Beheercontract tussen Agrarische Natuurcoöperatie Westergo en deelnemer
Beheercontract tussen Agrarische Natuurcoöperatie Westergo en deelnemer
Partijen,
1. Agrarische Natuurcoöperatie Westergo, hierna genoemd het collectief,
KvK 62695835, gevestigd te Drachten, contactadres Xxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxxxx
en
Naam bedrijf | |
Contactpersoon (voor- en achternaam) | |
Adres | |
Postcode en plaats | |
Telefoonnummer vast en mobiel | |
E-mailadres | |
IBAN rekeningnummer | |
Tenaamstelling bank/girorekening | |
KvK-nummer (bedrijf), of BSN (burgerservice nr) (particulier) |
2. hierna genoemd de deelnemer;
Overwegende:
• dat de deelnemer bij de voorintekening heeft aangegeven belangstelling te hebben voor deelname aan agrarisch natuur- en landschapsbeheer en/of daarmee samenhangende waterbeheerpakketten ten behoeve van het algemeen belang;
• dat partijen nu afspraken wensen te maken in het kader van behoud en versterking van een leefgebied, zoals uitgewerkt in de gebiedsaanvraag en gebaseerd op de doelen in het provinciale natuurbeheerplan van de provincie Fryslân;
• dat het collectief een subsidiebeschikking ontvangt op basis van de ingediende gebiedsaanvraag met het doel deze subsidie met inhouding van de transactiekosten door te geven aan de deelnemers;
• dat de subsidie aangewend zal worden voor de kosten van het totale beheer (extra kosten en inkomstenderving) inclusief de transactiekosten van het collectief;
• dat de deelnemer agrarische natuur- en/of landschapsbeheerpakketten en/of waterbeheerdoelen uit zal voeren onder de in dit beheercontract, vermelde voorwaarden;
• dat deze voorwaarden zijn opgenomen in een viertal bijlagen waarvan de inhoud deel uitmaakt van dit beheercontract,
Het collectief en de deelnemer komen het volgende overeen:
• De deelnemer voert de beheermaatregelen uit conform de eisen en voorschriften zoals vermeld in bijlage 1 voor de ANLB-beheereenheden die zijn vastgelegd in bijlage 4. Deze bijlage 4 Overeenkomst ANLb wordt tijdens de contractbespreking ingevuld via een uitdraai uit het SCAN-Office systeem. Deze bijlage bevat naast de beheereenheden en de daarop overeengekomen beheerpakketten ook een kaart waarop de beheereenheden zijn vastgelegd.
• Dit beheercontract wordt aangegaan onder de opschortende voorwaarde van formele goedkeuring van de gebiedsaanvraag door de Gedeputeerde Staten van de Provincie Fryslân.
• Partijen verklaren onderstaande bijlagen 1 tot en met 4 te hebben ontvangen en kennis genomen hebben van:
- Bijlage 1: Beheereisen- en aanvullende beheervoorschriften van de ANLB- beheerpakketten. Versie april 2020
- Bijlage 2: Algemene voorwaarden. Versie april 2020
- Bijlage 3: Controle- en sanctieprotocol. Versie april 2020
- Bijlage 4: Overeenkomst ANLb
• Met de ondertekening van dit beheercontract is de deelnemer automatisch lid van het Collectief en van één van de Agrarische Natuurverenigingen c.q. Natuurcoöperatie die samen het collectief vormen.
• Contactgegevens ANV:
ANV | |
Voorzitter | |
Paraaf voorzitter ANV |
Ondertekening
Plaats: | Datum: |
Contactpersoon: | Handtekening: |
Dit beheercontract is naar waarheid ingevuld. Namens de deelnemer:
Namens het collectief (Coöperatieve vereniging Westergo U.A.):
Plaats: Drachten | Datum: |
Naam bestuurder: Xxxxxx Xxxxxxx (voorzitter) | Handtekening: |
Toelichting op beheercontract
a. Algemeen
Tijdens de voorintekening heeft u aangegeven belangstelling te hebben voor deelname aan agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) en/of aan de daarmee samenhangende waterbeheerpakketten. De door u aangedragen informatie is nu door het collectief verwerkt en omgezet in dit beheer- contract met opschortende voorwaarde (vermeld onder C van het beheercontract). Deze opschortende voorwaarde heeft betrekking op de formele goedkeuring die nog verkregen moet worden van de provincie op de gebiedsaanvraag.
Alle deelnemers (contractanten) dienen lid te zijn van het collectief en van één van de agrarische natuurverenigingen c.q. Natuurcoöperatie die samen het collectief Westergo vormen. Door ondertekening van dit beheercontract wordt dat geregeld. Daarmee is geborgd dat de deelnemers/beheerders directe zeggenschap en verantwoordelijkheid hebben bij de uitvoering van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Tussentijdse beëindiging van het beheercontract kan reden zijn om het lidmaatschap van het collectief te beëindigen.
b. Toelichting op:
1. contractduur
De duur van het contract is gelijk aan de resterende looptijd van de subsidiebeschikking en maximaal 6 jaar. Dit beheercontract geldt als een raamovereenkomst. Mogelijk jaarlijks en zelfs lopende het seizoen t.b.v. het zogenaamde ‘last minute’ beheer, kunnen aanpassingen gewenst zijn van de overeengekomen beheerafspraken. Dergelijke aanpassingen, vastgelegd in een aangepaste Bijlage 4 (Overeenkomst ANLb) , wordt gezamenlijk ondertekend in een aanpassing op dit beheercontract.
Dergelijke aanpassingen vinden plaats op grond van ecologische kennis en ontwikkelingen in het gebied. Het collectief heeft daarbij de keuze (art. 18) of wijzigingen geheel in overeenstemming met de deelnemer plaatsvinden dan wel worden opgelegd door het collectief.
2. contract onder opschortende voorwaarden
Na het indienen van de gebiedsaanvraag worden met de provincie definitieve afspraken gemaakt over o.a. het areaal, de ligging, de voorgestelde beheereenheden en de daarmee verband houdende beheervergoedingen. Dit betekent dat de ondertekening van dit contract onder ‘opschortende
voorwaarden’ u juridisch nog geen zekerheid geeft op een definitief beheercontract met het
collectief.
3. definitief contract, eventueel na aanpassing
Als de gebiedsaanvraag door de provincie wordt goedgekeurd en leidt tot een subsidiebeschikking, gaat dit beheercontract “onder opschortende voorwaarden” met de hierin vermelde gegevens voor het uitvoeren van het beheer, automatisch over in een definitief beheercontract tussen u en het collectief.
