PAGINAS
PAGINAS
PAGES
HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen CHAPITRE Ier. - Définitions 5
HOOFDSTUK II. Algemene bepalingen CHAPITRE II. - Dispositions générales 6
HOOFDSTUK III. – Het budget van financiële middelen
CHAPITRE III. - Le budget des moyens 6
financiers
HOOFDSTUK IV. – Periode voor dewelke het budget toegekend wordt
CHAPITRE IV. - Période pour laquelle le budget 7
est attribué
HOOFDSTUK V. – Vaststelling van het budget en van zijn onderscheidene delen, onderdelen en samenstellende bestanddelen
CHAPITRE V. - Fixation du budget et de ses 7
parties, sous-parties et éléments constitutifs distincts
Afdeling I. - Het budget en zijn delen Section I. - Le budget et ses parties 7
Afdeling II. - Bestanddelen van de onderscheidene delen van het budget en van hun onderdelen
Section II. – Eléments constitutifs des différentes 8
parties du budget et de leurs sous-parties
Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen Onderafdeling 2. - Deel A van het budget Onderafdeling 3. - Deel B van het budget Onderafdeling 4. - Deel C van het budget
Sous-section 1. - Dispositions générales 9
Sous-section 2. - Partie A du budget 9
Sous-section 3. - Partie B du budget 10
Sous-section 4. - Partie C du budget 16
HOOFDSTUK VI. - Modaliteiten voor de vaststelling van het budget en criteria volgens dewelke de kosten worden aanvaard
CHAPITRE VI. - Xxxxxxxxx xx xxxxxxxx xx xxxxxx 00
xx xxxxxxxx xxxxx xxxxxxxx xxx xxxxx xxxx admis
Afdeling I. - Deel A van het budget Onderafdeling 1. - Onderdeel A1 van het budget Onderafdeling 2. - Onderdeel A2 van het budget Onderafdeling 3. - Onderdeel A3 van het budget
Section I. - Partie A du budget 17
Sous-section 1. - Sous-partie A1 du budget 17
Sous-section 2. - Sous-partie A2 du budget 26
Sous-section 3. - Sous-partie A3 du budget 27
Afdeling II. – Deel B van het budget Onderafdeling 1. – Algemene bepalingen Rubriek 1. – Onderdeel B1
Rubriek 2. - Onderdeel B2
Section II. - Xxxxxx X xx xxxxxx 00
Xxxx-xxxxxxx 0xx. - Dispositions générales 29
Xxxxxxxx 0xx. - Sous-partie B1 29
Rubrique 2. - Sous-partie B2 30
Onderafdeling 2. - Onderdeel B1 van het budget van de acute ziekenhuizen
Sous-section 2. - Sous-partie B1 du budget des 30 hôpitaux aigus
Rubriek 1. - Samenstelling van de ziekenhuis-groepen
Rubriek 2. - Vaststelling van het forfait X0
Xxxxxxxx 0xx. - Composition des groupes d'hôpitaux 30
Rubrique 2. - Fixation du forfait B1 31
Onderafdeling 3. - Onderdeel B1 van de geïsoliseerde G- diensten en van de Sp-diensten
Onderafdeling 4. – Onderdeel B1 van de psychiatrische ziekenhuizen
Onderafdeling 4bis. - Gemeenschappelijke bepalingen voor onderdeel B1 van de algemene en psychiatrische ziekenhuizen
Sous-section 3. - Sous-partie B1 des services G isolés 37 et des services Sp
Sous-section 4. - Sous-partie X0 xxx xxxxxxxx 00
xxxxxxxxxxxxxx
Xxxx-xxxxxxx 0xxx. - Dispositions communes à la 40
sous-partie B1 des hôpitaux généraux et psychiatriques
Onderafdeling 5. – Onderdeel B2 van het budget van de acute ziekenhuizen
Onderafdeling 6. – Onderdeel B2 van de geïsoleerde G- diensten en van de Sp-diensten
Onderafdeling 6bis. - Gemeenschappelijke bepalingen voor onderdeel B2 van de algemene ziekenhuizen
Onderafdeling 7. – Onderdeel B2 van de psychiatrische ziekenhuizen
Onderafdeling 7bis. - Gemeenschappelijke bepalingen voor onderdeel B2 van de algemene en psychiatrische ziekenhuizen
Onderafdeling 7ter. – Gemeenschappelijke bepalingen voor onderdeel B2 van alle ziekenhuizen
Sous-section 5. - Sous-partie X0 xx xxxxxx xxx 00 xxxxxxxx xxxxx
Xxxx-xxxxxxx 6. – Sous-partie B2 des services G isolés 00 xx xxx xxxxxxxx Xx
Xxxx-xxxxxxx 0xxx. – Dispositions communes à la 61 sous-partie B2 des hôpitaux généraux
Sous-section 7. – Xxxx-xxxxxx X0 xxx xxxxxxxx 00
xxxxxxxxxxxxxx
Xxxx-xxxxxxx 0xxx. – Dispositions communes à la 64
xxxx-xxxxxx X0 xxx xxxxxxxx xxxxxxxx xx xxxxxxxxxxxxxx
Xxxx-xxxxxxx 0xxx. – Dispositions communes à la 64
sous-partie B2 de tous les hôpitaux
Onderafdeling 8. - Onderdeel B3 van het budget Onderafdeling 9. – Onderdeel B4 van het budget Onderafdeling 10. - Onderdeel B5 van het budget Onderafdeling 11. – Onderdeel B6 van het budget Onderafdeling 12. – Onderdeel B7 van het budget Onderafdeling 13. - Onderdeel B8 van het budget Onderafdeling 14. - Onderdeel B9 van het budget
Sous-section 8. – Sous-partie B3 du budget 64
Sous-section 9. - Sous-partie B4 du budget 66
Sous-section 10. - Sous-partie B5 du budget 108
Sous-section 11. - Sous-partie B6 du budget 115
Sous-section 12. - Sous-partie B7 du budget 115
Sous-section 13. - Sous-partie B8 du budget 119
Sous-section 14. - Sous-partie B9 du budget 125
Afdeling IIbis. - Gemeenschappelijke bepalingen voor deel B, met uitzondering van B6, van het budget
Section IIbis. - Dispositions communes à la partie B, hors B6, du budget
139
Afdeling III. – Deel C van het budget Section III. - Partie C du budget 140
Onderafdeling I. – Onderdeel C1 van het budget
(OPGEHEVEN)
Sous-section 1. - Sous-partie C1 du budget
(ABROGEE)
140
Onderafdeling 2. – Onderdeel C2 van het budget
Onderafdeling 3. – Onderdeel C3 van het budget
Sous-section 2. - Sous-partie C2 du budget 140
Sous-section 3. - Sous-partie C3 du budget 140
Onderafdeling 4. – Onderdeel C4 van het budget
(OPGEHEVEN)
Sous-section 4. - Sous-partie C4 du budget
(ABROGEE)
141
Afdeling IV. – Indexering van de delen van het budget Section IV. – Indexation des parties du budget 141
HOOFDSTUK VII. – Vaststelling van het vaste en variabele gedeelte van het budget
CHAPITRE VII. – Fixation des parties fixe et variable du budget
141
HOOFDSTUK VIII. – Vaststelling van het referentieaantal bedoeld in artikel 97, §1, e), van de wet op de ziekenhuizen
CHAPITRE VIII. – Fixation du nombre de référence visé à l’article 97, §1, e), de xx xxx xxx xxx xxxxxxxx
000
HOOFDSTUK IX. – Aanpassing van het budget CHAPITRE IX. – Adaptation du budget 142
Afdeling I. – Acute ziekenhuizen
Onderafdeling 1. – Afschaffing van ziekenhuisbedden Onderafdeling 2. – Opening van ziekenhuisbedden Onderafdeling 3. – Omschakeling van ziekenhuisbedden
Section I. – Hôpitaux aigus 142
Sous-section 1. – Suppression de lits hospitaliers 142
Sous-section 2. – Ouverture de lits hospitaliers 143
Sous-section 3. – Reconversion de lits hospitaliers 143
Afdeling II. – Sp-diensten, geïsoleerde G-diensten en Psychiatrische Ziekenhuizen
Section II. – Services Sp, Services G isolés et Hôpitaux psychiatriques
143
Afdeling III. – Budgettaire neutralisatie Section III. – Neutralisation budgétaire 144
Afdeling IV. – Bijzonder bedrag bedoeld in artikel 99 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987
Section IV. – Montant spécifique visé à l’article 00 xx xx xxx xxx xxx xxxxxxxx, coordonnée le 7 août 1987
145
Onderafdeling 1. – Algemene bepalingen
Onderafdeling 2. – Voorwaarden voor de toekenning
Sous-section 1. – Dispositions générales 145
Sous-section 2. – Conditions d’octroi 145
Onderafdeling 3. – Wijze waarop het bijzonder bedrag wordt berekend en uitbetaald.
Sous-section 3. – Le mode de calcul et de liquidation du montant spécifique.
146
Onderafdeling 4. – Aanpassing van het bijzonder bedrag
Onderafdeling 5. – Controle en sancties
Sous-section 4. – Adaptation du montant spécifique 147
Sous-section 5. – Contrôle et sanctions 147
HOOFDSTUK X. - Voorwaarden en regelen voor de herziening van het budget
CHAPITRE X – Conditions et règles de la révision du budget
148
Afdeling I. - Herziening van sommige bestanddelen Section I. - Révision de certains éléments 148
Afdeling II. - Herziening van de budgetten B1 en B2 ingevolge de niet-realisatie of overschrijding van het referentieaantal
Section II. - Révision des budgets B1 et B2 en raison de la non-réalisation ou du dépassement du nombre de référence
149
HOOFDSTUK XI. - Nieuwbouw of belangrijke structurele wijzigingen
CHAPITRE XI. – Construction nouvelle ou importantes modifications structurelles
149
Afdeling I. - Algemene bepalingen Section I. - Dispositions générales 149
Afdeling II. - Nieuwbouw Section II. – Construction nouvelle 149
Afdeling III. - Fusie van ziekenhuizen Section III. - Fusion d'hôpitaux 150
Afdeling 4. – Specialisatie van ziekenhuizen Section 4. – Spécialisation des hôpitaux 152
HOOFDSTUK XII. - Gezinsplaatsing CHAPITRE XII. - Placement familial 152
HOOFDSTUK XIII. – Vereffening van het budget CHAPITRE XIII. – Liquidation du budget 153
Afdeling I. – Patiënten die vallen onder één van de verzekerings-instellingen bedoeld in de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
Section I. – Patients relevant d’un des organismes assureurs visés dans la loi du 14 juillet 1994 relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités
153
Afdeling II. – Patiënten die niet onder een in Afdeling I bedoelde verzekeringsinstelling vallen
Section II. – Patients ne relevant pas d’un organisme assureur visé à la Section I
155
HOOFDSTUK XIV. - Slotbepalingen CHAPITRE XIV. – Dispositions finales 155
Koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen
Erratum (BS van 03/10/2002)
Arrêté royal du 25 avril 2002 relatif à la fixation et à la liquidation du budget des moyens financiers des hôpitaux
Erratum (MB du 03/10/2002)
Officieuze coördinatie op 29/05/2018 Coordination officieuse au 29/05/2018
Wijzigingen (1) KB van 22/10/2002 (BS van 31/10/2002) (2) KB van 11/11/2002 (BS van 21/11/2002) (3) KB van 29/01/2003 (BS van 18/02/2003) (4) KB van 04/06/2003 (BS van 16/06/2003) (5) KB van 08/07/2003 (BS van 04/08/2003) (6) KB van 11/07/2003 (BS van 15/10/2003)
+ erratum in BS van 17/12/2003 (7) KB van 16/03/2004 (BS van 02/04/2004)
+ erratum in BS van 13/05/2004 (8) KB van 07/06/2004 (BS van 21/06/2004) (9) KB van 26/10/2004 (BS van 08/12/2004
+ erratum in BS van 29/12/2004 (10) KB van 22/02/2005 (BS van 11/02/2005) (11) KB van 11/07/2005 (BS van 25/07/2005) (12) KB van 15/07/2005 (BS van 04/08/2005) (13) KB van 13/03/2006 (BS van 20/03/2003) (14) KB van 12/05/2006 (BS van 23/05/2006) (15) KB van 10/11/2006 (BS van 24/11/2006)
+ erratum in BS van 16/01/2007 (16) KB van 19/06/2007 (BS van 28/06/2007)
+ erratum in BS van 09/08/2007 (17) KB van 18/09/2008 (BS van 07/10/2008) (18) KB van 19/09/2008 (BS van 07/10/2008)
+ erratum in BS van 17/10/2008 (19) KB van 20/09/2009 (BS van 06/10/2009) (20) KB van 26/02/2010 (BS van 16/03/2010) (21) KB van 26/11/2010 (BS van 16/12/2010) (22) KB van 26/10/2011 (BS van 29/11/2011) (23) KB van 12/06/2012 (BS van 22/06/2012) (24) KB van 19/11/2012 (BS van 03/12/2012)
(25) KB van 17/12/2012 (BS van 09/01/2013 p 687)
+ erratum in BS van 22/03/2013 (26) KB van 17/12/2012 (BS van 09/01/2013 p 697) (27) KB van 17/12/2012 (BS van 09/01/2013 p 678)
+ erratum in BS van 23/01/2013 (28) KB van 18/04/2013 (BS van 30/04/2013) (29) KB van 26/12/2013 (BS van 17/01/2014) (30) KB van 25/04/2014 (BS van 04/06/2014) (31) KB van 13/06/2014 (BS van 04/07/2014) (32) KB van 08/01/2015 (BS van 27/01/2015) (33) KB van 12/10/2015 (BS van 23/10/2015) (34) KB van 26/01/2016 (BS van 02/02/2016) (35) KB van 16/05/2016 (BS van 27/05/2016) (36) KB van 30/08/2016 (BS van 07/09/2016) (37) KB van 06/09/2016 (BS van 12/09/2016) (38) KB van 03/10/2016 (BS van 13/10/2016)
BMF 2002-2
BMF 2002-2
BMF 2003-1
BMF 2003-2
BMF 2003-2
BMF 2003-2
BMF 2004-1
BMF 2004-2
BMF 2002-2
BMF 2004-2
BMF 2005-2
BMF 2005-1
BMF 2005-2
BMF 2006-1
BMF 2006-2
BMF 2007-2
BMF 2008-1
BMF 2008-1
BMF 2009-2
BMF 2010-1
BMF 2010-2
BMF 2001-2
BMF 2012-1
BMF 2012-2
BMF 2008
BMF 2006
BMF 2005
BMF 2013-1
BMF 2013-2
BMF 2014-1
BMF 2014-1
BMF 2014-2
BMF 2015-1
BMF 2015-2
BMF 2016-1
BMF 2016-2
BMF 2016-2
BMF 2016-2
Modifications
(1) AR du 22/10/2002 (MB du 31/10/2002) (2) AR du 11/11/2002 (MB du 21/11/2002) (3) AR du 29/01/2003 (MB du 18/02/2003) (4) AR du 04/06/2003 (MB du 16/06/2003) (5) AR du 08/07/2003 (MB du 04/08/2003) (6) AR du 11/07/2003 (MB du 15/10/2003)
+ erratum au MB du 17/12/2003
(7) AR du 16/03/2004 (MB du 02/04/2004)
+ erratum au MB du 13/05/2004
(8) AR du 07/06/2004 (MB du 21/06/2004) (9) AR du 26/10/2004 (MB du 08/12/2004)
+ erratum au MB du 29/12/2004
(10) AR du 22/02/2005 (MB du 11/03/2005) (11) AR du 11/07/2005 (MB du 25/07/2005) (12) AR du 15/07/2005 (MB du 04/08/2005) (13)AR du 13/03/2006 (MB du 20/03/2003) (14)AR du 12/05/2006 (MB du 23/05/2006) (15)AR du 10/11/2006 (MB du 24/11/2006)
+ erratum au MB du 16/01/2007 (16)AR du 19/06/2007 (MB du 28/06/2007)
+ erratum au MB du 09/08/2007
(17) AR du 18/09/2008 (MB du 07/10/2008) (18) AR du 19/09/2008 (MB du 07/10/2008)
+ erratum au MB du 17/10/2008
(19) AR du 20/09/2009 (MB du 06/10/2009) (20) AR du 26/02/2010 (MB du 16/03/2010) (21) AR du 26/11/2010 (MB du 16/12/2010) (22) AR du 26/10/2011 (MB du 29/11/2011) (23) AR du 12/06/2012 (MB du 22/06/2012) (24) AR du 19/11/2012 (MB du 03/12/2012)
(25) AR du 17/12/2012 (MB du 09/01/2013 p 687)
+ erratum au MB du 22/03/2013
(26) AR du 17/12/2012 (MB du 09/01/2013 p 697) (27) AR du 17/12/2012 (MB du 09/01/2013 p 678)
+ erratum au MB du 23/01/2013
(28) AR du 18/04/2013 (MB du 30/04/2013) (29) AR du 26/12/2013 (MB du 17/01/2014) (30) AR du 25/04/2014 (MB du 04/06/2014) (31) AR du 13/06/2014 (MB du 04/07/2014) (32) AR du 08/01/2015 (MB du 27/01/2015) (33) AR du 12/10/2015 (MB du 23/10/2015) (34) AR du 26/01/2016 (MB du 02/02/2016) (35) AR du 16/05/2016 (MB du 27/05/2016) (36) AR du 30/08/2016 (MB du 07/09/2016) (37) AR du 06/09/2016 (MB du 12/09/2016) (38) AR du 03/10/2016 (MB du 13/10/2016)
(39) KB van 22/12/2016 (BS van 29/12/2016) | BMF 2017-1 | (39) AR du 22/12/2016 (MB du 29/12/2016) |
(40) KB van 24/01/2017 (BS van 26/01/2017) | BMF 2017-1 | (40) AR du 24/01/2017 (MB du 26/01/2017) |
(41) KB van 22/06/2017 (BS van 30/06/2017) | BMF 2017-2 | (41) AR du 22/06/2017 (MB du 30/06/2017) |
(42) KB van 21/07/2017 (BS van 02/08/2017) | BMF 2017-2 | (42) AR du 21/07/2017 (MB du 02/08/2017) |
(43) KB van 19/12/2017 (BS van 29/12/2017) | BMF 2018-1 | (43) AR du 19/12/2017 (MB du 29/12/2017) |
(44) KB van 01/02/2018 (BS van 08/02/2018) | BMF 2018-1 | (44) AR du 01/02/2018 (MB du 08/02/2018) |
(45) KB van 29/05/2018 (BS van 13/06/2018) | BMF 2018-2 | (45) AR du 29/05/2018 (MB du 13/06/2018) |
(46) KB van 24/06/2018 (BS van 28/06/2018) | BMF 2018-2 | (46) AR du 24/06/2018 (MB du 28/06/2018) |
HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen CHAPITRE Ier. - Définitions
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :
- het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 : het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 houdende bepaling van de voorwaarden en regelen voor de vaststelling van de verpleegdagprijs, van het budget en de onderscheidene bestanddelen ervan, alsmede van de regelen voor de vergelijking van de kosten en voor de vaststelling van het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten;
- het koninklijk besluit van 14 augustus 1989: het koninklijk besluit van 14 augustus 1989 tot bepaling van de algemeen criteria voor de vaststelling en de goedkeuring van de kalender bedoeld in artikel 46bis, eerste lid, van de wet op de ziekenhuizen;
- het koninklijk besluit van 30 januari 1989: het koninklijk besluit van 30 januari 1989 houdende vaststelling van aanvullende normen voor de erkenning van ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten alsmede tot nadere omschrijving van de ziekenhuisgroeperingen en van de bijzondere normen waaraan deze moeten voldoen;
- het koninklijk besluit van 12 augustus 2000: het koninklijk besluit van 12 augustus 2000 houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst nucleaire geneeskunde waarin een PET-scanner wordt opgesteld moet voldoen om te worden erkend als medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987;
- het koninklijk besluit van 10 november 2001: het koninklijk besluit van 10 november 2001 tot uitvoering van artikel 94, derde lid, van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987;
- de B-, C, D-, E-, H-, L-, M-, MIC-, NIC, G-, Sp-, A-, T- en
K-diensten: respectievelijk de diensten voor tuberculosebehandeling, voor diagnose en heelkundige behandeling, voor diagnose en geneeskundige behandeling, voor kindergenees-kunde, voor gewone verpleging, voor besmettelijke aandoeningen, de kraamdiensten, voor intensieve kraamdiensten, voor intensieve neonatale zorgen, voor geriatrie, gespecialiseerd voor behandeling en functionele readaptatie, neuro-psychiatrische voor observatie en behandeling, psychiatrisch voor behandeling en neuro-psychiatrische voor kinderen;
- PAL en NAL: het verschil in aantal van respectievelijk de positieve ligdagen en negatieve ligdagen zoals bedoeld in artikel 46bis van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986.
