SAMENWERKINGSOVEREENKOMST STEUNPUNT BESTUURLIJKE ORGANISATIE VLAANDEREN
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST STEUNPUNT BESTUURLIJKE ORGANISATIE VLAANDEREN
TUSSEN
Katholieke Universiteit Leuven met zetel te Xxxx Xxxxx 00 , 0000 Xxxxxx, alhier vertegenwoordigd door Xxxx Xxxxxxxx, Rector,
hierna genoemd “de Coördinator”
Xxxx. xx. Xxxxx Xxxxxxxxx kantoorhoudende te K.U.Leuven, Instituut voor de Overheid, X. Xxx Xxxxxxxxxx 0x, X-0000 Xxxxxx,
hierna genoemd “de Promotor-Coördinator” EN
Universiteit Antwerpen met zetel te Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxxx, alhier vertegenwoordigd door Xxxxxxx Xxx Xxxx, rector
Hogeschool Gent, met zetel te Kluyskensstraat 2, X-0000 Xxxx, alhier vertegenwoordigd door Xxxxxx Xxxxxxxxx, algemeen directeur
Universiteit Gent met zetel te Xxxx-Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx, alhier vertegenwoordigd door Xxxx Xxx Xxxxxxxxxxx, rector
Universiteit Hasselt, met zetel te Agoralaan, X-0000 Xxxxxxxxxx, alhier vertegenwoordigd door Xxx Xx Xxxxxxxx, rector
hierna genoemd: “de Initiator”/”de Initiatoren”
Overwegende dat
De Initiatoren samen een aanvraag tot erkenning als Steunpunt hebben ingediend overeenkomstig artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 2006 betreffende de Steunpunten voor beleidsrelevant onderzoek;
De aanvraag door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd en op 2 februari 2007 een beheersovereenkomst werd afgesloten (hierna “de Beheersovereenkomst”), welke door alle Initiatoren gekend is;
Initiatoren in deze Samenwerkingsovereenkomst de modaliteiten van de samenwerking in het kader van het erkende Steunpunt evenals hun wederzijdse rechten en plichten in het kader daarvan wensen te regelen;
Wordt het volgende overeengekomen:
ARTIKEL 1 - DEFINITIES
In de Beheersovereenkomst gedefinieerde woorden hebben in deze Samenwerkingsovereenkomst dezelfde betekenis.
Onder “Penvoerder” wordt verstaan: de Universiteit of Hogeschool van de Promotor- Coördinator, de Penvoerder is tevens als Initiator partij bij de Beheersovereenkomst.
ARTIKEL 2 - VOORWERP
In overeenstemming met artikel 6 van de Beheersovereenkomst heeft deze Samenwerkingsovereenkomst de verdere uitwerking van de modaliteiten van volgende aangelegenheden betreffende het Steunpunt, tot voorwerp:
(i) de financiële verantwoordelijkheden van de Initiatoren;
(ii) de vertegenwoordigingsbevoegdheden in het kader van de organisatie en de werking van het Steunpunt;
(iii) de afspraken omtrent resultaten en intellectuele eigendomsrechten, met inachtneming van de bepalingen van afdeling 7 van de Beheersovereenkomst en de eventuele afspraken in het Meerjarenplan, zoals vermeld in artikel 14 van de Beheersovereenkomst;
(iv) het scheppen van een generiek kader voor vergaderritmes en –processen en stemverhoudingen in de schoot van het Dagelijks Bestuur;
(v) een organogram van het Steunpunt, met een duidelijke allocatie van verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden, beslissings- en vertegenwoordigingsbevoegdheden en rapporteringsverplichtingen.
ARTIKEL 3 - BEHEERSSTRUCTUUR VAN HET STEUNPUNT
3.1 Promotor-Coördinator en Promotoren
3.1.1 De Promotor-Coördinator is overeenkomstig de bepalingen van artikel 8 van de Beheersovereenkomst aangeduid. Bij tijdelijke of definitieve onbeschikbaarheid van de Promotor-Coördinator en/of één van de Promotoren, wordt door de betrokken Promotor een vervanger/ster voorgesteld aan het Dagelijks Bestuur, die over deze vervanging advies geeft aan de Vlaamse Regering.
3.1.2 De Promotor-Coördinator van het Steunpunt oefent zijn functie uit in nauw overleg met het Dagelijks Bestuur.
3.1.3 Hij/zij kan de andere Promotoren en Initiatoren niet verbinden ten overstaan van derden, dan na daartoe specifiek opdracht te hebben gekregen van het Dagelijks Bestuur.
