Contract
Vakmanschapsroute Opleidingsgids en Programma voor Toetsing en Afsluiting Leerjaar 4, MBO cohort 2021-2023 Informatie voor leerlingen van de opleiding Sport en Recreatie Niveau 2, Leerweg BOL Crebonummer 25498 VO-cohort 2020-2021 Leerjaar 0 0000-0000 Leerjaar 4 MBO-cohort 2021-2023 2021-2022 Leerjaar 0 0000-0000 Leerjaar 5 |
|
Inhoud
2. DE VAKMANSCHAPSROUTE: EEN TOELICHTING 6
3.2 Verder studeren na je opleiding 7
4. DE STRUCTUUR XXX XX XXXXXXXXX 0
4.2 Kerntaken en werkprocessen 8
4.4 Generieke vakken: Nederlands, Engels en rekenen 9
Praktijkboek met opdrachten 10
5. HET ONDERWIJSPROGRAMMA VAN JE OPLEIDING 12
5.3 Meten van je studievoortgang 13
6.5 LOB (Loopbaanoriëntatie en –begeleiding) 16
6.6 Beroepsvak basis- en profieldeel Sport en Recreatie 17
6.7 Loopbaan en Burgerschap 17
7. HET EXAMENREGLEMENT VAN HET CALVIJN COLLEGE 2021-2022 1
7.3 Zak- en slaagregeling VMBO-Kader en Gemengde leerweg 1
7.4 Zak- en slaagregeling VMBO-VMR 2
7.5 Wat zijn de mogelijkheden als je geen diploma haalt? 3
7.7 Beoordeling, weging en afronding eindcijfers 3
7.8 Criteria voor herkansing van schoolexamens 4
7.9 Opgave herkansing centraal examen 5
7.10 Terugvaloptie bij een examen op een hoger niveau 5
7.11 Afwezigheid bij schoolexamens 5
7.12 Gang van zaken tijdens het schoolexamen en te laat komen 6
7.13 Niet of te laat inleveren van praktische- en handelingsopdrachten van het schoolexamen 6
7.14 Toegestane hulpmiddelen bij (school-)examens 7
7.15 Fraude bij het schoolexamen door een kandidaat 7
7.16 Fraude bij het schoolexamen door een docent of surveillant 8
7.17 Afronding van het schoolexamen 8
7.23 Niet voorziene situaties 10
8. ALGEMEEN ZAAM-EXAMENREGLEMENT 11
9. EXAMENREGLEMENT MBO VOOR VMR5 15
10. PROGRAMMA VOOR TOETSING EN AFSLUITING VMR 3 EN 4 FOUT! BLADWIJZER NIET
GEDEFINIEERD.
10.1 Nederlands Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
10.2 Engels (leerjaar 3 en 4) Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
10.3 Maatschappijleer 1 (alleen leerjaar 3) Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
10.4 Kunstvakken 1 (alleen leerjaar 3) Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
10.5 Lichamelijke Opvoeding (leerjaar 3 en 4) Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
10.6 LOB (leerjaar 3 en 4) Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
10.7 Loopbaan en Burgerschap (MBO in leerjaar 4 en 5) Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
10.8 PTA Rekenen 2020-2022 VMR, KB en GL Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
1. Welkom
Dit is de Opleidingsgids voor de Vakmanschapsroute-opleiding Sport en Recreatie van het Calvijn College en het ROC van Amsterdam. Deze Opleidingsgids heeft betrekking op de opleiding van leerlingen die 2021-2022 starten met leerjaar 4 en is bedoeld voor leerlingen, maar bevat ook nuttige informatie voor ouders, docenten en andere geïnteresseerden. We informeren je hiermee over je opleiding en over algemene zaken die te maken hebben met je studie.
Je vindt in deze Opleidingsgids:
• informatie over je opleiding zoals de vakken die je volgt, de data van de vier perioden, de lessentabellen, informatie over de stage enz.;
• het examenreglement van het Calvijn College waarin je rechten en plichten staan met betrekking tot de schoolexamens;
• het programma van toetsing en afsluiting heb je vorig jaar al ontvangen. In deze gids staan de VO-schoolexamens vermeld die samen met het centrale examens je eindcijfer bepalen op je VO-cijferlijst. Het PTA bevat dus ook de toetsen die al eerder afgelegd zijn in leerjaar 3.
In het vijfde jaar ontvang je een Onderwijs- en Examenregeling waarin de MBO-examens staan beschreven.
Actuele informatie zoals je rooster of de lokalen waar je les hebt, kan je vinden op de website van het Calvijn College: xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxx/xxxxxxxx-xxxxxxxx/xxxxxxxx.
Is iets niet duidelijk of wil je meer weten? Dan kun je natuurlijk altijd terecht bij je studieloopbaanbegeleider.
Wij wensen je veel succes en plezier met je opleiding! Xxxxxxx Xxxx Xxxxxx Xxx
Teammanager VMR Opleidingsmanager Sport en Recreatie,
Calvijn College ROC van Amsterdam, College Zuidoost
2. De Vakmanschapsroute: een toelichting
De Vakmanschapsroute is een bijzonder traject. Het betekent dat je tijdens je opleiding op het Calvijn College een route volgt die uiteindelijk leidt tot een mbo-2 diploma van het ROC van Amsterdam. De Vakmanschapsroute start in leerjaar 3 van het vmbo en duurt in principe drie jaar. Dat betekent dat je vanaf je start op het Calvijn College dus in totaal binnen vijf jaar je mbo-2 diploma haalt; dat is een jaar sneller dan wanneer je na een gewone vmbo-basis opleiding naar het ROC gaat.
In de Vakmanschapsroute word je in leerjaar 3 van je vmbo-opleiding voorbereid op het volgen van de mbo-opleiding. Vanaf leerjaar 4 ga je ook echt vakken volgen uit die mbo-opleiding. Het Calvijn College werkt hiervoor samen met het ROC van Amsterdam. Samen zorgen we ervoor dat je een goed programma volgt en dat je in drie jaar je mbo-diploma kan halen. Bij dit diploma krijg je ook een cijferlijst van de vmbo-vakken die je hebt behaald.
vmbo
1
vmbo
2
VMR
3
VMR
4
VMR
5
MBO 2
diploma
In principe krijg je al je onderwijs op het Calvijn College, maar het kan zijn dan je voor sommige onderdelen in leerjaar 5 een keer of verschillende keren naar een locatie van het ROC van Amsterdam gaat. Dit biedt je een mooie kans om de sfeer op die school te proeven en kan je helpen bij het maken van een goede keuze voor wat je na de Vakmanschapsroute gaat doen. Wij vinden het erg belangrijk om je te helpen bij het maken van die keuze: werken of verder studeren en een mbo-3 of mbo-4 diploma halen.
MBO 3
Werk
3. De beroepengroep
Jouw opleiding Sport & Recreatie is een beroepsopleiding. Aan het einde van je opleiding moet je het beroep waar je voor opgeleid wordt kunnen uitoefenen en je moet als goede burger kunnen functioneren in de Nederlandse samenleving. De onderwijsonderdelen die je in je opleiding krijgt, zijn hierop gericht.
3.1 Inhoud beroepengroep
Als je de opleiding Sport & Recreatie hebt afgerond kun je aan het werk als begeleider van sportieve en recreatieve activiteiten. Je bent gastvrij en je kunt gasten/deelnemers op een leuke manier enthousiast maken om mee te doen aan sport- en spelactiviteiten. Je kunt hierbij denken aan:
• Werken in een sporthal
• Xxxxxxxx of vrouw bij sportverenigingen
• Sportevenementen begeleiden
• Fitnesscentra
• Indoor en outdoor centra voor sport en spel
• recreatiebedrijven,
• zwembaden,
• (attractie)parken.
Tijdens de opleiding en je stage kom je in aanraking met verschillende doelgroepen zoals kleuters, basisschoolkinderen, leerlingen uit het voortgezet onderwijs en volwassenen. Je gaat over deze verschillende doelgroepen informatie krijgen en verzamelen. Voor de beroepspraktijkvorming (stage) betekent dit, dat je bij één of meerdere van deze doelgroepen stage gaat lopen.
Als begeleider Sport en Recreatie assisteer je bij diverse werkzaamheden binnen een instelling. De kerntaken (belangrijkste taken) liggen vooral op het gebied van conciërgetaken, sporthal beheerstaken en begeleiding van sport en spel activiteiten.
Voor toelating tot de VMR5 wordt een fitheidstest afgenomen. Op grond van deze test wordt vastgesteld of een extra trainingsprogramma moet worden uitgevoerd om uiteindelijk te voldoen aan de fitheidstest.
Na deze opleiding kun je bijvoorbeeld doorstromen naar deze vervolgopleiding op het ROC van Amsterdam: Sport en Bewegen (niveau 3).
3.2 Verder studeren na je opleiding
Na de opleiding die je nu volgt, kun je bijvoorbeeld doorstromen naar deze vervolgopleiding op het ROC van Amsterdam:
• Sport en Bewegen (niveau 3)
4. De structuur van de opleiding
4.1 Kwalificatiedossier
Wat je precies moet kunnen binnen je toekomstige beroep, is vastgelegd in het kwalificatiedossier Medewerker sport & recreatie. Daarin staan de werksituaties en taken van jouw beroep en soortgelijke beroepen. Het onderwijsprogramma wordt dus niet zomaar samengesteld. Het onderwijs zorgt ervoor dat je straks voldoet aan alle eisen die aan jou gesteld worden als je begint met werken.
Jouw opleiding bestaat in leerjaar 4 uit:
• Beroepsvak Sport & Recreatie
• Generieke vakken: Nederlands, Engels en rekenen
• Loopbaan en burgerschap
• Beroepspraktijkvorming (BPV)
• Lichamelijke Opvoeding
• Xxxxxx in de beroepscontext
• Start keuzedeel (onder voorbehoud: digitale vaardigheden)
Je kunt het kwalificatiedossier van jouw opleiding vinden op xxxx://xxxxxxxxxxxxx.x-xx.xx/.
4.2 Kerntaken en werkprocessen
In het kwalificatiedossier staan voor elk beroep verschillende kerntaken. Kerntaken zijn belangrijke werkzaamheden die centraal staan in dat beroep. Elke kerntaak bestaat uit werkprocessen. De kerntaken en werkprocessen zijn beschreven in het kwalificatiedossier. In onderstaande tabel zijn de kerntaken en werkprocessen voor jouw opleiding weergegeven.
Kerntaak | Werkproces |
Basisdeel | |
Voert dienstverlenende werkzaamheden uit | • Xxxxxxx werkzaamheden voor en stemt af • Maakt ruimtes gebruiksklaar • Xxxxxx op als aanspreekpunt • Voert eenvoudige administratieve werkzaamheden uit • Assisteert bij voorraadbeheer • Draagt bij aan een veilige situatie • Voert eenvoudige onderhouds- en herstelwerkzaamheden uit • Xxxxx werkzaamheden uit gericht op voeding • Evalueert de werkzaamheden |
Profieldeel | |
Assisteert bij activiteiten en evenementen | • Assisteert bij de uitvoering van activiteiten • Begeleidt gasten / deelnemers • Houdt toezicht |
4.3 Beroepsvak
Het beroepsvak Sport & Recreatie bestaat uit drie onderdelen:
1. Sport & Recreatie theorie: je doet hier de kennis op de nodig is voor jouw beroep. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld het menselijk lichaam, het opbouwen van een sportles en het organiseren van een activiteit
2. Sport & Recreatie praktijk: tijdens de praktijkuren ga je zelf aan de slag met verschillende sporten en spelvormen en oefen je met het organiseren en uitvoeren van activiteiten. De praktijkuren worden gecombineerd met het vak Lichamelijke Opvoeding.
