Contract
Sectorconvenant 2021 - 2022 afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van Autosector en aanverwante sectoren (PC 112, PSC 142.1, PSC 149.2, PSC 149.4)
Tussen de VLAAMSE REGERING,
hierbij vertegenwoordigd door:
- Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx, De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw,
- De heer Xxx Xxxxx, De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand,
hierna de “Vlaamse Regering” genoemd,
en de SOCIALE PARTNERS VAN Autosector en aanverwante sectoren,
met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
- De xxxx Xxxxxx Xxxxxx, Voorzitter Traxio;
met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
- De xxxx Xxxxxx Xxxxxx, Ondervoorzitter ABVV-Metaal;
- Mevrouw Xxxxx Xx Xxxxxx, Algemeen secretaris ACV-CSC METEA;
hierna “de sector” genoemd,
WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:
Verbintenissen van de Vlaamse Regering
Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022 een maximale toelage van 588.000,00 EUR uit te betalen aan Educam vzw, Xxxxx Xxxxxxxxxx 000 - 0000 Xxxxx (ondernemingsnummer: 0442.239.628 - bankrekeningnummer: XX00 0000 0000 0000) ter financiering van 6 VTE sectorconsulenten.
Artikel 2. De Vlaamse Regering stimuleert en ondersteunt de uitvoering van voorliggende overeenkomst door het organiseren van :
1. ad hoc-overleg met de sociale partners, op vraag van de sectoren;
2. klankbordvergaderingen waarbij knelpunten worden besproken en desgevallend beleidsaanbevelingen kunnen worden geformuleerd, op vraag van de sectoren;
3. netwerkbijeenkomsten met de sectorconsulenten die fungeren als doorgeefluik van informatie en die in het teken staan van onder meer ervaringsuitwisseling, opbouw van expertise, en sectoroverschrijdende samenwerking.
Verbintenissen van de sector
Artikel 3. De sector verbindt zich ertoe om conform artikel 4 van het decreet van 29 maart 2019 betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein werk en sociale economie een kwaliteitsregistratie op organisatieniveau aan te tonen. De wettelijke verplichtingen op het vlak van de kwaliteitsregistratie dient uiterlijk op 31 maart 2021 vervuld te zijn.
Artikel 4. De Autosector en aanverwante sectoren verbindt zich ertoe om, op basis van het door de VESOC-partners goedgekeurde, inhoudelijke kader voor de sectorconvenants 2021-2022, een sectorale omgevingsanalyse en visie te ontwikkelen en vanuit deze visie prioriteiten te bepalen en er doelgerichte acties aan te koppelen. De sectorspecifieke maatregelen geformuleerd in dit convenant zijn verbintenissen die betrekking hebben op het ondersteunen en uitvoeren van:
• de afstemming tussen onderwijs en de arbeidsmarkt;
• een competentiebeleid, waaronder leven lang leren;
• het beleid van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, vermeld in het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt.
Artikel 5. De sector verbindt er zich toe de werkingssubsidie uitsluitend aan te wenden ter uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen. Hiertoe worden effectief 6 VTE sectorconsulenten ingezet. Zij zijn tewerkgesteld in een paritair beheerde organisatie en werken onder paritair toezicht. Ze zijn belast met het geheel van coördinerende, rapporterende en ondersteunende taken ter uitvoering van het sectorconvenant.
De loon- en werkingskosten van deze sectorconsulenten komen in aanmerking als subsidiabele kosten voor zover zij betrekking hebben op de uitvoering van deze sectorspecifieke maatregelen en voor zover ze uitgevoerd worden binnen de looptijd van het sectorconvenant. Bij ziekte of ongeval van de sectorconsulent komt de periode van arbeidsongeschiktheid die door het
gewaarborgd loon wordt vergoed in aanmerking voor de subsidie. De subsidie wordt in mindering gebracht wanneer de werkgever de afwezige sectorconsulent niet vervangt na afloop van de periode die is gedekt door het gewaarborgde loon. Periodes van tijdskrediet, loopbaanonderbreking of moederschapsverlof komen niet in aanmerking voor financiering, tenzij wordt aangetoond dat de functie van de sectorconsulent(e) tijdelijk tijdens zijn of haar afwezigheid door een vervang(st)er afdoende wordt uitgeoefend.
De maximale werkingssubsidie wordt toegekend voor de inzet van 6 VTE op jaarbasis. Indien de sectorconsulent tijdens zijn of haar afwezigheid niet afdoende vervangen wordt voor het continueren van de inspanningen in het kader van het sectorconvenant, vermindert de maximale werkingssubsidie. De werkingssubsidie wordt dan berekend per consulent per dag van de looptijd. Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal dagen waarop geen/te weinig consulenten tewerkgesteld waren en in mindering gebracht.
De sector zal de naam van de sectorconsulenten aan het departement Werk en Sociale Economie bezorgen en wijzigingen melden.
Artikel 6. Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2022 een voortgangsrapport en ten laatste op 31 januari 2023 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het voortgangs- en eindrapport omvatten:
• de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van het actieplan;
• de toetsing van de realisaties aan de resultaatsverbintenissen en de doelstellingen vermeld in het sectorconvenant;
• de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen (enkel voor het eindrapport).
Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt de richtlijnen inzake de rapportering tijdig aan de sector.
Omgevingsanalyse
1. Sector in cijfers en trends
1. Inleiding
Het landschap van de autosector is sinds enige jaren volop in evolutie. Evolueren we echt naar een mobiliteit op basis van wagens met nul uitstoot, naar verkeer met nul ongevallen en naar gebruik met nul eigendom? In dit kader kunnen we gerust spreken over turbulentie op alle niveaus. De sector van de autodistributie en -herstelling ondergaat momenteel een trend waarbij de activiteiten geconcentreerd worden. Ook op het vlak van de producten zelf en de vermaking ervan is de evolutie uiterst ingrijpend. De aftersalesactiviteiten ondergaan daar op hun beurt de gevolgen van. De toename van de kritische bedrijfsgrootte en de toevlucht tot moderne beheersinstrumenten zoals "business intelligence" en zelfs artificiële intelligentie als ondersteuning van het beslissingsproces behoren zeker tot de waaier van acties die ondernomen kunnen worden. Op vlak van aftersales zal de evolutie even ingrijpend zijn en berusten op de diversiteit van de aandrijfsystemen, de complexiteit van de boordelektronica en, een recenter verschijnsel, de connectiviteit. Ook op dit niveau bestaat het gevaar dat de rendabiliteit beknot wordt en dat de relatie met de klant aan deze nieuwe systemen aangepast moet worden.
Om al deze uitdagingen met succes aan te gaan, is de menselijke factor natuurlijk cruciaal. De aanpassing van de competenties wordt een noodzaak, hetzij door nieuwe talenten aan te werven, hetzij door werknemers op te leiden, want dat blijft één van de sleutels tot succes. De wijzigingen zullen zich op alle niveaus voltrekken. Om al die wijzigingen zo efficiënt mogelijk door te voeren vormen de opleiding en de coaching van (toekomstige) werknemers op alle niveaus twee onontbeerlijke instrumenten. Meer dan ooit zal EDUCAM die doelgroepen ondersteunen als sectoraal opleidings- en loopbaanfonds. Ons gamma opleidingen en diensten wordt permanent aangepast en uitgebreid om op de behoeften binnen onze sectoren te anticiperen. Op meer concrete wijze engageert EDUCAM zich via het sectorconvenant om samen met de vakbonden en werkgeversorganisaties mee oplossingen te zoeken voor de knelpunten op de arbeidsmarkt: vervroegde uitstroom, grote lijst van knelpuntberoepen (zie knelpuntberoepenlijst VDAB) en knelpuntvacatures, beperkte deelname aan levenslang leren, etc.…
2. Cijfers
De autosector bestaat uit de garagesector (PC 112) en de koetswerksector (PSC 149.2). De bedrijven uit de garagesector houden zich voornamelijk bezig met het onderhouden en herstellen van autovoertuigen en met de kleinhandel in nieuwe en tweedehands voertuigen. Daarnaast kunnen deze bedrijven nog tal van andere activiteiten ontplooien, zoals de kleinhandel in brandstof, de groothandel in autovoertuigen, de handel in en het onderhoud van bromfietsen. De hoofdactiviteiten in de koetswerksector spitsen zich voornamelijk toe op het herstel en de opbouw van koetswerken van autovoertuigen. De twee sectoren overlappen elkaar wat hun activiteiten betreft. Zo worden in de garagesector activiteiten uitgevoerd die ook in de koetswerksector terug te vinden zijn en omgekeerd.
De aan de autosector verwante sectoren zijn de sector van de metaalhandel (PSC 149.4) en de sector van de terugwinning van metalen (PSC 142.1). De activiteiten van de bedrijven in de sector van de metaalhandel zijn zeer divers. De voornaamste activiteit is de groothandel in uitrusting voor de industrie en ander transportmaterieel dan autovoertuigen. De vijf volgende activiteiten omvatten onder meer de kleinhandel in kantoor- en computerbenodigdheden, de groothandel in
landbouwmachines, de groothandel in elektrisch materieel, de groothandel in auto-onderdelen enz. 90% van de bedrijven uit de terugwinning van metalen zijn actief in de twee voornaamste activiteiten die men in deze sector terugvindt. Die twee activiteiten zijn: de groothandel in afval en schroot en de terugwinning van metaalafval.
De volgende kenmerken kunnen worden toegeschreven aan de autosector en de aanverwante sectoren (meest recente cijfers van 2018):
• De 4 sectoren in Vlaanderen tellen samen 5937 bedrijven. De garagesector telt de meeste bedrijven (3274), gevolgd door de sector van de metaalhandel (2052), de koetswerksector
(493) en de sector van de terugwinning van metalen (118).
• In totaal werden er in Vlaanderen over de 4 sectoren heen 67 793 werknemers tewerkgesteld, waarvan 50% het statuut van arbeider hebben.
• Het aantal arbeiders is in Vlaanderen in de periode van 2006-2018 voor de grootste sector, de garagesector, nagenoeg gelijk gebleven (+0.2%). Over diezelfde periode groeide het aantal arbeiders in de sector van de metaalhandel met 16.8% en de koetswerksector met 12,7%. De sector van de terugwinning van de metalen liet een daling optekenen van 7%.
• De 4 sectoren zijn zuivere KMO-sectoren. Een gemiddeld bedrijf in Vlaanderen stelt 6,46 arbeiders en 4,5 bedienden te werk.
• In België is slechts 5,7% van de arbeiders uit de betrokken sectoren een vrouw. Bediendefuncties worden in 31,9% van de gevallen bekleed door vrouwen. De cijfers van groepssectorfoto (2019) geven nagenoeg hetzelfde resultaat.
• In Vlaanderen bedraagt het aandeel 50-plussers 27,5%.
• Via de groepssectorfoto van het departement WSE hebben we zicht op het aandeel loontrekkenden met een buitenlandse herkomst. Hieruit bleek dat 22,8% van de arbeiders in onze sectoren van buitenlandse herkomst is.
• Dankzij het ESF-project rond werkbaarheid (2015) werd een actieplan opgesteld rond het thema. Deze actiepunten werden later in CAO opgenomen:
o Stress en burn-out;
o Competentiebeleid en talentontwikkeling;
o Opleidingsmogelijkheden voor werknemers en werkgevers;
o Ergonomie.
Men kan constateren dat het aantal werknemers in Vlaanderen tussen 2014 en 2019 gestegen is met 2,5%, maar dat het aantal bedrijven licht gedaald is. Dit wijst op de schaalvergroting en de vele overnames door grote investeringsgroepen die zich in onze sectoren voordoen. De sectorfoto van 2019 en de groepssectorfoto geven verder een volledig cijfermatig beeld van de autosector en aanverwante sectoren.
3. Context
Bedrijven in de autosector worden in sneltempo geconfronteerd met evoluties die mobiliteit schoner, efficiënter, veiliger, comfortabeler en economischer moeten maken. Verschillende bronnen voorspellen een overstap naar elektrische, autonome, geconnecteerde en gedeelde mobiliteit. EDUCAM onderzocht de attitudes, investeringen en noden die deze evoluties teweegbrengen bij de bedrijven in de Belgische sectoren. Op basis van de studie Route 2030 ontwikkelt EDUCAM diensten en producten om de bedrijven in de sectoren bij te staan op de route naar de mobiliteit van de toekomst.
In 2030 zullen we niet collectief rondrijden in voertuigen die 0 emissies veroorzaken, in 0 ongevallen betrokken zijn en waarbij het privé-eigendom tot 0 is gereduceerd. Wel werden reeds onomkeerbare stappen gezet die deze evoluties op gang brengen. Het jaar 2030 is hierbij geen finale deadline, maar een horizon om de blik op te richten bij het maken van managementbeslissingen. Onverwachte gebeurtenissen – zoals de coronapandemie – zullen immers steeds de planning overhoop gooien. Echter zijn de trends intussen rigide genoeg om onverwachte schommelingen te overleven.