3.1.4 Daarnaast neemt de Promotor-Coördinator in het algemeen de functie waar van “Liaison Officer”, zoals omschreven in artikel 8 van de Beheersovereenkomst. Dit houdt onder andere in dat hij/zij alle briefwisseling en documenten die hij/zij namens het Steunpunt ontvangt en die relevantie hebben voor enige andere Promotor onverwijld aan de andere betrokken Promotoren overmaakt voor passend gevolg. Omgekeerd sturen de andere Promotoren ook briefwisseling en documenten die
relevantie hebben voor het hele Steunpunt door naar de Promotor-Coördinator voor verder gevolg.
3.2 Dagelijks bestuur
3.2.1 Het Dagelijks Bestuur wordt samengesteld overeenkomst artikel 9, tweede streepje van de Beheersovereenkomst en bestaat minstens uit de Promotoren. Als bijkomende bestuursleden worden voor dit Steunpunt aangewezen:
Universiteit Antwerpen, Onderzoeksgroep Management en Bestuur: xxxx. xx. Xxxxx Xxxxxxx
Doctors-coördinatoren:
- xx. Xxxxxx xxx Xxxxxx & xxxx. xx. Xxxx Xxxxxxxx, Instituut voor de Overheid
- xxx. Xxxxx Xxxxx, Instituut voor de Overheid
Doctorandus: dra. Xxxxxxxx Xxxxxxx, Universiteit Gent/Hogeschool Gent
3.2.2 Het Dagelijks Bestuur heeft de algemene beheersbevoegdheid met betrekking tot het Steunpunt. Dit houdt onder meer in het definitief vastleggen of goedkeuren van alle documenten, verslagen en standpunten opgesteld resp. aangenomen namens het Steunpunt, en die krachtens de Beheersovereenkomst aan de bevoegde Minister, de Stuurgroep of enige andere derde moeten worden bezorgd of meegedeeld; het gaat daarbij onder andere (zonder exhaustief te zijn) om het Jaarplan, de Begroting, het Werkings- en activiteitenverslag (niet publicaties, cf. Artikel 5 -). Alle beslissingen die een wijziging inhouden van hetzij de Beheersovereenkomst, hetzij deze Samenwerkingsovereenkomst (met uitzondering van de Bijlage) worden pas definitief na goedkeuring door de bevoegde vertegenwoordigers van de respectievelijke Initiatoren (en in geval van de Beheersovereenkomst door de Vlaamse Regering).
3.2.3 Bovendien is het Dagelijks Bestuur bevoegd voor:
(i) het vastleggen en eventueel aanpassen van het organogram van het Steunpunt, waarvan de eerste versie aan deze Samenwerkingsovereenkomst is gehecht als Bijlage 1;
(ii) het oprichten van specifieke commissies en werkgroepen met de adviserende en/of ondersteunende verantwoordelijkheden die het Dagelijks Bestuur daaraan toekent, voor zover dit geen delegatie inhoudt van verantwoordelijkheden die de Beheersovereenkomst aan het Dagelijks Bestuur toewijst (een overzicht daarvan wordt opgenomen in het organogram bedoeld in het punt (i) hierboven);
(iii) het vastleggen van een werkwijze voor de toewijzing van de in artikel 36 van de Beheersovereenkomst bedoelde kortetermijnopdrachten; in toepassing van punt
3.1.4 hierboven worden de verzoeken tot kortlopende opdrachten door de Promotor-Coördinator minstens ter kennis gebracht van de andere Promotoren;
(iv) in het kader van artikel 56 van de Beheersovereenkomst kan het Dagelijks Bestuur de Promotor-Coördinator de opdracht geven een Initiator in gebreke te stellen en aan te manen tot nakoming van de contractueel vastgelegde verplichtingen binnen de termijn van dertig kalenderdagen, bij gebreke waarvan, benevens de sanctie voorzien in de Beheersovereenkomst (beëindiging van de overeenkomst in hoofde van de in gebreke zijnde partij) ook kan beslist worden
om specifieke taken en verplichtingen te herverdelen binnen het Steunpunt, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende financiële gevolgen.
