CONCEPT-STATUTEN
CONCEPT-STATUTEN
Coöperatie Lokaal EnergieBedrijf Dalfsen U.A.
Februari 2024
Inhoud
Artikel 5 Bevoegdheid Coöperatie 4
Artikel 6 Uitgesloten aansprakelijkheid 4
Artikel 7 Projecten, Productie-installaties, Gebiedsfondsen en Exploitatieresultaten 5
Artikel 9 Toelating, vervanging, ledenlijst en ledenadministratie 5
Artikel 10 Einde van het lidmaatschap 6
Artikel 12 Rechten en verplichtingen van leden 7
Artikel 15 Vergaderingen van het bestuur 9
Artikel 16 Benoeming functionarissen 10
Artikel 17 Vertegenwoordiging en tegenstrijdige belangen 10
Artikel 18 Boekjaar, begroting, bestuursverslag en jaarrekening 11
Artikel 19 Bestemming bedrijfsresultaat, uitkering leden, uittreding 11
Artikel 20 Bevoegdheden Algemene Ledenvergadering 12
Artikel 22 Andere Algemene Ledenvergaderingen 12
Artikel 23 Oproeping, toegang en vergaderrechten 12
Artikel 26 Besluitvorming buiten vergadering 14
Artikel 28 Statutenwijziging 14
Artikel 29 Ontbinding en vereffening 15
Toelichting op diverse artikelen uit deze Statuten 16
Bijlage 1 Voorbeeld Ledenovereenkomst met toelichting 18
Nysingh: De statuten moeten grondig worden nagelopen op correct gebruik van gedefinieerde termen. Daarnaast
een definitie voor “Leden” opnemen
1. In deze statuten hebben de volgende begrippen de daarachter vermelde betekenissen:
• Aansluiting: een aansluiting van een in Nederland gelegen onroerende zaak waar elektriciteit of gas of een andere vorm van warmte aan de verbruiker wordt geleverd;
• Algemene Ledenvergadering: het orgaan van de Coöperatie dat wordt gevormd door de Leden dan wel een bijeenkomst van Leden (of hun vertegenwoordigers) en andere personen met vergaderrechten;
• Bedrijfsresultaat: het bedrijfsresultaat, na aftrek van alle kosten, reserveringen, verrekeningen en voorzieningen van de coöperatie LEBD als geheel;
• Beheerder gebiedsfonds: de entiteit die een gebiedsfonds in een bepaald gebied beheert;
• Bestuur: het bestuur van de Coöperatie LEBD;
• Bijdrage gebiedsfonds: de landelijk afgesproken bijdrage per MWh gerealiseerd vermogen van een productie-installatie die door het LEBD wordt gestort in een Gebiedsfonds:
• Coöperatie: juridische entiteit
• Coöperatie LEBD: Coöperatie Lokaal Energiebedrijf Dalfsen U.A., statutair gevestigd in het gemeentehuis te Dalfsen , waarvan de interne organisatie wordt beheerst door deze statuten;
• Exploitatieresultaat van een productie-installatie: het resultaat, na aftrek van alle kosten, reserveringen, verrekeningen en voorzieningen van een grootschalige productie-installatie die vanuit de coöperatie of een van haar verbonden lichamen wordt gerealiseerd.
• Gebiedsfonds: een fonds van de inwoners van een bepaald gebied waarin een productie- installatie voor grootschalige duurzame energieopwekking wordt gerealiseerd;
• Ledenovereenkomst: een overeenkomst gesloten tussen een Coöperatie, en een Lid;
• Lid: een lid van de Coöperatie;
• Lidmaatschap: alle rechten en verplichtingen van een Lid van de Coöperatie, die voortvloeien uit de Statuten en de Ledenovereenkomst;
• Lokaal Energie Initiatief (LEI): een samenwerking van (inwoners en/of ondernemers) die zich richten op het duurzaam opwekken en gebruiken van energie. De afkorting die hier wordt gehanteerd is LEI (als één initiatief wordt bedoeld) en LEI’s (als de initiatieven gezamenlijk worden bedoeld)
• Productie-installatie: een Productie-installatie als bedoeld in artikel 1 lid 1 onderdeel ah van de Elektriciteitswet 1998;
• Raad van Commissarissen: controlerend orgaan binnen een onderneming die toezicht houdt op het bestuur en het bestuur voorziet van advies.
• Schriftelijk: bij brief, e-mail, of door een op andere wijze langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, mits de identiteit van de verzender met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld;
• Statuten: de statuten van de Coöperatie;
• Werkgebied: het grondgebied van de gemeente Dalfsen.
2. Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van de Statuten tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
Artikel 2 Naam en zetel
1. De naam van de Coöperatie is: Coöperatie Lokaal EnergieBedrijf Dalfsen U.A. (LEBD UA)
2. De Coöperatie heeft haar zetel in het gemeentehuis van Dalfsen.
Nysingh: In doelomschrijving duidelijker naar voren laten komen dat de Coöperatie tot doel heeft in stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien krachtens met haar gesloten Ledenovereenkomsten. Daarnaast doelomschrijving ombouwen naar één die meer recht doet aan het specifieke karakter van de Coöperatie (namelijk een holdingcoöperatie). Het participeren in rechtspersonen krijgt dan ook een prominentere plek in de doelomschrijving
1. De Coöperatie heeft ten doel het bewerkstelligen van economische interactie tussen de Coöperatie en de leden door middel van het sluiten van Ledenovereenkomsten teneinde:
2. Het onderzoeken, aanjagen, faciliteren en creëren van lokale duurzame energie initiatieven in de gemeente Dalfsen.
3. Het opwekken of laten opwekken van duurzame energie: Subdoelstelling de verwachting is dat in 2050 tussen 200 en 300 giga watt uur (GWh) aan elektriciteit grootschalig dient te worden geproduceerd. Het tussendoel is 100 gwh in 2030 (windmolens en zonnedaken/parken). Dit tussendoel is het bod dat Dalfsen heeft gedaan voor de Regionale Energie Strategie (RES). Hiervan is inmiddels ongeveer 70 gwh gerealiseerd.
4. Het bijdragen aan en het creëren van zo groot mogelijk draagvlak voor de energietransitie in de vorm van lokaal eigendom bij energieinitiatieven waarbij gestreefd wordt naar een lokale minimumdeelname van 50% en/of financiële bijdragen in bijvoorbeeld een gebiedsfonds.
5. Opslag, distributie en levering van energie door het energiebedrijf of haar dochtervennootschappen
6. Het participeren en deelnemen in rechtspersonen
7. Het marktconform financieren van dochterbedrijven
8. het ondersteunen van projecten op het gebied van duurzaamheid in brede zin, inclusief sociale duurzaamheid en het bestrijden van energiearmoede;
9. zomede al hetgeen met bovenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin.
De Coöperatie kent de volgende organen:
- het bestuur:
- de Algemene Ledenvergadering.
Nysingh: In de statuten zullen bepalingen voor een zogenaamde facultatieve raad van commissarissen (RvC) worden opgenomen. Deze wordt ingesteld zodra de Algemene Ledenvergadering (ALV) daartoe besluit
- optioneel: een Raad van Commissarissen
Artikel 5 Bevoegdheid Coöperatie
De Coöperatie is niet bevoegd om direct ten laste van haar Leden komende verplichtingen aan te gaan. Met uitzondering van het in artikel 12 lid 7 gestelde omtrent een door de Algemene Ledenvergadering vast te stellen jaarlijkse contributie.
Artikel 6 Uitgesloten aansprakelijkheid
Indien bij gerechtelijke of buitengerechtelijke vereffening van de boedel van de Coöperatie blijkt dat haar bezittingen ontoereikend zijn om haar verplichtingen te voldoen, zijn noch zij die bij haar ontbinding lid waren, noch zij, van wie het lidmaatschap voordien was beëindigd, tegenover de vereffenaars en crediteuren voor een tekort aansprakelijk.