3. Extern sporten: tenslotte ga je wekelijks een sport beoefenen op een locatie buiten het Calvijn College. Zo doe je ervaring op met verschillende sporten en leer je sportlocaties kennen.
4.4 Generieke vakken: Nederlands, Engels en rekenen
Nederlands, Xxxxxx en rekenen zijn belangrijke vakken die je nodig hebt om je opleiding goed te kunnen volgen. Maar ook in je latere beroep en om goed te kunnen functioneren in de samenleving is het nodig dat je deze vakken goed beheerst. Dat vindt de overheid ook en daarom heeft zij bepaald wat de algemene eisen voor Nederlands, Engels en rekenen zijn. Xxx je niet zo goed in taal of rekenen? Vraag bij je studieloopbaanbegeleider naar de mogelijkheden voor extra ondersteuning.
4.5 Loopbaan en Burgerschap
Bij Loopbaan en Burgerschap wordt aandacht besteed aan je capaciteiten en motivatie, aan het plannen van je loopbaan, het zoeken naar een stage of baan en aan netwerken. Tijdens de opleiding leer je hoe jij je hierin verder kunt ontwikkelen. Je leert bijvoorbeeld om na te denken over datgene wat je wilt bereiken in je opleiding of je beroep en hoe je dit kunt bereiken. Daarnaast is het belangrijk dat je leert hoe je actief deel uit kunt maken van de Nederlandse samenleving. Daarbij kun je onder andere denken aan het maken van politieke keuzes, je rechten en plichten als werknemer en je gedragen als kritische consument. Al deze vaardigheden leer je bij het vak Loopbaan en Burgerschap. Om je diploma te kunnen behalen, moet je voldoen aan de eisen voor Loopbaan en Burgerschap en alle opdrachten hebben afgerond.
4.6 Beroepspraktijkvorming
Om een beroep goed te leren moet je natuurlijk in de praktijk aan de slag. Een belangrijk deel van je opleiding loop je daarom stage bij een bedrijf of instelling. Het bedrijf of de instelling maakt met de school afspraken over wat je in de praktijk gaat leren en hoe je daarbij wordt begeleid. De school en het bedrijf of de instelling zorgen er samen voor, dat wat je op school en in de praktijk leert, op elkaar is afgestemd. Tijdens BPV doe jij enorm veel ervaring op en kunnen wij je prestaties in de praktijk boordelen. Xxx ondersteunen en begeleiden je tijdens BPV en bespreken regelmatig jouw ervaringen en voortgang. In leerjaar 4 loop je het hele jaar 1 dag in de week stage.
Stageovereenkomst
De wet wil dat voor elke stage een aantal afspraken wordt gemaakt. De afspraken worden vastgelegd in de Stageovereenkomst. In deze overeenkomst staat wat je gaat leren in de praktijk, hoe je begeleid en beoordeeld wordt en door wie en hoe lang de stage duurt. Xxxx deze overeenkomst altijd goed door en als je het eens bent met de inhoud, dan onderteken je de overeenkomst. De
school en het BPV-bedrijf of instelling moeten de Stageovereenkomst ook ondertekenen. Pas als iedereen een handtekening heeft gezet, kun je aan de BPV beginnen.
Praktijkboek met opdrachten
Tijdens je stage krijg je vanuit het beroepsvak praktijkopdrachten mee die je moet maken op de stage. De opdrachten staan beschreven in het Praktijkboek. Jouw praktijkopleider beoordeelt hoe je deze praktijkopdrachten hebt uitgevoerd. Alle opdrachten moeten voldoende zijn afgerond om je stage positief te kunnen afsluiten en je moet voldoen aan de minimale hoeveelheid BPV-uren (700 uur in leerjaar 4 en 5).
Verklaring Omtrent het Gedrag
Bij bepaalde bedrijven is het hebben van een VOG wettelijk verplicht indien men daar wil werken of stage wil lopen. Zonder VOG kun je niet toegelaten worden tot de BPV omdat bedrijven je dan niet mogen aannemen. Aan het begin van het schooljaar krijg je hierover schriftelijke informatie.
Volg jij een mbo-opleiding en ben je bang dat je geen VOG krijgt? Nergens voor nodig. Kijk op de website xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/?xxxxx om een inschatting te maken van jouw kansen op een VOG.
4.7 Lichamelijke opvoeding
Bij Lichamelijke Opvoeding word je beoordeeld op je sociale vaardigheden én je sportieve prestaties. Het is belangrijk dat je goed leert samenwerken en sportief gedrag vertoont. Elke periode doe je verschillende praktijkgerichte oefeningen. Om je diploma te kunnen behalen, moet je voldoen aan de eisen voor Lichamelijke Opvoeding en gemiddeld een voldoende hebben behaald voor de praktische oefeningen.
4.8 Keuzedelen
Keuzedelen zijn een verrijking van je opleiding. Hiermee kun je je vakmanschap verbreden of verdiepen of je voorbereiden op doorstroom naar een vervolgopleiding. Keuzedelen zijn een verplicht onderdeel van je mbo-opleiding en je volgt (eventueel in het 4e jaar) in het 5e leerjaar twee keuzedelen waarbij je de keuze hebt uit drie.
• Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 1 en 2);
• Digitale vaardigheden
• Engels A2/B1
In leerjaar 4 maak je de keuze uit de vier keuzedelen. Bovenstaand aanbod van keuzedelen kan nog gewijzigd worden in de loop van het vierde leerjaar omdat het aanbod jaarlijks wordt vastgesteld door de VMR-stuurgroep. In het 5e jaar rond je de keuzedelen af bij het Calvijn College of het ROCvA en maak je daar de verschillende examens op het ROC van Amsterdam.
Voor de keuzedelen geldt:
1. Je mag niet lager dan een 4 (vier) of een gelijkwaardig resultaat halen
2. Voor minimaal de helft van de keuzedelen is een ‘voldoende’ of een 6 (zes) of hoger gehaald
3. Het gemiddelde examenresultaat van de keuzedelen is tenminste een ‘voldoende’ of een 6
(zes)
4. Elk keuzedeelexamen telt 1 keer mee bij de berekening van het gemiddelde.
4.9 Voorbereiding op ICT3
MBO College Zuidoost biedt in het vijfde leerjaar een moduul ICT aan als voorbereiding op een eventuele doorstroom naar de ICT-opleiding op niveau 3. Je kunt ja daarvoor in het vierde jaar aanmelden. Met deze extra moduul, nemen je kansen toe op studiesucces bij deze MBO-3-opleiding.
5. Het onderwijsprogramma van je opleiding
5.1 Het programma
Elk studiejaar bestaat uit vier periodes. In het schooljaar 2021 – 2022 is de periode-indeling als volgt:
• Periode 1: 23 augustus – 5 november 2021 (week 34 t/m week 44)
• Periode 2: 8 november 2021 – 21 januari 2020 (week 45 t/m week 3)
• Periode 3: 24 januari 2022 – 8 april 2022 (week 4 t/m week 14)
• Periode 4: 11 april 2022 – 8 juli 2022 (week 15 t/m week 27) De zomervakantie start 18 juli 2022
In onderstaande tabel wordt per periode aangegeven welke vakken je volgt en hoeveel uur daarvoor is gepland. Let op: 1 lesuur is 30 minuten. Deze tabel wordt indien nodig aan het begin van iedere onderwijsperiode bijgesteld. Informatie hierover vind je op de website van het Calvijn College.
Vakken leerjaar 4 | Lesuren per onderwijsperiode | |||
1 | 2 | 3 | 4 | |
Nederlands | 8 | 8 | 8 | 8 |
Rekenen | 4 | 4 | 4 | 4 |
Engels | 6 | 6 | 6 | 6 |
Beroepsvak (zie onder) | 18 | 18 | 15 | 15 |
BPV | 16 | 16 | 16 | 16 |
Lichamelijke Opvoeding | 2 | 2 | 2 | 2 |
Loopbaan en Burgerschap | 4 | 4 | 4 | 4 |
Studieloopbaanbegeleiding | 4 | 4 | 4 | 4 |
Beroepsvak Dienstverlening Basis | 2 | 2 | 2 | 2 |
Beroepsvak S&R | 6 | 6 | 6 | 6 |
Beroepsvak Externe sport | 4 | 4 | 4 | 4 |
Beroepsvak Dienstverlening Voeding en Veiligheid | 3 | 3 | 3 | 3 |
Beroepsvak Dienstverlening Administratie | 3 | 3 | 0 | 0 |
5.2 Begeleiding
Als leerling ben je zelf verantwoordelijkheid voor je studievoortgang, maar natuurlijk helpt je
studieloopbaanbegeleider (SLB’er) je hierbij. Gedurende het jaar volgt de SLB’er jouw voortgang en kan je bij hem / haar terecht met vragen. Samen maak je aan het begin van het schooljaar een Persoonlijk OntwikkelPlan (POP), waarin je afspraken vastlegt over:
• je leerdoelen voor de beroepsvaardigheden
• wat je wilt bereiken in je persoonlijke ontwikkeling
• de planning van jouw (leer)activiteiten voor de komende periode
Aan het eind van iedere periode kijk je samen met je SLB’er in de POP-week terug en stel je eventueel nieuwe doelen op. Het gaat om de vragen: Wie ben ik? Wat wil ik? Wat kan ik?
5.3 Meten van je studievoortgang
Je ontvangt in iedere POP-week een overzicht van de voortgang van je studie. Je bespreekt deze in een gesprek met je SLB’er en ouders. Dat kan ook betekenen dat je van je vakdocent of SLB-er extra opdrachten krijgt waarmee je vaardigheden, competenties of vakkennis kunnen toenemen.
6. Het Examenprogramma
In de Vakmanschapsroute doe je een aantal examens op vmbo-niveau en doe je daarnaast het volledige mbo-examenprogramma. De examens vinden plaats in leerjaar 3, 4 en 5. In onderstaande tabel vatten we dit samen. Wat op het vmbo een schoolexamen heet, heet in het mbo een instellingsexamen. Centrale Examens zijn landelijke examens die iedere leerling in Nederland maakt.
Examen | Vmbo of mbo | Wanneer | Hoe |
Nederlands | vmbo | Leerjaar 3 en 4 Leerjaar 4 | Schoolexamens Centraal Examen |
Engels | vmbo | Leerjaar 3 en 4 Leerjaar 4 | Schoolexamens Centraal Examen |
Rekenen | vmbo | Leerjaar 3 en 4 | Schoolexamen(3 kansen) |
Maatschappijleer | vmbo | Leerjaar 3 | Schoolexamens |
KV1 | vmbo | Leerjaar 3 | Handelingsdelen |
Lichamelijke Opvoeding | vmbo | Leerjaar 3 en 4 | Schoolexamens |
LOB | vmbo | Leerjaar 1 t/m 4 | Handelingsdelen |
BPV (stage) | mbo | Leerjaar 4 en 5 | Erkende plek en urennorm en stageverslag |
Nederlands | mbo | Leerjaar 5 | Centraal Examen en instellingsexamens |
Rekenen | mbo | Leerjaar 5 | Centraal Examen |
Beroepsvak | mbo | Leerjaar 5 | Instellingsexamen(s) |
Loopbaan en Burgerschap | mbo | Leerjaar 4 en 5 | Instellingsexamens |
Keuzedelen 1 en 2 | mbo | Leerjaar 5 | Instellingsexamens |
De examens in bovenstaande tabel zijn summatief. Dat betekent dat ze meetellen voor het behalen van je diploma en dat ze het eindcijfer bepalen dat op je diploma (mbo) of cijferlijst (vmbo) komt. Er zijn twee soorten summatieve cijfers:
1. School-/instellingsexamens: In de bovenbouw van het vmbo bouw je als leerling voor ieder vak geleidelijk een eindcijfer op. Iedere toets of examen dat door het Calvijn College zélf wordt opgesteld en dat meetelt in dit eindcijfer, heet een schoolexamencijfer. In het mbo wordt niet gesproken van schoolexamens maar van instellingsexamens.