Als het overleg met de provincie over de ingediende gebiedsaanvraag wel leidt tot aanpassingen, vindt er opnieuw overleg met u plaats. Dit vervolgoverleg biedt twee mogelijkheden:
a. er worden aanpassingen in de beheereenheden, en/of oppervlakte, en/of beheerpakket en/of beheervergoeding voorgesteld: het definitieve beheercontract wordt daarmee anders dan het contract “onder opschortende voorwaarden”. Het collectief overlegt dit met u en bij overeenstemming leidt dit met de overeengekomen wijzigingen tot het definitieve beheercontract.
b. een definitieve beheerovereenkomst wordt niet afgesloten omdat de voorgestelde wijzigingen niet of onvoldoende aansluiten bij uw bedrijfsvoering, waardoor u afziet van deelname aan ANLb.
4. bezwaar of beroepsmogelijkheid
De interne bezwaar en beroepsprocedure staat voor de deelnemer open ingeval er verschil van mening is over de voorgestelde wijziging conform art.17. Verder wordt in art. 28 in verband met geschillen aangaande dit beheercontract verwezen naar de door het collectief ingestelde geschillencommissie met de mogelijkheid het geschil uiteindelijk voor te leggen aan de rechter, dan wel te kiezen voor de mogelijkheid van arbitrage zonder een verdere juridische rechtsgang.
c. Contractonderdelen
Dit beheercontract “onder voorwaarden” geldt als raamcontract, dat door mogelijk jaarlijkse overeengekomen aanpassingen van Bijlage 4 (Overeenkomst ANLb) , exact aangeeft wat waar gebeurt. Dit beheercontract geeft het collectief de zekerheid ten aanzien van de uitvoering van het voorgestelde beheer, zoals verwoord wordt in de gebiedsaanvraag. Voor de deelnemer geven deze contractvoorwaarden inclusief de bijlagen, inzicht in de voorwaarden waaronder meegedaan kan worden.
Het betreft:
a). de omvang en (kadastrale) duiding van de hectares of strekkende meters van de beheereenheden (Bijlage 4 );
b). de hoogte van de beheervergoeding (Bijlage 4);
c). de beheereisen en aanvullende beheervoorschriften behorend bij het overeengekomen beheer (bijlage 1);
d). de overige contractvoorwaarden (bijlage 2);
e). de controle en sanctievoorwaarden, (bijlage 3);
f). de kaart met daarop aangegeven de ligging van de beheereenheden en de daarop afgesloten beheerpakketten (bijlage 4).
Bijlage 1 Beheereisen en aanvullende beheervoorschriften van de ANLB-beheerpakketten
A01. Grasland met rustperiode
Beschrijving
Door het in acht nemen van een rustperiode op grasland kan worden voorkomen dat broedende vogels worden verstoord maar ontstaat bovenal een biotoop waarin nesten en kuikens meer dekking kunnen vinden en de kans op predatie wordt verkleind. Daarnaast biedt lang gras meer foerageermogelijkheden voor kuikens omdat er meer bloeiende planten en daarmee insecten in voor komen.
Beheereisen
• Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie beschreven onder pakketten)
• Pakket l ,m, q, r, s en t: Het grasland wordt vanaf 1 maart en voor de rustperiode niet gemaaid
Aanvullende beheervoorschriften
→ In de rustperiode vinden op het ANLB-perceel geen bewerkingen plaats.
→ Beweiding is in de rustperiode niet toegestaan.
Pakketten
De rustperiode betreft de periode:
a) 1 april tot 1 juni. Vergoeding: € 333,39 per ha
b) 1 april tot 8 juni. Vergoeding: € 485,90 per ha
c) 1 april tot 15 juni. Vergoeding: € 649,70 per ha
d) 1 april tot 22 juni. Vergoeding: € 731,30 per ha
l) 1 mei tot 15 juni. Vergoeding: € 273,80 per ha
m) 8 mei tot 22 juni. Vergoeding: € 273,80 per ha
q) 1 mei tot 1 juni. Vergoeding: € 242 per ha
r) 8 mei tot 8 juni. Vergoeding: € 242 per ha
s) 1 mei tot 8 juni. Vergoeding: € 242 per ha
t) 8 mei tot 15 juni. Vergoeding: € 242 per ha
A02. Kuikenvelden
Beschrijving
Het pakket Kuikenvelden heeft een vergelijkbaar doel als het pakket Grasland met rustperiode. De rustperiode wordt echter niet van tevoren vastgelegd van datum x tot datum y, maar wordt ad hoc bepaald op plaatsen waar dit nodig is.
Beheereisen
• Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie beschreven onder pakketten)
Aanvullende beheervoorschriften
→ In de rustperiode vinden in de beheereenheid geen bewerkingen plaats.
→ Beweiding is in de rustperiode niet toegestaan.
→ Indien de kuikenvelden in de vorm van randen worden aangelegd, dienen deze randen ten minste 6 meter breed te zijn.
→ Kuikenvelden mogen op zijn vroegst op 1 juni worden gemaaid.
Pakketten
De rustperiode ligt in de periode 1 mei tot 1 augustus en heeft een duur van tenminste:
a) 2 weken. Vergoeding: € 304,38 per ha
Meldingen
• Ingangsdatum pakketvarianten minimaal 5 werkdagen voorafgaand aan ingangsdatum melden bij
RvO.
A03. Plas-dras
Beschrijving
Plas-dras biedt een aantrekkelijke biotoop voor weidevogels om te rusten en te foerageren.
Op plas-draspercelen kunnen voor het eigenlijke broedseizoen soms honderden weidevogels worden aangetroffen. De aantrekkingskracht is daarmee erg groot en gehoopt wordt dat een deel van deze weidevogels zal besluiten in het gebied te blijven om te broeden. Daarnaast bieden plas-draspercelen ook foerageer- en rustmogelijkheden buiten het directe broedseizoen, bijvoorbeeld voor al uitgevlogen jonge vogels en doortrekkers.
Het plas-draspakket a t/m d bestaat uit een grotendeels onder water staand graslandperceel. Aan het eind van de plas-drasperiode zal het perceel weer droogvallen, waarna het perceel zich kan herstellen of weer ingezaaid moet worden. Dit is van belang om het onderliggende perceel te kunnen blijven aanmerken als Gewasperceel.
Het onderdeel Greppel plas-dras (pakket e t/m h) is een kleinschalige variant van plas-dras en is gericht op het ontwikkelen van specifieke plas-dras condities langs greppels en sloten. Greppel plas- dras is ook mogelijk als last minute variant (pakket i t/m l).
Een plasdras heeft doorgaans een omvang van 0,3 tot 1 ha. Omdat met het vergroten van de oppervlakte, de ecologische effectiviteit niet verder toeneemt, is de omvang begrensd op 1 ha.
