Contract
Behoudens andersluidende overeenkomst beheersen onderhavige ‘Algemene Kredietvoorwaarden’ de contractuele relatie tussen:
enerzijds
de naamloze vennootschap CBC Banque, waarvan de zetel gevestigd is te 0000 Xxxxxxx, Xxxxx Xxxxx 0, TVA BE 0403.211.380, RPR Brussel, met inbegrip van haar rechtsopvolgers en hierna ‘de bank’ genoemd;
en anderzijds
• de begunstigde(n) van een krediet, hierna ‘de kredietnemers’ genoemd;
• en/of alle personen, hierna ‘de waarborgverstrekkers’ genoemd, die rechtstreeks of onrechtstreeks ten aanzien van de bank een zekerheid hebben gesteld of een verbintenis hebben aangegaan van welke aard dan ook.
De bepalingen eigen aan elk individueel krediet worden opgenomen in afzonderlijke onderhandse en/of notariële overeenkomsten (zoals onder meer het ‘kredietcontract’) of andere documenten. Zij vermelden onder andere de identiteit van de kredietnemers en de waarborgverstrekkers, het bedrag van het krediet, de waarborgen, de gebruiksvormen van het krediet en de specifieke modaliteiten waartegen deze beschikbaar worden gesteld.
De verrichtingen waartoe het krediet aanleiding geeft, vallen eveneens onder de toepassing van de Algemene Bankvoorwaarden in de mate dat in onderhavige Algemene Kredietvoorwaarden niet uitdrukkelijk in een afwijkende regeling wordt voorzien. De kredietnemers en de waarborgverstrekkers verklaren kennis te hebben genomen van de inhoud van de Algemene Bankvoorwaarden en de toepassing ervan te aanvaarden.
De kredietnemers verklaren geen fiscale fraude te plegen en zich te onthouden van mechanismen tot belastingsontduiking en witwassen van gelden. De kredietnemers zullen eveneens elke vorm van corruptie tegengaan, inclusief omkoping, afpersing, het aanbieden van smeergelden en pogingen tot beïnvloeding van beslissingen.
DEEL I: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 - Solidariteit
1.1. Voor alle kredieten geldt steeds het beding van de solidariteit, zowel ten aanzien van ieder van de kredietnemers onderling als ten aanzien van ieder van hun rechtsopvolgers (passieve solidariteit). Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, wordt in onderhavige voorwaarden met “kredietnemers” en/of “waarborgverstrekkers” elke kredietnemer, respectievelijk elke waarborgverstrekker afzonderlijk bedoeld.
1.2. De handtekening van één der kredietnemers of van hun rechtsopvolgers verbindt hen alsof ze allen getekend hebben (actieve solidariteit). Voor zoveel als nodig verstrekken zij hierbij daartoe elkaar wederzijds volmacht. Dit geldt onder andere voor het ter beschikking stellen van het krediet, het geven van kwijtingen, alle (rechts)handelingen m.b.t. de wederopneming of de wijziging/herschikking van de gebruiksvormen van de kredietopening, het beëindigen van de kredietopening, het in ontvangst nemen van kennisgevingen en aanmaningen, kortom voor het stellen van alle (rechts)handelingen met betrekking tot of in uitvoering van het krediet.
1.3. In afwijking van de artikelen 1210 en 1285 van het Burgerlijk Wetboek blijven, nadat één of meer van de kredietnemers of van de waarborgverstrekkers van zijn of hun verplichtingen ontslagen is (zijn), alle anderen gehouden voor het volledig bedrag, zonder dat de bank haar rechten tegenover hen moet voorbehouden. Dergelijk ontslag brengt geen schuldvernieuwing met zich mee en de kredietopening blijft gewaarborgd door de reeds gevestigde zekerheden. De bank kan evenwel eisen dat de zekerheden opnieuw worden gevestigd of bevestigd door de kredietnemers of de waarborgverstrekkers.
Artikel 2 - Verklaringen van de kredietnemers en de waarborgverstrekkers
De kredietnemers en waarborgverstrekkers verklaren ten aanzien van de bank dat door ieder van hen op het ogenblik van het aangaan van het krediet voldaan wordt - alsook tijdens de gehele duur van het krediet op elk ogenblik zal voldaan worden - aan ieder van de volgende bevestigingen:
a) de kredietnemers en de waarborgverstrekkers werden met inachtname van alle daartoe vereiste voorschriften opgericht en bestaan op rechtsgeldige wijze;
b) de personen die de kredietnemers en de waarborgverstrekkers vertegenwoordigen hebben de bevoegdheid en bekwaamheid om de respectievelijke krediet- en zekerheidsovereenkomsten te ondertekenen en uit te voeren;
c) door de totstandkoming, de uitvoering en naleving door de kredietnemers en de waarborgverstrekkers van hun respectievelijke krediet- en zekerheidsovereenkomsten wordt op geen enkele wijze enige wetgeving toepasselijk op de kredietnemers en/of de waarborgverstrekkers geschonden, evenmin als hun statuten worden geschonden of enige overeenkomst waardoor de kredietnemers en/of waarborgverstrekkers gebonden zijn;
d) alle verbintenissen van de kredietnemers en de waarborgverstrekkers, voortvloeiend uit hun respectievelijke krediet- en zekerheidsovereenkomsten zijn rechtsgeldig en afdwingbaar, waarbij desgevallend door ieder van hen afstand wordt gedaan van elke vorm van (uitvoerings)immuniteit;
e) alle te vervullen formaliteiten (inclusief het verkrijgen van alle overheids- of administratieve machtigingen, toestemmingen en licenties) die de kredietnemers en de waarborgverstrekkers in staat moeten stellen om hun verplichtingen krachtens hun respectievelijke overeenkomsten rechtsgeldig aan te gaan en/of uit te voeren, werden vervuld en zijn ten volle van kracht voor de volledige duur van hun respectievelijke overeenkomsten;
f) de meest recente balans en jaarrekening van de kredietnemers en de waarborgverstrekkers geven een correct en volledig beeld van hun financiële positie op de datum waarop ze betrekking hebben en er is in die financiële positie inmiddels geen fundamentele wijziging opgetreden;
g) de kredietnemers en waarborgverstrekkers zijn niet betrokken bij enig gerechtelijk geschil, gerechtelijke reorganisatie- of andere insolventieprocedure die de totstandkoming, de uitvoering of de naleving van hun verbintenissen uit hoofde van hun respectievelijke overeenkomsten kan beperken of in het gedrang brengen;
h) noch op het ogenblik van het aangaan van het krediet noch op het ogenblik van of ten gevolge van enige opneming van het krediet door de kredietnemers bestaan of ontstaan er feiten die overeenkomstig artikel 7.3. aanleiding kunnen geven tot vervroegde opeisbaarheid van het krediet;
i) indien door de kredietnemers geen zekerheden werden verstrekt, zullen zij er voor de duur van het krediet op toezien dat hun verbintenissen ten aanzien van de bank minstens gelijke rang (pari passu) zullen bekleden met hun verbintenissen ten aanzien van andere schuldeisers (met uitzondering van de schuldeisers die krachtens de wet over een voorrecht beschikken);
j) de kredietnemers en de waarborgverstrekkers zullen er voor de duur van het krediet op toezien dat geen enkele zekerheid wordt gevestigd op het geheel of op een deel van hun vermogen (met uitzondering van de zekerheden zoals voorzien in het kredietcontract en/of met uitzondering van de zekerheden toegelaten krachtens het kredietcontract).
Artikel 3 - Kredietopening, eenheid van rekening en compensatie
3.1. De bank en de kredietnemers sluiten een overeenkomst van kredietopening. De kredietopening kan, mits schriftelijk akkoord van de bank en de kredietnemers, worden wederopgenomen onder de oorspronkelijke gebruiksvorm of onder andere beschikbare gebruiksvormen.
3.2. Alle rekeningen waarop de verrichtingen van de kredietnemers zijn of worden geboekt in één of meer vestigingen van de bank, vormen ongeacht hun rechtskarakter of de ermee verbonden modaliteiten slechts onderdelen van één ondeelbare rekening-courant, waarvan de credit- en debetsaldi elkaar voortdurend compenseren ongeacht of de rekeningen zijn uitgedrukt in EUR of deviezen. Bijgevolg is de bank gemachtigd op elk ogenblik de vereiste boekhoudkundige verrichtingen uit te voeren om de saldi van deze rekeningen samen te voegen tot één saldo.
3.3. Elke bankverrichting tussen de bank en de kredietnemers geschiedt in het kader van een globale zakenrelatie tussen beiden. De toekenning van het krediet is mede gebaseerd op het feit dat de bank voor de terugbetaling ervan eveneens rekening houdt met alle actuele en toekomstige tegoeden, alle effecten en alle andere financiële instrumenten die de kredietnemers, of sommigen onder hen, al dan niet met derden, bij de bank aanhouden. Alle verrichtingen van de kredietnemers met de bank zijn derhalve onderling met elkaar verbonden.
De bank is steeds - zelfs bij of na samenloop op (een deel van) het vermogen van de kredietnemers of n.a.v. de aanvraag of het openen van welke insolventieprocedure dan ook - gerechtigd om al wat zij van de kredietnemers te vorderen heeft of zal hebben in het kader van hun zakenrelatie te compenseren met genoemde tegoeden, effecten en andere financiële instrumenten of met vorderingen van welke aard dan ook van de kredietnemers op de bank en dit ongeacht de valuta van deze vorderingen.
3.4. Wanneer de toepassing van de bepalingen in artikel 3.2. en/of 3.3. een omzetting van deviezen vereist, gebeurt dat op basis van de wisselkoers die geldt op het moment van omzetting.