3.2.4 Het Dagelijks Bestuur komt minstens twee maal per jaar bijeen en telkens wanneer de Promotor-Coördinator dan wel een meerderheid van het aantal leden daarom verzoeken. De agenda van elke vergadering wordt, samen met de stukken nodig ter voorbereiding van de agendapunten, minstens zeven (7) dagen op voorhand door de Promotor-Coördinator bezorgd aan alle Promotoren. Wanneer alle leden op een vergadering aanwezig en/of vertegenwoordigd zijn en hiertoe unaniem beslissen, kunnen agendapunten op de vergadering zelf worden toegevoegd. Indien een lid verontschuldigd is voor deelname aan het dagelijks bestuur, wordt de Promotor- Coördinator op de hoogte gebracht. Er worden geen vervangers aangeduid.
Er wordt naar gestreefd om beslissingen van het Dagelijks Bestuur bij consensus te nemen, en bij afwezigheid van consensus met een tweederde meerderheid van de aanwezige en/of vertegenwoordigde leden voor zover minstens drie vierde van deze leden aanwezig en/of vertegenwoordigd is. Wanneer voor een bepaald agendapunt geen beslissing kan worden bereikt (ongeacht de reden), wordt dit agendapunt verschoven naar een volgende vergadering van het Dagelijks Bestuur. Wanneer ook op die vergadering geen beslissing tot stand komt, deelt de Promotor-Coördinator deze toestand voor advies mee aan de Stuurgroep die een bemiddelende rol kan spelen.
Het verslag van elke vergadering wordt verzorgd door de Promotor-Coördinator, die dit binnen de tien (10) werkdagen na de vergadering verstuurt aan alle leden van het Dagelijks Bestuur. Dit verslag zal worden geacht goedgekeurd te zijn door alle leden, tenzij schriftelijke opmerkingen binnen de acht (8) werkdagen na ontvangst aan de Promotor-Coördinator worden meegedeeld. Het verslag van de vergadering wordt ter ondertekening voorgelegd aan de aanwezige leden op de daaropvolgende vergadering.
3.3 Stuurgroep
Indien een promotor verontschuldigd is voor deelname aan de stuurgroep, wordt de promotor-coördinator op de hoogte gebracht. Er is geen vervanging of vertegenwoordiging door een andere persoon.
ARTIKEL 4 - VERTROUWELIJKE INFORMATIE
4.1 Enkel informatie, (i) waarbij bij het verkrijgen schriftelijk duidelijk wordt gemaakt dat het om vertrouwelijke informatie gaat, dan wel (ii) waarbij na mondelinge mededeling ervan binnen de dertig dagen na de mededeling bevestigd wordt dat het gaat om vertrouwelijke informatie, dan wel (iii) informatie, die kennelijk vertrouwelijk is, valt onder het toepassingsgebied van dit artikel. Ook de notulen van het Dagelijks Bestuur en in voorkomend geval het niet-publieke gedeelte van de website die voor het Steunpunt gecreëerd wordt, worden als vertrouwelijke informatie beschouwd (hierna “Vertrouwelijke Informatie”).
4.2 De Initiatoren zullen Vertrouwelijke Informatie volstrekt geheimhouden gedurende de looptijd van het Steunpunt en voor een periode van drie (3) jaar na het einde van het Steunpunt. De Initiatoren zullen de Vertrouwelijke Informatie enkel gebruiken voor het volbrengen van hun taken in het Steunpunt. De Instellingen waartoe de Initiatoren behoren zullen deze verplichting tot geheimhouding en beperkt gebruik tevens
opleggen aan hun personeelsleden evenals aan derden die betrokken zijn bij de activiteiten van het Steunpunt.
4.3 Deze verbintenis tot geheimhouding geldt echter niet voor de informatie:
waarvan de ontvangende Initiator kan aantonen dat zij al in haar bezit was op het ogenblik dat zij van de mededelende Initiator voor het eerst bekomen werd;
die, op het ogenblik dat zij van de mededelende Initiator bekomen werd, reeds algemeen bekend was;
die, nadat zij van de mededelende Initiator bekomen werd zonder fout van de ontvangende Initiator algemeen bekend is geworden;
die de ontvangende Initiator van een derde bekomen heeft, die de betreffende informatie te goeder trouw bezit en gerechtigd is deze aan de ontvangende Initiator mede te delen; of
waarvan de ontvangende Initiator kan aantonen dat zij door de ontvangende Initiator ontwikkeld werd, onafhankelijk van de kennis en het gebruik door de ontvangende Initiator van Vertrouwelijke Informatie van de mededelende Initiator
die ingevolge een bevel van een administratieve en/of rechterlijke instantie bekend moet worden gemaakt.