Bedrijven in de sectoren zijn zich bewust van de evoluties en voorzien opleidingen voor hun personeel om met de nieuwe technologieën om te gaan. Hierbij moedigen de bedrijven hun werknemers aan om volgende technische competenties te verwerven:
1. Kennis van voertuig specifieke kenmerken
2. Kennis van infotainment, ICT en telecom-technologie (bluetooth, internetverbinding,…)
3. Diagnose van defecten aan het voertuig
4. Onderhoud en herstellingen aan elektrische systemen
5. IJking van rijhulpsystemen
Ondanks de investeringen zien veel bedrijven de evoluties als een bedreiging voor hun businessmodel. Experten beamen dat de omzet en de tewerkstelling sterk onder druk komen te staan voor bedrijven die geen initiatief nemen om nieuwe businessmodellen uit te werken. Volgens hen moet de sector investeren in nieuwe diensten die de evoluties faciliteren. Experten zijn er namelijk van overtuigd dat de omzet in de sector in 2030 ongeveer gelijkmatig afkomstig zal zijn uit verkoop, aftersales en mobiliteitsdiensten. Hiervoor zijn bijkomstige non-technische skills nodig in de sector:
1. Gebruiken van digitale marketingkanalen
2. Organiseren van mobiliteitsdiensten
3. Onderhandelen met strategische partners
Als de bedrijven hier niet in slagen, zullen spelers vanuit andere sectoren binnendringen in de markt en de winsten naar zich toe trekken. Om zich hiertegen te wapenen kunnen de bedrijven in de sectoren bovendien proactief partnerschappen afsluiten met andere spelers in de mobiliteitssector:
1. Aanbieders van mobiliteitsdiensten
2. Constructeurs
3. Leasingmaatschappijen en vlootbeheerders
4. Informatie- en communicatiebedrijven (ICT, Telecom,…)
5. Dealergroepen
Op basis van deze nieuwe competenties en partnerschappen kunnen de bedrijven bijkomstige producten en diensten uitwerken die hen een duurzaam concurrentievoordeel garanderen. Rode draad in dit geheel blijft uiteraard de veiligheid van elke medewerker. Een route naar 0 ongevallen op de weg moet minstens ook vertaald worden naar 0 ongevallen op de werkplek. Doordat de sector in de toekomst zal evolueren naar 0 emissie zullen de elektrisch aangedreven voertuigen exponentieel toenemen en bijgevolg dus ook in de werkplaats terecht komen. Daar ligt de uitdaging om op een veilige manier te werken aan dit type voertuigen om zo te streven naar 0 ongevallen op de werkplek. Daarom werd de sectorale HEV-certificering in CAO opgenomen en zal EDUCAM, binnen de mogelijkheden, zo veel mogelijk jongeren de kansen bieden dit certificaat te behalen vooraleer ze aan de slag gaan in onze sectoren.
Zoals geschetst vereist deze situatie veel flexibiliteit van het huidige en toekomstige personeelsbestand. Alle medewerkers moeten zich voortdurend bijscholen en zelf op zoek gaan naar opportuniteiten. De werkdruk wordt verder verhoogd doordat de bedrijven moeite hebben om gekwalificeerde sollicitanten aan te trekken. En in de zoektocht naar hooggeschoold personeel komt de mobiliteitssector meer dan ooit in concurrentie met andere sectoren op de arbeidsmarkt. Intelligent rekruteren zal in de toekomst meer dan ooit van groot belang worden.
2. Sterkte-zwakte analyse
Het is duidelijk dat de autosector en de aanverwante sectoren zich op een omslagpunt bevinden. Evoluties volgen elkaar in sneltempo op en verschillende nieuwe spelers hebben hun ogen op de mobiliteitsmarkt gericht. Alle stakeholders in de sectoren zijn het erover eens dat grote investeringen nodig zijn om de traditionele bedrijven ‘future proof’ te maken. Vooral de merkgebonden markt bereidt zich voor op elektrische, autonome, geconnecteerde, en -in mindere mate- gedeelde voertuigen. De KMO’s zijn veelal onafhankelijke bedrijven waar geen grote groep boven staat. Bijscholing, zowel op vlak van veiligheid als elektriciteit, is ook voor deze bedrijven noodzakelijk. Door het open opleidingsaanbod verder uit te breiden én de belangrijkste bijscholingen in CAO te vervatten tracht EDUCAM ook de KMO’s te bereiken. Immers, daar waar grote merkengarages volledige opleidingen kunnen volgen op maat van hun werknemers moeten de KMO-werknemers ook de mogelijkheid tot bijscholing hebben op een kostenefficiënte manier.
Momenteel focussen de meeste bedrijven in de sector zich op elektrische mobiliteit. De verkopen van nieuwe EV (Elektrische voertuigen) kennen een exponentiële groei, welke zich volgens de literatuur en experten zal doorzetten. Constructeurs moeten immers voldoen aan CO2-richtlijnen opgesteld door de EU, en klanten zijn steeds meer milieubewust. Bijgevolg investeert tachtig procent van de bedrijven in opleiding voor hun personeel, zodat ze ook aan geëlektrificeerde voertuigen kunnen werken.
Ook voor werken aan rijhulpsystemen en geconnecteerde voertuigen trekken de bedrijven extra budget uit. Bijna unaniem zien ze deze technologieën sterk toenemen in hun werkplaats en de arbeiders hebben extra competenties nodig om succesvol aan deze systemen te werken. Vooral de onafhankelijke bedrijven zien deze evolutie als een probleem, aangezien het werken aan deze systemen streng gereguleerd wordt door de constructeur.
Ondanks de investeringen vrezen de bedrijven dat hun omzet en tewerkstelling zal dalen ten gevolge van deze evoluties. Elektrische voertuigen hebben minder onderhoud nodig en rijhulpsystemen doen het aantal schadeherstellingen dalen. Bovendien is het onduidelijk of de bedrijven hun bijkomstige investeringen in kennis en materiaal kunnen doorrekenen aan klanten van deze voertuigen. Dit betekent een extra hap uit de -reeds beperkte- winstmarges in de sectoren. Dit leidt tot een negatieve houding van de bedrijven ten opzichte van deze evoluties.
Volgens experten vormen de veranderende businessmodellen in de sectoren nog de grootste bedreiging voor traditionele bedrijven. Zo zetten steeds meer merken in op online verkoop van hun voertuigen. Dit zorgt voor een directe communicatie tussen de constructeur en de klant. Deze connectie wordt onderhouden als het voertuig bovendien met het internet (V2X) verbonden is. Slechts twee vijfde van de dealers investeert in digitalisering. Uit EDUCAM’s studie over digitale maturiteit werd reeds duidelijk dat de meeste bedrijven slechts in beperkte mate aandacht geven aan hun online communicatie. Hierdoor lopen ze het risico dat de constructeur meer taken van hen zal overnemen.
Experten hameren erop dat de bedrijven in de sector het voortouw moeten nemen en met businessmodellen moeten experimenteren. De nieuwe evoluties bieden kansen voor de
ontwikkeling van nieuwe diensten, die verder aan belang zullen winnen zodra consumenten open staan voor andere mobiliteitsoplossingen dan de privé-wagen.
Individueel kunnen de dealers deze investeringen vaak niet dragen, maar in samenwerking met grotere dealergroepen of met bedrijven uit andere sectoren (software, telecom, financiën, …) hebben ze meer mogelijkheden. Garagisten achten zich echter vaak afhankelijk van andere spelers in hun bedrijfskolom, en voeren enkel door wat hogerop ontwikkeld wordt.
Deze evoluties eisen veel flexibiliteit van alle personen in de bedrijven. Ze moeten veel nieuwe kennis verwerken, creatief denken en openstaan voor verandering. Zoals de bedrijven zelf aangeven, blijft opleiding van het personeel essentieel om zich voor te bereiden op de route naar 2030. De snelle opeenvolging aan evoluties in de sector betekent dat het personeel zich aan een hoger tempo moet bijscholen. Dit vereist een open mindset en de zin om te blijven leren. De bedrijven in de sector voelen voornamelijk de nood aan volgende competenties (in afnemende volgorde van populariteit):
1. Kennis van voertuigspecifieke kenmerken
2. Kennis van infotainment, ICT en telecom-technologie (bluetooth, internetverbinding, …)
3. Diagnose van defecten aan het voertuig
4. Onderhoud en herstellingen aan elektrische systemen
5. IJking van rijhulpsystemen.
De bedrijfsleiders focussen zich voornamelijk op technische skills. Experten benadrukken echter dat de sector ook non-technische skills nodig heeft om zich voor te bereiden op een nieuw mobiliteitsparadigma (in afnemende volgorde van populariteit):
1. Gebruiken van digitale marketingkanalen
2. Organiseren van mobiliteitsdiensten
3. Onderhandelen met strategische partners.
In sommige gevallen is bijscholing van het huidige personeelsbestand niet voldoende en moeten bedrijven extra werkkrachten aanwerven op de arbeidsmarkt. Hier gaan de mobiliteitssectoren steeds meer de concurrentie aan met andere hoogtechnologische sectoren. De bedrijven in deze andere sectoren kunnen vaak een aantrekkelijker aanbod doen aan sollicitanten, waardoor bedrijven in de autosector en aanverwanten het steeds moeilijker hebben om gekwalificeerd personeel te vinden voor hun (knelpunt)vacatures. Bijgevolg stijgt de arbeidsdruk op het huidige personeelsbestand van veel ondernemingen.
3. Sectorale uitdagingen
Op basis van de omgevingsanalyse komt de sector tot verschillende uitdagingen op diverse vlakken. De uitdagingen blijven zeer actueel en worden nog extra versterkt door de coronacrisis waar in een volgend punt op ingegaan zal worden en dus behandeld wordt als een apart element bovenop deze uitdagingen.
Op het sociale vlak merken we dat, als gevolg van onder meer het fileleed, de stijgende kosten van het bezit van een voertuig, de toenemende verstedelijking, het groeiende milieubewustzijn en op basis van de sectorale studie, er op het vlak van mobiliteit een verschuiving plaatsvindt van het bezit van een wagen naar het gebruik ervan. Zo zullen consumenten in de toekomst meer toegang willen hebben tot een ruim aanbod aan mobiliteitsdiensten en -producten, waaruit ze oplossingen op maat kunnen samenstellen. Hoe er moet omgegaan worden met dit nieuw businessmodel is voor bedrijven, zelfs diegene die aan schaalvergroting doen, een uitdaging.
De vergrijzing en ontgroening van onze samenleving zullen leiden tot een "war for talent" tussen bedrijven. Het tekort aan personeel zal niet alleen kwantitatief maar ook kwalitatief van aard zijn. Intelligent rekruteren zal dan ook een grote uitdaging zijn voor alle bedrijven in de sectoren.
Het tegengaan van discriminatie op de werkvloer is een belangrijke bekommernis van de sociale partners. EDUCAM promoot nog altijd de opname van een anti-discriminatiecode in het arbeidsreglement van ondernemingen. Deze zit vervat in een CAO. In deze convenantperiode willen we tevens inzetten op zaken die discriminatie tegengaan. Zo gaat EDUCAM intersectoraal bekijken hoe taalbeleid op de werkplek kan resulteren in een hogere aanvaarding van risicogroepen, zowel bij de rekrutering als tewerkstelling.
Op het technologisch vlak zijn er allereerst de ontwikkelingen die erop gericht zijn de schadelijke uitstoot van wagens te reduceren. Zo besteden constructeurs op het gebied van aandrijfsystemen meer aandacht aan de ontwikkeling van elektrische voertuigen dan in het verleden. In de sectorale studie wordt bevestigd dat zolang de nadelen van elektrische voertuigen niet verdwijnen, de hybride technologieën de nabije toekomst zullen bepalen. Dat wordt ook weerspiegeld in de aankoopcijfers van de eerste jaarhelft van 2020. De nieuwe competenties die hiermee gepaard gaan brengen met zich mee dat EDUCAM blijvend moet inzetten op het ontwikkelen van een toekomstbestendig opleidingsaanbod waar zowel werknemers van KMO’s als grote ondernemingen toegang tot krijgen.
Voorts investeert de sector ook in de ontwikkeling van aandrijfsystemen op waterstof, waarbij de piste van brandstofcel in de transportsector de meest realistische lijkt te zijn. De sector heeft hier de voorbije jaren op verschillende vlakken op geanticipeerd. Zo werd het EDUCAM Training Center in Lokeren uitgebreid met 6 extra opleidingsruimtes waarvan er één specifiek uitgerust is voor waterstoftechnologie. Daarnaast wordt er, net zoals er in het verleden voor hybride en elektrische voertuigen werd gedaan, onderzoek en ontwikkeling gedaan naar en van waterstoftechnologie in diverse toepassingen – dit vooral met het ook op veilig werken aan deze nieuwe technologie. In de komende jaren zal blijken of en wanneer deze technologie in het straatbeeld zal opduiken. EDUCAM is alvast infrastructureel voorbereid op deze meest innovatieve technologie, maar gezien deze nog in de kinderschoenen staat en verschilt van constructeur tot constructeur, zal de ontwikkeling van opleidingen hand in hand gaan met de uitrol van deze technologie.
Naast zelfrijdende voertuigen zijn er nog tal van andere technologische ontwikkelingen die de veiligheid en het comfort dienen te bevorderen, zoals eHorizon, permanent internet of augmented reality. In de werkplaats van de toekomst zullen eveneens vernieuwende technologieën, zoals augmented reality, worden toegepast. In dit kader werkte EDUCAM het voorbije schooljaar mee aan een InnoVET-traject waarbij via augmented reality gewerkt kon worden aan batterijen uit een elektrisch voertuig – iets dat in de werkelijkheid pas veilig kan gebeuren door erkende werknemers (HEV 2-gecertificeerde personen). Deze convenantperiode zal EDUCAM mee de schouders zetten onder de uitrol van het InnoVET-projectresultaat in gans België, m.n. de hololens van Diagnose Car. Immers, veilig werken aan de nieuwste technologieën is niet risicovrij en vraagt een zeer specifieke aanpak waarbij opleiding en certificering noodzakelijk zijn.
Bovendien is het nu al mogelijk om diagnoses en kleine reparaties vanop afstand te verrichten. Veel van de spitstechnologieën die hiervoor moeten worden ontwikkeld, behoren niet tot de corebusiness van de autosector, noch die van de metaalhandel (vb. burgerlijke bouwkunde, hef- en reachtrucks, landbouwmachines, etc.…), waardoor nauw zal moeten worden samengewerkt met andere sectoren. Bedrijven zullen dus de nodige kennis en competenties moeten verwerven om met deze technologieën om te kunnen gaan en ze zullen moeten investeren in gespecialiseerde werkplaatsen.
