JAARSTUKKEN 2020
Werkvoorzieningschap Aanvullende
Arbeid Venlo e.o.
Xxxxxxxxxxxxxxx 00
5911 HT Venlo
Tel.: 000-0000000
Venlo, 31-3-2021
JAARSTUKKEN 2020
GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING WAA
WAA Venlo e.o. Xxxxxxxxxxxxxxx 00
5911 HT Venlo
Tel.: 000-0000000
Inhoudsopgave
5
1.1 Programmaverantwoording 10
1.1.2 Algemene ontwikkelingen op bestuurlijk niveau 10
1.1.3 Beleidsvisie van het bestuur 10
1.1.5 Ontwikkelingen in de Wsw 12
1.1.6 Programma sociale werkvoorziening 13
1.1.6.4 Overhead, vennootschapsbelasting en onvoorzien 17
1.1.7 Realisatie van doelmatigheid en rechtmatigheid 17
1.1.8 Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening 18
1.2.1 Paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing 19
1.2.1.1 Risico’s voor het Schap als publiekrechtelijke organisatie 19
1.2.1.2 Bedrijfsrisico’s vanuit het ondernemerschap 22
1.2.2 Onderhoud kapitaalgoederen 23
29
2.2 Overzicht van baten en lasten 33
2.3.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 34
2.3.2 Toelichting op de balans per 31 december 2020 36
2.3.3 Toelichting op het overzicht van baten en lasten 38
2.3.4 Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid 42
2.3.4.1 Analyse begrotingsafwijkingen en rechtmatigheid van afwijkingen 42
2.3.5.1 Overzicht van baten en lasten naar gemeentelijke taakvelden 42
2.3.6.1 Gebeurtenissen na balansdatum 43
45
3.1 Recapitulatie begrotingsevenwicht 45
3.4 Overzicht verdeling reguliere gemeentelijke bijdragen 2020 47
3.5 Voorstel resultaatbestemming 47
1. Jaarverslag
Voor u ligt de jaarrekening 2020 van de gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningsschap Aanvullende Arbeid Venlo en omstreken (hierna te noemen het Schap). Deze jaarrekening is opgemaakt conform de verplichte verslaggevingsvoorschriften voor een Gemeenschappelijke Regeling zoals verwoord in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
Inleiding
• Strategie, koers, organisatie en operatie WAA overall
Strategische koers WAA en Participatiewet
Vanaf 2013 richt WAA zich sec op de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Deze wet is vanaf 1-1-2015 als zelfstandige regeling opgegaan in de Participatiewet, maar wel met een status aparte; de Wsw is vanaf dat moment gesloten voor nieuwe instroom en nog alleen beschikbaar voor mensen met een (dreigend) grote afstand tot de arbeidsmarkt, die al vóór 1-1-2015 in de Wsw zaten. Iedereen die tot en met 2014 is ingestroomd blijft in de Wsw met volledig behoud en inachtneming van alle onder de oude Wsw opgebouwde rechten en plichten. Hiervoor gelden onveranderd de specifieke Wsw wet- en regelgeving en Wsw (arbeids-)condities die vanaf 2014 één op één en onveranderd na 2014 zijn doorgetrokken in de Participatiewet.
Voor een organisatie als WAA die namens haar deelnemende gemeenten de Wsw uitvoert, zijn de algemene kaders en uitgangspunten van de Participatiewet normatief en kader stellend. In de Participatiewet is Inclusiviteit hét uitgangspunt: iedereen doet ertoe en iedereen moet mee (kunnen) doen in de maatschappij. Derhalve staat voor iedereen met een (dreigend) grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt werken naar vermogen en draagkracht in een zo regulier mogelijke omgeving centraal. Een uitgangspunt dat naadloos aansluit op de visie en missie van WAA vanaf 2014 tot heden die erop is gericht om al haar mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt zo veel als mogelijk te plaatsen in een zo regulier mogelijke arbeidsomgeving, rekening houdend met de mogelijkheden en onmogelijkheden van cliënten. Én een uitgangspunt dat naadloos aan op de strategische beweging “van binnen naar buiten” die WAA al vanaf 2014 volgt. Vanaf dat jaar heeft WAA de transformatie ingezet van een “commercieel gerichte, brede uitvoeringsorganisatie voor de hele onderkant van de arbeidsmarkt met diverse eigen activiteiten in eigen beheer” naar een “sociaal duurzaam detacheringsbedrijf voor sec Wsw-ers dat d.m.v. diverse vormen van detacheringen mensen plaatst bij reguliere bedrijven”. WAA richt zich vanaf medio 2018 derhalve alleen nog op het (her)plaatsen en detacheren van haar Wsw-medewerkers in een zo regulier mogelijke arbeidsomgeving. Daarmee is de organisatie WAA in een volgende fase gekomen; van na- en uittrillen in 2018, naar optimaliseren en finetunen tot en met 2020, en naar verder professionaliseren vanaf 2021 en volgende jaren. Een beweging die WAA vanaf 2014 met verve heeft opgepakt en ook komende jaren, middels het programma Eigenaarschap, vol vertrouwen doorzet.
Onderstaande is het transformatieproces van WAA vanaf 2013 tot 2020, en de opmaat hierbij naar 2021 en verder, schematisch weergegeven:
Ondanks dat Inclusiviteit steeds meer ingeburgerd raakt, blijkt echter in 2020 nog steeds dat het onveranderd moeilijk was, is én blijft om werkgevers warm te maken om mensen met een beperking écht ook zelf in dienst te nemen. Iets waar WAA nog steeds, en elke dag weer tegenaan loopt.
Weliswaar zijn werkgevers meer bereid om met deze mensen aan de slag te gaan, doch werkgevers blijven, ondanks alle maatregelen en impliciete dreigingen t.a.v. quotum en verdere groei van het conceptuele denken en doen in het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen ten spijt, onverminderd ook nog steeds zeer terughoudend bij het plaatsen, en zeker het zelf in dienst nemen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Bij de tussen- en eindevaluatie van de Participatiewet in 2019 en 2020, is dit iets dat ook geconstateerd en benoemd is als item waar de Participatiewet in zijn huidige vorm onvoldoende antwoord op geeft en oplossingen voor biedt. Reden voor partijen in de Tweede Kamer om begin 2021 een motie aan te nemen om op korte termijn te komen tot een oplossing om de groeiende groep Nieuw Beschut tóch ook aan een baan en werk te helpen: de opzet en inrichting van wat men noemt Regionale Sociale Ontwikkelbedrijven. Na de motie is het aan het volgende kabinet om hier concreet verder vorm en inhoud te geven.
COVID-19
Medio maart 2020 is Nederland, evenals de rest van de wereld, plots overvallen door het coronavirus. De overheid heeft vervolgens een meermalig zgn. intelligente, gecontroleerde shut-/lockdown afgekondigd. Hierdoor is het sociale, maatschappelijke én economische leven in Nederland abrupt tot een geheel of gedeeltelijke stop gekomen. Met alle sociale, maatschappelijke maar ook economische gevolgen van dien.
Als sec naar economische gevolgen wordt gekeken is de ervaring van 2020 en de verwachting voor 2021 en verder dat de directe impact van deze crisis op sec de exploitatie van het Schap WAA beperkt is, en ook zal blijven. Immers, de activiteiten van het Schap beperken zich primair tot regievoering en administratie c.a. van de Wsw voor haar deelnemende gemeenten en aansturing van haar uitvoeringsorganisatie WAA groep nv. De primaire baten van het Schap, zijnde vnl. rijksbijdrage Wsw en gemeentelijke bijdragen, evenals de primaire lastenstroom van het Schap, zijnde vnl. uitvoeringsbijdragen Wsw en vaste vergoedingen voor regie-, administratie en controlewerkzaamheden, zijn veelal vast en worden o.b.v. de huidige wetenschap naar verwachting nauwelijks (primair) geraakt door de huidige crisis. Op middellange en langere termijn kan dat, zeker als deze crisis lang aanhoudt, een heel ander verhaal zijn. Hiervoor wordt verwezen naar de risicoparagraaf.
De indirecte impact van corona is anders dan de directe impact; de huidige crisis raakt het Schap indirect natuurlijk wel degelijk, en wel fors doordat zij 100% deelnemer is in de uitvoeringsorganisatie WAA groep nv. WAA groep nv is en wordt nog steeds zeer fors geraakt door het in belangrijke mate wegvallen van grote delen van in haar opbrengstenstroom (toegevoegde waarde uit leveringen van diensten) bij veelal gelijkblijvende loon-(kosten) resp. zelfs hogere kosten a.g.v. capaciteits- en vraaguitval en extra maatregelen die getroffen moeten worden.
Op 2-9-2020 heeft het Rijk aangegeven coronacompensatie voor Sw-bedrijven te verlenen voor de periode t/m december 2020. Via de rijksbijdrage Wsw is, ter vervanging van de NOW-bijdrage voor Sw-bedrijven, in de septembercirculaire van het Rijk in totaal € 933.000 (€ 2.098 per arbeidsjaar Wsw) voor sec 2020 aan EENMALIGE, EXTRA subsidie verstrekt via gemeenten aan SW-bedrijven als overbrugging voor de gevolgen van COVID-19 op de bedrijfsvoering. Naast compensatie van het Rijk heeft WAA ook afspraken met haar klanten kunnen maken waarbij, met een beroep op partnership, ook deze relaties een bijdrage hebben geleverd en zullen blijven leveren om de gevolgen van COVID- 19 te mitigeren.
Samen met de ingezette maatregelen bij WAA groep nv en de compensatie van klanten, was de coronacompensatie van het Rijk over 2020 ruim voldoende om de gevolgen van COVID-19 op de exploitatie van WAA groep nv te mitigeren. Voor 2021 en verder is nog geheel niets van het Rijk hieromtrent aangegeven. Derhalve is een eventuele COVID-19-compensatie van het Rijk vanaf 2021 (vooralsnog) als PM in de (meerjaren-)begroting opgenomen.
Via de uitvoerings- en plaatsingsbijdrage is deze rijks-compensatie, in lijn met bestuurlijke besluitvorming in 2020, volledig doorbetaald aan WAA groep nv. Dit zal ook gebeuren met eventuele volgende compensaties. Hierdoor worden de gevolgen van COVID-19 op de bedrijfsvoering / exploitatie en de compensatie hiervoor binnen de WAA-constellatie zowel materieel als formeel gematched. In verband met het afwijkende en eenmalige karakter van zowel de ontvangst als doorbetaling van deze Coronabijdrage van het Rijk resp. gemeenten via de Rijksbijdrage Wsw, wordt
de ontvangst hiervan in de exploitatie van het Schap apart verantwoord onder Diverse baten. De doorbetaling aan WAA groep nv wordt ook apart verantwoord onder Bijdragen aan derden.
De impact van de COVID-19-crisis op de exploitatie van WAA is m.n. bij WAA groep nv verwerkt in het exploitatieresultaat 2020. En door de hoge mate van onzekerheden hieromtrent, met de nodige voorzichtigheid doorvertaald in de verwachte resultaten en budgetten voor 2021 en verder. Door te zorgen voor prudent financieel beheer met voldoende ruimte voor onvoorzien in zowel de baten als lasten, én tijdelijk een hoger eigen weerstandsvermogen bij zowel WAA groep als het bij het Schap aan te houden dan noodzakelijk, wordt binnen de exploitatie en balans van WAA overall voldoende ruimte aangehouden om zélf de (verdere) gevolgen van COVID-19 primair eerst in haar eigen organisatie financieel te kunnen opvangen. Ondanks de forse impact die de crisis heeft op de balans en exploitatie van WAA overall, is de financiële en liquiditeitspositie van WAA overall voor nu en voor de nabije toekomst zodanig aan de maat dat de continuïteit van de gehele WAA-organisatie vooralsnog niet in gevaar is. Naar verwachting zal de coronacrisis vooralsnog geen gevolgen hebben voor de waardering van de deelneming WAA groep nv bij het Schap, en derhalve geen gevolgen hebben voor de exploitatie van het Schap. Op langere termijn, en in directe en indirecte zin en los van haar exploitatie etc., is continuïteit voor het Schap zelf sec a.g.v. de wettelijke garanties die de WGR biedt, overigens überhaupt nooit een issue.
Organisatie en (Wsw)-bezetting
Doordat de Wsw onder de Participatiewet vanaf 2015 een zgn. ‘gesloten’ regeling is, is vanaf dat jaar door natuurlijk verloop en uitstroom bij de Wsw parallel hieraan sprake van een krimpende WAA organisatie. Een krimp die per 1-1-2018 versneld heeft plaatsgevonden. De uitvoering van de strategische koers van WAA is toen, in lijn met de ingezette beweging “van binnen naar buiten” én de transformatie naar een sociaal duurzaam Sw-detacheringsbedrijf nader ingevuld. Met ingang van 1-1- 2018 is nl. bestuurlijk door de deelnemende gemeenten besloten dat vanaf die datum gemeenten zélf en dírect volledig verantwoordelijk zijn geworden voor het bieden van passende arbeid voor een deel van de Wsw-populatie, zijnde de zgn. Beschutte groep Wsw-ers. Dit zijn mensen die onder de Wsw vallen en die (blijvend) aangewezen (zullen) zijn op intern beschut werk en een loonwaarde hebben tot maximaal 30%. Vanaf die datum zijn de gemeenten derhalve zgn. materieel werkgever voor deze groep en zélf direct verantwoordelijk voor de regie en plaatsing van deze groep. Gemeenten geven uitvoering aan hun verantwoordelijkheid door beschermde werkplekken in m.n. de eigen woonbuurt van deze mensen te realiseren. De overige Wsw-ers blijven vanaf 1-1-2018 onverminderd onder regie en directe verantwoordelijkheid van WAA. Het betreft dan de personen uit de Wsw-doelgroep met een loonwaarde van 30% of hoger, die bereid en in staat zijn in een reguliere omgeving – al dan niet onder WAA-begeleiding – aan de slag te gaan. WAA heeft derhalve vanaf 1-1-2018 de verantwoordelijkheid om onder haar regie zoveel mogelijk de groep Wsw-ers met een loonwaarde van 30% of hoger d.m.v. passend werk te plaatsen bij reguliere werkgevers.
De beweging van WAA vanaf 2014, in combinatie met de krimp van de organisatie, gaat gepaard met transitie- en frictiekosten. Vanaf 2015 zijn deze middelen ondergebracht in een aparte bestemmingsreserve bij het Schap. Jaarlijks wordt de aard en omvang van deze reserve herijkt op basis van alle aangegane en lopende verplichtingen. Het beleid van WAA is erop gericht, door middel van actief en preventief sturen op output en actief beheer van deze verplichtingen, het beslag op deze gereserveerde frictiemiddelen steeds te minimaliseren. Iets dat tot en met 2020 jaarlijks succesvol is geweest (zie onderdeel Financieel in dit verslag).
Structuur, bestuur en governance
De krimp in SW en de oplopende economies-of-scale-effecten bij WAA, in samenhang met de uitdagingen waarvoor gemeenten over de volle breedte staan vanuit de Participatiewet, én de parallellen die er steeds meer zijn tussen Wsw en de andere doelgroepen binnen die Wet, hebben ertoe geleid dat de gemeente Venlo, als grootste belanghebbende gemeente binnen WAA, vanaf 2016 heeft onderzocht óf en zo ja, hoe, wat en waar het mogelijk zou zijn de uitvoering van de gehele Wsw vorm en inhoud te willen gaan geven binnen haar eigen gemeentelijke sociale domein. Dit heeft in 2019 geresulteerd tot een positief advies op de beoogde richting en vervolgens voorgenomen besluit van de gemeente Venlo om hiertoe over te gaan. In februari 2020 is hier door de andere deelnemende gemeenten in WAA, zijnde Beesel en Bergen, negatief op gereageerd: beide kleinere gemeenten wensen, in tegenstelling tot het voornemen van de gemeente Venlo, vooralsnog
voor de komende jaren en ceteris paribus op de huidige voet en huidige koers door te gaan met WAA als uitvoerder van de Wsw. De efficiënte wijze van uitvoering, op de manier zoals de WAA momenteel functioneert, maakt dat voor deze gemeenten nu de noodzaak om zaken anders te organiseren te grote financiële en maatschappelijke risico’s met zich meebrengt.
Gedurende de huidige status quo is door het Bestuur van het Schap besloten om, met inachtneming van ieders belangen, op basis van gelijkwaardigheid en rekening houdende met belangen van andere stakeholders én – last but not least – de mensen in de doelgroep waar het allemaal om draait(!), een nieuw onderzoek uit te zetten naar hoe dan verder. Dit onderzoek genaamd Samen Verder! is medio 2020 opgepakt. Hangende dit onderzoek is vooralsnog bestuurlijk besloten tot een status quo en de huidige structuur en koers van WAA onveranderd en going concern tot nadere bestuurlijke besluitvorming door het Schapsbestuur door te zetten. Deze jaarrekening is derhalve opgesteld op basis van going concern-grondslagen.
Zoals aangegeven zal op zijn vroegst in 2021 in dit proces naar verwachting een volgende stap worden gezet naar een nieuwe toekomst voor het Schap en WAA groep nv, met de nodige nieuwe uitdagingen maar ook een proces dat WAA onveranderd met verve en met vertrouwen verder zal oppakken! Mét, en ook vóór de mensen die op haar zijn aangewezen voor een passende werkplek.