Beheereisen
• Het grasland is geïnundeerd (volledig drassig). De inundatieperiode loopt van datum x tot datum y
(zie beschreven onder pakketten)
Aanvullende beheervoorschriften
→ De beheereenheid is jaarlijks geïnundeerd.
→ Pakket a t/m d, m: op minimaal 60% van het oppervlak van het perceel is de laag water tussen de 5 en 20 cm diep.
→ Pakket e t/m l: op minimaal 60% van het oppervlak van het perceel is de laag water ten minste 5 cm diep.
→ Pakket i t/m l: bij het afsluiten van het pakket wordt de begindatum van de inundatie in de overeenkomst tussen deelnemer en collectief duidelijk vermeld.
→ Pakket i t/m l: in de periode tussen 1 mei en 1 augustus wordt een rustperiode gerealiseerd van ten minste a weken (zie beschreven onder pakketten.
→ Advies: minimaal 1x bloten/maaien na 1 augustus i.v.m. behoud AAN-status perceel.
Pakketten
De inundatieperiode betreft de volgende periode:
a) van 15 februari tot 15 april. Vergoeding: € 912,33 per ha
b) van 15 februari tot 15 mei. Vergoeding: € 1.447,35 per ha
c) van 15 februari tot 15 juni. Vergoeding: € 2.403,37 per ha
d) van 15 februari tot 1 augustus. Vergoeding: € 2.403,37 per ha
e) van 15 februari tot 15 april. Vergoeding: € 912,33 per ha
f) van 15 februari tot 15 mei. Vergoeding: € 1.447,35 per ha
g) van 15 februari tot 15 juni. Vergoeding: € 2.403,37 per ha
h) van 15 februari tot 1 augustus. Vergoeding: € 2.403,37 per ha
i) in de periode van 1 mei tot 1 augustus, tenminste 3 weken. Vergoeding: € 721,01 per ha
j) in de periode van 1 mei tot 1 augustus, tenminste 4 weken. Vergoeding: € 961,35 per ha
k) in de periode van 1 mei tot 1 augustus, tenminste 6 weken. Vergoeding: € 1.442,02 per ha
l) in de periode van 1 mei tot 1 augustus, tenminste 8 weken. Vergoeding: € 1.922,70 per ha
A04. Legselbeheer
Beschrijving
Landbouwgrond met legselbeheer kan zowel bestaan uit grasland als uit bouwland. Het perceel wordt grotendeels normaal agrarisch gebruikt. Nesten worden gemarkeerd met stokken of nestbeschermers om ze te ontzien bij landbouwkundige werkzaamheden, zoals maaien, weiden of inzaaien. Door het plaatsen van nestbeschermers of het op andere wijze ontzien van de legsels bij werkzaamheden, wordt de kans op het uitkomen van het legsel sterk vergroot. Omdat alleen legselbeheer weinig dekking en foerageermogelijkheden biedt voor de uitgekomen kuikens, moet op hetzelfde perceel ook een vorm van randenbeheer worden uitgevoerd.
Beheereisen
• Pakket a, c, d, e, f, g, h: er wordt aantoonbaar gezocht naar nesten. Gevonden nesten en/of kuikens worden beschermd en gevrijwaard van alle landbouwkundige bewerkingen, tenminste via enclaves van minimaal 50 m2 (alleen op grasland), dan wel via een rustperiode van datum x tot datum y, waarbij de vrijwaring tenminste 14 kalenderdagen duurt, of via het plaatsen van nestbeschermers. Gevonden nesten zijn geregistreerd (bijvoorbeeld op stalkaart of via geo informatie).
• Pakket b: op bouwland wordt er een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie beschreven onder pakketten)
Aanvullende beheervoorschriften
→ In de rustperiode zijn bewerkingen en beweiding niet toegestaan.
→ De beheereenheid wordt tijdens het broedseizoen één of meerdere malen afgezocht op aanwezige legsels. Gevonden legsels worden gemarkeerd en geregistreerd.
→ Pakket a: een nestenclave heeft een straal van minimaal 3,5 meter.
→ Pakket b: er wordt een rustperiode in acht genomen van ten minste 15 april tot en met 15 mei. Als eerder dan 15 april legsels worden aangetroffen dan geldt de rustperiode vanaf het moment dat er legsels zijn geconstateerd en gemeld bij het Collectief. In de rustperiode worden geen werkzaamheden uitgevoerd zoals zaaien, frezen, schoffelen en eggen.
→ Pakket c: indien een perceel bouwland met nesten wordt bewerkt, dan wordt het nest gespaard door het tijdelijk te verplaatsen, of door middel van een nestbeschermer, of door om het nest heen te werken.
→ Pakket a7.001: Op het perceel waarop de beheereenheid Legselbeheer is gelegen, wordt het randenbeheer ingevuld met apart ingetekende beheereenheden A05h of A05i.
→ Pakket a7.002: Op het perceel waarop de beheereenheid Legselbeheer is gelegen, wordt het randenbeheer ingevuld met kuikenranden van 4 meter breed aan de beide lange zijden van het perceel. Deze rand blijft, nadat de rest van het perceel is gemaaid, ten minste 2 weken staan en wordt niet eerder dan 1 juni gemaaid.
Als alternatief kan er voor worden gekozen om de kuikenrand in 1 strook van minimaal 8 meter breed elders op het perceel te situeren.
Indien de beheereenheid wordt afgeweid, dienen de nesten te worden uitgerasterd of beschermd met een nestbeschermer, de kuikenrand mag worden beweid.
Pakketten
4a 7.001) nestbescherming op grasland. Vergoeding: € 23,99 per ha
4a 7.002) nestbescherming op grasland met aanvullende voorwaarden. Vergoeding: € 95,00 per ha
4b) rustperiode op bouwland 1 april - 15 mei. Vergoeding: € 351,65 per ha
4c) nestbescherming op bouwland. Vergoeding: € 23,99 per ha
Melding uitgevoerd beheer
• Melding nestenclaves: eenmalige, gebundelde melding bij RvO van aanvangsdatum nestenclaves
op basis van maaidatum eerste snede per gebied binnen 5 werkdagen na het maaien.
• Melding nestbeschermers bij beweiding: melding per perceel bij RvO binnen 5 werkdagen na plaatsen van nestbeschermers.
• Melding startdatum rustperiode: binnen 5 werkdagen na start rustperiode.
A05. Kruidenrijk grasland
Beschrijving
Door de beperkingen ten aanzien van de bemesting in combinatie met de rustperiode, ontwikkeld zich in Kruidenrijke Graslanden zich in het voorjaar een rijke bloeiende vegetatie. Dat trekt in grote mate insecten aan. Daar zijn opgroeiende weidevogelkuikens afhankelijk van. Daarnaast biedt Kruidenrijk Grasland(rand) dekking tegen predatoren.