2. Centrale examens: Voor sommige vakken zijn landelijke examens ontwikkeld, dit zijn de zogenaamde centrale examens. Dit geldt zowel in het vmbo als in het mbo.
De schoolexamencijfers bepalen het eindcijfer op je cijferlijst VMBO. Bij Nederlands en Engels wordt het schoolexamencijfer gemiddeld met het cijfer voor het centraal schriftelijk examen.
De MBO-instellingsexamens en de centrale examens MBO bepalen of je het MBO-diploma haalt.
Voor rekenen wordt in het vierde leerjaar een VO-schoolexamen op niveau 2F afgenomen waarvoor je een schoolcertificaat kunt krijgen bij een voldoende resultaat. Dit certificaat kun je gebruiken bij doorstroom naar het MBO. Je kunt het schoolexamen in leerjaar 4 maximaal drie keer maken om tot een voldoende te komen.
In het Programma voor Toetsing en Afsluiting vind je een overzicht van de verplichte vmbo-examens voor Nederlands, Rekenen, Engels, Maatschappijleer, Lichamelijke Opvoeding en CKV.
In het vijfde jaar ontvang je een Onderwijs- en Examenregeling waarin een overzicht staat van de MBO-examens.
Naast deze summatieve examens maak je tijdens het schooljaar voor ieder vak ook formatieve toetsen (A-toetsen). De beoordeling van deze toetsen tellen niet mee in het schoolexamencijfer maar zijn bedoeld om te kijken hoe je ervoor staat en om je goed voor te bereiden op de examens. Als je de toetsen voor een vak (gemiddeld) voldoende hebt gemaakt, heb je de kennis en vaardigheden die nodig zijn om het examen te kunnen halen. In de bijlage zijn de A-toetsen niet opgenomen. Deze A- toetsen staan vermeld in de studiewijzers. Deze ontvang je van de vakdocent. In de studiewijzers staan de onderwerpen en opdrachten per week plus de A-toetsen die per periode worden afgenomen.
6.1 Nederlands
NEDERLANDS (vmbo) | |
Naam examen | Luisteren, schrijven en lezen 2F |
Examenvorm | Centraal Examen - digitaal |
Periode van afname | Xxxxxxxx 4 – Periode 4 |
Naam examen | Diverse examens Nederlands |
Examenvorm | Schoolexamens - schriftelijk of mondeling |
Periode van afname | Xxxxxxxx 4 – Periode 1 t/m 4 |
Eindwaardering | Het cijfer voor het Centraal Examen is het gemiddelde van de cijfers voor luisteren, schrijven en lezen. In leerjaar 3 en 4 zijn er iedere periode verschillende schoolexamens. Op basis hiervan wordt in leerjaar 3 en 4 een gemiddelde berekend voor de schoolexamens. Het eindcijfer voor Nederlands is het gemiddelde van het cijfer voor het Centraal Examen en de (gemiddelde) cijfers voor de schoolexamens in leerjaar 3 en 4. |
6.2 Rekenen
REKENEN (vmbo) | |
Naam examen | Xxxxxxx 0X |
Xxxxxxxxxx | Schoolexamen - digitaal |
Periode van afname | Xxxxxxxx 4 - Periode 3 en 4 |
Eindwaardering | Het eindcijfer is een heel cijfer. Het cijfer telt niet mee voor het diploma, maar levert een Calvijn-getuigschrift op dat aangeeft dat je rekenniveau 2F is. De rekentoets mag in totaal drie maal worden gedaan; het hoogste resultaat telt. Leerlingen die niveau 2F halen, mogen |
een poging doen voor het rekenexamen op het (hogere) niveau 3F. Ook dit levert een getuigschrift op. |
6.3 Engels
ENGELS (vmbo) | |
Naam examen | Luisteren, schrijven en lezen A2 |
Examenvorm | Centraal Examen - digitaal |
Periode van afname | Xxxxxxxx 4 – Periode 4 |
Naam examen | Diverse examens Engels |
Examenvorm | Schoolexamens - schriftelijk of mondeling |
Periode van afname | Xxxxxxxx 4 – Periode 1 t/m 4 |
Eindwaardering | Het cijfer voor het Centraal Examen is het gemiddelde van de cijfers voor luisteren, schrijven en lezen. In leerjaar 3 en 4 zijn er iedere periode verschillende schoolexamens. Op basis hiervan wordt in leerjaar 3 en 4 een gemiddelde berekend voor de schoolexamens. Het eindcijfer voor Engels is het gemiddelde van het cijfer voor het Centraal Examen en de (gemiddelde) cijfers voor de schoolexamens in leerjaar 3 en 4. |
6.4 Lichamelijke Opvoeding
LICHAMELIJKE OPVOEDING (vmbo) | |
Naam examen | Diverse praktische oefeningen |
Examenvorm | Schoolexamens - praktijkoefening |
Periode van afname | Xxxxxxxx 4 - Periode 1 t/m 4 |
Eindwaardering | In leerjaar 3 en 4 zijn er iedere periode verschillende praktijkoefeningen. Het eindcijfer voor Lichamelijke Opvoeding wordt bepaald door het gemiddelde van leerjaar 3 en 4 samen. Het eindcijfer moet een voldoende zijn om te voldoen aan de eisen voor Lichamelijke Opvoeding. |
6.5 LOB (Loopbaanoriëntatie en –begeleiding)
LOB (vmbo) | |
Naam examen | Handelingsdeel |
Examenvorm | LOB-dossier waarin LOB-boekje, AMN, Coachingsproject en POP-gesprekken |
Periode van afname | Xxxxxxxx 3 en 4 – Periode 1 t/m 4 |
Naam examen | Handelingsdeel |
Examenvorm | Schriftelijk (verslag) en mondeling (presentatie) |
Periode van afname | Xxxxxxxx 3 en 4, periode 1 t/m 4 |
Eindwaardering | Aan beide handelingsdelen moet zijn voldaan en met een voldoende zijn afgesloten. Om het diploma van de opleiding te behalen moet je voldoen aan de eisen voor de BPV. In leerjaar 4 moet je het hele jaar 1 dag in de week stage lopen en de praktijkopdrachten moeten met een voldoende zijn beoordeeld. Hierbij wordt het oordeel van het stagebedrijf betrokken. |
6.6 Beroepsvak basis- en profieldeel Sport en Recreatie
BEROEPSVAK SPORT en RECREATIE (mbo) | |
Examenonderdeel | Kerntaak 1 (B1-K1: Voert dienstverlenende werkzaamheden uit) |
Examenvorm | Instellingsexamen – Proeve van Bekwaamheid In een simulatie omgeving op school en/of in de praktijk. |
Periode van afname | Xxxxxxxx 5 – Periode 4 |
Examenonderdeel | Kerntaak 2 (P3-K1: Assisteert bij activiteiten en evenementen) |
Examenvorm | Instellingsexamen – Proeve van Bekwaamheid In een simulatie omgeving op school en/of (bij voorkeur) in de praktijk. |
Periode van afname | Xxxxxxxx 5 – Periode 4 |
Eindwaardering | Basisdeel: Alle werkprocessen moeten minimaal met een voldoende zijn beoordeeld. In de examenopdracht(en) is beschreven hoe ieder werkproces wordt beoordeeld, en hoe de eindbeoordeling van de kerntaak tot stand komt. Profieldeel: De student heeft de PvB (examen) behaald als hij het voorbereidingsverslag en de drie werkprocessen met minimaal een voldoende heeft afgesloten. In de examenopdracht(en) is beschreven hoe ieder werkproces wordt beoordeeld, en hoe de eindbeoordeling van de kerntaak tot stand komt. |
6.7 Loopbaan en Burgerschap
LOOPBAAN & BURGERSCHAP (mbo) | |
Naam examen | Routegesprek 1 |
Examenvorm | Instellingsexamen - mondeling |
Periode van afname | Xxxxxxxx 4 - Periode 4 |
Eindwaardering | Om het diploma te kunnen halen moet je voldoen aan de inspanningseisen die de opleiding geformuleerd heeft. Zowel in leerjaar 4 als 5 wordt het vak Loopbaan & Burgerschap afgesloten met een routegesprek. Het routegesprek wordt beoordeeld met een onvoldoende (niet voldaan), voldoende of goed (voldaan). Je moet zowel in leerjaar 4 als 5 minimaal een voldoende behalen om te voldoen aan de eisen voor Loopbaan en Burgerschap. |
7. Het examenreglement van het Calvijn College 2021-2022
In de volgende paragrafen vind je een aantal schoolspecifieke examenreglementen. Het volledige examenreglement van ZAAM kun je vinden op de website van ZAAM: xxx.xxxx.xx/xxxx- zaam/beleid-en-reglementen/
7.1 De examensecretaris
De examensecretaris, xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx, is aangewezen door de directeur van de school en zorgt voor een correcte en zorgvuldige uitvoering van de (schoolexamen)procedures. Daarnaast is de examensecretaris doorgaans de contactpersoon voor intern en extern betrokkenen bij het schoolexamen en het centraal examen.
De examensecretaris is belast met de voorbereiding en organisatie van de inrichting en uitvoering van het schoolexamen, het Digitaal Centraal Examen en het Centraal Schriftelijk en Praktisch Examen (CSPE).
De examensecretaris geeft leiding aan het examenbureau en wordt ondersteund door de key-user Magister.
7.2 De examencommissie
De examencommissie heeft de volgende taken en bevoegdheden:
• Het borgen van de kwaliteit van de schoolexaminering (proces en inhoud).
• Het vaststellen van het toets- en examenbeleid van de school zoals het vaststellen van richtlijnen om schoolexamens te beoordelen en vast te stellen.
• Het behandelen van verzoeken van kandidaten voor bijzondere maatregelen bij een schoolexamen wegens persoonlijke omstandigheden van de kandidaat.
• Het behandelen van klachten van kandidaten voor vrijstelling of ontheffing.
• Het behandelen van klachten van kandidaten over een primair besluit van de examinator, waaronder de inhoud of de beoordeling van een schoolexamen.
• Behandelen van klachten van kandidaten over de omstandigheden waaronder een schoolexamen is afgelegd.
• Het adviseren van de directeur m.b.t. besluiten ten aanzien van onregelmatigheden, en het horen van leerlingen als onderdeel hiervan.
• Het notuleren van de examencommissievergaderingen en informeren van de directeur over deze notulen.