Article 1er. Pour l’application du présent arrêté, il y a lieu d’entendre par :
- l’arrêté ministériel du 2 août 1986 : l’arrêté ministériel du
2 août 1986 fixant pour les hôpitaux et les services hospitaliers les conditions et règles de fixation du prix de la journée d'hospitalisation, du budget et de ses éléments constitutifs, ainsi que les règles de comparaison du coût et de la fixation du quota des journées d'hospitalisation ;
- l’arrêté royal du 14 août 1989 : l’xxxxxx xxxxx xx 00 xxxx 0000 xxxxxxxxxxx xxx xxxxxxxx généraux pour la fixation et l’approbation du calendrier visé à l’article 00xxx, xxxxxx 0xx xx xx xxx xxx xxx xxxxxxxx ;
- l’arrêté royal du 30 janvier 1989 : l’arrêté royal du 30 janvier 1989 fixant les normes complémentaires d’agrément des hôpitaux et des services hospitaliers et précisant la définition des groupements d’hôpitaux et les normes particulières qu’ils doivent respecter ;
- l’arrêté royal du 12 août 2000 : l’xxxxxx xxxxx xx 00 xxxx 0000 xxxxxx xxx xxxxxx xxxxxxxxxx un service de médecine nucléaire où est installé un scanner PET doit répondre pour être agréé comme service médico-technique xx xxxx xx x’xxxxxxx 00 xx xx xxx xxx xxx xxxxxxxx, coordonnée le 7 août 1987 ;
- l’arrêté royal du 10 novembre 2001 : l’arrêté royal du 10 novembre 2001 portant exécution de l’article 94, alinéa 0 xx xx xxx xxx xxx xxxxxxxx, coordonnée le 7 août 1987 ;
- les services B, C, D, E, H, L, M, MIC, NIC, G, Sp, A, T et K : respectivement les services de traitement de la tuberculose, de diagnostic et traitement chirurgical, de diagnostic et traitement médical, de pédiatrie, d’hospitalisation simple, de maladies contagieuses, de maternité, de maternité intensive, de soins néonataux intensifs, de gériatrie, spécialisés pour le traitement et la réadaptation fonctionnelle, neuro-psychiatriques d’observation et de traitement, psychiatriques de traitement et de neuropsychiatrie infantile ;
- DJP et DJN : respectivement les nombres de différence de journées positive et de différence de journée négative visés à l’article 46bis de l’arrêté ministériel du 2 août 1986.
HOOFDSTUK II. Algemene bepalingen CHAPITRE II. - Dispositions générales
Art. 2. § 1. Dit besluit bepaalt voor de ziekenhuizen en bepaalde ziekenhuis-diensten:
a) de voorwaarden en regels voor de vaststelling van het aan het ziekenhuis toegekende budget van financiële middelen, hieronder “het budget” genoemd en van de verschillende delen ervan, met name :
- de periode voor dewelke het budget toegekend wordt;
- de splitsing van het budget in een vast gedeelte en variabel gedeelte;
- de criteria en modaliteiten van berekening, met inbegrip van de vaststelling van de verantwoorde activiteiten en de indexeringsmodaliteiten;
- wat het variabel gedeelte betreft: de vergoeding van de activiteiten, ten aanzien van een referentieaantal dat meer gerealiseerd is of niet gerealiseerd;
- de vaststelling van het referentieaantal bedoeld in het vorige lid met betrekking tot de activiteitenparameters die in rekening worden gebracht;
- de voorwaarden en modaliteiten ter herziening van bepaalde bestanddelen;
b) de modaliteiten voor de betaling van het budget van financiële middelen.
Art. 2. § 1. Le présent arrêté détermine pour les hôpitaux et certains services hospitaliers:
a) les conditions et règles de fixation du budget des moyens financiers accordé à l'hôpital, dénommé ci-après "le budget", et de ses divers éléments constitutifs et notamment :
- la période d’octroi du budget ;
- la scission du budget en une partie fixe et une partie variable ;
- les critères et modalités de calcul, en ce compris la fixation des activités justifiées et les modalités d’indexation ;
- en ce qui concerne la partie variable, l’indemnisation des activités par rapport à un nombre de référence qui sont réalisés en plus ou qui ne sont pas réalisés ;
- la fixation du nombre de référence visé à l’alinéa précédent, concernant les paramètres d’activités pris en considération ;
- les conditions et les modalités de révision de certains éléments.
b) les modalités de paiement du budget des moyens financiers.
§ 2. In uitvoering van artikel 97, §1, derde lid, van de wet op de ziekenhuizen zijn alle bepalingen van hetzelfde artikel, §1, tweede lid, van toepassing op de psychiatrische afdelingen van de algemene ziekenhuizen en de psychiatrische ziekenhuizen, met uitzondering van punt c) met betrekking tot de vaststelling van de verantwoorde activiteiten, dewelke overeenstemmen met de erkende bedden van dit type van afdeling of ziekenhuis.
§ 2. En exécution de l’article 97, §1er, alinéa 0 xx xx xxx xxx xxx xxxxxxxx toutes les dispositions du même article, §1er, alinéa 0 xxxx xxxxxxxxxxx xxx xxxxxxxx xxxxxxxxxxxxxx xxx xxxxxxxx xxxxxxxx xx xxx xxxxxxxx psychiatriques à l’exception du point c) en ce qui concerne la fixation des activités justifiées, lesquelles sont assimilées aux lits agréés de ce type de section ou d’hôpital.
§ 3. Dit besluit bepaalt eveneens de voorwaarden en regelen krachtens dewelke activiteiten in rekening kunnen worden gebracht bij de dekking van de kosten die veroorzaakt zijn door het naleven van de normen, rekening houdend met de specifieke omstandigheden die van aard zijn deze activiteiten te beïnvloeden en die een afwijkende regeling ten aanzien van de voormelde voorwaarden rechtvaardigen.
§ 3. Xx xxxxxxx xxxxxx xxxxxxxxx xxxxxxxxx xxx xxxxxxxxxx xx xxx xxxxxx suivant lesquelles des activités peuvent être prises en compte pour la couverture des frais induits par le respect des normes, en tenant compte des situations spécifiques susceptibles d’influencer ces activités et qui justifient un régime dérogatoire aux conditions et règles ainsi établies.
Art. 3. § 1. De bepalingen van dit besluit kunnen door Ons worden geconcretiseerd en desgevallend aangevuld door regelen die specifiek gelden voor één of voor meerdere dienstjaren.
Art. 3. § 1er. Les dispositions du présent arrêté peuvent être concrétisées par Nous et, le cas échéant, complétées par des règles spécifiques à un ou plusieurs exercices.
§ 2. Onder dienstjaar wordt verstaan, de periode die begint op 1 juli van een jaar en op 30 juni van het volgende jaar eindigt.
§ 2. Par exercice, il faut entendre la période qui débute le 1er juillet d’une année et se termine le 30 juin de l’année suivante.
HOOFDSTUK III. – Het budget van financiële middelen CHAPITRE III. - Le budget des moyens financiers
Art. 4. Overeenkomstig artikel 87 van de wet op de ziekenhuizen bepaalt de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheden heeft een budget van financiële middelen voor elk ziekenhuis, bestaande uit een vast en een variabel gedeelte. In voorkomend geval kan op 1 januari van ieder jaar een wijziging van het budget gebeuren.
Art. 4. Xxxxxxxxxxxx x x'xxxxxxx 00 xx xx xxx xxx xxx xxxxxxxx, le Ministre qui a la santé publique dans ses attributions fixe un budget des moyens financiers pour chaque hôpital, composé d’une partie fixe et d’une partie variable. Le cas échéant, une modification du budget peut intervenir le 1er janvier de chaque année.
Art. 5. § 1. Voor de hieronder bedoelde diensten wordt er een afzonderlijk budget vastgesteld:
1° gespecialiseerde diensten voor de behandeling en de readaptatie (kenletter Sp) buiten Sp-diensten voor palliatieve verzorging en psychogeriatrische aandoeningen Sp-diensten in de psychiatrische ziekenhuizen, hierna Sp-diensten genoemd, welke deel uitmaken van een ziekenhuisentiteit met één of meer diensten van verschillende aard;
Art. 5. § 1er. Pour les services mentionnés ci-dessous, est fixé un budget distinct:
1° les services spécialisés pour le traitement et la réadaptation (index Sp) hors services Sp soins palliatifs et hors services Sp affections psycho-gériatriques dans les hôpitaux psychiatriques, dénommés ci-après services Sp, faisant partie d'un ensemble hospitalier comptant un ou plusieurs services de type différent;
2° de gespecialiseerde diensten voor de behandeling en de readaptatie - Sp-diensten voor palliatieve zorgen;
3° de eenheden voor de behandeling van zware brandwonden die aan de criteria bedoeld in bijlage 1 van dit besluit voldoen.
2° les services spécialisés pour le traitement et la réadaptation
– services Sp soins palliatifs ;
3° les unités de traitement de grands brûlés répondant aux critères repris en annexe 1 du présent arrêté.
§ 2. De bepalingen van dit besluit met betrekking tot de ziekenhuizen, gelden mutatis mutandis voor de in §1 bedoelde diensten.
§ 2. Les dispositions du présent arrêté relatives aux hôpitaux s'appliquent, mutatis mutandis, aux services visés au §1er.
HOOFDSTUK IV. – Periode voor dewelke het budget toegekend wordt
CHAPITRE IV. - Période pour laquelle le budget est attribué
Art. 6. Behoudens expliciete vermelding wordt het budget voor een dienstjaar vastgesteld.
Art. 6. Sauf mention explicite, le budget est fixé pour un exercice.
HOOFDSTUK V. – Vaststelling van het budget en van zijn onderscheidene delen, onderdelen en samenstellende bestanddelen
CHAPITRE V. - Fixation du budget et de ses parties, sous-parties et éléments constitutifs distincts
Afdeling I. - Het budget en zijn delen Section I. - Le budget et ses parties
Art. 7. Het budget dat voor elk ziekenhuis wordt vastgesteld, bestaat uit drie delen:
1° Deel A dat bestaat uit drie onderdelen die respectievelijk volgende soorten van lasten dekken:
[(30) a) Onderdeel A1: de investeringslasten en de aanloopkosten;]
b) Onderdeel A2: de korte termijn kredietlasten;
c) Onderdeel A3: investeringslasten van medisch-technische diensten.
2° Deel B bestaat uit [(19) negen onderdelen] die respectievelijk volgende soorten lasten dekken :
a) Onderdeel B1: de kosten voor de gemeenschappelijke diensten;
b) Onderdeel B2: de kosten voor de klinische diensten;
c) Onderdeel B3: de werkingskosten voor medisch-technische diensten;
Art. 7. Le budget fixé pour chaque hôpital est composé de trois parties:
1° la Partie A qui comporte trois sous-parties couvrant respectivement les sortes de charges suivantes:
[(30) a) Sous-partie A1: les charges d'investissement et les frais de pré-exploitation;]
b) Sous-partie A2: les charges de crédits à court terme;
c) Sous-partie A3: charges d'investissement des services médico-techniques.
2° la Partie B qui comporte [(19) neuf sous-parties] couvrant respectivement les sortes de coûts suivants:
a) Sous-partie B1: les coûts des services communs;
b) Sous-partie B2: les coûts des services cliniques ;
c) Sous-partie B3: les frais de fonctionnement des services médico-techniques ;
d) Onderdeel B4: de kosten die gedekt worden door het bijzonder bedrag voorzien in artikel 99 van de voormelde wet op de ziekenhuizen evenals de kosten die op een forfaitaire wijze worden gedekt;
e) Onderdeel B5: kosten voor de werking van de ziekenhuisapotheek;
f) Onderdeel B6 : de kosten voortvloeiend uit de aanvullende voordelen, waarin voorzien wordt door de sociale akkoorden van 4 juli 1991, 22 november 1991, 1 maart 2000 en 28 november 2000, toegekend aan het ziekenhuispersoneel waarvan de financiering geheel of gedeeltelijk ten laste valt van de erelonen en die hun oorsprong vinden in de in artikel 95, 2°, van de wet op de ziekenhuizen bedoelde gezondheidsverstrekkingen;
g) Onderdeel B7 : de specifieke kosten voor de specifieke taken op het gebied van de patiëntenzorg, het klinisch onderricht, het toegepast wetenschappelijk onderzoek, de ontwikkeling van nieuwe technologieën en de evaluatie van de medische activiteiten.
Onderdeel B7 wordt gesplitst in :
[(16) 1. een onderdeel B7A voor de universitaire ziekenhuizen, aangewezen bij koninklijk besluit van 10 augustus 2005 tot aanwijzing van ziekenhuizen als universitair ziekenhuis; ]
2. een onderdeel B7B voor de ziekenhuizen die genieten van een financiering voorzien voor de ontwikkeling, de evaluatie en de toepassing van de nieuwe medische technologieën en/of de opleiding van de kandidaat- specialisten, behoudens de ziekenhuizen die genieten van de B7A;
h) Onderdeel B8 : de specifieke kosten van een ziekenhuis met een op sociaal-economisch vlak zeer zwak patiëntenprofiel.
[(14) i) onderdeel B9 : de kosten voortvloeiend uit de aanvullende voordelen, waarin voorzien door het Akkoord betreffende de federale gezondheidssectoren van 26 april 2005 afgesloten tussen de federale regering en de representatieve organisaties van de private non-profitsector en door het protocol nr. 148/2 van 29 juni 2005, 5 juli 2005 en 18 juli 2005 van het Gemeenschappelijk Comité voor het geheel van de openbare diensten. ]
[(30) 3° Deel C dat bestaat uit drie onderdelen die respectievelijk de volgende soorten van kosten dekken:
a) Onderdeel C2: de kosten met betrekking tot vorige of lopende dienstjaren die via inhaalbedragen worden gerectificeerd;
b) Onderdeel C3: het te verminderen bedrag voor de eenpersoonskamers waarvoor overeenkomstig artikel 97 van de wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008, supplementen boven het budget van financiële middelen worden geïnd;]
[(46) c) opgeheven ]]
d) Sous-partie B4: les coûts qui sont couverts par le montant spécifique xxxxx x x'xxxxxxx 00 xx xx xxx xxx xxx xxxxxxxx précitée ainsi que ceux couverts d'une manière forfaitaire ;
e) Sous-partie B5: des coûts pour le fonctionnement de l'officine hospitalière ;
f) Sous-partie B6: les coûts découlant des avantages complémentaires prévus dans les accords sociaux des 4 juillet 1991, 22 novembre 1991, 1er mars 2000 et 28 novembre 2000, octroyés au personnel hospitalier dont le financement est, en tout ou partie, à charge des honoraires et qui sont occasionnés par des prestations de santé xxxxxx x x'xxxxxxx 00, 0x xx xx xxx xxx xxx xxxxxxxx ;
g) Sous-partie B7 : les coûts spécifiques liés aux tâches spécifiques assumées dans le domaine des soins aux patients, de l’enseignement clinique, de la recherche scientifique appliquée, du développement de nouvelles technologies et de l’évaluation des activités médicales.
Cette sous-partie B7 est scindée en :
[(16) 1. une sous-partie B7A qui concerne les hôpitaux universitaires désignés par l’xxxxxx xxxxx xx 00 xxxx 0000 xxxxxxxxx xxx xxxxxxxx en qualité d’hôpital universitaire ; ]
2. une sous-partie B7B qui concerne les hôpitaux bénéficiant du financement prévu en matière de développement, d’évaluation et d’application des nouvelles technologies médicales et/ou de formation des candidats spécialistes, hormis les hôpitaux bénéficiant du B7A ;
h) Sous-partie B8 : les coûts spécifiques générés par l’hôpital ayant un profil de patients très faible sur le plan socio- économique.
[(14) i) sous-partie B9 : les coûts découlant des avantages particuliers prévus dans l'Accord relatif aux secteurs fédéraux de la santé du 26 avril 2005 conclu entre le gouvernement fédéral et les organisations représentatives du secteur privé non marchand et dans le protocole n° 148/2 du Comité commun à l’ensemble des services publics des 29 juin 2005, 5 juillet 2005 et 18 juillet 2005. ]
[(30) 3° la Partie C qui comporte trois sous-parties couvrant respectivement les sortes de coûts suivants:
a) Sous-partie C2: les coûts relatifs à des exercices précédents ou en cours qui sont rectifiés par des montants de rattrapage;
b) Sous-partie C3: le montant à diminuer pour les chambres à un lit pour lesquelles, conformément à l'article 97 de la loi relative aux hôpitaux et autres établissements de soins, coordonnée le 10 juillet 2008, des suppléments au-delà du budget des moyens financiers sont perçus ;
[(46) c) abrogé ]]
Afdeling II. - Bestanddelen van de onderscheidene delen van het budget en van hun onderdelen
Section II. – Eléments constitutifs des différentes parties du budget et de leurs sous-parties
Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen Sous-section 1. - Dispositions générales
[(22) Art. 8. De onderscheidene delen en onderdelen van het budget van een ziekenhuis dekken, binnen de hierna bepaalde voorwaarden en regelen, de kost van de verschillende bestanddelen bedoeld in de artikelen 9 tot en met 23, voor zover die betrekking heeft op de volgende diensten:
a) de verpleegeenheden voor de in artikel 7, 1°, a) en b), 2°, a),
b), d), g) en h) en [(30) 3°, a), b) en c)] bedoelde elementen;
b) de hiernavolgende hulpdiensten: de anesthesie, het operatiekwartier, de gipskamer, het verloskwartier, de centrale sterilisatie, de spoedgevallendienst, de aan de A-, T-, K-, G- en Sp-diensten verbonden revalidatie- en readaptatie-diensten voor de in artikel 7, 1°, a) en b) en 2°, a), b) en d) en [(30) 3°, a)] bedoelde elementen;
c) de volgende medisch-technische diensten: de magnetische resonantie tomograaf met geïntegreerd elektronisch telsysteem, de radiotherapiedienst, de scanners met positronemissie, voor de in artikel 7, 1°, c) en 2°, c) bedoelde elementen;
d) de apotheek, zoals bedoeld in artikel 7, 1°, a), 2°, c) [(30) opgeheven];
e) de daghospitalisatie wat betreft de elementen bedoeld in artikel 7, 1°, a) en b), 2°, a), b) en d), voor de financiering van de maatregelen bedoeld in artikel 71 van dit besluit, [(30) en 3°, b)];
f) het geheel van de diensten bedoeld in de kostenplaatsen 020 tot en met 909, zoals bepaald in bijlage 2 “Lijst en codering van de rekeningen van kosten die wachten op een bestemming en van de kostenplaatsen” van het koninklijk besluit van 14 augustus 1987 tot bepaling van de minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel voor de ziekenhuizen, voor het in artikel 7, 2°, i), opgenomen element.]