ARTIKEL 5 - PUBLICATIE
5.1 De Initiatoren en meerbepaald de bevoegde Promotoren en hun collega’s en medewerkers, zullen zich houden aan de bepalingen inzake publiciteit en publicaties opgenomen in de Beheersovereenkomst.
5.2 Tijdens de duur van het Steunpunt en gedurende een periode van één (1) jaar na tussentijdse beëindiging of afloop ervan gelden voor (i) publicaties waarvoor gebruik wordt gemaakt van informatie, gegevens, software, … die door een andere partij ter beschikking wordt gesteld en (ii) de publicatie van studierapporten die in opdracht van de Vlaamse Regering door het Steunpunt worden opgesteld, de hierna volgende bepalingen:
− Alle publicaties zullen minstens twee weken vóór de eigenlijke indiening bij de publicerende instantie, of zo dit niet mogelijk is, ten laatste samen met de indiening verspreid worden binnen het Steunpunt op de wijze bepaald door het Dagelijks Bestuur (vb. via de interne website of per email).
− De leden van het Dagelijks Bestuur of van de daartoe aangewezen commissie zullen binnen de dertig (30) dagen na ontvangst van de voorgestelde publicatie hun standpunt over de publicatie te kennen geven.
− Wanneer er geen opmerkingen zijn, kan de voorgestelde publicatie onveranderd worden gepubliceerd. Wanneer er opmerkingen zijn, zullen de betrokken Initiatoren in gezamenlijk overleg een oplossing uitwerken. Wanneer geen oplossing bereikt kan worden, wordt dit geagendeerd op de eerstvolgende vergadering van het Dagelijks Bestuur, dat eventueel een advies kan vragen aan de Stuurgroep.
5.3 Verdere praktische afspraken rond publicaties kunnen binnen het Dagelijks Bestuur worden gemaakt en zo nodig vastgelegd in een apart document. Het Dagelijks Bestuur kan in dat kader één of meerdere specifieke commissies oprichten, overeenkomstig
3.2.3 (ii). De Initiatoren zullen daarbij rekening houden met de noodzaak tot het
beschermen of geheimhouden van de Voorgrondkennis enerzijds, en met de academische vrijheid en publicatievrijheid anderzijds.
5.4 Na het verstrijken van de in artikel 5.2 bepaalde termijn zijn publicaties vrij, onverminderd de verplichtingen met betrekking tot (i) de geheimhouding van Vertrouwelijke Informatie zoals bepaald in Artikel 4 - hierboven; en (ii) informatie ontvangen van andere Promotoren/Initiatoren zoals bedoeld in het punt 5.2 (i) hierboven.
ARTIKEL 6 - FINANCIËLE BEPALINGEN
6.1 Overeenkomstig artikel 29 van de Beheersovereenkomst ontvangt de Penvoerder de financiële middelen en stort deze door aan de andere Initiatoren, en wel op de volgende rekeningnummers, telkens met vermelding in de mededeling van de officiële naam van het Steunpunt:
Universiteit Antwerpen - Onderzoeksgroep Management en Bestuur, op rekeningnummer: 000-0000000-00 op naam van Universiteit Antwerpen, Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxxx
Hogeschool Gent - Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde, op rekeningnummer: 000-0000000-00 op naam van Hogeschool Gent, X. Xxxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxx
Universiteit Gent - Centrum voor Lokale Politiek, Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen, op rekeningnummer: 000-0000000-00 op naam Universiteit Gent, Rectoraat, Xx. Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx
Universiteit Hasselt - SEIN, Instituut voor Gedragswetenschappen, op rekeningnummer: 000-0000000-00 van Universiteit Hasselt, Xxxxxxxxx, 0000 Xxxxxxxxxx
6.2 Voor wat betreft de eerste twee schijven vermeld in artikel 5 van het Steunpuntenbesluit, worden de doorstortingen als bedoeld in de vorige paragraaf met inachtname van de goedgekeurde begroting voor dat werkingsjaar uitgevoerd na de ontvangst van de middelen van het Gewest/de Gemeenschap en op vraag van de financiële dienst van de betreffende initiator. Voor wat betreft de laatste schijf (ontvangen na goedkeuring van het werkings- en activiteitenverslag van het vorige werkingsjaar) wordt de doorstorting uitgevoerd rekening houdend met eventuele budgetherschikkingen die onder andere kunnen voortvloeien uit de toewijzing in dat afgelopen werkingsjaar van kortetermijnopdrachten als bedoeld in artikel 36 van de Beheersovereenkomst, alsook uit beslissingen van het Dagelijks Bestuur overeenkomstig artikel 3.2.3 (iv).
