vervolgens binnen drie weken voldoet. Indien er op dat moment nog lopende zaken afgewikkeld moeten worden, vermeldt het Fonds aan de Werkgever welke zaken dat zijn. De aan de afwikkeling van deze zaken verbonden kosten zullen vervolgens na afwikkeling daarvan door het Fonds aan de Werkgever in rekening worden gebracht. De Werkgever draagt steeds zorg voor betaling van deze rekening binnen drie weken.
12.7 Bij opzegging van de Uitvoeringsovereenkomst door de Werkgever gelden naast het bepaalde in dit artikel de volgende uitgangspunten:
a. De financiële gevolgen voor het Fonds zijn nihil.
b. De gevolgen voor de (Arbeidsongeschikte) Gewezen Deelnemers, de (Ex-)Partners en de Pensioengerechtigden en de andere aanspraakgerechtigden van het Fonds zijn nihil.
Compensaties van eventuele negatieve gevolgen voor de onder a. en b. genoemde partijen zijn dan voor rekening van de Werkgever. Indien deze opzegging het Bestuur noodzaakt het liquidatietraject van het Fonds in te gaan, zijn de daaraan verbonden kosten ook voor rekening van de Werkgever.
12.8 Na beëindiging van de Uitvoeringsovereenkomst blijven de verplichtingen van het Fonds jegens de (Arbeidsongeschikte) Gewezen Deelnemers, de Pensioengerechtigden en de andere aanspraakgerechtigden bestaan, voor zover de betalingen overeenkomstig het bepaalde in deze Uitvoeringsovereenkomst en de voorafgaande uitvoeringsovereenkomsten door de Werkgever zijn voldaan, met inachtneming van de Statuten en het Pensioenreglement.
12.9 De Werkgever kan bij een collectieve beëindiging van de deelname aan de Pensioenregeling een verzoek indienen tot een collectieve waardeoverdracht als bedoeld in artikel 83 van de Pw. Het Fonds zal dit verzoek beoordelen. Hierbij zal het Fonds de wet- en regelgeving ten aanzien van collectieve waardeoverdracht in acht nemen en beoordelen of er geen nadelige gevolgen zijn voor het Fonds. Het Fonds kan nadere voorwaarden stellen aan de collectieve waardeoverdracht. De kosten voor uitvoering van de collectieve waardeoverdracht komen voor rekening van de Werkgever.
13. GESCHILLEN
13.1 Alle geschillen, die tussen Partijen mochten ontstaan ter zake van deze Uitvoeringsovereenkomst of de uitvoering daarvan, zullen door Partijen in eerste instantie gedurende maximaal 10 werkdagen worden besproken om tot een oplossing te komen.
13.2 Indien Partijen geen overeenstemming kunnen bereiken binnen 10 werkdagen, zal het geschil worden beslecht door arbitrage overeenkomstig het Reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut. De procedure zal worden gehouden in de Nederlandse taal. De plaats van arbitrage is Amsterdam. Het Arbitraal Panel zal bestaan uit drie arbiters en zal beslissen naar de regelen des rechts.
13.3 Elke Partij benoemt binnen 30 dagen na ontvangst van de arbitrageaanvraag één arbiter. De twee door Partijen benoemde arbiters zullen gezamenlijk de derde arbiter benoemen die tevens als voorzitter zal fungeren. Indien een Partij binnen 30 dagen na ontvangst van de arbitrageaanvraag nog geen arbiter heeft benoemd, wordt op verzoek van de andere Partij de ontbrekende arbiter benoemd door het Nederlands Arbitrage Instituut, waarna de twee benoemde arbiters gezamenlijk de derde arbiter zullen benoemen die tevens als voorzitter zal fungeren.
13.4 Het arbitrale vonnis zal niet openbaar gemaakt worden.
14. ONVOORZIENE GEVALLEN
14.1 In alle gevallen waarin deze Uitvoeringsovereenkomst niet voorziet of indien zich omstandigheden voordoen die ten tijde van het opstellen van deze Uitvoeringsovereenkomst niet voorzienbaar waren, beslissen Partijen zoveel mogelijk in overeenstemming met en in de geest van de inhoud van deze Uitvoeringsovereenkomst. Indien Partijen niet tot overeenstemming komen, is artikel 13 van toepassing.
14.2 Indien een bepaling van deze Uitvoeringsovereenkomst ongeldig of niet afdwingbaar zou zijn, laat dit de geldigheid of afdwingbaarheid van enige andere bepaling van deze Uitvoeringsovereenkomst onverlet. Een dergelijke ongeldige of niet afdwingbare bepaling zal worden vervangen of geacht worden te zijn vervangen door een bepaling die geacht wordt geldig en afdwingbaar te zijn en waarvan de interpretatie de strekking van de ongeldige of niet afdwingbare bepaling zo dicht mogelijk benadert.
15. TOEPASSELIJK RECHT
Op deze Uitvoeringsovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.
ALDUS IN TWEEVOUD OPGEMAAKT EN ONDERTEKEND,
Plaats Almere
Datum 2021
Stichting Pensioenfonds Geveke
Naam: | B.C. van der Gaag | Naam: | J.F. Xxxxx | |
Titel: | Bestuurder | Titel: | Bestuurder |
Plaats Almere
Datum 2021
Pon Holdings B.V.
Naam: Titel: