PROTOCOL
PROTOCOL
bij het Verdrag inzake internationale zekerheden op mobiel materieel betreffende voor luchtvaartuigmaterieel specifieke aangelegenheden
DE PARTIJEN BIJ DIT PROTOCOL,
OVERWEGENDE dat het nodig is het Verdrag inzake internationale zekerheden op mobiel materieel (hierna te noemen
„het verdrag”) voor zover het betrekking heeft op luchtvaartuigmaterieel, in het licht van de in de preambule tot het verdrag vervatte doeleinden te implementeren,
INDACHTIG de behoefte het verdrag aan te passen om tegemoet te komen aan de specifieke vereisten van de financiering van luchtvaartuigen en de reikwijdte van het verdrag uit te breiden tot verkoopcontracten van luchtvaartuigmaterieel,
INDACHTIG de beginselen en doeleinden van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, ondertekend te Chicago op 7 december 1944,
ZIJN de volgende bepalingen met betrekking tot luchtvaartuigmaterieel OVEREENGEKOMEN:
HOOFDSTUK I
REIKWIJDTE EN ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel I
Begripsomschrijvingen
1. De in dit protocol gebruikte termen hebben, behoudens indien de context anders vereist, de betekenis die daaraan in het verdrag wordt gegeven.
2. In dit protocol worden de volgende termen gebruikt met de hieronder omschreven betekenis:
a) „luchtvaartuig”: een luchtvaartuig zoals omschreven voor de toepassing van het Verdrag van Chicago dat hetzij een luchtvaartuigcasco is met daarop geïnstalleerde luchtvaart uigmotoren, hetzij een helikopter;
b) „luchtvaartuigmotoren”: luchtvaartuigmotoren (anders dan die welke worden gebruikt door de krijgsmacht, douane of politie) die worden aangedreven door straalaandrijving of turbine- of zuigertechnologie en die:
i) in het geval van luchtvaartuigmotoren met straalaandrij ving, een stuwkracht van ten minste 1 750 lb (Engelse ponden) of een equivalent daarvan bezitten, en
ii) in het geval van luchtvaartuigmotoren die door turbine- of zuigertechnologie worden aangedreven, ten minste een nominaal startvermogen bezitten van 550 paarden krachten op de aandrijfas of een equivalent daarvan, tezamen met alle modules en andere geïnstalleerde, inge bouwde of bevestigde toebehoren, onderdelen en appa ratuur en alle gegevens, handleidingen en documenten die daar betrekking op hebben;
c) „luchtvaartuigzaken”: luchtvaartuigcasco's, luchtvaartuigmo toren en helikopters;
d) „luchtvaartuigregister”: een door een staat of een gemeen schappelijke registratieautoriteit gehouden register voor de toepassing van het Verdrag van Chicago;
e) „luchtvaartuigcasco's”: luchtvaartuigcasco's (anders dan die welke worden gebruikt door de krijgsmacht, douane of politie) die, indien daarop geschikte luchtvaartuigmotoren zijn geïnstalleerd, van de bevoegde luchtvaartautoriteiten een typegoedkeuring hebben voor het vervoer van:
i) ten minste acht (8) personen met inbegrip van de be xxxxxxx, of
ii) meer dan 2 750 kilogram goederen, tezamen met alle geïnstalleerde, ingebouwde of bevestigde toebehoren, onderdelen en apparatuur (anders dan luchtvaartuigmo toren) en alle gegevens, handleidingen en documenten die daar betrekking op hebben;
f) „gemachtigde partij”: de in artikel XIII, lid 3, bedoelde partij;
g) „Verdrag van Chicago”: het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, ondertekend te Chicago op 7 december 1944, zoals gewijzigd, en de bijlagen daarbij;
h) „gemeenschappelijke registratieautoriteit”: de autoriteit die een register houdt in overeenstemming met artikel 77 van het Verdrag van Chicago zoals geïmplementeerd door de op 14 december 1967 door de Raad van de Internatio nale Burgerluchtvaartorganisatie aangenomen resolutie in zake de nationaliteit en inschrijving van luchtvaartuigen geëxploiteerd door internationale exploitatie-instellingen;
i) „doorhaling van de inschrijving van het luchtvaartuig”: doorhaling van de inschrijving van het luchtvaartuig uit het luchtvaartuigregister in overeenstemming met het Ver drag van Chicago;
j) „garantieovereenkomst”: een overeenkomst die door een persoon in de hoedanigheid van garant wordt gesloten;
k) „garant”: een persoon die, tot zekerheid van de nakoming van verbintenissen jegens een schuldeiser die door een ze kerheidsovereenkomst of andere overeenkomst zijn zeker gesteld, een borgstelling of een betalingsgarantie of een
„standby letter of credit” of andere vorm van kredietverze kering geeft of afgeeft;
l) „helikopters”: luchtvaartuigen die zwaarder dan de lucht zijn (anders dan die welke worden gebruikt door de krijgs macht, douane of politie) en die in de lucht hoofdzakelijk worden gedragen door de werking van de lucht op een of meer door een krachtbron aangedreven rotors op hoofd zakelijk verticale assen en die van de bevoegde luchtvaart autoriteiten een typegoedkeuring hebben gekregen voor het vervoer van:
i) ten minste vijf (5) personen met inbegrip van de xxxxxx xxxx, of
ii) meer dan 450 kilogram goederen, tezamen met alle geïnstalleerde, ingebouwde of bevestigde toebehoren, onderdelen en apparatuur (met inbegrip van rotors) en alle gegevens, handleidingen en documenten die daar betrekking op hebben;
m) „insolventiegerelateerde gebeurtenis”:
i) de aanvang van de insolventieprocedure, of
ii) de verklaarde intentie tot het opschorten of het feitelijk opschorten van betalingen door de schuldenaar indien het recht van de schuldeiser om een insolventieproce dure tegen de schuldenaar aanhangig te maken of rechtsmiddelen toe te passen ingevolge het verdrag, door de wet of door staatsoptreden wordt belemmerd of geschorst;
n) „primaire bevoegdheid bij insolventie”: de verdragsluitende staat waar het centrum van de hoofdbelangen van de schul denaar is gelegen, dat ter zake wordt geacht de plaats van de statutaire zetel van de schuldenaar te zijn of, indien er geen statutaire zetel is, de plaats waar de schuldenaar is opgericht of tot stand gekomen, tenzij anders wordt bewe zen;
o) „registratieautoriteit”: de nationale autoriteit of de gemeen schappelijke registratieautoriteit die in een verdragsluitende staat een luchtvaartuigregister houdt en verantwoordelijk is voor de inschrijving en doorhaling van de inschrijving van een luchtvaartuig in overeenstemming met het Verdrag van Chicago, en
p) „staat van inschrijving”: ten aanzien van een luchtvaartuig, de staat in wiens nationale register een luchtvaartuig is ingeschreven of de staat waar de gemeenschappelijke regi stratieautoriteit die het luchtvaartuigregister houdt, is gele gen.