6.3 De Financiële Dienst van elke Initiator maakt op jaarlijkse basis een afrekening van de besteding van de toegekende middelen, op basis van de in artikel 30 van de Beheersovereenkomst bedoelde verantwoordingsstukken en maakt deze afrekening over aan de Promotor-Coördinator. De financieel verantwoordelijke contactpersoon voor
- K.U.Leuven, is mevr. Xxxxxxx Xxxxxx, Financiële Project- en Contractopvolging, Xxxxxxxxxxxx 0 - xxx 0000, 0000 Xxxxxx, Xxxxxx, tel. 000 00 00 00, xxxxxxx.xxxxxx@xxx.xxxxxxxx.xx
- Universiteit Antwerpen, is Christ'l Frighem, Departement Financiën, Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx, tel. 00 000 00 00, xxxxxxxx.xxxxxxx@xx.xx.xx
- Hogeschool Gent, is Xxxxxxxx Xxxxxxxx, Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde, Xxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxx, tel.: 00 000 00 00, xxxxxxxx.xxxxxxxx@xxxxxx.xx
- Universiteit Gent, is Xxxxxx Xxxxxx, Centrum voor Lokale Politiek, Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen, tel. 00 000 00 00, xxxxxx.xxxxxx@xxxxx.xx
- Universiteit Hasselt, is Greet Boets, tel. 000 00 00 00, xxxxx.xxxxx@xxxxxxxx.xx
6.4 De Initiatoren komen overeen dat onder “eigen inkomsten” zoals bedoeld in artikel 32 van de Beheersovereenkomst enkel worden begrepen, die inkomsten die door één of meerdere Initiatoren (al dan niet gezamenlijk) worden verworven als vergoeding voor activiteiten die vanuit het Steunpunt, dat wil zeggen onder de naam van het Steunpunt (met gebruik van logo en dergelijke meer) worden georganiseerd.
6.5 Er worden geen beheerskosten aangerekend door de K.U.Leuven op de door te storten gelden aan de diverse initiatoren. Iedere initiator draagt de werkingsonkosten voortvloeiend uit zijn project(en).
6.6 In uitvoering van artikel 30 van de Beheersovereenkomst garanderen de Promotoren dat alle verantwoordingsstukken ter beschikking worden gehouden op de zetel van de respectievelijke Initiator van de Promotoren. Indien een financiële audit wordt uitgevoerd zal in eerste instantie contact opgenomen worden met het Steunpunt zelf, die de auditors kunnen doorverwijzen naar de betrokken instellingen.
6.7 Het Steunpunt kan een reserve opbouwen. Voor een optimaal financieel beheer, mag het totale bedrag van de opgebouwde reserve cumulatief volgende limieten niet overschrijden:
▪ na het 1ste werkingsjaar: 40% van de in het betrokken jaar toegekende werkingsenveloppe,
▪ na het 2de werkingsjaar: 20% van de in het betrokken jaar toegekende werkingsenveloppe,
▪ na het 3de werkingsjaar: 10% van de in het betrokken jaar toegekende werkingsenveloppe,
▪ na het 4de werkingsjaar: 5% van de in het betrokken jaar toegekende werkingsenveloppe,
▪ na het 5de werkingsjaar: 0% van de in het betrokken jaar toegekende werkingsenveloppe.
Deze percentages worden toegepast per initiator.
6.8 Alle problemen aangaande financiële aangelegenheden worden tijdig gecommuniceerd aan de promotor-coördinator.
ARTIKEL 7 - RESULTATEN EN INTELLECTUELE EIGENDOM
7.1 Artikel 43 en volgende van de Beheersovereenkomst voorzien in gedetailleerde bepalingen betreffende de Achtergrondkennis van en Voorgrondkennis gecreëerd door de Initiatoren.
