ARTIKEL 1 - BEGRIPSOMSCHRIJVING
ARTIKEL 1 - BEGRIPSOMSCHRIJVING
In deze Algemene Voorwaarden Taxivervoer wordt verstaan onder:
1. Taxivervoer: personenvervoer per auto tegen betaling, niet zijnde openbaar vervoer, waarbij de ritprijs van tevoren is overeengekomen middels een vervoerovereenkomst. Het vervoer omvat tevens het in- en uitstappen.
2. Auto: motorrijtuig op tenminste vier wielen, zoals nader omschreven bij ministeriële regeling, ingericht voor het vervoer van ten hoogste acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen.
3. Vervoerder: Xxxx Xxxxxxxxxxxxxxx B.V. of collega-vervoerder.
4. Opdrachtgever: de natuurlijke of rechtspersoon die een vervoerovereenkomst aangaat met vervoerder.
5. Vervoerovereenkomst: de tussen opdrachtgever en vervoerder afgesloten overeenkomst om taxivervoer te verrichten.
6. Bestuurder: bestuurder van de auto waarmee taxivervoer wordt verricht (de taxichauffeur) in dienst van vervoerder met inbegrip van andere bestuurders van de auto, die niet in dienst zijn van vervoerder maar wel dienstdoen in zijn opdracht in een auto van vervoerder of een auto die aan vervoerder beschikbaar is gesteld.
7. Reiziger: de opdrachtgever zelf of de persoon of personen die in opdracht van opdrachtgever door vervoerder worden vervoerd.
8. Handbagage: bagage die een reiziger als gemakkelijk mee te voeren, draagbaar dan wel verrijdbaar bij zich heeft, alsmede andere voorwerpen die door de vervoerder als handbagage worden toegelaten.
ARTIKEL 2 - TOEPASSINGSGEBIED ALGEMENE VOORWAARDEN
Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle vervoerovereenkomsten en vormen de basis voor de behandeling van geschillen door de Geschillencommissie Taxivervoer, zoals bedoeld in artikel 14 van deze algemene voorwaarden.
ARTIKEL 3 - TOTSTANDKOMING VERVOEROVEREENKOMST
1. Een vervoerovereenkomst komt tot stand door het aanvaarden van de offerte en de algemene voorwaarden van vervoerder door opdrachtgever.
2. De verplichtingen van vervoerder, waaronder artikel 7, gelden eveneens tegenover de reiziger die niet als opdrachtgever optreedt.
ARTIKEL 4 - BEËINDIGING EN ANNULERING VERVOEROVEREENKOMST
1. Vervoerder kan het voortzetten van de rit onmiddellijk staken en aldus de vervoerovereenkomst beëindigen, indien de reiziger dusdanige hinder veroorzaakt dat in alle redelijkheid niet van de vervoerder kan worden gevergd dat hij de reiziger (verder) vervoert. Vervoerder kan in dat geval de reiziger gelasten de auto onmiddellijk te verlaten.
2. Vervoerder is in een geval zoals is bedoeld in lid 1, niet gehouden de reiziger/opdrachtgever enige schade te vergoeden.
3. Bij voortijdige beëindiging is reiziger/opdrachtgever een evenredig deel van de vooraf overeengekomen prijs verschuldigd, ter vergoeding van het reeds gereden deel van de rit.
4. Xxxxxxxx/opdrachtgever kan voor aanvang van de bij vervoerder bestelde rit afzien. In een dergelijk geval is de reiziger/opdrachtgever gehouden tot een schadeloosstelling naar redelijkheid en billijkheid aan de vervoerder wanneer sprake is van aantoonbare schade. Dit geldt ook wanneer de reiziger/opdrachtgever niet verschijnt op de met de vervoerder afgesproken plaats.
5. Ingeval vervoerder bij een bestelde rit niet volgens afspraak verschijnt, heeft reiziger/opdrachtgever bij aantoonbare schade recht op een op redelijkheid en billijkheid gebaseerde schadevergoeding.
ARTIKEL 5 - VERPLICHTINGEN EN BEVOEGDHEDEN - REIZIGER
1. Reiziger is gehouden:
a. door vervoerder in alle redelijkheid gegeven aanwijzingen of instructies op te volgen, zoals het plaatsnemen op de door vervoerder aangewezen zitplaats;
b. de gordel om te doen, voorafgaand aan de rit. Een boete die voortvloeit uit het zich niet houden aan deze verplichting door de reiziger kan op de reiziger worden verhaald.