Door de bemestingsbeperking wordt bijgedragen aan het beperken van de afspoeling van meststoffen naar het oppervlaktewater. Hierdoor is dit beheer ook zinvol voor de doelstellingen in de Natte Dooradering.
Beheereisen
• Pakketten a t/m g: er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie
beschreven onder pakketten)
• Uitsluitend gebruik van chemische onkruidbestrijding op max. 10% van de oppervlakte
• Het gewas wordt jaarlijks minimaal 1 keer gemaaid en afgevoerd
• Pakketten a t/m h: Minimaal 4 verschillende indicatorsoorten uit lijst b zijn in transect aanwezig in
de periode 1 april tot 1 oktober (groeiseizoen)
• Pakket i: Minimaal 8 verschillende indicatorsoorten uit lijst b zijn in transect aanwezig in de periode
1 april tot 1 oktober (groeiseizoen)
Aanvullende beheervoorschriften
→ In de rustperiode vinden op de oppervlakte geen bewerkingen plaats.
→ Het grasland mag niet worden gescheurd en/of gefreesd.
→ Chemische onkruidbestrijding is niet toegestaan, m.u.v. voor pleksgewijze bestrijding van haarden van onkruiden zoals akkerdistel, ridderzuring, jacobskruiskruid en brandnetel.
→ Pakketten a en b: Beweiding is in de rustperiode niet toegestaan.
→ Pakketten a en b: Uitsluitend bemesting met vaste mest toegestaan buiten de rustperiode .
→ Pakketten a en b: Het gewas wordt jaarlijks voor 1 augustus afgevoerd door middel van maaien en afvoeren. Vaker maaien en afvoeren is toegestaan.
→ Pakketten h en i: Bemesting is in het geheel niet toegestaan.
→ Pakketten h en i: Beweiding van de beheereenheid is toegestaan wanneer de beheereenheid is gelegen langs de randen van een perceel.
→ Pakketten h en i: Maaien is niet toegestaan in de periode van 1 april tot 15 juni voor zover het randenbeheer wordt uitgevoerd als onderdeel van het weidevogelbeheer en categorie Water.
Pakketten
a) kruidenrijk grasland met rustperiode van 1 april tot 15 juni. Vergoeding: € 1.250,54 per ha
b) kruidenrijk grasland met rustperiode van 1 april tot 22 juni. Vergoeding: € 1.438,21 per ha
h) kruidenrijke graslandrand klasse A. Vergoeding: € 1.062,87 per ha
i) kruidenrijke graslandrand klasse B. Vergoeding: € 1.196,92 per ha
A06. Extensief beweid grasland
Beschrijving
Het pakket Extensief beweid grasland is bedoeld voor weidevogels die voorkomen op wat korter grasland en een bepaalde beweidingdruk kunnen hebben. Het dient zowel als broedgebied als voor foerageergebied voor oudere vogels en kuikens. Extensief beweid grasland is structuurrijk grasland, omdat er vanwege de lage veedichtheid verschillen in het beweidingpatroon ontstaan. Chemische onkruidbestrijding is niet toegestaan omdat kruiden insecten aantrekken die als voedsel dienen voor de weidevogels en hun kuikens en daarmee van belang zijn voor het broedsucces van de weidevogels.
Beheereisen
• Beweiding is verplicht vanaf datum x tot datum y met minimale a en maximale veebezetting b
(GVE/ha) ( zie beschreven onder pakketten)
Aanvullende beheervoorschriften
→ Pakket a en c: van 1 april tot 15 juni zijn landbouwkundige bewerkingen niet toegestaan.
→ Onder de niet toegestane landbouwkundige bewerkingen vallen het maaien, rollen, slepen, scheuren, frezen, (her)inzaaien, doorzaaien en bemesten. In genoemde periode is het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen niet toegestaan.
Pakketten
a) beweiding verplicht van 1 mei tot 15 juni met minimaal 1 en maximaal 1,5 GVE/ha. Vergoeding: €
581,08 per ha
c) beweiding verplicht van 1 mei tot 15 juni met minimaal 1 en maximaal 3 GVE/ ha. Vergoeding: €
398,43 per ha
A07. Ruige mest
Beschrijving
Het uitrijden van ruige mest is gunstig voor weidevogelbeheer. Het bevordert een ‘rustige’ grasgroei, waardoor het gewas minder vol wordt en geschikter is voor kuikens. Ook zorgt ruige mest voor meer structuur in het gewas en biedt het meer ruimte voor kruiden. De organische mest zorgt bovendien voor een rijk bodemleven waarop oudervogels kunnen foerageren. Ten slotte wordt het stro in de ruige mest door sommige vogels, met name kieviten, gebruikt als nestmateriaal.
Beheereisen
• Bemesting met ruige stalmest is verplicht
Aanvullende beheervoorschriften
→ Op de beheereenheid wordt in een kalenderjaar ten minste 10 en maximaal 20 ton ruige stalmest per hectare uitgereden.
→ De ruige stalmest wordt in één keer tussen 1 februari en de begindatum van de rustperiode van het betreffende agrarische beheerpakket, óf vanaf de dag volgend op de einddatum van de rust- periode van het betreffende agrarische beheerpakket tot 1 september opgebracht, waarbij per beheerjaar slechts één melding gedaan mag worden.
→ Van het uitrijden van de ruige stalmest wordt binnen twee weken na dat uitrijden melding gedaan in het administratiesysteem van het Collectief. De melding gaat vergezeld van een kaart met een topografische ondergrond waarop de beheereenheid is, dan wel beheereenheden zijn, aangegeven waarop de ruige stalmest is uitgereden.
Pakketten
a) ruige mest. Vergoeding: minimaal € 100,00 per ha en maximaal € 115,60 per ha, afhankelijk van de mate van benutting van het beschikbare budget voor last minute beheer en het uitrijden van ruige mest
Meldingen
• melding uitgevoerd beheer per perceel bij RvO binnen 14 kalenderdagen na uitrijden.
A08. Hoog Waterpeil
Beschrijving
Voor de instandhouding van vitale weidevogelpopulaties is het noodzakelijk dat naast het optimaliseren van het graslandbeheer ook de inrichting wordt geoptimaliseerd ten aanzien van het waterpeil. Hierdoor is het bodemleven beter beschikbaar, wordt grasgroei vertraagd en ontstaat er meer variatie in de structuur van de grasmat.
De verhoging vindt plaats in de naast- of tussengelegen sloot.