De samenstelling en benoeming van de examencommissie wordt bepaald door de directeur. De commissie bestaat in 2021-2022 uit de volgende leden:
• De teammanager bovenbouw Kaderberoepsgerichte leerweg en Gemengd theoretische leerweg: xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxx-Xxxxx.
• De teammanager VMR, xxxxxxx Xxxxxxx Xxxx.
• De examensecretaris, xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx.
7.3 Zak- en slaagregeling VMBO-Kader en Gemengde leerweg
1. De kandidaat die het eindexamen vmbo heeft afgelegd, is geslaagd als:
a. Het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is; en
b. het eindcijfer voor het vak Nederlandse taal minimaal een 5 is; en
c. hij voldoet aan een van de volgende criteria:
• hij voor één van zijn vakken als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en voor de overige vakken eindcijfer 6 of meer; of,
• hij voor één van zijn vakken als eindcijfer 4 heeft behaald en voor de overige vakken als eindcijfer 6 of meer waarvan ten minste één 7 of meer; of,
• hij voor twee van zijn vakken als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken als eindcijfer 6 of meer waarvan ten minste één 7 of meer heeft behaald; en
• hij voor geen van de onderdelen, genoemd in het derde of vierde lid, lager dan het eindcijfer 4 heeft behaald;
d. hij voor de vakken lichamelijke opvoeding én het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel de
kwalificatie ‘voldoende’ of ‘goed’ heeft behaald en;
e. als het een eindexamen gemengde of theoretische leerweg betreft: hij voor het
profielwerkstuk de kwalificatie ‘voldoende’ of ‘goed’ heeft behaald.
f. in de gemengde leerweg wordt het cijfer dat je haalt voor het beroepsgerichte profielvak – CSPE gemiddeld met tot één cijfer dat als één cijfer meetelt in de uitslagbepaling. Het cijfer voor het profielvak telt net zo vaak mee als het aantal keuzevakken dat je hebt.
2. Het beroepsgericht programma in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg bestaat uit het profielvak en vier beroepsgerichte keuzevakken. Het eindcijfer voor het profielvak en het combinatiecijfer voor de vier beroepsgerichte keuzevakken worden apart vermeld op de cijferlijst en tellen elk één keer mee voor de toepassing van het eerste lid onder d. Het cijfer voor een keuzevak mag niet lager zijn dan 3,5.
Om te kunnen slagen voor het beroepsgerichte vak moet een leerling dus examen hebben gedaan in:
• Beroepsgerichte profieldelen, dit wordt afgesloten in het CSPE: voor kaderberoepsgerichte leerweg geldt dit voor alle 4 profieldelen.
• In de kader-beroepsgerichte leerweg volgen leerlingen vier beroepsgerichte keuzevakken. Beroepsgerichte keuzevakken worden afgesloten in schoolexamens. Voor elk keuzevak wordt een cijfer op de eindlijst van de leerling vermeld. Een school geeft in zijn PTA aan hoe de schoolexamens georganiseerd zijn en hoe de cijfers van de keuzevakken tot stand komen.
Bij de Kaderberoepsgerichte leerweg telt het Schoolexamen (SE) voor de helft mee bij de bepaling van het cijfer. Schematisch ziet het er als volgt uit:
SE CE
50% 50%
7.4 Zak- en slaagregeling VMBO-VMR
Je bent geslaagd voor je mbo-opleiding als voldaan is aan onderstaande eisen.
Voor de vmbo-vakken:
1. Je hebt de verplichte vmbo-examens voor Nederlands, Engels, Maatschappijleer, Lichamelijke Opvoeding en CKV behaald en/of hier een voldoende of goed voor behaald.
2. Het gemiddelde voor de vakken Nederlands en Engels moet voldoende zijn (>5,5).
Voor de mbo-vakken:
3. Elke kerntaak uit het kwalificatiedossier is tijdens de Proeve van Bekwaamheid met een voldoende of goed beoordeeld.
4. Het eindcijfer voor generiek Nederlands is niet lager dan een 5.
5. Er is deelgenomen aan het Centraal Examen rekenen.
6. Er is voldaan aan de inspanningsverplichting voor Loopbaan & Burgerschap.
7. Er is voldaan aan de eisen ten aanzien van de BPV.
8. Voor de keuzedelen geldt:
a. Je mag niet lager dan een 4 (vier) of een gelijkwaardig resultaat halen
b. Voor minimaal de helft van de keuzedelen is een ‘voldoende’ of een 6 (zes) of hoger
gehaald
c. Het gemiddelde examenresultaat van de keuzedelen is tenminste een ‘voldoende’ of
een 6 (zes)
d. Elk keuzedeelexamen telt 1 keer mee bij de berekening van het gemiddelde.
De behaalde resultaten van rekenen en de keuzedelen worden vermeld op je mbo-cijferlijst. Je ontvangt daarnaast een cijferlijst van je vmbo-vakken.
7.5 Wat zijn de mogelijkheden als je geen diploma haalt?
Als een leerling wordt teruggetrokken voor het examen of zakt, zijn er in het algemeen zijn de volgende mogelijkheden:
• Doubleren (bij het Calvijn College of een andere school)
• Afstromen naar een lager niveau:
o VMR4 en VMR5 naar een MBO-entree-opleiding
o Kader 4 naar VMR4 of VMR5
• Overstap naar een MBO-opleiding: entree of MBO-niveau 2
Het definitieve besluit wordt genomen door de teammanager (en in overleg met de SLB-er, leerlingen, ouders en eventueel SLC). Bij overstap naar een andere school ligt het besluit tot inschrijving bij die andere school. Het Calvijn College begeleidt dit proces.
7.6 Het schoolexamen
Het schoolexamen bevat:
• Schriftelijke, mondelinge en/of handelingsdelen
• De meeste schoolexamens worden schriftelijk getoetst. Het schoolexamen gaat meestal over een afgebakend deel en is beschreven in het PTA.
• Een praktische opdracht is een toetsvorm waarbij vaardigheden worden getoetst in combinatie met leerstof. Voorbeelden van een praktische opdracht zijn: een interview, het opstellen (en afnemen) van een enquête, een practicumopdracht, het maken van een werkstuk of het houden van een presentatie. Deze worden beoordeeld met een cijfer.
• Handelingsopdrachten kunnen bij alle vakken worden gegeven. Voorbeelden zijn het maken van een kunst-, lees-, of schrijfdossier, de oriëntatie op een vervolgopleiding of een bezoek aan een bedrijf, instelling of museum. Handelingsopdrachten moeten tenminste voldoende zijn.
7.7 Beoordeling, weging en afronding eindcijfers
Alle docenten die in een bepaald vak in de examenjaren lesgeven (de examinatoren), stellen voor hun vak gezamenlijk de wijze van beoordelen vast. Een praktische opdracht, die vakoverstijgend kan zijn, bv het sectorwerkstuk, wordt beoordeeld door de docenten die de totstandkoming hebben begeleid. Zij letten bij de beoordeling op het proces van de totstandkoming, de inzet, de eventuele samenwerking, het product zelf en de presentatie. De manier van beoordelen wordt vooraf aan de leerlingen bekend gemaakt.
Voor de meeste onderdelen van het schoolexamen wordt een beoordeling gegeven met de cijfers van 1 t/m 10, afgerond op één decimaal. Per vak staat in het PTA de weging per toets aangegeven.
Handelingsopdrachten zijn voldaan als de beoordeling tenminste voldoende is. Voor vakken die geheel uit een handelingsopdracht bestaan, zoals lichamelijke opvoeding en KV1, drukken wij de beoordeling uit in “onvoldoende”, “voldoende”, of “goed”. Deze vakken moeten tenminste met “voldoende” zijn beoordeeld.
Het eindschoolexamencijfer komt tot stand door alle schoolexamencijfers (SE-toetsen) op te tellen en te delen door het aantal. Voor het vaststellen van het gemiddelde eindcijfer voor het schoolexamencijfer wordt niet afgekapt maar afgerond tot één decimaal. Het eindcijfer wordt bijvoorbeeld 5,5 als het gemiddelde 5,45 was. Een 5,44 wordt 5,4.
Het uiteindelijke eindcijfer wordt bepaald door het gemiddelde van het schoolexamencijfer en het centraal schriftelijk eindexamen. Het uiteindelijke cijfer wordt vastgesteld met één decimaal.
Daarvoor wordt het cijfer afgekapt zoals in het reglement staat beschreven. Het eindcijfer wordt bijvoorbeeld 5,4 als het gemiddelde 5,45 was.
7.8 Criteria voor herkansing van schoolexamens:
• Na elke onderwijsperiode mag de kandidaat één vak herkansen
• Aan het einde van het leerjaar mag één extra schoolexamen herkanst worden.
• Schoolexamens worden in principe in het geheel herkanst. De examencommissie kan toestemming geven om ook onderdelen te herkansen. Bij toestemming wordt dit vermeld in het PTA bij het betreffende schoolexamen.
• Herkansingen lijken qua moeilijkheid en tijdsduur op de oorspronkelijke examens.
• Je bent niet verplicht om deel te nemen aan herkansingen; het is niet mogelijk herkansingen op te sparen.
• Voordat een herkansing start, heb je voldoende tijd gekregen om de leerstof nog een keer te oefenen. De minimale tijd tussen het besluit tot herkansing en de herkansing is twee dagen. In bijzondere situaties wordt verwezen naar het Examenreglement. Het volgen van steunlessen (indien aangeboden) is verplicht om de deel te nemen aan een herkansing.
• Als je zonder geldige reden te laat of afwezig bent bij een herkansing, wordt verondersteld dat je geen gebruik wilt maken van de herkansing. Wil je dat wel, dan dien je een schriftelijk verzoek in bij de examencommissie van de school.
• Bij herkansing telt het hoogste cijfer.
• De examencommissie stelt de herkansingsdata vast.
• Voor het vak maatschappijleer worden alleen schoolexamens afgenomen en dus geen Centraal Schriftelijk Examen. Het eindcijfer telt wel volwaardig mee in de slaag/zakregeling. Als na afronding van het vak blijkt dat het gemiddelde cijfer voor dit vak lager is dan 6 (afgerond), dan wordt de leerling een herkansing aangeboden over alle eindtermen. Het cijfer dat de leerling haalt voor de herkansing, vervangt het eindcijfer van maatschappijleer.
De leerling/kandidaat maakt schriftelijk kenbaar via een standaard formulier voor welk vak hij/zij een herkansing wil maken. Op het formulier wordt het vak vermeld, de titel van het (school)examen en bij een schoolexamen het betreffende schoolexamennummer (SE-nummer) en de bijbehorende Magistercode. Het formulier wordt ingeleverd bij de SLB-er uiterlijk 8 werkdagen na de schoolexamenweek.
Voor de mbo-examens en -toetsen geldt dat een leerling automatisch recht heeft op een herkansing, indien het cijfer van het examen/de toets lager is dan een 5,5. Voor een extra herkansing moet toestemming worden gevraagd bij de examencommissie.
Meerdere toetsen geoorloofd gemist in een examenweek
Indien een leerling een of meerdere schoolexamens geoorloofd mist, heeft hij/zij het recht om deze schoolexamens in te halen zonder dat dit ten koste gaat van het herkansingsrecht. De inhaaltoetsen worden tegelijk met de herkansingen gepland.
