MODEL HYPOTHEEKAKTE
MODEL HYPOTHEEKAKTE
Heden, …………verschenen voor mij, ……… notaris ter standplaats
………….:
1. ………………, wonende ……………….., geboren te op
…………………………., identiteitsnummer ………………., volgens haar/zijn verklaring ongehuwd en nimmer gehuwd geweest, hierna te noemen de “credietnemer”;
2. ……………….., wonende op …….en ten deze handelende als mondeling gemachtigde van de naamloze vennootschap: "CENTRALE HYPOTHEEKBANK N.V.", hierna ook te noemen de "credietgeefster", gevestigd te Xxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxx 00, en alszodanig deze naamloze vennootschap rechtsgeldig vertegenwoordigende, van welke volmacht mij, notaris, genoegzaam is gebleken.
De comparanten, handelende als gemeld, verklaarden dat de credietnemer en de credietgeefster zijn overeengekomen dat ten behoeve van credietgeefster recht van hypotheek en pand zal worden verleend op de in deze akte gemelde goederen, onder de na te melden voorwaarden tot meerdere zekerheid als hierna omschreven.
Ter uitvoering van het vorenstaande verklaarde de comparante sub 1 ten behoeve van de credietgeefster, tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen credietgeefster van de credietnemer volgens de boeken van credietgeefster, onder welke naam ook te vorderen heeft en te eniger tijd te vorderen mocht hebben, wegens aan credietnemer door de credietgeefster verstrekte en/of alsnog te verstrekken geldleningen verleende of nog te verlenen credieten in rekening-courant, of uit welken anderen hoofde ook, alles met de verschuldigde renten en kosten, tot het na te melden bedrag recht van hypotheek en pand te verlenen op na te melden goederen, hierna tezamen ook te noemen het "verbondene" of het "onderpand".
Zekerheidsstelling
Voorts verklaarde de comparante sub 1 dit recht van hypotheek en pand toe te staan tot het beloop ener som groot ………………………………………
GULDEN (f………), vermeerderd met de bedongen renten en kosten als hiervoor bedoeld, tezamen begroot op vijftig procent (50%), zijnde een bedrag van ……… GULDEN (f…..), dus in totaal tot het beloop ener som groot
………………………….. GULDEN (f……).
Voorwaarden en bepalingen
Voorts verklaarden de comparanten, handelende als gemeld, dat zij terzake van deze hypotheek- en pandverlening zijn overeengekomen als volgt: Onderhoud, bestemming, verbod beschikking zonder toestemming
1. Het verbondene moet voortdurend in goede staat worden onderhouden, waarnaar de credietgeefster te allen tijde onderzoek mag laten doen; zonder schriftelijke toestemming van de credietgeefster mag het verbondene niet van bestemming worden veranderd, met geen erfdienstbaarheden, verdere hypotheek of andere beperkte rechten of kwalitatieve verplichtingen worden bezwaard en geheel noch gedeeltelijk worden vervreemd.
Huurbeding
2. Het verbondene mag zonder schriftelijke toestemming van de credietgeefster niet worden verhuurd of anderszins in gebruik worden afgestaan of worden gedoogd dat derden het onderpand gebruiken, en mag geen vooruitbetaling van huurpenningen worden bedongen of aanvaard en mag het recht op de huurpenningen niet worden vervreemd, verpand of anderszins bezwaard.
Verzekering
3. De credietnemer is verplicht de op het verbondene gestichte of later te stichten opstallen naar genoegen van de credietgeefster te verzekeren en verzekerd te houden onder een zogenaamde pakketverzekering inhoudende tenminste verzekering tegen brandschade, orkaanschade, oproer, staking en kwaadwilligheid tot het einde der bij deze akte vermelde lening en de polis van de verzekering in haar bezit te stellen;
de credietnemer moet op verlangen van de credietgeefster van de geregelde voldoening der premien van assurantie van de verbonden opstallen doen blijken;
de credietgeefster zal zich te allen tijde de bewijzen dier verzekering kunnen doen vertonen en zal bevoegd zijn om bij nalatigheid van de credietnemer de premie te voldoen en daarmede de rekening van credietnemer te belasten, terwijl bij eventuele brandschade, stakings- en oproerschade of eventuele andere schaden de credietgeefster hiervan direct in kennis moet worden gesteld. De regeling van de schadevergoeding vereist voorafgaande goedkeuring van de credietgeefster.