Beheereisen
• Door een tijdelijke, plaatselijke voorziening is het oppervlaktewaterpeil van datum x tot datum y (zie beschreven onder pakketten) minimaal a centimeter (zie beschreven onder pakketten) hoger dan eerste volgende watergang
Aanvullende beheervoorschriften
→ Het oppervlaktewaterpeil naast de beheereenheid bereikt ná de verhoging een peil t.o.v. het (gemiddelde) maaiveld van 25 centimeter of minder op veengrond en 40 centimeter of minder op kleigrond.
→ Het pakket kan niet worden afgesloten in gebieden die volgens het peilbesluit van het waterschap een drooglegging hebben van 70 cm of meer (zomerpeil). Te allen tijde, echter, moet op de beheereenheid de hiervoor genoemde drooglegging (respectievelijk 25 en 40 cm) gerealiseerd zijn.
→ Er is een schriftelijke toestemming nodig van het waterschap.
→ Het verschil tussen het opgezette peil en het omringende peil is bij de peilscheidingen of stuwtjes te meten.
→ Het slootwaterpeil is verhoogd tussen 1 februari en 15 juni. De ingangsdatum kan in overleg met de mozaïekregisseur worden uitgesteld naar uiterlijk 15 maart als op het betreffende perceel eerst nog ruige mest moet worden uitgereden.
→ Alleen sloten waar het slootwaterpeil minimaal 20cm t.o.v. het omringende waterpeil wordt verhoogd, komen in aanmerking.
Pakketten
d) Hoog Waterpeil tot 15 juni. Vergoeding: € 100 per ha
Intekenen
In de landelijke richtlijn telt een breedte vanaf de sloot van 25 meter, als oppervlakte die mee telt voor de vergoeding.
Bij redelijk vlakke percelen wordt de volgende werkwijze van oppervlakte intekenen gehanteerd: Bij heel erg bolle percelen 25 meter hanteren conform landelijke richtlijn, in overige gevallen als het volgt handelen:
• 1 sloot aan de lange kant omhoog; ½ perceel intekenen.
• 1 sloot aan de lange kant en 1 aan de korte kant; ½ perceel intekenen.
• 2 sloten aan lange kant; gehele perceel intekenen.
• alles wat meer is; gehele perceel intekenen.
• bij afwijkende perceelsvormen handelen in de geest van bovenstaande.
L09. Poel en klein historisch water
Beheereisen
• Minimaal 5% tot maximaal 35% van de beheereenheid is jaarlijks geschoond en/of gemaaid (zie beschreven onder pakketten)
• Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd
Aanvullende beheervoorschriften
→ Minimaal de helft van het natte oppervlakte van de poel bestaat in de periode 15 maart tot 15 juni uit open water. Voor behoud van voldoende open water wordt het element periodiek opgeschoond. Een incidentele droogval is toegestaan in de periode 15 juni tot 15 november.
→ Vertrapping van de oevers bij het gebruik van het element als veedrinkpoel wordt voorkomen. Bij het gebruik als veedrinkpoel is minimaal de helft van de oeverlengte uitgerasterd.
→ Er mogen geen gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in het element gebruikt worden.
→ Er mogen geen vissen of andere dieren (zoals eenden en ganzen) worden uitgezet of gekweekt.
→ Slootmaaisel of bagger mag niet verwerkt worden in het element.
→ Een kleine poel is kleiner dan 175 m2, een grote poel en klein historisch water zijn groter dan 175 m2.
Pakketten
a) kleine poel, van 1 september tot 15 oktober, tenminste 75 % van de poel is geschoond/gemaaid.
Vergoeding: € 65,39 per stuk
b)grote poel en klein historisch water, van 1 september tot 15 oktober, tenminste 75 % van de poel is geschoond/gemaaid. Vergoeding: € 105,89 per stuk
Meldingen
• Uitgevoerd beheer melden bij XxX.xx binnen 14 kalenderdagen na schonen/maaien bij RvO.
L10. Natuurvriendelijke oever
Beheereisen
• Minimaal 25 % tot maximaal 75 % van de beheereenheid is jaarlijks geschoond en/of gemaaid
• Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het element en/of maaiafval is verwijderd
• Uitsluitend gebruik van chemische onkruidbestrijding op max. 10% van de oppervlakte
Aanvullende beheervoorschriften
→ De oppervlakte wordt in een cyclus van minimaal éénmaal per 2 jaar en maximaal éénmaal per jaar geschoond en/of gemaaid.
→ Chemische onkruidbestrijding is niet toegestaan, m.u.v. voor pleksgewijze bestrijding van haarden van onkruiden zoals akkerdistel, ridderzuring, Jacobskruiskruid en brandnetel.
→ Er mogen geen meststoffen in het element gebruikt worden.
→ Het maaien/schonen vindt bij voorkeur plaats tussen 1 januari en 1 maart en na 15 juli.
→ pakket a: De oppervlakte wordt niet beweid.
→ pakket b: De oppervlakte wordt niet beweid tussen 1 april en 15 juni. Buiten deze periode is beweiding toegestaan uitsluitend met schapen met een maximale veedichtheid van 3 GVE/ha (20 schapen (ooi of ram) incl. lammeren tot een half jaar / ha).
Pakketten
a) natuurvriendelijke oever. Vergoeding: € 0,52 per m1
b) natuurvriendelijke oever met schapenbegrazing. Vergoeding: € 0,52 per m1
Meldingen
• Uitgevoerd beheer melden bij RvO binnen 14 kalenderdagen na schonen/maaien bij RvO.
L11. Rietzoom en klein rietperceel
Beheereisen
• Minimaal 25 % tot maximaal 75 % van de beheereenheid is jaarlijks geschoond en/of gemaaid
• Snoeiafval is verwijderd of op rillen gelegd in het elementen/of maaiafval is verwijderd
Aanvullende beheervoorschriften
→ Er groeit riet in de eenheid.
→ De oppervlakte wordt in een cyclus van minimaal éénmaal per 4 jaar en maximaal éénmaal per 2 jaar geschoond en/of gemaaid.
→ Er mogen geen gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in het element gebruikt worden.
→ Maximaal 20% van de oppervlakte van het element bestaat uit struweel.
→ Pakket a: smalle rietzoom is smaller dan 5 meter.
→ Pakket b: brede rietzoom is breder dan 5 m.
→ De oppervlakte wordt niet beweid.
→ Het maaien en/of schonen wordt uitgevoerd van 1 januari tot 1 maart en na 1 oktober.
Pakketten
a) smalle rietzoom. Vergoeding: € 0,42 per m1
b) brede rietzoom en klein rietperceel. Vergoeding: € 640,67 per ha
Meldingen
• Uitgevoerd beheer melden binnen 14 kalenderdagen na schonen/maaien bij RvO.