Artikel II
Toepassing van het verdrag ten aanzien van luchtvaartuigzaken
1. Het verdrag is van toepassing op luchtvaartuigzaken zoals voorzien door de bepalingen van dit protocol.
2. Het verdrag en dit protocol zijn bekend als het inzake internationale zekerheden op mobiel materieel zoals toegepast op luchtvaartuigzaken.
Artikel III
Toepassing van het verdrag op verkopen
De volgende bepalingen van het verdrag zijn van toepassing alsof verwijzingen naar een overeenkomst waarbij een interna tionale zekerheid wordt gevestigd of in zo’n zekerheid wordt voorzien verwijzingen waren naar een verkoopcontract en alsof verwijzingen naar een internationale zekerheid, een toekomstige internationale zekerheid, de schuldenaar en de schuldeiser ver wijzingen waren naar respectievelijk een verkoop, een toekom stige verkoop, de verkoper en de koper:
— de artikelen 3 en 4;
— artikel 16, lid 1, onder a);
— artikel 19, lid 4;
— artikel 20, lid 1 (ten aanzien van de inschrijving van een verkoopcontract of een toekomstige verkoop);
— artikel 25, lid 2 (ten aanzien van een toekomstige verkoop); en
— artikel 30.
Bovendien zijn de algemene bepalingen van artikel 1, artikel 5, de hoofdstukken IV tot en met VII, artikel 29 (anders dan artikel 29, lid 3, dat is vervangen door artikel XIV, leden 1 en 2), hoofdstuk X, hoofdstuk XII (anders dan artikel 43), hoofdstuk XIII en hoofdstuk XIV (anders dan artikel 60) van toepassing op verkoopcontracten en toekomstige verkopen.
Artikel IV
Reikwijdte
1. Zonder afbreuk te doen aan artikel 3, lid 1, van het ver drag, is het verdrag eveneens van toepassing met betrekking tot een helikopter, of tot een bij een luchtvaartuig behorend lucht vaartuigcasco, die zijn ingeschreven in een luchtvaartuigregister van een verdragsluitende staat die de staat van inschrijving is, en wordt deze inschrijving, indien deze is gedaan uit hoofde van een overeenkomst tot inschrijving van het luchtvaartuig, geacht te zijn gedaan op het tijdstip van de overeenkomst.
2. Voor de toepassing van de omschrijving van „interne transactie” in artikel 1 van het verdrag:
a) bevindt een luchtvaartuigcasco zich in de staat van inschrij ving van het luchtvaartuig waarvan het een onderdeel vormt;
b) bevindt een luchtvaartuigmotor zich in de staat van inschrij ving van het luchtvaartuig waarop hij is geïnstalleerd of, indien de motor niet op een luchtvaartuig is geïnstalleerd, waar hij zich fysiek bevindt, en
c) bevindt een helikopter zich in zijn staat van inschrijving, op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst waarbij de zekerheid wordt gevestigd of in de zekerheid wordt voor zien.
3. De partijen kunnen, door middel van een schriftelijke overeenkomst, de toepassing van artikel XI uitsluiten en, in hun onderlinge betrekkingen, van de bepalingen van dit proto col afwijken of de rechtsgevolgen ervan wijzigen, met uitzonde ring van artikel IX, leden 2, 3 en 4.
Artikel V
Formaliteiten, rechtsgevolgen en inschrijving van verkoopcontracten
1. Voor de toepassing van dit protocol is een verkoopcon tract een contract dat:
a) schriftelijk is;
b) betrekking heeft op een luchtvaartuigzaak ten aanzien waar van de verkoper beschikkingsbevoegd is, en
c) het mogelijk maakt de luchtvaartuigzaak te identificeren in overeenstemming met dit protocol.
2. Een verkoopcontract draagt de rechten van de verkoper op de luchtvaartuigzaak in overeenstemming met de bedingen van de overeenkomst over op de koper.
3. De inschrijving van een verkoopcontract blijft voor onbe paalde duur van kracht. De inschrijving van een toekomstige verkoop blijft van kracht totdat deze wordt doorgehaald of totdat het eventueel in de inschrijving vermelde tijdvak is ver streken.
Artikel VI
Vertegenwoordigingsbevoegdheid
Een persoon kan in het kader van een agentschap, trust of in een andere vertegenwoordigende hoedanigheid een overeen komst of verkoop sluiten en een internationale zekerheid op of verkoop van een luchtvaartuigzaak inschrijven. In een derge lijk geval is die persoon bevoegd rechten en zekerheden inge volge het verdrag te doen gelden.
Artikel VII
Beschrijving van luchtvaartuigzaken
Een beschrijving van een luchtvaartuigzaak die het serienummer van de fabrikant, de naam van de fabrikant en de aanduiding van het model bevat is noodzakelijk en voldoende om het voorwerp te identificeren voor de toepassing van artikel 7, on der c), van het verdrag en artikel V, lid 1, onder c), van dit protocol.
Artikel VIII
Rechtskeuze
1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing indien een ver dragsluitende staat een verklaring ingevolge artikel XXX, lid 1, heeft afgelegd.
2. De partijen bij een overeenkomst, of een verkoopcontract, of een daaraan gerelateerde garantieovereenkomst of achterstel lingsovereenkomst kunnen overeenkomen door welk recht hun contractuele rechten en verplichtingen, geheel of ten dele, wor den beheerst.
3. Tenzij anders is overeengekomen, is de verwijzing in het voorgaande lid naar het door de partijen gekozen recht een verwijzing naar de regels van het nationale recht van de aange wezen staat of, indien die staat uit meerdere territoriale een heden bestaat, het nationale recht van de aangewezen territo riale eenheid.
HOOFDSTUK II
RECHTSMIDDELEN BIJ VERZUIM, RANGORDE EN CESSIE
Artikel IX
Wijziging van de bepalingen inzake rechtsmiddelen bij verzuim
1. Naast de in hoofdstuk III van het verdrag bedoelde rechts middelen kan de schuldeiser, voor zover de schuldenaar daar op enig tijdstip mee heeft ingestemd en onder de in dat hoofdstuk genoemde omstandigheden:
a) de doorhaling van de inschrijving van het luchtvaartuig be werkstelligen; en
b) de uitvoer en de fysieke overbrenging bewerkstelligen van de luchtvaartuigzaak uit het grondgebied waar dit zich bevindt.