• Sociaal
Evenals in voorgaande jaren is ook in 2020 op sociaal gebied eenieder die is aangewezen op passende arbeid vanuit de Wsw binnen de gestelde kaders en taakstellingen zoveel mogelijk geplaatst in een voor hem/haar zo passend mogelijke werkplek. Eind 2020 is 95% van de SW-populatie passend en duurzaam geplaatst. De overige 5% is, gelet op de beperkingen bij zowel vraag als aanbod van/naar duurzaam passend werk, nog niet geplaatst of in afwachting van een andere werkplek. Het reduceren van de 5% is dé uitdaging voor de volgende jaren. Een uitdaging die WAA graag en vol overgave oppakt!
De totale Wsw-bezetting van het Schap is in 2020, door het sluiten van de regeling en hierdoor wegvallen van de instroom Wsw vanaf 1-1-2015 maar ook door natuurlijk verloop, verder gedaald: in full time arbeidsjaren van 708 in 2018 naar 680 in 2019 naar 644 in 2020. Vooral vanaf 2019 is er sprake van een versnelde uitstroom uit de Wsw omdat, o.a. door de vergrijzende bezetting, meer mensen uitstromen naar pensioen, maar ook voor meer mensen de handicap steeds meer een (te) grote beperking wordt voor verdere deelname in het arbeidsproces. De Wsw-bezetting zal komende jaren verder dalen en, o.a. door voorgenoemde oorzaken, naar verwachting sneller dan in de afgelopen jaren. Vanaf 2021 wordt een verdere afname met gemiddeld 25 tot 35 arbeidsjaren per jaar verwacht. In lijn met de krimp van de Wsw zal ook de eigen WAA-organisatie hierop worden aangepast.
• Operationeel
De strategische koers van WAA is in 2014 concreet vertaald in het strategische document “Samen Xxxxxx! en o.a. vorm gegeven door vanaf 2014 alle eigen activiteiten van WAA groep nv gecontroleerd en geconditioneerd af te stoten en “naar de markt te brengen”. Bij alle vervreemdingen zijn hierbij betrokken medewerkers in alle gevallen zoveel als mogelijk het werk gevolgd. Met de laatste vervreemdingen en het verhuizen vanuit het industriële gebouwencomplex van ruim 27000m2 aan de Edisonstraat in Venlo naar een nieuwe kantoorruimte van 400m2 aan de Prinsessesingel in Venlo per medio 2018, is dit onderdeel van de in 2014 ingezette koers afgerond en staat WAA voortaan synoniem voor een sociaal duurzaam detacheringsbedrijf.
Door de bestuurlijke onzekerheden en hieraan gekoppelde prudentie ten aanzien van (toekomstige) investeringen, is binnen de organisatie WAA sprake van een status quo op meerdere fronten. Iets dat, zeker in de wereld van het sterk dynamische sociale domein, achteruitgang betekent voor de (door)ontwikkeling en verdere professionalisering van WAA. Waarbij het van groot belang is dat WAA, ondanks de beperkingen, in dit kader tóch verder in de organisatie en haar mensen móet blijven investeren om niet achteruit te hollen. Medio 2019 is hiermede een begin gemaakt door het kader van WAA middels het interne programma “Eigenaarschap” gereed te stomen voor een nieuwe toekomst.
Een proces dat in 2020 en volgende jaren steeds verder is, en nog zal worden uitgerold. De vier hoofdthema’s in dit programma zijn: “Ik ga voor WAA”, “Ik ben resultaatgericht”, “Ik ben verantwoordelijk” en “Ik verbind”. Doelstelling is mensen en middelen én de interne en externe organisatie met elkaar en in balans te verbinden, en meer te finetunen en te professionaliseren. Dit
vanuit een continu reciproke proces van kritisch zelf analyseren, naar verbeteren, vervolgens meten, en dan weer bijstellen.
• Financieel
Ondanks de grote “verbouwingen vanaf 2014”, de organisatiekrimp, en de COVID-19-crisis en de hierdoor gedaalde omzet en extra kosten, zijn zowel het Schap als WAA groep nv er in 2020 wederom in geslaagd een beter dan begroot financieel resultaat te behalen. Dit vooral door beperking van de COVID-19-schade door specifieke (maatwerk) organisatorische maatregelen in combinatie met de compensatie van het Rijk én klanten, door structureel lagere operationele en frictiekosten, én door een beter subsidieresultaat Wsw dan begroot. Dit laatste was vooral een gevolg van a) minder dan begrote loonkosten a.g.v. lager dan begrote Cao-verhogingen voor de Wsw-medewerkers en lagere sociale premies c.a. en b) een rijksbijdrage Wsw die hoger was dan begroot.
De afbouw van de organisatie en de hierbij doorgezette reductie van de structurele organisatorische kosten heeft, ondanks de gedaalde toegevoegde waarde, vanaf 2014 tot een resultaatverbetering geleid. En dit, in combinatie met de eerste effecten van het programma Eigenaarschap, waarbij medewerkers gaan voor, en trots zijn op WAA en meer resultaatgericht zijn gaan samenwerken, heeft vanaf 2019 tot verdere resultaatverbetering bij WAA geleid. De transformatie van WAA heeft daarnaast ook voor de beleidsmatig gewenste risicoreductie voor WAA overall gezorgd. Hierdoor is de organisatie in de toekomst minder gevoelig en beter in staat in te spelen op veranderende marktomstandigheden. En heeft zij meer focus door minder versnippering van activiteiten en dus aandacht. De COVID-19-crisis heeft dit aspect van bedrijfsvoering bij WAA vanaf 2020 nog nadrukkelijker dan voorheen aan het licht gebracht. Elk “nadeel heb ook zijn voordeel”, zei een zekere Xxxxx Xxxxxx ooit. Waarvan acte!
Niet alleen qua finetuning, optimalisatie en professionalisering van zowel de WAA-organisatie als haar werkprocessen en qua bestuurlijke positionering zijn er grote uitdagingen voor WAA en haar gemeenten. Ook op financieel gebied is en blijft er een grote uitdaging. Immers: al vanaf 2015 heeft het Rijk jaarlijks oplopende kortingen op de rijksmiddelen voor het hele sociale domein inclusief de Wsw toegepast. Deze kortingen hebben geresulteerd in een forse budgettaire druk bij het Schap.
Deze druk is in 2016 t/m 2020 verder opgelopen. De korting was in 2020 weliswaar lager dan begroot, doch deze zal bij ongewijzigd rijksbeleid ook na 2020 nog een subsidietekort tot gevolg hebben.
De financiële exploitatie van het Schap sluit in 2020 met een concernresultaat van -/-€ 1.280.000
(begroot: -/-€ 2.392.000). Deze positieve afwijking ad € 1.112.000 is vooral een gevolg van:
• lagere uitvoerings- en plaatsingskosten, dit a.g.v. een lagere Wsw-bezetting voor de doelgroep niet-beschut;
• een hogere rijksbijdrage Wsw per SE dan begroot doordat het Rijk in 2020 een extra budgetverhoging voor de Wsw heeft doorgevoerd;
• lagere overige lasten ad € 528.000, dit m.n. door een lager dan begrote bijdrage voor frictiekosten ad € 494.000, en verder door minder inhuur van externe ondersteuning t.b.v. het actualiseren van de koers WAA / modernisering Wsw. De voordelen in 2020 ten opzichte van 2019 worden deels afgezwakt door een afname van de economy of scale door de hogere krimp in Wsw-ers, die ook in 2020 niet volledig wordt gecompenseerd in de rijksbijdrage per Wsw- arbeidsjaar.
In het Overzicht van baten en lasten is de hierboven al vermelde coronacompensatie van het Rijk over 2020 ad € 933.000, vanwege het incidentele karakter, onder de Diverse baten verantwoord, en de doorbetaling ervan is als Bijdrage aan WAA groep nv apart vermeld.
Het tekort ad €1.280.000 over 2020 wordt met € 1.600.000 gedekt door een voor 2020 vastgestelde gemeentelijke tekortfinanciering en met € 296.000 door een onttrekking uit de bestemmingsreserve. Hierna resteert een overschot van € 616.000, dat conform bestuurlijke afspraken t.a.v. resultaatbestemming, wordt toegevoegd aan de algemene reserve van het Schap.
Eind 2020 bedraagt het aanwezige weerstandsvermogen van het Schap en WAA groep nv samen, na verwerking van het voorstel t.a.v. resultaatbestemming 2020, ca. € 7,9 mio en is hiermede fors hoger (door de beter dan begrote resultaten over 2019 en 2020) dan het bestuurlijke vastgestelde minimum niveau van € 3 mio. Het deel van het weerstandsvermogen boven het minimumniveau van € 3 mio zal in komende jaren met de nodige voorzichtigheid en prudent worden ingezet ter mitigering van de gemeentelijke bijdragen, maar ook om als extra buffer te fungeren voor het geval dat COVID-19
langer dan 2021 resp. in (nog) hogere mate dan voorzien, zijn stempel blijft drukken op de exploitatie van WAA. Tot een niveau van € 3 mio zal dit vermogen sowieso worden gereserveerd als buffer om de continuïteit van de onderneming te waarborgen.
De fysieke transformatie van WAA is eind 2018 afgerond, doch daarmee is er geen einde maar een nieuw begin ontstaan. De basis staat, maar de organisatie dient verder te worden geoptimaliseerd en geprofessionaliseerd. Ook zal de bestuurlijke constellatie door de drie deelnemende gemeenten gezamenlijk middels het project Samen Verder! worden uitgewerkt. Er is, en zal ook komende jaren, derhalve verder ge- en verbouwd worden aan WAA. En dat terwijl de winkel open blijft. En er zal ook de komende jaren druk blijven op de financiële exploitatie van WAA; subsidietekorten op Wsw en een eind 2020 zeer onzekere maatschappelijke en economische situatie blijven naar verwachting ook voor de komende jaren beeldbepalend. De uitdagingen waar WAA voor staat zijn, en blijven onverminderd, niet gering. Uitdagingen die WAA samen met haar gemeenten graag en met verve wil oppakken.
Samen verder dus! Maar wel steeds oog en oor houdende voor datgene wat écht wezenlijk is en waar het tenslotte écht om gaat: het belang van de mensen die op haar zijn aangewezen voor het hebben van passend werk.
Los van bovenstaande ontwikkelingen is het Schap, en haar 100% dochter en Wsw- uitvoeringsorganisatie WAA groep nv, er ook in 2020 weer in geslaagd haar doelen op sociaal, operationeel en financieel gebied te realiseren.
De doelstelling van WAA is het - voor en namens de deelnemende gemeenten - als Gemeenschappelijke Regeling uitvoering geven aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Participatiewet onderdeel Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) in de regio Venlo tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
1.1.2 Algemene ontwikkelingen op bestuurlijk niveau
In de Participatiewet, en in het verlengde daarvan in de Wsw, is aangegeven dat de regie en uitvoering van deze wet en regelingen bij gemeenten ligt. De deelnemende gemeenten van het Schap bepalen in en middels het Schap een gemeenschappelijke koers voor de uitvoering van de Wsw resp. voor WAA. Het Schap WAA Venlo e.o. fungeert hierbij als het centrale beleidsorgaan en als steun- en coördinatiepunt voor de drie deelnemende gemeenten om de Wsw concreet vorm en inhoud te geven. Namens het Schap is haar 100% deelneming WAA groep nv de integrale uitvoerder voor de Wsw voor de gemeenten Venlo, Beesel en Bergen. De Schapsbestuurders zijn hierbij tevens toezichthouders bij WAA groep nv. Deze uitvoeringsmodaliteit is van kracht tot en met minstens 2021.
In 2015 is, als gevolg van de nieuwe ontwikkelingen voor de uitvoering van de Wsw onder de Participatiewet, een begin gemaakt met een onderzoek naar de toekomstbestendigheid van deze governancestructuur van de WAA organisatie. Hangende de actualisatie van de koers van WAA is dit eind 2015 on hold gezet. Voor het Schap wordt (vooralsnog) uitgegaan van een situatie als going concern.
1.1.3 Beleidsvisie van het bestuur
Vanaf 2008 is het beleid van zowel het Schap als haar uitvoeringsorganisatie WAA groep nv primair gericht op het realiseren van passende arbeid in een zo veel als mogelijke reguliere arbeidsomgeving voor alle personen die via de Wsw op haar zijn aangewezen. Dit beleid is vanuit het going concern uitgangspunt ook in 2021 onveranderd van toepassing.
Het Schap dient haar maatschappelijke doelstelling te realiseren met inachtneming van en in overeenstemming met belangrijke strategische (maatschappelijk aanvaarde) uitgangspunten zoals rechtmatigheid, doelmatigheid en integer handelen. Zij legt op transparante wijze verantwoording af over het door haar gevoerde beleid en de resultaten hiervan. Zoals gebruikelijk wordt het strategisch beleid van WAA periodiek in een review door het management, het Bestuur en de Raad van Commissarissen afgezet tegen de nieuwste ontwikkelingen en herijkt.
In lijn met het vigerende beleid en met inachtneming van de geactualiseerde uitgangspunten en kaders is onderstaande visie en missie onveranderd van kracht en vastgesteld voor WAA:
• Missie: WAA groep voegt waarde toe aan haar opdrachtgevers door de inzet van SW- medewerkers.
• Visie: WAA groep is dé professionele organisator van duurzaam werk voor SW- medewerkers bij reguliere bedrijven in de regio Noord-Limburg.
Visie en missie moeten leiden tot een WAA-organisatie waarin onderstaande strategische onderwerpen centraal staan:
o heeft sociaal en financieel renderende strategische allianties en co-creaties met het regionale bedrijfsleven en overheden;
o realiseert voor haar SW-medewerkers duurzame plaatsingen in groepen bij opdrachtgevers;
o ambieert samen met haar Sw-medewerkers ontplooiing gericht op maximale loonwaarde;
o is een proces- en resultaatgerichte organisatie waarin met plezier gewerkt wordt.
De strategische koers is verder vertaald in onderstaande door het Bestuur vastgestelde strategische uitgangspunten en beleidslijnen:
• voor de bepaling van de strategische beleidskeuzes van WAA is de uitvoering van de Participatiewet –zowel op regionaal als op lokaal niveau- maatgevend. Het Werkgevers Servicepunt (WSP), bestuurd vanuit het Werkbedrijf en de in het WSP samenwerkende partners, is in deze strategie vanuit (semi-)overheidszijde als netwerkorganisatie regionaal ondersteunend naar afnemers en bedrijven en ondersteunend voor de uitvoeringsorganisaties zoals WAA t.a.v. het verbinden in de arbeidsmarkt voor alle regionale brede Participatiewet- vraagstukken van vraag- en aanbod voor gesubsidieerde arbeid;
• de verantwoordelijkheid voor zowel de regie als uitvoering voor het beschutte deel van de Wsw is per 1 januari 2018 geheel in handen van de deelnemende gemeenten zelf. Zij zijn vanaf die datum zelf verantwoordelijk voor zowel het materieel werkgeverschap voor deze Wsw groep als aanbod van werkplekken aan SW-medewerkers uit de Beschutte Wsw groep alwaar zij (financieel) verantwoordelijk voor zijn onder de Wsw. Het gaat dan om zgn. ‘beschut werk’ en dan meer specifiek om SW-medewerkers met een loonwaarde van maximaal 30% van minimumloon of lager. De gemeenten kunnen zelf werkplekken organiseren of deze inkopen bij andere organisaties;
• de betreffende SW-medewerkers blijven formeel in dienst bij het Schap WAA. De rechten en plichten van de huidige SW-medewerkers blijven gehandhaafd. De gemeenten nemen het materiele werkgeverschap voor deze groep vanaf 1-1-2018 over van WAA groep nv. WAA groep nv treedt per 1 januari 2018 voor deze groep alleen als pay-roller/HR-dienstverlener optreedt. De WAA groep vraagt voor deze vorm van dienstverlening aan de gemeente een marktconform tarief.
Zoals al aangegeven is zowel het Schap als haar uitvoeringsorganisatie WAA-groep nv, in lijn met deze beleidslijn, afgebouwd en vanaf medio 2018 geen aanbieder van beschut werk meer. En is WAA omgevormd tot een sociaal duurzaam detacheringsbedrijf voor de resterende Wsw-doelgroep.
Vanuit financieel perspectief is hierbij nog van belang aan te geven dat, omdat vanaf 1 januari 2018 de deelnemende gemeenten (Beesel, Bergen en Venlo) in financiële zin volledig zelf verantwoordelijk zijn voor een grote groep Wsw medewerkers de verdeelsleutel voor de gemeentelijke tekortfinanciering van WAA is aangepast. Vanaf 1-1-2018 wordt in deze verdeelsleutel alleen met het aantal niet-beschutte medewerkers gerekend.