Het wettelijk pandrecht op de vordering tot schadevergoeding, alsook andere vorderingen tot vergoedingen als genoemd in artikel 3:229 van het Burgerlijk Wetboek kan te allen tijde worden medegedeeld aan de betrokken verzekeraar.
Indien de verzekeringspenningen niet toereikend zijn tot betaling van het verschuldigde zal het hypotheek- en pandrecht voor het ontbrekende op het verbondene gevestigd blijven.
Veranderingen of toevoegingen
4. Veranderingen of toevoegingen al dan niet verplicht aan het onderpand aangebracht en/of aan te brengen strekken mede tot onderpand voor de vorderingen tot zekerheid waarvan hypotheek en pand is verleend. De credietnemer is niet bevoegd veranderingen en toevoegingen aan het onderpand weg te nemen.
Het is de credietnemer niet toegestaan zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de credietgeefster eventuele aannemingsovereenkomst(en) in welke vorm of onder welke benaming dan ook het verbondene betreffende aan te gaan, te wijzigen dan wel te beëindigen.
Beheersbeding
5. Indien de credietnemer in ernstige mate in zijn verplichtingen jegens de credietgeefster tekortschiet, is de credietgeefster bevoegd met machtiging van de rechter het onderpand in beheer te nemen. De credietgeefster zal bevoegd zijn het onderpand onder zich te nemen, indien zulks met het oog op de executie is vereist en te verlangen dat dan de ontruiming plaatsvindt, zonodig uit kracht van de grosse van deze akte.
De kosten die de credietgeefster in verband met het beheer en het onder zich nemen van het onderpand maakt, moet door de credietnemer terstond, op haar eerste verzoek, aan de credietgeefster worden voldaan.
Opeisbaarheid
6. Al hetgeen de credietnemer te eniger tijd aan de credietgeefster schuldig zal zijn, al dan niet uit hoofde van enige credietovereenkomst en al dan niet in rekening-courant, zal opeisbaar zijn met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden en bovendien terstond opeisbaar zijn, zonder dat enige nadere ingebrekestelling nodig zal wezen:
a. wanneer het verbondene zonder schriftelijke toestemming van de credietgeefster geheel of gedeeltelijk vervreemd of met hypotheken,
erfdienstbaarheden of andere beperkte rechten danwel kwalitatieve verplichtingen bezwaard mocht worden;
b. bij inbeslagneming van het verbondene geheel of gedeeltelijk;
c. bij gehele of gedeeltelijke onteigening daarvan;
d. bij schade als hiervoor sub 3 bedoeld aan het verbondene overkomen, geheel of gedeeltelijk;
e. bij overlijden of onder curatelestelling van de credietnemer, bij faillissement van de credietnemer zomede bij aanvraag tot het bekomen van surséance van betaling;
f. bij niet prompte voldoening op de verschijndag der te bedingen of bedongen aflossingen en/of renten, zomede ingeval het na te melden verbondene uit een erfpachtrecht bestaat, indien enig besluit is genomen of enige handeling is verricht tengevolge waarvan het erfpachtrecht eindigt of vervalt of in de daaromtrent overeengekomen voorwaarden enige wijziging wordt gebracht, indien het erfpachtrecht wordt opgezegd, indien de credietnemer naar het oordeel van de credietgeefster niet aan al zijn uit het erfpachtcontract voortvloeiende verplichtingen voldoet, indien een vordering tot ontbinding of vervallenverklaring van het erfpachtrecht aanhangig is gemaakt of hangende is, of indien de credietnemer niet binnen veertien dagen na de verschijndag van de erfpachtcanon aan de credietgeefster het bewijs overlegt, dat de verschuldigde canon voor het bij deze akte verbonden erfpachtrecht ten volle is voldaan;
g. indien een andere schuld waarvoor het verbondene hypothecair bezwaard is, opeisbaar wordt;
h. bij niet nakoming van een of meer jegens de credietgeefster aangegane verplichtingen.