2. Reiziger is verplicht zich in de auto te onthouden van:
a. beschadiging en/of verontreiniging van de auto;
b. het gebruik van alcoholhoudende dranken, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van vervoerder;
c. het meevoeren en/of gebruiken van verdovende middelen;
d. het gebruiken van rookwaar;
e. agressie, het plegen van handtastelijkheden, het lastig vallen, bedreigen, dan wel zich op een andere wijze onbehoorlijk gedragen jegens bestuurder en of andere inzittenden;
f. het op enigerlei wijze hinderen van de bestuurder in de uitoefening van zijn taak.
3. Reiziger/opdrachtgever is gehouden de vooraf overeengekomen ritprijs, vastgelegd in de vervoerovereenkomst te betalen.
4. Indien reiziger ervoor kiest zelf het portier te openen, is deze verplicht het portier zodanig te openen, dat geen hinder en/of gevaar voor het verkeer ontstaat.
ARTIKEL 6 - BETALING
1. Uitvoering op grond van de vervoerovereenkomst geschiedt op grond van de Wet Personenvervoer 2000 vastgestelde tarieven, waarbij de ritprijs van tevoren overeen is gekomen.
2. Betalingen door reiziger/ opdrachtgever aan vervoerder dienen contant met een in Nederland algemeen geaccepteerd betaalmiddel te geschieden, tenzij anders is overeengekomen.
3. Indien reiziger/opdrachtgever niet tijdig aan zijn betalingsverplichting(en) voldoet:
a. Is reiziger/opdrachtgever, nadat hij door de vervoerder is gewezen op de te late betaling en de vervoerder de reiziger/opdrachtgever een termijn van 14 dagen heeft gegund om alsnog aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen, na het verstrijken van deze 14-dagen-termijn over het nog verschuldigde bedrag de wettelijke rente verschuldigd en is de vervoerder gerechtigd de door hem gemaakte buitengerechtelijke incassokosten in rekening te brengen. Deze incassokosten bedragen maximaal: 15% over openstaande bedragen tot € 2.500,-, 10% over de daaropvolgende € 2.500,- en 5% over de volgende € 5.000,- met een minimum van € 40,-.
b. Voor zover reiziger/opdrachtgever handelde in de uitoefening van een beroep of bedrijf maakt vervoerder aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke (incasso)kosten, welke kosten in dat geval, in afwijking van artikel 6:96 lid 4 BW en in afwijking van het besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, worden vastgesteld op een bedrag gelijk aan 15% van de totaal openstaande hoofdsom met een minimum van € 75,- voor iedere gedeeltelijk of volledig onbetaald gelaten factuur.
4. Partijen zijn gerechtigd om wederzijdse vorderingen te verrekenen.
ARTIKEL 7 - VERPLICHTINGEN EN BEVOEGDHEDEN - VERVOERDER
1. Vervoerder is verplicht de reiziger, alsmede de door hem meegevoerde handbagage op zorgvuldige en veilige wijze te vervoeren.
2. Vervoerder is verplicht reiziger behulpzaam te zijn bij het in- en uitstappen alsmede het in- en uitladen van handbagage, tenzij zulks om (verkeers-)technische redenen onmogelijk is.
3. Vervoerder is verplicht als de reiziger/opdrachtgever hierom vraagt een betalingsbewijs/factuur te verstrekken.
4. Vervoerder is verplicht zorgvuldig om te gaan met de persoonsgegevens, verkregen in verband met de reservering en uitvoering van taxiritten of anderszins. Vervoerder verwerkt deze gegevens conform de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Meer informatie over hoe wij omgaan met uw persoonsgegevens kunt u lezen in onze privacyverklaring op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx
5. Vervoerder is bevoegd als de bedrijfsomstandigheden hiertoe aanleiding geven een collega-vervoerder in te huren voor het uitvoeren van de vervoerovereenkomst. Vervoerder stelt reiziger/opdrachtgever hiervan in kennis.
6. Als de vervoerder het vervoer geheel of gedeeltelijk staakt, stelt hij reiziger/opdrachtgever zo spoedig mogelijk in kennis van het staken en indien mogelijk van de redenen, de door hem te nemen maatregelen en de mogelijke tijdsduur.