Artikel 7 Projecten, Productie-installaties, Gebiedsfondsen en Exploitatieresultaten
1. De Coöperatie ondersteunt aangesloten Leden vanuit de groep LEI’s bij het realiseren van projecten voor de opwekking van duurzame energie. Per project of groep projecten worden afspraken gemaakt over de mate van ondersteuning en de verrekening daarvan.
2. De Coöperatie realiseert zelfstandig of in samenwerking met anderen grootschalige productie- installaties. Voor elke grootschalige productie-installatie zoals bedoeld in artikel 2 wordt een apart entiteit opgericht waarvan de Coöperatie (mede)-aandeelhouder is.
3. Het jaarlijkse exploitatieresultaat van een in artikel 2 bedoelde productie-installatie, na aftrek van alle kosten, voorzieningen, reserveringen en verrekeningen zal worden aangewend ten behoeve van de doelstellingen van de LEBD.
1. De leden gaan het lidmaatschap aan voor onbepaalde tijd.
2. De Coöperatie sluit met alle bestaande en nieuwe leden een ledenovereenkomst met de gemeenten
en LEI’s die willen toetreden en voldoen aan de voorwaarden voor toetreding.
3. Voorwaarden voor de toetreding van nieuwe (na oprichting van de coöperatie) zijn
(i) Een nieuw toe te treden lid dient te voldoen aan lid 4 van dit artikel
(ii) Een nieuw toe te treden lid dient het door de coöperatie ontwikkelde beleid te onderschrijven.
(iii) Een nieuw toe te treden lid dient formeel als hoofdvestiging gevestigd te zijn in de gemeente Dalfsen.
4. Het lidmaatschap van een nieuw lid neemt een aanvang op een door het Bestuur te bepalen datum.
5. Het lidmaatschap van een rechtspersoon die door fusie of splitsing ophoudt te bestaan, gaat over op de verkrijgende rechtspersoon dan wel overeenkomstig de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving over op één van de verkrijgende rechtspersonen, mits door het Bestuur wordt beoordeeld dat deze persoon niet voldoet aan de in lid 6 geformuleerde eisen van de coöperatie.
Nysingh: Lid 6 bestaat niet. Deze verwijzing schrappen óf een lid 6 opnemen.
Artikel 9 Toelating, vervanging, ledenlijst en Ledenadministratie
Nysingh: Wil men de mogelijkheid openen om het lidmaatschap over te dragen? En zo ja, geldt dan een blokkeringsregeling of is de overdracht vrij
1. Het Bestuur beslist over de toelating van nieuwe leden. Met in achtneming van de Statuten bepaalt het Bestuur welke gegevens en bescheiden een kandidaat-Lid dient te verstrekken. Het Bestuur zal zo spoedig mogelijk over de aanvraag beslissen.
2. Het Bestuur houdt een ledenlijst bij, waarin de volgende gegevens worden bijgehouden:
Nysingh: ook e-mailadressen
(i) de namen en adressen van de leden;
(ii) de data van de aanvang en de beëindiging van het Lidmaatschap van elk Lid;
3. Het Bestuur legt het register ten kantore van de Coöperatie of op een andere daartoe door het Bestuur te bepalen geschikte plaats ter inzage voor de leden.
4. Ieder Lid heeft de verplichting de Coöperatie kennis te geven van:
(i) een voorgenomen besluit van fusie of splitsing; en
(ii) iedere wijziging in zijn adres en postcode, en andere relevante informatie.
5. Naast de ledenlijst houdt de Coöperatie van ieder Lid in de ledenadministratie bij de datum waarop met een lid een ledenovereenkomst is aangegaan.
6. In deze administratie wordt ook de inleg van het betreffende lid vermeld.
7. In deze administratie wordt ook de in (ten opzichte van artikel 12 lid 2) aanvullende Ledenovereenkomsten afgesproken verdeling van de exploitatieresultaten per project waaraan het lid actief of passief deelneemt vermeld (zie verder artikel 19).
Artikel 10 Einde van het lidmaatschap
1. Het Lidmaatschap van elk lid eindigt, onverminderd het bepaalde in de leden 3 en 4 van artikel 8 van deze statuten:
(a) door opzegging door het Lid. Voor leden die vanaf de oprichting lid zijn van de Coöperatie kan dit op zijn vroegst 5 jaar na de oprichtingsdatum;
(b) door opzegging door de Algemene ledenvergadering van de Coöperatie. Zodanige opzegging kan geschieden wanneer:
(i) een lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten die door deze statuten voor het Lidmaatschap gesteld;
(ii) een lid in staat van faillissement wordt verklaard of surséance van betaling aanvraagt of wordt ontbonden;
(iii) een lid zijn verplichtingen, ook na daartoe alsnog in de gelegenheid te zijn gesteld, overeenkomstig deze statuten niet nakomt; of
(c) indien van de Coöperatie redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
(d) door ontzetting. Zodanige ontzetting kan alleen worden uitgesproken:
(i) wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de Coöperatie handelt,
(ii) bij besluit van de Algemene Ledenvergadering, waarbij het te ontzetten lid zich kan laten vertegenwoordigen, echter niet stemgerechtigd is.
2. Opzegging van het Lidmaatschap door de Coöperatie kan slechts geschieden met inachtneming van een opzegtermijn van zes (6) maanden.
3. Opzegging van het Lidmaatschap door een Lid kan uitsluitend nadat het Lid aan al zijn verplichtingen heeft voldaan en met inachtneming van eveneens een opzegtermijn van zes (6) maanden. Echter, het lidmaatschap kan onmiddellijk schriftelijk worden beëindigd, indien van de Coöperatie of van het Lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het Lidmaatschap te laten voortduren. Het Bestuur erkent met inachtneming van deze statuten elke beëindiging door een Lid schriftelijk.
4. Van een genomen besluit tot ontzetting door de Algemene ledenvergadering, geeft het Bestuur binnen twee weken schriftelijk kennis aan het Lid onder vermelding van de feiten waarop het besluit tot ontzetting is gebaseerd. De Algemene ledenvergadering neemt een besluit tot ontzetting niet dan nadat het de betrokkene van de tegen hem bestaande bezwaren schriftelijk in kennis heeft gesteld en daarover in zijn vergadering heeft gehoord, althans hem daartoe schriftelijk heeft opgeroepen.
5. Het lidmaatschap van het te ontzetten Xxx eindigt op het tijdstip dat de Algemene Vergadering in het besluit tot ontzetting zoals bedoeld in lid 1.c.ii heeft opgenomen. Een en ander met inachtneming van het gestelde in artikel 11.
ENBER: HIER IETS OPNEMEN OVER DE WAARDERING VAN DE COOP MET
PROJECTVENNOOTSCHAPPEN! Niet zomaar uitstappen ivm liquiditeit
1. In geval van opzegging van het lidmaatschap of besluit tot ontzetting door de Algemene Ledenvergadering heeft het betrokken lid de mogelijkheid in beroep te gaan binnen een (1) maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit tot opzegging of ontzetting.
2. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het betrokken Lid geschorst. Gedurende de schorsing is het Lid niet gevoegd, vergaderingen van de Algemene ledenvergadering bij te wonen of zich daar te laten vertegenwoordigen. Het Bestuur is bevoegd in naar zijn oordeel daarvoor in aanmerking komende gevallen te besluiten dat de betrokkene gedurende de hiervoor bedoelde
termijn niet bevoegd zal zijn overige, krachtens de Statuten verleende rechten uit te oefenen. Het bestuur dient de betrokkene onverwijld bij aangetekende brief daarvan mededeling te doen.
3. Het beroep moet bij aangetekend schrijven worden ingediend bij het Bestuur, die de Algemene Vergadering in kennis zal stellen van het beroep.