[(22) Art. 8. Les différentes parties et sous-parties du budget d'un hôpital couvrent, dans les limites des conditions et règles fixées ci-après, le coût des différents éléments constitutifs visé aux articles 9 à 23 inclus pour autant qu'il se rapporte aux services suivants:
a) les unités de soins pour les éléments visés à l’article 7, 1°, a) et b), 2°, a), b), d), g) et h) et [(30) 3°, a), b) et c);]
b) les services auxiliaires suivants: l'anesthésie, le quartier opératoire, la salle de plâtre, le quartier d'accouchements, la stérilisation centrale, le service des urgences, les services de revalidation et de réadaptation liés aux services A, T, K, G et Sp pour les éléments visés à l’article 7, 1°, a) et b), 2°, a), b) et d) et [(30) 3°, a);]
c) les services médico-techniques suivants : le tomographe à résonance magnétique avec calculateur électronique intégré, le service de radiothérapie, les scanners à émission de positrons pour les éléments visés à l'article 7, 1°, c) et 2°, c) ;
d) la pharmacie, comme visée à l'article 7, 1°, a), 2°, c) [(30) abrogés];
e) l'hospitalisation de jour pour les éléments visés à l'article 7, 1°, a) et b), 2°, a), b) et d), en ce qui concerne le financement des mesures visées à l’article 71 du présent arrêté, [(30) et 3°, b;]
f) l’ensemble des services visés par les centres de frais 020 à 909, tels que définis dans l’annexe 2 ‘Liste et codage des comptes de charges en attente d’affectation et des centres de frais’ de l’arrêté royal du 14 août 1987 relatif au plan comptable minimum normalisé des hôpitaux, pour l’élément repris à l’article 7, 2°, i).]
Onderafdeling 2. - Deel A van het budget Sous-section 2. - Partie A du budget
[(21) [(30) Art. 9. Onderdeel A1 heeft betrekking op de investeringslasten en de aanloopkosten.
De bestanddelen waarvan de kost door onderdeel A1 van het budget wordt gedekt, zijn:
1° de afschrijving van de lasten van opbouw;
2° de afschrijving van de lasten van uitrusting en apparatuur;
3° de afschrijving van de lasten van grote onderhoudswerken, meer bepaald van belangrijke herstellings- en onderhoudswerken, al dan niet periodiek;
4° de afschrijving van de lasten voor herconditioneringswerken, meer bepaald grote verbouwingen die de structuur van het gebouw niet wijzigen – zoals, onder andere, de wijziging van de bestemming van de plaatsen of de verandering van de aard of configuratie binnen de bestaande structuur – en die geen nieuwbouw, noch een uitbreiding van bestaande gebouwen zijn;
5° de afschrijving van de lasten voor investeringen in het kader van duurzame ontwikkeling;
[(21) [(30) Art. 9. La sous-partie A1 concerne les charges d'investissements et les frais de pré-exploitation.
Les éléments constitutifs dont le coût est couvert par la sous- partie A1 du budget, sont:
1° l’amortissement des charges de construction;
2° l'amortissement des charges d’équipement et d’appareillage;
3° l’amortissement des charges de gros travaux d’entretien, plus précisément les travaux importants de réparation et d’entretien, périodiques ou non ;
4° l'amortissement des travaux de reconditionnement, c’est- à-dire d’importantes transformations qui ne modifient pas la structure du bâtiment – comme, entre autres, la modification de l’affectation des lieux ou le changement de la nature ou de configuration au sein de la structure existante – et qui ne sont ni de nouvelles constructions ni des extensions de bâtiments existants;
5° l'amortissement des charges d’investissements réalisés dans le cadre du développement durable;
6° de afschrijving van de lasten voor de aankoop van rollend materiaal;
7° de afschrijving van de lasten voor een eerste inrichting;
8° de financiële lasten, meer bepaald de lasten van leningen aangegaan ter financiering van de hierboven vermelde investeringen;
9° de aanloopkosten, luidende:
a) voor de bestaande ziekenhuizen of bestaande ziekenhuisdiensten:
1° de oprichtingskosten van een V.Z.W. of van andere rechtspersonen zonder wistoogmerk;
2° de kosten van hypothecaire akten.
b) voor de ziekenhuizen of ziekenhuisdiensten in opbouw: 1° de bouwbelastingen;
2° de verzekeringskosten;
3° de kosten van verwarming;
4° de kosten van schoonmaak voor de ingebruikstelling; 5° de financiële lasten van leningen of overbruggingskredieten voor financiering van het eigen
aandeel;
6° de notaris- en registratriekosten ingevolge de sub 5° bedoelde leningen.
Voor de toepassing van dit besluit worden de lasten voor het huren van gebouwen gelijkgesteld met afschrijvingen.]]
6° l’amortissement des charges de l’achat du matériel roulant ;
7° l’amortissement des charges de première installation ;
8° les charges financières, c’est-à-dire les charges d’intérêt des emprunts contractés pour le financement des investissements susmentionnés ;
9° les frais de pré-exploitation, comme suit :
a) pour les hôpitaux ou services hospitaliers existants :
1° les frais de constitution d’une A.S.B.L. ou de toute personne morale sans but lucratif ;
2° les frais d’actes hypothécaires.
b) pour les hôpitaux ou services hospitaliers en construction :
1° les taxes sur la construction ; 2° les frais d’assurance ;
3° les frais de chauffage ;
4° les frais de nettoyage avant la mise en service ;
5° les charges financières d’emprunts ou de crédits intercalaires pour le financement de la partie propre ;
6° les frais de notaire et d’enregistrement résultant des emprunts visés au 5°.
Pour l'application de cet arrêté, les charges de loyer sont assimilées aux charges d'amortissement.]]
Art. 10. Onderdeel A2 van het budget heeft betrekking op de korte termijn kredietlasten. Het dekt de financiële lasten van de korte termijn kredietlasten om de normale werking van de in artikel 8 bedoelde verpleegeenheden en diensten te verzekeren.
Art. 10. La sous-partie A2 du budget concerne les charges de crédits à court terme. Elle couvre les charges financières des crédits à court terme contractés en vue d'assurer le fonctionnement normal des unités de soins et des services visés à l'article 8.
Art. 11. Onderdeel A3 van het budget dekt de investeringslasten van de medisch-technische diensten bedoeld in artikel 8, c), en dit zowel voor de uitrusting als voor de gebouwen waarin deze worden geïnstalleerd.
Art. 11. La sous-partie A3 du budget couvre les charges d'investissement des services médico-techniques visés à l’article 8, c), tant pour l'équipement que pour les immeubles où ils sont installés.
Onderafdeling 3. - Deel B van het budget Sous-section 3. - Partie B du budget
Art. 12. § 1. Onderdeel B1 van het budget heeft betrekking op de gemeenschappelijke diensten met name:
a) algemene kosten;
b) onderhoud;
e) verwarming;
d) administratie;
e) was en linnen;
f) voeding;
g) internaat.
Art. 12. § 1er. La sous-partie B1 du budget concerne les services communs:
a) frais généraux
b) entretien;
c) chauffage;
d) administration;
e) buanderie et lingerie;
f) alimentation;
g) internat.
§ 2. De onderscheidene bestanddelen van ieder der gemeenschappelijke diensten waarvan de kost door onderdeel B1 van het budget worden gedekt zijn:
§ 2. Les différents éléments constitutifs de chacun des services communs dont le coût est couvert par la sous-partie B1 du budget sont :
a) voor de algemene kosten:
1° de personeelslasten van huisbewaarders, portiers, nachtwakers, parkingbewakers, tuiniers, liftpersoneel, wagenbestuurders uitgezonderd deze van ziekenwagens;
2° de werkings- en onderhoudskosten van siertuinen, wegen, koeren, parkings,
vervoermiddelen met uitzondering van die van ziekenwagens;
3° de vervoerkosten voor het:
-interne en externe vervoer van de verbruiksgoederen;
-interne patiëntenvervoer;
-externe patiëntenvervoer op voorwaarde dat dit vervoer niet het gevolg is van een opname in een ander ziekenhuis;
-vervoer van bloed.
4° de belastingen en taksen, zoals patrimoniumtaksen, onroerende voorheffingen, belastingen op het afhalen van huisvuil en afvalstoffen of op de aansluiting op het rioolnet, alsmede die op gevaarlijke, hinderlijke en schadelijke bedrijven en op tewerkgesteld personeel;
5° de verzekeringskosten voor risico's van brand, waterschade en andere risico's, voor burgerrechterlijke aansprakelijkheid van de instelling en van het tewerkgesteld personeel [(14) [(39) ]] ;
6° de kosten van brandbestrijding;
7° de kosten van ophaling en behandeling van vuilnis en van afvalstoffen;
8° de kosten van erediensten en gelijkgestelde diensten; 9° de kosten van het mortuarium.
a) pour les frais généraux:
1° les frais de personnel se rapportant aux concierges, portiers, veilleurs de nuit, gardiens de parkings, jardiniers, personnel d’ascenseur, conducteurs de voitures à l'exception des ambulances;
2° les frais de fonctionnement et d'entretien des jardins d'agrément, chemins, cours, parkings, moyens de transport à l'exception des ambulances;
3° les frais de transport :
- interne et externe des biens de consommation;
- interne des patients ;
- externe des patients à condition que ce transport ne soit pas nécessité par une hospitalisation dans un autre hôpital ;
- du sang.
4° les impôts et taxes, tels que taxes xxx xx xxxxxxxxxx, xxxxxxxxx xxxxxxxxxx, xxxxx xxx enlèvement des immondices et des déchets ou sur le raccordement aux égouts ainsi que sur les entreprises dangereuses, incommodes et insalubres, et sur le personnel occupé;
5° les frais d'assurances contre les risques d'incendie, dégâts des eaux et autres risques, pour la responsabilité civile de l'établissement et du personnel occupé [(14) [(39) abrogés]] ;
6° les frais de lutte contre l'incendie;
7° les frais de collecte et de traitement des immondices et des déchets;
8° les frais du culte et des services assimilés; 9° les frais de la morgue.
b) voor de kosten voor onderhoud:
1° de kosten van personeel voor schoonmaak, technisch onderhoud, en veiligheid;
2° de normale kosten van schoonmaak, van technisch onderhoud, en van de herstelling van werkhuizen;
3° de kosten van water, gas en elektriciteit;
4° de onderhoudskosten van de liften en de verwarming.
b) pour les frais d'entretien:
1° les frais du personnel de nettoyage, d'entretien technique et de sécurité;
2° les frais normaux de nettoyage, d'entretien technique et de réparation d'ateliers;
3° les frais d'eau, de gaz et d'électricité ;
4° les frais d'entretien des ascenseurs et du chauffage.
c) voor de kosten van verwarming :
1°de kosten van het personeel voor het toezicht op de verwarmingsinstallaties;
2° de kosten van brandstoffen;
3° de herstellingskosten van de stookinstallaties.
c) pour les frais de chauffage:
1° les frais du personnel de surveillance des installations de chauffage;
2° les frais de combustibles;
3° les frais de réparation des installations de chaufferie.
d) voor de administratieve kosten:
1° de personeels- en werkingskosten van de directie, de administratie, de boekhouding, de personeelsdienst, het onthaal, de sociale dienst voor de patiënten, de tarificatie, de geschillen, de gecentraliseerde archieven, de kasdienst, het economaat, de magazijnen, de telefooncentrale, de deurwachters, de loopjongens en de boodschappers;
2° de kosten van beheer en representatie; 3° de informaticakosten;
4° de kosten voor aansluiting bij ziekenhuisorganisaties;
d ) pour les frais administratifs:
1° les frais de personnel et de fonctionnement de la direction, de l'administration, de la comptabilité, du service du personnel, de l'accueil, du service social pour les patients, de la tarification, du contentieux, des archives centralisées, du service de caisse, de l'économat, des magasins, du central téléphonique, des messagers-huissiers, garçons de course et commissionnaires;
2° les frais de gestion et de représentation; 3° les frais d'informatique;
4° les frais d'affiliation aux organisations hospitalières;
5° de kantoorbenodigdheden, drukwerken en documentatie; 6° de verzendingskosten;
7° de kosten voor de werving van personeel, de kosten voor opleiding en vervolmaking, waarin door artikel 15, 10°, niet wordt voorzien;
8° de kosten voor het functioneren van verschillende raden en comités die ingesteld zijn krachtens de vigerende wetgeving.
Indien de beheerder taken vervult in verband met de tarificatie, de facturatie en de inning van honoraria, dan worden voor de toepassing van dit besluit de administratiekosten forfaitair verminderd, naar gelang van het geval, met 2%, 4% of 6% van de geïnde honoraria of met elk ander bedrag, mits dat bedrag, dat overeenstemt met het reglement betreffende de werking van de inningsdienst, afgehouden wordt bij toepassing van artikel 140, §2, van de wet op de ziekenhuizen.
5° les fournitures de bureau, imprimés et documentation; 6° les frais d'expédition;
7° les frais de recrutement du personnel, les frais de formation et de perfectionnement autres que ceux visés à l’article 15, 10°;
8° les frais de fonctionnement des différents conseils et comités institués en vertu de la législation en vigueur.
Si le gestionnaire accomplit des tâches se rapportant à la tarification, à la facturation et à la perception des honoraires, pour l’application du présent arrêté, les frais administratifs seront diminués forfaitairement, selon le cas, de 2%, 4% ou 6% des honoraires perçus ou de tout autre montant pour autant que ce montant, correspondant au règlement relatif au fonctionnement du service de perception, soit retenu en application de l'article 000, §0, xx xx xxx xxx xxx xxxxxxxx.
e) voor de kosten van was en linnen:
1° de kosten van personeel en werking van wasserij en linnenkamer;
2° de aankoopkosten van linnen, beddengoed, wanproducten en herstelbenodigdheden.
f) voor de voedingskosten:
1° de kosten van het personeel en de werking van de keuken; 2° de aankoopkosten van voedingsproducten en dranken;
3° de kosten van het personeel van de dieetkeuken en de kosten voor de aankoop van dieetproducten.
g) voor de internaatskosten:
1° de kosten van lokalen voorbehouden voor het inwonend personeel, tewerkgesteld in het ziekenhuis of de ziekenhuisdiensten;
2° de kosten van personeelsvoorzieningen (kleedkamers, eetzalen, eetmalen).
e) pour les frais de buanderie et lingerie:
1° les frais de personnel et de fonctionnement de la buanderie-lingerie;
2° les frais d'achat de linge, literie, produits de lessivage et fournitures pour réparation.
f) pour les frais d'alimentation:
1° les frais du personnel et de fonctionnement de la cuisine; 2° les frais d'achat des produits alimentaires et boissons;
3° les frais du personnel de cuisine diététique et les frais d’achat de produits diététiques.
g) pour les frais d'internat:
1° les frais des locaux réservés au personnel interne occupé dans l'hôpital ou les services hospitaliers;
2° les frais des commodités prévues pour le personnel (vestiaires, réfectoires, repas).
Art. 13. De bestanddelen waarvan de kostprijs door onderdeel B2 van het budget wordt gedekt zijn:
1° de kosten van het verplegend en verzorgend personeel [(11)+(25), behalve de instrumentisten van de operatieafdeling ; ]
2° de kosten van de courante geneesmiddelen zoals bedoeld in artikel 1, 1° van het koninklijk besluit van 6 juni 1960 betreffende de fabricage, de bereiding en distributie in het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen, en de kosten van medische gassen en magistrale bereidingen;
[(39) [(43) 3° de verbandmiddelen; ]]
[ (1) 4° de medische verbruiksgoederen, de producten voor de zorgverlening en het klein instrumentarium; ]
5° de kosten van bewaring van het bloed;
6° de kosten van revalidatie en herscholing met betrekking tot gehospitaliseerde patiënten in de A-, T-, K-, G en Sp- diensten.
[(16) 7° de extra kosten die verband houden met het sociale profiel van het ziekenhuis.]
Art. 13. Les éléments constitutifs dont le coût est couvert par la sous-partie B2 du budget sont:
1° les frais du personnel infirmier et soignant [(11)+(25), hormis les instrumentistes du quartier opératoire ; ]
2° les frais des médicaments courants visés à l’article 1, 1° de l’arrêté royal du 6 juin 1960 relatif à la fabrication, à la préparation et à la distribution en gros des médicaments et à leur distribution, et les frais des gaz médicaux et préparations magistrales ;
[(39) [(43) 3° les pansements ; ]]
[ (1) 4° les produits médicaux de consommation, les produits pour la dispensation des soins et les petits instruments ; ]
5° les frais de conservation du sang;
6° les frais de rééducation et de réadaptation relatifs aux patients hospitalisés dans les services A, T, K, G et Sp.
[(16) 7° les coûts supplémentaires liés au profil social de l’hôpital.]
Art. 14. Onderdeel B3 van het budget heeft betrekking op de in artikel 8, c) bedoelde medisch-technische diensten. De bestanddelen waarvan de kosten gedekt worden door onderdeel B3 van het budget, zijn:
1° de kosten van onderhoud voor de uitrusting en van de lokalen;
2° de kosten van verbruiksgoederen; 3° de algemene onkosten;
4° de kosten van verplegend en technisch gekwalificeerd personeel;
5° de administratiekosten.
Art. 14. La sous-partie B3 du budget porte sur les services médico-techniques visés à l’article 8, c). Les éléments dont le coût est couvert par la sous- partie B3 du budget, sont:
1° les frais d'entretien de l'équipement et des locaux; 2° le coût des biens de consommation;
3° les frais généraux;
4° les frais du personnel infirmier et technique qualifié; 5° les frais d'administration.