ARTIKEL 8 - HANDBAGAGE
1. Reiziger is verplicht zijn handbagage deugdelijk te verpakken.
2. Vervoeder is verplicht redelijke zorg aan te wenden zodat handbagage van reiziger niet verloren gaat of beschadigd wordt.
3. Vervoerder heeft het recht het vervoer van handbagage, welke door zijn aard lastig, gevaarlijk of verboden is, dan wel aanleiding kan geven tot beschadiging of verontreiniging, te weigeren. Een dergelijke situatie doet zich in ieder geval voor indien de handbagage bestaat uit:
a. vuurwapens, slag- en/of steekwapens, munitie;
b. ontplofbare stoffen;
c. samengeperste gassen in reservoirs;
d. voor zelfontbranding vatbare of licht ontvlambare stoffen;
e. sterk of kwalijk ruikende stoffen;
f. verdovende middelen;
ARTIKEL 9 - VERVOER VAN DIEREN
1. In beginsel worden dieren niet meegenomen in de auto, echter vervoerder kan op verzoek van opdrachtgever hiervan afwijken. Het meenemen van dieren is alleen toegestaan, wanneer dit door vervoerder schriftelijk aan opdrachtgever is bevestigd.
2. Hulphonden, zoals blindengeleidehonden worden altijd meegenomen. Om problemen bij aanvang van de rit te voorkomen, zoals een bestuurder die allergisch is voor honden, dient het meenemen van hulphonden vooraf bij de totstandkoming van de vervoerovereenkomst schriftelijk kenbaar gemaakt te worden.
ARTIKEL 10 - GEVONDEN VOORWERPEN
Met betrekking tot gevonden voorwerpen geldt, met inachtneming van de algemene wettelijke bepalingen (artikel 5 t/m 12 van boek 5 Burgerlijk Wetboek) ten aanzien van de aangifte- en meldingsplicht en het in bewaring geven en nemen, het volgende:
1. Reiziger is verplicht zo spoedig mogelijk bij vervoerder mededeling te doen van een door hem gevonden voorwerp of geldsom. Vervoerder is bevoegd tegen afgifte van bewijs een aldus gevonden voorwerp of geldsom in bewaring aan te nemen. Indien de vinder het gevonden voorwerp of de geldsom onder zich houdt, is hij verplicht al datgene te doen wat redelijkerwijs van hem kan worden gevergd om de eigenaar of verliezer te vinden.
2. Vervoerder is bevoegd een door bestuurder gevonden of door een ander gevonden en aan hem afgegeven voorwerp na drie maanden of, indien het voorwerp niet voor bewaring geschikt is, eerder te verkopen, voor zover het betreft niet kostbare zaken.
3. Vervoerder is verplicht een gevonden voorwerp, de opbrengst van een ingevolge lid 2 verkocht voorwerp of het bedrag van een gevonden geldsom aan de rechthebbende af te geven, indien deze zich binnen één jaar na melding van verlies aanmeldt. Indien de rechthebbende het gevonden voorwerp of de opbrengst van de verkoop daarvan opeist, mag de vervoerder hem het verschuldigde bewaarloon en administratiekosten in rekening brengen.
ARTIKEL 11 - OVERMACHT
1. Een tekortkoming kan vervoerder niet worden toegerekend wanneer deze niet is te wijten aan zijn schuld, of als deze noch krachtens de wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt (overmacht). Als de vervoerder door overmacht niet aan haar verplichtingen jegens reiziger / opdrachtgever kan voldoen, kan de reiziger/ opdrachtgever de overeenkomst ontbinden. De vervoerder zal in dat geval door de reiziger/ opdrachtgever vooruitbetaalde bedragen zo spoedig mogelijk terugbetalen.
2. In geval van overmacht heeft reiziger/ opdrachtgever geen recht op schadevergoeding, behoudens het bepaalde in artikel 6:78 van het Burgerlijk Wetboek.
ARTIKEL 12 - AANSPRAKELIJKHEID VAN VERVOERDER
1. Vervoerder is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger ten gevolge van een ongeval dat in verband met en tijdens het vervoer de reiziger is overkomen. Vervoerder is niet aansprakelijk, indien het ongeval is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldig vervoerder niet heeft kunnen vermijden en waarvan vervoerder de gevolgen niet heeft kunnen verhinderen.
2. De schadevergoeding die vervoerder in genoemde omstandigheden mogelijk verschuldigd is, is wettelijk beperkt tot € 1.000.000 per reiziger met een maximum van € 15.000.000 per gebeurtenis.