2. De schuldeiser past de in het voorgaande lid genoemde rechtsmiddelen niet toe zonder de voorafgaande schriftelijke instemming van de houder van een ingeschreven zekerheid die in rang gaat boven die van de schuldeiser.
3. Artikel 8, lid 3, van het verdrag is niet van toepassing op luchtvaartuigzaken. De door het verdrag met betrekking tot een luchtvaartuigzaak toegekende rechtsmiddelen moeten op een in commercieel opzicht redelijke wijze worden toegepast. Een rechtsmiddel wordt geacht op een in commercieel opzicht rede lijke wijze te zijn toegepast indien het is toegepast in overeen stemming met een beding van de overeenkomst, behoudens indien een dergelijk beding kennelijk onredelijk is.
4. Een zekerheidnemer die ten minste tien werkdagen van tevoren een schriftelijke kennisgeving van een voorgenomen verkoop of leasing aan belanghebbenden heeft gegeven, wordt geacht te voldoen aan het vereiste van het verschaffen van een
„redelijke voorafgaande kennisgeving”, bedoeld in artikel 8, lid 4, van het verdrag. Het voorgaande staat er niet aan in de weg dat een zekerheidnemer en een zekerheidgever of een garant overeenkomen dat de voorafgaande kennisgeving eerder moet geschieden.
5. De registratieautoriteit in een verdragsluitende staat willigt, onverminderd eventuele toepasselijke veiligheidswetten en
-voorschriften, een verzoek om doorhaling van de inschrijving en uitvoer in, indien:
a) het verzoek naar behoren is ingediend door de gemachtigde partij krachtens een vastgelegde onherroepelijke machtiging voor doorhaling van de inschrijving en voor een uitvoerver zoek, en
b) de gemachtigde partij aan de registratieautoriteit, indien zij zulks verlangt, verklaart dat alle ingeschreven zekerheden die een hogere rang hebben dan die van de schuldeiser ten gunste van wie de machtiging is afgegeven, zijn opgeheven of dat de houders van dergelijke zekerheden met doorhaling van de inschrijving en uitvoer hebben ingestemd.
6. Een zekerheidnemer die voornemens is over te gaan tot het bewerkstelligen van doorhaling van de inschrijving en uit voer van een luchtvaartuig ingevolge lid 1, anders dan krachtens een bevel van het gerecht, geeft een redelijke voorafgaande schriftelijke kennisgeving van de voorgenomen doorhaling van de inschrijving en uitvoer aan:
a) de in artikel 1, onder m), i) en ii), van het verdrag bedoelde belanghebbenden, en
b) de in artikel 1, onder m), iii), van het verdrag bedoelde be langhebbenden die binnen een redelijke tijd voorafgaand aan de doorhaling van de inschrijving en uitvoer aan de zeker heidnemer kennisgeving van hun rechten hebben gedaan.
Artikel X
Wijziging van bepalingen met betrekking tot redres hangende definitieve vaststelling
1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing indien een ver dragsluitende staat een verklaring ingevolge artikel XXX, lid 2, heeft afgelegd en in de in die verklaring aangegeven mate.
2. Voor de toepassing van artikel 13, lid 1, van het verdrag wordt in verband met het verkrijgen van redres onder „spoedig” verstaan, binnen het aantal werkdagen, vanaf de dag van indie ning van het verzoek om redres, dat wordt vermeld in een door de verdragsluitende staat waarin het verzoek wordt gedaan af gelegde verklaring.
3. Artikel 13, lid 1, van het verdrag is van toepassing, met toevoeging, onmiddellijk na punt d), van het volgende:
„e) indien de schuldenaar en de schuldeiser zulks op enig tijdstip in het bijzonder overeenkomen, de verkoop en aanwending van de opbrengsten daarvan”, en artikel 43, lid 2, is van toepassing met invoeging van de woorden „en e)”, na de woorden „artikel 13, lid 1, onder d)”.
4. De eigendom of elk ander recht van de schuldenaar dat overgaat bij een verkoop ingevolge het voorgaande lid is vrij van elk ander recht waarboven de internationale zekerheid van
de schuldeiser krachtens de bepalingen van artikel 29 van het verdrag voorrang heeft.
5. De schuldeiser en schuldenaar of andere belanghebbenden kunnen schriftelijk overeenkomen de toepassing van artikel 13, lid 2, van het verdrag uit te sluiten.
6. Ten aanzien van de in artikel IX, lid 1, genoemde rechts middelen geldt dat:
a) deze beschikbaar worden gesteld door de registratieautoriteit en andere administratieve autoriteiten in een verdragsluitende staat, naargelang hetgeen van toepassing is, uiterlijk vijf werkdagen nadat de schuldeiser die autoriteiten ervan kennis heeft gegeven dat het in artikel IX, lid 1, bedoelde redres is toegekend of, ingeval het redres is toegekend door een bui tenlands gerecht, is erkend door een gerecht van die ver dragsluitende staat, en dat de schuldeiser gerechtigd is die rechtsmiddelen in overeenstemming met het verdrag te be werkstelligen, en
b) de desbetreffende autoriteiten met spoed met de schuldeiser samenwerken en deze bijstaan bij de toepassing van deze rechtsmiddelen in overeenstemming met de toepasselijke wetten en voorschriften inzake de veiligheid van de lucht vaart.
7. De leden 2 en 6 doen geen afbreuk aan de toepasselijke wetten en voorschriften inzake de veiligheid van de luchtvaart.
Artikel XI
Rechtsmiddelen bij insolventie
1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing indien een ver dragsluitende staat die de primaire rechtsmacht bij insolventie heeft, een verklaring ingevolge artikel XXX, lid 3, heeft afgelegd.
Alternatief A
2. Indien zich een insolventiegerelateerde gebeurtenis voor doet, stelt de curator of de schuldenaar, naargelang hetgeen van toepassing is, onder voorbehoud van lid 7, de luchtvaartuigzaak in het bezit van de schuldeiser, uiterlijk op het vroegste van de volgende twee tijdstippen:
a) aan het einde van de wachttermijn, en
b) op de datum waarop de schuldeiser gerechtigd zou zijn tot bezit van de luchtvaartuigzaak indien dit artikel niet van toepassing zou zijn.