Dat betekent dat de herkansingsopgave plaatsvindt na deze centrale inhaalmomenten. Echter, herkansen kan wel plaatsvinden op het eerste herkansings-/inhaalmoment als de leerling al zeker weet welk schoolexamen hij/zij wil herkansen. Die situatie doet zich voor als slechts een enkele toets geoorloofd is gemist en het duidelijk is dat hij/zij één van de schoolexamens wil herkansen die de leerling wel heeft gemaakt.
Indien blijkt dat na het inhalen van de gemiste toets, de leerling deze inhaaltoets toch wil herkansen, dan kan dat alleen aan het einde van het jaar. Er mag niet gespaard worden: geen herkansing in periode 1 betekent dus niet dat zij er twee mogen herkansen in periode 2.
Voor de mbo-examens en -toetsen geldt dat een leerling automatisch recht heeft op een herkansing, indien het cijfer van het examen/de toets lager is dan een 5,5. Voor een extra herkansing moet toestemming worden gevraagd bij de examencommissie.
7.9 Opgave herkansing centraal examen
• Na de vaststellingsvergadering van de eindcijfers (eerste tijdvak) worden de kandidaten telefonisch op de hoogte gesteld van de uitslag.
• De kandidaten komen hun cijferlijst op school ophalen en geven eventueel de herkansing op. te geven. Kandidaten die moeten herkansen om te kunnen slagen, bespreken met de mentor de mogelijkheden en zij krijgen advies in welk(e) vak(ken) de kandidaat het beste zou kunnen herkansen.
• Het herkansingsformulier wordt binnen twee dagen na bekendmaking van de uitslag door de kandidaat ingevuld en ondertekend en aan de mentor afgegeven.
7.10 Terugvaloptie bij een examen op een hoger niveau
Heb je in een vak examen gedaan op hoger niveau en valt het cijfer tegen? Je mag dan op een later moment (bijvoorbeeld in het tweede tijdvak) alsnog het centraal examen op het eigen niveau afleggen. Dit is geen herkansing, dus je recht op een herkansing verlies je hiermee niet. Je laatst behaalde xxxxxx telt. Als je terugvalt naar het eigen niveau, vervalt het cijfer op hoger niveau, ook al is dat een hoger cijfer.
7.11 Afwezigheid bij schoolexamens
Als je bij een schoolexamen afwezig bent geweest, heb je soms het recht om in te halen. Je moet dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen:
• De reden voor je afwezigheid moet legitiem (geldig) zijn; hierover beslist de examencommissie.
• De reden van afwezigheid moet altijd vooraf bekend zijn; als je ziek bent, moeten je ouders tussen 8.00 en 8.30 uur naar school bellen.
• Achteraf moet je afwezigheid schriftelijk bevestigd worden met een briefje dat ondertekend is door je ouder(s)/verzorger(s).
• Als niet aan beide voorwaarden is voldaan, wordt het cijfer 1,0 toegekend. De directeur zal dit schriftelijk bevestigen aan leerling, ouders en inspectie van het onderwijs. Bezwaar tegen bovenstaande regels kunnen bij de examencommissie worden ingediend binnen 3 schooldagen na ontvangst van de beslissing.
• Een “in te leveren opdracht” moet je persoonlijk inleveren bij de betreffende docent. Als je niet op de inleverdatum aanwezig kunt zijn, moet de “in te leveren opdracht” op de eerstvolgende schooldag aan de betreffende docent persoonlijk overhandigd worden.
• Leerlingen die niet voldaan hebben aan de 100% aanwezigheidsplicht bij Lichamelijke Opvoeding en KV1 (handelingsopdracht), kunnen verplicht gesteld worden de gemiste tijd in te halen. Als je zonder geldige reden afwezig bent, (dit is ter beoordeling van de examencommissie) krijg je het cijfer 1,0 voor het gemiste schoolexamen. Dit besluit wordt door de directeur schriftelijk bevestigd. Bezwaar tegen bovenstaande regels kunnen bij de examencommissie worden ingediend binnen 3 schooldagen na ontvangst van de beslissing.
7.12 Gang van zaken tijdens het schoolexamen en te laat komen
• Van kandidaten wordt verwacht dat zij op tijd aanwezig zijn bij het schoolexamen, zoals in het rooster is opgenomen.
• Jassen en tassen worden opgehangen aan de kapstok in het lokaal. Mobiele telefoons moeten uit staan en worden opgeborgen in de jas of tas of afgegeven aan de surveillant.
• Als je te laat komt tijdens het examen word je tot dertig minuten na begin van de toets alsnog toegelaten. Xxx je meer dan dertig minuten te laat, word je absent gemeld. Je kunt dan eventueel gebruik maken van de herkansing. Leerlingen die te laat zijn, hebben geen recht op extra tijd. Er wordt niet afgeweken van de vastgestelde eindtijd.
• Bij mondelinge toetsen, presentaties, praktische toetsen en kijk- en luistertoetsen, mag je niet te laat komen. Kom je te laat dan word je uitgesloten van het mondeling of de praktische toets en moet je gebruik maken van de herkansing.
• Als je klaar bent, leg je het examen en de antwoorden omgekeerd op de hoek van de tafel en steek je je hand op. De surveillant neemt het werk in. De leerling verlaat in stilte het lokaal maar niet binnen een half uur na aanvang van de zitting en niet de laatste tien minuten van de examentijd.
• Als een kandidaat klaar is, steekt hij of zij zijn hand op. De examendocent / surveillant controleert of de opgaves door de kandidaat zijn gemaakt en of het werk volledig is, waarna het examen wordt opgeslagen en ten allen tijde onder toezicht wordt afgesloten door de examendocent en/of surveillant.
• Na controle van de naam en examennummer van de kandidaat en het ondertekenen van het proces-verbaal heeft de kandidaat toestemming nodig om de examenzaal te mogen verlaten.
• De afname van het schoolexamen eindigt op het moment dat de eindtijd verstreken is en de proces-verbalen ingevuld zijn. 10 Minuten voor het einde van de zitting mogen leerlingen het lokaal niet meer verlaten tot het einde van de zitting.
7.13 Niet of te laat inleveren van praktische- en handelingsopdrachten van het schoolexamen
• Handelingsopdrachten en praktische opdrachten moeten worden ingeleverd op een door de docent vastgestelde datum. Als je niet hebt voldaan aan de gestelde periode-eisen voor
handelingsopdrachten en praktische opdrachten, moet je gebruik maken van de herkansing en moeten deze opdrachten op de herkansingsdatum voldaan zijn. Tot die tijd wordt geen cijfer toegekend.
• Indien het op het herkansingsmoment nog steeds niet is voldaan dan wordt het cijfer definitief 1,0. Dit cijfer wordt door de directeur schriftelijk bevestigd. De praktische- of handelingsopdracht moet alsnog worden ingeleverd om verder te kunnen met het examenprogramma.
• Het niet voldoende afronden van handelingsopdrachten en praktische opdrachten, kan leiden tot uitsluiting van deelname aan het centraal examen. Alleen de examencommissie kan een uitzondering hierop maken
7.14 Toegestane hulpmiddelen bij (school-)examens
• Voor alle vakken in alle leerwegen heb je een basispakket aan hulpmiddelen nodig, bestaande uit:
a. Schrijfmateriaal (blauwe of zwarte pen);
b. Tekenpotlood;
c. Blauw en rood kleurpotlood;
d. Liniaal met millimeterverdeling;
e. Passer;
f. Geometrische driehoek;
g. Vlakgum;
h. Rekenmachine.
• Voor alle schriftelijke examens in alle leerwegen is een eendelig verklarend woordenboek Nederlands of eendelig woordenboek Nederlands-Thuistaal en Thuistaal-Nederlands toegestaan. Bij de moderne vreemde talen in alle leerwegen is een woordenboek naar en van de doeltaal; bij Engels (op verzoek kandidaat) daarnaast ook woordenboek Engels- Engels. Bij wiskunde in alle leerwegen is naast of in plaats van de geometrische driehoek een windroos toegestaan. Ook is roosterpapier in cm2 toegestaan.
• Tot slot is bij het cspe beroepsgericht en cpe beeldend in de leerwegen KB en GL (cspe) en GL (cpe beeldend) een woordenboek Nederlands niet toegestaan.
7.15 Fraude bij het schoolexamen door een kandidaat
Indien er fraude wordt geconstateerd, zal de examencommissie passende maatregelen nemen. In het ergste geval betekent dit uitsluiting van het examen
Onder fraude wordt verstaan: het op arglistige wijze geven van een onjuiste voorstelling van zaken, in eigen of andermans belang, door vervalsing van administratie of ontduiking van de voorschriften.
Vormen van fraude die onderscheiden kunnen worden, zijn:
• (delen van) het examenwerk niet inleveren en beweren het wel ingeleverd te hebben;
• examenwerk van een ander inleveren;
• plagiaat plegen via schriftelijke dan wel elektronische bronnen (internet);
• gebruik maken van ongeoorloofde hulpmiddelen;
• afkijken of overleggen met anderen;
• gelegenheid geven tot afkijken;
• bij bespreking van examenwerk antwoorden verbeteren.
Naast bovengenoemde vormen van fraude kan een kandidaat ook van het examen worden uitgesloten wanneer hij zich misdraagt. Hierbij valt te denken aan:
• De kandidaat zorgt door praten of anderszins storend gedrag er voor dat de docent niet met het afnemen van het examen kan beginnen;
• De kandidaat negeert instructies van de docent;
• Nadat hij met het examen klaar is, hindert de kandidaat door praten of anderszins storend gedrag de overige kandidaten tijdens het afmaken van hun examen.
Indien een toezichthouder waarneemt dat een kandidaat zich schuldig maakt aan een frauduleuze handeling / misdraging stelt hij de betreffende kandidaat hier onmiddellijk van in kennis. Bij herhaling neemt de docent het werk niet in, wordt door de docent via het proces-verbaal van het voorval melding gemaakt bij de examencommissie. De examencommissie hoort vervolgens de betrokkenen (in ieder geval de docent en de leerling) en neemt een beslissing (bijv. het toekennen van het cijfer 1,0 of het door de kandidaat opnieuw laten maken van (een deel van) het examen. De kandidaat wordt in de gelegenheid gesteld het examen te herkansen maar daardoor vervalt de herkansingsmogelijkheid voor een ander vak. De examensecretaris stelt de kandidaat en, bij minderjarigheid diens ouders, schriftelijk van de beslissing van de examencommissie in kennis. Bij fraude tijdens een herkansing, vervalt het recht op herkansing.
Een kandidaat die zich schuldig maakt aan een vergrijp dat niets te maken heeft met het examen kan daardoor niet uitgesloten worden van deelname aan het examen.
7.16 Fraude bij het schoolexamen door een docent of surveillant
Er is sprake van fraude door docenten of surveillanten indien:
• wijzigingen in PTA’s worden aangebracht zonder toestemming van de examencommissie;
• opzettelijk onrechtmatig punten worden toegekend of onthouden;
• wijzigingen aangebracht worden in examenwerk van kandidaten;
• kandidaten opzettelijk gehinderd of bevoordeeld worden bij examenonderdelen.
Procedure fraude door een docent of surveillant:
• De examensecretaris wordt van het voorval mondeling en schriftelijk in kennis gesteld. De examensecretaris stelt een onderzoek in, waarbij de verschillende betrokkenen worden gehoord. Nadat het onderzoek is afgesloten, neemt directeur (na overleg met de examencommissie) een beslissing.
• De examencommissie stelt de genomen maatregel op schrift en deelt de beslissing mede aan de collega.