Bij de uitvoering van de Participatiewet kán een gemeente het detacheren van werkzoekenden als instrument inzetten bij de werkgeversdienstverlening. De WAA-groep kan en zal voor de invulling van die detacheringsopgave zorgdragen, maar zal dit alleen doen op nadrukkelijk verzoek van haar deelnemende gemeenten én na expliciete toestemming van het Bestuur én alleen met en onder bestuurlijk strikt geformuleerde voorwaarden. Primair is en blijft WAA als kerntaak zich richten op het verder ontwikkelen van een sociaal detacheringsbedrijf voor sec de Wsw-ers met een loonwaarde hoger dan 30%.
Hangende de eventuele herpositionering van WAA zal er (vooralsnog) niet op verdere formele samenwerking tussen de SW-bedrijven in de arbeidsmarktregio Noord-Limburg (NLW-groep, Intos en
WAA-groep) worden ingezet. Bedrijfsmatige samenwerking om tot kostenreductie en/of kwaliteitsverbetering te komen, is wel mogelijk. De inkooprelatie die vanaf medio 2018 geregeld is tussen WAA groep nv en NLW voor zgn. vangnetgevallen (medewerkers die al dan niet tijdelijk niet geplaatst kunnen worden op reguliere detacheringsplekken) is een voorbeeld van een dergelijke WINWIN samenwerking. Maar ook verdergaande samenwerking t.a.v. het delen van backoffice activiteiten en resources is vanaf 2020 in gang gezet en zal, waar mogelijk en indien wederzijds tot een voordeel / Win-win situatie leidend, verder worden uitgebouwd.
1.1.4 Ontwikkelingen ten aanzien van de Gemeenschappelijke Regeling
In 2020 is de bestuurlijke samenstelling van de Gemeenschappelijke Regeling niet gewijzigd ten opzichte van 2019.
Het Bestuur van het Schap bestaat uit:
- een Algemeen Bestuur dat bestaat uit een voorzitter, penningmeester en secretaris die benoemd zijn door, voor en namens de colleges uit de drie in het Schap WAA Venlo e.o. deelnemende gemeenten;
- een Dagelijks Bestuur dat bestaat uit een voorzitter die wordt afgevaardigd uit het algemeen bestuur en twee adviseurs, waarbij de twee adviseurs sec een adviserende stem hebben in het dagelijks bestuur.
De bestuurlijke inrichting voldoet op deze wijze geheel aan alle vigerende bepalingen zoals die in de WGR van kracht zijn.
Zoals al is aangegeven is eerder al door het Bestuur van het Schap onderkend dat de sterk veranderende omgeving rondom de Wsw en het hele sociale domein in combinatie met een andere koers en beleid van WAA overall, andere eisen stelt aan de bestuur- en governancestructuur van de hele organisatie WAA. Een proces dat vanaf 2014 met fases is opgepakt, maar vanaf 2018, in het licht van het onderzoek Samen Verder! naar een nieuwe, gezamenlijke toekomst van WAA, on hold is gezet. Afhankelijk van de uitkomsten van dit onderzoek, zal besloten worden of en zo ja op welke wijze de herijking van de huidige bestuurlijke en operationele constellatie van WAA overall verder worden opgepakt en afgerond.
Ten slotte: herindeling van gemeenten is momenteel in de regio Noord Limburg geen issue maar het is natuurlijk in de toekomst niet uit te sluiten dat in het Schap deelnemende gemeenten, direct of indirect toch ooit weer betrokken zijn en/of (wederom) worden bij volgende gemeentelijke herindelingen. Herindelingen die direct relevant kunnen zijn voor de bestuurlijke constellatie en/of het directe verzorgingsgebied van WAA Venlo e.o.
1.1.5 Ontwikkelingen in de Wsw
Met ingang van 1-1-2015 is de Wsw opgegaan in een nieuwe, veel meer omvattende Participatiewet. Binnen de Participatiewet wordt de Wsw afgebouwd ten gunste van andere regelingen, doordat er vanaf 1-1-2015 geen instroom in de Wsw meer mogelijk is.
De Wsw is onder de Participatiewet zowel inhoudelijk als budgettair één van de onderdelen in de nieuwe wet en kent derhalve geen apart budget meer voor de financiering van de doorlopende verplichtingen uit de Wsw. De Wsw-middelen zijn wel nog apart zichtbaar, maar niet meer apart gealloceerd, en vormen een integraal en niet geoormerkt deel van het totale participatiebudget dat gemeenten ontvangen voor de gehele (sluitende) keten van instrumenten voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
In 2014 heeft het Rijk hiervoor eerste stappen gezet, en in de jaren daarna volgende stappen, en het Wsw-deel in het participatiebudget jaarlijks verlaagd. Deze ontwikkeling heeft zich tot en met 2020 doorgezet. Vanaf 2021 zal er geen expliciete verdere korting op de budgetten plaatsvinden maar een soort status quo optreden waarbij het Rijk sec indexatie zal toepassen. Maar wel indexatie op en vaststelling van budgetten op een structureel veel lager niveau dan bij de uitgangssituatie in 2014 het geval was.
Zoals aangegeven heeft er eind 2020 een evaluatie plaatsgevonden van de Participatiewet door het Rijk. Inhoudelijk hebben alle politieke partijen in januari 2021 aangegeven de inclusieve doelstelling van deze wet nogmaals te onderschrijven en blij te zijn met hetgeen op dit gebeid bereikt is voor een
groot deel van de doelgroep. Maar men heeft in Den Haag ook middels een motie aangegeven dat er voor mensen in de participatiewet die onder Nieuw Beschut vallen, extra actie moet komen om deze groep niet buiten in de kou te laten staan maar binnen het arbeidsproces op te nemen. Dit middels zgn. Sociale Ontwikkelbedrijven i.o. En ondanks het gegeven dat gemeenten vanaf dag 1 aangeven te weinig middelen te hebben voor de uitvoering van deze wet, en evaluaties een gemengd beeld schetsen van het effect en het resultaat van deze wet overall, ligt het qua financiële exploitatie niet in de lijn der verwachtingen dat het Rijk nu plots anders zal omgaan met en ruimhartiger hierbij zal gaan financieren na 2020. Zowel gemeenten als uitvoeringsorganisaties dienen zich naar verwachting op te maken voor een blijvende situatie van een structureel lager financieringsniveau door de rijksoverheid voor het hele terrein van werk, inkomen en zorg. En blijvend hierop acteren en anticiperen lijkt derhalve meer een nood dan een deugd.
1.1.6 Programma sociale werkvoorziening
Het Schap kent in zijn begroting en jaarrekening één programma. Dit is het programma Sociale werkvoorziening. Alle processen van het Schap, inclusief alle ondersteunende processen zoals bestuur, financieel en operationeel beheer e.d., zijn gericht op dit programma, zijnde het verzorgen van de uitvoering Wsw voor de deelnemende gemeenten.
Vanaf 1-1-2015 is de Wsw opgegaan in de Participatiewet en is daarmee zowel inhoudelijk als financieel één van de onderdelen in de nieuwe wet. Ondanks dat de Wsw één geheel is met alle andere arbeidsmarkt-toeleidings-instrumenten binnen een groter en ontschot gemeentelijk budget, zijn in de nieuwe Participatiewet veel bepalingen vanuit de oude Wsw één op één doorgezet. Zo worden in de Participatiewet wettelijke kaders aangegeven waarbinnen het aandeel van de Wsw in het totale nieuwe budget wordt vastgesteld door het Ministerie van SZW.
De verantwoordelijkheid voor zowel de regie als uitvoering voor het beschutte deel van de Wsw is per 1 januari 2018 geheel in handen van de deelnemende gemeenten. Zij zijn vanaf die datum zelf verantwoordelijk voor zowel het materieel werkgeverschap voor deze Wsw groep als aanbod van werkplekken aan SW-medewerkers uit de beschutte Wsw groep alwaar zij (financieel) verantwoordelijk voor zijn onder de Wsw.
Nadrukkelijk dient derhalve in deze jaarrekening rekening gehouden te worden bij elke vergelijking ten opzichte van alle jaren vóór 2018 van de kerncijfers, exploitatie e.d. van WAA op totaalniveau, dat de totale SW-populatie waarvoor WAA vanaf 2018 de Wsw uitvoert, fors lager is dan in alle voorgaande jaren.
Door het Rijk wordt aan de hand van op gemeentelijk en landelijk niveau jaarlijks geactualiseerde en op actuariële basis bepaalde blijf- en uitstroomkansen binnen de Wsw het budgetdeel voor de Wsw in het totale landelijke participatiebudget vastgesteld waarna onderstaande variabelen hiervan worden afgeleid:
• het aantal medewerkers, uitgedrukt in arbeidsjaren (AJ) resp. standaardeenheden (SE), dat landelijk via de sociale werkvoorziening bekostigd wordt;
• een vast budget per standaardeenheid;
• de “omrekenverhouding” SW-medewerkers, uitgedrukt in Full Time Equivalent (FTE), naar arbeidsjaren resp. standaardeenheden, kenbaar gemaakt aan de afzonderlijke bestuurlijke eenheden middels een uitvoeringsbeschikking. In 2020 is (evenals voorgaande jaren) de volgende omrekenfactor vastgesteld:
o Licht gehandicapt 1,00
o Middel gehandicapt 1,00
o Zwaar gehandicapt 1,25
Het Wsw-budgetdeel in het totale participatiebudget wordt jaarlijks op het niveau van de afzonderlijke gemeenten vastgesteld en minimaal 1x per jaar herzien. Elke gemeente heeft zijn eigen budgettoekenning voor de Wsw en hiervan afgeleide taakstelling en is zelf hiervoor verantwoordelijk. Onder- en overbenutting van het Wsw-budgetdeel is dan geheel voor eigen risico en rekening van de gemeente zelf.
Het Schap voert namens de deelnemende gemeenten de Wsw uit en bewaakt met, voor en namens de individuele gemeenten voor hun rekening en risico de Wsw-taakstelling van elke individuele gemeente.
Het sociale beleid van het Schap is nader uitgewerkt in onderstaande concrete aspecten waarbij de doelstellingen vertaald zijn in concreet meetbare termen als:
• een beleid gericht op uitstroom van Wsw-medewerkers naar het reguliere bedrijfsleven of organisaties, rekening houdend met de individuele wensen en mogelijkheden van eenieder;
• binnen de zeer beperktere maar toch nog aanwezige, mogelijkheden van het Schap zorgen voor een optimale invulling van de jaarlijks door gemeenten resp. het Rijk aangegeven taakstelling.
Plaatsingen, in- en uitstroom
Het verloop van het aantal geplaatste fte (incl. Begeleid werken) is als volgt:
2020 | 2019 | 2018 | |
Beginstand | 650,9 | 681,1 | 708,0 |
Af: beschutte groep naar deeln. gemeenten | -194,9 | -208,3 | -214.3 |
Beginstand excl. beschut | 456,0 | 472,8 | 493,7 |
Bij: instroom | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Bij: toename a.g.v. verhuizingen en wijzigingen van handicapcode | 5,0 | 12,1 | 7,5 |
Af: uitstroom naar reguliere arbeid | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Af: uitstroom overige | -39,4 | - 28,9 | - 28,4 |
Eindstand | 421,6 | 456,0 | 472,8 |
Als gevolg van de m.i.v. 1 januari 2015 in werking getreden Participatiewet vindt, behoudens (naadloze) overnames a.g.v. verhuizingen en/of een aanpassing van werkuren voor zittende Wsw-érs, geen instroom (en ook geen uitbreiding van het aantal arbeidsjaren werkzaam binnen de Wsw) meer plaats.
Evenals in voorgaande jaren, heeft ook in 2020 geen door- en uitstroom van medewerkers vanuit de Wsw naar reguliere arbeid plaatsgevonden. Werkgevers blijven, zeker ook na invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) en met de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in het achterhoofd, bijzonder huiverig om mensen met een Wsw-achtergrond in vaste dienst te nemen. De hoge risicoperceptie t.a.v. verzuim- en begeleidingskosten op dit punt is en blijft moeilijk te doorbreken bij het vormen van een (voor-)oordeel hiervoor bij reguliere werkgevers. Bovendien kent de huidige Wsw hoge zekerheden en, afgezet tegenover de Participatiewet, goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Mede hierdoor durft de Wsw-er zelf de stap naar buiten vaak ook niet aan.
In onderstaande tabel is zichtbaar hoe de doelstelling “van binnen naar buiten”, rekening houdend
met de moeilijke markt voor externe plaatsingen, per ultimo van het jaar is ingevuld.
Bezetting per werksoort in fte
Ultimo boekjaar 1) | 2020 | % | 2019 | % | 2018 | % | 2017 | % |
- Begeleid werken | 45 | 11 | 50 | 11 | 54 | 11 | 51 | 11 |
- (Indiv. en groeps-) detacheringen | 292 | 69 | 314 | 69 | 294 | 62 | 183 | 38 |
- Werken op locatie | 76 | 18 | 84 | 18 | 94 | 20 | 93 | 19 |
- Overige niet-beschut, incl. intern | 8 | 2 | 8 | 2 | 31 | 7 | 153 | 32 |
Totaal | 421 | 100 | 456 | 100 | 473 | 100 | 480 | 100 |
- Beschut werken | 0 | 0 | 0 | 228 | ||||
Totaal generaal | 421 | 456 | 473 | 708 |
1) Vanaf 2018 valt de beschutte groep onder verantwoordelijkheid van de deelnemende gemeenten.
In bovenstaande tabel is zichtbaar dat per 1-1-2018 de beschutte groep is overgedragen aan de gemeenten, en daarmee niet meer onderdeel uitmaakt van de bezetting bij WAA. Tevens laat deze tabel zien dat WAA vanaf 2017 (maar ook daarvoor) door de groei van de activiteit Detacheringen, de beweging “van binnen naar buiten” maakt. In 2018 heeft met de laatste vervreemdingen van alle eigen activiteiten zich deze beweging versterkt doorgezet. Vervolgens is e.e.a. in 2019 verder uitgetrild, en is vanaf eind 2019 een status quo bereikt. XXX blijft zich in de komende jaren onverminderd verder richten op detachering, maar de grenzen zijn hierbij wel in zicht.
Personeelsbezetting Wsw per handicapcategorie
Gemiddeld 1) | 2020 | 2019 | 2018 | |||
(Incl. Begeleid werken) | fte | % | Fte | % | fte | % |
Licht | 0,0 | 0 | 0,2 | 0 | 1,0 | 0 |
Matig | 418,7 | 95 | 444,9 | 96 | 459,5 | 95 |
Ernstig | 20,6 | 5 | 20,5 | 4 | 21,5 | 5 |
Totaal | 439,3 | 100 | 465,6 | 100 | 482,0 | 100 |
1) Vanaf 2018 valt de beschutte groep onder verantwoordelijkheid van de deelnemende gemeenten.
Na de overgang per 1 januari 2018 van de beschutte groep (met relatief meer ernstig arbeidsgehandicapten) naar de deelnemende gemeenten is het % Wsw-ers met een ernstige arbeidshandicap fors gedaald. Vanaf 2018 blijft hun aandeel in de niet-beschutte groep vrij stabiel op ca. 5%.
Personeelsbezetting Wsw per leeftijdscategorie
Ultimo boekjaar 1) | 2020 | 2019 | 2018 | |||
(Incl. Begeleid werken) | fte | % | fte | % | fte | % |
Tot 25 jaar | 0,0 | 0 | 0,0 | 0 | 0,0 | 0 |
25 t/m 34 jaar | 44,1 | 10 | 57,1 | 13 | 67,8 | 15 |
35 t/m 44 jaar | 70,4 | 17 | 74,0 | 16 | 76,4 | 16 |
45 t/m 54 jaar | 112,7 | 27 | 151,8 | 33 | 143,3 | 30 |
55 jaar en ouder | 194,4 | 46 | 173,1 | 38 | 185,3 | 39 |
Totaal | 421,6 | 100 | 456,0 | 100 | 472,8 | 100 |
1) Vanaf 2018 valt de beschutte groep onder verantwoordelijkheid van de deelnemende gemeenten.
Het percentage medewerkers Wsw in de oudere leeftijdscategorieën is in 2020 wederom gestegen ten opzichte van vorige jaren. Dit doordat er geen sprake meer is van instroom bij WAA. De Sw- Nederland vergrijst hierdoor in een jaarlijks oplopend tempo, waarbij het tempo waarin dit bij WAA en Sw-Nederland van toepassing is, veel hoger is dan in de rest van de samenleving. Met ruim 70%(!) van de werknemers die 45+ zijn en een maatschappelijk sterk verouderde Wsw-Cao, die Wsw-ers nog steeds ongebreideld en ruim faciliteert om bijna volledig doorbetaald in deeltijd te gaan werken middels ruime VUT- en prepensioenregelingen, speelt vergrijzing een belangrijke rol bij WAA, evenals bij andere SW-bedrijven, en dit heeft een fors effect op de dagelijkse operationele en financiële bedrijfsvoering.