Art. 15. Onderdeel B4 bevat de middelen die forfaitair de lasten dekken met betrekking tot:
1° de verbetering van de kwaliteit van de zorgverstrekking zoals bedoeld in artikel 99 van voormelde wet op de ziekenhuizen; de toegekende middelen vertegenwoordigen een deel van het budget dat door de buitengebruikstelling van bedden vrijgemaakt wordt;
2° de hoofdgeneesheer;
3° de verpleegkundige en geneesheer-ziekenhuishygiënist en de registratie van de nosocomiale ziekenhuisinfecties;
4° de registratie van de minimale verpleegkundige gegevens, de minimale klinische gegevens , de minimale psychiatrische gegevens en de activiteit van de spoedgevallendienst en de MUG;
5° de bedrijfsrevisor;
6° het personeel toegekend aan de openbare ziekenhuizen om het intern transport van de gehospitaliseerde patiënten te verzekeren;
7° samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten die als overlegplatform fungeren alsmede initiatieven die betrekking hebben op de verwezenlijking van piloot projecten betreffende de bemiddelingsfunctie in de sector psychiatrie;
8° de evaluatie van de kwaliteit van de medische en verpleegkundige activiteiten en de bevordering van de integratie van de medische activiteit in het geheel van de ziekenhuisactiviteiten;
9° de kosten die met de overeenkomsten van eerste tewerkstelling gepaard gaan;
10° de permanente opleiding van het verpleegkundig personeel;
11° [(8) de bijkomende kosten voor de contractuele personeelsleden die gesubsidieerd worden door het Interdepartementaal Begrotingsfonds, ter bevordering van de werkgelegenheid; ]
12° de kosten met betrekking tot het personeel dat belast is met de coördinatie, op een multidisciplinaire wijze, van de verzorging van de patiënten, teneinde het ontslag van de patiënt voor te bereiden met het oog op het waarborgen van de continuïteit van een efficiënte zorgverlening en van de kwaliteit;
Art. 15. La sous-partie B4 comprend les moyens qui couvrent d’une manière forfaitaire les charges concernant :
1° l’amélioration de la qualité de la dispensation de soins visée à l’article 00 xx xx xxx xxx xxx xxxxxxxx précitée. Les moyens attribués représentent une partie du budget libéré par la désaffectation des lits ;
2° le médecin-chef ;
3° l’infirmière et le médecin hygiénistes hospitaliers et l’enregistrement des infections nosocomiales ;
4° l’enregistrement du résumé infirmier minimum, du résumé clinique minimum, du résumé psychiatrique minimum et de l’activité du service des urgences et du SMUR ;
5° le réviseur d’entreprise ;
6° le personnel accordé aux hôpitaux publics pour assurer le transport interne des patients hospitalisés ;
7° les accords de collaboration entre des institutions et services psychiatriques qui fonctionnent en tant que plate- forme de concertation et les initiatives portant sur la réalisation d’études pilotes relatives à la fonction de médiation dans le secteur psychiatrique ;
8° l’évaluation de la qualité des activités médicales et infirmières et la promotion de l’intégration de l’activité médicale dans l’ensemble des activités de l’hôpital ;
9° les coûts qui vont de pair avec les conventions de premier emploi ;
10° la formation permanente du personnel infirmier ;
11° [(8) le coût supplémentaire des contractuels subventionnés par le Fonds budgétaire interdépartemental pour la promotion de l’emploi ; ]
12° les coûts relatifs au personnel chargé de coordonner d’une manière multidisciplinaire les soins pour les patients de manière à préparer la sortie du patient en vue d’assurer la continuité des soins efficaces et de qualité ;
13° voor de acute ziekenhuizen, de kosten met betrekking tot de analyse en het gebruik van de statistische gegevens met het oog op de coördinatie van de kwaliteitsstrategie van het ziekenhuis;
14° de kosten met betrekking tot de palliatieve functie;
15° de middelen toegekend om de verhoging van de werkgeversbijdragen voor de pensioenen in de openbare ziekenhuizen te dekken;
16° de middelen toegekend om de vervanging van de afwezigheden van lange duur van het statutair personeel in de openbare ziekenhuizen te dekken;
17° de toegekende middelen met het oog op de registratie van de minimale psychiatrische gegevens in de psychiatrische verzorgingstehuizen;
18° de kosten voor de banen toegekend op 1 juli 1990, 1 januari
1991, 1 januari 1992, 1 januari 1993 en 1 januari 1994 in de psychiatrische ziekenhuizen met erkende T-diensten;
19° de middelen die worden toegekend teneinde de financiering van de erkende MUG-functie en de in de dringende geneeskundige hulpverlening opgenomen te waarborgen;
20° de middelen toegekend met het oog op de realisatie van pilootstudies over de registratie en verzameling van gegevens waardoor de financiering kan verfijnd worden en de kwaliteit van zorgen kan verbeterd worden;
21° de middelen toegekend met het oog op de verbetering van de kwaliteit van de zorgverlening in psychiatrische voorzieningen, overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten nader bepaald in artikel 52, §2;
22° de middelen die worden toegekend met het oog op de bevordering van een doelmatig opname- en ontslagbeleid in de acute ziekenhuizen;
[(23) 23° opgeheven]
24° de middelen toegekend voor de uitvoering van pilootstudies over de psychiatrische ziekenhuizen, met name over de behandeling van patiënten met gedragsstoornissen en/of agressieve stoornissen, over de resocialisering van de geïnterneerden, over de gezinsplaatsing van kinderen met geestesstoornissen, over de behandeling van kinderen met gedragsstoornissen en/of agressieve stoornissen en over de behandeling thuis van kinderen met geestesstoornissen;
[(15) 25° opgeheven]
26° de op 30 juni 2002 toegekende middelen voor de medische producten voor transplantaties, het krachtens de sociale akkoorden toegekende aanvullende personeel, het aanvullende personeel toegekend voor de erkende K-bedden, de bedden voor pediatrische oncologie, voor de oprichting van een mobiel team, voor het personeel ter begeleiding van het verplegend en verzorgend personeel, hetwelk pas aangeworven werd of een loopbaanonderbreking beëindigd heeft en voor het aanvullende personeel belast met ludieke activiteiten en psychisch-sociale ondersteuning in de E-bedden;
27° de middelen toegekend aan de ziekenhuizen met niet in artikel 18 bedoelde universitaire bedden;
13° pour les hôpitaux aigus, les coûts relatifs à l’analyse et à l’utilisation des données statistiques en vue de coordonner la stratégie de qualité de l’hôpital ;
14° les coûts relatifs à la fonction palliative ;
15° les moyens octroyés en vue de prendre en charge la hausse des cotisations patronales des pensions dans les hôpitaux publics ;
16° les moyens octroyés en vue de prendre en charge xx xxxxxxxxxxxx xxx xxxxxxxx xx xxxxxx xxxxx xx xxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxx xxx xxxxxxxx publics ;
17° les moyens octroyés en vue de l’enregistrement du résumé psychiatrique minimum dans les maisons de soins psychiatriques ;
18° le coût des emplois accordés les 1er juillet 1990, 1er janvier 1991, le 1er janvier 1992, 1er janvier 1993 et 1er janvier 1994 dans les hôpitaux psychiatriques comptant des services agréés T ;
19° les moyens octroyés en vue d’assurer le financement de la fonction agréée SMUR et reprise dans l’aide médicale urgente ;
20° les moyens octroyés en vue de la réalisation d’études pilotes portant sur l’enregistrement et la collecte de données permettant l’affinement du financement et l’amélioration de la qualité des soins ;
21° les moyens accordés en vue d’améliorer la qualité de la prise en charge dans les structures psychiatriques, conformément aux conditions et modalités déjà définies à l’article 52, §2 ;
22° les moyens octroyés en vue de promouvoir une politique efficace d’admissions et de sortie dans les hôpitaux aigus ;
[(23) 23° abrogé]
24° les moyens octroyés en vue de xx xxxxxxxxxxx x’xxxxxx xxxxxxx xxxxxxx xxx xxx xxxxxxxx psychiatriques et, plus particulièrement, sur le traitement des patients avec des troubles comportementaux et/ou agressifs, sur la resocialisation des internés, sur le placement en familles des enfants atteints de troubles mentaux, sur le traitement des enfants avec des troubles comportementaux et/ou agressifs et sur le traitement à domicile des enfants atteints de troubles mentaux ;
[(15) 25° abrogé]
26° les moyens alloués au 30 juin 2002 en ce qui concerne les produits médicaux pour les transplantations, le personnel supplémentaire octroyé en vertu des accords sociaux, le personnel supplémentaire octroyé pour les lits agréés K, pour les lits d’oncologie pédiatrique, pour la constitution d’une équipe mobile, pour le personnel accompagnant le personnel infirmier et soignant nouvellement recruté ou ayant mis fin à une interruption de carrière et pour le personnel supplémentaire chargé des activités ludiques et du soutien psycho-social dans les lits E ;
27° les moyens alloués aux hôpitaux comptant des lits universitaires non visés par les dispositions de l’article 18 ;
[ (4) 28° de middelen toegekend aan de ziekenhuizen die beschikken over een erkend zorgprogramma ‘ Reproductieve Geneeskunde B ’ ;
29° de middelen die worden toegekend voor de forfaitaire dekking van de kosten die voortvloeien uit de bemiddelingsfunctie in de acute ziekenhuizen en de geïsoleerde Sp-diensten; ]
[ (5) 30° de middelen toegekend aan de ziekenhuizen bedoeld onder artikel [(14) 74quater]; ]
[(10) [ (21) 31° de middelen toegekend aan de ziekenhuizen die erkend zijn overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 4 juni 2008 houdende vaststelling van de normen waaraan de afdeling “expertisecentrum voor comapatiënten” moet voldoen om te worden erkend;]]
[(25) 32° de middelen die worden toegekend aan de eenheden voor de behandeling van zware brandwonden teneinde de coördinatie van het zorgtraject te garanderen en de psychologische begeleiding van zwaar verbrande patiënten te ondersteunen;
33° het forfaitaire bedrag dat de kosten dekt waarvan sprake in artikel 101 van de wet van bettreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008;]
[(15) 34° in voorkomend geval, het bijzonder bedrag, ter verbetering van de werking van het ziekenhuis, zoals bedoeld in artikel 91quater; ]
[(27) 35° de financiering van de arbeidsplaatsen die werden gecreëerd krachtens de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, Titel V, Hoofdstuk III ‘Tewerkstelling van jongeren in de non-profitsector’;]
[(20) 36° de kosten met betrekking tot de techniek van snelle desintoxicatie onder narcose van patiënten met een opiatenafhankelijkheid, ‘Ultra Rapid Opiate Detoxification (UROD) genoemd’;]
[(21) 37° vanaf 1 januari 2010, de financiering van een bijkomende jaarlijkse premie per VTE voor de verpleegkundigen die houder zijn van een bijzondere beroepstitel en de verpleegkundigen die zich kunnen beroepen op een bijzondere beroepsbekwaming, zoals bepaald in de ministeriële besluiten tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van deze titels en bekwamingen opgesomd in het koninklijk besluit van 27 september 2006 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwamingen voor de beoefenaars van de verpleegkunde. De verpleegkundige moet effectief werkzaam zijn in een dienst, een functie of een zorgprogramma waarvoor die specialisatie voorzien is;]
[ (4) 28° les moyens alloués aux hôpitaux disposant d’un programme de soins agréé ‘ Médecine de reproduction B ’ ;
29° Les moyens alloués pour couvrir forfaitairement les coûts liés à la fonction de médiation dans les hôpitaux aigus et les services Sp isolés ; ]
[ (5) 30° les moyens alloués aux hôpitaux visés à l'article [(14) 74quater] ; ]
[(10) [ (21) 31° des moyens alloués aux hôpitaux agréés selon les dispositions de l’arrêté royal du 4 juin 2008 fixant les normes auxquelles la section « centre d’expertise pour les patients comateux » doit répondre pour être agréée ;]]
[(25) 32° les moyens alloués aux unités de traitement de grands brûlés en vue d’assurer la coordination du trajet de soins et de soutenir l’encadrement psychologique des patients grands brûlés ;
33° le montant forfaitaire couvrant les frais dont question à l’article 101 de la loi relative aux hôpitaux et à d’autres établissements de soins, coordonnée le 10 juillet 2008 ; ]
[(15) 34° le montant spécifique, le cas échéant, visant à l’amélioration du fonctionnement de l’hôpital tel que visé à l’article 91quater ; ]
[(27) 35° le financement des emplois créés en vertu de la loi du 23 décembre 2005 relative au pacte de solidarité entre les générations, Titre V, Chapitre III ‘Emploi des jeunes dans le secteur non-marchand’;]
[(20) 36° des coûts relatifs à la technique de désintoxication rapide sous anesthésie de patients dépendants aux opiacés appelée ‘Ultra Rapid Opiate Detoxification (UROD)’ ;]
[(21) 37° à partir du 1er janvier 2010, le financement d’une prime annuelle supplémentaire par ETP pour les infirmiers porteurs d’un titre professionnel particulier et les infirmiers qui peuvent se prévaloir d’une qualification professionnelle particulière, tels que définis dans les arrêtés ministériels fixant les critères d’agrément de ces titres et qualifications énumérés dans l’arrêté royal du 27 septembre 2006 établissant la liste des titres professionnels particuliers et des qualifications professionnelles particulières pour les praticiens de l’art infirmier. L’infirmier doit travailler effectivement dans un service, une fonction ou un programme de soins prévoyant cette spécialisation ;]
Art. 16. Onderdeel B5 dekt werkingskosten van de ziekenhuisapotheek.
Art. 16. La sous-partie B5 couvre des coûts de fonctionnement de l'officine hospitalière.
Art. 17. Onderdeel B6 dekt de in de bepalingen van het koninklijk besluit van 10 november 2001 bedoelde kosten.
Art. 17. La sous-partie B6 couvre les coûts visés par les dispositions de l’arrêté royal du 10 novembre 2001.
Art. 18. § 1. Onderdeel B7A dekt de specifieke lasten gekoppeld aan de specifieke taken van door de in artikel 7, 2), g), 1°, bedoelde ziekenhuizen.
Art. 18. § 1er. La sous-partie X0X xxxxxx xxx xxxxx xxxxxxxxxxx xxxx xxx xxxxxx xxxxxxxxxxx xxxxxxxx xxx xxx xxxxxxxx visés à l’article 7, 2), g), 1°.
§2. Onderdeel B7B dekt de specifieke kosten van de ziekenhuizen bedoeld onder artikel 7, 2), g), 2°.
§2. La sous-partie B7B couvre les coûts spécifiques des hôpitaux visés à l’article 7, 2), g), 2°.
[(16) Art. 19. Onderdeel B8 dekt de specifieke kosten van een ziekenhuis met een op sociaal-economisch vlak zeer zwak patiëntenprofiel, met uitzondering van de kosten bedoeld in artikel 7, 2°, b).]
[(16) Art. 19. La sous-partie B8 couvre les coûts spécifiques générés par l’hôpital ayant un profil de patient très faible sur le plan socio-économique, à l’exception des coûts visés à l’article 7, 2°, b).]
[(14) Art. 19bis. De elementen waarvan de kosten door onderdeel B9 worden gedekt, zijn de volgende :
1° de eindeloopbaanmaatregelen;
2° het complement van de attractiviteitspremie, bedoeld in punt
10 van het Akkoord betreffende de federale gezondheidssectoren van 26 april 2005 afgesloten tussen de federale regering en de representatieve organisaties van de private non-profitsector, en in punt 13 van het protocol nr. 148/2 van 29 juni 2005, 5 juli 2005 en 18 juli 2005 van het Gemeenschappelijk Comité voor het geheel van de openbare diensten;
3° de stijging van het aan het statutair personeel toegekende vakantiegeld;
[(21) 4° de stijging van het loonsupplement voor nachtprestaties op zon- en feestdagen van 50 naar 56 %;]
5° de jobcreatie, bedoeld in punt 9.3. van het Akkoord betreffende de federale gezondheidssectoren van 26 april 2005 afgesloten tussen de federale regering en de representatieve organisaties van de private non-profitsector, en in punt 11.5. van het protocol nr. 148/2 van 29 juni 2005, 5 juli 2005 en 18 juli 2005 van het Gemeenschappelijk Comité voor het geheel van de openbare diensten. ]
[(21) 6° de financiering van een functiecomplement toegekend aan de hoofdverpleegkundigen, de verpleegkundigen diensthoofd van het middenkader en de hoofdparamedici met een geldelijke anciënniteit van minimum 18 jaar en die de opleiding zoals vereist door de besluiten tot vaststelling van hun functie genoten hebben.]
[(14) Art. 19bis. Xxx xxxxxxxx xxxx xx xxxx xxx xxxxxxx xxx xx xxxx-xxxxxx X0 xxxx les suivants :
1° les mesures de fin de carrière ;
2° le complément de la prime d’attractivité, visée au point 10 de l'Accord relatif aux secteurs fédéraux de la santé du 26 avril 2005 conclu entre le gouvernement fédéral et les organisations représentatives du secteur privé non marchand et xx xxxxx 00 xx xxxxxxxxx xx 000/0 xx Xxxxxx commun à l’ensemble des services publics des 29 juin 2005, 5 juillet 2005 et 18 juillet 2005 ;
3° l’augmentation du pécule de vacances octroyé au personnel statutaire ;
[(21) 4° l’augmentation du pourcentage de supplément de salaire relatif aux prestations de nuit effectuées le dimanche et les jours férié, de 50 à 56 % ;]
5° les créations d’emplois, visées au point 9.3. de l'Accord relatif aux secteurs fédéraux de la santé du 26 avril 2005 conclu entre le gouvernement fédéral et les organisations représentatives du secteur privé non marchand et xx xxxxx
00.0. xx xxxxxxxxx xx 000/0 xx Xxxxxx commun à l’ensemble des services publics des 29 juin 2005, 5 juillet 2005 et 18 juillet 2005. ]
[(21) 6° le financement d’un complément fonctionnel attribué aux infirmiers en chef, infirmiers chefs de service du cadre intermédiaire et paramédicaux en chef, ayant une ancienneté pécuniaire de 18 ans minimum et la formation requise par les arrêtés définissant leur fonction.]
Onderafdeling 4. - Deel C van het budget Sous-section 4. - Partie C du budget
[(30) Art. 20. opgeheven] [(30) Art. 20. abrogé]
Art. 21. Onderdeel C2 van het budget bevat de inhaalbedragen voor een tekort of een teveel aan ontvangsten ten opzichte van een budget vastgesteld voor het lopend dienstjaar of voor één of meerdere vorige dienstjaren vastgesteld budget.
Art. 21. La sous-partie C2 du budget comprend les montants de rattrapage pour un manque ou un surplus de recettes par rapport à un budget fixé pour l’exercice en cours ou pour un ou plusieurs exercices antérieurs.
[(21) Art 22. Onderdeel C3 bevat het bedrag voor de eenpersoonskamers, waarvoor, overeenkomstig artikel 97 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008, supplementen boven het budget van financiële middelen worden geïnd en waarmee het budget van financiële middelen van het ziekenhuis wordt verminderd.]
[(21) Art. 22. La sous-partie C3 comprend le montant pour les chambres à un lit, pour lesquelles, conformément à l'article 97 de la loi relative aux hôpitaux et à d’autres établissements de soins, coordonnée le 10 juillet 2008, des suppléments au-delà du budget des moyens financiers sont perçus, et à raison duquel le budget des moyens financiers de l'hôpital est diminué.]