3. Voor de toepassing van dit artikel is de „wachttermijn” het tijdvak dat wordt vermeld in een verklaring van de verdrags luitende staat die de primaire rechtsmacht bij insolventie heeft.
4. Verwijzingen in dit artikel naar de „curator” zijn verwij zingen naar die persoon in zijn officiële en niet in zijn persoon lijke hoedanigheid.
5. Tenzij en totdat de schuldeiser de gelegenheid is gegeven tot inbezitneming ingevolge lid 2:
a) bewaart de curator of de schuldenaar, naargelang hetgeen van toepassing is, de luchtvaartuigzaak en zorgt hij voor de instandhouding van de zaak en van de waarde ervan in overeenstemming met de overeenkomst, en
b) is de schuldeiser gerechtigd andere vormen van tussentijds redres te verzoeken die ingevolge het toepasselijke recht be schikbaar zijn.
6. Punt a) van het voorgaande lid vormt geen beletsel voor het gebruik van de luchtvaartuigzaak krachtens afspraken voor de bewaring van de luchtvaartuigzaak en voor de instandhou ding van de zaak en van de waarde ervan.
7. De curator of de schuldenaar, naargelang hetgeen van toepassing is, mag de luchtvaartuigzaak in bezit houden indien hij, op het in lid 2 bedoelde tijdstip, alle gevallen van verzuim, anders dan een verzuim ontstaan door de opening van een insolventieprocedure, heeft gezuiverd en ermee heeft ingestemd alle toekomstige verbintenissen uit hoofde van de overeenkomst na te komen. Ten aanzien van een verzuim bij de nakoming van die toekomstige verbintenissen is geen tweede wachttermijn van toepassing.
8. Ten aanzien van de in artikel IX, lid 1, genoemde rechts middelen geldt dat:
a) deze beschikbaar worden gesteld door de registratieautoriteit en andere administratieve autoriteiten in een verdragsluitende staat, naargelang hetgeen van toepassing is, uiterlijk vijf werkdagen na de datum waarop de schuldeiser die autoritei ten ervan kennis heeft gegeven dat hij gerechtigd is die rechtsmiddelen in overeenstemming met het verdrag te be werkstelligen, en
b) de desbetreffende autoriteiten met spoed met de schuldeiser samenwerken en deze bijstaan bij de toepassing van deze rechtsmiddelen in overeenstemming met de toepasselijke wetten en voorschriften inzake de veiligheid van de lucht vaart.
9. De toepassing van de door het verdrag of dit protocol toegestane rechtsmiddelen mag na de in lid 2 bedoelde datum niet worden belemmerd of vertraagd.
10. De verbintenissen van de schuldenaar ingevolge de over eenkomst mogen zonder de instemming van de schuldeiser niet worden gewijzigd.
11. Niets in het voorgaande lid mag zodanig worden uitge legd dat de eventuele bevoegdheid van de curator ingevolge het toepasselijke recht om de overeenkomst te beëindigen, wordt aangetast.
12. Geen enkel recht of zekerheid, behoudens buitencontrac tuele rechten of zekerheden van een categorie waarop een ver klaring ingevolge artikel 39, lid 1, van toepassing is, heeft bij
een insolventieprocedure voorrang boven ingeschreven zekerhe den.
13. Het verdrag zoals gewijzigd door artikel IX van dit pro tocol is van toepassing op de aanwending van rechtsmiddelen ingevolge dit artikel.
Alternatief B
2. Indien zich een insolventiegerelateerde gebeurtenis voor doet, stelt de curator of de schuldenaar, naargelang hetgeen van toepassing is, op verzoek van de schuldeiser, de schuldeiser binnen de in een verklaring van een verdragsluitende staat in gevolge artikel XXX, lid 3, genoemde termijn, ervan in kennis of hij:
a) alle gevallen van verzuim, anders dan een verzuim ontstaan door de opening van een insolventieprocedure, zal zuiveren en ermee instemt alle toekomstige verbintenissen uit hoofde van de overeenkomst en de daaraan gerelateerde transactie documenten na te komen, of
b) de schuldeiser in de gelegenheid zal stellen de luchtvaartuig zaak, in overeenstemming met het toepasselijke recht, in bezit te nemen.
3. Het in lid 2, onder b), bedoelde toepasselijke recht kan het gerecht toestaan te verlangen dat een aanvullende maatregel wordt genomen of een aanvullende garantie wordt gesteld.
4. De schuldeiser levert bewijs van zijn vorderingen en be wijst dat zijn internationale zekerheid is ingeschreven.
5. Indien de curator of de schuldenaar, naargelang hetgeen van toepassing is, geen kennisgeving doet in overeenstemming met lid 2, of indien de curator of de schuldenaar heeft verklaard dat hij de schuldeiser in de gelegenheid stelt de luchtvaartuig zaak in bezit te nemen, maar verzuimt zulks te doen, kan het gerecht de schuldeiser toestaan de luchtvaartuigzaak in bezit te nemen op de door het gerecht bevolen voorwaarden en kan het gerecht verlangen dat een aanvullende maatregel wordt geno men of een aanvullende garantie wordt gesteld.
6. Hangende een beslissing door een gerecht ter zake van de vordering en de internationale zekerheid, wordt de luchtvaar tuigzaak niet verkocht.
Artikel XII
Bijstand bij insolventie
1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing indien een ver dragsluitende staat een verklaring ingevolge artikel XXX, lid 1, heeft afgelegd.
2. De gerechten van een verdragsluitende staat waarin zich een luchtvaartuigzaak bevindt, werken bij de uitvoering van de bepalingen van artikel XI, in overeenstemming met het recht van de verdragsluitende staat, in de ruimst mogelijke mate sa men met buitenlandse gerechten en buitenlandse curatoren.
Artikel XIII
Machtiging voor een doorhaling van de inschrijving en een uitvoerverzoek
1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing indien een ver dragsluitende staat een verklaring ingevolge artikel XXX, lid 1, heeft afgelegd.
2. Indien de schuldenaar een onherroepelijke machtiging voor doorhaling van een inschrijving en een uitvoerverzoek heeft afgegeven die in hoofdzaak overeenstemt met het bij dit protocol gevoegde formulier, en deze machtiging ter inschrij ving bij de registratieautoriteit heeft ingediend, wordt die mach tiging aldus ingeschreven.