Artikel 4 - Beschikbaarstelling en gebruiks-vormen van het krediet
4.1. Tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen, kan over de kredietopening slechts beschikt worden of treden de wijzigingen aan de modaliteiten van bestaande kredietvormen slechts in voege indien voldaan wordt aan elk van de volgende opschortende voorwaarden:
a. voorlegging door de kredietnemers en de waarborgverstrekkers van een voor eensluidend verklaard afschrift van hun statuten indien er geen officiële publicatie van de statuten beschikbaar is;
b. voorlegging door de kredietnemers en de waarborgverstrekkers van een voor eensluidend verklaard afschrift van alle documenten met betrekking tot beslissingen en handelingen van de daartoe bevoegde personen of organen van de vennootschap, evenals van alle externe toestemmingen of vergunningen, nodig voor de geldige ondertekening en uitvoering van de kredietovereenkomst en van de zekerheidsovereenkomsten;
c. voorlegging van een gelegaliseerd specimen van de handtekeningen van de personen die in naam van de kredietnemers de kredietovereenkomst ondertekenen of in naam van de waarborgverstrekkers de zekerheidsovereenkomst ondertekenen indien de krediet- respectievelijk zekerheidsovereenkomst niet worden ondertekend in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de bank;
d. voorlegging door de kredietnemers en de waarborgverstrekkers van het bewijs dat de bedongen zekerheden, volgens de overeengekomen rang, rechtsgeldig en tegenstelbaar aan derden gevestigd zijn, alsook dat alle andere door de bank opgelegde voorwaarden vervuld zijn.
Hoe dan ook kunnen de kredietnemers slechts gebruik maken van de kredietopening mits zij aan de bank de wettelijk vereiste identificatiedocumenten en, desgevallend, alle bijkomend opgevraagde informatie hebben bezorgd.
4.2. De kredietopening kan beschikbaar gesteld worden in de meest verscheidene gebruiksvormen, ook ‘kredietlijnen’ genoemd, zoals onder meer: exploitatiekredieten (bv. kaskredieten, vaste voorschotten op korte termijn, discontokredieten, documentaire kredieten), langlopende
commerciële kredieten (bv. investerings- en wentelkredieten), leasings, verbinteniskredieten (zoals garantie- en borgstellingskredieten). Het krediet kan eveneens gebruikt worden als waarborg voor verbintenissen van derden. Deze opsomming is geenszins beperkend. De verscheidenheid van de vormen waaronder het krediet wordt opgenomen en de bijzondere voorwaarden eigen aan iedere kredietvorm, doen geen afbreuk aan de eenheid van de kredietopening.
4.3. Indien de kredietnemers recht hebben op een gebruiksvorm in deviezen, dan behoudt de bank zich het recht voor de opneming te beperken en/of de verbintenissen van de kredietnemers in deviezen om te zetten in EUR, indien, als gevolg van de evolutie van de wisselkoers, de tegenwaarde van het opgenomen krediet (berekend tegen de op dat ogenblik door de bank gehanteerde verkoopkoersen voor desbetreffende deviezen) het overeengekomen kredietbedrag in EUR overschrijdt of dreigt te overschrijden. Wanneer de tegenwaarde van het opgenomen krediet het overeengekomen kredietbedrag in EUR overschrijdt, kan de bank eveneens deze overschrijding onmiddellijk eisbaar stellen of bijkomende waarborgen vragen die op eerste verzoek van de bank moeten worden verstrekt.
De bank heeft bovendien het recht opnemingen in deviezen te weigeren of de vervroegde terugbetaling van het opgenomen krediet te eisen wanneer:
• de desbetreffende deviezen op de markt - om welke reden dan ook - niet beschikbaar zouden zijn voor de termijnen en bedragen van het krediet;
• en/of voor de bank de deviezen beperkt of verboden zijn ingevolge maatregelen van monetaire of andere overheden;
• en/of de door de bank te financieren transactie een speculatief karakter heeft;
• en/of er, onder meer rekening houdend met de (professionele) activiteiten van de kredietnemer, redelijkerwijze onzekerheid kan bestaan over het feit dat de kredietnemer voldoende inkomsten in deviezen zal hebben om op de vervaldag het krediet in deviezen te honoreren.
Indien de kredietnemers op de vervaldag geen deviezen ter beschikking stellen, heeft de bank het recht om op elk ogenblik en zonder voorbericht het verschuldigde bedrag om te zetten in EUR. Dit zal gebeuren tegen de op dat ogenblik door de bank gehanteerde verkoopkoersen voor desbetreffende deviezen. Na deze omzetting zullen de kredietnemers hun schuld enkel nog in EUR kunnen kwijten. Op het in EUR vastgestelde bedrag is rente verschuldigd berekend overeenkomstig artikel 6.4. De berekening door de bank van een procentueel uitgedrukte kost en/of commissie, verschuldigd voor een kredietbedrag uitgedrukt in een devies, kan geschieden op basis van het kredietbedrag omgezet in EUR tegen de op dat ogenblik gehanteerde koersen.
4.4. Voor alle opnemingen vraagt de bank een schriftelijk voorbericht van 2 bankwerkdagen.
Artikel 5 - Aanrekening van schulden op het krediet
5.1. De bank kan op elk ogenblik op de kredietopening aanrekenen, alle verbintenissen tegenover de bank die door één of meerdere kredietnemers in de loop van - of voorafgaand aan het toestaan van - de kredietopening zijn aangegaan, ook al zijn ze niet eisbaar.
5.2. Kunnen onder meer aangerekend worden op de kredietopening:
• het saldo van om het even welk vroeger verleend krediet;
• alle kosten waarvan sprake in artikel 14 van onderhavige Algemene Kredietvoorwaarden;
• borgstellingen of garanties die de kredietnemers ten voordele van de bank verlenen om verbintenissen van derden te waarborgen;
• wisselbrieven die door derden op de kredietnemers zijn getrokken, alsook wisselbrieven waarvan de betaling, om welke reden ook, ten laste van de kredietnemers kan worden gelegd;
• alle kosten en schulden uit hoofde van afgeleide producten, zoals termijncontracten, opties, futures en swaps;
• overschrijdingen op bepaalde gebruiksvormen.
Artikel 6 - Rente, kosten en betaling van eisbare bedragen
6.1. De rentevoet, de kosten, de commissies en provisies (hierna ‘de tarieven’) die verschuldigd zijn krachtens of naar aanleiding van het krediet worden vermeld in het kredietcontract of worden mondeling overeengekomen en per brief of (bijlage bij het) rekeningafschrift bevestigd. In de mate dat hiervan niet uitdrukkelijk wordt afgeweken in het kredietcontract, zijn bovendien de tarieven van toepassing:
• die worden vermeld in onderhavige algemene kredietvoorwaarden;
• die zijn opgenomen in de prijslijst of op de toelichtingsfiches (productfiches)voor zover ter beschikking in het CBC-bankkantoor;
• of die op een andere gepaste wijze aan de kredietnemers worden meegedeeld.
6.2. Tenzij uitdrukkelijk anders wordt overeengekomen, heeft de bank het recht om - mede rekening houdende met de marktgegevens of de stijging van de kosten voor de bank - de tarieven te wijzigen. Deze wijziging wordt bekend gemaakt via een schriftelijke kennisgeving aan de kredietnemers of op een andere wijze waardoor de kredietnemers hiervan kunnen kennis nemen, zoals onder meer via de prijslijst voor zover ter beschikking in het CBC-bankkantoor en/of door middel van een (bijlage bij het) rekeningafschrift of op een andere gepaste wijze. De kredietnemers worden geacht met de wijziging in te stemmen van zodra zij verder gebruik hebben gemaakt van het krediet. Hoe dan ook worden de kredietnemers geacht met de wijziging in te stemmen indien de bank niet binnen een periode van 14 dagen na het bekend maken van de wijziging een aangetekende brief heeft ontvangen waarbij de kredietnemers in overeenstemming met de bepalingen van artikel
7.2 van onderhavige Algemene Kredietvoorwaarden de kredietopening beëindigen met inachtname van een voorbericht van 30 dagen.
6.3. Tenzij anders overeengekomen, zijn de rente, kosten, commissies en provisies driemaandelijks verschuldigd. en worden deze berekend aan de hand van het werkelijk aantal verlopen dagen op basis van een jaar van 360 dagen. Wanneer de rentevoet wordt vastgesteld op basis van een overeengekomen referentierentevoet zoals de EONIA of de EURIBOR en deze referentierentevoet negatief is, dan wordt voor de berekening van de rentevoet aan deze referentierentevoet de waarde nul toegekend. Vervolgens wordt op deze waarde de overeengekomen marge toegepast. De rentevoet kan echter nooit negatief zijn
6.4. Alle betalingen door de kredietnemers en/of de waarborgverstrekkers zullen aangerekend worden door de bank op de schulden, de gebruiksvormen of bestanddelen (kosten, rente, kapitaal) van de schuld die zij bij voorrang wenst vereffend te zien. De kredietnemers en de waarborgverstrekkers zien af van de toepassing van de artikelen 1253 en 1256 van het Burgerlijk Wetboek.
6.5. De kredietnemers en/of de waarborgverstrekkers machtigen de bank om alle eisbare sommen te debiteren van hun rekeningen. De kredietnemers verzaken aan het recht op terugbetaling overeenkomstig de Wet op de Betalingsdiensten.