[(46) Art. 23. opgeheven ] [(46) Art. 23. abrogé ]
HOOFDSTUK VI. - Modaliteiten voor de vaststelling van het budget en criteria volgens dewelke de kosten worden aanvaard
CHAPITRE VI. - Modalités de fixation du budget et critères selon lesquels les coûts sont admis
Afdeling I. - Deel A van het budget Section I. - Partie A du budget
Onderafdeling 1. - Onderdeel A1 van het budget Sous-section 1. - Sous-partie A1 du budget
Art. 24. De investeringslasten, die gedekt worden door onderdeel A1 van het budget, worden afgeschreven overeenkomstig de bepalingen en de termijnen bepaald door [(21) het koninklijk besluit van 19 juni 2007 betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen].
Art. 24. Les charges d'investissement, couvertes par la sous- partie A1 du budget sont amorties conformément aux dispositions et aux délais visés par [(21) l’arrêté royal du 19 juin 2007 relatif aux comptes annuels des hôpitaux].
Art. 25. § 1. De afschrijvingen voor de lasten van opbouw, [(21) opgeheven], uitrusting en apparatuur,worden berekend op de werkelijke investeringswaarden, en zijn begrensd tot de daarvoor geldende maximumbedragen, verminderd met de om niet-verkregen toelagen verleend door de overheden bevoegd voor het gezondheidsbeleid op grond van de artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet.
Art. 25. § 1er. Les amortissements des charges de construction, [(21) abrogés] d'équipement et d'appareillage sont calculés sur les valeurs réelles d'investissement et sont limités aux montants maxima déterminés à cet effet, sous déduction des subventions à fonds perdus, accordées par les autorités compétentes pour la politique de santé xxx xx xxxx xxx xxxxxxxx 000, 000 xx 000 xx xx Xxxxxxxxxxxx.
§ 2. [(27) De overeenkomstig § 1, vastgestelde afschrijvingen mogen niet hoger zijn dan 40 % van de werkelijke investeringswaarden, beperkt tot de voormelde maximumbedragen, voor zover er betoelaging werd bekomen. Deze betoelaging moet blijken uit de beslissing van de ter zake bevoegde overheid bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot bepaling van de algemene criteria voor de vaststelling en de goedkeuring van de kalender bedoeld in artikel 46bis, eerste lid, van de wet op de ziekenhuizen voor de overheid die bij toepassing van artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet inzake gezondheidsbeleid bevoegd is. Indien het bovengenoemde bewijs niet geleverd wordt, of indien er geen subsidie werd verkregen, worden de afschrijvingslasten niet in aanmerking genomen.
In geval van toepassing van artikel 3, §1, van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend, dan wordt het percentage van 40 % gebracht op 70 %.
In geval van toepassing van artikel 3, §1bis van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend, dan wordt het percentage van 40 % gebracht op 90 %.]
§ 2. [(27) Les amortissements déterminés conformément au
§1er, ne peuvent dépasser 40 % des valeurs réelles d'investissement, limitées aux montants maximums précités pour autant qu'il y ait eu subvention. Ces subventions doivent être prouvées par la décision de l'autorité concernée compétente en cette matière, visée à l’article 7 de l’xxxxxx xxxxx xx 0 xxx 0000 xxxxxxxxxxx xxx xxxxxxxx généraux pour la fixation et l'approbation du calendrier visé à l'article 00xxx, xxxxxx xxxxxxx, xx xx xxx xxx xxx xxxxxxxx pour l'autorité compétente en matière de politique de santé xxx xxxx xxx xxxxxxxx 000, 000 xx 000 xx xx Xxxxxxxxxxxx. Lorsque la preuve précitée n’est pas fournie ou qu’il n’y a pas eu de subvention, les charges d’amortissement ne sont pas prises en compte.
En cas d’application de l’article 3, §1er, de l’arrêté royal du 13 décembre 1966 déterminant le taux et certaines conditions d’octroi des subventions pour la construction, le reconditionnement, l’équipement et l’appareillage d’hôpitaux, le pourcentage de 40 % est porté à 70 %.
En cas d’application de l’article 3, §1erbis de l’arrêté royal du
13 décembre 1966 déterminant le taux et certaines conditions d’octroi des subventions pour la construction, le reconditionnement, l’équipement et l’appareillage d’hôpitaux, le pourcentage de 40 % est porté à 90 %. ]
[(21) § 3. De afschrijvingslasten voor onroerende goederen die niet betoelaagbaar zijn, bedoeld in artikel 9, 1°, worden ten belope van 100 % van de werkelijke investeringswaarde gedekt in het budget van financiële middelen.
De afschrijvingslasten voor investeringen, bedoeld in artikel 9, 5°, worden ten belope van 100 % van de werkelijke investeringswaarde gedekt in het budget van financiële middelen, verminderd met de om niet-verkregen toelagen verleend door de overheden bevoegd voor het beleid inzake duurzame ontwikkeling.]
[(21) § 3. Les charges d'amortissement des investissements immeubles non subventionnables, visés à l’article 9, 1°, sont couvertes par le budget des moyens financiers à 100 % de leur valeur d'investissement réelle.
Les charges d’amortissement des investissements, visés à l’article 9, 5°, sont couvertes par le budget des moyens financiers à 100 % de leur valeur d’investissement réelle, sous déduction des subventions à fonds perdus accordées par les autorités compétentes en matière de politique de développement durable.]
§ 4. [(27) De afschrijvingslasten van de investeringen die uitgevoerd worden om te voldoen aan de architectonische normen voor de ziekenhuisapotheek en de chirurgische daghospitalisatie, mogen niet hoger zijn dan 40 % van de werkelijke investeringswaarden, beperkt tot de in § 1 bedoelde maximumbedragen, voor zover er betoelaging werd bekomen. Deze betoelaging moet blijken uit de beslissing van de ter zake bevoegde overheid bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot bepaling van de algemene criteria voor de vaststelling en de goedkeuring van de kalender bedoeld in artikel 46bis, eerste lid, van de wet op de ziekenhuizen voor de overheid die bij toepassing van artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet inzake gezondheidsbeleid bevoegd is. Indien het bovengenoemde bewijs niet geleverd wordt of indien er geen subsidie werd verkregen, worden de afschrijvingslasten niet in aanmerking genomen.
In geval van toepassing van artikel 3, §1bis van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend, dan wordt het percentage van 40 % gebracht op 90 %.]
§ 4. [(27) Les charges d'amortissements des investissements réalisés en vue de répondre aux normes architecturales prévues pour la pharmacie hospitalière et pour l’hospitalisation chirurgicale de jour ne peuvent dépasser 40 % des valeurs réelles d'investissement limitées aux montants maxima visés au §1er, pour autant qu'il y ait eu subvention. Ces subventions doivent être prouvées par la décision de l'autorité concernée compétente en cette matière, visée à l’article 7 de l’xxxxxx xxxxx xx 0 xxx 0000 xxxxxxxxxxx xxx xxxxxxxx généraux pour la fixation et l'approbation du calendrier visé à l'article 00xxx, xxxxxx xxxxxxx, xx xx xxx xxx xxx xxxxxxxx pour l'autorité compétente en matière de politique de santé xxx xxxx xxx xxxxxxxx 000, 000 xx 000 xx xx Xxxxxxxxxxxx. Lorsque la preuve précitée n’est pas fournie ou qu’il n’y a pas eu de subvention, les charges d’amortissement ne sont pas prises en compte.
En cas d’application de l’article 3, §1erbis de l’arrêté royal du
13 décembre 1966 déterminant le taux et certaines conditions d’octroi des subventions pour la construction, le reconditionnement, l’équipement et l’appareillage d’hôpitaux, le pourcentage de 40 % est porté à 90 %.]
§ 5. De aankoopprijs van de grond wordt uitgesloten van de in
§1, tot 4, bedoelde afschrijving.
§ 5. Le prix d'achat du terrain est exclu de la possibilité d'amortissement telle que prévue aux §§1, à 4.
§ 6. De in §§1 en 4 bedoelde afschrijvingen kunnen op een provisionele wijze worden vastgesteld ingebruikname van de betreffende investering.
§ 6. Les amortissements visés au §§1er et 4 peuvent être fixés de manière provisionnelle lors de la mise en exploitation de l’investissement concerné.
[(15) § 7. Vanaf 1 juli 2006 wordt aan elk ziekenhuis een bedrag van 2.200 euro toegekend om de kosten te dekken voor software waarmee financiële gegevens, alsook statistische informatie kunnen worden ingezameld. De bedragen zijn inbegrepen in de bedragen bedoeld in artikel 29, § 3, 3°, § 4, 3° en § 5, 3°. ]
[(15) § 7. Par hôpital, un montant de 2.200 euros est attribué, à partir du 1er juillet 2006, pour couvrir les frais du software permettant la collecte de données sur la situation financière et tous renseignements statistiques. Ce montant est compris dans les montants visés à l’article 29, § 3, 3°, § 4, 3° et § 5,
3°. ]
[(21) Art. 26. Voor de afschrijvingen van lasten van grote onderhoudswerken evenals voor de lasten van eerste inrichting, zoals bedoeld in artikel 9, 3° en 7°, worden de werkelijke lasten in aanmerking genomen.]
[(21) Art. 26. Pour les amortissements des charges de gros travaux d'entretien et des frais de première installation, visés à l'article 9, 3° et 7°, les charges réelles sont retenues.]
[(21) [(22) Art. 26bis. De afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, bedoeld in artikel 9, 4°, worden als volgt gedekt :
[(21) [(22) Art. 26bis. Les charges d’amortissement des travaux de reconditionnement, visés à l’article 9, 4°, sont couvertes de la manière suivante :
1° de afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken die vóór 1 januari 2010 zijn uitgevoerd, worden gedekt in het budget van financiële middelen op grond van de werkelijke lasten;
2° op 1 januari 2010 wordt, met het oog op een betere dekking in het budget van financiële middelen van de afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, een bedrag van 15.962.609 euro verdeeld onder de ziekenhuizen naar rata van hun aantal erkende bedden.
Voor de vaststelling van het aantal erkende bedden wordt rekening gehouden met het aantal erkende bedden, zoals dit bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu op het ogenblik van de berekening gekend is.
Het aldus toegekende bedrag zal eventueel, geheel of gedeeltelijk, gerecupereerd worden bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen in 2010 indien blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken lager liggen dan de financiering die in 2010 in het budget van financiële middelen is toegekend voor de dekking van de afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, met inbegrip van het bedrag waarvan hierboven sprake is.
3° op 1 januari 2011 wordt het hierboven vermelde bedrag verdeeld onder de ziekenhuizen naar rata van hun aantal erkende bedden.
Voor de vaststelling van het aantal erkende bedden wordt rekening gehouden met het aantal erkende bedden, zoals dit bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu op het ogenblik van de berekening gekend is.
Het aldus aan elk ziekenhuis toegekende bedrag is een forfait dat het betrokken ziekenhuis in staat moet stellen om de afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken die in 2011 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, te dekken.
Indien bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen in 2011 blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die in 2011 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, hoger liggen dan het toegekende forfait, worden de werkelijke lasten in aanmerking genomen. In dat geval worden de afschrijvingslasten voor de betrokken herconditioneringswerken op werkelijke basis gedekt tot het einde van de afschrijving van die herconditioneringswerken.
Indien daarentegen bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen in 2011 blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die in 2011 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, lager liggen dan het toegekende forfait, wordt het toegekende forfait behouden.
[(24) 4° op 1 januari 2012 wordt een bijkomend bedrag van 15.962.609 euro verdeeld onder de ziekenhuizen naar rata van hun aantal erkende bedden.
Voor de vaststelling van het aantal erkende bedden wordt rekening gehouden met het aantal erkende bedden, zoals dit bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu op het ogenblik van de berekening gekend is
Het aldus aan elk ziekenhuis toegekende bedrag is een forfait dat het betrokken ziekenhuis in staat moet stellen om de afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken die in 2012 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, te dekken.
1° les charges d’amortissements des travaux de reconditionnement réalisés avant le 1er janvier 2010 sont couvertes par le budget des moyens financiers sur base des charges réelles ;
2° au 1er janvier 2010, afin d’assurer une meilleure couverture par le budget des moyens financiers des charges d’amortissement des travaux de reconditionnement, un montant de 15.962.609 euros est réparti entre les hôpitaux au prorata de leur nombre de lits agréés.
Pour la fixation du nombre de lits agréés, il est tenu compte du nombre de lits agréés tel que connu par le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement au moment du calcul.
Le montant ainsi attribué sera éventuellement récupéré, en totalité ou partiellement, lors de la révision annuelle du budget des moyens financiers en 2010 s’il est constaté que les charges réelles d’amortissement des travaux de reconditionnement sont inférieures au financement octroyé en 2010 dans le budget des moyens financiers pour la couverture des charges d’amortissement des travaux de reconditionnement, en ce y compris le montant dont question ci-dessus.
3° xx 0xx xxxxxxx 0000, xx xxxxxxx xxxxxxxxxxxx xxx xxxxxxx xxxxx xxx xxxxxxxx xx prorata de leur nombre de lits agréés.
Pour la fixation du nombre de lits agréés, il est tenu compte du nombre de lits agréés tel que connu par le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement au moment du calcul.
Le montant ainsi attribué à chaque hôpital constitue un forfait devant permettre à l’hôpital concerné de couvrir les charges d’amortissement des travaux de reconditionnement amortissables la première fois en 2011.
S’il est constaté lors de la révision annuelle du budget des moyens financiers en 2011 que les charges réelles d’amortissement des travaux de reconditionnement amortissables la première fois en 2011 sont supérieures au forfait alloué, les charges réelles seront retenues. Dans ce cas, les charges d’amortissement des travaux de reconditionnement concernés sont couvertes sur base réelle jusqu’au terme de l’amortissement de ces travaux de reconditionnement.
Si, au contraire, il est constaté lors de la révision annuelle du budget des moyens financiers en 2011 que les charges réelles d’amortissement des travaux de reconditionnement amortissables la première fois en 2011 sont inférieures au forfait alloué, le forfait attribué sera maintenu.
[(24) 4° au 1er janvier 2012, xx xxxxxxx xxxxxxxxxxxxxx xx 00.000.000 xxxxx xxx xxxxxxx xxxxx xxx xxxxxxxx xx prorata de leur nombre de lits agréés.
Pour la fixation du nombre de lits agréés, il est tenu compte du nombre de lits agréés tel que connu par le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement au moment du calcul.
Le montant ainsi attribué à chaque hôpital constitue un forfait devant permettre à l’hôpital concerné de couvrir les charges d’amortissement des travaux de reconditionnement amortissables la première fois en 2012.
Indien bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen in 2012 blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die in 2012 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, hoger liggen dan het toegekende forfait, worden de werkelijke lasten in aanmerking genomen. In dat geval worden de afschrijvingslasten voor de betrokken herconditioneringswerken op werkelijke basis gedekt tot het einde van de afschrijving van die herconditioneringswerken.
Indien daarentegen bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen in 2012 blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die in 2012 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, lager liggen dan het toegekende forfait, wordt het toegekende forfait behouden.
[(29) 5° op 1 januari 2013 wordt een bijkomend bedrag van 15.962.609 euro onder de ziekenhuizen naar rata van hun aantal erkende bedden.
Voor de vaststelling van het aantal erkende bedden wordt rekening gehouden met het aantal erkende bedden, zoals dit bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu op het ogenblik van de berekening gekend is.
Het aldus aan elk ziekenhuis toegekende bedrag is een forfait dat het betrokken ziekenhuis in staat moet stellen om de afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken die in 2013 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, te dekken.
Indien bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen in 2013 blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die in 2013 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, hoger liggen dan het toegekende forfait, worden de werkelijke lasten in aanmerking genomen. In dat geval worden de afschrijvingslasten voor de betrokken herconditioneringswerken op werkelijke basis gedekt tot het einde van de afschrijving van die herconditioneringswerken.
Indien daarentegen bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen in 2013 blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die in 2013 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, lager liggen dan het toegekende forfait, wordt het toegekende forfait behouden.
[(30) 6° op 1 januari 2014 wordt een bijkomend bedrag van 15.962.609 euro verdeeld onder de ziekenhuizen naar rata van hun aantal erkende bedden.
Voor de vaststelling van het aantal erkende bedden wordt rekening gehouden met het aantal erkende bedden, zoals bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu op het ogenblik van de berekening gekend is.
Het aldus aan elk ziekenhuis toegekende bedrag is een forfait dat het betrokken ziekenhuis in staat moet stellen om de afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken die in 2014 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, te dekken.
S’il est constaté lors de la révision annuelle du budget des moyens financiers en 2012 que les charges réelles d’amortissement des travaux de reconditionnement amortissables la première fois en 2012 sont supérieures au forfait alloué, les charges réelles seront retenues. Dans ce cas, les charges d’amortissement des travaux de reconditionnement concernés sont couvertes sur base réelle jusqu’au terme de l’amortissement de ces travaux de reconditionnement.
Si, au contraire, il est constaté lors de la révision annuelle du budget des moyens financiers en 2012 que les charges réelles d’amortissement des travaux de reconditionnement amortissables la première fois en 2012 sont inférieures au forfait alloué, le forfait attribué sera maintenu.
[(29) 5° au 1er janvier 2013, xx xxxxxxx xxxxxxxxxxxxxx xx 00.000.000 xxxxx xxx xxxxxxx xxxxx xxx xxxxxxxx xx prorata de leur nombre de lits agréés.
Pour la fixation du nombre de lits agréés, il est tenu compte du nombre de lits agréés tel que connu par le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement au moment du calcul.
Le montant ainsi attribué à chaque hôpital constitue un forfait devant permettre à l’hôpital concerné de couvrir les charges d’amortissement des travaux de reconditionnement amortissables la première fois en 2013.
S’il est constaté lors de la révision annuelle du budget des moyens financiers en 2013 que les charges réelles d’amortissement des travaux de reconditionnement amortissables la première fois en 2013 sont supérieures au forfait alloué, les charges réelles seront retenues. Dans ce cas, les charges d’amortissement des travaux de reconditionnement concernés sont couvertes sur base réelle jusqu’au terme de l’amortissement de ces travaux de reconditionnement.
Si, au contraire, il est constaté lors de la révision annuelle du budget des moyens financiers en 2013 que les charges réelles d’amortissement des travaux de reconditionnement amortissables la première fois en 2013 sont inférieures au forfait alloué, le forfait attribué sera maintenu.
[(30) 6° au 1er janvier 2014, xx xxxxxxx xxxxxxxxxxxxxx xx 00.000.000 xxxxx xxx xxxxxxx xxxxx xxx xxxxxxxx xx prorata de leur nombre de lits agréés.
Pour la fixation du nombre de lits agréés, il est tenu compte du nombre de lits agréés tel que connu par le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement au moment du calcul.
Le montant ainsi attribué à chaque hôpital constitue un forfait devant permettre à l’hôpital concerné de couvrir les charges d’amortissement des travaux de reconditionnement amortissables la première fois en 2014.