3. De persoon ten gunste van wie de machtiging is afgegeven (de „gemachtigde partij”) of de officieel door hem aangewezen persoon is de enige persoon die gerechtigd is de in artikel IX, lid 1, bedoelde rechtsmiddelen toe te passen en kan dit uitsluitend doen in overeenstemming met de machtiging en de toepasse lijke wetten en voorschriften inzake de veiligheid van de lucht vaart. Deze machtiging kan niet door de schuldenaar worden ingetrokken zonder de schriftelijke instemming van de gemach tigde partij. Op verzoek van de gemachtigde partij verwijdert de registratieautoriteit een machtiging uit het register.
4. De registratieautoriteit en andere administratieve autoritei ten in verdragsluitende staten werken met spoed samen met de gemachtigde partij en verlenen haar bijstand bij de toepassing van de in artikel IX bedoelde rechtsmiddelen.
Artikel XIV
Wijziging van bepalingen inzake voorrang
1. Een koper van een luchtvaartuigzaak krachtens een inge schreven verkoop verwerft zijn recht op die zaak vrij van een later ingeschreven recht en vrij van een niet ingeschreven recht, zelfs wanneer de koper feitelijk op de hoogte is van het niet ingeschreven recht.
2. Een koper van een luchtvaartuigzaak verwerft zijn recht op die zaak onder voorbehoud van een recht dat ten tijde van diens verwerving was ingeschreven.
3. De installatie van een luchtvaartuigmotor op een lucht vaartuig of de verwijdering daarvan doet geen afbreuk aan de eigendom van die motor of andere rechten of zekerheden daarop.
4. Artikel 29, lid 7, van het verdrag is van toepassing op een onderdeel, anders dan een zaak, die op een luchtvaartuigcasco, luchtvaartuigmotor of helikopter zijn geïnstalleerd.
Artikel XV
Wijziging van bepalingen inzake cessie
Artikel 33, lid 1, van het verdrag is van toepassing alsof het volgende onmiddellijk na punt b) was toegevoegd:
„en c) de schuldenaar schriftelijk heeft ingestemd, ongeacht het feit of de instemming al dan niet voorafgaand aan de cessie is gegeven of daarin de cessionaris wordt genoemd.”
Artikel XVI
Bepalingen inzake schuldenaars
1. Bij afwezigheid van een verzuim in de zin van artikel 11 van het verdrag, heeft de schuldenaar recht op het rustige bezit en gebruik van de zaak in overeenstemming met de overeen komst tegenover:
a) zijn schuldeiser en de houder van een zekerheid waarvan het door de schuldenaar verworven recht vrij is gebleven inge volge artikel 29, lid 4, van het verdrag of, in de hoedanig heid van koper, artikel XIV, lid 1, van dit protocol, tenzij en voor zover de schuldenaar anders is overeengekomen, en
b) de houder van een zekerheid waaraan het recht van de schuldenaar onderworpen is ingevolge artikel 29, lid 4, van het verdrag of, in de hoedanigheid van koper, artikel XIV, lid 2, van dit protocol, doch uitsluitend in de mate waarin die houder daarmee eventueel heeft ingestemd.
2. Niets in het verdrag of dit protocol doet afbreuk aan de aansprakelijkheid van een schuldeiser wegens niet-nakoming van de overeenkomst ingevolge het toepasselijke recht voor zover die overeenkomst betrekking heeft op een luchtvaartuig zaak.
HOOFDSTUK III
BEPALINGEN INZAKE DE INSCHRIJVING VAN INTERNATIONALE ZEKERHEDEN OP LUCHTVAARTUIGZAKEN
Artikel XVII
De Toezichthoudende Autoriteit en de bewaarder
1. De Toezichthoudende Autoriteit is de internationale enti teit die wordt aangewezen door een resolutie aangenomen door de Diplomatieke Conferentie voor de aanneming van een Ver drag inzake mobiel materieel en een luchtvaartuigprotocol.
2. Indien de in het vorige lid bedoelde internationale entiteit niet in staat en bereid is als Toezichthoudende Autoriteit op te treden, wordt een conferentie van de ondertekenende en ver dragsluitende staten bijeengeroepen teneinde een andere Toe zichthoudende Autoriteit aan te wijzen.
3. De Toezichthoudende Autoriteit en haar leidinggevenden en medewerkers genieten de immuniteit van gerechtelijke en administratieve zoals toegekend krachtens de op hen als inter nationale entiteit of anderszins van toepassing zijnde regels.
4. De Toezichthoudende Autoriteit kan een commissie van deskundigen instellen, samengesteld uit door de ondertekenende en verdragsluitende staten voorgedragen personen met de no dige kwalificaties en ervaring, en deze commissie opdragen de Toezichthoudende Autoriteit bij de vervulling van haar taken bij te staan.
5. De eerste bewaarder beheert het Internationale Register voor een tijdvak van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit protocol. Daarna wordt de bewaarder met regelmatige tussenpozen van vijf jaren door de Toezicht houdende Autoriteit benoemd of herbenoemd.
Artikel XVIII
Eerste reglement
Het eerste reglement wordt door de Toezichthoudende Auto riteit opgesteld opdat dit van kracht wordt bij de inwerkingtre ding van dit protocol.
Artikel XIX
Aangewezen punten van invoer
1. Onverminderd lid 2 kan een verdragsluitende staat te allen tijde een of meer organen op zijn grondgebied aanwijzen als punt of punten van invoer via welke informatie aan het Inter nationale Register moet of kan worden verzonden die vereist is voor de inschrijving, anders dan de inschrijving van een ken nisgeving van een nationale zekerheid of een recht of zekerheid ingevolge artikel 40 die in beide gevallen ontstaan ingevolge het recht van een andere staat.
2. Een aanwijzing ingevolge het voorgaande lid kan het ge bruik van een aangewezen punt of punten van invoer toestaan, doch niet opleggen, voor informatie vereist voor inschrijvingen ten aanzien van luchtvaartuigmotoren.
Artikel XX
Aanvullende wijzigingen van bepalingen inzake inschrijving
1. Voor de toepassing van artikel 19, lid 6, van het verdrag zijn de raadpleegcriteria voor een luchtvaartuigzaak de naam van de fabrikant, het serienummer van de fabrikant en de naam van het model, met de aanvullingen die vereist zijn voor haar individualisering. Deze aanvullende informatie wordt in het reglement nader omschreven.