Elk debetsaldo, ontstaan buiten een desgevallend toegestaan kaskrediet of waarover geen bijzondere overeenkomst werd aangegaan, moet onmiddellijk en zonder ingebrekestelling aangezuiverd worden. Op een dergelijk debetsaldo zal van rechtswege rente verschuldigd zijn, berekend tegen de rentevoet die de bank toepast voor niet-toegestane overschrijdingen en die wordt vastgesteld mede rekening houdende met de marktgegevens. Deze rentevoet wordt bekend gemaakt via een schriftelijke kennisgeving aan de kredietnemers of op een andere wijze waardoor de kredietnemers hiervan kunnen kennis nemen, zoals onder meer via de prijslijst die in elk CBC-bankkantoor ter beschikking is. De rentevoet die geldt voor niet-toegestane overschrijdingen is eveneens van toepassing op eisbare sommen die niet gedebiteerd worden van de rekening van de kredietnemers, maar geboekt worden op een afzonderlijke rekening.
Artikel 7 - Duur, einde en schorsing
7.1. Duur
De kredietopening is van onbepaalde duur. Het feit dat bepaalde gebruiksvormen beperkt worden in de tijd doet geen afbreuk aan dit principe.
7.2. Beëindiging met voorbericht
Beide partijen hebben steeds het recht, zonder daarvoor een reden te moeten meedelen, zowel het benutte als het niet benutte deel van de kredietopening geheel of gedeeltelijk te beëindigen met een per aangetekende brief meegedeeld voorbericht van 30 dagen, te rekenen vanaf de verzendingsdatum. De gevolgen van de beëindiging worden toegelicht in artikel 8.2. en treden in na het verstrijken van deze termijn. Binnen de opzeggingstermijn zullen geen verrichtingen aanvaard worden die zich slechts na het verstrijken van deze termijn zouden afwikkelen. Voor de kredietnemers doet het recht om overeenkomstig de vorige paragraaf de kredietopening te beëindigen evenwel op generlei wijze afbreuk aan de bijzondere bepalingen van toepassing op specifieke gebruiksvormen.
7.3. Onmiddellijke beëindiging/schorsing
Onverminderd de gevallen van vervroegde opeisbaarheid waarin de wet voorziet, is de bank eveneens gerechtigd om zonder voorafgaand beroep op de rechter en zonder voorafgaande ingebrekestelling de kredietopening en haar gebruiksvormen zowel voor het benutte als voor het niet benutte deel geheel of gedeeltelijk te beëindigen of te schorsen en dit met onmiddellijke uitwerking op de dag van de verzending van de brief waarin de beëindiging of de schorsing wordt meegedeeld:
1. als de kredietnemers of de waarborgverstrekkers onjuiste of onvolledige verklaringen of inlichtingen hebben verstrekt, verzuimd hebben wissels te honoreren of de uitgifte van ongedekte cheques of een ander strafbaar feit werd vastgesteld;
2. als de kredietnemers hun schuldeisers hebben bijeengeroepen teneinde een minnelijk akkoord te verkrijgen;
3. als enig ander krediet of enig ander product bij de bank of bij een andere kredietinstelling of leasingmaatschappij van de kredietnemers of van een rechtspersoon die deel uitmaakt van de groep waartoe de kredietnemers behoren ofwel vóór de initieel vooropgestelde termijn beëindigd of opeisbaar wordt ofwel geschorst wordt;
4. als de kredietnemers hun activiteit staken of wijzigen;
5. als bij fusie of (partiële) splitsing van de kredietnemers of waarborgverstrekkers, of bij inbreng van een algemeenheid of een bedrijfstak door de kredietnemers of waarborgverstrekkers, de solvabiliteit of kredietwaardigheid wordt aangetast; als het maatschappelijk doel van de vennootschap wordt gewijzigd; als tot een kapitaalvermindering wordt besloten;
6. bij wijziging van de personen belast met het bestuur van de vennootschap of bij substantiële wijziging in de aandeelhoudersstructuur van de kredietnemers die een invloed kan hebben op de samenstelling van de bestuursorganen of op de algehele risicobeoordeling door de bank; als er onenigheid onder de kredietnemers, de vennoten, de bestuurders, zaakvoerders of andere bij de onderneming betrokken personen bestaat die de continuïteit en/of een goed bestuur van de handelszaak, de vennootschap of vereniging in het gedrang brengt; bij verplaatsing van de maatschappelijke zetel en/of een exploitatiezetel van de vennootschap naar het buitenland; bij ontbinding van de rechtspersoon;
7. als de kredietnemers of de waarborgverstrekkers worden uitgewonnen of gestoord in de eigendom van hun goederen; als ten laste van de kredietnemers een bevel tot betaling bestaat; als op de goederen van de kredietnemers of de waarborgverstrekkers beslag - van welke aard ook - wordt gelegd of daartoe een ernstig risico bestaat;
8. bij wijziging van de verleende waarborgen, om welke reden ook, onder meer als de goederen die het voorwerp uitmaken van een hypothecaire volmacht of een vervreemdingsverbod, zonder voorafgaande toestemming van de bank worden vervreemd of gehypothekeerd of opgenomen in een hypothecaire volmacht ten gunste van derden; als een waarborg wordt opgezegd; bij niet-betaling van de premies in verband met verzekeringscontracten; als zich in het vermogen van de kredietnemers of van de waarborgverstrekkers belangrijke wijzigingen voordoen; bij het wegvallen van subsidies of van steunverlening door derden (zoals door overheden of rechtspersonen die deel uitmaken van de groep waartoe de kredietnemers behoren) onder welke vorm dan ook;
9. bij gehele of gedeeltelijke vervreemding, ruiling, verdeling, onteigening, vernieling, verandering van aard of van bestemming of bij waardevermindering van de in waarborg gegeven of van de gefinancierde roerende of onroerende goederen;
10. als de gehypothekeerde goederen of een gedeelte daarvan onder de normale marktprijs of voor meer dan negen jaren in huur of pacht worden gegeven; als vooruitbetaling wordt gevraagd van meer dan één jaar huur of als de goederen niet in goede staat worden gehouden;
11. bij niet-betaling van bevoorrechte schuldeisers zoals verhuurders, werknemers, fiscus, Rijksdienst voor Sociale Zekerheid of onderaannemers; bij niet-naleving van wettelijke of reglementaire verplichtingen;
12. als er zich een feit voordoet dat de vertrouwensrelatie ernstig aan het wankelen brengt, onder meer wanneer de continuïteit van de kredietnemers of waarborgverstrekkers om welke reden dan ook in het gedrang komt;
13. als de eigen middelen (zijnde de som van het volgestort kapitaal, de uitgifte-premies, de reserves, het overgedragen resultaat en de kapitaalsubsidies, verminderd met de immateriële vaste activa, de oprichtingskosten en de eigen aandelen) substantieel verminderen of negatief zijn geworden; als het nettoactief is gedaald beneden het minimumkapitaal zoals bepaald voor desbetreffende vennootschapsvorm in het Wetboek van vennootschappen; als het nettobedrijfskapitaal sterk is gedaald of negatief is geworden; indien blijkt dat de courante cash flow van de kredietnemers onvoldoende is om de terugbetaling van investeringskredieten of andere kredieten op lange termijn te dekken; bij substantiële afwijking van de aan de bank overgemaakte financiële prognose;
14. als in een verslag van bodemonderzoek of in een bodemattest verontreiniging van de gronden van de kredietnemers of de waarborgverstrekkers wordt vastgesteld, of als de kredietnemers niet (meer) over de vereiste vergunningen en attesten beschikken voor de uitoefening van hun bedrijvigheid;
15. als de kredietnemers of waarborgverstrekkers een vordering instellen tot het bekomen van uitstel van betaling;
16. in geval van wanbetaling en in het algemeen, als de kredietnemers en/of de waarborgverstrekkers verzuimen de bepalingen van deze algemene kredietvoorwaarden en de verbintenissen vastgelegd in andere akten of briefwisseling, stipt na te leven;
17. als de kredietnemers en/of de waarborgverstrekkers een verklaring door een notaris hebben laten verlijden (of daartoe hun instemming hebben verleend) waardoor hun hoofdverblijfplaats geheel of gedeeltelijk onvatbaar wordt voor beslag.
7.4. Geen verzaking
Als één of meer van de in artikel 7.3. vermelde gevallen zich voordoen, en de bank niet onmiddellijk overgaat tot beëindiging of schorsing, kan dat door de kredietnemers of waarborgverstrekkers nooit worden ingeroepen als een verzaking van de bank aan haar recht om het krediet in de toekomst op te zeggen of te schorsen.
7.5. Gerechtelijke reorganisatie en faillissement
Zodra een kredietnemer een verzoekschrift heeft ingediend met het oog op het verkrijgen van een gerechtelijke reorganisatie, kan
de bank onmiddellijk en zonder voorafgaande ingebrekestelling het krediet schorsen dan wel beëindigen om schuldvergelijking mogelijk te maken. De rente, de kosten en andere lasten die betrekking hebben op de periode tot aan de opschorting (‘schuldvorderingen in de opschorting’) worden eisbaar op het ogenblik dat de rechtbank de opschorting toestaat.
Zowel in geval van aangifte als in geval van vordering tot faillietverklaring wordt het krediet van rechtswege beëindigd ten opzichte van de betrokken handelaar‑kredietnemer. De bank kan in dat geval het krediet eveneens onmiddellijk opzeggen of schorsen ten aanzien van de andere kredietnemers.
7.6. Herroeping van de beëindiging en opheffing van de schorsing
De bank kan onder de door haar te bepalen voorwaarden een beëindiging of schorsing ongedaan maken zodat het oorspronkelijke krediet met uitsluiting van schuldvernieuwing en met behoud van de bestaande zekerheden wordt voortgezet.