Betaling van belastingen en andere verplichtingen
7. De credietnemer is verplicht de belastingen en andere lasten of verplichtingen op het verbondene drukkend of uit enige handeling, overeenkomst of wettelijk voorschrift terzake van het verbondene voortvloeiende indien het na te melden verbondene uit een erfpachtrecht bestaat de erfpachtcanon, prompt te voldoen en daarvan aan de credietgeefster op de eerste aanmaning te doen blijken.
De credietgeefster zal bevoegd zijn om bij nalatigheid van de credietnemer het verschuldigde te voldoen en daarmede de rekening van credietnemer te belasten.
Wijze van betaling
8. Alle betalingen uit kracht dezer akte verschuldigd zullen moeten geschieden ten kantore van de credietgeefster, zonder enige korting of compensatie, hoe ook genaamd.
Beding van parate executie
9. De credietgeefster of rechtverkrijgenden zal/zullen bij gebreke van behoorlijke voldoening van het verschuldigde tot zekerheid waarvan dit hypotheek- en pandrecht is verleend of van enig deel daarvan of bij enig ander verzuim van de credietnemer, bevoegd zijn om overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 3:254 en 3:268 en volgende van het Burgerlijk Wetboek het verbondene geheel of gedeeltelijk in het openbaar, ten overstaan van een bevoegde notaris te doen verkopen, de voorwaarden van de verkoping te regelen, de kooppenningen door die notaris te laten ontvangen, die daarvoor dan kwijting geeft en het verkochte te leveren, teneinde uit de opbrengst het verschuldigde, de renten en de kosten en al wat zij van de credietnemer op grond dezer overeenkomst te vorderen heeft te verhalen een en ander met inachtneming van de door de wet terzake gestelde regels. Zowel de credietgeefster als de credietnemer kunnen de rechter in
eerste aanleg conform lid 2 van artikel 3:268 van het Burgerlijk Wetboek verzoeken om de verkoop onderhands te laten plaatsvinden.
Boekenclausule
10. Ten aanzien van het bedrag en oorzaak van het bij deze opeising verschuldigde, waarvoor mitsdien het verbondene bij gerechtelijke executie of krachtens het sub 9 bepaalde verkocht zal kunnen worden, zal de credietnemer genoegen nemen met en zich gedragen naar de boekingen van de credietgeefster en wel met het saldo der door de credietgeefster opgemaakte en voor conform haar boeken getekende rekening met renten en kosten, alles behoudens het recht van de credietnemer om van de credietgeefster afgifte te vorderen van het bedrag, waarmede de krachtens executie of verkoop door haar ontvangen penningen het haar werkelijk verschuldigde mochten overtreffen.
De credietgeefster bepaalt zowel bij uitwinning als bij vrijgave/verval van de in deze akte vermelde zekerheden op welke wijze en aan welke schulden credietnemer de netto- opbrengst, respectievelijk de ontvangen gelden in verband met vrijgave/verval wordt, respectievelijk worden toegekend.
Kosten
11. Alle kosten en rechten, waartoe deze overeenkomst nu of later aanleiding mocht geven, evenals de kosten van vestiging en opheffing van het hypothecair verband, van opzegging, van opvordering in en buiten rechte en de kosten door de credietgeefster gemaakt ter uitoefening en handhaving harer rechten of tot vernietiging van door de credietnemer in strijd met deze overeenkomst aangegane overeenkomsten, zullen komen ten laste van de credietnemer.
Opzegging
12. De credietgeefster kan door opzegging de aan haar verleende hypotheek- en pandrechten geheel of gedeeltelijk beëindigen.
Volmacht
13. De credietnemer geeft volmacht aan de ten kantore van de bewaarder dezer akte werkzame personen, zowel aan hen tezamen als aan ieder van hen afzonderlijk, om zonodig namens haar de afstand van hypotheek- en pandrechten aan te nemen, voorzover deze in het kader van de onderhavige hypotheekverstrekking geroyeerd dient te worden.