2. Voor de toepassing van artikel 25, lid 2, van het verdrag en onder de daar beschreven omstandigheden, neemt de houder van een ingeschreven toekomstige internationale zekerheid of een ingeschreven toekomstige cessie van een internationale ze kerheid of de persoon ten gunste van wie een toekomstige verkoop is ingeschreven, zodanige maatregelen als binnen zijn macht liggen om doorhaling van de inschrijving te bewerkstel ligen, uiterlijk vijf werkdagen na de ontvangst van een in dat lid genoemd verzoek.
3. De in artikel 17, lid 2, onder h), van het verdrag bedoelde tarieven worden zodanig vastgesteld dat deze dekkend zijn voor de redelijke kosten van de instelling, exploitatie en reglemente ring van het Internationale Register en de redelijke kosten van de Toezichthoudende Autoriteit samenhangend met de vervul ling van de taken, uitoefening van de bevoegdheden, en nako ming van de verplichtingen vervat in artikel 17, lid 2, van het verdrag.
4. De gecentraliseerde taken van het Internationale Register worden door de bewaarder 24 uur per dag uitgeoefend en beheerd. De diverse punten van invoer functioneren ten minste gedurende de werktijden in hun respectieve grondgebieden.
5. De in artikel 28, lid 4, van het verdrag bedoelde hoogte van de verzekering of financiële garantie bedraagt, per gebeur tenis, ten minste de maximumwaarde van een luchtvaartuigzaak zoals vastgesteld door de Toezichthoudende Autoriteit.
6. Niets in dit verdrag belet de bewaarder voor een verzeke ring of financiële garantie te zorgen die gebeurtenissen dekt waarvoor de bewaarder ingevolge artikel 28 van het verdrag niet aansprakelijk is.
HOOFDSTUK IV
RECHTSMACHT
Artikel XXI
Wijziging van bepalingen inzake rechtsmacht
Voor de toepassing van artikel 43 van het verdrag en onder voorbehoud van artikel 42 van het verdrag, is een gerecht van een verdragsluitende staat eveneens bevoegd indien de zaak een helikopter, of een bij een luchtvaartuig behorend luchtvaartuig casco is, ten aanzien waarvan die staat de staat van inschrijving is.
Artikel XXII
Afstand van soevereine immuniteit
1. Onverminderd lid 2 is een afstand van soevereine immu niteit van rechtsmacht van de in artikel 42 of artikel 43 van het verdrag bedoelde gerechten of met betrekking tot de handha ving van rechten en zekerheden die ingevolge het verdrag be trekking hebben op een luchtvaartuigzaak, bindend, en, indien aan de andere voorwaarden voor deze rechtsmacht of hand having is voldaan, ontstaat hierdoor, naargelang van het geval, bevoegdheid en wordt hierdoor handhaving mogelijk.
2. Afstand zoals bedoeld in het voorgaande lid dient schrifte lijk te geschieden en dient een beschrijving van de luchtvaar tuigzaak te bevatten.
HOOFDSTUK V
VERHOUDING TOT ANDERE VERDRAGEN
Artikel XXIII
Verhouding tot het Verdrag betreffende de internationale erkenningvan rechten op luchtvaartuigen
Ten aanzien van een verdragsluitende staat die partij is bij het Verdrag betreffende de internationale erkenning van rechten op luchtvaartuigen, ondertekend te Genève op 19 juni 1948, heeft het verdrag voorrang boven dat verdrag voor zover het betrek king heeft op luchtvaartuigen, zoals nader aangeduid in dit protocol, en op luchtvaartuigzaken. Ten aanzien van door dit verdrag niet bestreken of geraakte rechten of zekerheden heeft dit verdrag geen voorrang boven het Verdrag van Genève.
Artikel XXIV
Verhouding tot het Verdrag tot het vaststellen van enige eenvormige bepalingeninzake conservatoir beslag op luchtvaartuigen
1. Ten aanzien van een verdragsluitende staat die partij is bij het Verdrag tot het vaststellen van enige eenvormige bepalingen inzake conservatoir beslag op luchtvaartuigen, ondertekend te Rome op 29 mei 1933, heeft het verdrag voorrang boven dat verdrag voor zover het betrekking heeft op luchtvaartuigen, zoals nader aangeduid in dit protocol.
2. Een verdragsluitende staat die partij is bij het bovenge noemde verdrag kan, op het tijdstip van bekrachtiging, aanvaar ding of goedkeuring van, of toetreding tot dit protocol, verkla ren dat hij dit artikel niet toepast.
Artikel XXV
Verhouding tot het Unidroit-verdraginzake internationale financiële leasing
Het verdrag heeft voorrang boven het Unidroit-verdrag inzake internationale financiële leasing, ondertekend te Ottawa op
28 mei 1988, voor zover dit betrekking heeft op luchtvaar tuigzaken.
HOOFDSTUK VI
SLOTBEPALINGEN
Artikel XXVI
Ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding
1. Dit protocol staat open voor ondertekening te Kaapstad op 16 november 2001 door staten die deelnemen aan de Diplomatieke Conferentie voor de aanneming van een Verdrag inzake mobiel materieel en een luchtvaartuigprotocol, gehouden te Kaapstad van 29 oktober tot en met 16 november 2001. Na
16 november 2001 staat dit protocol voor alle staten open voor ondertekening op de Zetel van het Internationale Instituut voor de Eenmaking van het Privaatrecht (Unidroit) te Rome, totdat het in werking treedt in overeenstemming met artikel XXVIII.
2. Dit protocol is onderworpen aan bekrachtiging, aanvaar ding of goedkeuring door staten voor welke het is ondertekend.
3. Staten die dit protocol niet ondertekenen kunnen er te allen tijde toe toetreden.
4. Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding ge schiedt door de nederlegging van een formele akte daartoe bij de depositaris.
5. Een staat kan uitsluitend partij bij dit protocol worden indien hij tevens partij bij het verdrag is of wordt.
Artikel XXVII
Regionale organisaties voor economische integratie
1. Een regionale organisatie voor economische integratie die door soevereine staten is ingesteld en bevoegdheid heeft over bepaalde door dit protocol beheerste kwesties, kan dit protocol eveneens ondertekenen, aanvaarden, goedkeuren of ertoe toetre den. De regionale organisatie voor economische integratie heeft in dat geval de rechten en verplichtingen van een verdragslui
tende staat, voor zover die organisatie bevoegdheid heeft over zaken die door dit protocol worden beheerst. Indien het aantal verdragsluitende staten in dit protocol van belang is, telt de regionale organisatie voor economische integratie niet als een extra verdragsluitende staat naast haar lidstaten die verdragslui tende staat zijn.