Gespecialiseerde werkplaatsen en technologieën vragen automatisch ook om goed opgeleid personeel. Dat personeel vinden is binnen onze sectoren aartsmoeilijk. Eind oktober 2020 had EDUCAM een overleg met VDAB rond knelpuntberoepen en daaruit bleek dat quasi alle beroepen in onze sectoren knelpuntberoepen zijn. De uitzondering hierop is de sorteerder (recup sector) en de fietshersteller. Dat deze laatste nog niet erkend is als knelpuntberoep is momenteel voer voor
discussie. Zowel VDAB als de sector willen dat het beroep van fietshersteller opgenomen wordt in de knelpuntberoepenlijst. Er is nl. een groot tekort aan deze profielen. Bovendien wordt dit beroep, mede door de in de coronacrisis massaal verkochte elektrische fietsen, een complexer beroep dan ooit tevoren. Wellicht vormen elektrische fietsen de grootste uitdaging binnen deze sector. Want voor wie gewoon is aan een fiets te werken, al bij al een puur mechanisch gegeven, is de stap naar het digitale verhaal toch wel groot. Het ligt ook anders dan bij werknemers uit de automotive sector (personenwagens en bedrijfsvoertuigen), die toch al enigszins vertrouwd zijn met het gegeven elektriciteit. Ook bij e-scooters onderschat men vaak wat er allemaal bij komt kijken. De fietshandelaar van morgen zal dus niet alleen over mechanische vaardigheden moeten beschikken, hij zal ook technisch hooggeschoold moeten zijn. Door allerlei algoritmes binnen de VDAB vacaturedatabank is het op dit moment echter niet mogelijk om het te erkennen als knelpuntberoep.
Om te kunnen anticiperen op de technologische evoluties is het cruciaal dat bedrijven continu investeren in opleiding en dat ze intelligent rekruteren. Zoals de omschrijving het aangeeft, is de sector van de metaalhandel (PC 149.4) een handelssector die de afgelopen jaren enorme veranderingen heeft ondergaan door de opkomst van de zogenaamde digitale retail. Dit betekent dat potentiële klanten zeer goed geïnformeerd zijn omtrent de eigenschappen van de te koop aangeboden producten door te gaan surfen op het internet. De sector zal de bedrijven ondersteunen in deze “digital age”, zodanig dat de bedrijven deze mutatie overleven en de digitale componenten van hun bedrijfsvoering in de vingers hebben. Maar ook in de andere sectoren vormt intelligent rekruteren een grote uitdaging. Eerder dan op korte termijn werknemers te rekruteren bij concullega’s dient er een lange(re)termijnvisie te komen. Via IBO (van VDAB), duaal leren, het sectorale triaal leren, schoolse stages, opleidingsstages van VDAB, etc. wordt verder in de toekomst gekeken. Rekruteren start al maanden, zo niet jaren voor de effectieve samenwerking. Ook net na een aanwerving worden er via de CAO middelen ter beschikking gesteld om nieuwe werknemers meteen (gratis) bij te scholen. Ook de mentoropleiding maakt deel uit van die CAO en zorgt ervoor dat pedagogische methodieken aangereikt worden om nieuwe/startende werknemers voor te bereiden op hun nieuwe functie.
Ook op niet-technologisch vlak staat de sector evenzeer onder druk. Bovenstaande verschuivingen resulteren in een nood tot afstemming en samenwerking tussen de verschillende disciplines: iedereen moet in staat zijn om helder en duidelijk met elkaar te communiceren en moet op de ander kunnen vertrouwen. In dit proces is het belangrijk dat medewerkers verantwoordelijkheden nemen en afstaan, en tevens goed kunnen omgaan met spanningen en frustraties. Daarom is de ontwikkeling van volgende vaardigheden noodzakelijk:
• Doelgerichte coaching kunnen geven aan medewerkers;
• Hulp en feedback geven en ontvangen;
• Herkennen en toepassen van verschillende communicatiestijlen en gesprekstechnieken;
• Resultaatsverbetering door gedragsverandering (efficiënter werken);
• Bewust worden van zwakke en sterke eigenschappen;
• Digital marketing;
• Cultuuromslag die gekenmerkt wordt door korte lijnen, daadkracht en ondernemerschap.
Hierop probeert de sector antwoord te bieden in wat later zal beschreven worden onder het luik
“competentiebeleid en levenslang leren”.
Op economisch vlak heeft de financiële crisis tot gevolg dat de productie van wagens zich steeds meer verplaatst van high-cost exporterende landen naar lower-cost landen, zoals China of landen in Zuid-Amerika. De macht van de constructeurs zal in de toekomst nog steeds groot zijn, maar ze zullen te maken krijgen met een forse rationalisering wat betreft het aantal verkooppunten. Voornamelijk kleinere bedrijven zijn het slachtoffer. Een logische ontwikkeling is dat dealers dealergroepen gaan vormen. Ze worden zo retailers en maken gebruik van een groot aantal leveranciers en partners om het juiste aanbod aan hun klant te kunnen doen. De aanpassing van
het businessmodel van de bedrijven beïnvloedt het aantal mensen dat nodig is, de organisatie van het personeel en het soort functies in de sales en maakt een grotere centralisering van het salespersoneel nodig. Waar outplacementbegeleiding door schaalvergroting in 2019 nog een marginaal fenomeen was, nam dit in 2020 exponentieel toe en zien we de aanvragen tot begeleiding zienderogen toenemen.
Niet alleen de traditionele verkoop van voertuigen maar ook de aftersales staat onder druk, nl. door de stijgende onderhoudsintervallen, minder preventief onderhoud, de stabilisering van het wagenpark, het dalend aantal afgelegde kilometers en de economische onzekerheid. Naast volumedruk is er ook druk op de aftersalesmarges als gevolg van de toenemende transparantie van onderdelenprijzen en uurtarieven (dankzij het internet), de toenemende sturing van reparatie en onderhoud door (private) lease- en verzekeringsmaatschappijen en de stijgende concurrentie tussen merkgerelateerde en merkonafhankelijke aftersalesaanbieders. De toekomst van de aftersales zal eveneens sterk worden bepaald door de verschuiving van het bezit van een wagen naar het gebruik ervan. Doordat een beperkt aantal partijen daadwerkelijk wagens zullen bezitten zullen ze de hele reparatie- en onderhoudsmarkt sterk kunnen sturen. Ook kunnen nieuwe (grotendeels branchevreemde) intermediairs de kop opsteken. Ondanks deze verschuivingen kent de sector van de mobiliteit ook nog steeds traditionele uitdagingen. Door de overproductie van auto’s wordt het push-model deels in stand gehouden. Hierdoor worden de noodzakelijke veranderingen binnen de sector geremd. Met andere woorden, de marges blijven aanhoudend laag waardoor de ruimte voor investeringen eerder beperkt is. Zoals vermeld zal het aantal autobedrijven structureel blijven dalen. De al enkele jaren geleden ingezette schaalvergroting zet fors door. Hierdoor wordt de strijd om de klant in de mobiliteitsbranche online gevoerd. Merken, importeurs, dealers, ketens, universele autobedrijven, schade- en onderhoudsbedrijven vechten met en tegen nieuwkomers om de gunsten van de klant. Voor bedrijven uit onze sectoren zal het een grote uitdaging zijn om het evenwicht te zoeken en vinden tussen dit nieuwe businessmodel en het traditionele push-model.
N.a.v. de coronacrisis heeft de werkgeversfederatie van de autosector en aanverwante sectoren een onderzoek gevoerd bij 2471 autoliefhebbers. Het schakelde daarvoor het SMCS (Support en Méthodologie et Calcul Statistique) van de UCL in. De coronacrisis heeft bij 3 op 10 ondervraagden een invloed op hun aankoopintentie van een andere wagen. Bij gezinnen die door de coronacrisis te kampen hebben met een gedaalde koopkracht, is dat bijna de helft (47 %). 7 op 10 van de ondervraagde autoliefhebbers laat zich door de coronacrisis niet tegenhouden om een andere wagen te kopen. 3 op 10 echter wel: voor een derde (33 %) gaat het om een uitstel van aankoop met minstens 6 maanden, 14 % twijfelt nog, 12 % ziet af van de geplande aankoop en 9 % wil een tweedehandswagen kopen in plaats van een nieuwe. Voor de autosector wordt 2020 een moeilijk jaar want het risico bestaat dat een deel van de kopers zal afhaken, terwijl anderen pas vanaf 2021 tot aankoop zouden overgaan. Bedrijven zullen dus volgend jaar merkelijk minder wagens in hun werkplaatsen binnen krijgen voor onderhouds- en andere werkzaamheden gezien er minder verkocht en gereden werd in 2020. Hoe ze hier mee zullen omgaan is ook voor de sector een groot vraagteken.
Bovenstaande sociale, technologische en economische evoluties zullen samen met corona onmiskenbaar een invloed hebben op de beroepen en de competentiebehoeften in de autosector in 2021 & 2022, maar ook in de verdere toekomst. Om die reden werden er door de sector al heel wat beroepskwalificaties geupdated, maar evenzeer werden er nieuwe beroepskwalificaties in het leven geroepen om in te spelen op, maar vooral om mee te zijn, met de snel veranderende beroepscompetenties in onze sectoren.
Conclusie
Door het feit dat quasi alle beroepen een knelpunt zijn moet er werk gemaakt worden de instroom te verhogen én de kwaliteit van de uitstroom te verhogen in al onze beroepen. Daarom zal EDUCAM voor het eerst in tien jaar opnieuw andere doelgroepen proberen bereiken via grootschalige
projecten en leertrajecten. EDUCAM staat nu voor de uitdaging om de sectorale beroepen en technieken bij het jongere publiek te promoten (8-14 jaar) zodat deze nadien de positieve keuze maken voor een opleiding in onze sector. De opleidingsinhouden worden overigens mee vormgegeven door EDUCAM. Via het ontwikkelen en updaten van beroepskwalificaties i.s.m. AHOVOKS zorgt de sector ervoor dat de verwachte competenties mee evolueren met de realiteit op de werkplek. Immers, EDUCAM houdt continu een vinger aan de pols wat betreft alle nieuwe ontwikkelingen binnen de sectoren. Deze beroepskwalificaties vormen mee het referentiekader voor de ontwikkeling van opleidingsinhouden, standaardtrajecten duaal leren en de sectorale beroepscompetentieprofielen. Voorts blijft EDUCAM net als in het verleden zwaar inzetten op bijscholing van zowel jongeren, VDAB-cursisten, als lesgevers die gekozen hebben voor de sector en wordt het opleidingsaanbod verder verfijnd naar wat de wensen zijn van de opleidingsinstellingen én de arbeidsmarkt. Daarbij gaat EDUCAM nooit voor one shots, maar kiest het voor een volwaardig bijscholingstraject, al dan niet gecombineerd met afstandsleren, het schenken van didactisch materiaal, sectorale proeven en TTT’s. Op die manier heeft EDUCAM ten allen tijde een toekomstbestendig opleidingsaanbod. De rode draad in ons opleidingsaanbod is steeds dat er op een veilige manier gewerkt wordt. Of er nu aan traditionele of meer geavanceerde voertuigen moet gewerkt worden, veiligheid primeert.
Éénmaal iemand in de sector tewerkgesteld is kunnen (nieuwe) werknemers en werkgevers uiteraard nog steeds beroep doen op EDUCAM. Via (de vaak verplichte) bijscholingen georganiseerd door de importeurs, maar ook via bijscholingen in ons aanbod open sessies voornamelijk gericht op KMO’s, kunnen werkgevers én werknemers beroep doen op EDUCAM, al dan niet i.k.v. XXX’x. EDUCAM en zijn sociale partners hebben een sterk uitgewerkte CAO-werking voor alle sectoren die beheerd worden. Thema’s als werkbaar werk worden uitgewerkt in concrete acties die in een CAO vervat zitten. Het gaat dan over acties die gaan van bijscholingen over retentiebeleid tot outplacementbegeleiding. Recent werd hier ook het relanceplan m.b.t. corona aan toegevoegd.
Dit alles illustreert hoe EDUCAM geëvolueerd is richting een (school)loopbaanfonds. Van bij de start van het keuzeproces van de studierichting (op 8 jarige leeftijd), tot en met de landingsloopbanen en/of outplacementbegeleiding, EDUCAM is overal aanwezig gedurende de volledige school- en professionele loopbaan.