4. De Algemene Vergadering beoordeelt het beroep en neemt vervolgens een besluit op het ingediende beroep. De Algemene Vergadering kan bij het besluit tot ontzetting zoals aangeven in lid 1.c.ii de afhandeling van het beroep mandateren aan het Bestuur.
5. Het lidmaatschap eindigt in geval van opzegging of ontzetting door de Algemene Ledenvergadering:
a. Indien het betrokken Lid geen beroep heeft ingesteld, na het verstrijken van de beroepstermijn;
b. Indien het betrokken Lid beroep bij de Algemene Vergadering heeft ingesteld, op de dag van ontvangst van de kennisgeving van de afwijzende beslissing van de Algemene Ledenvergadering.
Artikel 12 Rechten en verplichtingen van Leden
1. De Leden hebben het recht:
a. om het ledenregister te raadplegen; en
b. om van de opgestelde jaarrekening en andere door de wet vereiste aanvullende informatie met betrekking tot de jaarrekening kosteloos een kopie van deze documenten te ontvangen;
2. Elk Lid is verplicht om met de Coöperatie een ledenovereenkomst aan te gaan.
3. Alle leden in de coöperatie zijn gelijkwaardig, waarbij de Gemeente Dalfsen één (1) stem vertegenwoordigd en de gezamenlijke LEI’s eveneens één (1) stem vertegenwoordigen. Besluiten dienen genomen te worden op basis van consensus tussen deze twee groepen, waarbij de besluitvorming binnen de twee groepen wordt gevormd op basis van een meerderheid >50%. Bij een staking van de stemmen wordt na een afkoelingsperiode opnieuw het voorstel in stemming gebracht.
Nysingh: Er is geen Raad van Toezicht, alleen een facultatieve RvC
4. Indien er geen Raad van Toezicht of Raad van Commissarissen aanwezig is zal na de tweede stemronde indien opnieuw de stemmen staken het voorstel worden voorgelegd aan een onafhankelijke derde partij welke als mediator zal optreden.
5. In aanwezigheid van een RvT of RvC zal deze optreden als mediator om tot concensus te komen.
6. Xxxxx lid heeft het recht om naar zijn of haar eigen achterban kenbaar te maken dat dit lid het niet eens is met een genomen besluit tot het uitvoeren van een project.
7. Een lid dat dit conform lid 4 aan de eigen achterban kenbaar heeft gemaakt, onderneemt vervolgens geen verdere acties om de uitvoering van het besluit te verhinderen, op te houden of anderszins te belemmeren.
8. Ieder lid is verplicht bij toetreding een inleg in de coöperatie van € 100 te voldoen. Deze Inleg maakt deel uit van het Eigen vermogen van de Coöperatie.
9. Leden zijn in beginsel geen jaarlijkse contributie verschuldigd, maar de Algemene Ledenvergadering kan bepalen dat er een afdracht in geld of natura kan plaatsvinden. Een dergelijk besluit dient minimaal 1 jaar van tevoren te worden genomen.
10. Ieder lid verplicht zich om alle productie-installaties op het gebied van de opwekking van duurzame energie, die men zelfstandig buiten de Coöperatie ontwikkelt, te melden aan het bestuur van de coöperatie.
Artikel 13 Bestuurders -🡪 Let op de functie van de RvC!
Nysingh: Dit scherper omschrijven. Bijvoorbeeld opnemen dat het Bestuur bestaat uit een even aantal bestuurders en dat het exacte aantal bepaald wordt door de ALV. Eventueel werken met bestuurders A en B (de twee leden wijzen “eigen” bestuurders aan).
Xxx opnemen dat het bestuur ook buiten de leden benoemd mag worden (want anders kunnen alleen de gemeente Dalfsen en DvM bestuurders zijn).
Voorstel is om dit artikel (alsmede andere artikelen die het bestuur en de bestuurders betreffen) wat minder uitgebreid te omschrijven en bepalingen zoals de laatste twee zinnen van lid 1 te verplaatsen naar het op te stellen bestuursreglement
1. Het Bestuur bestaat bij aanvang uit 4 leden. De voorkeur gaat uit naar een gelijke verdeling van de bestuursleden van de bij aanvang aanwezige leden. Bij gelijke geschiktheid wordt door de Algemene ledenvergadering op deze wijze gekozen.
2. De Algemene Vergadering benoemt één van de bestuursleden tot voorzitter. Het bestuur kiest vervolgens uit haar midden zelf een secretaris, penningmeester en vicevoorzitter. De functies van secretaris en penningmeester en penningmeester en vicevoorzitter kunnen worden gecombineerd.
3. Bestuurders worden indien mogelijk zoveel mogelijk in gelijke verdeling voorgedragen uit de verschillende leden en deze bindende voordracht wordt formeel bekrachtigd door de Algemene Ledenvergadering voor een periode van 5 jaar. Een bestuurder is maximaal 1 keer herbenoembaar.
4. Indien er geen aanmeldingen van nieuwe bestuurders zijn kan van artikel 13.3 worden afgeweken na unanieme goedkeuring van de algemene ledenvergadering.
5. Bestuurders kunnen te allen tijde door de algemene ledenvergadering worden vervangen, geschorst of ontslagen. In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
6. Een schorsing kan één (1) of meer malen worden verlengd, maar kan in totaal niet langer duren dan drie (3) maanden. Is na verloop van die tijd geen beslissing genomen tot opheffing van de schorsing of ontslag, dan eindigt de schorsing.
7. Indien er vacatures in het Bestuur zijn, zullen de overblijvende leden van het Bestuur volledig en gerechtigd blijven om de Coöperatie te besturen en te vertegenwoordigen, mits bij de overblijvende Leden alle leden vertegenwoordigd zijn.
Nysingh: Mocht het de bedoeling zijn dat de beide leden (gemeente Dalfsen en DvM) altijd een gelijke vertegenwoordiging op bestuursniveau (en op niveau van RvC?) hebben, dan zal deze bepaling scherper omschreven moeten worden. In een nog op te nemen belet- en ontstentenisregeling (dit is wettelijk verplicht!) kan daarmee ook rekening worden gehouden. Zo kan men bepalen dat bij belet van een bestuurder A (bijvoorbeeld) het corresponderende lid de tijdelijke vervanger mag aanwijzen.
Het is ook raadzaam een regeling in verband met tegenstrijdig belang op te nemen. Deze regelingen kunnen zo worden gecombineerd dat een tegenstrijdig belang kwalificeert als een beletsituatie, hetgeen betekent dat het corresponderende lid een tijdelijke vervanger mag aanwijzen en zo voorkomt dat er een onbalans ontstaat in het bestuur.
8. Het Bestuur is, indien het niet is samengesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 lid 1, verplicht zo spoedig mogelijk hiervan melding te maken aan de betreffende groep, zodat deze met een nieuwe voordracht kan komen, waarna er in een volgende Algemene Ledenvergadering kan worden voorzien in de vacature.
9. Zoals in artikel 2 is bepaald benoemt de Algemene Ledenvergadering de voorzitter van het Bestuur. Het Bestuur kan uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter benoemen, die bij afwezigheid van de voorzitter al diens taken en bevoegdheden waarneemt. Het Bestuur benoemt voorts uit zijn midden een penningmeester en een secretaris en treft een regeling voor hun vervanging.
Nysingh: Deze schrappen (herhalen van bepalingen vergroot de kans op verwarring)
10. Bestuurders hebben recht op vergoeding van door hen gemaakte kosten voor de goede uitoefening van de functie. Het aangaan van duurovereenkomsten of vergoedingen van € 1.000,- per vergoeding of meer kunnen alleen na goedkeuring van het bestuur worden gedaan.