7.7. Fusie, (partiële) splitsing en inbreng van algemeenheid/bedrijfstak
Tenzij het krediet overeenkomstig artikel 7.3.5. zonder voorbericht wordt beëindigd of geschorst binnen een termijn van drie maanden vanaf de kennisgeving door de kredietnemers van de fusie, (partiële) splitsing of inbreng van een algemeenheid of een bedrijfstak, zal het krediet in deze gevallen van rechtswege worden voortgezet met de verkrijgende vennootschap. In geval van (partiële) splitsing of inbreng van een algemeenheid wordt het krediet van rechtswege voortgezet met de verkrijgende vennootschap(pen) waaraan, volgens het voorstel van (partiële) splitsing resp. inbreng, het krediet werd toegewezen of, bij gebreke daaraan, met de verkrijgende vennootschap(pen) waaraan de (krediet)schulden werden toegewezen. In geval van inbreng van een bedrijfstak beslist de bank, na onderhandelingen, of en met wie het krediet wordt voortgezet.
In voormelde gevallen kan de bank de voortzetting van het krediet afhankelijk maken van het stellen van bijkomende zekerheden of het regulariseren van bestaande zekerheden.
Artikel 8 - Gevolgen van de schorsing en de beëindiging van de kredietopening
8.1. Gevolgen van de schorsing
Tijdens de schorsing van de kredietopening of van één of meerdere gebruiksvormen kunnen de kredietnemers geen opnemingen verrichten onder de kredietopening of op de door de schorsing getroffen gebruiksvormen.
8.2. Gevolgen van de beëindiging
Bij gedeeltelijke beëindiging van de kredietopening worden de door de beëindiging getroffen gebruiksvormen geheel of gedeeltelijk eisbaar.
Bij gehele beëindiging van de kredietopening worden de rekening- courant en alle rekeningen die er deel van uitmaken, beëindigd. Alle gebruiksvormen van de kredietopening worden eisbaar met inbegrip van alle vorderingen van welke aard ook (zij het rechtstreeks of onrechtstreeks, hoofdelijk of deelbaar, verschuldigd door één of meerdere kredietnemers al dan niet samen met anderen, in gelijk welke munteenheid, en als hoofdsom, garantie, borg of op enige andere wijze) in verband met de kredietopening. Alzo worden onder meer eisbaar:
(a) de vorderingen van de bank jegens de kredietnemers (I) uit hoofde van borgstellingen, garanties of welke verbinteniskredieten dan ook die door de bank op verzoek van de kredietnemers ten voordele van derden werden afgeleverd of (II) uit hoofde van documentaire kredieten, ook al werd de bank voor deze verbinteniskredieten of documentaire kredieten nog niet aangesproken door derden;
(b) de vorderingen van de bank jegens de kredietnemers uit hoofde van het gemobiliseerd handelspapier dat ten gunste van de kredietnemers werd gecrediteerd, zonder dat hiertoe de vervaldag moet worden afgewacht.
8.3. Betaling van het eisbaar saldo
Het op de dag van de beëindiging vastgesteld eisbaar saldo zal onmiddellijk, van rechtswege en zonder ingebrekestelling verschuldigd zijn. Het voorleggen door de bank van een rekeningafschrift of van een ander geschrift volstaat zowel ten opzichte van de kredietnemers als van derden om het bedrag van de schuldvordering te bepalen en het bewijs ervan te leveren.
De bedragen die worden aangewend ter betaling van de vorderingen waarvan sprake sub (a) en (b) in artikel 8.2. zullen door de bank terug aan de kredietnemers worden ter beschikking gesteld van xxxxx (en in de mate dat) onherroepelijk vaststaat dat de bank respectievelijk (a) niet meer kan worden aangesproken voor haar verbintenissen t.a.v. derden of (b) betaald werd door een andere debiteur van het handelspapier.
Tot de gehele terugbetaling zal op het niet-betaalde saldo van rechtswege een rente verschuldigd zijn, berekend tegen de basisrentevoet die de bank aanrekent voor kaskredieten, verhoogd met een marge van 5%. Onverminderd de aanrekening van andere contractueel bedongen vergoedingen en kosten, zal het eisbaar saldo van rechtswege verhoogd worden met een forfaitaire vergoeding van 12%, berekend op het eisbaar saldo in hoofdsom, voor de bijkomende administratie-, opvolgings- en beheerskosten die het beëindigde krediet en de invordering daarvan met zich meebrengt.
Artikel 9 - Informatie en advies
9.1. Informatieplicht van de kredietnemers
De kredietnemers verbinden zich ertoe jaarlijks, alsook op eerste verzoek van de bank, een gedetailleerde en volledige jaarrekening ter beschikking te stellen, evenals het business plan en de budgetten. De bank heeft eveneens het recht om zonder voorbericht en op elk ogenblik controle uit te oefenen en alle inlichtingen en documenten te vragen ter beoordeling van het bedrijfseconomisch resultaat en de waarborg- en vermogenstoestand van de kredietnemers, alsook om, ten einde de regelgeving te respecteren, periodiek over te gaan tot een (her)schatting van de in waarborg gegeven goederen (of daartoe een derde aan te stellen), dit alles op kosten van de kredietnemers.
De kredietnemers zullen de bank informeren van de inhoud van een buitengerechtelijk minnelijk akkoord en het neerleggen van een verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie.
Op eigen initiatief bezorgen de kredietnemers de bank ook een kopie van alle voor de uitoefening van hun bedrijvigheid vereiste vergunningen en attesten zoals onder meer milieu- en stedebouwkundige vergunningen alsook een kopie van de documenten waaruit de precieze productiequota blijken, evenals weigeringen, schorsingen of intrekkingen daarvan. De kredietnemers zijn zelf verantwoordelijk voor het inwinnen van de nodige inlichtingen met het oog op het bekomen van alle voormelde vergunningen, attesten en productiequota. De bank heeft dienaangaande geen informatieplicht naar de kredietnemers toe. Indien de bank toch informatie/advies zou verlenen of tussenbeide zou komen, is dit volledig vrijblijvend en kan zij daarvoor niet aansprakelijk worden gesteld. De bank wordt evenwel gemachtigd om alle inlichtingen in te winnen bij de bevoegde instanties met betrekking tot de vergunningen, attesten en productiequota van de kredietnemers.
9.2. Informatieverstrekking door de bank aan de waarborgverstrekkers en aan andere kredietinstellingen
De bank is gerechtigd, doch geenszins verplicht, de waarborgverstrekkers kennis te geven van de verplichtingen die de kredietnemers tegenover haar hebben alsook van eventuele betalingsregelingen of wijzigingen in de waarborgen of de voorwaarden van het krediet.
De bank is gerechtigd om in het kader van overeenkomsten met andere kredietinstellingen waarbij afspraken over de waarborgen worden gemaakt (zoals bv. ‘pari passu’-overeenkomsten of overeenkomsten van rangafstand) alle gegevens aan de andere kredietinstellingen over te maken die van belang kunnen zijn voor de juiste beoordeling van de respectievelijke kredietrisico’s. Zo is
de bank onder meer gerechtigd om op ieder ogenblik aan elk van de andere kredietinstellingen alle inlichtingen te bezorgen met betrekking tot het krediet, haar voornemen om het krediet geheel of gedeeltelijk te beëindigen of te schorsen, eventuele kredietverhogingen en/of nieuwe gewijzigde kredieten of gebruiksvormen, alsmede met betrekking tot de toestand van de waarborgen.
9.3. Geen aansprakelijkheid van de bank bij adviesverlening
De kredietnemers erkennen op eigen initiatief en op eigen verantwoordelijkheid de beslissing te hebben genomen tot het uitvoeren van de handelingen waarvoor het krediet werd aangevraagd. Zij erkennen tevens op de hoogte te zijn van de (para)fiscale en juridische gevolgen, alsook van eventuele (para)fiscale en juridische risico’s van deze handelingen. Zij ontslaan de bank bijgevolg van alle aansprakelijkheid terzake en erkennen aldus dat zij zelf instaan voor alle gevolgen van de door hen gekozen en gestelde handelingen en van het gebruik van de ter beschikking gestelde kredieten.
Indien de bank in dit kader enig juridisch, fiscaal of ander advies en/of informatie verstrekt, dan gebeurt dit vrijblijvend, en garandeert zij in geen enkel opzicht de juistheid of volledigheid ervan, noch de geschiktheid om hiermee een bepaald doel te bereiken.
Voor kredieten die onder het toepassingsgebied van de wet van
21 december 2013 inzake de financiering van kleine en middelgrote ondernemingen vallen (‘Wet KMO-financiering’), doen voormelde bepalingen evenwel geen afbreuk aan de taak van de bank om overeenkomstig artikel 6 Wet KMO-financiering het krediet te zoeken dat qua soort het best is aangepast.
Elke overdracht, verspreiding of reproductie van eventuele adviezen is verboden, ongeacht de vorm of de middelen.
9.4. (Para) fiscale verplichtingen van de kredietnemers van toepassing in de bouwsector, de vleessector en de sector van bewakings-en toezichtdiensten.
De kredietnemers verklaren op de hoogte te zijn van de verplichtingen die op hun kunnen rusten ingevolge de artikelen 400-408 WIB 92 en artikel 30 bis van de wet van 27.6.1969, van toepassing in de bouwsector, de vleessector en de sector van de bewakings- en toezichtdiensten. De bank kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het uitvoeren van betalingsopdrachten waarbij geen rekening werd gehouden met de inhoudingsplicht.
Artikel 10 - Kredietoverdracht en kredietgemeenmaking
De bank mag de kredietopening in haar geheel, evenals sommige gebruiksvormen ervan, met alle accessoria aan derden overdragen.
De kredietnemers daarentegen kunnen enkel met instemming van de bank de overeenkomst van kredietopening, met inbegrip van hun recht op krediet, aan derden overdragen of met derden gemeen maken. Deze kredietoverdracht en kredietgemeenmaking kan slechts geschieden onder voorbehoud van de bestaande hypotheken en voorrechten en met toestemming van de waarborgverstrekkers in het onverminderde behoud van hun waarborgen.