Indien bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen in 2014 blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die in 2014 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, hoger liggen dan het toegekende forfait, worden de werkelijke lasten in aanmerking genomen. In dat geval worden de afschrijvingslasten voor de betrokken herconditioneringswerken op werkelijke basis gedekt tot het einde van de afschrijving van die herconditioneringswerken.
Indien daarentegen bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen in 2014 blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die in 2014 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, lager liggen dan het toegekende forfait, wordt het toegekende forfait behouden.
7° op 1 januari 2015 wordt aan elk ziekenhuis een forfaitair bedrag toegekend a rato van het aantal erkende bedden zoals gekend op het ogenblik van de berekening, teneinde de afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken te dekken die in 2015 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn.
Indien bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen in 2015 blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die in 2015 voor de eerste keer afschrijfbaar zijn, hoger liggen dan het toegekende forfait, worden de werkelijke lasten in aanmerking genomen. In dat geval worden de afschrijvinglasten voor de betrokken herconditioneringswerken op werkelijke basis gedekt tot het einde van de afschrijving van die hercondiotioneringswerken.
Indien daarentegen bij de jaarlijkse herziening van het budget van financiële middelen in 2015 blijkt dat de werkelijke afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die voor de eerste keer afschrijfbaar zijn tijdens het herziene jaar, lager liggen dan het toegekende forfati, wordt het toegekende forfait behouden.
8° Voor de niet prioritaire herconditioneringswerken die voor de eerste keer, ten vroegste vanaf 2016 worden afgeschreven, dient de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu te beschikken over het akkoord van de bevoegde minister voor de gemeenshappen, voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en desgevallend voor het Waalse Gewest en de Franse gemeenshapscommissie.
9° vanaf 1 januari 2016 worden de afschrijvingslasten voor herconditioneringswerken, die voor de eerste keer afschrijfbaar zijn tijdens het betrokken jaar, gedekt voor de werkelijke kosten.]]]]]
S’il est constaté lors de la révision annuelle du budget des moyens financiers, en 2014, que les charges réelles d’amortissement des travaux de reconditionnement amortissables la première fois en 2014 sont supérieures au forfait alloué, les charges réelles seront retenues. Dans ce cas, les charges d’amortissement des travaux de reconditionnement concernés sont couvertes sur base réelle jusqu’au terme de l’amortissement de ces travaux de reconditionnement.
Si, au contraire, il est constaté lors de la révision annuelle du budget des moyens financiers en 2014 que les charges réelles d’amortissement des travaux de reconditionnement amortissables la première fois en 2014 sont inférieures au forfait alloué, le forfait attribué sera maintenu.
7° au 1er janvier 2015, un montant forfaitaire est attribué à chaque hôpital, au prorata de son nombre de lits agréés tels que connus au moment du calcul, afin de couvrir les charges d’amortissement des travaux de reconditionnement amortissables la première fois en 2015.
S’il est constaté, lors de la révision annuelle du budget des moyens financiers, en 2015, que les charges réelles d’amortissement des travaux de reconditionnement, amortissables la première fois en 2015 sont supérieures au forfait alloué, les charges réelles seront retenues. Dans ce cas, les charges d’amortissement des travaux de reconditionnement concernés sont couvertes sur base réelle jusqu’au terme de l’amortissement de ces travaux de reconditionnement.
Si, au contraire, il est constaté lors de la révision annuelle du budget des moyens financiers, en 2015, que les charges réelles d’amortissement des travaux de reconditionnement amortissables la première fois durant l’année revue sont inférieures au forfait alloué, le forfait attribué sera maintenu.
8° Pour les travaux de reconditionnement non prioritaires qui seront amortis, pour la première fois, au plus tôt à partir de 2016, le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement doit disposer de l’accord du ministre compétent pour les communautés, pour la Commissin communautaire commune, et le cas échéant, pour la Région Wallonne et pour la Commission communautaire française.
9° à partir du 1er janvier 2016, les charges d’amortisssement des travaux de reconditionnement, amortissables la première fois durant l’année concernée, sont couvertes sur base de leurs coûts réels.]]]]]
[(22) Art 27. § 1. Voor de financiële lasten van leningen aangegaan ter financiering van de in artikelen 25, 26 en 26bis bedoelde investeringen, worden eveneens de werkelijke lasten weerhouden mits inachtneming van dezelfde beperkingen als deze vermeld in artikel 25 §§1, 2, 4, en 5.]
[(22) Art. 27. §1er. Pour les charges financières des emprunts contractés pour le financement des investissements, visés aux articles 25, 26 et 26 bis, les charges réelles sont également retenues, les limitations de l'article 25, §§1, 2, 4, et 5, devant être respectées.]
§ 2. De in §1, bedoelde financiële lasten moeten provisioneel worden vastgesteld, wanneer die betrekking hebben op de in artikel 25, §1, en §4, bedoelde investeringen.
§ 2. Les charges financières visées au §1er, peuvent être fixées de manière provisionnelle lorsqu’elles se rapportent aux investissements dont question à l’article 25, §1er , et §4.
Art. 28. De lasten voor het huren van gebouwen worden beperkt tot het niveau van de afschrijvingen en financiële lasten berekend overeenkomstig de artikelen 25 en 27, alsof de beheerder eigenaar zou geweest zijn. [(26) Art. 29. § 1. In afwijking van artikel 25 worden de volgende lasten, na afschrijving van de betoelaagde investeringen, forfaitair vergoed: 1° de lasten die verband houden met de afschrijving van medische uitrusting; 2° de lasten die verband houden met de afschrijving van de niet- medische uitrusting, met inbegrip van informatica-apparatuur alsmede van meubilair; 3° de lasten die verband houden met de afschrijving van het rollend materieel. § 2. Het forfaitair bedrag dat krachtens §1, 1°, aan de acute ziekenhuizen, bedoeld in artikel 46 van de wet op de ziekenhuizen wordt toegekend, wordt als volgt berekend: 1° het beschikbare budget op 30 juni 2005 wordt in eerste instantie verdeeld onder de groepen van ziekenhuizen, bedoeld in artikel 40, op basis van de kosten vastgesteld gedurende een dienstjaar. Binnen elke groep wordt het beschikbare budget verdeeld over de volgende activiteiten, op basis van de hiernavolgende waarden uitgedrukt in percentages: | Art. 28. Les charges du loyer des bâtiments sont limitées au niveau des amortissements et des charges financières calculés conformément aux articles 25 et 27, comme si le gestionnaire eût été le propriétaire. [(26) Art. 29. § 1er. Par dérogation à l’article 25, sont couvertes forfaitairement, après la période d’amortissement des investissements subventionnés, les charges suivantes: 1° les charges liées à l’amortissement du matériel d’équipement médical; 2° les charges liées à l’amortissement du matériel d’équipement non médical, y compris l’appareillage d’informatique et le mobilier ; 3° les charges liées à l’amortissement du matériel roulant. § 2. Le forfait attribué en vertu du §1er, 1° pour les hôpitaux aigus visés à l’article 00 xx xx xxx xxx xxx xxxxxxxx xxx calculé de la manière suivante: 1° le budget disponible au 30 juin 2005 est en premier xxxx xxxxxxx xxxxx xxx xxxxxxx x’xxxxxxxx xxxx question à l’article 40, sur base des dépenses constatées pendant un exercice. A l’intérieur de chaque groupe, le budget disponible est réparti entre les activités suivantes selon les valeurs exprimées en pourcentage ci-après: | ||||
Groupe Universitaire Universitaire groep | < 200 lits < 200 bedden | 200 à 299 lits 200 tot 299 bedden | 300 à 449 lits 300 tot 449 bedden | > 450 lits > 450 bedden | |
Service d’urgences Spoedgevallendienst | 3 | 3 | 3 | 5 | 3 |
Quartier opératoire Operatiekwartier | 46 | 48 | 56 | 47 | 52 |
Maternité Materniteit | 1 | 3 | 5 | 4 | 4 |
Néonatalogie intensive Intensieve neonatalogie | 5 | 3 | - | 1 | 6 |
Soins intensifs Intensieve zorgen | 20 | 16 | 13 | 15 | 13 |
Autres services Andere diensten | 25 | 27 | 23 | 28 | 22 |
Wanneer er binnen een ziekenhuisgroep één of andere van de hierboven bedoelde activiteiten niet aanwezig is dan wordt het gedeelte van het beschikbare budget dat met die activiteit of activiteiten overeenstemt verdeeld onder de andere activiteiten van dezelfde groep, naar rato van de toegewezen bedragen. 2° a) het beschikbare budget voor de spoedgevallendiensten wordt onder de ziekenhuizen verdeeld naar rata van het aantal punten dat met toepassing van het hiernavolgende artikel 46, §3, 2°, b) aan elk ziekenhuis wordt toegekend; | Quand, dans un groupe d’hôpitaux, l’une ou l’autre des activités visées ci-dessus n’est pas présente, la part du budget disponible correspondant à cette ou à ces activités est répartie entre les autres activités du même groupe au prorata des montants attribués. 2° a) le budget disponible pour les services d'urgence est réparti entre les hôpitaux au prorata du nombre de points attribué à chaque hôpital en application de l'article 46, §3, 2°, b) ci-après pour le dernier exercice connu; |
b) het beschikbare budget voor de operatiekwartieren wordt onder de ziekenhuizen verdeeld naar rata van het aantal operatiezalen dat met toepassing van het hiernavolgende artikel 46, §3, 2°, a), aan elk ziekenhuis wordt toegekend;
c) het beschikbare budget voor de kraaminrichtingen wordt onder de ziekenhuizen verdeeld naar rata van het aantal bevallingen van het laatst gekende dienstjaar;
d) het beschikbare budget voor de diensten intensieve neonatologie wordt onder de ziekenhuizen verdeeld naar rata van het aantal erkende NIC-bedden;
e) het beschikbare budget voor de diensten intensieve zorg wordt onder de ziekenhuizen verdeeld naar rata van het aantal punten dat met toepassing van het artikel 46, §2, 2°, c), aan elk ziekenhuis wordt toegekend;
f) het beschikbare budget voor de andere diensten wordt onder de ziekenhuizen verdeeld naar rata van het budget van Onderdeel B2, bedoeld in het artikel 45, §7 voor het laatst gekende dienstjaar.
3° De bedragen berekend in toepassing van 2°, a) tot f), worden samengevoegd voor ieder ziekenhuis en het resultaat wordt “het forfait” genoemd. De overgang van het budget op 30 juni 2003 naar het forfait gebeurt progressief.
De aanpassing wordt vastgelegd als volgt:
- op 1 juli 2003, 34 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003;
- op 1 juli 2004, 67 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003;
- op 1 juli 2005, 100 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003.
b) le budget disponible pour xxx xxxxxxxxx xxxxxxxxxxx xxx xxxxxxx xxxxx xxx xxxxxxxx xx prorata du nombre de salles d'opération attribué à chaque hôpital en application de l'article 46, §3 , 2°, a), ci-après pour le dernier exercice connu;
c) le budget disponible pour les services de xxxxxxxxx xxx xxxxxxx xxxxx xxx xxxxxxxx xx prorata du nombre d'accouchements du dernier exercice connu;
d) le budget disponible pour les services de néonatologie intensive est réparti entre les hôpitaux au prorata de leur nombre de lits agréés NIC;
e) le budget disponible pour les soins intensifs est réparti entre les hôpitaux au prorata du nombre de points attribué à chaque hôpital en application de l'article 46, §2, 2°, c), pour le dernier exercice connu;
f) le budget disponible pour les autres services est réparti entre les hôpitaux au prorata du budget relatif à la Sous- partie B2 visé à l'article 45, §7 pour le dernier exercice connu.
3° Les montants calculés en application du 2°, a) à f), sont additionnés pour chaque hôpital et le résultat est dénommé “le forfait”. Le passage du budget au 30 juin 2003 vers le forfait s’effectue progressivement.
L’ajustement est fixé comme suit :
- au 1er juillet 2003, 34 % de la différence entre le forfait et le budget au 30 juin 2003 ;
- au 1er juillet 2004, 67 % de la différence entre le forfait et le budget au 30 juin 2003 ;
- au 1er juillet 2005, 100 % de la différence entre le forfait et le budget au 30 juin 2003.
4° Binnen de grenzen van het beschikbare nationale budget van 20.876.995 euro wordt het bedrag bedoeld in 3° verhoogd met een bedrag M dat als volgt wordt berekend :
M = A + (B x C/D)
waarbij:
A gelijk is aan 50% van het beschikbare budget, gedeeld door het aantal ziekenhuizen, dit is 90.769 euro;
B gelijk is aan 50 % van het beschikbare budget;
C gelijk is aan het budget B2 dat op 1 januari 2005 overeenkomstig artikel 45, §§1 en 9, aan het ziekenhuis is toegekend;
D gelijk is aan de som van de budgetten B2 die op 1 januari 2005 overeenkomstig artikel 45, §§1 en 9, aan alle ziekenhuizen van het land worden toegekend;
Het bedrag M wordt pro rata van 1/3 op 1 juli 2005, 2/3 op 1 juli 2006 en 3/3 op 1 januari 2007 toegekend.
4° Dans les limites du budget national disponible de 20.876.995 euros, il est ajouté au montant visé au 3° un montant M calculé comme suit :
M = A + (B x C/D)
où:
A est égal à 50 % du budget disponible divisé par le nombre d’hôpitaux, soit 90.769 euros ;
B est égal à 50 % du budget disponible ;
C est égal au budget B2 attribué à l’hôpital au 1er janvier 2005 conformément à l’article 45, §§ 1er et 9 ;
X xxx xxxx x xx xxxxx xxx xxxxxxx X0 xxxxxxxxx xx 0xx janvier 2005 pour tous les hôpitaux du pays conformément à l’article 45, §§ 1er et 9 ;
Le montant M est accordé à raison d’1/3 au 1er juillet 2005, 0/0 xx 0xx xxxxxxx 0000 xx 0/0 xx 0xx janvier 2007.
§ 3. Het forfaitair bedrag dat krachtens §1, 2°, aan de acute ziekenhuizen wordt toegekend, wordt als volgt berekend:
1° het beschikbare budget op 30 juni 2005 wordt eerst verdeeld onder de groepen van ziekenhuizen, bedoeld in artikel 40 op basis van de kosten gedurende een dienstjaar. Vervolgens wordt het beschikbare budget binnen elke groep verdeeld naar rata van de som van de budgetten van onderdeel B1 en onderdeel B2 en
§ 3. Le forfait attribué en vertu du §1er, 2°, pour les hôpitaux aigus est calculé de la manière suivante:
1° le budget disponible au 30 juin 2005 est réparti en premier lieu entre les groupes d'hôpitaux dont question à l'article 40 sur base des dépenses constatées pendant un exercice. A l'intérieur de chaque groupe, la répartition du budget disponible s'effectue au prorata de la somme des budgets relatifs aux sous-parties B1 et B2 fixés en application des
dit met toepassing van de artikelen 42, 10de bewerking en 45, §7, voor het laatst gekende dienstjaar;
2° De overgang van het budget op 30 juni 2003 naar het forfait berekend overeenkomstig 1° gebeurt progressief.
De aanpassing wordt vastgelegd als volgt :
- op 1 juli 2003, 34 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003;
- op 1 juli 2004, 67 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003;
- op 1 juli 2005, 100 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003.
3° Binnen de grenzen van het beschikbare nationale budget van
19.980.230 euro wordt een bedrag M toegevoegd dat als volgt wordt berekend :
M = A + (B x C/D)
waarbij:
A gelijk is aan 60 % van het beschikbare budget gedeeld door het aantal ziekenhuizen, dit is 104.244 euro;
B gelijk is aan 40 % van het beschikbare budget;
C gelijk is aan de som van de budgetten B1 en B2 die op 1 januari 2005 overeenkomstig de artikelen 33, § 3, 42 en 45, §§ 1 en 9 aan het ziekenhuis worden toegekend;
D gelijk is aan de som van de budgetten B1 en B2 die op 1 januari 2005 overeenkomstig de artikelen 33, § 3, 42 en 45, §§ 1 en 9, aan alle ziekenhuizen van het land worden toegekend.
Het bedrag M wordt pro rata van 1/3 op 1 juli 2005, 2/3 op 1 juli 2006, 3/3 op 1 januari 2007 toegekend.
articles 42, 10e opération et 45, §7, pour le dernier exercice connu;
2° Le passage du budget au 30 juin 2003 vers le forfait calculé conformément au 1° s’effectue progressivement.
L’ajustement est fixé comme suit :
- au 1er juillet 2003, 34 % de la différence entre le forfait et le budget au 30 juin 2003 ;
- au 1er juillet 2004, 67 % de la différence entre le forfait et le budget au 30 juin 2003
- au 1er juillet 2005, 100 % de la différence entre le forfait et le budget au 30 juin 2003.
3° Dans les limites du budget national disponible de
19.980.230 euros, il est ajouté un montant M calculé comme suit :
M = A + (B x C/D)
où:
A est égal à 60 % du budget disponible divisé par le nombre d’hôpitaux, soit 104.244 euros ;
B est égal à 40 % du budget disponible ;
C est égal à la somme des budgets B1 et B2 attribués à l’hôpital au 1er janvier 2005 conformément aux articles 33,
§ 3, 42 et 45, §§ 1er et 9 ;
X xxx xxxx x xx xxxxx xxx xxxxxxx X0 xx X0 xxxxxxxxx xx 0xx janvier 2005 pour tous les hôpitaux du pays conformément aux articles 33, § 3, 42 et 45, §§ 1er et 9.
Le montant M est accordé à raison d’1/3 au 1er juillet 2005, 0/0 xx 0xx xxxxxxx 0000 xx 0/0 xx 0xx janvier 2007.
§ 4. 1° Het forfaitair bedrag dat krachtens §1, 1° en 2°, aan de ziekenhuizen en Sp-diensten en geïsoleerde G-diensten wordt toegekend, wordt berekend door het beschikbare budget op 30 juni 2005 onder de ziekenhuizen te verdelen naar rata van het aantal erkende en bestaande bedden per ziekenhuis.
2° De overgang van het budget op 30 juni 2003 naar het forfait berekend overeenkomstig 1° gebeurt progressief.
De aanpassing wordt vastgelegd als volgt:
- op 1 juli 2003, 34 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003;
- op 1 juli 2004, 67 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003;
- op 1 juli 2005, 100 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003.
3° Het bedrag bedoeld in 2° wordt verhoogd met een bedrag M dat als volgt wordt berekend:
M = 216,29 euro x Lihi waarbij :
Lihi= het aantal op 1 januari 2005 erkende bedden.
Dit bedrag M wordt pro rata van 1/3 op 1 juli 2005, 2/3 op 1 juli 2006, 3/3 op 1 januari 2007 toegekend.
§ 4. 1° Le forfait attribué en vertu du §1er, 1° et 2° pour les hôpitaux et services Sp et G isolés est calculé en répartissant le budget disponible, xx 00 xxxx 0000, xxxxx xxx xxxxxxxx xx prorata du nombre de lits agréés et existants de chaque hôpital.
2° Le passage du budget au 30 juin 2003 vers le forfait calculé conformément au 1° s’effectue progressivement.