Nysingh: Deze bepaling bevreemde. Xxxxx legde uit dat men met deze bepaling beoogt vast te leggen dat het bestuur voor bepaalde besluiten voorafgaande goedkeuring van RvC of ALV nodig heeft. Het voorstel is om een lijst met dergelijke besluiten op te nemen in artikel 14/15 óf daar een bepaling op te nemen die het mogelijk maakt om buiten de statuten om een dergelijke lijst op te stellen (dit geeft meer flexibiliteit, omdat het aanpassen van zo’n extra-statutaire lijst geen statutenwijziging vergt). Tweede zin in ieder geval hier schrappen
11. Bij aanwezigheid van een Raad van Commissarissen is deze bevoegd tot het aanstellen, ontslaan en beoordelen van het bestuur en/of haar bestuursleden.
Nysingh: Dit is mogelijk maar zou dan in lid 1 omschreven moeten worden. Dus ALV benoemt tenzij een RvC is ingesteld, in welk geval de RvC bestuurders benoemt. Kan alleen indien in dat geval de commissarissen door de ALV worden benoemd.
1. Het Bestuur is belast met het besturen van de Coöperatie, behoudens de beperkingen volgens de Statuten. Vergaderingen van het Bestuur aangaande het besturen van de Coöperatie worden gehouden in het werkgebied van de coöperatie.
2. Het Bestuur kan bij reglement of daartoe strekkend besluit regels vaststellen over haar interne werkwijze en besluitvorming in aanvulling op hetgeen daarover in de Statuten is bepaald. Een dergelijk reglement of besluit wordt ter vaststelling voorgelegd aan de Algemene ledenvergadering.
Nysingh: dit zou een verwijzing naar het nog op te stellen bestuursreglement moeten zijn
3. Het Bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het Bestuur worden benoemd.
4. Het Bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de Coöperatie zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt tot een maximumbedrag van € 50.000, zich voor een derde sterk maakt en tot vertegenwoordiging van de Coöperatie ter zake van deze handelingen.
Boven € 50.000 is uitsluitend de Algemene Ledenvergadering bevoegd.
Nysingh: Dit is niet mogelijk. Dit kan wel in de hiervoor bedoelde besluitenlijst worden opgenomen
Artikel 15 Vergaderingen van het bestuur
1. Het Bestuur vergadert zo dikwijls als een Bestuurder het verlangt. Vergaderingen worden bijeengeroepen door middel van schriftelijke mededelingen met een agenda verzonden naar alle Bestuurders. Het bijeenroepen van een vergadering dient minimaal 14 dagen van te voren plaats te vinden.
2. Het Bestuur besluit bij consensus of unanimiteit van het aantal leden. 3.
Nysingh: Is niet onmogelijk, maar het maakt besluitvorming wel lastiger / stroperiger.
4. Iedere Bestuurder kan zich in een bestuursvergadering door een medebestuurder doen vertegenwoordigen, mits schriftelijk daartoe gemachtigd.
5. Het Bestuur kan buiten vergadering besluiten nemen, mits (i) dit schriftelijk geschiedt, (ii) de meerderheid van de Bestuurders zich vóór schriftelijke besluitvorming uitspreekt en (iii) geen van de Bestuurders zich tegen deze wijze van besluitvorming heeft verzet.
6. Naast de besluiten van het bestuur die volgens deze statuten onderworpen zijn aan de goedkeuring van de Algemene ledenvergadering, geldt dit ook voor alle besluiten van het bestuur over onderwerpen of zaken, die als zodanig door de Algemene ledenvergadering duidelijk omschreven en schriftelijk ter kennis van het Bestuur zijn gebracht.
Nysingh: Dit is de zogenaamde kapstokbepaling op grond waarvan een extra-statutaire goedkeuringslijst mogelijk is
Artikel 16 Benoeming functionarissen
1. Het Bestuur stelt de directeur/projectleider van de Coöperatie aan en bepaalt de algemene of beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheden van deze functionaris. Deze bevoegdheden worden vastgelegd in het directieregelement.
Nysingh: Het huidige reglement heet een directiereglement maar is feitelijk een bestuursreglement. Het regelt de verhouding tussen bestuur en RvC. De directie - als bedoeld in dit artikel 16 - legt verantwoording af aan het bestuur. Kortom: het huidige directiereglement wordt een bestuursreglement (met aandacht voor het feit dat de RvC facultatief is) en er dient separaat een directiereglement te worden opgesteld
2. De voorzitter van het Bestuur treedt op als eerste aanspreekpunt voor de directeur/projectleider en voert samen met de secretaris per kwartaal een voortgangsgesprek.
3. De directeur/projectleider informeert het Bestuur in ieder geval over de voortgang van de projecten middels een beknopte maandelijkse rapportage welke de 15e van iedere maand volgen op de verstreken maand wordt aangeleverd en een uitgebreidere halfjaarlijkse rapportage. Voorts dient het directieregelement in acht te worden genomen.
4. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van een aldus benoemde functionaris kan zich niet uitstrekken tot gevallen waarin de Coöperatie een tegenstrijdig belang heeft met dat van de desbetreffende functionaris of waarin deze functionaris enig andere functionaris of Bestuurder vertegenwoordigt die een tegenstrijdig belang met de Coöperatie heeft.
5. Deze functionarissen worden ingeschreven in het handelsregister, met vermelding van de omvang van hun vertegenwoordigingsbevoegdheid.
Artikel 17 Vertegenwoordiging en tegenstrijdige belangen
i. Het Bestuur is bevoegd de Coöperatie te vertegenwoordigen. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende van het Bestuur, mits deze afkomstig zijn uit elk van de twee groepen. Indien het bestuur met inachtneming van artikel 13 niet bestaat uit een samenstelling van de leden geldt een bevoegdheid bij absolute meerderheid
Nysingh: Dit kan duidelijker / scherper verwoord worden met bestuurders A en B en Deze laatste zin schrappen, is op deze manier niet mogelijk. Bovendien doet deze situatie zich, met een deugdelijke belet- en ontstentenisregeling en een aangepast artikel 13 lid 7, niet voor
ii. In alle gevallen waarin de Coöperatie een tegenstrijdig belang heeft met dat van een (1) of meer Bestuurders, blijft het bepaalde in Artikel 17 lid 1 onverkort van kracht tenzij de Algemene ledenvergadering een of meer andere personen heeft aangewezen om de Coöperatie in het desbetreffende geval of in dergelijke gevallen te vertegenwoordigen. Een besluit van het Bestuur tot het verrichten van een rechtshandeling die een tegenstrijdig belang met een of meer Bestuurders handelend in eigen naam betreft, is onderworpen aan de goedkeuring van de Algemene ledenvergadering, maar het ontbreken van zodanige goedkeuring tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het Bestuur of de Bestuurders niet aan.
Nysingh: Lid 2 zal herschreven moeten worden. Tegenstrijdig belang werkt niet extern en dat lijkt dit wel te suggereren. Het bevat nog elementen die onder een oude wettelijke regeling van toepassing waren, zoals de aanwijzing door de ALV van andere vertegenwoordigers die dan in plaats van bestuurders bevoegd zijn. Dat kan niet.
Artikel 18 Boekjaar, begroting, bestuursverslag en jaarrekening
1. Het boekjaar van de Coöperatie is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Uiterlijk in de maand november stelt het Bestuur een begroting op voor het komende boekjaar en brengt deze ter kennis aan de Algemene Ledenvergadering.
3. Jaarlijks binnen vier (4) maanden na afloop van het boekjaar, maakt het Bestuur een jaarrekening op, bestaande uit de balans per het einde van dat jaar, de winst en verliesrekening over dat jaar en de toelichting op deze stukken, een en ander overeenkomstig de bepalingen van titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Tegelijkertijd maakt het Bestuur een bestuursverslag.
4. De jaarrekening en het bestuursverslag worden ondertekend door de leden van het Bestuur. Indien een ondertekening ontbreekt, wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.