Artikel 11 - Verzekeringen
De kredietnemers en de waarborgverstrekkers voor de door hen als waarborg verstrekte goederen, verbinden zich ertoe hun roerende en onroerende goederen voor hun volle waarde te verzekeren tegen minstens de risico’s brand en aanverwante gevaren bij KBC Verzekeringen of bij een andere verzekeringsmaatschappij die door de bank wordt aanvaard. De bank kan steeds eisen dat een goed verzekerd wordt tegen bijzondere risico’s of voor hogere kapitalen. Zij kan alle polissen opvragen en eisen dat de polisvoorwaarden of de dekking worden aangepast.
De bank mag steeds de verzekeringspremie betalen in de plaats van de verzekeringnemer, of zelf een verzekering voor bepaalde risico’s sluiten. In die gevallen worden de door de bank betaalde verzekeringspremies en kosten verhaald op de kredietnemers.
De bank kan bij de verzekeraars alle initiatieven nemen om haar rechten als kredietverlener in het algemeen te vrijwaren, onder meer door van de verzekeraars te bedingen:
• dat alle schadevergoedingen worden uitgekeerd aan of door bemiddeling van de bank;
• dat de dekking niet kan worden geschorst, verminderd, vernietigd, opgezegd of op een andere wijze beëindigd dan mits voorafgaande kennisgeving hiervan aan de bank.
Artikel 12 - Algemeen onderpand en verpanding van schuldvorderingen
12.1. Alle documenten, effecten, goederen, waarden en handelspapieren die zich voor rekening van de kredietnemers in handen van de bank bevinden, maken van rechtswege haar bevoorrecht en ondeelbaar pand uit. De bank heeft het recht deze waarden in portefeuille te houden of op de wettelijke manier te gelde te maken tot aanzuivering van hun gewaarborgde verbintenissen.
12.2. De kredietnemers verpanden hierbij eveneens al hun huidige en toekomstige vorderingen op de bank wegens rekeningtegoeden of wegens bankverrichtingen en bankdiensten, evenals al hun huidige en toekomstige vorderingen op derden. Bedoeld worden onder meer vorderingen uit hoofde van verkoop-
, verhuur-, diensten-, bewaargevings- en verzekeringscontracten, vorderingen voortvloeiend uit de beroeps- of handelsactiviteit van de kredietnemer, vorderingen op financiële instellingen uit hoofde van rekeningtegoeden, vorderingen in contractuele en extracontractuele aansprakelijkheid, vorderingen op de Staat en andere publiekrechtelijke rechtspersonen.
De bank kan krachtens haar pand op voormelde vorderingen op elk ogenblik, in het bijzonder wanneer het krediet door de bank werd beëindigd of wanneer er redenen zijn waardoor een beëindiging van het krediet dreigt, een einde maken aan de inningsbevoegdheid van de kredietnemers. Aldus kan de bank onder meer rekeningen van de kredietnemers bij de bank blokkeren voor debetverrichtingen.
Tijdens de duur van het krediet kunnen de kredietnemers hun vorderingen op de bank wegens tegoeden op rekeningen of wegens bankverrichtingen en bankdiensten niet meer overdragen of in pand geven ten gunste van derden.
De bank is ertoe gerechtigd de schuldenaars van de verpande vorderingen van die verpanding in kennis te stellen (desgevallend per deurwaardersexploot) en alles te doen om dit pand tegenwerpelijk te maken, dit op kosten van de kredietnemers. De bank mag eveneens een kopie of een exemplaar van de krediet- of andere akten waaruit de schulden van de kredietnemers tegenover haar blijken, aan de debiteuren van de verpande schuldvorderingen bezorgen.
De kredietnemers verbinden er zich toe op het eerste verzoek van de bank alle nodige gegevens betreffende de identiteit van hun debiteuren te verschaffen. De bank zal de bedragen, verschuldigd uit hoofde van de verpande schuldvorderingen, rechtstreeks mogen ontvangen van de debiteur tegen eenvoudige kwitantie en zonder enige andere formaliteit, noch ingebrekestelling van de kredietnemers.
12.3. Zowel het pand op de documenten, effecten, goederen, waarden en handelspapieren als het pand op de vorderingen strekken tot zekerheid van alle huidige en toekomstige verbintenissen van de kredietnemers of van één van hen tegenover de bank in hoofdsom, rente en kosten. Behoudens voor het pand op rekeningtegoeden en op financiële instrumenten zijn de verbintenissen maximaal gewaarborgd ten belope van het bedrag vermeld in art. 1 van het kredietcontract waarop deze Algemene Kredietvoorwaarden van toepassing zijn.
12.4. Vergt de pandverzilvering een omrekening naar EUR, dan zal dit mogen gebeuren tegen de op dat ogenblik door de bank gehanteerde wisselkoersen.
Artikel 13 - Gegevensverwerking en -uitwisseling
13.1. Algemene regels betreffende het beheer van gegevens
De algemene regels inzake bankdiscretie en verwerking en uitwisseling van (persoons)gegevens worden beschreven in de artikelen I.13 en I.14 van de Algemene Bankvoorwaarden en in de privacyverklaring van CBC Banque, beschikbaar in uw bankkantoor en op de CBC-website (xxx.xxx.xx/xxx privée).
Aanvullend bij deze regels gelden de hierna opgenomen bepalingen m.b.t. de mogelijkheid om gegevens van de kredietnemers en de waarborgverstrekkers, in verband met of voortvloeiend uit hun kredieten, uit te wisselen binnen de KBC-groep en mee te delen aan derden.
Indien de kredietnemer en/of de waarborgverstrekker een rechtspersoon is, en in dit kader gegevens m.b.t. verbonden natuurlijke of rechtspersonen worden verwerkt of uitgewisseld, dan bevestigt de kredietnemer en/of de waarborg-verstrekker:
• de juistheid van de omtrent deze personen verstrekte gegevens;
• hun akkoord met de hierna beschreven verwerkingen van hun gegevens.
13.2. Mededeling van gegevens binnen de KBC-groep
De kredietnemers en de waarborgverstrekkers verklaren zich akkoord met het feit dat de bank hun gegevens, in verband met of voortvloeiend uit hun kredieten, waarborgverstrekking en/of andere bank- en verzekeringsdiensten (zoals bv. hun kredietexposure, de interne rating van de kredietnemer e.d.m.), ter beschikking stelt van de verschillende departementen van de bank en van alle entiteiten van de KBC-groep, in binnen- en buitenland.
Het is wel te verstaan dat de betreffende gegevens er op een beveiligde wijze worden opgeslagen en enkel kunnen worden verwerkt en geraadpleegd door functioneel bevoegde personen die gehouden zijn door de beroepsdiscretie en handelen conform de vigerende wetgeving.
Wanneer persoonsgegevens buiten de Europese Unie worden verwerkt of uitgewisseld, zal KBC-groep handelen conform de daarvoor bijzonder geldende reguleringen om de gegevens adequaat te beveiligen.
13.3. Verwerking van de door CBC Banque NV uitgewisselde gegevens
De bank kan gegevens ter beschikking stellen van haar verschillende departementen en van de entiteiten van de KBC-groep met het oog op de verwerking voor volgende doeleinden:
1° De efficiënte en gecoördineerde organisatie van het verlenen en opvolgen van kredieten op niveau van de KBC-groep. Daaronder wordt onder meer verstaan de beoordeling van de solvabiliteit en de kredietwaardigheid van de kredietnemers en van de waarborgverstrekkers evenals van de groep waartoe deze behoren, alsook het beheer van de risico’s, geschillen en schadegevallen.
2° De beoordeling van de (krediet)gegevens, waaronder de kredietexposure op de kredietnemers en de kredietwaardigheid van de kredietnemers en van de waar- borgverstrekkers evenals van de groep waartoe deze behoren, zodat weloverwogen investeringsbeslissingen in de kredietnemers, de waarborgverstrekkers en andere vennootschappen van de groep waartoe deze behoren, kunnen worden genomen.
3° Het meedelen van de eigen kredietwaardigheidsbeoordeling (“interne rating”) en andere relevante informatie aan haar verschillende departementen en aan de entiteiten van de KBC-groep naar aanleiding van de openbare uitgifte of private plaatsing door de kredietnemer, de waarborgverstrekker en/of een andere vennootschap van de groep waartoe deze behoren van financiële instrumenten waarbij de bank en/of die entiteiten van de KBC-groep optreden als arranger, (joint) lead manager of co-manager. Die “interne rating” kan mee de productscore bepalen van het financieel instrument dat door de kredietnemer, de waarborgverstrekker en/of een andere vennootschap van de groep waartoe deze behoren, wordt uitgegeven.
4° Een geïntegreerde administratie van de diverse bank- en verzekeringsdiensten.
5° De naleving van diverse wettelijke verplichtingen zoals consolidatie op het vlak van de boekhouding, toezicht, rapportering en risicobeheer, alsook de preventie van misdrijven en de uitoefening van audit en controle op niveau van de KBC-groep.
6° Het actief en gecoördineerd beheer van de commerciële relaties met de klanten, direct marketing en het promoten van de bank- en verzekeringsdiensten op niveau van de KBC-groep.
7° Het behartigen van andere gerechtvaardigde belangen van de vennootschappen behorend tot de KBC-groep, zoals de bewaking van de veiligheid en fraudebestrijding.
13.4. Mededeling van gegevens aan derden
Onverminderd het bepaalde in artikel 13.3., kan de bank gegevens van kredietnemers en waarborgverstrekkers in verband met of voortvloeiend uit hun kredieten of waarborgverstrekking meedelen aan derden met een wettig belang, inzonderheid betreffende de wijze waarop kredieten en waarborgen worden gehonoreerd.