Intersectorale toets | De sectoren ondersteunen de oproep om meer intersectoraal samen te werken rond concrete acties in (wisselende) partnerschappen. Door geleerde lessen te delen en gezamenlijke acties op te zetten, kan voor elke sector meerwaarde worden gecreëerd. Op een preliminair gesprek met verschillende sectoren werd gepeild naar mogelijk thema’s voor intersectorale samenwerking. EDUCAM zet volgende thema’s: • Digitale opleidingen rond generieke competenties • Taalbeleid op de werkvloer • Digitalisering onderwijs • Sectorale proeven • Greenpower-project. Deze thema’s komen expliciet aan bod in de uitgewerkte acties. Om dit alles gestroomlijnd te laten verlopen worden vanuit de overheid intersectorale adviseurs aangesteld. EDUCAM draagt actief bij aan de werking van de intersectorale adviseurs. |
Relancetoets | De effecten werden in de uitdagingen reeds beschreven. Elke uitdaging brengt ook opportuniteiten met zich mee. EDUCAM heeft daarom voor de werknemers in de sector een corona- actieplan opgemaakt. Dit actieplan dient ter ondersteuning van de bedrijven tijdens deze moeilijke periode. Er worden verschillende doelen nagestreefd: • De bedrijven en hun werknemers ondersteunen aan de hand van een aantal specifieke acties, zodat een bepaald competentieniveau in de bedrijven behouden blijft; • Werknemers de mogelijkheid bieden om opleidingen te volgen op een moment waarop bedrijven geneigd zijn minder opleiding te bieden, en dit zelfs tijdens periodes van werkloosheid; • Opleidingen mogelijk maken die nuttig zijn voor de evolutie van kennis en vaardigheden tijdens een periode van ontwrichting; • Een actieplan van beperkte duur opstellen, op basis van een gelimiteerd budget (c.q. €600 000). Het plan zal worden aangekondigd via verschillende communicatie-campagnes. Die campagnes bieden tevens de mogelijkheid om nieuwe CAO-maatregelen zoals 4+1 (XXX Xxxxxxx & Opleiding) in de kijker te zetten, samen met de maatregelen specifiek voor de metaalhandel. Het actieplan is uitgestippeld op verschillende assen. Een as stelt de organisatie voor van een groot opleidingsprogramma met gegarandeerde open sessies. Een gedeelte van dit aanbod is gratis voor de werknemers 4+1 en voor de werknemers die werkloos zijn. Een andere as viseert de HEV-certificering, zodat werknemers die nog geen opleiding genoten deze nieuwe, veelgebruikte technologieën veilig kunnen beheersen. De toegang tot de opleidingen HEV1 en HEV1 Reloaded is gratis voor niet-gecertificeerde werknemers of werknemers waarvan het certificaat verlopen is. Er zal ook een luik van gratis opleidingen op afstand zoals Webinars, virtual classroom training of trajecten blended learning worden opengesteld. Specifiek voor de koetswerksector wordt ook coaching binnen het bedrijf voorzien. |
Partnerschappen op het snijvlak leren, werken en innoveren als middel om de complexe en maatschappelijke uitdagingen aan te gaan | EDUCAM heeft al jarenlang een zeer uitgebreide samenwerking met alle onderwijs- en vormingspartners. Door regelmatig met deze partners samen te overleggen en de input die geleverd wordt door de studiedienst van EDUCAM hebben we een goede barometer over wat leefde, leeft en zal leven in onze sectoren. In prioriteit 3 worden alle partnerschappen op het snijvlak grondig beschreven. |
Tot slot: via ESF-projecten engageert EDUCAM zich om intersectoraal mee vorm te geven aan duaal leren.
Competentie- en loopbaangericht werken | EDUCAM heeft een sterke en goede samenwerking met sociale partners. Dit resulteert al jaren in uitgebreide stimuli voor werkgevers én werknemers naar loopbaanbeleid en competentieversterking toe. Onder de kapstok levenslang leren en werkbaar werk wordt duidelijk dat EDUCAM op dit vlak aan het evolueren is naar een (school)loopbaanfonds. |
Daarnaast streeft EDUCAM ernaar om via acties op het snijvlak onderwijs-arbeidsmarkt met partners, als partner of op eigen initiatief innovatieve technologieën binnen onderwijs te brengen. Zo zijn we als partner betrokken in (in afwachting van goedkeuring) het Vlaio-project “DigiMobile – digitale technologie maakt mobiliteit slimmer, veiliger en groener”, gaan we met Diagnose Car de realiteit virtueel in de klas brengen (hololens), starten we met het MINO-project in de eerste graad van het secundair onderwijs en gaan we als InnoVET-partner mee de schouders zetten onder de professionalisering van leerkrachten die lesgeven in arbeidsmarktgerichte richtingen of in richtingen met een dubbele finaliteit van het secundair onderwijs (dus niet alleen ‘STEM-richtingen’) in onze sector. Tot slot is EDUCAM ook één van de partners in het Greenpower- project dat intersectoraal i.s.m. VDAB wordt opgestart in 2021.
Visie – prioriteiten
Overzicht prioriteiten en acties
1. Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt | Prioriteit 1: STEM en kwalitatieve beroepskeuze bevorderen • Actie: Vlaio-project: “DigiMobile – digitale technologie maakt mobiliteit slimmer, veiliger en groener” • Actie: MINO-project: autotechnologie integreren in het STEM- curriculum van de 1e graad secundair onderwijs • Actie: Deelname aan beurzen |
Prioriteit 2: Samenwerking met onderwijspartners en publieke opleidingsverstrekkers • Actie: Sectoraal onderwijsaanbod uitbreiden en vernieuwen • Actie: Partnerschappen met onderwijspartners bestendigen • Actie: Actualiseren van toekomstige en huidige sectorale competentiebehoeften, innovaties en veranderingen in producten • Actie: Opleidingen naar scholen brengen • Actie: Jongeren sensibiliseren voor groene mobiliteit • Actie: Digitale opleidingen rond generieke competenties • Actie: Digitalisering van opleidingen • Actie: InnoVET-project • Actie: Sectorale proeven • Actie: Project elektrotechniek • Actie: Project risicogroepen • Actie: Automotive Training Network | |
2. Levenslang leren en werkbaar werk | Prioriteit 1: Levenslang leren • Actie: Partnerschap met volwassenenonderwijs bestendigen • Actie: Partnerschap met VDAB bestendigen • Actie: Greenpower-project: Elektrische racewagens • Actie: Beroepskwalificerende opleidingstrajecten • Actie: Sectorale certificering HEV • Actie: EVC • Actie: Competent • Actie: Zoektocht naar en opleiden van toekomstige fietsherstellers |
Prioriteit 2: Werkbaar werk & instroom • Actie: XXX werkbaar werk en instroom promoten en kenbaar maken binnen de sectoren • Actie: Outplacementbegeleiding • Actie: Taalbeleid op de werkvloer • Actie: Toolbox “Breng werkbaar werk zelf in de praktijk” | |
3. Non- discriminatie en inclusie | Voor 2021 – 2022 sluit de sector een addendum af voor sensibiliserende, informerende en ondersteunende acties. |
1. Aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
Visie
De nieuwe mobiliteit en meer specifiek de elektrificatie ervan vraagt bijscholing van leerlingen en leerkrachten. TRAXIO vindt dat er ingezet dient te worden op het activeren van het huidige en toekomstige arbeidspotentieel en het versterken van de competenties van diegenen die instromen. De federatie met de hulp van EDUCAM neemt daarvoor tal van initiatieven, zoals gratis opleidingen en speciale maatregelen en incentives.
Via partnerschappen, maar evenzeer op eigen initiatief, tracht EDUCAM op het snijvlak onderwijs- arbeidsmarkt tegemoet te komen aan deze uitdagingen. De kerngedachte die we met de acties willen verwezenlijken is een verhoging van de instroom in de opleidingen en onderwijsrichtingen die leiden tot de verschillende sectoren en het verhogen van de kwaliteit en kwantiteit van de instroom op de arbeidsmarkt.
EDUCAM wil de beroepen promoten en dus een grotere bekendheid nastreven bij leerlingen, scholen, lesgevers, jongeren, cursisten, werkzoekenden, werkenden, ouders, … van deze beroepen en de loopbaanmogelijkheden die er zijn in de verschillenden sectoren. De studie- en beroepskeuze van jongeren beïnvloeden en begeleiden is hierbij een cruciaal element. Een positieve keuze om te willen werken in de auto- en aanverwante sectoren, dat is een doel dat EDUCAM wil bereiken. Een positieve keuze voor technologie is niet alleen een probleem in de auto en aanverwante sectoren, ook andere sectoren worstelen hiermee. We ambiëren dan ook verder de handen in elkaar te slaan en een intersectorale samenwerking na te streven voor de promotie van techniek.
Met die promotie van technische vakken zal EDUCAM vroeger in de schoolloopbaan van de leerling starten in vergelijking met het verleden. Als partner binnen het (nog niet goedgekeurd) Vlaio- project willen we voor de “jongste” doelgroep meewerken aan een nieuw te ontwikkelen, buitenschools STEM-leertraject in cocreatie met die doelgroep.
Eens in de secundaire school wil EDUCAM zelf een innovatief STEM-project opstarten in partnerschap met drie hogescholen: het MINO-project. Het idee erachter is dat, net als leren lopen en fietsen, de interesse rond technologie niet vroeg genoeg kan starten.
Naast de promotie van de technische beroepen is het verhogen van de kwaliteit van de instroom op de arbeidsmarkt van essentieel belang. De kwaliteit van de instroom bevorderen, is een echte uitdaging die op verschillende manieren kan aangepakt worden nl. door:
• De opleidingsprogramma’s afstemmen op de noden die er leven op de arbeidsmarkt: een betere afstemming van de behoeften van de sector kan mogelijk gemaakt worden door de bestaande leerprogramma’s beter af te stemmen of nieuwe in te voeren (vb. via het duaal leersysteem). Een eerste stap hiertoe werd reeds gezet met de beroepskwalificaties.
• De sector pleit ook voor een competentiegericht onderwijs en het belang om competenties van leerlingen én lesgevers te versterken. Ook het hoger onderwijs dient gepromoot te worden om de toekomstige behoeften aan technisch (hoger en minder hoog) geschoolden in onze sectoren te kunnen opvangen.
• Didactische tools en specifieke leermiddelen ontwikkelen en verspreiden naar lesgevers die deze kunnen gebruiken tijdens hun lessen en ook aan de leerlingen/cursisten kunnen overdragen (vb. specifieke handboeken voor leerlingen).
• Aandacht voor de technologische (r)evolutie en de laatste stand van zaken m.b.t. de verschillende technieken zodat het sectoraal opleidingsaanbod hierop afgestemd wordt.
De transitie van onderwijs naar arbeidsmarkt is van cruciaal belang in de loopbaan van een individu. De werkloopbaan moet gestart worden met een solide basis om van daaruit via levenslang leren nieuwe competenties te ontwikkelen en te groeien in de loopbaan.
Praktijkervaring staat centraal in dit gegeven. De sector is dan ook van oordeel dat een beroep niet kan aangeleerd worden zonder ook effectief met beide voeten in het beroep te staan. Het aanreiken van tools (zoals didactisch materiaal, handboeken, e-learning) enerzijds is belangrijk en kan een antwoord geven op de nood die er leeft binnen de scholen en centra. Het aanreiken van mogelijkheden met betrekking tot praktijkervaring is een andere belangrijke pijler:
• De realiteit van de arbeidsmarkt in kaart brengen via werkplekleren, praktijk in de lessen promoten om een ongekwalificeerde uitstroom te vermijden;
• Competenties van jongeren in kaart brengen door middel van sectorale proeven;
• De jongeren en volwassenen, kortom alle lerende partijen een degelijke leer- en beroepskeuze aanreiken.
Verder dienen ondernemingen gesensibiliseerd en ondersteund te worden bij het organiseren van werkplekleren, stages en werkleerplekken in het bedrijf, wat de instroom vanuit het onderwijs en de beroepsopleidingen verbetert. Daartoe werd in 2014-2015 een leermeesteropleiding ontwikkeld met de steun van het ESF-agentschap. Deze opleiding werd in 2018-2019 verder gepromoot o.a. in kader van het duaal leren. Vanaf 2021 zal de opleiding nog eens herwerkt worden naar een tweedaags traject voor mentoren, dat tevens gratis is voor de deelnemer én in aanmerking komt voor VOV (Vlaams Opleidingsverlof) én recht geeft op 100€ vormingskrediet per dag.
Ook de ondersteuning van lesgevers en instructeurs is een zeer belangrijke schakel om de kwalitatieve instroom in de sector op peil te houden. Het kwalificatieniveau van de ‘nieuwe’ werknemers staat of valt immers met het opleidingsniveau van hun lesgevers/trainers.
Tot slot reikt EDUCAM sectorale certificaten uit aan alle deelnemers die slagen voor de sectorale proeven. We zijn er namelijk van overtuigd dat deze sectorale proeven de afstand tussen onderwijs en praktijk verkleinen. De sectorale certificering van EDUCAM wordt voor de sector georganiseerd in samenwerking met onderwijs (de geconventioneerde scholen en voor jongeren in het triaal leren project) en SYNTRA (Leertijd, VDO, OT, …).
Welke voordelen zijn er voor de jongeren?
• de waarborg dat beroepsgebonden competenties worden verworven, zoals die door professionals uit de sector zijn bepaald;
• een belangrijke troef in de zoektocht naar een job;
• een certificaat dat erkend is door alle beroepsmensen uit de sector;
• een gedetailleerd competentierapport voor elke jongere;
• de toegang tot sectorale opleidingen en diensten tijdens het opleidingstraject dat uitmondt in een sectorale certificering.
Welke voordelen zijn er voor de partners uit het instroomonderwijs?
• de waarborg dat beroepsgebonden competenties worden verworven, zoals die door professionals uit de sector zijn bepaald;
• hulp bij de voorbereiding van de proeven;
• de toegang tot sectorale opleidingen en leermiddelen in het kader van goed omschreven partnerschappen;
• een jaarlijkse analyse van de proeven, gevolgd door sectoraal advies over de
opleidingsprogramma’s en methoden;
• de sectorale proeven vormen de basis van de EVC-proeven.
Onze sectorale proeven zijn gebaseerd op de gevalideerde en ingeschaalde beroepskwalificaties zoals die terug te vinden zijn in de beroepskwalificatiedatabank en vormen het sluitstuk van de samenwerking met partners.
Samenwerkingen zijn in dit gegeven cruciaal. Deze zullen verder bestendigd en dieper uitgewerkt worden met volgende partners:
• de onderwijspartners uit het BSO, TSO, DBSO en BuSO;
• de SYNTRA;
• de provinciale RTC’s die opereren als intermediair tussen de onderwijswereld en arbeidsmarkt. Door hun wederzijdse contacten en samenwerkingsverbanden zijn ze een onmisbare schakel in dit project.