L’ajustement est fixé comme suit :
- au 1er juillet 2003, 34 % de la différence entre le forfait et le budget au 30 juin 2003 ;
- au 1er juillet 2004, 67 % de la différence entre le forfait et le budget au 30 juin 2003 ;
- au 1er juillet 2005, 100 % de la différence entre le forfait et le budget au 30 juin 2003.
3° Au montant visé au 2°, il est ajouté un montant M calculé comme suit :
M = 216,29 euros x Lihi où :
Xxxxx xx xxxxxx xx xxxx xxxxxx xx 0xx janvier 2005.
Ce montant M est accordé à raison d’1/3 au 1er juillet 2005, 0/0 xx 0xx xxxxxxx 0000 xx 0/0 xx 0xx janvier 2007.
§ 5. 1° Het forfaitair bedrag dat krachtens §1, 1°, en 2°, aan de psychiatrische ziekenhuizen wordt berekend door het beschikbare budget op 30 juni 2005 onder de ziekenhuizen te verdelen pro rata het aantal erkende en bestaande bedden per ziekenhuis.
Om het aantal bedden te berekenen, wordt het aantal bedden voor daghospitalisatie vermenigvuldigd met 0,7.
2° De overgang van het budget op 30 juni 2003 naar het forfait berekend overeenkomstig 1° gebeurt progressief.
De aanpassing wordt vastgelegd als volgt:
- op 1 juli 2003, 34 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003;
- op 1 juli 2004, 67 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003;
- op 1 juli 2005, 100 % van het verschil tussen het forfait en het budget op 30 juni 2003.
3° Het bedrag bedoeld in 2° wordt verhoogd met een bedrag M dat als volgt wordt berekend:
M = 177,68 euro x Lihi waarbij :
Lihi= het aantal op 1 januari 2005 erkende bedden.
Dit bedrag M wordt pro rata van 1/3 op 1 juli 2005, 2/3 op 1 juli 2006, 3/3 op 1 januari 2007 toegekend.
§ 5. 1° Le forfait attribué en vertu du §1er, 1°, et 2°, pour les hôpitaux psychiatriques est calculé en répartissant le budget disponible xx 00 xxxx 0000 xxxxx xxx xxxxxxxx xx prorata du nombre de lits agréés et existants de chaque hôpital.
Pour le calcul du nombre de lits, le nombre de lits de jour est multiplié par 0,7.
2° Le passage du budget au 30 juin 2003 vers le forfait calculé conformément au 1° s’effectue progressivement.
L’ajustement est fixé comme suit :
- au 1er juillet 2003, 34 % de la différence entre le forfait et le budget au 30 juin 2003;
- au 1er juillet 2004, 67 % de la différence entre le forfait et le budget au 30 juin 2003;
- au 1er juillet 2005, 100 % de la différence entre le forfait et le budget au 30 juin 2003.
3° Au montant visé au 2°, il est ajouté un montant M calculé comme suit :
M = 177,68 euros x Lihi où :
Xxxxx xx xxxxxx xx xxxx xxxxxx xx 0xx janvier 2005.
Ce montant M est accordé à raison d’1/3 au 1er juillet 2005, 0/0 xx 0xx xxxxxxx 0000 xx 0/0 xx 0xx janvier 2007.
§ 6. De bepalingen vermeld in de §§2 tot 5 zijn voor de eerste maal van toepassing vanaf 1 januari 1997.
Echter, voor de ziekenhuizen die genieten, gedurende de dienstjaren 1992 tot en met 1996, van een herziening van hun afschrijvingslasten van niet-medisch materieel wegens gesubsidieerde investeringen, afgeschreven voor de eerste maal tijdens één van de betreffende dienstjaren, worden de in 3, 1° en 2°, §4, 1° en 2° en §5, 1° en 2°, berekende forfaits vervangen tot het einde van de afschrijvingsperiode van de gesubsidieerde investering door de bedragen vastgesteld volgens de voornoemde herziening.
§ 6. Les modalités reprises aux §§2 à 5 sont pour la première fois d'application au 1er janvier 1997.
Cependant, pour les hôpitaux qui bénéficient, pendant les exercices 1992 à 1996 inclus, d'une révision de leurs charges d'amortissement du matériel d'équipement non médical en raison d'investissements subsidiés amortis pour la première fois pendant un des exercices concernés, les forfaits calculés selon les § 3, 1° et 2°, § 4, 1° et 2° et § 5, 1° et 2°, sont remplacés, jusqu'au terme de la période d'amortissement de l'investissement subsidié, par les montants déterminés à la suite de la révision précitée.
§ 7. De bepalingen vermeld in de §§2 tot 5, kunnen om de drie jaar worden herzien.
De berekeningen van forfaits in toepassing van § 2, 1° en 2°, van
§ 3, 1°, van § 4, 1° en van § 5, 1° gebeuren voor de volgende maal op 1 juli 2006 en vervolgens om de drie jaar.
[(30) Gevolg gevende aan de bevoegdheidsoverdracht inzake de financiering van de investeringen in de infrastructuur en de medisch-technische diensten van de ziekenhuizen door de Federale overheid aan de Gemeeschappen 1 juli 2014, zijn deze berekeningen niet meer gemaakt.]
§ 7. Les modalités reprises aux §§2 à 5, peuvent être revues tous les trois ans.
Les calculs des forfaits effectués en application du § 2, 1° et 2°, du § 3, 1°, du § 4, 1°, et du § 5, 1°, interviendront, la xxxxxxxxx xxxx, xx 0xx xxxxxxx 0000 xx, xxxxxxx, xxxx xxx xxxxx ans.
[(30) Faisant suite au transfert, au 1er juillet 2014, par l’Etat fédéral, aux communautés de la compétence en matière de financement des investissements des infrastructures et des services médico-techniques des hôpitaux, ces calculs ne sont plus effectués.]
§ 8. De ziekenhuizen die vanaf het dienstjaar 1997 voor het eerst betoelaagde investeringen afschrijven, krijgen een herziening gebaseerd op de reële afschrijvingslasten, voor zover de betoelaagde investering deel uitmaakt van een uitbreidings- en/of verbouwingsproject ten belope van ten minste 25 % van de maximumprijs van de bouw, berekend met toepassing van de ministeriële besluiten van 1 en 4 september 1978 tot wijziging van de ministeriële besluiten van 1 juli 1971 en 8 november 1973 tot vaststelling van de maximumkostprijs per bed die in aanmerking moet worden genomen voor de toepassing van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de apparatuur en de uitrusting van ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend. Indien de reële lasten lager zijn dan de forfaitaire bedragen die overeenkomstig de §§2 tot 5, worden vastgesteld, dan zijn die forfaitaire bedragen van toepassing. De overgang naar de forfaits bedoeld in §§ 2 tot 5 gebeurt na de afschrijvingsperiode van de gesubsidieerde investering, op het moment dat deze forfaits het onderwerp uitmaken van een nieuwe berekening in toepassing van § 7, tweede lid. De in aanmerking genomen reële lasten beperken zich echter tot de berekende bedragen] berekend met toepassing van de §§2 tot 5, verhoogd met de afschrijving op het niet-betoelaagde gedeelte van de betoelaagde investering.
Indien niet aan de in het vorige lid vermelde voorwaarden wordt voldaan, blijven de forfaitaire bedragen berekend met toepassing van de §§2 tot 5, behouden.
§ 8. Les hôpitaux amortissant pour la première fois à partir de l'exercice 1997 des investissements subventionnés xxxxxxxxxxx x'xxx xxxxxxxx xxxxx xxx xxx xxxxxxx xxxxxxx d'amortissement pour autant que l'investissement subventionné fasse partie d'un projet d'extension et/ou de reconditionnement dont la valeur représente au moins 25 % du coût maximum à la construction calculé en application des arrêtés ministériels des 1er et 4 septembre 1978 modifiant les arrêtés ministériels des 1er juillet 1971 et 8 novembre 1973 fixant les coûts maxima par lit à prendre en considération pour l'application de x'xxxxxx xxxxx xx 00 xxxxxxxx 0000 xxxxxxxxxxx xx xxxx et certaines conditions d'octroi des subventions pour la construction, le reconditionnement, l'équipement et l'appareillage d'hôpitaux. Si les charges réelles retenues sont inférieures aux forfaits déterminés conformément aux §§2 à 5, ces forfaits sont d'application. Le passage vers les forfaits visés aux §§ 2 à 5 intervient après la période d’amortissement de l’investissement subsidié et au moment où ces forfaits font l’objet d’un nouveau calcul en application du § 7, alinéa 2. D'autre part, les charges réelles retenues sont limitées aux montants calculés en application des §§2 à 5, augmentée de l'amortissement sur la partie non subsidiée de l'investissement subsidié.
Si les conditions de l'alinéa précédent ne sont pas remplies, les forfaits calculés en application des §§2 à 5, restent maintenus.
§ 9. Het krachtens §1, 3°, toegekende forfaitaire bedrag wordt vastgesteld op het niveau van de voor 2001 weerhouden lasten.
§ 9. Le forfait attribué en vertu du §1, 3°, est fixé au niveau des charges retenues pour 2001.
[(30) § 10. opgeheven]] [(30) § 10. abrogé]]
[(30) Art. 29bis. De aanloopkosten worden aanvaard op basis van de werkelijke uitgaven, en in het budget van financiële middelen opgenomen, overeenkomstig artikel 2, 1°, van het koninlijk besluit van 19 juni 2007 betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen.]
[(30) Art. 29bis. Les frais de pré-exploitation sont admis sur la base des dépenses réelles, et sont inclus dans le budget des moyens financiers, conformément à l’article 2, 1°, de l’arrêté royal du 19 juin 2007 relatif aux comptes annuels des hôpitaux.]
Onderafdeling 2. Onderdeel A2 van het budget Sous-section 2. Sous-partie A2 du budget
[(43) Art. 30. De kortetermijnkredietlasten bedoeld in artikel 10 worden op basis van de volgende formule berekend:
P x B x T waarbij:
P gelijk is aan 21 % voor de algemene ziekenhuizen en 13 % voor de psychiatrische ziekenhuizen;
B gelijk is aan het budget van financiële middelen, zonder onderdeel A2 [(46) opgeheven), berekend voor het betrokken dienstjaar en vermeerderd met de tegemoetkomingen van de ziekteverzekering van het laatst bekende dienstjaar voor de geneesmiddelen die aan de opgenomen patiënten worden afgeleverd;
[(43) Art. 30. Les charges de crédit à court terme, visées à l’article 10, sont calculées selon la formule suivante :
P x B x T où :
P est égal à 21 % pour hôpitaux généraux et 13 % pour les hôpitaux psychiatriques ;
B est égal au budget des moyens financiers, hors sous-partie A2 [(46) abrogés], calculé pour l’exercice considéré et augmenté des interventions de l’assurance maladie du dernier exercice connu pour les médicaments délivrés aux patients hospitalisés ;
T = 2,68 %. ] T = 2,68 %. ]
Onderafdeling 3. - Onderdeel A3 van het budget. Sous-section 3. - Sous-partie A3 du budget
Art. 31. § 1. De investeringslasten die gedekt worden door onderdeel A3 van het budget, worden afgeschreven overeenkomstig de bepalingen en de termijnen waarin [(21) het koninklijk besluit van 19 juni 2007 betreffende de jaarrekeningen van de ziekenhuizen ] voorziet.
[(27) § 2. Onverminderd andersluidende bepalingen worden afschrijvingen voor de lasten van opbouw, verbouwing, uitrusting en apparatuur, berekend op de werkelijke investeringswaarden, verminderd met de niet verkregen toelagen verleend door de overheden die op basis van artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet bevoegd zijn voor het gezondheidsbeleid.
Deze betoelaging moet blijken uit de beslissing van de ter zake bevoegde overheid bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 4 mei 1999 tot bepaling van de algemene criteria voor de vaststelling en de goedkeuring van de kalender bedoeld in artikel 46bis, eerste lid, van de wet op de ziekenhuizen voor de overheid die bij toepassing van artikelen 128, 130 en 135 van de Grondwet inzake gezondheidsbeleid bevoegd is. Indien het bovengenoemde bewijs niet geleverd wordt, of indien er geen subsidie werd verkregen, worden de afschrijvingslasten niet in aanmerking genomen.
In geval van toepassing van artikel 3, §1bis van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend, wordt het percentage van 40 % gebracht op 90 %.
Wanneer het bovengenoemde bewijs niet is geleverd of er geen subsidie werd verkregen, wordt er met de afschrijvingen van de kosten voor opbouw of verbouwing en de erop betrekking hebbende financiële leningslasten geen rekening gehouden.
Wat de afschrijvingen voor de lasten van opbouw en verbouwing betreft en de financiële lasten die daarop betrekking hebben, wordt enkel rekening gehouden met de werken die betrekking hebben op de architectonische normen, voorzien in de koninklijke besluiten houdende vaststelling van de erkenningsnormen waaraan de betrokken medisch-technische diensten moeten voldoen. Er wordt eveneens rekening gehouden met de afschrijvingslasten en de financiële lasten die op de grote onderhoudswerken betrekking hebben.]
Art. 31. § 1er. Les charges d'investissement couvertes par la sous-partie A3 du budget sont amorties conformément aux dispositions et dans les délais prévus par [(21) l’arrêté royal du 19 juin 2007 relatif aux comptes annuels des hôpitaux].
[(27) § 2. Sauf dispositions contraires, les amortissements des charges de construction, d'aménagement, d'équipement et d'appareillage calculés sur les valeurs d'investissement réelles sont diminués des subsides à fonds perdus accordés par les autorités compétentes pour la politique de santé xxx xx xxxx xxx xxxxxxxx 000, 000 xx 000 xx xx Xxxxxxxxxxxx.
Ces subventions doivent être prouvées par la décision de l'autorité concernée compétente en cette matière, visée à l’article 7 de l’xxxxxx xxxxx xx 0 xxx 0000 xxxxxxxxxxx xxx xxxxxxxx généraux pour la fixation et l'approbation du calendrier visé à l'article 00xxx, xxxxxx xxxxxxx, xx xx xxx xxx xxx xxxxxxxx pour l'autorité compétente en matière de politique de santé xxx xxxx xxx xxxxxxxx 000, 000 xx 000 xx xx Xxxxxxxxxxxx. Lorsque la preuve précitée n’est pas fournie ou qu’il n’y a pas eu de subvention, les charges d’amortissement ne sont pas prises en compte.
En cas d’application de l’article 3, §1erbis de l’arrêté royal du
13 décembre 1966 déterminant le taux et certaines conditions d’octroi des subventions pour la construction, le reconditionnement, l’équipement et l’appareillage d’hôpitaux, le pourcentage de 40% est porté à 90 %.
Lorsque la preuve précitée n’est pas fournie ou qu’il n’y a pas eu de subvention, les amortissements des coûts de construction ou d’aménagement et les charges financières d’emprunt s’y rapportant ne sont pas prises en compte.
En ce qui concerne les amortissements des charges de construction et d'aménagement et les charges financières des emprunts s’y rapportant, sont uniquement retenus les travaux se rapportant aux normes architecturales prévues par les arrêtés royaux fixant les normes d'agrément auxquelles doivent répondre les différents services médico-techniques concernés. Sont également retenues, les charges d’amortissements et les charges financières se rapportant aux gros travaux d’entretien.]
§ 3. In afwijking van §§1 en 2, worden de lasten van de uitrusting en apparatuur forfaitaire als volgt gedekt:
1° voor de magnetische resonatietomograaf met ingebouwd elektronisch telsysteem, geïnstalleerd in een erkende dienst voor beeldvorming, overeenkomstig het koninklijk besluit van 27 oktober 1989, houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst waarin een magnetische resonantie tomograaf met ingebouwd elektronisch telsysteem wordt opgesteld moet voldoen om te worden erkend als zware medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de ziekenhuizen,
§ 3. Xxx xxxxxxxxxx xxx §§0xx xx 0, xxx xxxxxxx des équipements et appareillages sont couvertes forfaitairement de la manière suivante:
1° pour le tomographe à résonance magnétique avec calculateur électronique intégré installé dans un service d'imagerie agréé conformément à x'xxxxxx xxxxx xx 00 xxxxxxx 0000 xxxxxx xxx xxxxxx auxquelles un service où est installé un tomographe à résonance magnétique avec calculateur électronique intégré doit répondre pour être agréé comme service médico-technique lourd xx xxxx xx x'xxxxxxx 00 xx xx xxx xxx xxx xxxxxxxx, coordonnée le 7 août 1987, modifié par
gewijzigd door het koninklijk besluit van 26 februari 1991, wordt er een bedrag van 148.736,11 euro toegekend.
De voornoemde forfaits worden toegekend gedurende een periode van 7 jaar, vanaf het jaar volgend op dat waarin de investering wordt verwezenlijkt. Het betrokken jaar zal worden bepaald nadat het ziekenhuis de aankoopfactuur heeft overgelegd. Indien een investering voor vervanging of upgrading waarvan de waarde minstens 50% vertegenwoordigt van de nieuwwaarde van de apparatuur wordt uitgevoerd binnen de 10 jaar vanaf de aankoopdatum van de oorspronkelijke apparatuur, blijven voornoemde forfaits behouden na de voornoemde periode van 7 jaar, en dit voor een nieuwe periode van 7 jaar. Het bewijs van deze investering wordt bepaald door de overlegging van de betrokken factuur.
[(24) Op 1 januari 2012 wordt het hierboven genoemde bedrag verlaagd met 3.554,74 euro per gefinancierde apparatuur.]
[(25) 2° voor de apparatuur geïnstalleerd in een dienst radiotherapie erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 april 1991 houdende vaststelling van de normen waaraan een dienst radiotherapie moet voldoen om te worden erkend als zware medisch-technische dienst zoals bedoeld in artikel 44 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 oktober 1991, wordt de hierna vermelde financiering toegekend:
a) voor elke erkende dienst wordt op basis van de gegevens van het laatst bekende dienstjaar een aantal punten berekend zoals vermeld in artikel 49, 2°;
b) het aantal bestralingsapparaten wordt als volgt bepaald:
- minder dan 1.125 punten: 1 bestralingsapparaat,
- van 1.125 tot 1.874 punten: 2 bestralingsapparaten,
- van 1.875 tot 2.624 punten: 3 bestralingsapparaten,
- van 2.625 tot 3.374 punten: 4 bestralingsapparaten,
- van 3.375 tot 4.124 punten: 5 bestralingsapparaten,
- van 4.125 tot 4.874 punten: 6 bestralingsapparaten
en een bijkomend toestel per aanvullende schijf van 750 punten ;
[(29) c) de bestralingsapparatuur wordt gevaloriseerd ten bedrage van 90.000 euro, met dien verstande dat zij in exploitatie is en enkel mag bestaan uit een lineaire versneller of een ‘gamma knife’ apparaat;]
d) het budget is gelijk aan het aantal apparaten vermenigvuldigd met de waarde in het hierboven vermelde punt c);
e) het bedrag dat op 1 juli van elk dienstjaar wordt toegekend heeft een voorlopig karakter. Na de beëindiging van het dienstjaar, wordt het op basis van de gegevens van het beschouwde dienstjaar herzien;
f) de financiering van het apparaat wordt gedurende een periode van 10 jaar toegekend vanaf het jaar volgend op dat waarin de investering wordt verwezenlijkt. ]
Op 1 januari 2012 wordt het hierboven genoemde bedrag van punt c) verlaagd met 2.150,97 euro per gefinancierde apparatuur.]
l'arrêté royal du 26 février 1991, un montant de 148.736,11 euros est alloué.