De bestemmelingen van dergelijke gegevens zijn voornamelijk belanghebbende kredietinstellingen, de Nationale Bank van België en andere risicocentrales. Bovendien kunnen deze gegevens worden meegedeeld aan potentiële professionele partijen - onderworpen aan een discretieplicht - aan wie de kredieten (op welke wijze dan ook) zouden worden overgedragen of door wie een (risico) participatie in de kredieten wordt beoogd.
Zo zal de Bank deze overeenkomst en de eventuele wanbetalingen die eruit voortvloeien, mededelen aan de Nationale Bank van België met het oog op de registratie ervan. De registratie in deze Centrale heeft als doel om de (rechts)personen die toegang hebben tot de Centrale, in te lichten over de lopende verbintenissen en de eventuele achterstallige betalingen. Daarnaast moeten de geregistreerde gegevens de Nationale Bank van België toelaten om de risico’s, gedragen door de financiële sector, in te schatten.
De geregistreerde personen hebben een recht op toegang en op rechtzetting van de geregistreerde gegevens, volgens de bepalingen van de Nationale Bank van België.
13.5. Rechten van de kredietnemers
Artikel 14 - Kosten
Vallen ten laste van de kredietnemers:
• alle lasten, kosten, erelonen, rechten, commissies, provisies, taksen en belastingen krachtens of naar aanleiding van het krediet, de uitvoering of de herstructurering ervan verschuldigd;
• de kosten veroorzaakt door het versturen van (aangetekende) brieven, onder meer wanneer de kredietnemers hun verbintenissen niet stipt naleven;
• de door bank bepaalde periodieke beheerskosten die veroorzaakt worden door de intensieve opvolging van het kredietdossier, vereist omwille van de gewijzigde
kredietwaardigheid van één of meerdere van de kredietnemers of van de (dreigende) niet-naleving door één of meerdere kredietnemers van hun verbintenissen t.a.v. de bank;
• alle kosten met het oog op het vestigen en tegenstelbaar maken en het vrijgeven van alle door de kredietnemers of waarborgverstrekkers verleende waarborgen, met inbegrip van waarborgvestigingen krachtens volmacht;
• de kosten voor het lichten van hypothecaire staten, voor opzoekingen in het Nationaal Pandregister, voor het onderzoek van de boekhouding, van het business plan of van de budgetten of van de kredietwaardigheid door de bank of door derden in opdracht van de bank, of voor de controle op de samenstelling van de handelszaak;
• alle gerechtelijke en andere kosten, veroorzaakt door de invordering van de schuld of de vrijwaring van de rechten van de bank zoals onder meer de kosten en erelonen die de bank aan advocaten, gerechtsdeurwaarders en incassokantoren verschuldigd is;
• de door de bank bepaalde ( dossier) kosten veroorzaakt door wijzigingen in de loop van het krediet aangebracht aan gebruiksvormen en waarborgen, zoals onder meer handlichting, kredietgemeenmaking, kredietoverdrachten, vervroegde terugbetalingen, wijzigingen aan aflossingsplannen en ontslagverleningen;
• de kosten voor het opstellen van attesten gevraagd door of namens de kredietnemers.
Artikel 15 - Gewijzigde omstandigheden
15.1. Naar aanleiding van het bekendmaken of van kracht worden van nieuwe, aanvullende of gewijzigde nationale of internationale wetgeving, reglementeringen, richtlijnen of aanbevelingen in de meest ruime zin (hierna ‘de regelgeving’) of van een wijziging in de interpretatie, draagwijdte of toepassing van de regelgeving door de rechtspraak of door een daartoe bevoegde nationale of internationale instantie, heeft de bank het recht de kredietvoorwaarden op de hierna vermelde wijze aan te passen. De bank kan evenwel slechts van dit recht gebruik maken indien de regelgeving resulteert of zal resulteren in nieuwe, aanvullende of gewijzigde maatregelen (zoals onder meer met betrekking tot het door de bank aan te houden kapitaal, verplichtingen i.v.m. het eigen vermogen, monetaire reserveverplichtingen, kredietbeperkingen, …) die voor de bank op directe of indirecte wijze leiden tot een stijging van de kosten van het krediet of de onder de kredietopening toegestane gebruiksvormen of tot een vermindering van de inkomsten. In dat geval kan de bank de volgens haar berekeningen veroorzaakte bijkomende kosten of het verlies aan inkomsten geheel of gedeeltelijk doorrekenen aan de kredietnemers onder de vorm van een verhoging van de rentevoet, nieuwe of verhoogde provisies of commissies of via de aanrekening van welke vergoeding dan ook.
15.2. De bank zal de regelgeving en de nieuwe voorwaarden meedelen aan de kredietnemers. Indien de kredietnemers niet akkoord kunnen gaan met deze nieuwe voorwaarden, dienen zij binnen de tien bankwerkdagen na deze mededeling de bank bij aangetekend schrijven op de hoogte te brengen van hun wens tot (vervroegde) terugbetaling van hun krediet. In dit geval zijn de kredietnemers naast het openstaand saldo in kapitaal, rente en herbeleggings-vergoeding eveneens de desbetreffende kosten of minderopbrengst verschuldigd voor de periode vanaf de inwerkingtreding van de regelgeving tot aan de effectieve terugbetaling.
15.3. Bij afwezigheid van reactie van de kredietnemers binnen de in artikel 15.2. vermelde termijn van tien bankwerkdagen, worden de kredietnemers verondersteld akkoord te gaan met de voortzetting van het krediet onder de nieuwe voorwaarden.
Artikel 16 - Woonstkeuze en door de kredietnemers mee te delen wijzigingen
16.1. Alle exploten en akten bestemd voor de kredietnemers en/of de waarborgverstrekkers zullen geldig betekend worden aan hun woonplaats of aan hun maatschappelijke zetel. Nochtans heeft de bank het recht rekening te houden met de werkelijke verblijfplaats of met het haar laatst bekende adres.
16.2. De kredietnemers en de waarborgverstrekkers verbinden er zich toe, binnen de vijftien dagen, aan de bank schriftelijk melding te doen van elke wijziging van of in verband met:
• hun adres, de gegevens die dienen te worden meegedeeld aan de kruispunt-bank voor ondernemingen, de statuten van de vennootschap of vereniging, alsook elke wijziging nopens de samenstelling van de raad van bestuur;
• hun rechtsbekwaamheid of vertegenwoordigingsbevoegdheid.
De kredietnemers en de waarborgverstrekkers geven volmacht aan de bank om op hun kosten bij de bevoegde administratie bovenvermelde gegevens te verkrijgen.
Artikel 17 - Diversen
17.1. Schuldvernieuwing
De verrichtingen die zich afspelen binnen het kader van de toegestane kredietopening geven geen aanleiding tot enige schuldvernieuwing. Zo er om welke reden dan ook toch zou sprake zijn van schuldvernieuwing, behoudt de bank zich overeenkomstig artikel 1278 Burgerlijk Wetboek alle waarborgen voor.
17.2. Overschrijding
In principe mogen de opnemingen in de overeengekomen gebruiksvormen niet leiden tot een overschrijding van het overeengekomen bedrag of de overeengekomen duur. Elke toegestane overschrijding moet beschouwd worden als uitzonderlijk, tijdelijk en niet hernieuwbaar. Niet-toegestane overschrijdingen moeten onmiddellijk en zonder ingebrekestelling aangezuiverd worden. Een overschrijding zal nooit ter vestiging van één of ander recht kunnen aangevoerd worden.
Op elke vorm van overschrijding zal van rechtswege een extra rente van 4 % verschuldigd zijn, berekend op het bedrag van de overschrijding en zolang de overschrijding duurt.
17.3. Toekenning van bijkomende gebruiksvormen zonder kredietverhoging
Indien de bank om welke reden dan ook zou toestaan dat het krediet onder andere gebruiksvormen wordt opgenomen dan deze die oorspronkelijk tussen partijen werden overeengekomen, dan vermindert in dezelfde mate het recht van de kredietnemer om de oorspronkelijk overeengekomen gebruiksvormen verder op te nemen. Derhalve wordt het bedrag van de kredietopening daardoor niet verhoogd.
17.4. Zichtrekening van de kredietnemers bij de bank
De kredietnemers verbinden zich ertoe om, met het oog op de opvolging en het beheer van het krediet door de bank, een zichtrekening bij de bank te openen en aan te houden tijdens de duur van het krediet. Alle door de kredietnemers verschuldigde bedragen naar aanleiding van het krediet dienen te worden betaald op de zichtrekening(en) van de kredietnemers bij de bank.
Bovendien verbinden de kredietnemers zich ertoe dat het betalingsverkeer op hun zichtrekening(en) bij de bank, evenals het volume aan financiële verrichtingen bij de bank in het algemeen, in verhouding zal staan tot het bedrag van het krediet.
17.5. Onwettigheid
Indien de bank onderworpen wordt aan gelijk welke maatregel die het handhaven van het krediet onwettig maakt, dan zal de bank de kredietnemers onmiddellijk op de hoogte brengen van deze maatregel. In dat geval zullen de kredietnemers het krediet vervroegd dienen terug te betalen, waarbij de bank gerechtigd is de gebruikelijke kosten en vergoedingen aan te rekenen die gepaard gaan met een vervroegde terugbetaling van een krediet.
17.6. Belastingen
Alle door de kredietnemers aan de bank verschuldigde bedragen uit hoofde van het krediet zullen in hun geheel door de kredietnemers worden betaald zonder enige inhouding of aftrek van belastingen, kosten of gelijk welke andere bedragen.