Resultaatsverbintenis: 2021-2022 Veiligheid en veilig werken in het algemeen staat helemaal boven de agenda van EDUCAM en zijn sociale partners. De geschetste evoluties binnen onze sectoren maken duidelijk dat een elektrificering van het wagenpark in de nabije toekomst alleen maar zal toenemen. Dit type voertuigen vraagt uiteraard een andere benadering dan de conventionele voertuigen. Werken aan hoogspanningssystemen is immers levensgevaarlijk. Daarom heeft EDUCAM de doelstelling om jaarlijks 350 jongeren uit het secundair onderwijs te certificeren voor HEV 2. Jongeren die slagen voor de eindproef na de tweedaagse opleiding ontvangen het certificaat “HEV 2”. Het certificaat is wettelijk en erkent dat de houder ervan een elektrische of hybride wagen op een veilige manier spanningloos kan stellen. Op die manier kan er veilig gewerkt worden aan het voertuig. Door de coronacrisis zijn deze opleidingen slechts in beperkte groep te volgen (ook omwille van de veiligheidsaspecten die in rekening moeten gebracht worden). Dit wil zeggen dat er minstens 60 sessies (120 opleidingsdagen) dienen plaats te vinden om dit doel te bereiken. De opleidingen worden volledig gefinancierd door EDUCAM. Er is dus geen kost aan verbonden voor scholen of jongeren. Betrokken partners |
• de onderwijspartners uit het BSO, TSO, DBSO en BuSO;
• de SYNTRA;
• Diagnose Car;
• de provinciale RTC’s die opereren als intermediair tussen de onderwijswereld en arbeidsmarkt. Door hun wederzijdse contacten en samenwerkingsverbanden zijn ze een onmisbare schakel in dit project;
• sociale partners van de sector;
• andere opleidingspartners.
Prioriteiten en acties
Prioriteit 1: STEM en kwalitatieve beroepskeuze bevorderen | |
Actie: Vlaio-project: “DigiMobile – digitale technologie maakt mobiliteit slimmer, veiliger en groener” (onder voorbehoud van goedkeuring in december 2020) | Omschrijving: Hoe kunnen we ons in de toekomst slimmer, veiliger en groener verplaatsen? En hoe kunnen digitale technologieën – sensoren, softwaretools, robots, zelfrijdende voertuigen, apps enz. – ons daarbij helpen? Dat zijn de ‘challenges’ binnen het nieuw te ontwikkelen, buitenschools STEM-leertraject in cocreatie met (en gericht op) kinderen van 8 tot 12 jaar. Het project haakt in op drie belangrijke transitieprioriteiten voor Vlaanderen: digitalisering, energie en klimaat, en (in mindere mate) circulaire economie. Tijdens het te ontwikkelen leertraject zullen kinderen niet alleen hun STEM-talenten ontwikkelen, maar zullen ze ook – in groep – hun 21st century skills moeten aanspreken: probleemoplossend denken, teamwork, creativiteit, ondernemingszin enz. Op die manier worden ze uitgedaagd om mee vorm te geven aan een toekomst waarin STEM onontbeerlijk is en waarin ze met een keuze voor een STEM- studierichting en/of -beroep later het verschil zullen kunnen maken. Als partner in dit project krijgen we als sector de kans om onze vormingsexpertise, technologische knowhow en laagdrempelige contacten binnen de autosector - met behulp van de (sociale) partners – in te zetten voor een voor de sector compleet nieuwe doelgroep van kinderen (8-12 jaar). |
Timing: 2021 en 2022 Gedurende drie jaar na goedkeuring | |
Betrokken partners: PXL STEM Academy (coördinator/aanvrager), VIVES Techniekacademie, Xxxxxx Xxxx WiWeTeR, Vlaamse Stichting Verkeerskunde, Melexis, RATO Education / Makeblock Europe, stad Hasselt, stad Sint-Truiden, gemeente Houthalen-Helchteren en (via VIVES & Xxxxxx Xxxx) diverse gemeenten in andere provincies, Arktos vzw Limburg, Natuur en Wetenschap vzw | |
Inspanningsverbintenissen: Binnen dit project zal EDUCAM volgende rol op zich nemen: • Feedback op trajectontwikkeling via stuurgroep • Technologische expertise inbrengen • Laagdrempelige toegang tot bedrijfsbezoeken in de autosector • Doorverwijzen naar relevante partners. |
Actie: MINO - autotechnologie integreren in het STEM- curriculum van de 1e graad secundair onderwijs | Omschrijving: EDUCAM wil binnen STEM de volgende pijlers van de automotive toekomst in het voetlicht zetten: groen, veilig en comfortabel. Kinderen worden niet enkel meer getriggerd door schroevendraaiers en tangen maar door de I-pad die ze elke dag vasthouden. Als je naast de I-pad die schroevendraaiers legt, waardoor ze kunnen gaan re-designen en verder op ontdekking gaan, kunnen we kinderen en jongeren motiveren om zich te verdiepen in de technologische wereld van de automotive sector. "Een leven lang Auto" is in dit project dan ook het motto. EDUCAM zal in elke leeftijdsvork een aanbod voorzien voor wat de jongeren op dat moment kunnen behappen. Dit veronderstelt een pedagogisch-didactische en onderwijskundige "leerlijn". We willen jongeren actief met STEM aan de slag laten gaan in een "automotive context". Het gaat dus om onderzoekend leren. Leerlingen gaan een technologisch proces opzetten aan de hand van (zelf) gestelde onderzoeksvragen om tot leren te komen. |
Timing: Lessenreeks starten in september 2021 | |
Betrokken partners: PXL-STEM academy; WIWETER (Xxxxxx Xxxx); VIVES Academie en EDUCAM (Traxio, FEBIAC) | |
Inspanningsverbintenissen: EDUCAM biedt in een huurformule het materiaal aan aan de scholen en stelt het cursusmateriaal gratis beschikbaar, voorafgegaan door een train-the-trainer om didactisch correct met het materiaal aan de slag te gaan. Het materiaal laat EDUCAM in Vlaanderen ontwikkelen en beheren door bestaande (grote) organisaties die expertise hebben op het vlak van de doelgroep en het ondersteunen van scholen. Om op 1 september 2021 hiermee aan de slag te gaan dienen eerst volgende stappen ondernomen te worden, steeds gecoördineerd en in opdracht van EDUCAM: • EDUCAM koopt de kits van de modelauto aan; • De academies ontwikkelen en testen het leermateriaal voor jongeren en hun lesgevers; • Het monteren van de wagens gebeurt door een maatwerkbedrijf (sociale economie); • De lay-out en het printen van de lessenreeks gebeurt door school met opleiding in Printmedia (intersectoraal); • Maken van promofilmpje door EDUCAM; • Organiseren van MINO-TTT door academies; • Opzetten van een verhuurdienst door academies; • Aan de slag met MINO in de klas. | |
Actie: Deelname aan beurzen | Omschrijving: De sector wil er voor zorgen dat jongeren en de betrokken partners geïnformeerd blijven over het aanbod dat de |
autosector en aanverwante sectoren hen aanbiedt en wil hen tevens op de hoogte houden van toekomstige evoluties binnen die sectoren. Op die manier hoopt de sector bij te dragen tot een bewuste studie- en beroepskeuze van jongeren. Daarnaast wil de sector ook toekomstperspectieven bieden: wat zijn de mogelijkheden binnen onze sectoren na een schoolloopbaan? EDUCAM zal deelnemen aan de voor hen relevante beurzen – dit steeds in overleg met sociale partners. Gedurende deze convenant zal het gaan om: • jobexpo’s • autosalon • autotechnica • gouden autosleutelhangerwedstrijd. | |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: Bedrijven, onderwijs, sociale partners, Auxilios, VDAB, hogescholen, FEBIAC | |
Inspanningsverbintenissen: EDUCAM zal jaarlijks aan minstens 20 beurzen deelnemen ter promotie van de beroepen in de sector. Deze beurzen worden jaarlijks geëvalueerd op hun meerwaarde die ze brengen voor de sector. Zo neemt EDUCAM al enkele jaren geen deel aan de SID-in beurzen, maar focust het zich op bovengenoemde beurzen. Afhankelijk van hun karakteristiek worden diverse activiteiten georganiseerd. |
Prioriteit 2: Samenwerking met onderwijspartners en publieke opleidingsverstrekkers | |
Actie: Sectoraal onderwijsaanbod uitbreiden en vernieuwen | Omschrijving: Ondersteuning van lesgevers en hun lerenden is één van de belangrijkste factoren voor een kwalitatieve instroom in de autosector en aanverwante sectoren. Het kwalificatieniveau van toekomstige werknemers staat of valt met het opleidings- en kennisniveau van de huidige generatie lesgevers en jongeren. Daarom zet de sector verder in op het aanbieden van didactische tools en leermiddelen. Hieronder wordt een overzicht geschetst van de belangrijkste diensten die EDUCAM wil reiken aan onderwijspartners. • Producten en diensten: Op basis van de bovengenoemde evoluties zal de sector jaarlijks een aantal nieuwe producten, diensten en opleidingsinitiatieven lanceren voor lerenden en hun omgeving. De sector houdt de beroepskwalificaties continu up-to-date. Praktijkervaring en opleiding blijven voor de sector van cruciaal belang. Daarom zal de sector inzetten op het aanbieden van train-the-trainers en didactisch materiaal |
rond zowel basisvaardigheden en kennis rond elektriciteit, maar ook diepgaander over nieuwe technologieën zoals hybride- en elektrische voertuigen (zie resultaatsverbintenis). Scholen hebben jammer genoeg vaak te kampen met infrastructurele beperkingen. Daarom zullen de sectorale training centers van EDUCAM ook in de toekomst fungeren als uitstalraam voor de sector (o.a. koetswerk en garage). De website xxxxxxxxxxxxxxx.xx is een ondersteunend digitaal platform gebaseerd op de principes van blended learning. Voor partners binnen specifieke projecten zal dit platform aangevuld worden met handboeken en cursusmateriaal rond elektrotechniek (zie project elektrotechniek). • Didactisch materiaal De sector zal initiatieven i.k.v. infrastructurele basisuitrusting verder blijven ondersteunen en onderzoeken of dit verder uitgebreid kan worden. In samenwerking met de SYNTRA loopt al enkele jaren een cofinancieringssysteem voor de leertijdopleiding tot polyvalent mecanicien. In dit kader werd reeds een uitrustingslijst ontwikkeld waaraan de opleidingscentra van de SYNTRA dienen te voldoen om op een kwalitatieve manier onderwijs te kunnen geven aan leertijdjongeren. Verder blijft het didactisch materiaal rond ‘Veiligheid & Milieu’ nog steeds beschikbaar bij alle RTC’s en de SYNTRA. Lesgevers kunnen dit materiaal ontlenen indien zij daar de juiste TTT voor gevolgd hebben. Ook het didactisch materiaal m.b.t. HEV dat ter beschikking wordt gesteld bij een aantal RTC’s kunnen door lesgevers nog steeds ontleend worden indien zij de HEV 2 - certificering gevolgd hebben. • Sectorale proeven Om bepaalde kwalificaties te meten bij jongeren ontwikkelen experts uit de sector manieren om de competenties van die jongeren in kaart te brengen. Deze competenties zijn steeds in verhouding met tot wat er van hen verwacht wordt op de arbeidsmarkt. De sectorale proeven die de sector organiseert i.s.m. de SYNTRA zijn hiervan een sprekend voorbeeld. Met deze proeven wil de sector een sectoraal competentierapport uitreiken. Dit is echter niet ter vervanging van om het even welk diploma, certificaat, attest, … uit de onderwijs- of vormingswereld. Dit sectoraal competentierapport wordt jaarlijks uitgereikt aan volgende doelgroepen: • Onderhoudsmecaniciens • Polyvalent Mecaniciens |
• Spuiter Koetswerk • Voorbereider Koetswerk • Plaatwerker koetswerk. Daarnaast wordt ook het project ‘elektrotechniek’ verdergezet. De bedoeling van dit project is om lesgevers een leidraad aan te bieden om de basisvaardigheden m.b.t. elektriciteit aan zijn/haar jongeren aan te leren. Het project behelst een gans schooljaar. Lesgevers volgen op verschillende niveaus driedaagse TTT’s omtrent elektrotechniek. Daarna ontvangen zij didactisch materiaal waarmee ze gedurende het volledige schooljaar aan de slag kunnen in hun klas. Nadien worden de deelnemende scholen uitgenodigd in de sectorale opleidingscentra voor het afleggen van de proeven. Wie slaagt voor deze proeven ontvangt een attest dat ondertekend wordt door de grootste importeurs uit België. • Instroomcatalogus EDUCAM zal in 2021 een nieuwe instroomcatalogus uitwerken die een overzicht biedt van alle producten en opleidingen in het sectorale aanbod, zowel voor jongeren als lesgevers. | |
Timing: 2021 en 2022 Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: Onderwijs, RTC, sociale partners, SYNTRA, VDAB | |
Inspanningsverbintenissen: EDUCAM ondersteunt de leeromgeving van jongeren waar nodig en waar dit kan in het leerproces. Dit kan, afhankelijk van de doelgroep, bestaan uit het aanreiken van didactisch materiaal, materiaal, het geven van opleidingen of TTT’s, het uitreiken van competentierapporten of attesten, het publiceren van actueel wetenschappelijk onderzoek, etc.… Concreet: • In 2021 zullen de sectorale proeven “Spuiter” en “Voorbereider” vernieuwd worden en voor de eerste maal georganiseerd worden i.s.m. SYNTRA; • In 2021 wordt een nieuwe instroomcatalogus uitgewerkt met nieuwe, innovatieve leertrajecten; • Logischerwijze zal er in 2021 gestart worden met een nieuw opleidingstraject dat zich zal focussen op elektriciteit, elektronica en diagnose. | |
Actie: Partnerschappen met onderwijspartners bestendigen | Omschrijving: Om een kwalitatieve instroom in de sector te bevorderen wil de sector investeren in een duurzaam partnerschap met diverse onderwijspartners: • Voltijds (en deeltijds) onderwijs • SYNTRA • Hogescholen |
• RTC | |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: Onderwijs, RTC, SYNTRA, sociale partners | |
Inspanningsverbintenissen: • Met het secundair onderwijs wil EDUCAM met minstens 10 scholen in december 2022 een overeenkomst/onderwijsconvenant afsluiten; • EDUCAM zal een overeenkomst uitwerken met de PACT- opleidingen van SYNTRA; • Voor het eerst zal EDUCAM met de hogescholen studenten bijscholen. Voor 2021 zal dit gaan over meer dan 100 studenten. | |