7.2 In toepassing van artikel 43, derde streepje van de Beheersovereenkomst geven de Initiatoren elkaar hierbij voor de duurtijd van het Steunpunt een kosteloos en niet- overdraagbaar gebruiksrecht op hun Achtergrondkennis voor zover als nodig voor de uitvoering van de activiteiten van het Steunpunt en met inachtneming van eventuele contractuele en/of wettelijke verplichtingen met betrekking tot hun Achtergrondkennis. Voor zover dit gebruiksrecht na de duurtijd van het Steunpunt nog nodig is voor het hierna toegestaan verder gebruik van de Voorgrondkennis voor
onderzoeksdoeleinden, loopt dit gebruiksrecht ook na de duurtijd van het Steunpunt verder.
7.3 Initiatoren verlenen elkaar een kosteloos, niet-exclusief en niet-overdraagbaar gebruiksrecht op de Voorgrondkennis, voor activiteiten van intern onderzoek, onderwijs en wetenschappelijke dienstverlening in opdracht van de Vlaamse overheid en/of van een organisatie of instelling die van de Vlaamse overheid afhangt. Bij gebruik door één Initiator van Voorgrondkennis van een andere Initiator in het kader van activiteiten van onderzoek met derde partijen en/of wetenschappelijke dienstverlening, zullen voorafgaandelijk afspraken gemaakt worden met de Initiator die eigenaar is van die Voorgrondkennis (hetgeen eventueel aanleiding kan geven tot gezamenlijke publicaties).
7.4 Na de looptijd van het Steunpunt, en onverminderd de in artikel 7.5 opgenomen mogelijkheid om afwijkende afspraken te maken tussen mede-eigenaars, heeft elke Initiator die mede-eigenaar is van een bepaald deel van de Voorgrondkennis het recht daarop aan derden niet-exclusieve gebruiksrechten te verlenen voor alle doeleinden, mits een eventuele commerciële return voortvloeiend uit het verlenen van deze gebruiksrechten billijk verdeeld wordt overeenkomstig een onderlinge overeenkomst die voorheen tussen de mede-eigenaars werd gesloten.
7.5 In elk geval kunnen de mede-eigenaars van een bepaald onderdeel van de Voorgrondkennis in een onderlinge overeenkomst andersluidende afspraken maken dan deze vervat in punt 7.4, steeds met inachtname van het Steunpuntenbesluit, de Beheersovereenkomst en de overige bepalingen van deze Samenwerkingsovereenkomst.
7.6 Gelet op de aard van de activiteiten die door het Steunpunt zullen worden uitgevoerd, verwachten de Initiatoren niet dat octrooieerbare uitvindingen als Voorgrondkennis tot stand zullen worden gebracht in de uitvoering van de activiteiten van het Steunpunt. Mocht dit toch het geval zijn, zal overleg tussen de bevoegde Interfacediensten van de Initiatoren worden georganiseerd teneinde tot afspraken te komen met betrekking tot de eigendom en de exploitatie van die uitvindingen.
7.7 Met het oog op de gebruiksrechten verleend in de punten 7.2 en 7.3 hierboven, zullen de Initiatoren redelijke inspanningen leveren met het oog op een maximale technische uitwisselbaarheid van de gebruikte en ontwikkelde data. Het Steunpunt faciliteert datatransport, -gebruik, -beheer en -uitwisseling tussen de Initiatoren, onderaannemers en eventuele derden (na overleg Stuurgroep en akkoord functioneel bevoegde minister(s)).
7.8 De Initiatoren komen overeen om zowel tijdens als na het Steunpunt aan de Vlaamse Overheid (en de instellingen die daarvan afhangen) een gebruiksrecht te verlenen op de software en andere instrumenten, tools en databanken die binnen het Steunpunt worden ontwikkeld, alsook op de na het Steunpunt aangebrachte verbeteringen en updates.
7.9 Databanken die deel uitmaken van de Voorgrondkennis zijn zowel tijdens als na het beëindigen van de Beheersovereenkomst toegankelijk voor de Initiatoren die aan hun totstandkoming hebben meegewerkt. Deze Initiatoren zijn de producenten van de databank in de zin van de wet van 31 augustus 1998 houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken. De Initiatoren die niet aan de totstandkoming hebben meegewerkt verkrijgen er toegang toe onder de bepaling van paragraaf 7.3.
Derden kunnen toegang krijgen tot data bevat in een databank die deel uitmaakt van de Voorgrondkennis door bij het Steunpunt een aanvraag in te dienen. Ze verkrijgen evenwel geen toegang tot de databank zelf.