Indien op enigerlei tijdstip de wetgeving oplegt bepaalde belastingen in te houden of af te trekken van de bedragen die de kredietnemers aan de bank uit hoofde van het krediet verschuldigd
worden verhoogd dat het nettobedrag na die inhouding of aftrek gelijk is aan het bedrag dat de bank bij ontstentenis van die inhouding of aftrek had moeten ontvangen.
17.7 Stuiting van verjaring
Onverminderd de bepalingen van artikel 2244 Burgerlijk Wetboek, wordt de verjaring van de schuldvorderingen van de bank, in kapitaal en intresten, tevens gestuit door het verzenden van een aanmaning per aangetekende of gewone brief gericht aan de woonplaats, maatschappelijke zetel, werkelijke verblijfplaats of laatst gekende adres, alsook door een aanmaning per telefax of elektronisch bericht.
Artikel 18 - Toepasselijk recht
Alle rechten en verplichtingen van de kredietnemers, de waarborgverstrekkers en de bank zijn, tenzij uitdrukkelijk andersluidend beding, onderworpen aan het Belgisch recht.
Voor alle geschillen zijn de Belgische rechtbanken bevoegd, onverminderd het recht van de bank om een beroep te doen op de rechters van het land waar één van de kredietnemers of de waarborgverstrekkers zijn woon- of verblijfplaats heeft.
DEEL II: BIJZONDERE BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP SPECIFIEKE GEBRUIKSVORMEN
Artikel 19 - Exploitatiekredieten
19.1. Vaste voorschotten op korte termijn
(maximale looptijd van 12 maanden)
Als overeengekomen werd om de margeafspraak periodiek te herzien dan zal de bank de nieuwe marge vóór de herzieningsdatum aan de kredietnemers meedelen. De nieuwe marge is van toepassing op alle verzoeken tot opneming van een vast voorschot die vanaf de herzieningsdatum in het systeem van de bank vastgelegd worden. Bij een vrijwillige of gedwongen vervroegde terugbetaling is door de kredietnemers een herbeleggingsvergoeding verschuldigd die naar analogie wordt berekend overeenkomstig de principes vermeld in artikel 20.10. Artikel 20.2. is eveneens van toepassing op elke opneming van een vast voorschot op korte termijn. Er is ook een kredietlijnprovisie verschuldigd.
19.2. Discontokredieten
Het disconto van handelspapier gebeurt onder voorbehoud van betaling op vervaldag van het handelspapier. Bij niet-betaling behoudt de bank haar verhaalsrecht op de kredietnemers en op alle schuldenaars van het handelspapier in kwestie. De bank behoudt zich het recht voor handelspapier ter disconto te weigeren. Dit is onder meer het geval indien de wissel geen normale commerciële verrichting vertegenwoordigt, indien de wissel niet door de betrokkene geaccepteerd werd bij aanbieding of indien de wissel werd getrokken, geaccepteerd, geëndosseerd of geavaliseerd door een persoon wiens kredietwaardigheid twijfelachtig is. De bank kan ook het bedrag beperken ten belope waarvan zij wissels getrokken door de kredietnemers of een derde op éénzelfde betrokkene zal disconteren. Wanneer handelspapier op vervaldag onbetaald blijft, is de bank gerechtigd doch geenszins verplicht protest te doen opmaken. Zij is niet gehouden van de niet-acceptatie of de niet-betaling kennis te geven of wettelijke termijnen of vormvereisten hieromtrent na te leven.
Vervult zij toch deze formaliteiten, dan draagt zij hiervoor geen enkele verantwoordelijkheid.
Er is ook een kredietlijnprovisie verschuldigd.
19.3. Kaskredieten
Het toestaan van een kaskrediet zal meteen een eventueel bestaande kredietopening voor privé doeleinden, opneembaar in dezelfde zichtrekening, vervangen en beëindigen met wederzijdse toestemming.
Er is ook een kredietlijnprovisie verschuldigd.
zijn, zullen de aan de bank verschuldigde bedragen zodanig
Artikel 20 - Langlopende commerciële kredieten
Investeringskredieten
20.1. De sommen opgenomen in het kader van investeringskredieten en de rente die daarop betrekking heeft, dienen terugbetaald te worden door middel van overeengekomen aflossingen. De kredietopening wordt ten belope van de terugbetalingen op het investeringskrediet geschorst tot in onderling overleg tussen de bank en de kredietnemers een nieuwe gebruiksvorm wordt overeengekomen. Een gespreide opneming belet niet dat het kapitaal dient terugbetaald te worden zoals overeengekomen, zelfs wanneer dit tot gevolg zou hebben dat de kredietnemers reeds kapitaal moeten terugbetalen dat zij nog niet hebben opgenomen. In dit laatste geval is de bank niet verplicht rente of enige andere vergoeding aan de kredietnemers te betalen.
20.2. Bij elke opneming is het trekkingsrecht verschuldigd dat door de bank zal worden bepaald. Het trekkingsrecht wordt bekend gemaakt via een schriftelijke kennisgeving aan de kredietnemers of op een andere wijze waardoor de kredietnemers hiervan kunnen kennis nemen. Het krediet dient te worden opgenomen voor de doeleinden waarvoor het werd toegekend. De bank is gerechtigd het krediet slechts ter beschikking te stellen nadat door de kredietnemers facturen, investeringsbewijzen of andere door de bank aanvaarde documenten werden voorgelegd. De bank mag zich op elk moment vergewissen van de effectieve besteding van het krediet.
20.3. Na het verstrijken van de periode die tussen partijen wordt overeengekomen, zal op het einde van elke kalendermaand op de niet-opgenomen bedragen de bedongen reserveringsprovisie verschuldigd zijn.
20.4. De kredietnemers hebben de mogelijkheid om het investeringskrediet al dan niet op te nemen. Indien de kredietnemers ervoor opteren het krediet te benutten, dan dient het krediet
xxxxxxx uiterlijk op het tijdstip dat tussen partijen wordt overeengekomen volledig opgenomen te zijn. In elk van de volgende gevallen zal een vergoeding verschuldigd zijn gelijk aan zes maanden rente, berekend op het niet-opgenomen bedrag en tegen de rentevoet van toepassing op het investeringskrediet:
• van zodra de kredietnemers tijdens de opnemingstermijn te kennen geven het krediet geheel of gedeeltelijk niet meer binnen de opnemingstermijn te zullen opnemen;
• of, ook al is de opnemingstermijn nog niet verstreken, van zodra dat blijkt dat de kredietnemers niet of niet tijdig zullen kunnen voldoen aan de overeengekomen voorwaarden met het oog op de terbeschikkingstelling van het krediet;
• of indien het krediet uiterlijk op het tijdstip dat tussen partijen werd overeengekomen om welke reden dan ook niet of niet volledig werd opgenomen, zelfs indien de niet-opneming veroorzaakt werd door derden of door feiten buiten de wil van de kredietnemers.
Indien in het kredietcontract werd overeengekomen dat de rente zal worden vastgesteld bij de eerste opneming van het krediet en de kredietnemers bij het verstrijken van de opnemingstermijn geen enkel bedrag hebben opgenomen op desbetreffend krediet, dan zal voormelde vergoeding van zes maanden rente berekend worden tegen de rentevoet die van toepassing zou geweest zijn in de veronderstelling dat de kredietnemers het investeringskrediet zouden hebben opgenomen op de laatste dag van de opnemingstermijn die tussen partijen werd overeengekomen.
Na het verstrijken van de initieel overeengekomen opnemingstermijn wordt het investeringskrediet van rechtswege ten belope van het niet-opgenomen gedeelte beëindigd, tenzij de bank uitdrukkelijk haar akkoord heeft betuigd met een verlenging van de opnemingstermijn. In dit laatste geval blijft de bank gerechtigd de reserveringsprovisie aan te rekenen waarvan sprake in artikel 20.3. Wanneer bij het verstrijken van de verlengde opnemingstermijn het krediet niet of niet volledig werd opgenomen, zal eveneens de hiervoor bedongen vergoeding van zes maanden rente verschuldigd zijn.
20.5. Partijen komen het volgende overeen met betrekking tot de vervroegde terugbetaling van investeringskredieten:
20.5.1. Kredieten die onder het toepassingsgebied van de wet van 21 december 2013 inzake de financiering van kleine en middelgrote ondernemingen (‘Wet KMO-financiering’) vallen, kunnen steeds vervroegd terugbetaald worden. Bij vrijwillige of bij gedwongen vervroegde terugbetaling van deze kredieten is naast het nog verschuldigde kapitaal, de rente en andere bedongen vergoedingen, een herbeleggingsvergoeding verschuldigd ter compensatie van het verlies aan inkomsten voor de bank door de vervroegde terugbetaling. Deze herbeleggingsvergoeding bedraagt:
a) voor investeringskredieten met een initieel kredietbedrag van twee miljoen EUR of minder: zes maanden rente, berekend op het vervroegd terugbetaald kapitaal tegen de rentevoet van toepassing op het betrokken investeringskrediet op het moment van de terugbetaling;
b) voor investeringskredieten met een initieel kredietbedrag van meer dan twee miljoen EUR: het verschil tussen enerzijds de som van de geactualiseerde inkomsten die het krediet zou opgebracht hebben zonder de vervroegde terugbetaling en anderzijds het vervroegd terugbetaalde kapitaal. De te actualiseren inkomsten zijn de te betalen bedragen (kapitaal en rente) op elk van de vervaldagen, vanaf de vervroegde terugbetaling tot de datum van de volgende renteherziening of, indien er geen renteherziening meer zal plaats vinden, de eindvervaldag van het krediet. De rentevoeten gebruikt bij de actualisatie van de inkomsten zijn de rentevoeten die op de interbankenmarkt gelden voor deposito’s waarvan de respectievelijke looptijd overeenstemt met de termijn tussen enerzijds de datum van vervroegde terugbetaling en anderzijds de respectievelijke vervaldagen van het krediet tot de datum van de volgende renteherziening of, indien er geen renteherziening meer zal plaats vinden, de eindvervaldag van het krediet. Deze intrestvoeten zijn gebaseerd op de EURIBOR voor de betaalstromen van minder of gelijk aan één jaar en op IRS voor betaalstromen van meer dan een jaar.