5. Binnen de in artikel 3 genoemde termijn zendt het Bestuur ook een kopie van de jaarrekening en het bestuursverslag naar de Leden tenzij het bepaalde in artikel 2:396, lid 6 of artikel 2:403 Burgerlijk Wetboek op de Coöperatie van toepassing is.
6. De Coöperatie zal aan een accountant opdracht verlenen tot samenstellen van de jaarrekening. Tot het verlenen van de opdracht is de Algemene Ledenvergadering bevoegd. Gaat deze daartoe niet over dan is het Bestuur bevoegd. De accountant brengt verslag over zijn onderzoek uit aan het Bestuur en aan de Algemene Lendenvergadering. De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring over de getrouwheid van de jaarrekening. Het Bestuur zal een kopie van de accountantsverklaring aan de leden toezenden. Het bepaalde in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Enber: Let op wat bedoel je hier, bedoel je een samenstelverklaring of een accountantsverklaring. En welk soort verklaring!
7. De Coöperatie zorgt dat de opgemaakte jaarrekening, het bestuursverslag en de krachtens artikel 2:392 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek toe te voegen gegevens worden verstrekt aan alle leden.
8. De jaarrekening wordt vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering. De jaarrekening kan niet worden vastgesteld indien de Algemene ledenvergadering geen kennis heeft kunnen nemen van de verklaring van de accountant als bedoeld in lid 6 van dit artikel.
9. Na vaststelling van de jaarrekening besluit de Algemene Ledenvergadering over het verlenen van kwijting (decharge) aan de Bestuurders voor de uitoefening van hun taak, voor zover van die taakuitoefening blijkt uit de jaarrekening of uit informatie die anderszins voorafgaand aan de vaststelling van de jaarrekening aan de Algemene Ledenvergadering is verstrekt.
10. Het bedrijfsresultaat in enig jaar zal worden bestemd op de wijze zoals overeengekomen conform de doelstellingen van de coöperatie.
11. Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd voorzover de wet dat toestaat.
Artikel 19 Bestemming bedrijfsresultaat, uitkering , uittreding
1. De Algemene ledenvergadering besluit op voorstel van het Bestuur het uit de jaarrekening blijkende bedrijfsresultaat te reserveren of uit te keren conform de in artikel 7 genoemde ledenadministratie vastgelegde afspraken, dan wel te besteden aan binnen artikel 3 passende doelen.
2. De inleg van de Leden zoals bepaalt bij toetreding en vastgelegd in de Ledenovereenkomst behoort tot het Eigen Vermogen van de Coöperatie en wordt in het geval van uittreding (tussentijds of na afloop van een van tevoren afgesproken periode) niet verrekend met het betreffende Lid.
3. In het geval van tussentijdse uittreding door een Lid, behoudt dit Lid de rechten die het heeft opgebouwd gedurende de tijd dat het Lidmaatschap heeft geduurd en ontvangt het Lid de dienovereenkomstige uitkeringen. Dit wordt vastgelegd in een op te stellen Overeenkomst inzake de uittreding.
4. De uitkering kan ook plaatsvinden door middel van een afkoopsom van toekomstige uitkeringen.
5. Een dergelijke afkoopsom wordt vastgesteld door het Bestuur en goedgekeurd door de Algemene Ledenvergadering en opgenomen in een op te stellen Overeenkomst inzake de beëindiging van het Lidmaatschap.
6. Een exploitatietekort zal ten laste worden gebracht van het Eigen vermogen van de Coöperatie.
7. Een bedrijfsresultaat zal ten gunste worden gebracht van het Eigen vermogen van de Coöperatie, tenzij de Algemene Ledenvergadering besluit tot een uitkering aan de leden.
Enber: Hoe kunnen we dit borgen dat resultaten uiteindelijk nooit bij individuen terecht komen? Eventueel met gouden stem/veto gemeente?
8. Bij tussentijdse uittreding van een lid zal door een onafhankelijke derde een waardering van zijn of haar rechten worden opgesteld. Bij inschakeling van een onafhankelijke derde dient een AA, RA of RV te zijn of een met hem of haar gelijkgestelde titel.
Artikel 20 Bevoegdheden Algemene ledenvergadering
Aan de Algemene ledenvergadering komen in de Coöperatie alle bevoegdheden toe die niet door de wet of deze statuten aan het Bestuur zijn opgedragen.
1. De jaarlijkse Algemene ledenvergadering wordt gehouden binnen zes (6) maanden na afloop van ieder boekjaar.
2. De agenda van deze jaarvergadering vermeldt onder meer de volgende onderwerpen:
a. indien van toepassing: het jaarverslag (tenzij het bepaalde in artikel 2:396, lid 6 of artikel 2:403 Burgerlijk Wetboek op de Coöperatie van toepassing is)
b. de jaarrekening en het verslag van de accountant;
c. bespreking en vaststelling van de jaarrekening inclusief definitief voorstel tot bestemming eventueel exploitatieoverschot of – tekort, op basis van vooraf gemaakte afspraken;
d. verlening van kwijting aan Bestuurders;
e. tenzij voor het volgende boekjaar reeds aan een accountant een opdracht als bedoeld in Artikel 18 is verleend: de benoeming van een accountant of commissie overeenkomstig Artikel 18 van deze Statuten;
f. voorziening in eventuele vacatures;
g. andere onderwerpen door het Bestuur dan wel een Lid aan de orde gesteld.
Artikel 22 Andere Algemene ledenvergaderingen
1. Andere Algemene Ledenvergaderingen worden gehouden zo dikwijls het Bestuur dat nodig acht.
2. Het Bestuur dient binnen vier (4) weken na ontvangst van een schriftelijk verzoek hiertoe door één van de leden een Algemene Ledenvergadering bijeen te roepen. Indien het Bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van een verzoek als bedoeld in de voorgaande zin niet tot oproeping overgaat, zullen de leden die het verzoek hebben gedaan om een Algemene ledenvergadering te houden, bevoegd zijn zelf een Algemene Ledenvergadering bijeen te roepen, met inachtneming van de in artikel 23 genoemde bepalingen.
Artikel 23 Oproeping, toegang en vergaderrechten
1. Algemene Ledenvergaderingen worden bijeengeroepen door het Bestuur via een digitale oproep naar het in de register opgenomen e-mailadres, onverminderd het bepaalde in Artikel 22 lid 2.
2. Voor zover niet anders bepaald bij de Statuten worden alle Algemene Ledenvergaderingen ten minste veertien (14) dagen voorafgaand aan de dag van de bijeenkomst bijeengeroepen door het bestuur door middel van een uitnodiging waarin de agendapunten zijn vermeld. De uitnodiging geschiedt schriftelijk aan de e-mailadressen van de leden, zoals vermeld in het register van leden. Ten minste
zeven (7) dagen voorafgaand aan de dag van de bijeenkomst verstuurt het bestuur de bijbehorende stukken.
3. Algemene ledenvergaderingen worden gehouden in het werkgebied van de Coöperatie.
4. Indien het Bestuur of een Lid van oordeel is dat er een aangelegenheid van onmiddellijke urgentie is kan de Algemene ledenvergadering worden bijeengeroepen op een kortere termijn, doch nimmer binnen een periode van minder dan zeven (7) dagen, behoudens onder goedkeuring van alle leden.
Nysingh Niet voor de hand liggend. Als er spoed is, past het niet om alle leden eerst om goedkeuring te vragen
5. Toegang tot de Algemene ledenvergadering hebben leden en Bestuurders en de directeur/projectleider.
6. Een lid in de vorm van een rechtspersoon dient zich in de Algemene Ledenvergadering te laten vertegenwoordigen door een bestuurslid of directielid van hun eigen rechtspersoon. Leden vanuit een publiekrechtelijke rechtspersoon dienen zich in de Algemene vergadering te laten vertegenwoordigen door een door het college of bestuur van de deelnemende publiekrechtelijk aan te wijzen vertegenwoordiger.