Volmacht aanvaarding in erfpacht/verlenging recht van erfpacht
14. De credietnemer machtigt bij deze onherroepelijk de credietgeefster, welke machtiging op geen der in de wet gestelde wijzen teniet kan gaan, met name niet door zijn overlijden of ondercuratestelling, om, voor het geval het in deze akte verbonden recht van erfpacht eindigt of vervallen wordt verklaard, een nieuwe overeenkomst tot erfpachtverlening met de grondeigenaar aan te gaan onder de alsdan vast te stellen voorwaarden en bepalingen, het recht van erfpacht alsdan namens de credietnemer te aanvaarden, en opnieuw een recht van hypotheek te vestigen ten behoeve van de credietgeefster voor het op dat moment uitstaand saldo van geldleningen, kredieten en al hetgeen de credietnemer alsdan overigens aan de credietgeefster verschuldigd is incluis de (notaris)kosten van de heruitgifte in erfpacht en de hervestiging van het recht van hypotheek, zulks tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen de credietnemer tezijnertijd aan de credietgeefster verschuldigd zal zijn, conform de alsdan bij de credietgeefster geldende voorwaarden en bepalingen, mits deze voorwaarden en bepalingen niet meer bezwarend mochten blijken te zijn dan de onderhavige in deze akte vervatte voorwaarden en bepalingen.
Bezwaring
15. De comparante sub 1 verklaarde dat het verbondene vrij is van hypotheken en beslagen en behoudens de voor goederen als de onderhavige gebruikelijke beperkte rechten en kwalitatieve verplichtingen die moeten worden geacht de zekerheidswaarde van het verbondene niet te beperken, niet met beperkte rechten is bezwaard en dat zij tot de hypotheekverlening en verpanding volledig bevoegd is.
De comparante sub 1 verklaarde dat zij:
A. recht van hypotheek verleent op:
Een perceel grond gelegen ……….., bekend als ……………………….., ter grootte van …………(…m²), nader omschreven in meetbrief nummer … van
…….…, met het daarop gebouwde plaatselijk bekend als ……… en al hetgeen verder daartoe door aard, bestemming of natrekking behoort.
Verkrijging
Evenomschreven registergoed is door de comparante sub 1 in eigendom verkregen blijkens een akte van verkoop en koop op …………... voor mr.
……………, notaris te ……….., verleden en per afschrift overgeschreven ten hypotheekkantore alhier op diezelfde dag in register …, deel … nummer ...
B. aan de credietgeefster verpandt:
1. alle tegenwoordige en toekomstige roerende zaken die volgens verkeersopvattingen bestemd zijn of bestemd zullen worden het onderpand duurzaam te dienen en door hun vorm als zodanig zijn te herkennen;
2. alle roerende zaken die van het onderpand worden afgescheiden.
3. alle rechten uit de ten behoeve van dit recht van hypotheek en pand gesloten en/of nog te sluiten levens- casu quo risicoverzekeringen.
4. alle bestaande en/of toekomstige vorderingen voortvloeiende uit huurovereenkomsten met betrekking tot het verbondene.
Aanvaarding hypotheekstelling en pandverlening
De comparante sub 2, handelende als gemeld, verklaarde het bij deze akte verleende recht van hypotheek en de pandrechten voor en namens credietgeefster te aanvaarden.
De comparante sub 1 verklaarde door de credietgeefster erop gewezen te zijn en bekend te zijn met de risico's verbonden aan de onderhavige hypotheek- en pandverlening en zich te realiseren dat niet-nakoming van zijn verplichtingen jegens credietgeefster tot gevolg kan hebben dat credietgeefster gebruik maakt van haar rechten uit deze hypotheek en pand.
Woonplaatskeuze
De comparante sub 1 verklaarde tenslotte voor de tenuitvoerlegging dezer akte domicilie te kiezen ten kantore van de bewaarder dezer minuut-akte en de comparante sub 2, handelende als gemeld, ten kantore van die vennootschap te Willemstad op Curaçao.
De comparanten zijn mij, notaris, bekend.
Waarvan akte in minuut verleden is te …….. op de datum in het hoofd van deze akte gemeld.
Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte aan de comparanten, hebben deze eenparig verklaard van de inhoud hiervan te hebben kennis genomen en op volledige voorlezing hiervan geen prijs te stellen.
Onmiddellijk na beperkte voorlezing is deze akte door de comparanten en mij, notaris, ondertekend, om ……