2. De regionale organisatie voor economische integratie legt, op het tijdstip van ondertekening, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, aan de depositaris een verklaring af die de door dit protocol beheerste zaken vermeldt ten aanzien waarvan haar lidstaten hun bevoegdheid aan die organisatie hebben overge dragen. De regionale organisatie voor economische integratie geeft de depositaris onverwijld kennis van alle wijzigingen van de in overeenstemming met dit lid in de verklaring vermelde verdeling van bevoegdheden, met inbegrip van nieuwe over drachten van bevoegdheden.
3. Elke verwijzing in dit protocol naar „verdragsluitende staat” of „verdragsluitende staten” of „staat die partij is” of „sta ten die partij zijn” is, indien de context zulks vereist, eveneens van toepassing op een regionale organisatie voor economische integratie.
Artikel XXVIII
Inwerkingtreding
1. Dit protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van drie maanden na de datum van nederlegging van de achtste akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, tussen de staten die dergelijke akten hebben nedergelegd.
2. Ten aanzien van andere staten treedt dit protocol in wer king op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van drie maanden na de datum van nederlegging van hun akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding.
Artikel XXIX
Territoriale eenheden
1. Indien een verdragsluitende staat territoriale eenheden heeft waarin verschillende rechtsstelsels van toepassing zijn op de in dit protocol geregelde aangelegenheden kan deze staat, op het tijdstip van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toe treding, verklaren dat dit protocol zich uitstrekt tot al zijn territoriale eenheden of slechts een of meer daarvan en kan hij zijn verklaring te allen tijde wijzigen door indiening van een andere verklaring.
2. In een dergelijke verklaring worden de territoriale eenhe den waarop dit protocol van toepassing is, uitdrukkelijk ge noemd.
3. Indien een verdragsluitende staat geen verklaring ingevolge lid 1 heeft afgelegd, is dit protocol van toepassing op alle territoriale eenheden van die staat.
4. Indien een verdragsluitende staat de toepasselijkheid van dit protocol uitbreidt tot een of meer van zijn territoriale een heden, kunnen de ingevolge dit protocol toegestane verklarin gen worden afgelegd ten aanzien van elke afzonderlijke territo riale eenheid, en kunnen de verklaringen die ten aanzien van de ene territoriale eenheid worden afgelegd, verschillen van die welke ten aanzien van een andere territoriale eenheid worden afgelegd.
5. Indien de toepasselijkheid van dit protocol zich krachtens een verklaring ingevolge lid 1 uitstrekt tot een of meer territo riale eenheden van een verdragsluitende staat:
a) wordt de schuldenaar uitsluitend geacht zich in een verdrags luitende staat te bevinden indien hij is opgericht of tot stand gekomen krachtens een wet die van kracht is in een territo riale eenheid waarop het verdrag en dit protocol van toepas sing zijn of indien hij zijn maatschappelijke of statutaire zetel, bestuurlijk centrum, plaats van bedrijfsuitoefening of gewone verblijfplaats heeft in een territoriale eenheid waarop het verdrag en dit protocol van toepassing zijn;
b) verwijst elke verwijzing naar de plaats van de zaak in een verdragsluitende staat naar de plaats van de zaak in een territoriale eenheid waarop het verdrag en dit protocol van toepassing zijn, en
c) wordt elke verwijzing naar de administratieve autoriteiten in die verdragsluitende staat uitgelegd als een verwijzing naar de administratieve autoriteiten die bevoegd zijn in een territori ale eenheid waarop het verdrag en dit protocol van toepas sing zijn en wordt elke verwijzing naar het nationale register of naar de registratieautoriteit in die verdragsluitende staat uitgelegd als een verwijzing naar het luchtvaartuigregister dat van kracht is of naar de registratieautoriteit die bevoegd is in de territoriale eenheid of eenheden waarop het verdrag en dit protocol van toepassing zijn.
Artikel XXX
Verklaringen met betrekking tot sommige bepalingen
1. Een verdragsluitende staat kan, op het tijdstip van be krachtiging, aanvaarding of goedkeuring van, of toetreding tot dit protocol, verklaren dat hij een of meer van de artikelen VIII, XII en XIII van dit protocol zal toepassen.
2. Een verdragsluitende staat kan, op het tijdstip van be krachtiging, aanvaarding of goedkeuring van, of toetreding tot dit protocol, verklaren dat hij artikel X van dit protocol, geheel of ten dele, zal toepassen. Indien hij een dergelijke verklaring aflegt ten aanzien van artikel X, lid 2, vermeldt hij het daarin vereiste tijdvak.
3. Een verdragsluitende staat kan, op het tijdstip van be krachtiging, aanvaarding of goedkeuring van, of toetreding tot dit protocol, verklaren dat hij het volledige alternatief A, of het volledige alternatief B, van artikel XI zal toepassen en, in dat geval, eventueel de soorten insolventieprocedures aanduiden waarop hij alternatief A zal toepassen, en eventueel de soorten insolventieprocedures aanduiden waarop hij alternatief B zal toepassen. Een verdragsluitende staat die een verklaring inge volge dit lid aflegt, vermeldt het door artikel XI vereiste tijdvak.
4. De gerechten van verdragsluitende staten passen artikel XI toe in overeenstemming met de door de verdragsluitende staat die de primaire rechtsmacht bij insolventie heeft, afgelegde ver klaring.
5. Een verdragsluitende staat kan, op het tijdstip van be krachtiging, aanvaarding of goedkeuring van, of toetreding tot dit protocol, verklaren dat hij de bepalingen van artikel XXI, geheel of gedeeltelijk, niet zal toepassen. In de verklaring moet worden vermeld onder welke voorwaarden het desbetreffende artikel zal worden toegepast, indien het gedeeltelijk zal worden toegepast, of anders welke andere vormen van voorlopig redres zullen worden toegepast.
Artikel XXXI
Verklaringen ingevolge het verdrag
Verklaringen afgelegd ingevolge het verdrag, met inbegrip van verklaringen krachtens de artikelen 39, 40, 50, 53, 54, 55, 57,
58 en 60 van het verdrag, worden geacht eveneens te zijn afgelegd ingevolge dit protocol, behoudens andersluidende ver klaring.
Artikel XXXII
Voorbehouden en verklaringen
1. Ten aanzien van dit protocol kunnen geen voorbehouden worden gemaakt, maar uit hoofde van de artikelen XXIV, XXIX, XXX, XXXI, XXXIII en XXXIV toegestane verklaringen kunnen in overeenstemming met deze artikelen worden afgelegd.