Personeelsbezetting Wsw per gemeente
Ultimo boekjaar 1) | 2020 | 2019 | 2018 | |||
(Incl. Begeleid werken) | fte | % | fte | % | fte | % |
Beesel | 42,3 | 10 | 43,8 | 10 | 44,2 | 9 |
Bergen | 52,3 | 12 | 58,6 | 13 | 58,8 | 13 |
Venlo | 327,0 | 78 | 353,6 | 77 | 369,8 | 78 |
Totaal uit deelnemende gemeenten | 421,6 | 100 | 456,0 | 100 | 472,8 | 100 |
Bij: niet deelnemende gemeenten | 0,0 | 0 | 0,0 | 0 | 0,0 | 0 |
Totaal generaal | 421,6 | 100 | 456,0 | 100 | 472,8 | 100 |
1) Vanaf 2018 valt de beschutte groep onder verantwoordelijkheid van de deelnemende gemeenten.
Door het krimpen van de Wsw is over- en onderrealisatie van budget/taakstelling t.a.v. het Wsw-deel voor gemeenten nadrukkelijk een onvermijdelijk risico. Met name is dit risico aanwezig voor kleinere gemeenten zoals Beesel en Bergen omdat de stuurmiddelen hier beperkter zijn.
Taakstelling Wsw en realisatie
De gemiddelde bezetting Wsw (Beschut en Niet Beschut, incl. Begeleid werken) voor de deelnemende gemeenten in 2020 bedroeg 643,76 arbeidsjaren/SE. Dit is een afname met 36,39 SE (5,4%) t.o.v.
2019.
Aantal Wsw-ers in arbeidsjaren/SE (gemiddeld): | 2020 | 2019 | 2018 |
Werkelijk gerealiseerd in boekjaar: | |||
Beschut | 199,37 | 209,44 | 222,62 |
Niet beschut | 444,39 | 470,71 | 487,58 |
Werkelijk gerealiseerd totaal Schap | 643,76 | 680,15 | 710,20 |
-/-aandeel niet deelnemende gemeenten | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
= Werkelijk gerealiseerd voor deelnemende gemeenten (A) | 643,76 | 680,15 | 710,20 |
Totaal taakstelling van deelnemende gemeenten | 652,98 | 686,43 | 723,04 |
-/- ingevuld door andere Wsw werkvoorzieningsschappen resp. door externen via PGB | 4,11 | 3,86 | 3,74 |
= Door WAA in jaar in te vullen taakstelling voor deelnemende gemeenten (B) | 648,87 | 682,57 | 719,30 |
Over(+) / onder (-) realisatie (A – B) | -5,11 | -2,42 | -9,10 |
Vanaf 2017 is de werkgemeente financieel verantwoordelijk om uitvoering te geven voor die Wsw- ers die onder haar vleugels en op haar “grondgebied” werkzaam zijn. Vanaf 2017 is hierdoor structureel niet meer sprake van een Wsw-bezetting uit zgn. niet-deelnemende gemeenten.
Evenals in 2019 is ook in 2020 sprake van onderrealisatie, waarbij er wel forse verschillen zijn en tussen de gemeenten onderling. Daar waar mogelijk heeft het Schap bijgestuurd, doch heeft zij zeer beperkte mogelijkheden en invloed op de ontwikkeling van de Wsw-bezetting, zowel totaal als per individuele gemeente.
Het totale ziekteverzuim Wsw van WAA (incl. beschut) is, na de daling in 2019 naar 15,6% (2018: 17,5%), in 2020 weer gestegen, en wel naar 16,4%. Het ziekteverzuim blijft een speerpunt in het beleid van WAA, omdat het nog steeds ruim boven het landelijke gemiddelde voor de SW zit (2019: 14,5% en 2018: 13,7%). De ontwikkeling in het verzuim van WAA volgt met de stijging in 2020 wel de landelijke trend die hiermee ook toename laat zien, o.a. als gevolg van de algemene vergrijzingsgolf die door heel SW-land gaat.
Het jaar 2020 is afgesloten met een concernresultaat van -/-€ 1.280.000. Dit resultaat is
€ 1.112.000 beter dan het begrote tekort van € 2.392.000 als gevolg van:
• lagere uitvoerings- en plaatsingskosten, dit a.g.v. een lagere Wsw-bezetting (18,31SE) voor de doelgroep niet-beschut;
• lagere overige lasten ad € 528.000, dit m.n. door een lager dan begrote bijdrage voor frictiekosten ad € 494.000, en verder door minder inhuur van externe ondersteuning t.b.v. het actualiseren van de koers WAA / modernisering Wsw;
• een hogere rijksbijdrage per SE (standaardeenheid), t.o.v. uitvoerings- en plaatsingskosten die per SE wel op begroot niveau zijn gebleven.
De gevolgen van de hogere rijksbijdrage en de lagere Sw-bezetting kunnen als volgt worden weergegeven:
gewijzigde begroting 2020 | realisatie 2020 | afwijking | |
Rijkssubsidie regulier per SE | € 25.821 | € 27.016 | € 1.195 |
Uitvoerings- en plaatsingskosten per SE | € 28.712 | € 28.712 | 0 |
Subsidietekort per SE | € -2.891 | € -1.696 | € 1.195 |
Aantal SE | 462,7 | 444,39 | -18,31 |
Subsidietekort totaal | € -1.338.000 | € -754.000 | € 584.000 |
Het lagere subsidietekort ad €584.000 kan als volgt worden geanalyseerd:
SE | € | € | |
Meer rijkssubsidie door hogere rijkssubsidie per SE | 444,39 | € 1.195 | € 531.000 |
Minder rijkssubsidie door lagere SW-bezetting | -18,31 | € 25.821 | € -473.000 |
Per saldo meer rijkssubsidie dan begroot | € 58.000 | ||
Minder uitvoerings- en plaatsingskosten door minder SE | -18,31 | € 28.712 | € 526.000 |
Per saldo lager subsidietekort | € 584.000 |
In de jaarrekening is in het Overzicht van baten en lasten de hierboven al vermelde corona- compensatie van het Rijk over 2020 ad € 933.000, vanwege het incidentele karakter, onder de Diverse baten verantwoord, en de doorbetaling ervan is als Bijdrage aan WAA groep nv vermeld.
Het tekort op de exploitatie van het Schap ad € 1.280.000 over 2020 wordt met € 1.600.000 gedekt door de voor 2020 vastgestelde gemeentelijke tekortfinanciering en met € 296.000 door een onttrekking uit de bestemmingsreserve. Het overschot van € 616.000, dat conform bestuurlijke afspraken t.a.v. resultaatbestemming, wordt toegevoegd aan de algemene reserve van het Schap.
1.1.6.4 Overhead, vennootschapsbelasting en onvoorzien
Het Schap voert één programma uit, de Wet Sociale Werkvoorziening. De volledige exploitatie van WAA is hierop gericht, waardoor er geen sprake is van kosten die gemaakt worden voor meerdere programma’s. Er is derhalve bij het Schap alleen sprake van overhead t.a.v. indirecte kosten.
T.a.v. vennootschapsbelasting (Vpb) is het Schap vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Dit omdat het Schap geen onderneming voert zoals bedoeld in de Wet Vpb. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de risicoparagraaf 1.2.1.1 onderdeel 4. Fiscale risico’s.
1.1.7 Realisatie van doelmatigheid en rechtmatigheid
Een basishouding en natuurlijk uitgangspunt voor een publiekrechtelijke organisatie als WAA is dat zij in al haar doen en laten bij de uitvoering van haar publieke taak altijd en overal doelmatig en rechtmatig handelt. Dit geldt voor zowel de wettelijke als ook in de uitvoering van alle andere (overheids-)taken die door de participanten in de regeling bij haar zijn neergelegd.
Doelmatigheid
Doelmatig opereren ten aanzien van haar sociale opdracht betekent voor WAA het maximaal invullen van de taakstelling voor haar gemeenten. Het Schap heeft, evenals in voorgaande jaren, ook in 2020 op dit aspect binnen haar mogelijkheden maximaal invulling gegeven aan haar doelstelling en derhalve op dit punt doelmatig gehandeld.
Doelmatigheid veronderstelt ook dat alle toegewezen taken binnen de gestelde kaders adequaat worden uitgevoerd met in achtneming van alle vigerende (wettelijke) kaders en tegen voor deze participanten aanvaardbare kosten. Hiertoe zijn in het kader van doelmatigheid vanaf 2017 onderstaande in “Samen Groeien” en in de geactualiseerde koers bevestigde, verankerde randvoorwaarden opgenomen:
• de werkwijze van het WAA bedrijf moet sober en doelmatig zijn: de uitgaven worden hierop aangepast. Daar waar expertise of andere vormen van ondersteuning noodzakelijk is wordt contact gezocht met de drie deelnemende gemeenten; vacatures zouden dan ook over en weer kunnen worden uitgewisseld;
• WAA dient zo min mogelijk langlopende financiële verplichtingen aan te gaan. Daar waar dit onverhoopt toch aan de orde zou kunnen en moeten zijn vanuit bedrijfsvoering, wordt dit vooraf afgestemd en besloten in samenspraak met de deelnemende gemeenten. Dit om eventuele staartverplichtingen als gevolg van een mogelijke mismatch tussen eisen en wensen van een sterk veranderende WAA-organisatie en kosten uit lopende contracten en investeringen te minimaliseren;
• binnen de huidige financiële positie van zowel WAA als gemeenten zal een substantieel bedrag inzetbaar worden gemaakt om de beoogde transitie te maken, waardoor de WAA “fit” wordt en een kostenstructuur krijgt die past bij een veranderende maar ook krimpende organisatie. De gehele ombouw en transitie van de entiteit WAA zal gecontroleerd en geconditioneerd gebeuren met oog voor organisatorische en financiële stabiliteit en continuïteit van de organisatie WAA én haar participanten. Inzet van eigen én aparte frictiemiddelen moet gebeuren rekening houdende met en binnen de bestaande financiële mogelijkheden van zowel WAA als de deelnemende gemeenten en onder genoemde randvoorwaarden.
WAA blijft in dit proces ten aanzien van doelmatigheid jaarlijks streven naar evenwicht tussen doel en de hieraan verbonden kosten en bijdragen, in samenwerking met de deelnemende gemeenten. Doel is om middels een combinatie van mogelijkheden het resultaat op bedrijfsvoering bij de WAA jaarlijks te verhogen en daardoor de kortingen op de rijksbijdrage Wsw op te vangen met als gevolg het tekort voor WAA en dus ook de gemeentelijke bijdragen te beperken. In alle jaar- en meerjarenbegrotingen t/m 2025 is jaarlijks een tekort voor WAA op de uitvoering van de Wsw opgenomen, dat past binnen dit kader. De tekorten worden (vooralsnog) jaarlijks gedekt door een gemeentelijke bijdrage.
Doelmatigheid is en blijft altijd voor WAA van belang en zal intern periodiek worden gemeten en getoetst aan de hand van vooraf benoemde prestatie-indicatoren. Via jaarrekeningen, begrotingen, kwartaalberichten, maandrapportages en maandelijkse dashboards worden periodiek alle voor de sturing en bedrijfsvoering relevante indicatoren op een eenduidige en transparante wijze periodiek aan alle belanghebbenden bij WAA gepresenteerd.
Naast eigen indicatoren wordt doelmatigheid bij het Schap en haar uitvoeringsorganisatie WAA groep nv jaarlijks getoetst door de gerealiseerde doelen en de daarbij behorende kosten voor de uitvoering van de Wsw af te zetten tegen beschikbare branchegegevens. Dit, tezamen met een duidelijke periodieke (interne) verantwoording en toelichting op resultaten en van nature ingebouwde interne en externe controles, zorgt voor een informatieverzorging die de vereiste (bestuurlijke) transparantie waarborgt. WAA heeft altijd al doelmatigheid hoog in haar vaandel staan en zal op dit punt de ingezette lijn blijven volgen.
Rechtmatigheid
Rechtmatigheid is te zien als “handelt binnen vigerende wettelijke kaders én bestuurlijke beleids- en richtlijnen zoals die door haar deelnemende gemeenten zijn geformuleerd”. Rechtmatigheid veronderstelt ook te allen tijde integer zijn in al het doen en laten. Ook dit is voor een publieke organisatie als WAA een must en een vanzelfsprekendheid.
Bij rechtmatigheid hoort ook het adequaat afleggen van verantwoording naar alle participanten, transparantie in doen en laten en integer zijn. Dit zijn de uitgangspunten voor al het handelen en doen en als zodanig benoemd door WAA.
Omdat het afleggen van verantwoording en transparantie voor WAA altijd al van groot belang was en ook blijft, en het Schap het belang van Sisa (single information single audit) en de informatie die hieruit naar voren kwam, onverminderd onderschrijft, zijn (ondanks het ontbreken van een wettelijke verplichting hiervoor) in 2020 wederom de van toepassing zijnde Sisa-gegevens door WAA integraal opgenomen in de jaarstukken.
De accountant geeft d.m.v. zijn controle(verklaring) en de Provincie Limburg middels hun toezicht aan in hoeverre WAA heeft voldaan aan de eisen van financiële en sociale rechtmatigheid:
• de financiële rechtmatigheid wordt getoetst door kengetallen en door te controleren in hoeverre alle uitgaven binnen de kaders van de genoemde wettelijke regelingen vallen én of deze passen binnen wettelijke bepalingen voor verslaggeving (gemeentelijke comptabiliteitsvoorschriften), financiering (wet FIDO), etc. Vanaf den beginne heeft WAA steeds ruimschoots aan de gestelde rechtmatigheidseisen voldaan en ook in 2020 is dit het geval. XXX blijft ook in de toekomst streven om steeds aan deze eisen te voldoen maar kan geen garantie hiervoor geven. Dit omdat het Rijk jaarlijks wet- en regelgeving aanpast zonder rekening te houden met praktische (on)mogelijkheden. Hierdoor is het risico van subsidiekorting altijd latent aanwezig;
• de sociale rechtmatigheid wordt getoetst door te controleren of WAA heeft voldaan aan de personele eisen zoals die door het Rijk in de Wsw heeft neergelegd.
WAA richt zich vanaf 2014 sec op de uitvoering van de Wsw, en blijft dit vooralsnog onverminderd doen. Behoudens de inzet van mensen uit de Participatiewet op werkobjecten á la Wsw om de uitvoering van de Wsw te ondersteunen, zijn geen andere doelgroepen dan Wsw in behandeling bij WAA. De resultaten (i.c. kosten en opbrengsten) die door WAA gegenereerd worden, worden geclassificeerd als volledig publiekrechtelijk. De publieke activiteit van WAA vloeit namelijk per definitie voort uit de Wsw. Mocht er sprake zijn van activiteiten die niet hieraan direct of indirect gerelateerd zijn, worden deze steeds zowel operationeel als financieel nadrukkelijk gescheiden van de Wsw. Op deze wijze voldoet WAA aan de eisen die de Wsw stelt en is de scheiding tussen Wsw en overige activiteiten en tussen publieke en private financiering duidelijk verankerd in de (administratieve) organisatie van de gehele WAA-organisatie. De accountant heeft in 2020, wederom, vastgesteld dat ook op dit punt de WAA-organisatie voldoet aan de administratief organisatorische eisen die op dit punt van belang zijn.
1.1.8 Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening
Het dagelijks bestuur stelt u voor de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening vast te stellen.
1.2.1 Paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing
Het vrij beschikbaar vermogen wordt aangemerkt als weerstandsvermogen voor de entiteit WAA als geheel (Schap incl. WAA groep nv en andere verbonden (werk)maatschappijen).
Het huidige weerstandsvermogen is als volgt:
x €1.000 | 31-12-2020 | 31-12-2019 |
WAA Venlo e.o. | 1.537 | 921 |
WAA groep nv *) | 6.322 | 5.604 |
Totaal | 7.859 | 6.525 |
*) Op basis van voorlopige cijfers 2020 van WAA groep nv
Bedrijfsrisico’s worden regelmatig gemonitord en het daarbij behorende noodzakelijke weerstandsvermogen wordt in kaart gebracht en zo nodig bijgesteld. In 2017 is berekend en vastgesteld dat het minimale weerstandsvermogen vanaf 2018 € 2 mio is. Het bestuur heeft in 2020, in afwachting van de nieuwe verkenningen rondom de koers van WAA en de mogelijke gevolgen hiervan op de exploitatie en het risicoprofiel van WAA, besloten uit voorzichtigheid het minimale weerstandsvermogen van € 3 mio vooralsnog te handhaven en, in het licht van de risico’s en onzekerheden die de huidige COVID-19 pandemie met zicht meebrengt, op een voorzichtige en komende jaren prudente wijze te komen tot afbouw hiervan tot dit minimum niveau. Een eventuele verlaging hiervan tot € 2 mio is pas aan de orde als er meer zicht komt op de gevolgen van de lopende verkenning resp. een koersbijstelling voor WAA en COVID-19 effecten voor de periode 2021- 2025. De verwachting is dat in de huidige situatie en gedurende de transitieperiode het vermogensniveau voldoende is om de eerste risico’s binnen WAA zelf te kunnen opvangen. De deelnemende gemeenten zijn zich ervan bewust en zijn bereid bij grotere calamiteiten bij te (moeten) springen.