L12. Duurzaam slootbeheer
Beschrijving
Afhankelijk van hun breedte, diepte en profiel kunnen sloten van belang zijn voor soorten als krabbenscheer, fonteinkruid, zwanenbloem, grote modderkruiper en bittervoorn. Naast de minimumeisen die het waterschap stelt aan het onderhoud van sloten (de Keur) kan zorgvuldig en gefaseerd beheer van de sloot de ecologische waarde ervan versterken.
Beheereisen
• Pakket a: jaarlijks is op minimaal 25% tot maximaal 75 % van het leefgebied onder beheer bagger
op aangrenzende landbouwgrond gespoten.
• Pakket b: minimaal 25 % tot maximaal 75 % van de beheereenheid is geschoond en/of gemaaid en maaiafval is verwijderd
Aanvullende beheervoorschriften
→ Pakket a:
- Er wordt niet gezogen binnen 60 cm vanaf de waterlijn.
- De zuigkop van de baggerpomp wordt ieder jaar zoveel mogelijk door dezelfde voren getrokken in de sloot om het onderwatertalud te sparen. De richting is van het uiteinde naar het ‘open’ einde (in de richting van een grotere watergang) en de rijsnelheid is rustig.
- De baggerspuit heeft geen vleugels en een niet te krachtige pomp die in verhouding is met de afmetingen van de watergang (slootpeil mag niet meer dan 20 cm dalen en sloot mag niet droogvallen).
- Er komt geen bagger terecht in de slootkant en/of de kruidenrijke/botanische rand.
- Er wordt gebaggerd in mozaïekvorm, dus niet alles tegelijk: minimaal 25% van de vegetatie blijft staan. Het Collectief geeft aan wanneer welke sloot gebaggerd mag worden.
- Het baggeren vindt niet plaats tussen 1 november tot 1 juni. Ten alle tijden wordt de gedragscode waterschappen gehanteerd.
→ Pakket b:
- Het slootvuil wordt afgevoerd of verwerkt op het naastgelegen perceel d.m.v. bijvoorbeeld een wallenfrees.
- Indien de Keur dit toestaat blijft een deel van de slootbegroeiing tijdens het slootschonen staan (afhankelijk van de Keur maximaal 25 % van de begroeiing).
- Bij het slootschonen wordt gebruik gemaakt van een maaikorf of een ecoreiniger. Andere slootreinigingsapparatuur kan ook gebruikt worden mits het bodemprofiel inclusief de wortels van waterplanten in de sloot niet beschadigd wordt.
- Het slootschonen en de afvoer of verwerking van slootvuil vindt plaats van 15 juni tot 1 december.
Pakketten
a) baggeren met de baggerpomp, 25 tot 75 % van het leefgebied is gebaggerd.
b) ecologisch slootschonen, 25 tot 75 % van het leefgebied is geschoond. Vergoeding: € 0,10 per m1
Meldingen
• Uitgevoerd beheer x.x.x. xxxxxxxx, schonen en/of maaien melden bij RvO binnen 14 kalenderdagen na uitvoering.
A13c. Botanisch waardevolle graslandrand
Beheereisen
• Uitsluitend gebruik van chemische onkruidbestrijding op max. 10% van de oppervlakte
• Minimaal 4 verschillende indicatorsoorten uit lijst b zijn in transect aanwezig in de periode van 1 april tot 1 oktober (groeiseizoen)
• Het gewas wordt jaarlijks minimaal 1 keer gemaaid en afgevoerd.
Aanvullende beheervoorschriften
→ De beheereenheid wordt niet bemest en er wordt geen bagger opgebracht.
→ Het grasland mag niet worden gescheurd en/of gefreesd
→ Klepelen is niet toegestaan.
→ Het slootvuil wordt op 1 m van de waterinsteek gedeponeerd. Na 48 uur mag het worden afgevoerd of verwerkt d.m.v. bv. een wallenfrees. Afvoeren of verwerken dient vóór 1 april te gebeuren.
→ Na 1 juni wordt de rand gemaaid. Daarbij wordt een keuze gemaakt uit de volgende twee varianten:
→ Basisvariant:
− Bij elke maaisnede wordt 10% van de rand niet gemaaid
− Per maaisnede wordt op een andere locatie in de rand 10% niet gemaaid.
− Bij de laatste maaisnede blijft 10% van de rand de hele winterperiode staan.
− Weiden is toegestaan met een maximale veedichtheid van 3 GVE/ha.
→ Plusvariant biodiversiteit:
− De beheereenheid wordt niet vaker en niet minder vaak dan één keer per jaar gemaaid. Daarbij wordt de volgende fasering toegepast:
− Na 1 juni wordt maximaal 50% van de rand gemaaid.
− Na 1 september wordt de andere 50% gemaaid, waarbij de eerste helft weer wordt overgeslagen.
− Weiden niet toegestaan. De eenheid wordt afgerasterd wanneer de rest van het perceel wordt geweid.
Pakketten
c) Botanische rand t.b.v. waterkwaliteit. Vergoeding € 1.206,16 per hectare
A38. Water Bergen
Beheereisen
• Watergang heeft (via natuurlijke of kunstmatige voorziening) vrij toegang tot de oppervlakte, na onderlopen wordt er schoongemaakt
• Minimaal 4 verschillende indicatorsoorten uit de lijst b zijn in transect aanwezig in de periode van 1 april tot 1 oktober
• Het gewas wordt jaarlijks minimaal 1 keer gemaaid en afgevoerd
• Uitsluitend gebruik van chemische onkruidbestrijding op max 10 % van de oppervlakte
Aanvullende beheervoorschriften
→ De oppervlakte mag niet worden bemest, gescheurd, gefreesd en/of heringezaaid.
→ Het maaisel wordt binnen een week na maaien afgevoerd
→ Uitsluitend selectieve pleksgewijze driftvrije chemische bestrijding (met rugspuit) van probleemonkruiden zoals akkerdistel, ridderzuring en jacobskruid is toegestaan na overleg met collectief
→ Onderhoud van waterlopen is alleen toegestaan in de periode van 1 september tot 1 maart. Indien het pakket wordt afgesloten langs een hoofdwatergang of schouwsloot kan indien het Wetterskip dit nodig acht wel onderhoud voor 1 september worden uitgevoerd.
→ Bagger/maaisel uit de waterlopen mag niet op de oppervlakte worden opgebracht.
Meldingen
• Uitgevoerd beheer (oppervlakte is na onderlopen schoongemaakt) melden binnen 14 kalenderdagen na het schoonmaken
Pakketten:
Water bergen op grasland. Vergoeding: € 1.470,87 per hectare
Bijlage 2 Algemene voorwaarden Algemeen
1.