7.17 Afronding van het schoolexamen
Het schoolexamen is afgerond als alle toetsen en praktische opdrachten uit het PTA (toetsplan) zijn gemaakt en beoordeeld. Ook moeten alle handelingsopdrachten minimaal “voldoende” zijn afgesloten. Indien het schoolexamen niet is afgerond voordat het Centraal Examen begint, word je uitgesloten van deelname aan het Centraal Examen.
De vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, moeten uiterlijk zijn afgesloten op de dag van de laatste reguliere schoolexamens. Het inleveren van werk behorend bij het profielwerkstuk /
sectorwerkstuk of een praktische opdracht op of voor de deadline is verplicht. Overschrijding van de deadline geldt als onregelmatigheid en wordt als zodanig behandeld volgens de daarvoor geldende procedure.
De kandidaat ontvangt als afronding van de schoolexamens een overzicht per vak van de resultaten van alle onderdelen en de eindbeoordeling van de schoolexamens dat getekend is door de directeur en de examensecretaris en ter ontvangst/akkoord getekend dient te worden door de leerling.
7.18 Bezwaar en beroep
De beoordeling van een SE geschiedt aan de hand van een door de vaksectie vastgesteld correctiemodel, welke de leerling inzicht verschaft. Na elke toets wordt het gemaakte werk aan de leerling ter inzage gegeven. Indien er volgens de leerling iets niet klopt, dient deze dit binnen vier schooldagen aan de docent mondeling kenbaar te maken. Wanneer de leerling er in dit gesprek niet uitkomt met de docent, kan de leerling een klacht indienen bij de examencommissie, volgens de hieronder beschreven procedure.
Wanneer een kandidaat het niet eens is met de gang van zaken tijdens een toets, met een beoordeling of met een andere handeling die zij/hij in strijd vindt met dit reglement, dient zij/hij schriftelijk een met redenen omkleed bezwaar in bij de secretaris van de examencommissie. Deze doet binnen 14 dagen uitspraak.
Wanneer een kandidaat het niet eens is met de cijfers op een SE-lijst dient zij/hij schriftelijk een met redenen omkleed verzoek in tot een revisievergadering. Dit verzoek wordt ingediend bij de secretaris van de examencommissie. Indien de leerling zich tevens niet kan vinden in het besluit van de secretaris van de examencommissie, staat beroep open bij de Commissie van Beroep. In het Reglement van de Commissie van Beroep is de beroepsprocedure nader beschreven (zie voorts punt 4.12).
7.19 Commissie van Beroep
Xxx je in beroep gaan tegen een beslissing van de examencommissie, kun je de Commissie van Beroep voor examenbeslissingen aanschrijven. Het beroep moet binnen vijf werkdagen nadat je de beslissing hebt gehoord, schriftelijk bij de Commissie van Beroep worden ingesteld.
Het adres is:
Commissie van Beroep van Stichting ZAAM, Xxxxxxx 00000
0000 XX Xxxxxxxxx.
Wat betreft de procedure bij de Commissie van Beroep, geldt de regeling Beroep tegen Examenbeslissingen van Stichting ZAAM. Informatie hierover staat vermeld op de website xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxx.xxxx. De Commissie van Beroep stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken, c.q. tien werkdagen, op het beroep, tenzij de commissie deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De Commissie van Beroep deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat, en bij minderjarigheid aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat, aan de directeur en aan de Onderwijsinspectie.
7.20 Bewaren examenwerk
Ieder gemaakt schoolexamenonderdeel wordt door de examencommissie ten minste zes maanden na afname of inleveren in een kluis bewaard, ter inzage voor belanghebbenden. Na deze termijn zal het werk worden vernietigd.
7.21 Recht van inzage VO
Iedere eindexamenkandidaat heeft recht op inzage van zijn of haar eigen gemaakte examenwerk.
• Een leerling kan xxxxxx vragen bij de examencommissie van de school.
De leerling en een lid van de examencommissie komen bijeen op een afgesproken tijdstip. De leerling heeft geen tas, jas of pen bij zich en krijgt 15 minuten de tijd om het examen, het gemaakte werk en het antwoordmodel in te zien en hierover vragen te stellen.
• Bij toetsen die meetellen voor het schoolexamen, geldt ook het recht van inzage.
De leerling kan bij de vakdocent mondeling of schriftelijk aangeven dat hij of zij het gemaakte werk wil inzien.
De leerling en docent maken een afspraak, waarbij de leerling geen tas, jas of pen bij zich heeft en krijgt maximaal 10 minuten de tijd om het examen, het gemaakte werk en het antwoordmodel in te zien en hierover vragen te stellen.
7.22 Geschil na inzage VO
Als de eindexamenkandidaat aannemelijk kan maken dat er een aanwijsbare fout bij de correctie is gemaakt, wordt het volgende stappenplan gevolgd.
1. De eindexamenkandidaat zet zijn of haar argumenten met betrekking tot de veronderstelde fouten op papier.
2. De examinator bekijkt of een aanpassing van de score aan de orde is.
3. De examinator neemt contact op met de gecommitteerde met vermelding van de argumen- ten van de leerling en het eigen oordeel. Na zorgvuldige voorbereiding vind overleg plaats tussen beiden, waarvan de uitkomst schriftelijk wordt vastgelegd.
De laatste stappen zijn afhankelijk van de uitkomst van stap 3. Als zowel examinator als gecom- mitteerde van mening zijn dat de uitslag moet worden aangepast, gebeurt dit. De inspectie contro- leert dan wel of deze laatste niet onder druk is gezet. Als er geen overeenstemming is, bestaat de mogelijkheid om twee nieuwe correctoren te benoemen.
Bij toetsen die meetellen voor het schoolexamen, geldt onderstaande procedure
1. Als een examenkandidaat aannemelijk kan maken dat er van een aanwijsbare fout bij de correctie is gemaakt en de kandidaat houdt een geschil hierover met de docent, dan wordt het volgende stappenplan gevolgd:
2. De eindexamenkandidaat zet zijn of haar argumenten met betrekking tot de veronderstelde fouten op papier.
3. De examinator bekijkt of een aanpassing van de score aan de orde is.
De examinator neemt contact op met de examencommissie met vermelding van de argumenten van de leerling en het eigen oordeel. De examencommissie besluit hierover binnen 10 werkdagen per mail na aanvraag.
Het bestuur van XXXX heeft een commissie van beroep voor examenbeslissingen geïnstalleerd. Deze commissie heeft een externe jurist als voorzitter en een externe jurist als ambtelijk secretaris. De commissie bestaat momenteel uit: xxxxxxx xx. X. Xxxxxxx, voorzitter; de heren xxx. X. Xxxxxxx en
J. Pols Paardekoper als leden en xxxxxxx xx. X. Xxxxxxxxxx als ambtelijk secretaris. Bij deze commissie kunnen leerlingen en ouders in beroep tegen een examenbeslissing van de school. Hiermee is de zorgvuldigheid van de organisatie en de besluitvorming rond de examens geborgd.
7.23 Niet voorziene situaties
Indien zich situaties voordoen waarin dit reglement of dat van ZAAM niet voorziet, beslist de directeur van het Calvijn College.
8. Algemeen ZAAM-examenreglement
Het algemene ZAAM-examenreglement beschrijft de door de VO-Raad noodzakelijk geachte onderdelen van het examenreglement1 die voor elke school gelijk zijn. Naast dit algemene ZAAM- examenreglement is elke ZAAM-school verplicht een schoolexamenreglement op te stellen waarin ten minste de door de VO-Raad als noodzakelijk aangemerkte onderdelen worden uitgewerkt die om een schoolspecifieke invulling vragen2. Samen vormen deze documenten het examenreglement van de school.
1. Te allen tijde geldt dat het Eindexamenbesluit VO leidend is.
2. In gevallen waarin het Eindexamenbesluit VO en/of het examenreglement niet voorzien beslist de directeur.
3. Het opstellen van een examenreglement is wettelijk verankerd in artikel 31 van het Eindexamenbesluit VO. Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor het vaststellen van het examenreglement. De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op het examenreglement.
4. Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting worden jaarlijks door de directeur voor 1 oktober toegezonden aan de inspectie en actief verstrekt of toegezonden aan de kandidaten.
5. Elke school heeft een examencommissie en één of meerdere examensecretarissen.
5.1. De examencommissie bestaat uit een oneven aantal leden (tenminste drie). Leden van het bevoegd gezag, de directeur, leden van de MR, leerlingen en hun wettelijke vertegenwoordigers kunnen geen deel uitmaken van de examencommissie. De examencommissie heeft in ieder geval de volgende taken en verantwoordelijkheden:
a. Het jaarlijks opstellen van een voorstel examenreglement.
b. Het jaarlijks opstellen van een voorstel PTA.
c. Het borgen van het afsluitend karakter en de kwaliteit van het schoolexamen.
d. Het vaststellen van richtlijnen en aanwijzingen om te komen tot een beoordeling van het schoolexamen.
5.2. De directeur wijst één of meerdere personeelsleden aan tot examensecretaris van het eindexamen. De examensecretaris heeft in ieder geval de volgende taken:
a. Het ondersteunen van de directeur bij het organiseren en afnemen van het eindexamen
b. Het ondersteunen van de directeur bij de uitvoering van het examenreglement en het PTA
c. Het ondersteunen en begeleiden van docenten in het opstellen en uitvoeren van het PTA
d. Het verstrekken van overzichten van de schoolexamenresultaten
e. Het (samen met de directeur) tekenen van de overzichten en de eindbeoordeling van het schoolexamen
f. Het (samen met de directeur) vaststellen van de uitslag van het eindexamen
g. Het, evenals de directeur, tekenen van de diploma’s en cijferlijsten
1 Zie checklist VO-Raad: xxxxx://xxx.xx- xxxx.xx/xxxxxx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/000/000/000/xxxxxxxx/Xxxxxxxxx_0_Xxxxxxxxxxxxxxx_0000- 2022.pdf?1620808260=
2 Deze staan beschreven in de notitie ’Richtlijn Examenreglement’.
Overige taken en verantwoordelijkheden die het bevoegd gezag aan de examencommissie dan wel de examensecretaris heeft gegeven en die van belang zijn voor de uitvoering van het examenproces worden vastgelegd in het schoolspecifieke deel van het examenreglement.
6. Bij onregelmatigheden3 kan alleen de directeur maatregelen nemen en mogen er geen andere maatregelen worden genomen dan de sanctiemogelijkheden genoemd in artikel 5 van het Eindexamenbesluit VO:
6.1. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen of deeleindexamen dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de directeur maatregelen nemen.
6.2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn:
a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen
b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen,
c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen,
d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen.
Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen.
6.3. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de kandidaat.
6.4. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur van een school voor voortgezet onderwijs in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep. Van de commissie van beroep mag de directeur geen deel uitmaken.
6.5. In overeenstemming met artikel 30a van de wet op het voortgezet onderwijs wordt het beroep binnen vijf dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt, schriftelijk ingesteld bij de commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepsschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen of deeleindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de directeur en aan de inspectie.