Onderstaand een overzicht van de kengetallen zoals genoemd in art. 11 van BBV (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten):
Jaarrekening 2020 | Verloop van de kengetallen | ||
Werkelijk 2020 | 1e begr. wijz.2020 | Werkelijk 2019 | |
Netto schuldquote | -34% | -29% | -35% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 3% | 12% | 6% |
Solvabiliteitsrisico | 45% | 67% | 64% |
Structurele exploitatieruimte | 2% | -6% | -3% |
Grondexploitatie | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Belastingcapaciteit | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
De netto schuldquote en de solvabiliteit nemen af in 2020 doordat het Schap jaarlijks aflost op langlopende leningen en doordat de bestemmingsreserve wordt aangesproken ter dekking van frictiekosten, resp. deels vrijvalt. Hierdoor verslechtert de verhouding eigen vermogen / vreemd vermogen. De exploitatieruimte verbetert in 2020, en is niet meer negatief, dit mede door de hogere Wsw-subsidie.
Het Schap kent zowel risico’s als publiekrechtelijke organisatie als vanuit het ondernemerschap omdat zij volledig aandeelhouder is in de uitvoeringsorganisatie WAA groep nv. De verschillende risico’s die het Schap loopt, zijn onderstaand weergegeven.
1.2.1.1 Risico’s voor het Schap als publiekrechtelijke organisatie
De risico’s die het Schap loopt als publiekrechtelijke organisatie zijn vanaf 2015 oplopende ten
opzichte van voorgaande jaren. Dit als gevolg van:
• Risico: optimalisatie- en finetuning proces
Vanaf 2014 heeft het Bestuur van WAA Venlo e.o. middels “Samen Groeien” en in het verlengde hiervan “Samen Anders!” nadrukkelijk een financieel kader voor WAA bepaald. Hierin is aangegeven dat er in financiële zin een sterke verbetering van het bedrijfsresultaat vanaf 2015 t/m 2020 moet worden gerealiseerd om het effect van de oplopende kortingen op de rijksbijdrage Wsw vanaf 2015 te
dempen. Al vanaf 2015 wordt deze koers van WAA jaarlijks herijkt. Zoals al aangegeven zijn per medio 2018 alle vervreemdingstrajecten incl. de vervreemding van Wsw Beschut naar gemeenten afgerond. WAA is daarmede omgevormd tot een sociaal duurzaam detacheringsbedrijf voor Wsw-ers met een loonwaarde vanaf 30% en hoger (zgn. ‘blauwe”/ niet beschutte Wsw groep). Ondanks dat via verantwoordingen en begrotingen grotendeels duidelijk is wat het financiële effect is van de herijking van de koers, blijft het evident dat het niet geheel of gedeeltelijk passend kunnen plaatsen van Wsw- ers tegen optimaal renderende condities van groot belang is voor het uiteindelijke resultaat van WAA overall. Het verder optimaliseren van het gehele proces van detacheren en van (aanvullende) maatregelen die hierbij nodig zijn, zal direct een effect hebben op de exploitatie van zowel WAA groep nv als WAA Venlo e.o., en de mate waarin dit proces slaagt is tevens een financieel risico voor WAA Venlo e.o.
• Risico: mogelijke herijking bestuurlijke constellatie WAA
Zoals eerder is aangegeven, zijn de gemeenten al enkele jaren bezig om te onderzoeken of en zo ja hoe, wat, waar en wanneer zij een stap wil gaan zetten om alle activiteiten voor de Participatiewet integraal en in samenhang samen te voegen. Een dergelijk proces kan en zal een risico vormen voor de continuïteit van de organisatie WAA over de volle breedte. Nog los daarvan zal een dergelijke operatie naar verwachting omvangrijk zijn, en zowel qua omvang als ook inhoudelijk complex.
Eventuele externe en specialistische fiscale, juridische en personele ondersteuning zal daarbij zeker aan de orde zijn. Hiervoor zijn in 2020 beperkt middelen gereserveerd. Het zal evident zijn dat hier een risico op ontoereikendheid hiervan schuilt.
Een ander gevolg van dit proces is dat de huidige WAA stil blijft staan; er wordt beperkt geïnvesteerd in het gereedschap (o.a. ICT) en de organisatie. Beperkt investeren geeft een risico van bijblijven maar niet ontwikkelen, en derhalve stilstand. Stilstand is achteruitgang, zeker in de dynamische omgeving waarin WAA opereert. Ook hier is een latent risico aanwezig dat steeds pregnanter wordt naarmate finale besluitvorming rond dit thema uitblijft en de toekomst langer en langer onzeker blijft. Een risico op een organisatie die straks zover achterloopt dat alleen met extra grote inspanningen weer aansluiting gevonden kan worden bij het dan geldende heden. Als dat dan überhaupt nog lukt…. Dit risico is eind 2019 ook nadrukkelijk benoemd door onze externe accountant in een bestuurlijke toelichting bij haar management letter.
• Xxxxxx’x uit hoofde van de Wsw
Steeds meer zijn de financiële risico’s voor de uitvoering van de Wsw a.g.v. de doorlopende en oplopende rijksbezuinigingen vanaf 2015 tot en met 2020, vanuit het Rijk naar de SW-bedrijven resp. haar deelnemende gemeenten verlegd. Het lijkt erop dat deze beweging vanaf 2021 tot staan is gekomen maar niets is minder waar; de rijksbijdrage wordt vanaf 2021 weliswaar niet verder autonoom gekort, maar blijft wel structureel op een fors lager niveau dan oorspronkelijk het geval was. En is hiermee verre van kostendekkend ten opzichte van de verplichtingen die hierbij horen. In combinatie met de verdere uitrol van de Participatiewet, drukt dit een forse stempel op de toekomstige vorm, inhoud en financiering van de Wsw. Daarenboven is het zeker niet uit te sluiten dat de rijksbezuinigingen op de Wsw en het hele terrein van gesubsidieerde arbeid tóch verder zullen gaan dan tot nu toe is aangegeven en aangenomen. Dit omdat deze worden bepaald in een landelijke, politieke omgeving die veranderlijk is en waar maatschappelijke waarden vaker prevaleren boven bedrijfseconomische realiteit en rationaliteit. Dit is nadrukkelijk een risico voor zowel WAA als haar deelnemende gemeenten!
Het zal duidelijk zijn dat álle veranderingen in de inhoud, vorm en structuur rondom de uitvoering van de Wsw over de volle breedte zowel uitvoerings- als financiële risico’s met zich mee kan brengen. “Uitloop- en inloop-” resp. transformatierisico’s die er kunnen zijn in de volgende verbouwfase bij bestaande modaliteiten, maar ook nieuwe risico’s die nu nog niet of nauwelijks onderkend zijn en in de (nabije) toekomst manifest kunnen worden in nieuwe werkwijzen en/of structuren en uitvoeringsmodaliteiten.
Daarnaast is in de Participatiewet aangegeven dat de Wsw vanaf 2015 geen instroom meer zal kennen en derhalve zal deze regeling worden afgebouwd. Door de afbouw van de Wsw krimpt de Wsw-bezetting van het Schap waardoor huidige schaalvoordelen in de uitvoering teruglopen en zelfs geheel of gedeeltelijk wegvallen waardoor de exploitatie van het Schap en/of haar uitvoeringsorganisatie WAA groep nv onder druk komt te staan. Vanaf 2018 is dit al zichtbaar en in 2020 loopt dit zgn. negatieve economies-of-scale-effect verder op. In de exploitatie wordt hier rekening mee gehouden maar het is niet mogelijk alle effecten hiervan exact voor alle toekomstige jaren in te schatten. Hierdoor is en blijft dit altijd een risico.
• Risico’s naar aanleiding van gemeentelijke herindeling
Het herindelingsproces in de regio Noord-Limburg is voorlopig niet aan de orde maar daarom niet minder belangrijk. Dit proces is direct van belang voor WAA omdat een mogelijke verkleining van het Wsw-verzorgingsgebied kan leiden tot een geringer gemeentelijk draagvlak via een lager aanbod van SW-geïndiceerd personeel. Hierdoor kan de bedrijfsvoering (nog) sterker onder druk komen te staan terwijl de financiële draagkracht onder de onderneming WAA kleiner wordt. Hierdoor kunnen in de toekomst activiteiten onder druk komen te staan. De risico’s voor WAA vanuit deze optiek zijn bijna niet in te schatten maar daarom niet minder aanwezig.
• Demografische risico’s
Het maatschappelijk probleem van een vergrijzende samenleving is ook bij WAA een issue dat bij WAA zelfs nog sterker doorwerkt dan in de samenleving. Een analyse van het SW-personeelbestand van WAA geeft aan dat de gemiddelde leeftijd hoger is dan het gemiddelde in den lande. Een stijging van de gemiddelde leeftijd gaat gepaard met een oplopende krimp en hogere uitvoeringskosten.
Hierbij valt dan onder andere te denken aan hogere loonkosten per fte (meer functie-eindlonen) en hogere prepensioenkosten en vervangingskosten doordat meer gebruik gemaakt wordt van seniorenregelingen c.a.
Op nationaal niveau wordt er steeds nadrukkelijker nagedacht over en gewerkt aan diverse maatregelen om werknemers langer in het arbeidsproces te houden. In de nieuwe Cao voor zowel Wsw- als niet-Wsw-personeel is deze beweging echter slechts mondjesmaat zichtbaar: seniorenregelingen en FPU-achtige modellen worden niet om- en afgebouwd en kennen hele lange uitlooptermijnen voor zittend personeel en stimuleren zo medewerkers eerder om op relatief jonge leeftijd te stoppen met werken dan andersom. Dit omdat deze regelingen nog steeds gepaard gaan met financieel aantrekkelijke voorwaarden voor de medewerkers. Nog los van het sterk kostenverhogende effect van deze maatregelen voor de individuele bedrijven, zal duidelijk zijn dat bovenstaande ontwikkelingen een risico vormen voor de bedrijfsvoering van WAA.
• Fiscale risico’s
Vanaf 2016 is een breed en integraal vennootschapsbelastingmodel voor publiekrechtelijke organisaties van toepassing. WAA Venlo e.o. is hierbij aangemerkt als een Gemeenschappelijke Regeling die geen winststreven heeft en die zich om die reden niet als onderneming voor de vennootschapsbelasting kwalificeert. De uitvoeringsorganisatie WAA groep nv is te zien als een overheids-nv die sec de Wsw uitvoert met haar werkactiviteiten en om die reden valt onder de vrijstellingsbepalingen van de nieuwe Wet Vpb. Beide vrijstellingen zijn eind 2017 formeel door de Belastingdienst goedgekeurd en bevestigd. De 100% dochtermaatschappijen van WAA groep nv, Beheermaatschappij Werkvoorziening Venlo bv en Vindt bv, zijn beide wel aangemerkt als formeel Vpb-plichtig, maar voeren feitelijk (momenteel) geen onderneming. Hierdoor is de materiële Vpb- plicht voor deze beide bedrijven nagenoeg nihil. Ondanks dat ten aanzien van fiscaliteiten en vennootschapsbelasting e.e.a. vanaf 2017 is uitgekristalliseerd en formeel is goedgekeurd, is het altijd maar de vraag of dit ook in de toekomst zo blijft. De hele wet- en regelgeving op dit terrein is nl. nog steeds volop in beweging. Hierdoor loopt WAA (en haar deelnemende gemeenten) het risico dat in de toekomst toch ooit mogelijke overschotten van het Schap en WAA groep nv worden ‘afgeroomd’ met vennootschapsbelasting.
• Financieringsrisico’s
In de wet FIDO (Financiering Decentrale Overheid) is onder andere opgenomen dat gemeenten en gemeenschappelijke regelingen in hun begroting een treasurystatuut moeten opnemen, waarin een uiteenzetting wordt gegeven van de risico´s met betrekking tot treasurybeheer. Voor een uiteenzetting van deze risico´s wordt verwezen naar de toelichting onder ‘Financiering’.
• Risico’s COVID-19 t.a.v. Rijksbijdrage Wsw
Ondanks dat COVID-19 wel een fors effect heeft bij WAA, zijn de effecten hiervoor voor sec het Schap op kortere termijn vooralsnog beperkt. Als gekeken wordt naar de langere termijn (2021 en verder) kan het een ander verhaal zijn en kan de huidige crisis naar verwachting wél een forse directe impact hebben op het Schap. Het Rijk en gemeenten hebben nl. een gentlemen's-agreement waarbij het financiële uitgangspunt is "Samen de trap op, samen de trap af". Concreet: als het goed gaat met de Rijksbegroting straalt dit af op gemeenten, maar andersom ook. En m.n. dat laatste, is nu bij het Rijk aan de orde.
Dit gezamenlijke beleid is door het Rijk voor 2020 voorlopig in de ijskast gezet maar voor de jaren na 2020 onderwerp van discussie en onderzoek tussen het Rijk en de VNG. Mocht dit beleid onveranderd worden doorgezet, dan moeten gemeenten vanaf 2021 - rekening houdende met de enorme impact die alle compensatieregelingen vanuit het Rijk nu en in de toekomst hebben op de lopende Rijksbegroting - mogelijk rekening houden met mogelijk forse kortingen, ook op het Participatiebudget incl. rijksbijdrage Wsw vanaf 2021. Het hoe, wat en waar verder is nog niet bekend en derhalve vooralsnog PM. Maar daardoor niet minder relevant.
1.2.1.2 Bedrijfsrisico’s vanuit het ondernemerschap
• Risico: resultaten deelneming in WAA groep nv
Door de juridische splitsing vanaf 1-1-2004 loopt het Schap als Gemeenschappelijke Regeling geen directe risico´s uit hoofde van het ondernemerschap. Als 100% aandeelhouder in WAA groep nv loopt het Schap deze risico´s natuurlijk wel. Immers, de resultaten van WAA groep nv zullen, via de waardering van de deelneming in de nv, een effect hebben op de resultaten van het Schap. Het risico dat voortvloeit uit het ondernemerschap is altijd iets wat blijft, en is inherent aan de structuur en afzetmarkten waarop WAA groep nv opereert.
• Risico’s COVID-19 op bedrijfsvoering van deelneming WAA Groep nv
Ondanks de verwachting dat WAA voldoende in staat is de gevolgen van COVID-19 op kortere termijn zelf op te vangen, zijn er natuurlijk wel stevige directe en indirecte risico’s hieraan verbonden. Op korte termijn moet dan met name gedacht worden aan een gehele en/of volledige shut down van bedrijven waardoor WAA groep nv veel minder resp. geen toegevoegde waarde meer ontvangst en extra kosten moet maken omdat plaatsingen bij inleners al dan niet tijdelijk mogelijk zijn. Wekelijks wordt deze impact gemonitord d.m.v. een geactualiseerde impactanalyse.
Ook verdere en meer langdurige sluitingen van bedrijven zijn een risico in dit kader. Terwijl een compensatie van het Rijk, zeker op een wat langere termijn, nog maar de vraag is. En ondanks het feit dat WAA groep nv voldoende eigen middelen heeft om de COVID-crisis op korte termijn vooralsnog het hoofd te beiden, is de aard en omvang van deze crisis vooralsnog onzeker. En zeker als het langer duurt dan 2021 nemen de risico’s voor zowel WAA groep nv als in haar verlengde het Schap WAA toe. De omvang van dit risico is overigens vooralsnog niet in te schatten en derhalve PM.
• Risico: ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
Een ander risico voor WAA is dat met de afronding van de strategienota Samen Xxxxxx! de organisatie WAA nadrukkelijk de beweging van “binnen naar buiten” heeft afgerond en als sociaal duurzaam Sw-detacheringsbedrijf verder gaat. Als door interne of externe (markt-) omstandigheden
de invulling van detacheringen en uitplaatsingen niet (helemaal) loopt conform afspraken en planning, kan en zal dit financiële gevolgen hebben voor zowel WAA als (in het verlengde hiervan) deelnemende gemeenten. Concreet is bij het opstellen van alle begrotingen vanaf 2015 uitgegaan van een groeiend opnamevermogen van Wsw-medewerkers door bedrijven in de regio tegen reële tarieven. Er is geen rekening gehouden met mogelijke negatieve arbeidsmarktontwikkelingen zoals een teruglopende vraag, toenemende werkloosheid en/of nieuwe concurrentie voor WAA zoals bijv. Wajong.
• Risico: vervuilde gronden
Het Schap was tot medio 2018 eigenaar van (onder-)gronden aan de Edisonstraat in Venlo en van de Kwekerij Roobeek. En ondanks dat zowel het complex aan de Edisonstraat als de Kwekerij vervreemd zijn, kan er voor WAA t.a.v. milieuvervuilingen een staartverplichting uit voortvloeien. Ondanks het feit dat WAA van mening is dat er momenteel geen sprake is van milieurisico’s en/of vervuiling van ondergronden c.a., in welke zin dan ook, die niet in beeld en opgelost resp. afgekocht zijn, is hier wel altijd een latent risico aanwezig.
• Risico: transitievergoedingen
Per 1 juli 2015 is de Wet Werk & Zekerheid (WWZ) ingegaan. Onderdeel van deze wet is de z.g. transitievergoeding bij onvrijwillig ontslag. Deze transitievergoeding kunnen zowel werknemers met een vast contract als werknemers met een tijdelijk contract ontvangen. Ook werknemers die aaneensluitend 2 jaar ziek zijn geweest en uitstromen richting WIA/IVA kunnen aansluitend hierop recht uitoefenen op deze transitievergoeding. Medio 2019 is door het Rijk aangegeven dat alle al betaalde en toekomstige transitievergoedingen voor de laatste categorie bij het UWV kunnen worden gedeclareerd. Echter, voor andere uitdiensttredingen zoals ontslag op staande voet etc. geldt dit niet.