Actie: Actualiseren van toekomstige en huidige sectorale competentiebehoeften, innovaties en veranderingen in producten | Omschrijving: EDUCAM is perfect gepositioneerd op het snijvlak onderwijs- arbeidsmarkt om te kunnen inschatten wat de huidige en toekomstige competentienoden zullen zijn binnen de sector. Via de studiedienst wordt er op regelmatige basis onderzoek gedaan naar sectorale trends, innovaties en (opleidings)behoeften. Vanuit die rol kan snel geschakeld worden als het gaat over het aanpassen van het sectoraal opleidingsaanbod, actualiseren van competentieprofielen en het uitstippelen van de toekomst van de sector in het algemeen. |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: Sociale partners, AHOVOKS, onderwijs, SYNTRA, sectoraal partnerschap, bedrijven | |
Inspanningsverbintenissen: De sector engageert zich ertoe om onderwijspartners de nodige ondersteuning te bieden bij het uitwerken van leerprogramma’s en/of nieuwe leertrajecten: • Actualiseren van de sectorale beroepsprofielen; • De opmaak en update van de beroepskwalificaties; • Het bekendmaken van de resultaten uit het sectoraal onderzoek; • Ondersteuning bieden bij de modularisering van leertrajecten; • Uitwerken van standaardtrajecten i.k.v. duaal leren; • Meewerken aan de uitbouw van een tweede graad voertuigtechnieken in het TSO. | |
Actie: Opleidingen naar de scholen brengen | Omschrijving: Omwille van de verplaatsingskosten en de duurtijd van de verplaatsing werd gezocht naar een laagdrempelige oplossing om trainingen ook ‘in house’ in scholen te laten doorgaan. De autosector organiseert sinds 2016 opleidingen die doorgaan op de school zelf. Omdat deze meteen volzet en uitstekend onthaald worden zal de sector in deze convenantperiode enkele opleidingen aanbieden en tevens het aanbod verder uitbreiden. Het doel blijft om jongeren op een laagdrempelige manier de |
kans bieden hoogtechnologische opleidingen te volgen bij hen op school. | |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: Sociale partners, onderwijs- en vormingspartners | |
Inspanningsverbintenissen: Gedurende deze convenantperiode zal er jaarlijks een nieuwe opleiding @ school worden aangeboden o.b.v. de door de partners en sector aangegeven opleidingsnoden. Als corona het toelaat dan zal EDUCAM volgende engagementen naar de scholen toe opnemen: • HEV 2-certificering @ school; • ADAS (Avanced Driving Assistance Systems) @ school; • Klantgericht Onthaal @ school; • Nieuw te ontwikkelen: Scope @ school. | |
Actie: Jongeren sensibiliseren voor groene mobiliteit | Omschrijving: In de omgevingsanalyse en uitdagingen werden de evoluties op vlak van veranderende milieuwetgeving besproken. Ook uit de cijfers blijkt duidelijk dat er een shift plaats vindt naar groene mobiliteit (in diverse vormen). Daarom wil de sector: • Jongeren bewust maken van de veiligheidsaspecten die gepaard zijn met het werken aan hybride en elektrische voertuigen; • Uitwisselen van informatie omtrent technologische evoluties aan jongeren; • De sector en sociale partners wisselen informatie uit m.b.t. groene economie (vb. evoluties in de fietssector, autosector, micromobiliteit, etc.…); • Blijvend beschikbaar stellen en updaten van didactisch materiaal rond het thema ‘Veiligheid & Milieu’. |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: Sociale partners, onderwijs- en vormingspartners | |
Inspanningsverbintenissen: Lerenden bewust maken van de shift naar én het belang van groene mobiliteit. Veilig werken aan de voertuigen van nu én de toekomst is prioriteit nummer één van de sociale partners. Daarom engageren EDUCAM zich om volop in te zetten op de hierboven vermelde resultaatsverbintenis. | |
Actie: Digitale opleidingen rond generieke competenties | Omschrijving: Bekijken of reeds ontwikkelende digitale opleidingen en modules inzake generieke competenties en soft skills ter beschikking kunnen gesteld worden van andere sectoren én eventueel aanvullende digitale opleidingen samen ontwikkelen. (Mogelijke topics: attitudes, spreken met mondmaskers, begeleiden en motiveren, communiceren naar collega’s, digitale vaardigheden, klantgerichtheid etc.). |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant |
Betrokken partners: Travi, Vivo, Volta, Woodwize, Coiffure, Horeca | |
Inspanningsverbintenissen: Samen met de betrokken sectoren bekijken wat mogelijk is rond deze thematiek met Xxxxxx als trekker van deze actie. | |
Actie: Digitalisering van opleidingen | Omschrijving: Samen werk maken van digitaal beschikbare pakketten van leermiddelen waarbij aandacht is voor het leerrendement doorheen de school- en opleidingscarrière (d.m.v. een Learning Management System). Hiermee kan een aanzet worden gegeven voor levenslang leren en portfolio opbouw. |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: Vivo, Volta, Woodwize, Coiffure, Horeca | |
Inspanningsverbintenissen: Samen met de betrokken sectoren bekijken wat mogelijk is rond deze thematiek met Xxxxx als trekker van deze actie | |
Actie: InnoVET-project | Omschrijving: In dit project wil de school TSM Mechelen samen met EDUCAM en de andere projectpartners een expertisenetwerk vormen. Dit netwerk bestaat uitsluitend uit autotechnische experten met een gezamenlijk 3-delig doel. 1. Vervolledigen van het gratis e-learning aanbod (practica) voor autotechnische profielen. 2. Leerlingen just-in-time evalueren op het bereiken van leerplandoelstellingen na het uitvoeren van e-learning opdrachten. 3. Leerkrachten informeren/opleiden over het gebruik van de ontwikkelde materialen en hoe zelf online modules te ontwikkelen. Er bestaat heel wat online lesmateriaal dat een goede kwaliteit biedt. De missing link in deze online leermiddelen is de koppeling met de leerplannen en de mogelijkheid om een valide evaluatierapport te creëren dat leerkrachten integraal kunnen gebruiken voor de evaluatie en het bijsturen van het individueel leertraject van de leerlingen. Binnen dit project wordt ervoor gekozen om te werken met de beroepskwalificaties. |
Timing: 2021 | |
Betrokken partners: TSM Mechelen, Damiaaninstituut Aarschot, Don Bosco Woluwe, KTA Mobi Gent, Diagnose Car, onderwijsnetten, VDAB, Electude, Noteble | |
Inspanningsverbintenissen: EDUCAM zal werken rond de arbeidsmarktcomponent binnen het project. EDUCAM zorgt voor een sterke link met de arbeidswereld. Door het mee ontwikkelen van de BK’s heeft de sector sowieso expertise op dit vlak. Bovendien heeft EDUCAM |
een hele geschiedenis in het opleiden van zowel werkenden als leerlingen. De koppeling tussen de reeds bestaande e- learningmodules en BK’s is deel van de corebusiness van EDUCAM en is dus een uitdaging waarin onze bijdrage voor de hand ligt. | |
Actie: sectorale proeven | Omschrijving: Scholen, SYNTRA en andere partners kunnen met hun jongeren de sectorale proeven afleggen bij EDUCAM. Voor de deelnemers geldt opnieuw de meerwaarde dat zij hun competenties die ze hebben aangeleerd sectoraal kunnen laten erkennen via deze proeven. Onder de actie ‘Sectoraal onderwijsaanbod uitbreiden en vernieuwen’ staan de beroepen beschreven waarvoor EDUCAM proeven kan inrichten. |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: SYNTRA, scholen, sociale partners en onderwijsverstrekkers | |
Inspanningsverbintenissen: De sector organiseert op regelmatige basis sectorale proeven zodat deelnemers en scholen geen kosten hoeven te maken voor de organisatie ervan in eigen huis. EDUCAM maakt tevens een individueel competentierapport op en bezorgt de geslaagden een certificaat dat erkend wordt door de bedrijven uit onze sectoren. EDUCAM zal SYNTRA ondersteunen bij het inrichten van de proeven gezien zij zelf in house de proeven organiseren. | |
Actie: Project elektrotechniek | Omschrijving: Sinds 2014 organiseert EDUCAM het project elektrotechniek om jongeren in het 5de jaar Autotechnieken en uit het 6de jaar Auto de werking van auto-elektriciteit te leren kennen en kunnen. Het traject beslaat telkens een volledig schooljaar en bestaat uit volgende elementen: • TTT (3 dagen) voor lesgevers • Didactisch materiaal • Handboeken • Deelname aan sectorale proeven. In de organisatie van deze proeven wordt er rekening gehouden met dezelfde kwaliteitseisen zoals die gelden in de overeenkomst met de leertijd en SYNTRA-opleidingen. De proeven dienen als een soort barometer voor het onderwijs om te detecteren voor welke thema's jongeren extra ondersteuning nodig hebben. Vandaag is er nog een moeilijke aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt in de garage- en koetswerksector door een gebrek aan basiskennis elektriciteit bij jongeren in hun laatste jaar secundair onderwijs. TRAXIO roept op om naar oplossingen te zoeken zodat alle jongeren deze basiscompetentie onder de knie kunnen krijgen via school én via de sector. |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: Onderwijs | |
Inspanningsverbintenissen: EDUCAM financiert sedert 2019 dit volledige traject zodat dit project kosteloos blijft voor de deelnemende opleidingsinstellingen. | |
Actie: Risicogroepen | Omschrijving: Jongeren aan het einde van hun reguliere opleiding ervaren moeilijkheden om een baan te vinden, vaak omdat ze te weinig praktische ervaring en handvaardigheid hebben opgedaan. Met dit project wil de sector hands-on opleiding bieden in een optimale leeromgeving om zo de kloof tussen onderwijs en werkveld helpen te dichten. De bedoeling van dit project is om jongeren via praktijkopleidingen (in competentiecentra, opleidingscentra van EDUCAM Service) in staat te stellen om een stevige basis praktijk te verwerven en om te oefenen, zodat ze hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten. Voor de leerlingen secundair onderwijs bieden we een praktijkgerichte opleiding aan die specifiek op de lacunes gericht is. Voor jongeren die al praktijkervaring hebben (alternerend leren of bedrijfsstages) bieden we een aanvullende praktijkopleiding aan over de nieuwe technologieën (bv. uitdeuken en lassen van aluminium, smartrepair). Zo kunnen ze andere competenties verwerven. Door deze gerichte initiatieven willen we de kans op een baan in de sector gevoelig verhogen. Er worden drie doelgroepen geïdentificeerd: • de jongeren in de derde graad van het voltijds beroepsonderwijs, optie koetswerk; • de jongeren in het deeltijds onderwijs (CDO), optie koetswerk; • de jongeren in het alternerend leren koetswerk (jongeren in opleiding in de centra van XXXXXX. |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: FOD WASO, onderwijs, SYNTRA | |
Inspanningsverbintenissen: • Praktijkopleidingen voor jongeren – koetswerk (5-daags opleidingstraject): 40 deelnemers. • Sectorale proeven voor jongeren – koetswerk: 25 deelnemers. • Motormanagementtraject voor jongeren – auto (3- daags opleidingstraject): 75 deelnemers. |
Actie: Automotive Training Netwerk | Omschrijving: In het Automotive Training Netwerk van Connectief worden concurrenten concullega’s. 5 grote automerken verenigen zich in het “Automotive Training Network” dat overkoepeld en aangestuurd wordt door de VZW Connectief die de brug slaat tussen onderwijs en industrie. De deelnemende merken slaan de handen in elkaar om sterk geschoold personeel aan te werven. De samenwerking kan alle merken van het consortium alleen maar versterken. Het beroep van autotechnieker is niet voor iedereen weggelegd. Het aantal bewegende delen aan een voertuig vermindert zienderogen. De term automechanica behoort tot het verleden, sleutelen en vuile handen worden een rariteit in de garages. De technieker van vandaag moet thuis zijn in 1-en en 0-en, in CAN en BUS, in elektriciteit en elektronica. In totaal zullen de deelnemende jongeren 3 weken opleiding krijgen, afgewisseld met periodes van stage binnen de deelnemende merken. |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant, mits goedkeuring door Raad Van Bestuur Connectief vzw | |
Betrokken partners: Connectief vzw en deelnemende merken | |
Inspanningsverbintenissen: EDUCAM verzorgt het voortraject (een 5-daagse opleidingstraject voor deze doelgroep (in totaal +- 5 trajecten). |
2. Levenslang leren en werkbaar werk
Visie
De autosector evolueert voortdurend. Om een antwoord te bieden aan toekomstige competentienoden is er een duidelijke visie nodig binnen de sector, maar ook binnen bedrijven. Het is in dit kader dat onderstaande acties worden opgenomen.
Eerst en vooral: quasi alle beroepen in onze sectoren zijn knelpuntberoepen. De VDAB publiceert jaarlijks een database van Belgische knelpuntberoepen. Hieruit wordt duidelijk dat technische beroepen nog steeds een pijnpunt zijn in de sector (xxxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxx/xxx/xxxxx/xxx/xxxxxx/Xxxxxxxxxxxxxxxx%000000.xxx).
Vacatures die lange tijd open staan of niet ingevuld geraken, de verdere vergrijzing, de noodzaak voor juiste basiscompetenties in kader van stijgende competitiviteit en technologische innovatie, een lage instroom in opleidingen die leiden naar de autosector en aanverwante sectoren, … Het zijn allemaal elementen waarmee de 4 sectoren te kampen hebben en die de komende jaren met een nog luidere stem zullen weerklinken. EDUCAM wenst deze uitdagingen aan te pakken op 2 grote actievelden:
• acties gericht op het onderwijs (in de brede zin van het woord) zoals hierboven beschreven;
• acties gericht op andere partnerorganisaties (bijvoorbeeld VDAB, volwassenenonderwijs en derden organisaties).