De verplichtingen uit de beschikking op de gebiedsaanvraag, de provinciale subsidieverordening of subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer 2016 en aanverwante Europese wetgeving zijn van toepassing op dit beheercontract.
2.
De voorwaarden onder art. 1 houden onder andere in dat de deelnemer zich, bij het uitoefenen van zijn bedrijf moet houden aan de minimum vereisten (Randvoorwaarden), behorende bij een goede landbouwpraktijk. De Europese en nationale minimumnormen op het gebied van milieu, gezondheid en dierenwelzijn, de minimumeisen voor het gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmaat- regelen zijn van toepassing op dit contract.
3.
Hoewel in sommige gevallen binnen de regeling stapeling van beheerpakketten mogelijk is, kan vanuit de overheid niet voor dezelfde activiteit twee maal betaald worden via verschillende regelingen. De deelnemer is voor het opgeven daarvan in het e-GDI systeem zelf verantwoordelijk.
4.
De deelnemer is verplicht om conform de opgave in Bijlage 4 (Overeenkomst ANLb) op de afgesproken oppervlakte de afgesproken beheerpakketten onder de daarvoor geldende verplichtingen uit te voeren.
5.
Partijen dienen zich te houden aan de voorwaarden en verplichtingen zoals verwoord in het door het collectief vastgestelde kwaliteitshandboek en uitgewerkt in het controle- en sanctiedocument.
6.
De deelnemer is verplicht om mee te werken aan alle noodzakelijke toezicht, controle en monitoring op de naleving van zijn verplichtingen uit hoofde van dit beheercontract.
7.
De deelnemer verleent medewerking aan wetenschappelijk onderzoek, zowel voor deskstudie als veldonderzoek, voor zover het de beheereenheden betreft uit Bijlage 4 (Overeenkomst ANLb).
8.
De deelnemer verleent toestemming aan het collectief en aan de door de provincie aan te wijzen toezichthouder, dat zij toegang hebben tot, in de bijgevoegde formulieren en kaarten aangegeven locaties, teneinde te controleren of de beheereenheden uit Bijlage 4 (Overeenkomst ANLb) , conform de voorwaarden uit de beheerpakketten worden beheerd en/of onderhouden.
9.
De deelnemer verleent aan de provincie en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (XxX.xx) toestemming voor het verstrekken van persoonlijke (bedrijfs-)gegevens aan het collectief (zoals perceelsregister, lopende contracten, NAW etc.).
10.
De partijen verklaren alle op dit beheercontract betrekking hebbende documenten tot zeven jaar na afloop van dit beheercontract digitaal te bewaren.
Percelen
11.
Dit beheercontract heeft betrekking op de genummerde percelen, zoals aangegeven in Bijlage 4 (Overeenkomst ANLb) , waarvan de deelnemer verklaart krachtens enige titel het landbouwkundig gebruik te hebben. De deelnemer zal desgevraagd aan het collectief de benodigde gegevens ter controle hiervan ter beschikking stellen.
12.
Indien de deelnemer als pachter de voormelde percelen in gebruik heeft, dient de deelnemer ten behoeve van het gebruik van die percelen voor agrarisch natuurbeheer zekerheid te geven dat de verpachter hiermee instemt.
Op verzoek van het collectief dient de deelnemer, zo nodig, een schriftelijke verklaring van de verpachter, dan wel een kopie daarvan, aan het collectief te overhandigen.
13.
Wanneer de deelnemer de uitvoering van de beheerpakketten niet kan nakomen, moet hij dit zo spoedig mogelijk melden, echter uiterlijk voor aanvang van de in het beheerpakket omschreven periode.
14.
Indien de deelnemer, voor het verstrijken van de contractduur, de percelen met daarop de in Bijlage 4 (Overeenkomst ANLb) genoemde beheereenheden verkoopt en/of de pacht beëindigt, stelt hij/zij het collectief daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis, doch uiterlijk 8 weken voordat de overdracht en/of beëindiging plaatsvindt
15.
De deelnemer gaat een inspanningsverplichting aan om zich, voor zover dat redelijkerwijs van hem/ haar gevraagd kan worden, te bewerkstelligen dat de nieuwe gebruiker van de beheereenheden, het overeengekomen beheer tot het einde van de contractperiode voortzet.
16.
Niet van toepassing
Tussentijdse wijziging
17.
De deelnemer moet er rekening mee houden dat jaarlijks bij de evaluatie van de uitgevoerde beheereenheden, op basis van ecologische kennis en ontwikkelingen, aanpassingen van de afspraken, zoals vermeld in Bijlage 4 (Overeenkomst ANLb) , kunnen plaatsvinden. Voor het
zogenaamde ‘last minute’ beheer geldt hetzelfde, maar dan vinden aanpassingen nog tijdens het
seizoen plaats.
18.
Aanpassingen zoals bedoeld in art. 17 vinden als regel plaats op basis van onderlinge afspraken tussen partijen. De wijzigingen worden vastgelegd in een aangepaste Bijlage 4 (Overeenkomst ANLb) met toelichting, welke door partijen als aanvulling op dit beheercontract wordt ondertekend.
In het bijzondere geval dat het collectief daartoe genoodzaakt is, omwille van het voldoen aan de gestelde beheerdoelstellingen en/of aan de overeenkomst over de gebiedsaanvraag met de provincie Fryslân, dienen de door het collectief voorgestelde wijzigingen op basis van art. 17 en verwoord in een aangepaste Bijlage 4 (Overeenkomst ANLb) , door de deelnemer uitgevoerd te worden. Vanuit die opdracht dient de deelnemer bereid te zijn de voorgestelde wijzingen uit te voeren.
De interne bezwaar en beroepsprocedure staat voor de deelnemer open ingeval er verschil van mening is over de voorgestelde wijziging.
Vergoeding
19.
De deelnemer ontvangt voor het uitvoeren van het beheer, zoals vermeld in Bijlage 4 (Overeenkomst ANLb) , een jaarlijkse vergoeding, te betalen binnen zes weken nadat is uitbetaald door het Betaalorgaan (XxX.xx) aan het collectief.
20.
De hoogte van de beheervergoeding is vermeld in Bijlage 4 (Overeenkomst ANLb) .
21.
Na beëindiging van de beschikking op de gebiedsaanvraag tussen collectief en provincie Fryslân, stelt het bestuur bij de eindafrekening de totale omvang van de transactiekosten vast.
Op basis van die uitkomst kan op voorstel van het bestuur een eenmalige nabetaling plaatsvinden aan de deelnemers.
22.