20.5.2. Kredieten met een vaste rentevoet die niet onder het toepassingsgebied van de Wet KMO-financiering vallen, kunnen niet vrijwillig vervroegd terugbetaald worden.
Kredieten met een variabele (herzienbare) rentevoet die niet onder het toepassingsgebied van de Wet KMO-financiering vallen kunnen wel vrijwillig vervroegd terugbetaald worden, doch enkel wanneer de terugbetaling gebeurt op een contractuele renteherzieningsdatum. In dat geval is geen herbeleggingsvergoeding verschuldigd.
Bij gedwongen vervroegde terugbetaling van kredieten die niet onder het toepassingsgebied van de Wet KMO-financiering vallen, is (naast het nog verschuldigde kapitaal, de rente en andere bedongen vergoedingen) in alle gevallen de herbeleggingsvergoeding verschuldigd die wordt berekend in overeenstemming met de bepalingen sub 20.5.1. b).
20.6. De rentevoet wordt periodiek van rechtswege en zonder voorafgaande kennisgeving herzien als volgt:
• partijen komen de perioden van renteherziening overeen, evenals de tijdstippen waarop een nieuwe rentevoet van toepassing wordt;
• de nieuwe rentevoet is gelijk aan de rentevoet die bij de bank één maand vóór de renteherzieningsdatum van toepassing is op gelijkaardige kredieten, waarvan de looptijd gelijk is aan de resterende duur van het investeringskrediet;
• indien de periode tussen de renteherzieningsdatum en de einddatum van het krediet niet langer is dan 3 maanden wordt de rentevoet niet herzien.
20.7. Bij wanbetaling van rente op de vervaldag wordt van rechtswege en zonder ingebrekestelling de rentevoet voor die vervaldag verhoogd met 0,5% per jaar. Bij wanbetaling van een kapitaalsaflossing op de vervaldag is van rechtswege en zonder ingebrekestelling op het bedrag van die aflossing een vergoeding verschuldigd berekend tegen de jaarlijkse rentevoet voor het investeringskrediet toepasselijk op dat ogenblik verhoogd met 0,5% per jaar, vanaf de vervaldag tot de dag van de effectieve betaling.
20.8. Indien voor een bepaald krediet een rentetoelage wordt toegekend door een overheid, zal de bank deze tussenkomst bij ontvangst overmaken aan de kredietnemer. De kredietnemer betaalt zelf op de vervaldagen de integrale verschuldigde interesten.
Wentelkredieten
20.9. De perioden van opneming, ook wentelperiodes genoemd, kunnen naar keuze van de kredietnemers 3, 6 of 12 maanden bedragen rekening houdend met de vervaldagen van het wentelkrediet. Minstens twee bankwerkdagen voor het einde van elke wentelperiode dienen aan de bank schriftelijk de nodige instructies te worden gegeven met betrekking tot de periode waarvoor, en de valuta waarin, de opneming moet worden verlengd. Bij gebrek aan zulke instructies zal de opneming worden verlengd voor dezelfde periode en in dezelfde valuta als die van de vorige wentelperiode, met inachtneming evenwel van de overeengekomen vervaldagen. De bepalingen in artikel 19.1 over de periodieke margeherziening zijn naar analogie van toepassing.
De debet- en creditverrichtingen waartoe het wentelkrediet aanleiding geeft, zijn het gevolg van het verstrijken van de wentelperiode en geschieden dan ook om louter boekhoudkundige en technische redenen en zonder schuldvernieuwing.
Na elke wentelperiode dient de rente betaald te worden die betrekking heeft op desbetreffende wentelperiode.
20.10. Bij gehele of gedeeltelijke vrijwillige of gedwongen vervroegde terugbetaling van het benut gedeelte van het wentelkrediet is door de kredietnemers, naast het nog verschuldigde kapitaal, de rente en andere bedongen vergoedingen, een herbeleggingsvergoeding verschuldigd ter compensatie van het verlies aan inkomsten voor de bank door de vervroegde terugbetaling. Deze vergoeding bedraagt:
a) voor wentelkredieten met een initieel kredietbedrag van twee miljoen EUR of minder, en wanneer de kredietnemers onder het toepassingsgebied van de wet van 21 december 2013 inzake de financiering van kleine en middelgrote ondernemingen (‘Wet KMO-financiering’) vallen : zes maanden rente, berekend op het vervroegd terugbetaald kapitaal tegen de rentevoet van toepassing op de betrokken opneming van het wentelkrediet op het moment van de terugbetaling.
b) voor alle andere wentelkredieten: het verschil tussen enerzijds de som van de geactualiseerde inkomsten die het krediet zou opgebracht hebben zonder de vervroegde terugbetaling en anderzijds het vervroegd terugbetaalde kapitaal.
De te actualiseren inkomsten zijn de te betalen bedragen (kapitaal en rente) vanaf de vervroegde terugbetaling tot de begindatum van de volgende wentelperiode of, indien de terugbetaling plaatsvindt in de laatste wentelperiode, de eindvervaldag van het krediet. De rentevoeten gebruikt bij de actualisatie van de inkomsten zijn de rentevoeten die op de interbankenmarkt gelden voor deposito’s waarvan de respectievelijke looptijd overeenstemt met de termijn tussen enerzijds de datum van vervroegde terugbetaling en anderzijds de begindatum van de volgende wentelperiode of, indien de terugbetaling plaatsvindt in de laatste wentelperiode, de eindvervaldag van het krediet. Deze intrestvoeten zijn gebaseerd op de EURIBOR voor de betaalstromen van minder of gelijk aan één jaar.
Indien de kredietnemers niet onder het toepassingsgebied van de wet KMO-financiering vallen is bovendien een vergoeding verschuldigd voor het niet opnemen van het wentelkrediet. Deze vergoeding bedraagt de helft van de overeengekomen marge bovenop de referentierentevoet, berekend op het niet opgenomen bedrag van het wentelkrediet, voor de resterende looptijd.
De vergoeding is verschuldigd:
• zodra de kredietnemers te kennen geven het krediet geheel of gedeeltelijk niet meer te zullen opnemen;
• zodra blijkt dat de kredietnemers niet zullen kunnen voldoen aan de overeengekomen voorwaarden met het oog op het opnemen van het krediet, zelfs indien dit veroorzaakt werd door derden of door feiten buiten de wil van de kredietnemers
20.11. Een kredietlijnprovisie is verschuldigd. Bij aanvang van elke wentelperiode is ook het trekkingsrecht verschuldigd dat door bank zal worden bepaald. Het trekkingsrecht wordt bekend gemaakt op de wijze zoals vermeld in artikel 20.2.
Artikel 20.8. is eveneens van toepassing op elke opneming van een wentelkrediet.
Artikel 21 - Verbinteniskredieten
21.1. Er is sprake van een “verbinteniskrediet” wanneer de bank zich in opdracht van de kredietnemers verbindt ten aanzien van derden onder de vorm van een door haar afgeleverde waarborg zoals ondermeer een borgstelling of een garantie. De verbintenisprovisie is driemaandelijks vooruitbetaalbaar en elk begonnen kwartaal is ondeelbaar en volledig verschuldigd. Er is ook een kredietlijnprovisie verschuldigd.
21.2. De bank houdt zich het recht voor om in bepaalde omstandigheden niet in te gaan op het verzoek van de kredietnemers tot het afleveren van waarborgen. Dit kan onder meer het geval zijn indien de modaliteiten van de waarborg redelijkerwijs voor de bank onaanvaardbaar zijn, indien de door de bank gehanteerde limieten op debiteuren of landen de uitgifte van de waarborg niet toelaten of indien er beperkingen worden opgelegd door overheidsinstanties.
21.3. De bank wordt er door de kredietnemers op onherroepelijke wijze toe gemachtigd zonder voorafgaande kennisgeving aan en akkoord van de kredietnemers haar verbintenis uit te voeren volgens de bedongen voorwaarden, in voorkomend geval op het eerste verzoek van de begunstigde. In het geval van een borgtocht verzaken de kredietnemers dus uitdrukkelijk aan de toepassing van artikel 2031 van het Burgerlijk Wetboek.
21.4. De kredietnemers betalen aan de bank onmiddellijk alle bedragen terug die de bank betaalde nadat er op de door haar afgeleverde waarborg beroep werd gedaan. De bank mag van rechtswege de bankrekening van de kredietnemers debiteren met de door haar betaalde bedragen, alsmede met alle interesten, provisies of kosten (openingskosten, wijzigingskosten, claimkosten, ...) die naar aanleiding van het verbinteniskrediet zouden verschuldigd zijn. De bank moet niet bewijzen door een gerechtelijke beslissing tot betaling gedwongen te zijn.
21.5. Het feit dat de bank vanaf een bepaald tijdstip geen provisies meer aanrekent, kan door de kredietnemers op geen enkele wijze tegen verhaalsrechten van de bank worden gebruikt ingeval de bank nadien alsnog ten aanzien van de begunstigde van de waarborg haar verbintenis dient na te komen.
handtekening van de kredietnemers
CKZ-nummer
_ _ _ - _ _ _ _ _ _ _ - _ _