Zeker omdat de meeste Wsw-dienstverbanden al erg lang lopen zijn de kosten die hieruit voortvloeien vaak hoog en onvoorspelbaar en vormen een financieel risico voor WAA en haar gemeenten.
• Risico: AVG
Vanaf medio 2018 is in Europa een nieuwe privacywetgeving van kracht die de wettelijke bescherming van persoonsgegevens moet waarborgen. In Nederland is dit vertaald in (aanvullende) wetgeving in de vorm van een zgn. AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming). Deze wet schrijft gedetailleerd voor hoe, wat en waar een organisatie moet omgaan met de bewaring en verstrekking van persoonsgegevens. Zeker aan een publieke organisatie als WAA, die werkt met een kwetsbare doelgroep, stelt deze wet hoge eisen zowel in middelen als doen en laten van mensen op dit gebied. WAA is in dit kader al een heel traject gelopen van zowel fysieke maatregelen als bewustwording en het als organisatie steeds alert zijn op alles in dit kader. En ondanks dat WAA van mening is dat zij momenteel “AVG-proof” is, moet er nog het nodige gebeuren om op dit gebied ook op lange termijn volledig AGV-proof te blijven. In de AVG zijn boetes en bestuurlijke maatregelen vastgelegd indien hier niet aan voldaan wordt. En ondanks dat WAA op dit punt naar haar mening AVG-proof is, is het nu, maar ook in de toekomst nooit uit te sluiten dat er iets op dat punt niet goed gaat. Immers: WAA is en blijft een organisatie die draait om en met mensen. En mensen maken nu eenmaal fouten. Vanuit die optiek is er nu, maar ook in de toekomst altijd een risico voor WAA en in het verlengde haar participanten.
• Risico: cyberrisico’s
Recente voorvallen van organisaties die zijn aangevallen door hackers of internetcriminelen hebben aangetoond dat elke organisatie tegenwoordig risico loopt op verstoring of zelfs lamlegging van de interne werkprocessen door virussen a.g.v. malware of door bedreigingen via ransomware. WAA heeft tegen deze risico’s wel maatregelen genomen, zowel fysiek en softwarematig als in risicoafdekking (cyberverzekering). Desondanks is algemeen bekend dat beveiliging tegen cyberrisico’s vaak achter de nieuwste ontwikkelingen aanloopt, en er dus altijd een latent cyberrisico aanwezig is.
• Risico Effecten WAB
Vanaf 1-1-2020 is de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) van kracht. Deze wet herbergt verschillende kaders en maatregelen die de inzet van tijdelijke arbeidskrachten voor alle organisaties fors duurder en risicovoller maken dan eerder het geval. Weliswaar zet WAA maar in beperkte mate arbeidskrachten in die niet onder de Wsw vallen en met een tijdelijk contract, maar desalniettemin zit hierin een risico. Een juridisch maar ook financieel risico indien er op dit vlak menselijke fouten gemaakt worden door (bijv. termijnoverschrijdingen e.d.).
1.2.2 Onderhoud kapitaalgoederen
WAA Venlo e.o. heeft geen kapitaalgoederen. Derhalve is er geen sprake van onderhoud van kapitaalgoederen.
WAA kent conform de wet FIDO een treasurystatuut en geeft jaarlijks in een aparte paragraaf in de begroting een beschouwing van de rente en financieringsontwikkelingen zoals het Schap die verwacht. Uitgangspunt is hierbij dat er voldoende inzicht moet zijn in korte en langlopende financieringsrisico’s van het Schap en op welke wijze het Schap deze risico’s beheerst resp. beperkt. Indicatoren hiervoor zijn, naast het financieringsoverzicht, overzichten van leningenrisico’s en renterisico’s. Benchmarks hiervoor zijn de wettelijke criteria zoals die in de Wet FIDO zijn vastgelegd voor gemeenschappelijke regelingen.
Onderstaand zijn de kasgeldruimte en de renterisico’s weergegeven. Deze overzichten zijn opgesteld volgens de voorschriften van de Wet FIDO. Uit beide overzichten blijkt dat het Schap in 2020 voldoet aan de hiervoor geldende normen.
Liquiditeitspositie in relatie tot de kasgeldlimiet
1e kwartaal 2020 (bedragen x € 1.000)
Stappen (1-4) | (1) Vlottende schuld | (2) Vlottende middelen | (3) Tekort(-) of overschot(+) vlottende middelen |
ultimo januari | -120 | 2 | -122 |
ultimo februari | -628 | 5 | -633 |
ultimo maart | 1.706 | 786 | 920 |
(4) Gemiddelde van (3) | 55 | ||
Stappen (5-9) | Variabelen | Bedragen | |
(5) | Kasgeldlimiet (KGL) | 1.176 | |
(6a) = (5>4) | Ruimte onder de KGL | 1.231 | |
(6b) = (4>5) | Overschrijding van de KGL | ||
Berekening kasgeldlimiet (5) | |||
(7) | Begrotingstotaal 2020 | 14.339 | |
(8) | Percentage regeling | 8,20% | |
(5) = (7) x (8) / 100 | Kasgeldlimiet | 1.176 |
2e kwartaal 2020
Stappen (1-4) | (1) Vlottende schuld | (2) Vlottende middelen | (3) Tekort(-) of overschot(+) vlottende middelen |
ultimo april | 3.086 | 11 | 3.075 |
ultimo mei | 1.307 | 15 | 1.292 |
ultimo juni | 2.077 | 6 | 2.071 |
(4) Gemiddelde van (3) | 2.146 | ||
Stappen (5-9) | Variabelen | Bedragen | |
(5) | Kasgeldlimiet (KGL) | 1.176 | |
(6a) = (5>4) | Ruimte onder de KGL | 3.322 | |
(6b) = (4>5) | Overschrijding van de KGL | ||
Berekening kasgeldlimiet (5) | |||
(7) | Begrotingstotaal 2020 | 14.339 | |
(8) | Percentage regeling | 8,20% | |
(5) = (7) x (8) / 100 | Kasgeldlimiet | 1.176 |
3e kwartaal 2020
Stappen (1-4) | (1) Vlottende schuld | (2) Vlottende middelen | (3) Tekort(-) of overschot(+) vlottende middelen |
ultimo juli | 1.411 | 6 | 1.405 |
ultimo augustus | 466 | 8 | 458 |
ultimo september | 211 | 9 | 202 |
(4) Gemiddelde van (3) | 688 | ||
Stappen (5-9) | Variabelen | Bedragen | |
(5) | Kasgeldlimiet (KGL) | 1.176 | |
(6a) = (5>4) | Ruimte onder de KGL | 1.864 | |
(6b) = (4>5) | Overschrijding van de KGL | ||
Berekening kasgeldlimiet (5) | |||
(7) | Begrotingstotaal 2020 | 14.339 | |
(8) | Percentage regeling | 8,20% | |
(5) = (7) x (8) / 100 | Kasgeldlimiet | 1.176 |
4e kwartaal 2020 | |||
Stappen (1-4) | (1) Vlottende schuld | (2) Vlottende middelen | (3) Tekort(-) of overschot(+) vlottende middelen |
ultimo oktober | 56 | 9 | 47 |
ultimo november | -61 | 7 | -68 |
ultimo december | -4.063 | 2 | -4.065 |
(4) Xxxxxxxxxx xxx (3) | -1.362 | ||
Stappen (5-9) | Variabelen | Bedragen | |
(5) | Kasgeldlimiet (KGL) | 1.176 | |
(6a) = (5>4) | Ruimte onder de KGL | -186 | |
(6b) = (4>5) | Overschrijding van de KGL | ||
Berekening kasgeldlimiet (5) | |||
(7) | Begrotingstotaal 2020 | 14.339 | |
(8) | Percentage regeling | 8,20% | |
(5) = (7) x (8) / 100 | Kasgeldlimiet | 1.176 |
Volgens art. 2 Wet FIDO, betreffende de Regeling Schatkistbankieren voor decentrale overheden, dienen overtollige geldmiddelen in de schatkist te worden aangehouden. Als overtollige geldmiddelen worden bedragen aangemerkt boven 0,75% van het begrotingstotaal, met een minimum van
€ 250.000. Het Schap heeft in het 2e halfjaar van 2020 geldmiddelen boven dit minimum aangehouden. Wij verwijzen naar de toelichting op de balans, onder post Liquide middelen.
Renterisiconorm
Bedragen x € 1.000
Stap | Variabelen Renterisico(norm) | Primaire begroting 2020 | Begroting na wijziging 2020 | Realisatie 2020 | Realisatie 2019 |
(1) | Renteherziening | 0 | 0 | 0 | 0 |
(2) | Aflossingen | 763 | 763 | 763 | 763 |
(3) | Renterisico | 763 | 763 | 763 | 763 |
(4) | Renterisiconorm | 2.768 | 2.868 | 2.657 | 2.777 |
(5a) = (4>3) | Ruimte onder risiconorm | 2.005 | 2.105 | 1.894 | 2.014 |
(5b) = (3>4) | Overschrijding risiconorm | 0 | 0 | 0 | 0 |
Berekening | Renterisiconorm | ||||
(4a) | Totaal lasten boekjaar | 13.842 | 14.339 | 13.285 | 13.885 |
(4b) | Percentage regeling | 20% | 20% | 20% | 20% |
(4) =(4a x 4b/100) | Renterisiconorm boekjaar | 2.768 | 2.868 | 2.657 | 2.777 |
Renteschema 2020 | ||
in €1.000 | ||
a. | De externe rentelasten over de korte en lange financiering | 66 |
b. | De externe rentebaten over de korte en lange financiering | 0 |
Saldo rentelasten en rentebaten | 66 | |
c1. | Doorbelaste rente naar de grondexploitatie | 0 |
c2. | Doorbelaste rente aan projectfinanciering naar taakvelden | 0 |
c3. | Rentebaat van door verstrekte leningen in het kader van | |
projectfinanciering naar taakvelden | 0 | |
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 0 | |
d1. | Rente over eigen vermogen | 0 |
d2. | Rente over voorzieningen | 0 |
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 66 | |
e. | De aan taakvelden toegerekende rente (omslagrente) | 0 |
f. | Renteresultaat op het taakveld treasury | 66 |
Het Schap kent één programma, nl. de uitvoering Wsw. Alle financieringskosten zijn hieraan dienstbaar. Er wordt geen rente aan eigen vermogen, voorzieningen, investeringen en/of andere zaken toegerekend.
Het Schap is een Gemeenschappelijke Regeling die de Wsw uitvoert namens de hierin deelnemende gemeenten Beesel, Bergen en Venlo.
Het Schap is 100% eigenaar van WAA groep nv, gevestigd aan de Xxxxxxxxxxxxxxx 00 xx Xxxxx. WAA groep nv voert namens het Schap de Wsw uit op basis van een contract. Het huidige contract is verlengd en loopt tot en met 31 december 2023.
WAA groep nv heeft, volgens voorlopige cijfers, het jaar 2020 afgesloten met een overschot van
€ 718.000. De totale exploitatie van de WAA groep nv (totaal baten en lasten) over 2020 bedraagt
€ 37.000.000.
Overzicht van het eigen en vreemd vermogen WAA groep nv:
1-1-2020 | 31-12-2020 *) | |||
€ | % | € | % | |
Eigen vermogen | 11.052 | 77 | 11.770 | 79 |
Vreemd vermogen | 3.308 | 23 | 3.061 | 21 |
Totaal vermogen | 14.360 | 100 | 14.831 | 100 |
*) O.b.v. voorlopige cijfers
Het Schap kent geen grondbeleid. Het Schap heeft, na de verkoop van haar gronden in 2017 en begin 2018, geen gronden meer in bezit.
Het Schap voert als Gemeenschappelijke Regeling, voor en namens de deelnemende gemeenten, de verplichtingen uit die voortvloeien uit de Participatiewet, nl. het onderdeel Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) in de regio Venlo tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Het Schap heeft de bedrijfsvoering hiervan overgedragen aan haar dochteronderneming WAA groep nv. Daarom is binnen het Schap sec geen sprake van bedrijfsvoering.
Het Schap kent één programma, nl. de uitvoering Wsw. Alle financieringskosten zijn hieraan dienstbaar. Er wordt geen rente aan eigen vermogen, voorzieningen, investeringen en/of andere zaken toegerekend.
Investeringsbeleid
Zoals in 1.2.5 vermeld heeft het Schap in 2018 alle in haar bezit zijnde gronden verkocht, en heeft daarmee geen materiële activa meer. Wat betreft haar financiële vaste activa is het Schap vanaf 2004 zowel materieel als qua zeggenschap volledig en 100% eigenaar van de deelneming in WAA groep nv.
Organisatiestructuur en administratieve organisatie
Omdat het Schap de bedrijfsvoering aan haar dochteronderneming WAA groep nv heeft overgedragen is er een minimale organisatiestructuur (met zoals al vermeld een Algemeen bestuur en een Dagelijks bestuur) en administratieve organisatie. Dit kan, hangende het onderzoek Samen Verder!, veranderen als het Schap haar deelneming in WAA groep nv mogelijk zal vervreemden.
Personeelsbeleid
Het Schap heeft in materiële zin geen personeel in dienst. Derhalve is een personeelsbeleid niet van toepassing.
Informatisering en automatisering
In 2020 is de geautomatiseerde gegevensverwerking verder ingericht op het werken op afstand en flexibele werkplekken. Behoudens enkele ICT vervangingsinvesteringen zijn in 2021 geen andere noemenswaardige investeringen gepland.
Kansen en bedreigingen
Een van de grootste bedreigingen voor het Schap is de krimp en de veroudering van de SW-bezetting. Hierdoor dient de organisatie mee te krimpen, waarbij tegen grenzen van economies-of-scale wordt aangelopen, hetgeen onevenredig hoge kosten met zich mee kan brengen.
Deze krimp en haar negatieve gevolgen kan mogelijk worden opgevangen door het werken met andere doelgroepen van de Participatiewet. Dit zou voor WAA kansen kunnen bieden.
Naast krimp voor de hele entiteit WAA is er altijd een kans en bedreiging die voortvloeit uit het normale ondernemerschap. Dit is voor het Schap een zgn. secundaire zaak omdat ondernemerschap primair onderdeel is van de bedrijfsvoering van WAA groep nv, maar door de 100% deelnemersrelatie wel ook iets is dat het Schap weliswaar indirect maar wel degelijk raakt.
Dit is in 2020 zichtbaar gebleken met het uitbreken van de zgn. coronacrisis; een pandemie die in grote delen van de wereld een gehele of gedeeltelijke (al dan niet gecontroleerde) shut down van (delen) van de maatschappij tot gevolg had, en nog steeds heeft. Deze crisis heeft, en zal naar verwachting nog hebben, zowel menselijk als financieel een zeer forse impact op het sociale, maatschappelijke én economische leven van mensen en organisaties. Door vergaande ondersteuningsmaatregelen van overheden, in m.n. westerse landen, aan het bedrijfsleven heeft deze crisis (voorlopig) nog geen economische recessie tot gevolg gehad. Ten tijde van de opmaak van dit jaarverslag, februari 2021, is echter nog niet goed in te schatten hoe lang de coronacrisis nog zal duren, en wat de financiële impact wereldwijd én voor WAA zal hebben. Door de sterke financiële positie van WAA overall eind 2020, incl. een buffer tegen mogelijke coronaschade, én de waarborgen die de Wet Gemeenschappelijke Regelingen voor het Schap biedt, zijn er hierdoor echter geen continuïteits- en going concern issues aan de orde.