Na afloop van deze overeenkomst kunnen databanken die deel uitmaken van de Voorgrondkennis publiek toegankelijk worden gemaakt, mits daartoe een akkoord bestaat tussen de Initiatoren die aan hun totstandkoming hebben meegewerkt en deze databank op een professionele manier wordt gearchiveerd en ontsloten (met inachtneming van alle geldende regelgeving, o.a. privacywetgeving).
ARTIKEL 8 - AANSPRAKELIJKHEID
8.1 Indien de Gemeenschap/het Gewest in overeenstemming met de bepalingen van de Beheersovereenkomst de terugbetaling vordert van de betaalde sommen van één Initiator of van alle Initiatoren, zal de Initiator wiens fout aan de basis ligt van dergelijke vordering tot terugbetaling instaan voor deze terugbetaling (en indien andere Initiatoren terugbetalingen hebben moeten verrichtten dezen schadeloos stellen) met dien verstande dat de totale aansprakelijkheid van de in gebreke zijnde Initiator ten opzichte van alle andere Initiatoren gezamenlijk met betrekking tot enige en alle zulke vorderingen niet het aandeel van die Initiator in de financiering van het Steunpunt vermeerderd met interesten kan overschrijden.
8.2 Indien het niet mogelijk is één van de Initiatoren aansprakelijk te stellen voor dergelijke terugvordering, zullen de teruggevorderde sommen toegewezen worden aan alle Initiatoren pro rata van hun aandeel in de financiering van het Steunpunt.
8.3 Initiatoren die in het kader van de door deze overeenkomst aan hen toegekende rechten de Voorgrondkennis gebruiken die door andere Initiatoren in het kader van het Steunpunt tot stand gebracht werd, zullen de laatstgenoemde Initiatoren vrijwaren tegen alle aanspraken van derden wegens rechtstreekse of onrechtstreekse schade die, om welke reden dan ook, geleden werd door personen of veroorzaakt aan goederen ten gevolge van het gebruik van de Voorgrondkennis door die Initiatoren of door derden waaraan die Initiatoren toelating gaven tot het gebruik ervan.
8.4 Een Initiator kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade voortvloeiend uit de fouten (lichte noch zware) of de taken die door een andere Initiator in het kader van dit Steunpunt worden begaan respectievelijk uitgevoerd.
ARTIKEL 9 - ONDERZOEKSPROJECTEN
A-onderzoeksprojecten zijn vastgelegd in het meerjarenplan. Een stand van zaken en eventuele bijsturing wordt besproken op elk dagelijks bestuur.
B-onderzoeksprojecten worden voorgesteld door het dagelijks bestuur. Een logboek van de kortetermijnopdrachten wordt centraal bijgehouden.
Iedere promotor is verantwoordelijk voor het opstellen van een realistische planning en het bijsturen hiervan in functie van het correct, tijdig en bekwaam uitvoeren van het project. Eventuele problemen bij de voortgang van het project worden gesignaleerd op het eerstvolgende dagelijkse bestuur.
Iedere promotor is verantwoordelijk voor het tijdig opstellen van het jaarplan en werkingsverslag van de aan hem toevertrouwde projecten.
Elke promotor garandeert de realisatie van de 3 sets van criteria zoals vermeld in art. 26 van de beheersovereenkomst (effectmeting).
ARTIKEL 10 - PERSONEELSBELEID
Iedere promotor verbindt er zich toe voor de looptijd van de aan haar toegekend project(en) wetenschappelijk personeel ter beschikking te stellen overeenkomstig het toegekende VTE. Iedere promotor verbindt er zich toe het door hem aangestelde personeel op de hoogte te brengen van de strategische en operationele doelstellingen van hun onderzoeksomgeving en van het Steunpunt.
Iedere promotor staat in voor de selectie van haar personeel. Selectie en personeelswisselingen worden besproken op het dagelijks bestuur.
Bij gelijke beoordeling wordt er gestreefd naar een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen.
Ieder personeelslid verbindt er zich toe de opzoekingen, ontwikkelingen en resultaten verkregen in het kader van de uitvoering van zijn/haar opdracht, enkel en alleen voor de uitvoering van de hem/haar toevertrouwde opdracht te gebruiken. De promotor waar het personeelslid is tewerkgesteld ziet toe op de naleving hiervan.