Met VDAB loopt reeds vele jaren een samenwerking die recent (1/1/2020) in een nieuw jasje werd gegoten. Daarnaast heeft EDUCAM de stagebegeleidingsopdracht voor het perceel ‘auto’ binnengehaald wat wil zeggen dat EDUCAM opnieuw de begeleiding van VDAB-stagiairs voor zijn rekening zal nemen. Via welomschreven projecten zal EDUCAM ook extra engagementen aangaan met VDAB gedurende de looptijd van dit convenant (vb. Greenpower-project, BKOT, Partnerschap fietsherstellers, …).
Ook met het volwassenenonderwijs heeft EDUCAM een samenwerking lopen, al dan niet met VDAB als partner. Cursisten uit de CVO’s vormen, weliswaar in mindere mate, ook een bron van instroom in de sector. Het is dus ook een doelgroep waar EDUCAM zich voor wenst te engageren, o.a. door het aangaan van convenants met individuele CVO’s.
Levenslang leren is een continu proces. De sector wil personen van zodra ze op de schoolbanken zitten ondersteunen tot wanneer ze op pensioen gaan en zelfs eventueel daarna nog. Xxxxxxxxx is de loopbaan geëvolueerd van een rechtlijnige “leren-werk-pensioen” naar een nieuwe diverse “leren-werk-leren-werk-pensioen-leren-werk” model. Hoe beter de overgang tussen deze verschillende vormen van loopbanen, hoe groter de kans op een succesvolle start en doorloop van deze loopbanen.
Nieuwe werknemers, of ze nu van de schoolbanken komen of zijdelings instromen in onze sectoren, weten meteen hoe laat is: levenslang leren is noodzakelijk. Elk bedrijf, van KMO tot grote onderneming, leidt zijn nieuwe werknemers op. Bij de grote bedrijven loopt dit volgens de door de overkoepelende groep opgelegde opleidingstrajecten, bij de KMO’s gaat het veeleer over het bijscholen via open opleidingsaanbod van EDUCAM. Via de CAO levenslang leren en werkbaar werk kunnen nieuwe werknemers uit alle bedrijven binnen onze sectoren gratis deelnemen aan 5 opleidingsdagen uit het sectorale opleidingsaanbod: 4 te kiezen door de werkgever, 1 te kiezen door de werknemer zelf.
Een nieuwe werknemer dient uiteraard de kneepjes van het vak te leren. Begeleiding op de werkplek is dus onontbeerlijk. Binnen de CAO wordt logischerwijs ook ruimte gemaakt voor peterschap. Door het volgen van de mentoropleiding (wat overigens een verplichting is i.k.v. duaal leren) komen zowel de werknemer als de werkgever in aanmerking voor enkele voordelen als
(verhoogd) vormingskrediet en VOV, naast het feit dat deze opleiding gratis is en ervoor zorgt dat de werknemer zijn (toekomstige) collega met meer kennis van zaken kan begeleiden en ondersteunen.
Zoals in de omgevingsanalyse beschreven heeft in onze sectoren net geen één op de vier werknemers een migratieachtergrond. Communicatie is zowel bij stagiairs of jongeren uit onderwijs als bij nieuwe werknemers een cruciale factor om een samenwerking tussen bedrijf en persoon te laten slagen. Er komen vanuit onze bedrijven én opleidingsinstellingen regelmatig de vraag naar ondersteuning. VDAB biedt NT2 op de werkplek aan, maar omdat EDUCAM als sector hier verder mee aan de slag wil gaan willen we werk maken van taalbeleid op de werkvloer. Dit kan onder de vorm van een pictogrammenwoordenboek of een woordenboek in verschillende talen met eenvoudige technische termen. Omdat EDUCAM hier voorlopig weinig tot geen ervaring in heeft gaat de sector dit intersectoraal aanpakken.
Bijscholing zal een continu weerkerend element zijn gedurende de loopbaan van een werknemer. Opleidingen staan, voornamelijk bij onafhankelijke garages en/of KMO’s, nog niet bovenaan de agenda. Via allerlei promotiekanalen kan dit echter meer zichtbaar gemaakt worden. Belangrijk hierbij is dat het niet enkel visibel wordt voor de werkgever, maar dat ook de werknemers deze informatie krijgen via verschillende kanalen (werknemersorganisaties, de werkgever, waar mogelijk via EDUCAM …). Het sectorale opleidingsaanbod wordt kwalitatief en kwantitatief verder ontwikkeld waarbij rekening wordt gehouden met nieuwe technieken en technologieën die arbeidsmarktgericht zijn. Het onderkennen van trends is voor de sectoren van cruciaal belang en de werknemers hierbij ondersteunen met een toekomstgericht opleidingsaanbod blijft een uitdaging voor de komende jaren. Samenwerking met andere sectoren is een meerwaarde. De opleidingen in de verschillende sectoren zijn evenwel op technisch en niet-technisch vlak vaak zeer specifiek en sectorgebonden. Waar mogelijk wordt er gekeken naar synergiën.
Dankzij de sociale partners zullen werknemers gedurende hun ganse carrière tevens recht hebben op maatregelen zoals loopbaanbegeleiding, zachte landingsbanen, verhoging van de aanvullende vergoeding oudere zieken, terugbetaling kinderopvang, outplacementbegeleiding, etc.
Het is dan ook de opdracht van EDUCAM om al deze informatie en maatregelen aan onze bedrijven te bezorgen. De sectorconsulenten van EDUCAM komen via allerlei projecten en opdrachten fysiek langs in honderden bedrijven op jaarbasis. Alleen al voor de erkenning van bedrijven i.k.v. duaal leren werden de afgelopen 4 jaar meer dan 1400 bedrijven bezocht. Daarbovenop komen nog de gemiddeld 150 bedrijven die EDUCAM meermaals (3 keer per stagebegeleiding) op jaarbasis bezoekt
i.k.v. de stagebegeleidingen voor VDAB. Ook i.k.v. de CAO’s rond bijscholingen gaat EDUCAM langs in bedrijven. Het hoeft geen betoog dat EDUCAM er is voor alle bedrijven in onze sectoren, groot of KMO, met één grote missie: De initiatieven die de sector promoot zijn steevast gericht op de waardevolle ontwikkeling van competenties en talenten. Menselijk kapitaal moet immers gekoesterd worden. En kennis is er vooral om te delen. Alleen zo ligt werkbaar werk in een aantrekkelijke omgeving duurzaam binnen handbereik. De toolbox “breng werkbaar werk zelf in de praktijk” die EDUCAM ontwikkelde is hier een eindproduct van.
Tot slot: door de coronacrisis werd EDUCAM genoodzaakt zichzelf heruit te vinden. Op korte tijd werden heel wat digitale online opleidingen en webinars opgezet. Tijdens de zomermaanden werden in overleg met de sociale partners diverse acties uitgewerkt om de relance van werknemers getroffen door tijdelijke werkloosheid uit te rollen. De sociale partners en EDUCAM hebben beslist om 600 000€ extra te investeren in de loopbanen van werknemers in onze sectoren. In de resultaatsverbintenis wordt het bijhorende actieplan geconcretiseerd.
Resultaatsverbintenis: EDUCAM heeft voor de werknemers in de sector een corona-actieplan opgemaakt. Dit actieplan dient ter ondersteuning van de bedrijven tijdens deze moeilijke periode. Er worden verschillende doelen nagestreefd: • De bedrijven en hun werknemers ondersteunen aan de hand van een aantal specifieke acties, zodat een bepaald competentieniveau in de bedrijven behouden blijft; • Werknemers de mogelijkheid bieden om opleidingen te volgen op een moment waarop bedrijven geneigd zijn minder opleiding te bieden, en dit zelfs tijdens periodes van werkloosheid; • Opleidingen mogelijk maken die nuttig zijn voor de evolutie van kennis en vaardigheden tijdens een periode van ontwrichting; • Een plan van beperkte duur opstellen, op basis van een gelimiteerd budget (c.q. €600 000). Het plan zal worden aangekondigd via verschillende communicatie-campagnes: • Een aangepaste navigatie op de website van EDUCAM; • Brochures met het specifieke aanbod en maatregelen per subsector; • E-mailings met het specifieke aanbod en maatregelen per subsector; • Nieuwsbrieven met de aankondiging van het relanceplan; • Social media: posts via Linkedin en Facebook; • Persbericht m.b.t. het relanceplan voor de sectoren. Die campagnes bieden tevens de mogelijkheid om nieuwe CAO-maatregelen zoals 4+1 in de kijker te zetten, samen met de maatregelen specifiek voor de metaalhandel. Het actieplan is uitgestippeld op verschillende assen. Een as stelt de organisatie voor van een groot opleidingsprogramma met gegarandeerde open sessies. Een gedeelte van dit aanbod is gratis voor de werknemers 4+1 en voor de werknemers die werkloos zijn. Een andere as viseert de HEV-certificering, zodat werknemers die nog geen opleiding genoten deze nieuwe, veelgebruikte technologieën veilig kunnen beheersen. De toegang tot de opleidingen HEV1 en HEV1 Reloaded is gratis voor niet-gecertificeerde werknemers of werknemers waarvan het certificaat verlopen is. Er zal ook een luik van gratis opleidingen op afstand zoals Webinars, virtual classroom training of trajecten blended learning worden opengesteld. Specifiek voor de koetswerksector wordt ook coaching binnen het bedrijf voorzien. Alles samen wordt hiervoor 600 000€ gebudgetteerd. De uitrol van het actieplan is voorzien in 2021. Bij de rapportering van het convenant in januari 2022 en januari 2023 zullen concrete cijfers gepresenteerd worden van welke acties er met het vrijgemaakte budget zijn ondernomen – acties die permanent gemonitord worden door EDUCAM en zijn sociale partners. |
Betrokken partners
De sociale partners van de autosector en aanverwante sectoren, VDAB, volwassenenonderwijs en EDUCAM.
Prioriteiten en acties
Prioriteit 1: Levenslang leren | ||
Actie: Partnerschap | met | Omschrijving: |
volwassenenonderwijs | Om een kwalitatieve instroom in de sector te bevorderen wil de | |
bestendigen | sector investeren in een duurzaam partnerschap met het | |
volwassenenonderwijs. Via het convenant met het | ||
volwassenenonderwijs kunnen CVO’s beroep doen op EDUCAM | ||
in welomschreven acties. | ||
Timing: | ||
Gedurende de looptijd van het convenant | ||
Betrokken partners: | ||
Volwassenenonderwijs, sociale partners | ||
Inspanningsverbintenissen: | ||
EDUCAM luistert, behandelt en reageert op elke vraag tot | ||
samenwerking met CVO’s teneinde de instroom in de sector te | ||
bevorderen. Via de onderwijsverstrekkers zijn CVO’s op de | ||
hoogte van wat mogelijk is binnen een samenwerking met | ||
EDUCAM. | ||
EDUCAM zal zich tevens inspannen om deel te nemen aan | ||
commissies die tot doel hebben opleidingen in onze beroepen | ||
te modulariseren. | ||
Actie: Partnerschap met VDAB bestendigen | Omschrijving: De autosector en aanverwante sectoren en VDAB onderstrepen het belang om werknemers en werkzoekenden op te leiden i.k.v. levenslang leren en een duurzaam tewerkstellingsbeleid binnen de sector. | |
Via de samenwerkingsovereenkomst die werd hernieuwd op 1 januari 2020 en loopt voor een periode van 2 jaar met optie op verlenging, wordt samen met VDAB ingezet op volgende thema’s: • Het uitwisselen van sectorale studies en informatie met informatie onderzoek van VDAB over de arbeidsmarktrealiteit. De sectorfoto en de in- en uitstroomstudies van de sector geven vb. een mooi overzicht van de evoluties binnen de sector en welke initiatieven er dienen ondernomen te worden naar opleidingen toe; • Het bestrijden van jeugdwerkloosheid d.m.v. het activeren en snel instromen van (afgestudeerde) jongeren in de sector; • Het afstemmen van minimumvereisten voor cursisten om in te stappen in een opleiding in de sector; • Het begeleiden van werkzoekenden op de werkvloer naar analogie met de periode 2014-2019; • Het verhogen van de tewerkstellingsgraad na opleiding; • Het organiseren van sectorale proeven i.k.v. opleiding voor werkzoekenden; |
• Het opstarten van nieuwe projecten voor personen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt: de beroepskwalificerende opleidingstrajecten (zie prioriteit 6). Verder wenst de sector de VDAB-instructeurs te ondersteunen wanneer zij in aanraking komen met nieuwe technologie door hen te informeren over de noodzakelijke veiligheidsaspecten – dit via opleiding en/of certificering. Daarbovenop zal er ook een cofinanciering voorzien worden voor de aankoop van didactische materialen in de provinciale competentiecentra. Tot slot wil de sector het aantal knelpuntvacatures verminderen. Voorlopig is het voor ondernemingen nl. zeer moeilijk om vacante posities kwalitatief en kwantitatief in te vullen. Via verschillende CAO’s wordt hier dan ook op ingezet. | |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: Sociale partners, VDAB | |
Inspanningsverbintenissen: Bestendigen van de hernieuwde overeenkomst. EDUCAM en VDAB organiseren om de 6 weken een bilateraal overleg om de werking op te volgen. | |
Actie: Greenpower-project: Elektrische racewagens | Omschrijving: Samen met VDAB en 2 andere sectoren willen we een groep jongeren warm maken voor onze beroepen. In groep verkennen de deelnemers aan deze actie op een leuke manier het circuit van alle beroepen en opleidingen in de industrie. Van metaal, elektriciteit, carrosserie en lassen tot ontwerp en vormgeving, confectie en grafische technieken. Alles om een elektrische racewagen zelf te maken. Na deze opleiding kan de deelnemer verder leren op de werkplek of bijscholing volgen. |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: Sociale partners en bedrijven, VDAB, MTech+ | |
Inspanningsverbintenissen: EDUCAM zorgt samen met VOLTA en MTECH+ voor een cofinanciering van 30 000€ (elk 10 000€). | |
Actie: Beroepskwalificerende opleidingstrajecten | Omschrijving: EDUCAM, VDAB en CVO slaan de handen in elkaar om cursisten met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt de mogelijkheid te bieden een beroepskwalificatie te behalen. Deelnemers kunnen een beroepskwalificatie verwerven via een opleidingstraject waarbij de competenties aangeleerd worden die nodig zijn om een bepaald beroep uit te oefenen. Wie een beroepskwalificerend opleidingstraject succesvol heeft afgerond, ontvangt een door de Vlaamse overheid erkend |