Het collectief is op grond van EU-regelgeving verplicht om sancties in het kader van de cross compliance te verrekenen met de door de deelnemer te ontvangen beheervergoedingen.
23.
De RVO legt het collectief een sanctie op wanneer tijdens controles is geconstateerd dat de deelnemer de in het beheercontract vastgelegde afspraken niet of niet volledig is nagekomen ten aanzien van de oppervlakte van de beheereenheden en/of de uitvoering van de beheerpakketten. De financiële gevolgen van de sanctie berekent het collectief door aan de deelnemer.
Looptijd en ontbinding
24.
De overeenkomst heeft een looptijd van maximaal 6 jaar, maar nooit langer dan de resterende looptijd van de overeenkomst van het collectief met de provincie Fryslân over de gebiedsaanvraag.
25.
Dit beheercontract kan middels een aangetekende brief in de volgende gevallen tussentijds worden ontbonden:
a. door een gezamenlijk besluit van de partijen.
b. door het collectief: bij herhaald niet-nakomen van de verplichtingen door de deelnemer, waarvan de deelnemer door het collectief schriftelijk in kennis is gesteld.
c. door de deelnemer: als door een besluit van XxX.xx, niet zijnde de uitvoering van een sanctie, de subsidie aan het collectief wordt verlaagd of stopgezet, met overeenkomstige gevolgen voor de uitbetaling van de vergoedingen zoals vermeld in Bijlage 4 (Overeenkomst ANLb) aan de deelnemer.
d. door het collectief: indien de deelnemer een vergoeding voor dezelfde beheeractiviteit ontvangt uit een andere subsidieregeling.
26.
Ontbinding op grond van artikel 25 wordt tevens aangemerkt als een opzeggingsgrond van het lidmaatschap van het collectief en de betreffende ANV.
Aansprakelijkheid
27.
Het collectief is niet aansprakelijk voor de schade van de deelnemer, die direct dan wel indirect voortvloeit uit het niet of niet volledig verkrijgen van beheersubsidie, dan wel het wijzigen van de beheerpakketten.
Geschillen
28.
Alle geschillen betreffende de uitleg van dit beheercontract of haar uitvoering, worden onderworpen aan:
a). Een geschillencommissie, die een advies geeft aan het bestuur op basis waarvan het bestuur een besluit neemt. Xxxxx het besluit staat beroep open bij de rechtbank door het instellen van een civielrechtelijke dagvaardingsprocedure.
of <facultatief voor het collectief>
b). Arbitrage door drie scheidsmannen. De uitkomst van de arbitrage is voor beide partijen bindend. Arbitraal hoger beroep is uitgesloten.
Bijlage 3 Herstel- en sanctieprotocol
Herstel- en Sanctieprotocol
Bijvoorbeeld door controles in het veld (schouw of NVWA-controle) kan het collectief vaststellen of door een deelnemer is afgeweken van de pakketvoorwaarden (beheereisen en/of aanvullende beheervoorschriften) of de omvang van het uitgevoerde beheer. Op dat moment treedt het herstel- en sanctieprotocol in werking. Dit protocol is daar een invulling van.
Bij een geconstateerde afwijking wordt eerst gekeken naar de mogelijkheid om de tekortkoming nog te herstellen. Als die mogelijkheid niet aanwezig is, of niet wordt benut, treed het sanctieprotocol in werking.
A. Herstelprotocol
De mogelijkheid om de tekortkoming te herstellen kan zich voordoen bij beheereisen of beheervoorschriften die voorgeschreven handelingen bevatten. Als een deelnemer die handelingen nog niet heeft uitgevoerd kan hem de mogelijkheid worden geboden om die alsnog uit te voeren. Het kan dan gaan om bijvoorbeeld het oppompen van water op een beheereenheid Plasdras of het afvoeren van slootmaaisel bij een beheereenheid Ecologisch Slootschonen.
De termijn waarbinnen de tekortkoming moet zijn verholpen heeft het bestuur vastgesteld op één week.
Als de schouwcommissie tijdens een veldbezoek een tekortkoming constateert, kan zij direct de mogelijkheid tot herstel bieden. In dat geval moet de schouwcommissie na afloop van die week een hercontrole uitvoeren.
Als de tekortkoming uit een veldcontrole van NVWA blijkt en zij dit heeft gecommuniceerd met de coördinator, kan de coördinator de deelnemer informeren over de herstelmogelijkheid en gelijktijdig de schouwcommissie opdracht geven om na afloop van die week een hercontrole uit te voeren.
Desgewenst kan de deelnemer advies of ondersteuning vragen aan zijn mozaïekregisseur bij het alsnog uitvoeren van de beheermaatregelen.
Als de deelnemer de beheermaatregelen alsnog binnen een week heeft uitgevoerd, kan het bestuur besluiten geen sanctie toe te passen. Het bestuur neemt in die afweging onder andere de aard, omvang en ernst van de tekortkoming mee.
De deelnemer is in alle gevallen verantwoordelijk voor het uitvoeren van de beheermaatregelen die met hem/haar zijn overeengekomen. Het collectief kan in voorkomende gevallen een mogelijkheid geven voor herstel als ware dit een tweede kans. Dit is voor de deelnemer geen verworven recht.
B. Sanctieprotocol
Het sanctieprotocol treedt in werking wanneer de tekortkoming niet binnen een week is hersteld of herstel überhaupt niet mogelijk is. Dat laatste is van toepassing bij beheereisen of beheervoorschriften die beperkingen opleggen omtrent het gebruik van een beheereenheid. Als die beperkingen niet zijn nageleefd, is dat per definitie onomkeerbaar.
In geval van een tekortkoming, kan het bestuur de volgende sancties opleggen:
• Waarschuwing,
• Het inhouden van de beheervergoeding tot maximaal 100% voor betreffende beheereenheid en betreffend beheerjaar,
• Het inhouden van de beheervergoeding tot maximaal 100%, in combinatie met het opleggen van een boete ter hoogte van maximaal 30% voor betreffende beheereenheid en betreffend beheerjaar,
• Het ontbinden van het contract.
Naar aanleiding van een geconstateerde tekortkoming, verzamelt de coördinator daarover nadere informatie bij bijvoorbeeld de deelnemer, mozaïekregisseur of controleur. Op basis daarvan bereidt de coördinator een sanctievoorstel voor. Het bestuur van ANC Xxxxxxxx neemt daarover een besluit.
De verrekening van een financiële sanctie vindt plaats in de betaling aan de deelnemer over het uitgevoerde beheerjaar.
Wanneer de deelnemer bezwaar maakt tegen de opgelegde sanctie, treedt het protocol
‘geschillenprocedure’ in werking.