2. Jaarrekening 2020
2.1 Balans per 31 december
(x € 1.000) | 31.12.2020 | 31.12.2019 | |
Activa | |||
Vaste activa | |||
- Financiële vaste activa | |||
Kapitaalverstrekkingen | |||
- Deelnemingen | 5.448 | 5.448 | |
5.448 | 5.448 | ||
- | |||
Vlottende activa | |||
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | |||
- Vorderingen op openbare lichamen | 1.236 | 1.237 | |
- Rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen | 0 | 655 | |
1.236 | 1.892 | ||
Liquide middelen | 4.322 | 3 | |
Totaal | 11.006 | 7.343 |
31.12.2020 | 31.12.2019 | ||
Passiva | |||
Vaste passiva | |||
Eigen vermogen | |||
- Algemene reserve | 921 | 975 | |
- Bestemmingsreserve | 3.450 | 3.745 | |
- Gerealiseerde resultaat | 616 | -54 | |
4.987 | 4.666 | ||
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer | |||
- Onderhandse leningen van Binnenlandse banken en overige financiële instellingen | 1.863 | 2.626 | |
1.863 | 2.626 | ||
Vlottende passiva | |||
Netto-vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar | |||
- Schulden aan openbare lichamen | 69 | 29 | |
- Rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen | 4.064 | 3 | |
4.133 | 32 | ||
Overlopende passiva | |||
- Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen | 23 | 19 | |
23 | 19 | ||
Totaal | 11.006 | 7.343 | |
Bedrag aan borg- en garantstellingen | 0 | 0 |
2.2 Overzicht van baten en lasten
Primaire begroting 2020 | Gewijzigde begroting 2020 | Realisatie 2020 | Realisatie 2019 | |||||
Rijkssubsidie Wsw | 11.685 | 11.947 | 12.005 | 12.194 | ||||
Diverse baten | 0 | 0 | 933 | 0 | ||||
Totale baten | 11.685 | 11.947 | 12.938 | 12.194 | ||||
Overige uitvoerings- en plaatsingskosten | 13.236 | 13.285 | 12.759 | 13.221 | ||||
Administratiekosten | 63 | 63 | 63 | 61 | ||||
Personeelskosten bestuur | 18 | 20 | 19 | 19 | ||||
Rentekosten minus – opbrengsten | 66 | 66 | 66 | 87 | ||||
Kosten wachtlijst-beheer / indicatie | 110 | 110 | 110 | 109 | ||||
Frictiekosten bijdrage aan NV | 257 | 660 | 166 | 307 | ||||
Projectkosten bijdrage aan NV | 30 | 30 | 30 | 30 | ||||
Overige algemene kosten | 62 | 105 | 72 | 51 | ||||
Totale lasten | 13.842 | 14.339 | 13.285 | 13.885 | ||||
Exploitatieresultaat | -2.157 | -2.392 | -347 | -1.691 | ||||
Bijdrage aan WAA groep nv | 0 | 0 | -933 | 0 | ||||
Programma- /concernresultaat | -2.157 | -2.392 | -1.280 | -1.691 | ||||
Dekking programma- /concernresultaat: | ||||||||
Gemeentelijke tekortfinanciering Wsw | 1.775 | 1.600 | 1.600 | 1.300 | ||||
Gerealiseerde totaal baten en lasten | -382 | -792 | 320 | -391 | ||||
Onttrekkingen aan bestemmingsreserve | 287 | 790 | 196 | 337 | ||||
Vrijval uit bestemmingsreserve | 0 | 0 | 100 | 0 | ||||
Toevoegingen aan bestemmingsreserve | 0 | 0 | 0 | 0 | ||||
Gerealiseerde resultaat | -95 | -2 | 616 | -54 |
2.3 Toelichtingen
2.3.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Inleiding
De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft.
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.
Personeelslasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben.
Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld door reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden.
Balans Vaste activa
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.
Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden.
Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.
Vlottende activa
Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.
Liquide middelen
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rente typische looptijd van één jaar of langer.
Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Borg- en garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.
2.3.2 Toelichting op de balans per 31 december 2020
Financiële vaste activa | Kapitaal- verstrekkingen t.b.v. deelnemingen | Totaal
|
Boekwaarde per 1 januari | 5.448 | 5.448 |
Investeringen | 0 | 0 |
Desinvesteringen | 0 | 0 |
Afschrijvingen | 0 | 0 |
Afwaarderingen | 0 | 0 |
Boekwaarde per 31 december | 5.448 | 5.448 |
Cumulatieve waardeverminderingen per 31 december | 0 | 0 |
WAA Venlo e.o. heeft een 100%-belang in WAA groep nv te Venlo. Deze deelneming wordt gewaardeerd tegen historische kostprijs of lagere marktwaarde, mits de lagere marktwaarde naar verwachting structureel is. De totale historische kostprijs van de deelneming bedraagt
€ 5.448.000.
Per 31 december 2020 bedraagt de marktwaarde van de deelneming € 11.770.000 (gebaseerd op voorlopige cijfers per ultimo 2020 van WAA groep nv en op basis van intrinsieke waarde resp. eigen vermogen). WAA Venlo e.o. heeft geen garantieverklaring afgegeven voor WAA groep nv.
Uitzettingen met een rente typische looptijd korter dan één jaar
2020 | 2019 | |
Vorderingen op openbare lichamen: | ||
Deelnemende gemeenten | 1.236 | 1.237 |
Overige vorderingen op openbare lichamen | 0 | 0 |
Totaal vorderingen op openbare lichamen | 1.236 | 1.237 |
Rekening-courant verhoudingen met niet- financiële instellingen | 0 | 655 |
Totaal | 1.236 | 1.892 |
Een voorziening voor oninbare vorderingen is niet opgenomen omdat in 2020 (evenals 2019) naar verwachting geen sprake is van oninbare vorderingen.
De rekening-courant verhouding met niet-financiële instellingen betreft uitzettingen in rekening courant bij de 100% dochter WAA groep nv en de 100% kleindochters Vindt bv resp.
Beheersmaatschappij Werkvoorziening Venlo BV.
Liquide middelen | 2020 | 2019 | |
Banksaldi | 4.322 | 3 | |
Totaal | 4.322 | 3 |
Van de liquide middelen is € 0 uitgezet in deposito. De banktegoeden zijn bij de BNG rentedragend in rekening-courant ondergebracht. Ten aanzien van de liquide middelen worden geen valutarisico’s gelopen. De benutting van de ruimte voor schatkistbankieren:
Drempelbedrag (x € 1.000) | 250 | |||
Verslagjaar 2020 | Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 |
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 63 | 212 | 252 | 367 |
Ruimte onder het drempelbedrag | 187 | 38 | - | - |
Overschrijding van het drempelbedrag | - | - | 2 | 117 |
Vanaf het tweede kwartaal zijn door het Schap meer en meer direct en op dagbasis beschikbare kasmiddelen buiten de Rijksschatkist aangehouden om, conform de oproep van en gewenste Covid beleid van het Rijk voor lagere overheden, kleinere leveranciers per ommegaande en direct te kunnen betalen om hun zo zoveel mogelijk tegemoet te komen in de moeilijke Covid tijd.
Voor wat betreft financiële instrumenten en financieringsmiddelen waar conform de wet FIDO de bepalingen op van toepassing zijn, wordt verder verwezen naar de paragraaf Financiering.
Eigen vermogen
Algemene reserve | ||
2020 | 2019 | |
Saldo per 1 januari | 975 | 908 |
Toevoeging | 0 | 0 |
Onttrekking | 0 | 0 |
Bestemming resultaat vorig boekjaar | -54 | 67 |
Saldo per 31 december | 921 | 975 |
Bestemmingsreserve
2020 | 2019 | |
Saldo per 1 januari | 3.745 | 4.083 |
Toevoegingen | 0 | 0 |
Onttrekkingen: | ||
- vermindering ter dekking van frictiekosten | -166 | -307 |
- vermindering ter dekking van afschrijvingskosten | -29 | -31 |
Vrijval | -100 | 0 |
Saldo per 31 december | 3.450 | 3.745 |
De bestemmingsreserve is gevormd op basis van bestuursbesluiten, en is enerzijds ter dekking van frictie- en ombouwkosten in het kader van de strategische koerswijziging van WAA conform het strategische plan Samen Xxxxxx! vanaf 2014 en anderzijds ter dekking van afschrijvingskosten van in het verleden (t/m 2008) middels bestemmingsreserve gefinancierde activa.
De onttrekkingen zijn ter dekking van kosten a.g.v. reorganisatie en frictie in het kader van ombouw van de organisatie c.a. zoals aangegeven in het strategische beleidsplan “Samen Xxxxxx!”. De onttrekkingen betreffen een door het Schap aan WAA groep nv betaalde vergoeding voor de feitelijke frictie- en/of afschrijvingskosten in enig jaar.
De vrijval in 2020 betreft het eerste jaar (van vijf opeenvolgende jaren) en deel van het bedrag dat meer was gereserveerd dan benodigd volgens een geactualiseerde berekening ultimo 2019 resp. ultimo 2020 en dat, conform bestuursbesluit in december 2019, kan vrijvallen uit de bestemmingsreserve. Het saldo van deze reserve ultimo 2020 is overigens ruim voldoende om naar verwachting alle toekomstige verplichtingen vanuit Samen Xxxxxx! te kunnen blijven voldoen.
Gerealiseerde resultaat
2020 | 2019 | |
Saldo per 1 januari | -54 | 67 |
Toevoeging | 616 | -54 |
Onttrekking | 54 | -67 |
Saldo per 31 december | 616 | -54 |
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
Het verloop van de onderhandse geldleningen is als volgt:
% | Saldo per 01-01-2019 | Vermeerderingen | Aflossingen | Saldo per 31-12-2020 | Rentelast begrotingsjaar | |
BNG | 5,12 | 226 | 0 | 113 | 113 | . |
BNG | 3,45 | 900 | 0 | 150 | 750 | . |
BNG | 1,92 | 1.500 | 0 | 500 | 1.000 | . |
Totaal | 2.626 | 0 | 763 | 1.863 | . |
Alle geldleningen zijn verstrekt door binnenlandse banken en overige financiële instellingen. Het in 2021
af te lossen bedrag is € 763.000.
Netto-vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar
2020 | 2019 | ||
Rekening-courant verhouding met niet-financiële instellingen | 4.064 | 3 | |
Schulden aan openbare lichamen | 69 | 29 | |
Totaal | 4.133 | 32 |
De rekening-courant verhouding met niet-financiële instellingen betreft uitzettingen in rekening courant bij de 100% dochter WAA groep nv en de 100% kleindochters Vindt bv resp.
Beheersmaatschappij Werkvoorziening Venlo BV. De schulden aan openbare lichamen betreffen schulden aan deelnemende gemeenten.
Overlopende passiva
Dit betreft verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume.
2020 | 2019 | |
Transitorische rente | 16 | 21 |
Nog te betalen bedragen | 7 | -2 |
Totaal | 23 | 19 |
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Vanaf 1-1-2004 zijn de werknemers van het Schap, behoudens de bestuurssecretaris, werkzaam bij WAA groep nv. Alle hieruit voortvloeiende kosten zijn, conform een Aanwijzingsbesluit en een hieraan gekoppelde jaarlijks vast te stellen Uitvoeringsovereenkomst tussen het Schap en WAA groep nv, voor rekening van WAA groep nv. Het Schap is en blijft echter, als formeel werkgever, te allen tijde aansprakelijk voor het nakomen van alle verplichtingen voor zover deze voortvloeien uit deze
arbeidsovereenkomsten. De Uitvoeringsovereenkomst is in 2020 met één jaar verlengd en heeft thans een looptijd t/m 2021.
2.3.3 Toelichting op het overzicht van baten en lasten
Begrotingsrechtmatigheid
Conform de Kadernota Rechtmatigheid 2018 wordt in de toelichting op de staat van baten en lasten een analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de gerealiseerde baten en lasten gemaakt. De toets op begrotingsrechtmatigheid wordt op programmaniveau uitgevoerd. Zoals reeds aangegeven kent het Schap één programma zijnde de uitvoering Wsw. Alle baten en lasten van het Schap zijn dienstbaar aan dit ene programma. Derhalve wordt in dit kader de afwijking tussen begroting en realisatie binnen dit ene programma categoriaal toegelicht, en niet nader toebedeeld
naar meerdere programma’s. Gelet op het voordeel op de lasten t.o.v. de gewijzigde begroting 2020
van € 1.054.000 is sprake van begrotingsrechtmatigheid. Dit voordeel is als volgt opgebouwd:
Realisatie 2020 | Gewijzigde begroting 2020 | Afwijking | |
Overige uitvoerings- en plaatsingskosten | 12.759 | 13.285 | -526 |
Administratiekosten | 63 | 63 | 0 |
Personeelskosten bestuur | 19 | 20 | -1 |
Rentekosten minus –opbrengsten | 66 | 66 | 0 |
Kosten wachtlijstbeheer/indicatie | 110 | 110 | 0 |
Frictiekosten bijdrage aan WAA groep nv | 166 | 660 | -494 |
Projectkosten bijdrage aan WAA groep nv | 30 | 30 | 0 |
Overige algemene kosten | 72 | 105 | -33 |
Totaal | 13.285 | 14.339 | -1.054 |
Hieronder worden de belangrijkste afwijkingen geanalyseerd.
Rijksvergoeding Wsw | Primaire begroting 2020 | Gewijzigde begroting 2020 | Realisatie 2020 | Realisatie 2019 |
Toegekende reguliere rijksvergoeding Wsw | 11.685 | 11.947 | 12.005 | 12.194 |
Bij: Bonus Begeleid Werken | 0 | 0 | 0 | 0 |
Af: korting rechtmatigheid | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal rijksbijdrage | 11.685 | 11.947 | 12.005 | 12.194 |
Aantal SE totaal (incl. Begeleid werken) | 460,0 | 462,7 | 444,39 | 470,71 |
Toegekende rijksvergoeding per SE (x € 1) | 25.402 | 25.821 | 27.016 | 25.905 |
De totale rijksvergoeding Wsw wordt bepaald door de omvang en realisatie van de taakstelling en het normbedrag per standaardeenheid/arbeidsjaar. Omdat er vanaf 2015 geen instroom in de Wsw meer plaatsvindt is de realisatie van de niet-beschutte Wsw in 2020 lager dan in 2019, en ook lager dan begroot. Dit laatste a.g.v. de uitstroom die in 2019 en 2020 hoger was dan verwacht. De reguliere rijksbijdrage per SE (totale rijksbijdrage per arbeidsjaar exclusief de eenmalige coronabijdrage voor 2020 ad €2.098) in 2020 is hoger dan de gewijzigde begroting door een niet verwachte verhoging van de rijksbijdrage per SE in 2020, die volgens de septembercirculaire structureel van aard is. De reguliere rijksvergoeding Wsw is, ondanks de verhoging in 2020 onveranderd onvoldoende om de (loon)verplichtingen vanuit de Wsw te dekken. Dit door de al vanaf 2013 structureel toegepaste rijksbezuiniging.
Evenals in voorgaande jaren is er ook voor 2020 naar verwachting geen sprake van kortingen op de rijksvergoeding i.v.m. het niet voldoen aan de rechtmatigheidseisen door WAA groep nv. Mogelijke kortingen uit dien hoofde zullen, conform de uitvoerings- en plaatsingsovereenkomst, worden verhaald op WAA groep nv en in mindering worden gebracht op de overige en uitvoerings- en plaatsingskosten.
Diverse baten
Dit betreft de in 2020 door het Rijk toegekende bijdrage ter compensatie van de schade door de coronacrisis. Deze bate is van incidentele aard. Deze bijdrage is, conform bestuursbesluit, in 2020 volledig doorbetaald aan WAA groep nv. Zie ook hieronder Bijdrage aan WAA groep nv.
Overige uitvoerings- en plaatsingskosten
Dit betreft de vergoeding aan WAA groep nv voor het uitvoeren van de Wsw, conform de Uitvoerings- en plaatsingsovereenkomst 2020 tussen het Schap en WAA groep nv. De uitvoerings- en plaatsingskosten zijn lager dan begroot omdat er in 2020 minder Wsw-arbeidsjaren zijn gerealiseerd dan begroot. Conform bestuurlijke afspraken was de uitvoerings- en plaatsingsbijdrage bijdrage per arbeidsjaar in 2020 gelijk aan hetgeen begroot was.
Personeelskosten bestuur | Primitieve begroting 2020 | Gewijzigde begroting 2020 | Realisatie 2020 | Realisatie 2019 |
Ingehuurd personeel | 18 | 20 | 19 | 19 |
Totaal | 18 | 20 | 19 | 19 |
In het kader van Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (WNT) is WAA Venlo e.o. verplicht een overzicht te verstrekken van haar bestuurders en topfunctionarissen met de verstrekte beloningen in het lopende boekjaar:
Leidinggevende topfunctionarissen, gewezen topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13e maand van de functievervulling:
Gegevens 2020 | M. xxx xxx Xxxxx |
Functiegegevens | Secretaris |
Aanvang en einde functievervulling in 2020 | 01/01 – 31/12 |
Omvang dienstverband in fte | 0,2178 |
Dienstbetrekking? | Nee |
Bezoldiging | |
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen | € 19.631,00 |
Beloningen betaalbaar op termijn | n.v.t. |
Subtotaal | € 19.631,00 |
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum | € 43.778,05 |
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terug ontvangen bedrag | n.v.t. |
Totaal bezoldiging 2020 | € 19.631,00 |
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan | n.v.t. |
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling | n.v.t. |
Gegevens 2019 | M. xxx xxx Xxxxx |
Aanvang en einde functievervulling in 2019 | 01/01 – 31/12 |
Omvang dienstverband in 2019 in fte | 0,2155 |
Dienstbetrekking? | Nee |
Bezoldiging | |
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen | € 19.698,00 |
Beloningen betaalbaar op termijn | n.v.t. |
Subtotaal | € 19.698,00 |
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum | € 41.808,80 |
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terug ontvangen bedrag | n.v.t. |
Totaal bezoldiging 2019 | € 19.698,00 |
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan | n.v.t. |
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling | n.v.t. |
Topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen met een bezoldiging van € 1.700 of minder:
A.P.M.A. Vervoort | |
Functiegegevens | Bestuurder |
B.M.J. Jacobs | |
Functiegegevens | Bestuurder |
F.J.R. Pekema | |
Functiegegevens | Bestuurder |
Rentekosten minus – opbrengsten | Primitieve begroting 2020 | Gewijzigde begroting 2020 | Realisatie 2020 | Realisatie 2019 |
Rentekosten leningen o/g | 66 | 66 | 66 | 87 |
Renteopbrengsten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 66 | 66 | 66 | 87 |
De rentekosten betreffen voornamelijk rentevergoedingen aan banken die het Schap betaalt voor langlopende leningen. Ten opzichte van 2019 dalen de rentekosten door reguliere aflossingen.