bewijs van beroepskwalificatie, deelkwalificatie of een bewijs van competentie. Zo'n bewijs heeft dezelfde waarde als een certificaat of diploma, onafhankelijk van wie het uitreikt, VDAB, SYNTRA of een andere onderwijsverstrekker. | |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: CVO Zeebrugge, VDAB | |
Inspanningsverbintenissen: EDUCAM zal +/- 15 cursisten begeleiden tijdens hun stage op de werkplek én de sectorale proeven aan het einde van het traject organiseren. | |
Actie: Sectorale certificering HEV | Omschrijving: Om de veiligheid van de werknemers te waarborgen en risico’s te vermijden, organiseren de ondernemingen zich zodanig dat hun werknemers houder zijn of worden van een geldig sectoraal certificaat “veiligheid” HEV, waarvan het niveau minimaal overeenkomt met de activiteiten aan hybride (HEV/PHEV), elektrische voertuigen (BEV) of voertuigen met brandstofcel (FCEV) die de werknemer in het bedrijf verricht. Zo past de werkgever het dynamisch risicobeheersingssysteem toe en voldoet hij aan de verplichtingen van de wet betreffende het welzijn op het werk. |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: Sociale partners, bedrijven, werknemers | |
Inspanningsverbintenissen: Alle werknemers die in aanraking komen met hoogspanningssystemen via het sensibiliseren rond de gevaren ervan een certificaat te laten behalen. | |
Actie: EVC | Omschrijving: EDUCAM heeft de voorbije convenantperiode mee de schouders gezet onder de uitwerking van de EVC standaard ‘onderhoudsmecanicien personenwagens en lichte bedrijfsvoertuigen’. EVC is een belangrijk element dat ernstig moet worden genomen, niet als een middel om snel een certificaat te geven aan iemand die niet over de bedoelde competenties beschikt. Ook is EVC in Vlaanderen nog te weinig zichtbaar en is de maatschappelijke impact te beperkt. |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: CVO, onderwijs, VDAB | |
Inspanningsverbintenissen: De EVC-proef mag geen ongebruikte tool zijn. Daarom zal EDUCAM personen motiveren zich te laten kwalificeren via deze proef. |
Actie: Competent | Omschrijving: De sector zal Competent van VDAB verder ondersteunen en meewerken aan de operationalisering en validering ervan. Op dit moment bekijkt de sector de database van Competent 2.0 om zo hiaten weg te werken in onze beroepen. |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: VDAB | |
Inspanningsverbintenissen: Via matching proberen de knelpuntvacatures in onze sectoren in te vullen. | |
Actie: Zoektocht naar en opleiden van toekomstige fietsherstellers | Omschrijving: Vandaag hebben de meeste fietshandelaars een probleem om de juiste kanalen te vinden om de mensen die ze nodig hebben aan te werven en ook om piek- en dalperiodes zo goed mogelijk te kunnen beheren. Als eerste stap wordt er i.s.m. met VDAB en meer specifiek VDAB Antwerpen bekeken hoe de sector de juiste personen kan aanwerven. In een volgende fase zullen er verkennende gesprekken doorgaan met SYNTRA en T2 campus om te bekijken hoe toekomstige werknemers opgeleid kunnen worden naar een job in de sector. |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: VDAB, SYNTRA, T2-campus, TRAXIOvelo | |
Inspanningsverbintenissen: EDUCAM erkent het tekort aan goed geschoolde fietsherstellers. Daarom wordt er met de betrokken partners bekeken in hoeverre EDUCAM (een deel van) het opleidingstraject mee kan ondersteunen. |
Prioriteit 2: Werkbaar werk & instroom | |
Actie: XXX werkbaar werk en instroom promoten en kenbaar maken binnen de sectoren | Omschrijving: EDUCAM engageert zich om de CAO rond werkbaar werk en instroom te promoten bij alle bedrijven uit de sectoren. De maatregelen zijn afhankelijk van de specifieke sector, maar zijn generiek voor de thema’s: • Stress en burn-out; • Ergonomie; • Competentiebeleid en talentontwikkeling; • Opleidingsmogelijkheden voor werknemers en werkgevers; • Tewerkstelling oudere werknemers verhogen; • Instroom bevorderen; • Peterschap/mentorschap; • Opleidingsaanbod; |
• Loopbaanbegeleiding; • Zachte landingsbanen; • Verhoging aanvullende vergoeding oudere zieken; • Terugbetaling kosten kinderopvang. Specifiek voor de sector van de metaalhandel worden daar volgende thema’s aan toegevoegd: • Opleidingsaanbod knelpuntberoepen; • Employer branding; • Flankerende maatregelen; • Samenwerking onderwijs. | |
Timing: Gedurende de looptijd van de CAO | |
Betrokken partners: Sociale partners, bedrijven, werknemers | |
Inspanningsverbintenissen: De uitvoering van het bedrijfseigen opleidingsplan wordt opgevolgd en jaarlijks geëvalueerd in de ondernemingsraad, bij ontstentenis in samenspraak met de vakbondsafvaardiging of door het paritair comité. EDUCAM heeft als taak het erkennen van opleidingen en de opvolging van de certificering van werknemers. Sectorconsulenten maken tijdens bedrijfsbezoeken tevens ruimte vrij om deze en andere CAO’s bespreekbaar te maken. | |
Actie: Outplacementbegeleiding | Omschrijving: De sector engageert zich om kwaliteitsvol outplacementbegeleiding te bieden aan de werknemers uit de sector. Outplacement is het geheel van diensten dat aangeboden wordt aan een ontslagen werknemer opdat deze zo snel mogelijk nieuw werk zou vinden. De werkgever moet outplacement bieden aan ontslagen werknemers met een opzeggingstermijn van minstens 30 weken of een opzeggingsvergoeding die minstens deze periode dekt, en aan werknemers die minstens één jaar anciënniteit hebben en 45 jaar of ouder zijn. De dienstverlener moet voldoen aan de onderstaande sectorale kwaliteitsnormen: • zijn desbetreffende consulent(en) heeft of hebben ervaring; • het hebben van voldoende locaties in België zodat dit voor de betrokken personen in de nabijheid beroep kan doen op begeleiding; • de dienstverlener verbindt er zich toe om binnen de twee weken aan EDUCAM het rapport te bezorgen. |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: Sociale partners, bedrijven, werknemers | |
Inspanningsverbintenissen: EDUCAM verzorgt de kwaliteitsbewaking van de outplacementbegeleiding. |
Actie: Taalbeleid op de werkvloer | Omschrijving: Het delen en samen ontwikkelen van tools en coaching mogelijkheden inzake taal op de werkvloer in samenwerking met andere sectoren. |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant | |
Betrokken partners: Travi, Vivo, Volta en Coiffure | |
Inspanningsverbintenissen: Samen met de betrokken sectoren bekijken wat mogelijk is rond deze thematiek | |
Actie: Toolbox “Breng werkbaar werk zelf in de praktijk” | Omschrijving: Xxxxx doet men niet enkel via opleiding, maar ook onder collega’s, bij klanten, etc. EDUCAM heeft een set handige tools ontwikkeld die helpen om leren te stimuleren op de werkvloer. Het is een soort reminder van reeds aangeleerde kennis en vaardigheden nieuw leven in te blazen in een positieve context. De tools zijn meteen inzetbaar door leidinggevenden, HR- medewerkers en preventieadviseurs. Ze zorgen ervoor dat medewerkers in de juiste richting gestuurd worden op vlak van communicatie, leiding geven, onthaal, veiligheid en welzijn. De thema’s die in de toolbox, een handig overal meeneembare kist, vervat zitten zijn de volgende: • Leiding geven: o Tips voor de leidinggevende o PDCA: plan, do, check, act o Flexibel leidinggeven o Assertief communiceren • Communicatie: o LSD: luisteren, samenvatten en doorvragen o TRVW: spreken in voordelen voor de klant o Bezwaren weerleggen o Klantgericht adviesgesprek in 5 stappen • Onthaal: o Onthaal van nieuwe medewerkers in 5 stappen o Leerstijlen van Kolb • Veiligheid en welzijn: o Veiligheid en gedrag o Ergonomisch werken o LMRA: last minute risk assessment. Alle aspecten van werkbaar werk zitten in de toolbox: didactisch materiaal, wetenswaardigheden, tips en modeldocumenten (evaluatieformulieren, feedbackfiches, sensibiliseringsposters, …). Zo heeft elk bedrijf alles meteen binnen handbereik. De toolbox kan overigens ook gedownload worden via de website van EDUCAM. |
Timing: Gedurende de looptijd van het convenant |
Betrokken partners: Sociale partners, bedrijven en werknemers | |
Inspanningsverbintenissen: Sectorconsulenten zullen bedrijven de toolbox aanreiken zodat de bevoegde personen binnen de organisaties ermee aan de slag kunnen gaan. Deze toolbox is volledig gratis. |
3. Non-discriminatie en inclusie
Visie
De samenleving is zeer divers, onze wereld verandert snel en vooral op een ingrijpende manier. Dit geldt ook voor de arbeidsmarkt, die zonder meer gezien kan worden als een afspiegeling van onze huidige maatschappij. Goed inspelen op deze actualiteit maakt een bedrijf of een organisatie enkel maar sterker.
Discriminatie op de arbeidsmarkt is een hardnekkig probleem dat zich uit in verschillende vormen en op verschillende momenten van het arbeidsproces. Naast leeftijd, met hierbij specifieke aandacht voor de voortdurende vergrijzing en de stijgende jongerenwerkloosheid, is er nog steeds sprake van discriminatie inzake gender, herkomst en personen met beperkingen. Voor deze kansengroepen kan discriminatie zich dus manifesteren tijdens de aanwerving, bij de effectieve uitvoering van het arbeidscontract en zelfs bij het beëindigen van dit contract.
Werknemers en werkgevers zijn ertoe gehouden alle regels van welvoeglijkheid, goede zeden en beleefdheid in acht te nemen, inclusief ten aanzien van bezoekers. Dit impliceert ook een zich onthouden van elke vorm van racisme en discriminatie en een bejegenen van iedereen met dezelfde nodige menselijke eerbied voor éénieders waardigheid, gevoelens en overtuigingen.
Resultaatsverbintenis: 2021: uitvoering van sensibiliserende, informerende en ondersteunende acties 2022: uitvoering van sensibiliserende, informerende en ondersteunende acties |
Prioriteiten en acties
Zie addendum 2021 – 2022
Rode draden
Intersectorale toets | • Actie: Sectoraal onderwijsaanbod uitbreiden en vernieuwen • Actie: Digitale opleidingen rond generieke competenties • Actie: Digitalisering van opleidingen • Actie: Sectorale proeven • Actie: Automotive Training Network • Actie: Taalbeleid op de werkvloer |
Relancetoets | EDUCAM heeft een compleet relanceplan i.k.v. corona uitgewerkt waarvoor de sector i.s.m. de sociale partners een budget heeft vrijgemaakt van 600 000€ |
Partnerschappen op het snijvlak leren, werken en innoveren als middel om de complexe en maatschappelijke uitdagingen aan te gaan | • Actie: Vlaio-project: “DigiMobile – digitale technologie maakt mobiliteit slimmer, veiliger en groener” • Actie: MINO-project: autotechnologie integreren in het STEM-curriculum van de 1e graad secundair onderwijs • Actie: Actualiseren van toekomstige en huidige sectorale competentiebehoeften, innovaties en veranderingen in producten • Actie: InnoVET-project • Actie: Greenpower-project: Elektrische racewagens |
Competentie- en loopbaangericht werken | • Actie: Partnerschap met volwassenenonderwijs bestendigen • Actie: Partnerschap met VDAB bestendigen • Actie: Beroepskwalificerende opleidingstrajecten • Actie: Sectorale certificering HEV • Actie: EVC • Actie: Competent • Actie: Zoektocht naar en opleiden van toekomstige fietsherstellers • Actie: XXX werkbaar werk en instroom promoten en kenbaar maken binnen de sectoren • Actie: Outplacementbegeleiding • Actie: Toolbox “Breng werkbaar werk zelf in de praktijk” |
Algemene bepalingen inzake financiering, beëindiging, wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst
Financiering
Twintig procent van het in artikel 1 vermelde bedrag wordt uitbetaald in zoverre de resultaatsverbintenis per decretaal thema is behaald. Als een resultaatsverbintenis niet wordt behaald, wordt de twintig procent a rato van het aantal behaalde resultaatsverbintenissen betaald.
Beëindiging
- Het sectorconvenant wordt afgesloten voor een periode van 2 jaar. Het sectorconvenant kan niet stilzwijgend worden verlengd.
- Het sectorconvenant eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het sectorconvenant kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie door het departement Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het sectorconvenant eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Wijzigbaarheid
- De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité, de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen in het sectorconvenant tijdens de looptijd worden doorgevoerd.
Evaluatie
- Het departement Werk en Sociale Economie voorziet richtlijnen voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij de opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Controle en toezicht
- De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het sectorconvenant opschorten.
Opgemaakt in drie originele exemplaren waarvan elke partij een exemplaar ontvangt te Brussel op
Namens de Vlaamse Regering,
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw,
Xxxxx XXXXXXX
De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand,
Xxx XXXXX
Namens de sociale partners van de autosector en aanverwante sectoren, met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
De xxxx Xxxxxx XXXXXX, Voorzitter Traxio
en met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
De xxxx Xxxxxx XXXXXX, Ondervoorzitter ABVV-Metaal
Mevrouw Xxxxx DE PRETER, Algemeen secretaris ACV-CSC METEA