Iedere promotor is verantwoordelijk voor een maximale relevante informatieoverdracht over de diverse personeelsleden binnen zijn entiteit. De promotor-coördinator is verantwoordelijk voor een maximale relevante informatieoverdracht tussen de diverse entiteiten.
Alle problemen aangaande personeelsaangelegenheden worden tijdig gecommuniceerd aan de promotor-coördinator.
ARTIKEL 11 - SAMENWERKING MET DERDEN
Het staat iedere promotor vrij bepaalde taken in onderaanneming uit te voeren. In het kader van eventuele schaalvoordelen worden de andere promotoren hiervan op de hoogte gebracht. Alle onderaannemingen worden besproken en goedgekeurd op het dagelijks bestuur.
ARTIKEL 12 - DUUR
12.1 Deze Samenwerkingsovereenkomst heeft dezelfde geldigheidsduur als de Beheersovereenkomst (zie artikel 2 van de Beheersovereenkomst).
12.2 De bepalingen van deze Samenwerkingsovereenkomst betreffende eigendom intellectuele eigendom, geheimhouding van Vertrouwelijke Informatie en publicaties blijven onverminderd van kracht na de beëindiging of afloop van deze Samenwerkingsovereenkomst, behoudens in gevalle hun verdere geldingsduur uitdrukkelijk wordt beperkt in de toepasselijke artikelen.
12.3 In het geval een Initiator zijn/haar verplichtingen onder deze Samenwerkingsovereenkomst of onder de Beheersovereenkomst niet naleeft, en deze tekortkoming niet wordt rechtgezet binnen de zestig (60) dagen na ontvangst van een schriftelijke ingebrekestelling door (een) andere Initiator(en), kunnen de(ze) andere
Initiatoren deze Samenwerkingsovereenkomst beëindigen ten opzichte van deze in gebreke blijvende partij. De overblijvende Initiatoren zullen in dat geval met het Gewest/de Gemeenschap overleggen of het Steunpunt kan voortgezet worden met de overblijvende Initiatoren.
12.4 Na het verstrijken van de geldigheidsduur vermeld in punt 12.1 zullen beslissingen die krachtens deze Samenwerkingsovereenkomst normaal door het Dagelijks Bestuur genomen worden, zoveel als mogelijk worden genomen bij wijze van ad hoc overleg van de leden van het Dagelijks Bestuur, waaraan minstens de betrokken Promotoren deelnemen.
ARTIKEL 13 - VARIA
13.1 In geval van tegenstrijdigheid tussen deze Samenwerkingsovereenkomst en de Beheersovereenkomst, zullen de bepalingen bevat in de Beheersovereenkomst voorrang hebben op deze bevat in deze Samenwerkingsovereenkomst.
13.2 Deze Samenwerkingsovereenkomst wordt beheerst door het Belgisch recht.
13.3 Initiatoren zullen elk onderling geschil dat voortvloeit uit de totstandkoming, de uitvoering, de beëindiging en/of de interpretatie van deze Samenwerkingsovereenkomst of de Beheersovereenkomst op minnelijke wijze trachten te regelen. Indien een minnelijke regeling onhaalbaar blijkt, zal
ieder geschil dat betrekking heeft op de bescherming en valorisatie van Voorgrondkennis in eerste instantie worden voorgelegd aan een ad hoc panel aangesteld door het Instellingsbestuur van de betrokken Initiatoren en slechts wanneer na minstens zes (6) maanden geen overeenstemming kan worden bereikt, zal dit geschil definitief worden beslecht volgens het Arbitragereglement van CEPINA, door één arbiter die conform dit reglement is benoemd. De zetel van de procedure is Brussel en de taal van de arbitrage is het Nederlands.
ieder geschil dat geen betrekking heeft op de bescherming en valorisatie van Voorgrondkennis in eerste instantie worden voorgelegd aan een ad hoc panel aangesteld door het Instellingsbestuur van de betrokken Initiatoren en slechts wanneer na minstens één (1) maand geen overeenstemming kan worden bereikt zal dit geschil door de meest gerede partij voorgelegd kunnen worden aan de bevoegde rechtbank van het arrondissement Leuven.
Opgemaakt in zesvoud te Leuven, op 1 maart 2007.
Elke Initiator erkent een origineel exemplaar te hebben ontvangen. Het zesde exemplaar is bestemd voor de Promotor-Coördinator ter overhandiging aan het Gewest/de Gemeenschap.
BIJLAGE I