Nysingh: publiekrechtelijke rechtspersoon
7. Leden kunnen zich ter vergadering doen vertegenwoordigen door een schriftelijke gevolmachtigde. Deze gevolmachtigde dient een ander lid te zijn dat aanwezig is in de vergadering. Een Lid mag maximaal één (1) andere lid met volmacht vertegenwoordigen. Geen toegang hebben geschorste Leden en geschorste Bestuurders. Een geschorst Lid heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld, en is bevoegd daarover het woord te voeren.
8. Over toelating van andere personen dan de in lid 5 genoemde personen tot de vergadering beslist de Algemene Ledenvergadering.
9. De Algemene Ledenvergaderingen worden geleid door de voorzitter van het Bestuur. In geval van zijn afwezigheid voorziet de Algemene Ledenvergadering in haar voorzitterschap.
10. De voorzitter van een Algemene Ledenvergadering wijst een secretaris aan, die niet Lid behoeft te zijn, die notulen van de vergadering houdt. De notulen worden in dezelfde of in de eerstvolgende Algemene Ledenvergadering vastgesteld en ten blijke daarvan ondertekend door de voorzitter en de secretaris van die vergadering.
11. Van een besluit van de Algemene Ledenvergadering kan te allen tijde worden blijk gegeven door middel van een daartoe strekkende schriftelijke verklaring van de voorzitter of de secretaris van de Algemene Ledenvergadering.
1. Ieder lid heeft in een Algemene Ledenvergadering een (1) stem.
2. Voor zover de wet of de Statuten niet anders bepalen, worden alle besluiten van de Algemene Ledenvergadering genomen met consensus ofwel unanimiteit.
3. Indien een besluit van de Algemene Ledenvergadering leidt tot aftreden van één of meerdere bestuurders, dan wordt dat besluit pas uitgevoerd als dat is bekrachtigd in een nieuw bijeengeroepen Algemene Ledenvergadering, waarbij tenminste de termijn conform artikel 23 lid 2 in acht is genomen.
4. Indien de door de wet of deze statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van Algemene Ledenvergaderingen niet in acht zijn genomen, kunnen ter vergadering alleen geldige besluiten van de Algemene ledenvergadering worden genomen, indien tenminste alle stemgerechtigde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
5. Leden zijn bevoegd om in persoon of bij een schriftelijk gevolmachtigde, door middel van
telefoongesprekken, “video conference” of via andere communicatiemiddelen, waarbij alle deelnemende Leden in staat zijn gelijktijdig met elkaar te communiceren, aan de Algemene ledenvergadering deel te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen. Deelname aan een op deze wijze gehouden vergadering geldt als het ter vergadering aanwezig zijn.
6. Indien een Lid door middel van een elektronisch communicatiemiddel aan de Algemene ledenvergadering deelneemt, dient zodanig Lid via het elektronische communicatiemiddel te worden geïdentificeerd, dient hij rechtstreeks kennis te kunnen nemen van de verhandelingen, dient hij rechtstreeks het stemrecht uit te kunnen oefenen en dient hij rechtstreeks aan de beraadslagingen te kunnen deelnemen.
7. De Algemene Ledenvergadering is bevoegd bij reglement nadere regels te stellen voor het deelnemen aan de Algemene Ledenvergadering door middel van elektronische communicatiemiddelen.
8. Bij de vaststelling in hoeverre Leden stemmen, aanwezig of vertegenwoordigd zijn, wordt geen rekening gehouden met Leden die krachtens de wet of de Statuten geen stem kunnen uitbrengen.
9. Ten aanzien van WcW gerelateerde zaken en daar waar het op grond van deze wet noodzakelijk is heeft de gemeente een doorslaggevende stem
Nysingh: Deze bepaling is, gelet op de tekst van het voorstel Wet collectieve warmte (Wcw), zoals dat nu voorligt, onvoldoende om het publiek meerderheidsbelang, zoals de Wcw dat beoogt, te effectueren. Mocht de Coöperatie een deelneming in een warmtebedrijf verwerven, dan zal op dat moment moeten worden nagegaan of de dan geldende statuten voldoen aan de dan geldende wetgeving ter zake.
1. Alle stemmingen geschieden mondeling. De voorzitter van de vergadering kan echter bepalen dat de stemmen schriftelijk worden uitgebracht. Als een of meerdere Leden verzoeken tot schriftelijke stemming, dan dienen de stemmen eveneens schriftelijk worden uitgebracht. Schriftelijke stemming geschiedt door gesloten, ongetekende briefjes.
2. Xxxxxx stemmen en ongeldige stemmen gelden als niet uitgebracht.
3. Besluiten kunnen bij acclamatie worden genomen, indien geen van de ter vergadering aanwezige Xxxxx zich daartegen verzet.
4. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over de uitslag van een stemming is beslissend, onverminderd het bepaalde bij de wet.
Artikel 26 Besluitvorming buiten vergadering
1. Besluiten van de Algemene Ledenvergadering kunnen in plaats van in een vergadering, ook schriftelijk genomen worden, mits met algemene stemmen van alle Leden. Zodanige besluiten kunnen slechts genomen worden met voorkennis van het Bestuur. De secretaris van het Bestuur houdt aantekening van de door de Leden genomen besluiten.
2. Voor het buiten vergadering nemen van schriftelijke besluiten geldt dat dit alleen mogelijk is indien
3. Het lid dat het initiatief neemt voor een conform lid 1 genomen besluit is verplicht ervoor te zorgen dat een aldus genomen besluit zo spoedig mogelijk schriftelijk ter kennis van het Bestuur worden gebracht.
1. Onverminderd het bepaalde in deze statuten kunnen nadere bepalingen ter uitwerking van deze statuten in door de Algemene ledenvergadering vast te stellen reglementen worden gegeven.
2. Vaststelling van het eerste regelement vindt plaats buiten vergadering bij de oprichting van het LEBD
3. De vaststelling, wijziging en intrekking van reglementen, geschiedt op basis van de bepalingen in artikel 24.
4. Een besluit tot goedkeuring van een wijziging van door de Algemene ledenvergadering vastgestelde reglementen wordt genomen door het bestuur, die deze gewijzigde reglementen vervolgens weer ter vaststelling voorlegt aan de Algemene ledenvergadering.
1. In deze statuten kan uitsluitend wijziging worden gebracht door een besluit van de Algemene Ledenvergadering, met inachtneming van Artikel 23 lid 2. In de oproeping moet worden gemeld dat een wijziging van de statuten in die vergadering aan de orde komt en de volledige tekst van de voorgenomen wijziging dient in de oproeping te worden opgenomen. Een afschrift als in de vorige
volzin bedoeld moet op een daartoe geschikte plaats ten minste vijf dagen voor de dag van de vergadering tot na afloop van de dag waarop die vergadering wordt gehouden op een daartoe geschikte plaats voor de ter inzage liggen.
2. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is iedere Bestuurder bevoegd.
3. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.
Artikel 29 Ontbinding en vereffening
1. De Coöperatie kan worden ontbonden door een daartoe strekkend besluit van de Algemene Ledenvergadering. Het bepaalde in artikel 24 lid 1 is van overeenkomstige toepassing.
2. In geval van ontbinding van de Coöperatie krachtens besluit van de Algemene Ledenvergadering worden de Bestuurders vereffenaars van het vermogen van de ontbonden Coöperatie.
3. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de Statuten zo veel mogelijk van kracht.
4. Het batig saldo dat resteert na voldoening van alle schulden en na afwikkeling van alle verplichtingen van de ontbonden Coöperatie wordt onder de leden verdeeld op basis van een hierover bij de realisatie van projecten gemaakte verdeelsleutel. De verdeling binnen de leden geschiedt op basis van de door deze groep afzonderlijk gemaakte afspraken.