2. Van elke verklaring of latere verklaring of elke intrekking van een verklaring ingevolge dit protocol wordt schriftelijke kennisgeving aan de depositaris gedaan.
Artikel XXXIII
Latere verklaringen
1. Een staat die partij is kan te allen tijde na de datum waarop dit protocol voor hem in werking is getreden door middel van een daartoe aan de depositaris gerichte kennisgeving een latere verklaring afleggen, anders dan een in overeenstem ming met artikel XXXI uit hoofde van artikel 60 van het ver drag afgelegde verklaring.
2. Later afgelegde verklaringen worden van kracht op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van zes maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de depositaris.
Indien in de kennisgeving een langer tijdvak voor het van kracht worden van die verklaring is vermeld, wordt de verklaring van kracht na het verstrijken van dit langere tijdvak na de ontvangst van de kennisgeving door de depositaris.
3. Niettegenstaande de voorgaande leden blijft dit protocol ten aanzien van alle rechten en zekerheden die voor de datum van het van kracht worden van die latere verklaring zijn ont staan, van toepassing alsof geen latere verklaring was afgelegd.
Artikel XXXIV
Intrekking van verklaringen
1. Elke staat die partij is en die een verklaring uit hoofde van dit protocol heeft afgelegd, anders dan een in overeenstemming met artikel XXXI uit hoofde van artikel 60 van het verdrag afgelegde verklaring, kan deze verklaring te allen tijde intrekken door middel van een kennisgeving aan de depositaris. Deze intrekking wordt van kracht op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van zes maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de depositaris.
2. Niettegenstaande het voorgaande lid blijft dit protocol ten aanzien van alle rechten en zekerheden die voor de datum van het van kracht worden van die intrekking zijn ontstaan, van toepassing alsof de verklaring niet was ingetrokken.
Artikel XXXV
Opzeggingen
1. Elke staat die partij is kan dit protocol opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de depositaris.
2. De opzegging wordt van kracht op de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van twaalf maanden na de datum waarop de kennisgeving door de depositaris is ontvan gen.
3. Niettegenstaande de voorgaande leden blijft dit protocol ten aanzien van alle rechten en zekerheden die voor de datum van het van kracht worden van een opzegging zijn ontstaan, van toepassing alsof geen opzegging had plaatsgevonden.
Artikel XXXVI
Herzieningsconferenties, wijzigingen en daaraan gerelateerde aangelegenheden
1. De depositaris stelt jaarlijks, of op een zodanig ander tijd stip als de omstandigheden vereisen, in overleg met de Toezicht houdende Autoriteit, verslagen op voor de staten die partij zijn met betrekking tot de wijze waarop het bij het verdrag, zoals gewijzigd door dit protocol, ingestelde internationale stelsel in de praktijk heeft gefunctioneerd. Bij de opstelling van deze ver slagen neemt de depositaris de verslagen van de Toezichthou dende Autoriteit betreffende de werking van het internationale registratiesysteem in aanmerking.
2. Op verzoek van ten minste vijfentwintig procent van de staten die partij zijn wordt door de depositaris, in overleg met de Toezichthoudende Autoriteit, van tijd tot tijd een herzie ningsconferentie van de staten die partij zijn bijeengeroepen, ter bestudering van:
a) de praktische werking van het verdrag, zoals gewijzigd door dit protocol, en de doeltreffendheid ervan bij de bevordering van de op onderpand van activa gebaseerde financiering en leasing van de zaken waarop de bepalingen van dit verdrag van toepassing zijn;
b) de juridische interpretatie en de toepassing van de bepalin gen van dit protocol en het reglement;
c) de werking van het internationale registratiesysteem, de pres taties van de bewaarder en het toezicht op hem door de Toezichthoudende Autoriteit, met inachtneming van de ver slagen van de Toezichthoudende Autoriteit, en
d) de vraag of het wenselijk is wijzigingen aan te brengen in dit protocol of in de regelingen inzake het Internationale Regis ter.
3. Een wijziging van dit protocol wordt goedgekeurd met een meerderheid van ten minste tweederde van de staten die partij zijn en die aan de in het voorgaande lid bedoelde con ferentie deelnemen, en treedt vervolgens in werking ten aanzien van de staten die de wijziging hebben bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd indien deze, in overeenstemming met de bepalin gen van artikel XXVIII inzake zijn inwerkingtreding, door acht staten is bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd.
Artikel XXXVII
Depositaris en taken van de depositaris
1. De akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding worden nedergelegd bij het Internationale Instituut voor de Eenmaking van het Privaatrecht (Unidroit), dat hierbij tot depositaris wordt benoemd.
2. De depositaris:
a) stelt alle verdragsluitende staten op de hoogte van:
i) elke nieuwe ondertekening of nederlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetre ding, tezamen met de datum daarvan;
ii) de datum van inwerkingtreding van dit protocol;
iii) elke verklaring afgelegd in overeenstemming met dit pro tocol, tezamen met de datum daarvan;
iv) de intrekking of wijziging van verklaringen, tezamen met de datum daarvan, en
v) kennisgevingen van opzegging van dit protocol, tezamen met de datum daarvan en de datum waarop de opzeg ging van kracht wordt;
b) zendt gewaarmerkte afschriften van dit protocol aan alle verdragsluitende staten;
c) doet de Toezichthoudende Autoriteit en de bewaarder een afschrift toekomen van elke akte van bekrachtiging, aanvaar ding, goedkeuring of toetreding, tezamen met de datum van nederlegging daarvan, van elke verklaring of intrekking of wijziging van een verklaring en van elke kennisgeving van opzegging, tezamen met de datum van kennisgeving daar van, zodat de daarin vervatte informatie eenvoudig en vol ledig beschikbaar is, en
d) verricht de overige voor een depositaris gebruikelijke taken.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden, daartoe naar behoren gevolmachtigd, dit protocol hebben on dertekend.
GEDAAN te Kaapstad, de zestiende november tweeduizend een, in een enkel oorspronkelijk exemplaar in de Engelse, de Franse, de Spaanse, de Arabische, de Chinese en de Russische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek; deze authenticiteit is geldig na verificatie, binnen negentig dagen na heden, van de onderlinge overeenstemming van de teksten door het Gemeen schappelijk secretariaat van de Conferentie onder het gezag van de voorzitter van de Conferentie.
BIJLAGE
FORMULIER VOOR ONHERROEPELIJKE MACHTIGING VOOR DOORHALING VAN DE INSCHRIJVING EN VOOR EEN UITVOERVERZOEK