7. De Commissie van Beroep bestaat uit Mevr. Xx. X. Xxxxxxx, voorzitter; de leden xxx. X. Xxxxxxx en J. Pols Paardekooper. Ambtelijk secretaris is mevr. Xx. X. Xxxxxxxxxx. Het adres is: Commissie van Beroep van Stichting ZAAM, postbus 12426, 0000 XX Xxxxxxxxx. Wat betreft de procedure bij de Commissie van Beroep, geldt de regeling Beroep tegen Examenbeslissingen van Stichting ZAAM. Informatie hierover staat vermeld op de website. xxxxx://xxx.xxxx.xx/xx- content/uploads/2016/05/Regeling_Beroep_tegen_Examenbeslissingen.pdf
3 Voorbeelden van onregelmatigheden zijn (niet-limitatief): ongeoorloofd verzuim, fraude, (gelegenheid geven tot) spieken, niet tijdig inleveren of afronden van examenonderdelen, gebruik maken van ongeoorloofde hulpmiddelen en plagiaat plegen.
8. Deelname aan de geplande toetsen uit het programma van toetsing en afsluiting is verplicht.
9. Het inleveren van werk behorend bij een praktische opdracht op of voor de deadline is verplicht.
10. Het afgerond hebben van het schoolexamen geldt als voorwaarde voor toelating aan het centraal examen in het betreffende vak. In het geval van schriftelijke examens geldt als voorwaarde voor toelating tot het centraal examen dat het schoolexamen volledig is afgesloten voor aanvang van het eerste tijdvak. In het geval van flexibele digitale examens BB KB geldt dat het schoolexamen in het betreffende tijdvak is afgesloten voor het centraal examen.
11. Vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld dienen uiterlijk 10 dagen voor aanvang van het eerste tijdvak te zijn afgesloten.
12. Voor de aanvang van het centraal examen ontvangt de kandidaat als formele afronding van het schoolexamen een overzicht per vak van de resultaten van alle onderdelen en de eindbeoordeling van het schoolexamen, dat is getekend door de directeur en de examensecretaris. De kandidaat tekent voor ontvangst.
13. Het cijfer van het schoolexamen wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10. Indien in een vak tevens centraal examen wordt afgelegd, wordt een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10 gebruikt met de daartussen liggende cijfers met 1 decimaal.
14. Conform artikel 47 van het Eindexamenbesluit VO wordt het eindcijfer eindexamen uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond.
15. Het centraal examenwerk wordt tenminste zes maanden na afname bewaard op school.
16. Conform artikel 37a van het Eindexamenbesluit VO is het mogelijk voor leerlingen om toegelaten te worden tot het centraal examen in een eerder leerjaar:
16.1. Het bevoegd gezag kan een leerling uit het voorlaatste of direct daaraan voorafgaande leerjaar toelaten tot het centraal examen in één of meer vakken, niet zijnde alle vakken van het eindexamen.
16.2. Bij toepassing van het eerste lid wordt het schoolexamen in dat vak of die vakken afgesloten voordat in dat leerjaar het centraal examen in dat vak of die vakken aanvangt.
16.3. Artikel 49, zevende lid en artikel 50, vijfde lid uit het Eindexamenbesluit VO zijn van overeenkomstige toepassing.
16.4. Indien toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, wordt het derde tijdvak aansluitend aan het voorlaatste of direct daaraan voorafgaande leerjaar afgenomen door het College voor toetsen en examens.
16.5. Indien de leerling in één of meer vakken centraal examen heeft afgelegd in het voorlaatste of direct daaraan voorafgaande leerjaar, en niet is bevorderd tot het volgende leerjaar, vervallen de met dit centraal examen of deze centrale examens behaalde resultaten.
17. Conform artikel 55 van het Eindexamenbesluit VO kan de directeur een afwijkende wijze van examineren toestaan:
17.1. De directeur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd, met
dien verstande dat aan de overige bepalingen in dit besluit wordt voldaan. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie.
17.2. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat:
a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake kundige psycholoog, orthopedagoog, neuroloog of psychiater is opgesteld,
b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen of de rekentoets in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten, en
c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a. genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring.
17.3. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op:
a. het vak Nederlandse taal en literatuur;
b. het vak Nederlandse taal;
c. enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is.
17.4. De in het derde lid bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal.
17.5. Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan de inspectie.
9. Examenreglement MBO voor VMR5
Op de website van het ROCvA xxx.xxxxx.xx onder “Info voor studenten” vind je de jongste en geldende versie van het examenreglement. Dit reglement is in de vierde klas alleen van toepassing op het routegesprek voor LL&B. In dit examenreglement van het ROCvA vind je informatie over:
• Toegang en toelating tot de examens
• Vrijstelling
• Examenprogrammering
• Aantal deelnamemogelijkheden examen
• Centrale examens Nederlands, Engels en rekenen
• Aangepaste examinering
• Topsporter
• Aanwezigheid en verzuim (verplichte deelname, te laat komen, absentie)
• Gebruik mobiele communicatiemiddelen en hulpmiddelen
• Geheimhoudingsplicht
• Fraude en onregelmatigheden
• Maatregelen bij fraude en onregelmatigheden
• Klacht / revisie, bezwaar en beroep
• Uitslag
10. PROGRAMMA VOOR TOETSING EN AFSLUITING VMR 3 en 4
Voortgezet onderwijs (VO)
In dit hoofdstuk staan de VO-schoolexamens vermeld die in leerjaar 3 en 4 zijn of worden afgenomen. Naast schoolexamens maak je in het vierde jaar ook centrale VMBO-examens (zie hiervoor hoofdstuk 5 van deze opleidingsgids).
In VMR 3 en 4 worden voor de volgende vakken schoolexamens en handelingsdelen afgenomen.
• Nederlands
• Engels
• Rekenen
• Maatschappijleer
• CKV (handelingsdelen)
• LO (handelingsdelen)
• LOB (handelingsdelen)
Middelbaar beroepsonderwijs (MBO)
In leerjaar 3 zijn MBO-instellingsexamens en de centrale examens MBO nog niet aan de orde.
In leerjaar 4 wordt het eerste mondelinge MBO-instellingsexamen voor Loopbaan & Burgerschap afgenomen. Daarom vind je ook een schema voor het vak L&B in deze gids.
De overige MBO-examens zijn gepland in leerjaar 5. Gedetailleerde informatie hierover ontvang je bij aanvang van het 5e leerjaar
10.1 Nederlands
Leerjaar | Periode | Toets- nummer | Kolomcode Magister | Examen-eenheid | Inhoud | Toetsvorm | Herkansing | Weging | Hulp- middelen | Toets- duur |
3 | 1 | SE1 | NE412 | NE/K6,7,8 Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Fictie | Schrijven: fictiedossier | schriftelijk | ja | 1 | 60 min. | |
3 | 2 | SE2 | NE311 | NE/K7 Schrijfvaardigheid | Sollicitatiebrief+ CV: Schrijfvaardigheid | Schriftelijk | Ja | 1 | 60 min. | |
3 | 4 | SE3 | NE321 | NE/K6 Leesvaardigheid | Begrijpend lezen: Leesvaardigheid | Schriftelijk | ja | 1 | woordenboek | 60 min. |
4 | 1 | SE4 | NE421 | NE/K7 Schrijfvaardigheid | Schrijven: zakelijke e-mail | Schriftelijk | Ja | 1 | woordenboek | 60 min. |
4 | 2 | SE5 | NE411 | NE/K6 Leesvaardigheid | Begrijpend lezen: leesvaardigheid | schriftelijk | ja | 1 | woordenboek | 60 min. |
4 | 3 | SE6 | NE431 | NE/K4 Luister- en kijkvaardigheid | Kijk- en luistertoets: video- en luisterfragmenten met meerkeuzevragen. | schriftelijk | ja | 1 | 90 min. | |
4 | 3 | SE7 | NE432 | NE/K5 Spreek- en gespreksvaardigheid | Mondeling examen 2F (spreken): BPV/stage | Mondeling | Ja | 2 | Powerpoint | 15 min. |
Berekening schoolexamencijfer: ((SE1 t/m SE6) + (2 * SE 7)) / 8 |
Gebruikte methode: Talent Uitgeverij : Malmberg
10.2 Engels
Leer- jaar | periode | toetsnummer | kolomcode magister | examen- eenheid | inhoud | toetsvorm | Her- kansing | toetsduur | hulpmiddelen | weging |
3 | 2 | SE1 | EN321 | K/2, 3. | Basisvaardigheden en leervaardigheden. | Praktische spreekopdracht. | Ja | Inleveren via Magister in de vorm van een vlog. (Next). | Prezi, camera, computer, iPad, PowerPoint. | 1 |
3 | 3 | SE2 | EN331 | K/ 5. | Kijk- en luistervaardigheden. | Schriftelijk | Ja | 60 min. | Woordenboek | 1 |
3 | 4 | SE3 | EN341 | K/4. | Xxxxxxxxxxxxxxx boekverslag. | Schriftelijk | Ja | 60 min. | Woordenboek | 1 |
4 | 1 | SE4 | EN411 | K/1 en 7 | Schrijfvaardigheid en LOB. (Open sollicitatie n.a.v. filmpje) | Schriftelijke schrijfopdracht | Ja | 60 min. | woordenboek | 1 |
4 | 2 | SE5 | EN421 | K/6 | Spreekvaardigheid | Vlog | Ja | Inleveren via Magister. Word document. | Smartphone/ camera | 1 |
4 | 3 | SE6 | EN431 | K/2, 3, 5, 6. | Spreekvaardigheid. Mondeling: voeren sollicitatiegesprek | Mondeling gesprek | Ja | 15 min. | A4 met maximaal 10 steekwoorden of 5 kernzinnen. | 1 |
10.3 Maatschappijleer 1 (alleen leerjaar 3)
Leer- jaar 3 | Periode 1 | Toets- nummer SE1 | Kolomcode Magister MA311 | Examen-eenheid ML1/K1,2,3,/6 Macht en zeggenschap De kandidaat kan: • Vormen van macht en machtsmiddelen • De regels • Invloed burgers op de politiek • Kenmerken van een parlementaire democratie herkennen, beschrijven, verklaren en toelichten | Inhoud Leren Hst: Politiek | Toetsvorm Schriftelijk toets | Her- kansing Ja | Toets- duur 60 minuten | Hulp- middelen | Weging 1 |
3 | 2 | SE2 | MA321 | ML1/K/5 Sociale verschillen De kandidaat kan: • Sociale verschillen • Maatschappelijke ladder (sociale mobiliteit) • Maatschappelijke posities • Overheidsbeleid ten aanzien van sociale ongelijkheid herkennen, beschrijven, verklaren en toelichten | Leren Hst: Werk | Schriftelijk toets | Ja | 60 minuten | 1 | |