Enber: Let op: bedoel je niet iets anders dan hier staat/. Wat je bedoelt is dat bij liquidatie van de coöperatie je je ingebrachte ledenkapitaal terug krijgt. Afhankelijk van wat en hoe iemand geld heeft gestort kan je een IRR op je EV (ledenkapitaal) afspreken. Wellicht anders formuleren.
5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden Coöperatie gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van een daartoe door de vereffenaars aan te wijzen persoon.
6. Op de vereffening zijn voorts van toepassing de desbetreffende bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Toelichting op diverse artikelen uit deze Statuten
Algemeen
Deze statuten zijn opgesteld vanuit het perspectief van de oprichting van een lokaal energiebedrijf. De Statuten zien op de oprichting van een coöperatie als bedoeld in artikel 53 lid 1 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Het doel van het lokale energiebedrijf is het doen realiseren van projecten en productie-installaties welke bijdragen aan de de energiestransitie door duurzame opwekking, distributie en opslag van energie.
Toelichting belangrijkste artikelen
In artikel 1 zijn de verschillende termen die te maken hebben met de realisatie van de projecten en productie-installaties en de specifieke bepalingen hieromtrent voor deze Coöperatie opgenomen.
In artikel 3 is een omschrijving van het doel van de Coöperatie opgenomen. Het stimuleren van het op coöperatieve wijze produceren van duurzame energie. Verder alles wat helpt om minimaal de klimaatdoelstellingen te realiseren.
In artikel 5 is vastgelegd dat de Coöperatie LEBD niet bevoegd is om verplichtingen voor haar leden aan te gaan. Terwijl in artikel 6 het begrip Uitgesloten Aansprakelijkheid (U.A.) xxxxx is gedefinieerd.
In artikel 7 is het begrip dat de Lusten moeten neerdalen waar ook de Lasten zijn ingevuld door het realiseren van de doelstellingen overal waar een grootschalige productie-installatie wordt gerealiseerd. Dit kan een bestemming als revolverend eigen vermogen zijn, maar ook gebiedsfondsen etc.
In artikel 8 is het lidmaatschap geregeld van de leden: gemeenten en coöperaties (LEI’s) geregeld.
In artikel 9 is de toetreding van nieuwe leden na de oprichting geregeld, evenals de gegevens die worden bijgehouden op de ledenlijst en in de ledenadministratie.
In artikel 10 is de beëindiging van het lidmaatschap geregeld, al dan niet geïnitieerd vanuit het lid of vanuit de coöperatie. Is dit laatste het geval dan is in artikel 11 het beroep tegen een dergelijk besluit geregeld.
In artikel 11 is onder meer de ledenovereenkomst (voorbeeld is toegevoegd als bijlage aan deze Statuten) geregeld. Voor deelnemende LEI’s en gemeenten kan het van belang zijn dat zij een afwijkende mening op een democratisch genomen besluit aan hun achterban kenbaar mogen maken, zonder de uitvoering van dit besluit te belemmeren. Dit wordt eveneens geregeld in artikel 11.
Artikel 13 bepaalt dat het bestuur van de Coöperatie bestaat bij aanvang uit 4 bestuursleden. En dat deze bestuursleden vanuit de groepen met een bindende voordracht worden voorgedragen. In feite bepalen dus de twee groepen wie er in het bestuur komen en is de bekrachtiging door de Algemene Ledenvergadering een formaliteit.
In artikel 14 krijgt het Bestuur vrijheid om zonder goedkeuring van de Algemene ledenvergadering financiële verplichtingen ter hoogte van € 50.000 aan te gaan. Overigens ligt het voor de hand dat het bestuur enige tijd na het van start gaan van de Coöperatie en voorafgaand aan verdere groei zichzelf overeenkomstig lid 2 regels stelt over haar interne werkwijze en besluitvorming en die door de Algemene ledenvergadering laat besluiten.
In artikel 15 is evenals in artikel 24 opgenomen dat zowel het bestuur als de Algemene ledenvergadering besluiten nemen op basis van consensus. Door in artikel 24 de bepaling op te nemen dat elke groep 1 stem
heeft (in totaal zijn er dus maar 2 stemmen), wordt bereikt dat er binnen de groep Leden wel ruimte is voor afwijkende standpunten. Binnen een groep Leden kan er dus wel sprake zijn van een meerderheid en een minderheid.
In artikel 16 is het benoemen van functionarissen geregeld en wie fungeert als eerste aanspreekpunt. In dit artikel en in artikel 17 is tevens geregeld hoe er gehandeld wordt in het geval er sprake is van tegenstrijdige belangen. Dit in het kader van Good Governance.
In artikel 18 en artikel 19 zijn de financiële zaken (aanvullend op de bepalingen in artikel 6) opgenomen. Hierin is ook geregeld hoe de financiële zaken bij een eventuele uittreding geregeld worden.
De overige bepalingen van de statuten worden niet nader toegelicht. Het betreft met name gebruikelijke bepalingen omtrent besluitvorming buiten vergadering, reglementen, statutenwijziging en ontbinding.
Bijlage 1 Voorbeeld Ledenovereenkomst met toelichting
VOORBEELD LEDENOVEREENKOMST
Nysingh: De Coöperatie sluit overeenkomsten in het bedrijf dat zij te dien einde ten behoeve van haar leden uitoefent of doet uitoefenen. Die overeenkomsten hebben dus een bepaalde inhoud, die past bij de leden en het karakter van de Coöperatie. Deze overeenkomst regelt feitelijk niets.
Coöperatie Lokaal Energiebedrijf Dalfsen U.A.
Februari 2024
DE ONDERGETEKENDEN:
(1) Coöperatie Lokaal Energiebedrijf Dalfsen U.A., statutair gevestigd te XXX, kantoorhoudende te XXX, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Zwolle onder nummer XXX, hierna te noemen: de “Coöperatie”;
en
(2) XXX hierna te noemen: het “Lid”;
De hierboven genoemde partijen, hierna gezamenlijk aan te duiden als “Partijen”.
OVERWEGEN DAT:
(A) De Coöperatie is opgericht bij notariële akte verleden voor mr. XXX, notaris met plaats van vestiging XXX, op XXX;
(B) Het Lid lwenst te worden van de Coöperatie;
(C) Partijen in deze ledenovereenkomst, in aanvulling op hetgeen in de statuten van de Coöperatie is bepaald, de voorwaarden en condities wensen neer te leggen bij het lidmaatschap van het Lid van de Coöperatie, (deze “Overeenkomst”).
VERKLAREN EN KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:
Artikel 1 Definities
1. De in lid 1 van de Statuten van Coöperatie genoemde begrippen hebben in de Overeenkomst dezelfde betekenis.
2. Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van de Statuten tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
Artikel 2 Doel
i. De Coöperatie heeft het in artikel 3 van de Statuten beschreven doel.
Artikel 3 Verklaring van het lid
1. Het Lid staat er jegens de Coöperatie voor in dat:
(i) het de doelstellingen en het beleid van de Coöperatie onderschrijft.
(ii) Inleg en eventuele contributie- en inschrijfgelden tijdig worden betaald;
(iii) Wijzigingen in gegevens van lidmaatschap, zoals wijzigingen in persoonsgegevens van bestuurders van het Lid, tijdig worden doorgegeven;
(iv) de (eventuele) statuten van het Lid participatie in projecten van de Coöperatie niet in de weg staan;
Artikel 4 Inleg
1. Vanwege het lidmaatschap van de Coöperatie dient het Lid
(i) Alle leden voldoen conform artikel 12 lid 8 van de Statuten € 100,- als ledeninleg.
2. In aanvulling hierop kunnen Xxxxx afkomstig uit beide groepen een aanvullende inleg inbrengen die gebonden is aan de actieve of passieve deelname in het door de Coöperatie te realiseren specifieke projecten en productie-installaties. Een dergelijke inleg wordt vastgelegd middels een schriftelijke aanvulling.