Kosten wachtlijstbeheer/indicatie
Dit betreft de vergoeding aan WAA groep nv voor het uitvoeren van het wachtlijstbeheer en de indicatie van de Wsw, conform de Uitvoerings- en plaatsingsovereenkomst tussen het Schap en WAA groep nv.
Frictiekosten bijdrage aan NV
Dit betreft frictie- en ombouwkosten van WAA groep nv op basis van “Samen Xxxxxx!” die, op basis van bestuursbesluiten, gedekt worden uit hiervoor gereserveerde middelen in de bestemmingsreserve. Voor een toelichting verwijzen wij naar de toelichting op de balans.
Projectkosten bijdrage aan NV
Dit betreft door het Schap aan WAA groep nv vergoede afschrijvingskosten voor investeringen t/m 2014. Deze worden op basis van bestuursbesluiten, gedekt uit hiervoor gereserveerde middelen in de bestemmingsreserve.
Overige algemene kosten | Primaire begroting 2020 | Gewijzigde begroting 2020 | Realisatie 2020 | Realisatie 2019 |
Kosten t.b.v. interne controle | 36 | 36 | 36 | 37 |
Externe accountantskosten | 9 | 10 | 14 | 14 |
Modernisering Wsw | 5 | 25 | 11 | 0 |
Onvoorzien | 11 | 24 | 0 | 0 |
Resultaten voorgaande boekjaren | 0 | 0 | 10 | 0 |
Overige | 1 | 10 | 1 | 0 |
Totaal | 62 | 105 | 72 | 51 |
In de begroting zijn onder de post Onvoorzien, naast een budget voor onvoorziene zaken, ook middelen begroot om eventuele verschillen tussen de ontvangen rijksbijdrage en uitvoerings- en plaatsingsbijdrage Wsw a.g.v. afwijkingen tussen begrote en feitelijk ingevulde Wsw-bezetting bij het Schap te kunnen opvangen.
De onder Modernisering Wsw zijn kosten begroot en opgenomen voor inzet van externe deskundigen vanuit een gemeenschappelijke vraag en gemeenschappelijk belang van alle drie de deelnemende gemeenten voor een herpositionering van WAA in het kader van het eerder genoemde strategische project Samen Veder!
Bijdrage aan WAA groep nv
Dit betreft de door het Schap in 2020 ontvangen (zie Diverse baten) en, conform bestuursbesluit, volledig aan WAA groep nv doorbetaalde rijksbijdrage ter compensatie van de schade door de coronacrisis.
Gemeentelijke tekortfinanciering Wsw | Primaire begroting 2020 | Gewijzigde begroting 2020 | Realisatie 2020 | Realisatie 2019 |
Totaal gemeentelijke tekortfinanciering | 1.775 | 1.600 | 1.600 | 1.300 |
Aantal SE incl. Begeleid werken | 460,0 | 462,7 | 444,39 | 470,71 |
Gemeentelijke tekortfinanciering per SE (x € 1) | 3.858 | 3.458 | 3.600 | 2.762 |
Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves
Er vinden bij het Schap geen directe structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves plaats. Alle mutaties ten gunste of ten laste van reserves worden verantwoord via de Staat van baten en lasten.
2.3.4 Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid
2.3.4.1 Analyse begrotingsafwijkingen en rechtmatigheid van afwijkingen
Het jaar 2020 is afgesloten met een concernresultaat van -/-€ 1.280.000. Dit resultaat is
€ 1.112.000 beter dan het begrote tekort van € 2.392.000 als gevolg van:
• lagere uitvoerings- en plaatsingskosten, dit a.g.v. een lagere Wsw-bezetting (18,31SE) voor de doelgroep niet-beschut;
• lagere overige lasten ad € 528.000, dit m.n. door een lager dan begrote bijdrage voor frictiekosten ad € 494.000, en verder door minder inhuur van externe ondersteuning t.b.v. het actualiseren van de koers WAA / modernisering Wsw;
• een hogere rijksbijdrage per SE (standaardeenheid), t.o.v. uitvoerings- en plaatsingskosten die per SE wel op begroot niveau zijn gebleven:
X €1.000 | Gewijzigde begroting 2020 | Realisatie 2020 | Afwijking |
Rijkssubsidie Wsw | 11.947 | 12.005 | 58 |
Overige uitvoerings- en plaatsingskosten | 13.285 | 12.759 | 526 |
Subsidietekort | -1.338 | -754 | 584 |
In arbeidsjaren (SE) x €1 | Gewijzigde begroting 2020 | Realisatie 2020 | Afwijking |
Rijkssubsidie Wsw | 25.821 | 27.016 | 1.195 |
Overige uitvoerings- en plaatsingskosten | 28.712 | 28.712 | 0 |
Subsidietekort | -2.891 | -1.696 | 1.195 |
Voor een nadere toelichting op de verschillende afwijkingen wordt verwezen naar de toelichting bij de verschillende posten in de paragraaf 2.3.3 Toelichting op het overzicht van baten en lasten.
2.3.5.1 Overzicht van baten en lasten naar gemeentelijke taakvelden
Het Schap voert één programma uit, zijnde de Wet Sociale Werkvoorziening. De volledige exploitatie van WAA is hierop gericht, waardoor er geen sprake is van overheadkosten, resp. kosten die gemaakt worden voor meerdere programma’s. Er is derhalve bij het Schap alleen sprake van algemene overheadkosten zijnde indirecte kosten.
Taakvelden gemeenten (in € 1.000) | Begroting 2020 | Begroting na wijziging 2020 | Realisatie 2020 | Verschil Begroting na wijziging met Realisatie 2020 | ||||
Baten | Lasten | Baten | Lasten | Baten | Lasten | Baten | Lasten | |
0. Bestuur en Ondersteuning | ||||||||
0.1 Bestuur | 18 | 20 | 19 | 1 | ||||
0.4 Overhead | 155 | 198 | 154 | 44 | ||||
0.5 Treasury | 66 | 66 | 66 | 0 | ||||
0.8 Overige baten en lasten | 257 | 660 | 166 | 0 | 494 | |||
0.10 Mutaties reserves | 287 | 790 | 296 | 494 | 0 | |||
0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten | 95 | 2 | 616 | 2 | -616 | |||
6.0 Sociaal domein | ||||||||
6.4 Begeleide Participatie | 13.460 | 13.346 | 13.547 | 13.395 | 13.605 | 12.880 | -58 | 515 |
Totaal generaal | 13.842 | 13.842 | 14.339 | 14.339 | 13.901 | 13.901 | 438 | 438 |
Voor een nadere toelichting op de verschillende afwijkingen wordt verwezen naar de toelichting bij de verschillende posten in de paragraaf 2.3.3 Toelichting op het overzicht van baten en lasten.
2.3.6.1 Gebeurtenissen na balansdatum
Alle na balansdatum bekend geworden feiten en omstandigheden die relevant zijn in het kader van deze jaarrekening, zijn – indien van toepassing – in deze jaarrekening verwerkt. Dit geldt ook voor de zgn. coronacrisis; een pandemie die in grote delen van de wereld een gehele of gedeeltelijke (al dan niet gecontroleerde) shut down van (delen) van de maatschappij tot gevolg had, en nog steeds heeft. Deze crisis heeft, en zal naar verwachting nog hebben, zowel menselijk als financieel een zeer forse impact op het sociale, maatschappelijke én economische leven van mensen en organisaties. Door vergaande ondersteuningsmaatregelen van overheden, in m.n. westerse landen, aan het bedrijfsleven heeft deze crisis (voorlopig) nog geen economische recessie tot gevolg gehad. Ten tijde van de opmaak van dit jaarverslag, februari 2021, is echter nog niet goed in te schatten hoe lang de coronacrisis nog zal duren, en wat de financiële impact wereldwijd én voor WAA zal hebben. Door de sterke financiële positie van WAA overall eind 2020, incl. voorhanden zijnde buffers in zowel weerstandsvermogen als (toekomstige) exploitatiebegrotingen tegen mogelijke coronaschade, én de waarborgen die de Wet Gemeenschappelijke Regelingen voor het Schap biedt, zijn er hierdoor echter geen continuïteits- en going concern issues aan de orde.
3. Bijlagen
3.1 Recapitulatie begrotingsevenwicht
- 45 -
Recapitulatie begrotingsevenwicht (in € 1.000) | Primitieve begroting 2020 | Gewijzigde begroting 2020 | Realisatie 2020 | Realisatie 2019 | ||||||||
totaal | waarvan inciden- teel | structu- reel | totaal | waarvan inciden- teel | structu- reel | totaal | waarvan inciden- teel | structu- reel | totaal | waarvan inciden- teel | structu- reel | |
Lasten programma Wsw Totaal lasten programma's Baten programma Wsw Totaal baten programma's Saldo van baten en lasten programma's lasten algemeen dekkingsmiddel lasten overhead lasten vennootschapsbelasting lasten onvoorzien Totaal lasten diverse baten algemeen dekkingsmiddel baten overhead baten vennootschapsbelasting baten onvoorzien Totaal baten diverse Saldo van diverse Saldo totale saldo van baten en lasten van programma's en diverse Stortingen in reserves (excl. mut. eigen vermogen WAA groep nv) Onttrekking aan reserves (excl. mut. eigen vermogen WAA groep nv) Resultaat Totaal structurele lasten Totaal structurele baten Structurele baten - structurele lasten | 13.842 | 257 | 13.585 | 14.339 | 660 | 13.679 | 13.285 | 166 | 13.119 | 13.885 | 307 | 13.578 |
13.842 | 257 | 13.585 | 14.339 | 660 | 13.679 | 13.285 | 166 | 13.119 | 13.885 | 307 | 13.578 | |
11.685 | 0 | 11.685 | 11.947 | 0 | 11.947 | 12.005 | 0 | 12.005 | 12.194 | 0 | 12.194 | |
11.685 | 0 | 11.685 | 11.947 | 0 | 11.947 | 12.005 | 0 | 12.005 | 12.194 | 0 | 12.194 | |
-2.157 | -257 | -1.900 | -2.392 | -660 | -1.732 | -1.280 | -166 | -1.114 | -1.691 | -307 | -1.384 | |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 933 | 933 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 933 | 933 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1.775 | 257 | 1.518 | 1.600 | 660 | 940 | 1.600 | 166 | 1.434 | 1.300 | 307 | 993 | |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 933 | 933 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1.775 | 257 | 1.518 | 1.600 | 660 | 940 | 2.533 | 1.099 | 1.434 | 1.300 | 307 | 993 | |
1.775 | 257 | 1.518 | 1.600 | 660 | 940 | 1.600 | 166 | 1.434 | 1.300 | 307 | 993 | |
-382 | 0 | -382 | -792 | 0 | -792 | 320 | 0 | 320 | -391 | 0 | -391 | |
0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
287 | 287 | 0 | 790 | 790 | 0 | 296 | 296 | 0 | 337 | 337 | 0 | |
-95 | 287 | -382 | -2 | 790 | -792 | 616 | 296 | 320 | -54 | 337 | -391 | |
13.585 | 13.679 | 13.119 | 13.578 | |||||||||
13.203 | 12.887 | 13.439 | 13.187 | |||||||||
-382 | -792 | 320 | -391 |
Werkvoorzieningschap Aanvullende Arbeid Venlo e.o. Xxxxxxxxxxxxxxx 00 0000 XX Xxxxx | |||||
informatieverstrekking Sisa | |||||
SZW | G1B | Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_deel openbaar lichaam 2020 Wet sociale werkvoorziening | Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1B / 01 | Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren Aard controle R Indicatornummer: G1B / 03 | Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren Aard controle R Indicatornummer: G1B / 04 |
1 2 3 4 | 0889 Beesel | 53,97 | 4,95 | ||
0893 Bergen (L.) | 81,16 | 3,56 | |||
0983 Venlo | 508,63 | 38,29 | |||
Zoals hierboven al vermeld dient bij elke vergelijking ten opzichte van voorgaande jaren van de kerncijfers, exploitatie e.d. van WAA op totaalniveau over de jaren 2018 en verder, rekening gehouden te worden dat de totale SW-populatie waarvoor WAA vanaf 2018 de Wsw uitvoert, exclusief het beschutte Wsw deel is.
2020 | 2019 | 2018 | 2017 | 2016 | |
Aantal Wsw-ers in SE (gemiddeld): | |||||
Beschut (vanaf 2018 naar deeln. gemeenten) | 199,37 | 209,44 | 222,62 | ||
Niet beschut | 444,39 | 470,71 | 487,58 | ||
Subtotaal | 643,76 | 680,15 | 710,20 | 739,74 | 774,29 |
Af: waarvan aandeel niet-deelnemende gemeenten | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | -23,74 |
Resteert aantal deelnemende gemeenten | 643,76 | 680,15 | 710,20 | 739,74 | 750,55 |
Taakstelling deelnemende gemeenten | 652,98 | 686,43 | 719,30 | 741,68 | 756,67 |
Verloop Wsw in fte: | |||||
Beginstand | 650,9 | 681,1 | 708,0 | 739,4 | 777,9 |
Af: beschutte groep naar deeln. gemeenten | -194,9 | -208,3 | -214,3 | n.v.t. | n.v.t. |
Beginstand excl. beschut | 456,0 | 472,8 | 493,7 | n.v.t. | n.v.t. |
Bij: instroom (vanaf 2015 sec a.g.v. verhuizingen en wijzigingen handicapcode) | 5,0 | 12,1 | 7,5 | 4,1 | 8,0 |
Af: uitstroom naar reguliere arbeid | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Af: uitstroom overige | -39,4 | -28,9 | -28,4 | - 35,5 | - 46,5 |
Eindstand | 421,6 | 456,0 | 472,8 | 708,0 | 739,4 |
Waarvan duurzaam geplaatst | 95% | 94% | Niet bekend | ||
Ziekteverzuim Wsw totaal (incl. beschut) | 16,4% | 15,6% | 17,5% | 16,2% | 17,0% |
Idem SW-landelijk | nnb | 14,5% | 13,7% | 13,3% | 12,8% |
Rijkssubsidie: | |||||
Rijkssubsidie per SE in € | 27.016 | 25.905 | 25.248 | 25.240 | 25.457 |
Uitvoerings- en plaatsingskosten per SE in € | 28.712 | 28.087 | 25.407 | 28.742 | 29.415 |
Dekkingsgraad rijkssubsidie / uitv.- en plaats.kosten per SE | 0,94 | 0,92 | 0,99 | 0,88 | 0,87 |
Subsidieratio (rijkssubsidie minus BW / loonkosten Wsw) | 0,87 | 0,88 | 0,88 | 0,90 | 0,91 |
Idem SW-landelijk | nnb | 0,85 | 0,86 | 0,87 | 0,89 |
Gemeentelijke tekortfinanciering: | |||||
Gemeentelijke tekortfinanciering per SE in € | 3.600 | 2.762 | 3.271 | 4.303 | 4.111 |
3.4 Overzicht verdeling reguliere gemeentelijke bijdragen 2020
De gemeentelijke bijdragen worden berekend op basis van de verdeling zoals bepaald door Algemeen Bestuur, d.w.z. voor 25% o.b.v. het aantal inwoners en voor 75% o.b.v. het aantal fulltime equivalenten met een Wsw-dienstbetrekking (fte). Onderstaand de gemeentelijke bijdragen 2020:
Gemeente | Inwonerdeel | Fte-deel | Bonusdeel | Totaal |
Beesel | 43.199,76 | 119.044,29 | - 6.330,64 | 155.913,41 |
Bergen | 41.924,56 | 159.532,95 | 0,00 | 201.457,51 |
Venlo | 326.220,18 | 955.456,26 | - 39.047,36 | 1.242.629,08 |
Totaal | 411.344,50 | 1.234.033,50 | -45.378,00 | 1.600.000,00 |
Evenals voorgaande jaren bedraagt ook in 2020 de bonus resp. korting op de gemeentelijke bijdrage voor díe gemeente die meer dan gemiddeld omzet voor Wsw-activiteiten bij WAA onderbrengt in totaal € 45.378.
3.5 Voorstel resultaatbestemming
Zoals in 1.2.4 is vermeld zullen eventuele toekomstige positieve exploitatiesaldi worden toegevoegd aan het vrij beschikbare eigen vermogen van de entiteit WAA in de vorm van algemene reserves en als weerstandvermogen worden gereserveerd. Conform dit uitgangspunt wordt voorgesteld het overschot (na bijdragen van de deelnemende gemeenten en de bestemmingsreserve) over 2020 ad
€ 616.000 toe te voegen aan de algemene reserve.
Na verwerking van de resultaatbestemming 2020 van het Schap en WAA groep nv is de algemene reserve van het Schap € 1.537.000 en van WAA groep nv (volgens voorlopige cijfers) € 6.322.000. Het totaal beschikbare weerstandsvermogen per ultimo 2020 voor de hele entiteit WAA bedraagt dan (volgens voorlopige cijfers) € 7.859.000.