3. Vervoerder is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door geheel of gedeeltelijk verlies dan wel beschadiging van de handbagage, voor zover dit verlies of deze beschadiging is ontstaan tijdens het vervoer en is veroorzaakt:
a. door een aan reiziger overkomen ongeval dat voor rekening van vervoerder komt; of
b. door een omstandigheid die een zorgvuldig vervoerder heeft kunnen vermijden of waarvan de vervoerder de gevolgen heeft kunnen verhinderen. De schadevergoeding die vervoerder mogelijk verschuldigd is in geval van verlies of beschadiging van handbagage is wettelijk beperkt tot een bedrag van € 1.500,- per reiziger.
4. In geval van vertraging is vervoerder wettelijk aansprakelijk tot een maximum van € 1.000,-. Vervoerder is niet aansprakelijk, indien de vertraging is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldig vervoerder niet heeft kunnen vermijden en waarvan vervoerder de gevolgen niet heeft kunnen verhinderen o.a. files, weersomstandigheden, omleidingen en wegversperringen ten gevolge van een ongeval.
ARTIKEL 13 - AANSPRAKELIJKHEID VAN REIZIGER
Reiziger is in beginsel verplicht aan vervoerder de schade te vergoeden die hij of zijn handbagage aan vervoerder berokkent, behalve voor zover deze schade is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldig reiziger niet heeft kunnen vermijden en voor zover zulk een reiziger de gevolgen daarvan niet heeft kunnen verhinderen. Reiziger kan geen beroep doen op de hoedanigheid of een gebrek van zijn handbagage. Ook schoonmaakkosten behoren tot de in dit artikel bedoelde vergoeding van schade.
ARTIKEL 14 - KLACHTEN EN GESCHILLEN
1. Klachten over de totstandkoming en uitvoering van de vervoerovereenkomst moeten volledig en duidelijk omschreven worden ingediend bij vervoerder binnen 7 dagen nadat reiziger/ opdrachtgever de gebreken heeft geconstateerd of redelijkerwijs had moeten constateren.
2. Vervoerder spant zich in om, mede ter voorkoming van geschillen, bij klachten van reiziger deze serieus en in redelijkheid naar genoegen van reiziger af te handelen.
3. Ingeval partijen niet tot een afronding komen, dient vervoerder de klagende reiziger te wijzen op de mogelijkheid het aldus ontstane geschil aan de in lid 5 genoemde geschillencommissie te kunnen voorleggen.
4. Reiziger moet ingeval hij vervoerder aansprakelijk stelt voor schade, deze schade binnen 7 dagen schriftelijk aan vervoerder melden. De aard en de omvang van de schade moet daarbij bij benadering worden aangegeven.
5. Geschillen tussen reiziger/ opdrachtgever en vervoerder over de totstandkoming of de uitvoering van overeenkomsten met betrekking tot door deze vervoerder te leveren of geleverde diensten, kunnen zowel door reiziger/ opdrachtgever als door vervoerder worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Taxivervoer, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx.
6. Een geschil wordt door de geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien reiziger/ opdrachtgever zijn klacht eerst aan vervoerder heeft voorgelegd.
7. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil uiterlijk 12 maanden na de datum waarop de reiziger / opdrachtgever de klacht bij de vervoerder indiende, schriftelijk of in een andere door de Commissie te bepalen vorm bij de Geschillencommissie aanhangig worden gemaakt.
8. Wanneer reiziger een geschil voorlegt aan de geschillencommissie, is vervoerder aan deze keuze gebonden. Indien vervoerder dit wil doen, moet hij reiziger / opdrachtgever schriftelijk vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. Vervoerder dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil aan de gewone rechter voor te leggen.
9. De geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de geschillencommissie wordt desgevraagd toegezonden. De beslissingen van de geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd.
10. Uitsluitend de Nederlandse rechter dan wel de hierboven genoemde geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.
ARTIKEL 15 - OVERIGE VOORWAARDEN
1. Alle vervoerovereenkomsten waarop deze voorwaarden van toepassing zijn verklaard, zijn onderworpen aan Nederlands recht.
2. Vervoerder stuurt met elke offerte ook de algemene voorwaarden mee.
3. Deze algemene voorwaarden zijn openbaar en in te zien op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx en desgevraagd ook kosteloos verkrijgbaar bij de vervoerder.