3 | 3 | SE3 | MA331 | ML1/K/4 Cultuur en socialisatie De kandidaat kan: • De ontwikkeling van de mens tot lid van de samenleving • Socialisatieproces • Subcultuur • De rol van onderwijs herkennen, beschrijven, verklaren en toelichten | Leren Hst: Pluriforme samenleving Powerpoint- presentatie over één cultuur met desbetreffende begrippen van het hoofdstuk | Praktische opdracht | Ja | 60 minuten | 1 | |
3 | 4 | SE4 | MA341 | ML1/K/7 Beeldvorming en stereotypering De kandidaat kan: • Selectieve waarneming • Vooroordelen en beeldvorming • Vooroordelen en discriminatie • Sociaal probleem herkennen, beschrijven, verklaren en toelichten | Leren Hst: Media | Schriftelijk toets | Ja | 60 minuten | 1 | |
Berekening schoolexamencijfer: (SE1 t/m SE4) / 4 |
10.4 Kunstvakken 1 (alleen leerjaar 3)
Leer- jaar | Periode | Toets- nummer | Kolomcode Magister | Exameneenheid K2 en K3 Basisvaardigheden & Culturele en Kunstzinnige Vorming en verdieping | Inhoud (wat doet de leerling?) | Toetsvorm Praktisch 1.Cultureel zelfportret 2. Presentatie | Her- kansing | Toets duur | Hulp- middelen | Weging |
3 | 1 | HD1 | KV311 | Cultureel zelfportret | Ja | 4 weken | OVG | |||
1. Leerlingen leren uitleggen wat cultuur en kunst is en hun eigen cultuur en kunst beleving in kaart brengen. 2. Leerlingen oriënteren zich in cultuur en kunst in hun eigen omgeving, maar het ook ontdekken en waarderen. 3. Leerlingen leren naar kunst kijken, verwerven en presenteren. | Iedere deel kan afzonderlijk herkanst worden | |||||||||
3 | 2 | HD2 | KV321 | K2 en K3 | Culturele en kunstzinnige activiteit 1 en 2 | Praktisch | Ja | 6 weken | OVG | |
Basisvaardigheden & en Culturele en Kunstzinnige Vorming en verdieping | 1. Leerlingen leren naar de waarde van de cultuur en kunst te kijken door actief aan twee culturele en kunstzinnige activiteiten deel te nemen. 2. Leerlingen leren in kaart brengen wat ze ervaren en geleerd hebben. 3. Leerlingen leren communiceren, samenwerken, en leerlingen leren een productie te maken en/of te presenteren voor de klas. | Eigen productie en/of presentatie | ||||||||
3 | 3 | HD3 | KV331 | K2 en K3 | Culturele en kunstzinnige activiteit 3 en 4 | Praktisch | Ja | 6 weken | OVG | |
Basisvaardigheden& Culturele en Kunstzinnige Vorming en verdieping | 1. Leerlingen leren naar de waarde van de cultuur en kunst te kijken door actief aan twee culturele en kunstzinnige activiteiten deel te nemen. 2. Leerlingen leren in kaart brengen wat ze ervaren en geleerd hebben. 3. Leerlingen leren communiceren, samenwerken, en leerlingen leren een productie te maken en/of te presenteren voor de klas. | Eigen productie en/of presentatie |
3 | 4 | HD4 | KV341 | K4 Reflectie en Kunstdossier | Kunstdossier/Kunstmap 1. leerlingen leren inzichtelijk maken in hun kunstdossier wat ze bij KV1 gedaan en geleerd hebben ten aanzien van hun eigen kunstzinnige ontwikkeling. 2. Leerlingen leren zelf reflecteren op de vier culturele en kunstzinnige activiteiten. 3. Leerlingen leveren hun kunstdossiers in als afsluiting voor het vak KV1. | Praktisch Kunstdossier | Ja | 6 weken | OVG | |
Alle onderdelen moeten met een voldoende zijn beoordeeld. |
10.5 Lichamelijke Opvoeding
Leer- jaar 3 | Periode 1 | Toets- nummer SE1 | Kolomcode Magister LO311 | Examen-eenheid LO1/K/2: Basisvaardigheden: Bij de verschillende onderdelen ontwikkelt de leerling vaardigheden zoals: communiceren, zelfstandig (samen)werken en informatie verwerven en verwerken LO1/K/3: Leervaardigheden in het vak L.O.: Xx Xxxxxxxx ontwikkelt zich ten aanzien van een aantal vaardigheden in bewegen en sport die bijdragen tot de ontwikkeling van de eigen leerkansen. LO1/K/4: Spel: De leerling kan alleen en in samenwerking met anderen diverse spelen uitvoeren en zich houden aan de afgesproken regels. | Inhoud Spel 1:De volgende onderdelen worden aangeboden: Slag- en loopspelen en drie doelspelen. | Toets- vorm Praktijktoets | Her- kansing Ja | Weging 1 | Hulp- middelen | Toets- duur 60 min |
3 | 2 | SE2 | LO321 | LO1/K/5: Turnen: De leerling kan alleen en in samenwerking met andere diverse turnactiviteiten uitvoeren en adequaat omgaan met risico’s en hulpverlenen bij activiteiten | Turnen: De volgende onderdelen worden aangeboden: Steun- en vrij springen, herhaald springen, zwaaien, balanceren en acrobatiek | Praktijktoets | Ja | 1 | 60 min | |
3 | 3 | SE3 | LO331 | LO1/K/6: Bewegen op muziek: De leerling kan alleen en in samenwerking met anderen diverse vormen van bewegen en muziek uitvoeren en regelende taken uitvoeren. | Bewegen op muziek: De volgende onderdeel wordt aangeboden: Conditionele vormen op muziek | Praktijktoets | Ja | 1 | 60 min | |
3 | 4 | SE4 | LO341 | LO1/K/9: Actuele Bewegingsactiviteiten: De leerling kan alleen en in samenwerking met anderen twee nieuwe, actuele bewegingsactiviteiten uitvoeren. | Actuele Bewegingsactiviteiten: De volgende onderdelen worden aangeboden: Bootcamp en Fitness | Praktijktoets | Ja | 1 | 60 min | |
4 | 1 | SE5 | LO411 | LO1/K/7: Atletiek: De leerling kan alleen en in samenwerking met andere diverse atletiekactiviteiten uitvoeren en oog hebben voor veiligheid en regelende taken uitvoeren. | Atletiek: De volgende onderdelen worden aangeboden: Hardlopen, Ver- en hoogspringen en Kogelstoten | Praktijktoets | Ja | 1 | 60 min | |
4 | 1 | SE6 | LO412 | LO1/K/4: Spel: De leerling kan alleen en in samenwerking met anderen diverse spelen uitvoeren en zich houden aan de afgesproken regels. | Spel 2: De volgende onderdelen worden aangeboden: Twee terugslagspelen en een vorm van tik- en afgooispelen | Praktijktoets | Ja | 1 | 60 min | |
4 | 2 | SE7 | LO421 | LO1/K/8: Zelfverdediging: De leerling kan alleen en in samenwerking met andere diverse stoeispelen | Zelfverdediging: De volgende onderdeel wordt aangeboden: | Praktijktoets | Ja | 1 | 60 min |
uitvoeren en zich houden aan de veiligheidsregels bij zelfverdediging. | Stoeispelen (koning v/d mat, voorwerpen afpakken) | |||||||||
4 | 3 | SE8 | LO431 | LO1/K/1: Oriëntatie op leren en werken: De leerling snapt het belang van sport en bewegen binnen zijn eigen loopbaan en in de maatschappij (samenleving) en kan dat verwoorden. LO1/K/3: Leervaardigheden in het vak L.O.: De leerling kan terug kijken op opgedane ervaringen binnen sport en bewegen en kan benoemen wat hij kan en wil in de toekomst. | Leervaardigheden in het vak L.O.: Een presentatie voorbereiden/ontwikkelen en uitvoeren | Praktijktoets / Presentatie | Ja | 1 | 60 min | |
Berekening schoolexamencijfer LO: B1 t/m B8 / 8 |
10.6 LOB
Leer- jaar | Periode | Toets- nummer | Kolomcode Magister | Exameneenheid | Inhoud | Toetsvorm Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Mondeling | Her- kansing | Toets- duur | Hulp- middelen | Weging |
3 | 1 t/m 4 | HD1 | OB341 | K1 en C1.4 Oriëntatie op leren en werken en loopbaansturing C1.2 Motievenreflectie C1.3 Oriëntatie op leren en werken en Werkexploratie | LOB-dossier 3 - LOB opdrachten bij de diverse AVO vakken - AMN digitaal programma - Coachproject: een dagdeel meedraaien in het werkveld van een professional. - POP gesprekken (wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik) | Ja | 4x15mi n | AMN digitaal programma Digitaal portfolio (AMN) | O/V/G | |
C1.1 Kwaliteiten reflectie | ||||||||||
3 | 2 t/m 4 | HD2 | OB342 | K1 en C1.3 Oriëntatie op leren en werken en Werkexploratie A8: Samenwerken en overleggen bij het uitvoeren van werkzaamheden B15 t/m B18: Werken in de beroepsomgeving | Stage: ontdekken waar de leerling het meest op zijn plek is. Stagelopen en stagedossier/boek opbouwen. | Presentatie stageboek | Ja | Stageboek | O/V/G | |
4 | 1 t/m 4 | HD3 | OB441 | K1 en C1.4 Oriëntatie op leren en werken en loopbaansturing C1.2 Motievenreflectie Netwerk | LOB-dossier 4 - LOB boek leerjaar 4: opdrachten leerjaar 4. - AMN digitaal programma - Sollicitatietraining | AMN Mondeling | Ja | 15min | AMN digitaal programma Digitaal portfolio (AMN) | O/V/G |
C1.1 Kwaliteiten reflectie | - POP gesprekken (wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik) | Mondeling | 4x15mi n |
4 | 1 tot en met 4 | HD4 | OB442 | K1 en C1.3 Oriëntatie op leren en werken en Werkexploratie A8: Samenwerken en overleggen bij het uitvoeren van werkzaamheden | Stage: Ontdekken waar je het meest op je plek bent. Stage lopen en stagedossier opbouwen | Schriftelijk en mondeling Presentatie stageverslag | Ja | Stageboek | O/V/G | |
Alle onderdelen van LOB moeten beoordeeld zijn met ‘voldoende’ of ‘goed’. De resultaten van de opdrachten vormen het loopbaandossier van de leerling |
10.7 Loopbaan en Burgerschap (MBO in leerjaar 4 en 5)
Leerjaar 4 | Periode 4 | Toets- nummer B1 | Kolomcode Magister LB441 | Examen- eenheid 1 t/m 7 | Inhoud De leerling gaat in gesprek met zijn/haar vakdocent over zijn/haar ontwikkeling in de afgelopen periodes door middel van aftekenlijst (18 handtekeningen vereist) en wordt beoordeeld aan de hand van een beoordelingsformulier (RG1 formulier). | Toetsvorm Routegesprek 1 Mondeling: Routegesprek formulier | Her- kansing Ja | Weging 1 | Hulp- middelen | Toets- duur 20 min |
5 | 4 | B2 | LB541 | 1 t/m 9 | De leerling gaat in gesprek met zijn/haar vakdocent over zijn/haar ontwikkeling in de afgelopen periodes door middel van aftekenlijst (36 handtekeningen vereist) en wordt beoordeeld aan de hand van een beoordelingsformulier (RG2 formulier). | Xxxxxxxxxxxx 0 Xxxxxxxxx: Routegesprek formulier | Ja | 1 | 20 min | |
Berekening eindcijfer: B1 + B2 / 2. Beide routegesprekken moeten met een voldoende zijn beoordeeld. |
Gebruikte methode:
Boek : Schokland (Handboek burgerschap voor het mbo) Werkboek : Schokland (Werkboek burgerschap voor niveau 2) Opdrachten die op de website staan en op de aftekenlijst: xxx.xxxxxxxxx.xx
Auteur : Xxxxx Xxxxxxxxxx, Xxxx Xxxxx, Xxxxxx Xxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxxxxxx, Xxxxxxx Xxxxxxxxx, Xxxxxxxx Xxxxxxx Uitgeverij : Deviant (via xxx.xxxxxxxxxxx.xx )