3. De inleg wordt door Coöperatie aan het Lid gefactureerd en binnen 3 weken betaald.
4. De Coöperatie legt in haar Ledenadministratie de omvang en stortingsdatum vast van de in Leden 1 en 2 bedoelde Inleg krachtens de met het Lid gesloten overeenkomst(en).
5. Uitvoerende werkzaamheden die door functionarissen van de Coöperatie worden uitgevoerd op verzoek van een Lid vallen niet onder dit artikel en worden altijd specifiek met het betrokken Lid afgesproken en vastgelegd.
Artikel 5 Aandeel in exploitatieresultaat van de Coöperatie
1. Het bedrijfsresultaat wordt jaarlijks bepaald in de door de Algemene Ledenvergadering van de Coöperatie vastgestelde jaarrekening.
2. Dit bedrijfsresultaat is het resultaat na aftrek van alle kosten, voorzieningen, reserveringen en alle afgesproken verrekeningen, inclusief de stortingen in eventuele fondsen in overeenstemming van de Statuten van de Coöperatie.
3. Het bedrijfsresultaat wordt in beginsel toegevoegd aan de reserves van de Coöperatie om te besteden aan de doelen zoals genoemd in artikel 3 van de Statuten van de Coöperatie. Omdat het doel van de coöperatie is toekomstig revolverend te zijn zal slechts bij uitzondering en/of zwaarwegende reden een verdeling naar de leden plaatsvinden. Dit zal slechts mogelijk zijn na het vaststellen van een begroting en projectplanning voor de komende 3 jaar waaruit blijkt dat er sprake is van overtollige liquide middelen.
4. Indien wordt overgegaan op een uitkering aan de leden zal er een verdeling plaatsvinden aan de leden van de Coöperatie waarbij rekening moet worden gehouden met op basis van een bij de realisatie van projecten gemaakte verdeelsleutel.
Artikel 6 Duur
1. Deze Overeenkomst wordt aangegaan voor de periode dat het Lid lid is van de Coöperatie.
2. Deze Overeenkomst eindigt zonder dat opzegging of ontbinding noodzakelijk is op het moment dat het Lid conform artikel 10 van de Statuten ophoudt lid van de Coöperatie te zijn.
3. Opzegging of ontbinding van deze Overeenkomst door het Lid is gedurende de eerste vijf jaar na oprichting uitgesloten.
Artikel 7 Wijzigingen
1. Deze Overeenkomst kan slechts schriftelijk worden gewijzigd of aangevuld na inbreng in de algemene ledenvergadering.
Artikel 8 Diversen
1. Deze Overeenkomst bevat, naast hetgeen ter zake is vastgelegd in de Statuten, de gehele overeenkomst tussen Partijen en vervangt alle eventuele eerdere, schriftelijke of mondelinge, overeenkomsten met betrekking tot hetzelfde onderwerp.
2. Deze Overeenkomst komt tot stand indien en zodra deze Overeenkomst rechtsgeldig door of namens Partijen is ondertekend. Alle Overeenkomsten tezamen vormen de rechtsgeldige en bindende verhouding tussen Partijen.
3. De ongeldigheid of nietigheid van enige bepaling van deze Overeenkomst tast de geldigheid van de overige bepalingen van deze Overeenkomst niet aan. Partijen vervangen de ongeldige dan wel nietige bepaling door een bepaling waarvan de rechtsgevolgen, gelet op het doel en de strekking van deze Overeenkomst, zoveel mogelijk overeenstemmen met die van de ongeldige of nietige bepaling.
4. Indien er strijd is tussen deze Overeenkomst en de Statuten, dan gaat deze Overeenkomst voor.
Artikel 9 Kosten
1. Behoudens voor zover in deze Overeenkomst uitdrukkelijk anders is bepaald, draagt de Coöperatie de kosten voortvloeiend uit of betrekking hebbende op de totstandkoming en uitvoering van deze Overeenkomst.
Artikel 10 Toepasselijk recht en forumkeuze
1. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
2. Geschillen die mochten ontstaan naar aanleiding van deze Overeenkomst zullen worden beslecht door de bevoegde rechter te Zwolle.
Toelichting op de ledenovereenkomst
De wet (art. 2:53 lid 1 BW) schrijft voor dat er één of meer Ledenovereenkomsten moeten bestaan tussen de Coöperatie en de individuele leden. Naast de lidmaatschapsverhouding (die met name stemrecht en vergaderrechten bepaalt) bestaat er tussen een lid en een coöperatie door deze overeenkomsten een contractuele verhouding (die met name handelen over Inleg en verdeling financieel resultaat).
Door een besluit van een orgaan van de coöperatie kan in deze overeenkomsten geen wijziging worden aangebracht, zo volgt uit art. 2:59 BW. De lidmaatschapsverhouding en de contractuele verhouding, en de rechten en verplichtingen die uit beide verhoudingen voortvloeien, vormen samen de volledige rechtspositie van het lid.
Over de inhoud van deze overeenkomsten zegt de wet verder niets. De Leden en de Coöperatie hebben dan ook een grote mate van vrijheid met betrekking tot de inhoud van de Ledenovereenkomsten.
Een coöperatie moet zich volgens haar wettelijke omschrijving in art. 2:53 lid 1 BW statutair ten doel stellen om in de stoffelijke behoeften van haar Leden te voorzien krachtens overeenkomsten die zij met hen sluit in het kader van de bedrijfsuitoefening door de coöperatie ten behoeve van de Leden.
Daarmee vormen de artikelen 4 (Inleg) en 5 (Aandeel in exploitatieresultaat van de coöperatie) de kern van deze overeenkomst.
In artikel 4 is opgenomen, dat Xxxxx een bedrag als Inleg moeten storten. Dit is eigen vermogen van de Coöperatie. Alle Leden met elkaar zijn juridisch en economisch eigenaar van de Coöperatie.
Ieder lid betaalt op basis van lid 1 een initiële inleg van € 100 om de Coöperatie aan Xxxxx vermogen te helpen en een zakelijke relatie met de Coöperatie aan te gaan.
Afhankelijk van de actieve of passieve deelname in projecten door specifieke betalen deze Leden elk een op basis van lid 3 op te nemen aan dat project of productie-installatie gebonden aanvullende Inleg. Per project zullen daarover in een afzonderlijk document de betreffende projecten en productie-installaties, de samenwerking tussen Coöperatie en (sommige van) haar Leden en de verdeling van de uit het project of productie-installatie voortvloeiende resultaten nader worden beschreven. Conform artikel 19 van de Statuten zullen de afspraken over de verdeling van de resultaten in de Ledenadministratie worden opgenomen)
In artikel 5 van deze Ledenovereenkomst zijn bepalingen opgenomen hoe het bedrijfsresultaat van de Coöperatie verdeeld wordt. Als er door de Coöperatie niet zelf geïnvesteerd wordt in projecten of productie-installaties, dan delen de Leden op basis van hun initiële Inleg in het LEBD gelijkelijk in het resultaat. Denkbaar is dat de gemeentelijke Leden die investeren in projecten met een aanvullende Inleg de Coöperatie voorzien van een stuk extra risicodragend vermogen. Het aandeel in het exploitatieresultaat van dat Lid zal daardoor in principe verhoogd worden. Met hoeveel precies kan per project bepaald worden.
De huidige omschrijving biedt die mogelijkheid.
De Coöperatie administreert met wie wanneer een Ledenovereenkomst is aangegaan, of de Inleg is voldaan enz. Dit om een goede en onbetwiste basis te hebben voor verdeling van het bedrijfsresultaat.
Het werkelijk te uit te keren resultaat is uiteraard allereerst afhankelijk van het financieel resultaat dat de Coöperatie in enig jaar behaalt.