Le forfait précité est accordé pendant une période de 7 ans, débutant l'année qui suit celle où l'investissement est réalisé. Ladite année sera déterminée sur production par l'hôpital de la facture d'achat. Si un investissement de remplacement ou d'upgrading, dont la valeur représente au moins 50% de la valeur à neuf de l'appareillage, est effectué dans les 10 ans à partir de la date d'achat de l'appareillage initial, les forfaits précités sont maintenus au-delà des 7 ans précités et ce, pour une nouvelle période de 7 ans. La preuve de cet investissement est déterminée par la production de la facture concernée.
[(24) Au 1er janvier 2012, le montant susmentionné est diminué de 3.554,74 euros par appareillage financé.]
[(25) 2° pour l’appareillage installé dans un service de radiothérapie agréé conformément à l’arrêté royal du 5 avril 1991 fixant les normes auxquelles un service de radiothérapie doit répondre pour être agréé comme service médico- technique lourd au sens de l’article 44 de la loi xxx xxx xxxxxxxx, xxxxxxxxxx xx 0 xxxx 0000, xxxxxxx xxx x'xxxxxx royal du 17 octobre 1991, il est attribué le financement ci- après :
a) pour chaque service agréé, il est calculé un nombre de points comme mentionné à l’article 49, 2°, sur base des données du dernier exercice connu ;
b) le nombre d’appareillage d’irradiation est déterminé comme suit :
- moins de 1.125 points : l appareillage d’irradiation,
- de 1.125 à 1.874 points : 2 appareillages d’irradiation,
- de 1.875 à 2.624 points : 3 appareillages d’irradiation,
- de 2.625 à 3.374 points : 4 appareillages d’irradiation,
- de 3.375 à 4.124 points : 5 appareillages d’irradiation,
- de 4.125 à 4.874 points : 6 appareillages d’irradiation
et un appareillage supplémentaire par tranche supplémentaire de 750 points ;
[(29) c) l’appareillage d’irradiation est valorisé à raison de
90.000 euros, étant entendu qu’il doit être en exploitation et ne peut être qu’un accélérateur linéaire ou un appareillage ‘gamma knife’ ;]
d) le budget est égal au nombre d’appareillage multiplié par la valeur du point c) ci-dessus ;
e) le montant octroyé au 1er juillet de chaque exercice revêt un caractère provisoire. L’exercice terminé, il est revu en fonction des données de l’exercice considéré ;
f) le financement de l’appareillage est accordé pendant une période de 10 ans débutant l’année qui suit celle où l’investissement est réalisé. ]
Xx 0xx xxxxxxx 0000, xx xxxxxxx xxxxxxxxxxxx xx point c) est diminué de 2.150,97 euros par appareillage financé.]
3° voor de tomograaf met positron-emissie (PET-scanner), geïnstalleerd in een dienst voor nucleaire geneeskunde, erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 12 augustus 2000, wordt er een forfaitair bedrag van 282.598,62 euro toegekend.
3° pour le tomographe à émission de positrons (PET scanner) installé dans un service de médecine nucléaire agréé conformément à l’arrêté royal du 12 août 2000, un montant forfaitaire de 282.598,62 euros est alloué.
Afdeling II. – Deel B van het budget Section II. - Partie B du budget
Onderafdeling 1. – Algemene bepalingen Xxxx-xxxxxxx 0xx. - Dispositions générales
Rubriek 1. – Onderdeel B1 Rubrique 1ère. - Sous-partie B1
Art. 32. De door onderdeel B1 van het budget gedekte kosten worden forfaitair gefinancierd overeenkomstig de onderstaande artikelen 37 tot 44.
Art. 32. Les coûts couverts par la sous-partie B1 du budget sont financés forfaitairement conformément aux dispositions des articles 37 à 44, ci-après.
Art. 33. § 1. Van de in artikel 32 bedoelde forfaitaire financiering worden die ziekenhuizen uitgesloten waarin uitsluitend voor kinderen of uitsluitend met betrekking tot tumoren gespecialiseerde heelkundige en geneeskundige verstrekkingen uitgevoerd worden. Met deze categorie van ziekenhuizen worden de eenheden voor de behandeling van zware brandwonden gelijkgesteld. In dit geval blijven de ziekenhuizen met dergelijke eenheden, voor de andere types ziekenhuisdiensten, vallen onder de bepalingen van artikel 32.
Art. 33. § 1er. Sont exclus du financement forfaitaire, visé à l'article 32, les hôpitaux où sont effectuées à la fois des prestations chirurgicales et médicales exclusivement pour enfants ou exclusivement en rapport avec les tumeurs. Sont assimilés à cette catégorie d'hôpitaux les unités de traitement de grands brûlés. Dans ce cas, les hôpitaux où sont situées ces unités restent, pour les autres types de services hospitaliers, visés par les dispositions de l'article 32.
§ 2. Worden eveneens uitgesloten van de in artikel 32 bedoelde forfaitaire financiering de ziekenhuizen waarvan de erkende bedden bij het begin van het dienstjaar waarop het budget wordt vasgesteld, met 25% is toegenomen of verminderd t.o.v. het gemiddelde aantal erkende bedden van het jaar waarop de gegevens slaan, gebruikt voor de vaststelling van het aantal in artikel 46 bedoelde verantwoorde bedden.
§ 2. Sont également exclus du financement forfaitaire, visé à l’article 00, xxx xxxxxxxx xxxx xx xxxxxx xx xxxx xxxxxx xx début de l’exercice de fixation du budget est augmenté ou diminué de 25% par rapport au nombre de lits moyen agréés de l’année à laquelle se rapportent les données utilisées pour la détermination du nombre de lits justifiés visés à l’article 46.
§ 3. Het in §§1 en 2 bedoelde budget B1 van de ziekenhuizen wordt vastgesteld als volgt:
- voor de ziekenhuizen bedoeld onder §1, eerste zin en §2 wordt de waarde op 30 juni dat het dienstjaar van de vaststelling van Onderdeel B1 voorafgaat, behouden;
- voor de eenheden voor de behandeling van zware brandwonden is de waarde per bed van het budget B1 gelijk aan 77.993,20 euro voor de privé-ziekenhuizen en aan 79.006,44 euro voor de openbare ziekenhuizen (index 1 januari 2002).
[(15) Vanaf 1 juli 2006 wordt, teneinde de gestegen energiekosten te dekken, een forfaitair bedrag (X) toegekend aan de eenheden voor de behandeling van zware brandwonden, dat als volgt wordt berekend:
X = A/B*C
waarbij:
A = het voor alle ziekenhuizen van het Rijk beschikbare budget van 4.434.000 euro (index 01/07/2006)
B = totaal aantal m² van de kostenplaatsen 020 tot 499 van alle ziekenhuizen
C = totaal aantal m² van de kostenplaatsen 290 tot 299 van het ziekenhuis. ]
§ 3. Le budget B1 des hôpitaux visés aux §§1er et 2 est fixé comme suit:
- pour les hôpitaux visés dans le §1 première phrase et le §2, la valeur au 30 juin qui précède l'exercice de fixation de la Sous-partie B1 est maintenue ;
- pour les unités de grands brûlés, la valeur par lit du budget B1 est égale à 77.993,20 euros pour les hôpitaux privés et 79.006,44 euros pour les hôpitaux publics (index 1er janvier 2002).
[(15) A partir du 1er juillet 2006, pour couvrir l’augmentation des coûts énergétiques, il est octroyé aux unités de traitement de grands brûlés un montant forfaitaire
(X) calculé comme suit :
X = A/B*C
où:
A = budget disponible pour tous les hôpitaux du Royaume de 4.434.000 euros (index 01/07/2006)
B = total des m² des centres de frais 020 à 499 de tous les hôpitaux
C = total des m² des centres de frais 290 à 299 de l’hôpital.]
Art. 34. Voor de berekening van de in artikel 32 bedoelde forfaitaire financiering worden er op basis van de in artikel 37 bepaalde kenmerken 5 groepen van ziekenhuizen opgericht.
Art. 34. Pour le calcul du financement forfaitaire visé à l'article 32, il est constitué 5 groupes d'hôpitaux sur base des caractéristiques définies à l'article 37.
Art. 35. § 1. Voor de toepassing van de kenmerken op de ziekenhuizen die, benevens een Sp-dienst of een eenheid voor de behandeling van zware brandwonden, over andere types ziekenhuisdiensten beschikken, worden de Sp-diensten en de eenheden voor de behandeling van zware brandwonden niet in aanmerking genomen.
Art. 35. § 1er. Pour l'application des caractéristiques aux hôpitaux qui disposent, outre un service Sp ou une unité de grands brûlés, d'autres types de services hospitaliers, les services Sp et les unités de grands brûlés ne sont pas pris en considération.
§ 2. De bepalingen van Afdeling II zijn afzonderlijk van toepassing op alle Sp-diensten en de psychiatrische ziekenhuizen
§ 2. Les dispositions de la Section II s'appliquent séparément à tous les services Sp et aux hôpitaux psychiatriques.
Rubriek 2. - Onderdeel B2 Rubrique 2. - Sous-partie B2
Art. 36. Onderdeel B2 van het budget van financiële middelen wordt bepaald op basis van een systeem van basispunten en bijkomende punten ten opzichte van de verantwoorde activiteiten van het klassieke hospitalisatie en het chirurgisch dagziekenhuis.
Art. 36. La sous-partie B2 du budget des moyens financiers est déterminée sur base d’un système de points de base et de points supplémentaires par rapport aux activités justifiées de l’hospitalisation classique et de l’hospitalisation de jour chirurgicale.
Onderafdeling 2. - Onderdeel B1 van het budget van de acute ziekenhuizen
Sous-section 2. - Sous-partie B1 du budget des hôpitaux aigus
Rubriek 1. - Samenstelling van de ziekenhuis-groepen Rubrique 1ère. - Composition des groupes d'hôpitaux
Art. 37. Bij toepassing van artikel 34, worden de groepen van ziekenhuizen op basis van de volgende kenmerken gevormd:
a) het al dan niet universitaire karakter van het ziekenhuis;
b) de grootte van het ziekenhuis.
Art. 38. [ (4) Als ziekenhuis met universitair karakter worden beschouwd de ziekenhuizen bedoeld in artikel 7, 2°, g), 1°, alsook de ziekenhuizen waarvan 75 % van de bedden als universitair wordt aangewezen. ]
Art. 37. En application de l'article 34, des groupes d'hôpitaux sont formés sur base des caractéristiques suivantes:
a) le caractère universitaire ou non de l'hôpital;
b) la taille de l'hôpital.
Art. 38. [ (4) Sont considérés comme un hôpital ayant un caractère universitaire les hôpitaux visés à l’article 7, 2°, g), 1°, ainsi que les hôpitaux dont 75 % des lits sont désignés comme universitaires. ]
Art. 39. Onder de grootte van een ziekenhuis wordt verstaan het aantal bestaande en erkende bedden op 1 januari voorafgaand aan het jaar waarin het budget werd vastgesteld.
Art. 39. Il faut entendre par taille de l'hôpital, le nombre de lits agréés et existants au 1er janvier précédant l’exercice de fixation du budget.
Art. 40. Er worden vijf groepen van ziekenhuizen opgericht, te weten:
1. de groep van ziekenhuizen met een universitair karakter, zoals bedoeld in artikel 38;
2. de groep van ziekenhuizen met minder dan 200 bedden;
3. de groep van ziekenhuizen van 200 tot 299 bedden;
4. de groep van ziekenhuizen met 300 tot 449 bedden;
5. de groep van ziekenhuizen met 450 bedden en meer.
Art. 40. Il est constitué cinq groupes d'hôpitaux, à savoir:
1. le groupe des hôpitaux avec un caractère universitaire, comme visé à l'article 38;
2. le groupe des hôpitaux de moins de 200 lits;
3. le groupe des hôpitaux de 200 à 299 lits;
4. le groupe des hôpitaux de 300 à 449 lits;
5. le groupe des hôpitaux de 450 lits et plus.
Rubriek 2. - Vaststelling van het forfait B1 Rubrique 2. - Fixation du forfait B1
Art. 41. § 1. De vaststelling van het forfait B1 van een ziekenhuis betreft de volgende
gemeenschappelijke diensten:
1. algemene kosten;
2. onderhoud;
3. verwarming;
4. administratie;
5. wasserij - linnen;
6. voeding;
7. internaat.
Art. 41. § 1er. La fixation du forfait B1 d'un hôpital concerne les services communs suivants:
1. frais généraux;
2. entretien;
3. chauffage;
4. administration;
5. buanderie - lingerie;
6. alimentation;
7. internat.
§ 2. Xxxxxx niet onder het forfait de in de artikelen 14, 15, 16, 17 en 19 bedoelde kosten, die respectievelijk door de onderdelen X0, X0, X0, X0 en B8 gedekt worden.
§ 2. Ne sont pas repris dans le forfait les frais visés aux articles 14, 15, 16, 17 et 19 couverts respectivement par les sous-parties X0, X0, X0, X0, xx X0.
Art. 42. [ (8) § 1.] Met het oog op de vaststelling van het forfait B1 worden de volgende bewerkingen uitgevoerd:
[(16) [(29) 1ste bewerking : het beschikbare nationale budget van elk van de in artikel 40 bedoelde groepen wordt gevormd door de som van de budgetten waarover de ziekenhuizen van elke groep beschikken de dag die het dienstjaar voorafgaat waarin het budget B1 vastgesteld werd, voor toepassing van de 8ste bewerking, en dat na aftrek van de internaatkosten.]
Vanaf 1 juli 2007 wordt het beschikbare nationale budget verhoogd met het bedrag van onderdeel B1 betreffende de chirurgische daghospitalisatie dat op 30 juni 2007 is toegekend teneinde de bijbehorende lasten te dekken. ]
Art. 42. [ (8) § 1er.] En vue de fixer le forfait B1, il est procédé aux opérations suivantes:
[(16) [(29) 1ère opération: le budget national disponible de chacun des groupes dont question à l'article 40 est constitué de l'addition des budgets dont disposaient les hôpitaux de chaque groupe le jour précédent l’exercice de fixation du budget B1, avant application de la 8e opération et déduction faite des frais d'internat.]
A partir du 1er juillet 2007, le budget national disponible est augmenté du montant de la sous-partie B1 de l’hospitalisation chirurgicale de jour, octroyé au 30 juin 2007 en vue de couvrir les charges y afférentes. ]
2e bewerking : binnen elke groep wordt het beschikbare budget verdeeld over elke gemeenschappelijke dienst overeenkomstig de onderstaande percentages: | 2e opération: à l'intérieur de chaque groupe, le budget disponible est réparti entre chaque service commun suivant les pourcentages ci-dessous: | ||||
Gemeenschappelijke dienst / Service commun | Percentage / Pourcentage | ||||
Groepen / Groupes | Univ. | <200 bedden/lits | 200 tot/à 299 | 300 tot/à 449 | 450 en meer/et plus |
Algemene kosten / Frais généraux | 6 | 6 | 6 | 7 | 7 |
Onderhoud /Entretien | 29 | 30 | 29 | 30 | 30 |
Verwarming / Chauffage | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Administratieve kosten Frais administratifs | 35 | 30 | 29 | 29 | 28 |
Wasserij - linnen/ Buanderie – lingerie | 11 | 10 | 10 | 10 | 10 |
Voeding / Alimentation | 17 | 22 | 24 | 22 | 23 |
3e bewerking: binnen elke groep en voor elke gemeenschappelijke dienst wordt het beschikbare budget verdeeld over de ziekenhuizen van de groep op basis van de volgende verdeelsleutels: | 3e opération: à l'intérieur de chaque groupe et pour chaque service commun, le budget disponible est réparti entre les hôpitaux du groupe sur base des clés de répartition ci-après: |
1° Algemene kosten: | 1° Frais généraux: |
(2/3 x A) + (1/3 x B) | (2/3 x A) + (1/3 x B) |
waarbij: [(16) A = het aantal m² van de eenheid voor chirurgische daghospitalisatie en het aantal m² van de diensten bedoeld in artikel 8, a) tot d), gewogen op basis van het aantal m² per bed overeenkomstig de volgende formules: ] | où: [(16) A = le nombre de m² de l’unité d’hospitalisation chirurgicale de jour et le nombre de m2 dans les services visés à l'article 8, a) à d), pondéré en fonction du nombre de m2 par lit suivant les formules suivantes : ] |
a) voor de niet-universitaire ziekenhuizen: | a) pour les hôpitaux non-universitaires : |
Nombre de m2 par lit dans les unités et services visés à l'article | Unités d'œuvre retenues pour les frais généraux |
8 | Werkeenheden weerhouden voor de algemene kosten |
Aantal m2 per bed in de eenheden en diensten bedoeld in artikel | |
8 | |
Mli < 48 | M2i = 48 x Li |
48 < Mli < 55 | M2i = (48 x Li) + [1/2 (Mli - 48) x Li] |
55 < Mli | M2i = (51,5 x Li) + [1/4 (Mli – 55) x Li] |
waarbij : Mli = aantal m2 per bed in de eenheden en diensten van het ziekenhuis i bedoeld in artikel 8, a), en b); Li = aantal bedden in ziekenhuis i; M2i = aantal voor ziekenhuis i in aanmerking genomen m2 . b) voor de universitaire ziekenhuizen: | où: Mli = nombre de m2 par lit dans les unités et services de l'hôpital i visés à l'article 8, a), et b); Li = nombre de lits dans l'hôpital i; M2i = nombre de m2 retenu pour l'hôpital i. b) pour les hôpitaux universitaires: |
Mli < 75 | M2i = 75 x Li |
75 < Mli < 86 | M2i = [(75 x Li) + (1/2 (Mli – 75)] x Li |
86 < Mli | M2i = (80 x Li) + [1/4 (Mli – 86)] x Li |
De bovenstaande letters hebben dezelfde betekenis als in de formules vermeld onder a). | Les lettres reprises ci-dessus ont la même signification que pour les formules reprises sous a). |
[(16) B = het aantal m2 berekend onder A, a) en b) waarbij het gedeelte van het operatiekwartier voor de klassieke hospitalisatie en voor de chirurgische daghospitalisatie, van de spoedgevallendiensten, de eenheid voor chirurgische daghospitalisatie en de C-, D- en E - bedden van intensieve aard in het geheel van de diensten met 25 % wordt vermeerderd en het gedeelte van de administratie met 25 % wordt verminderd. ] | [(16) B = le nombre de m2 calculé sous A, a) et b) adapté en augmentant de 25 % la partie relative au quartier opératoire de l’hospitalisation classique et au quartier opératoire de l’hospitalisation chirurgicale de jour, aux services d'urgences, à l’unité d’hospitalisation chirurgicale de jour et aux lits C, D, E à caractère intensif dans l'ensemble des services et en diminuant de 25 % la partie relative à l'administration. ] |
Om de oppervlakte van de C-, D- en E-bedden van intensieve aard te berekenen, wordt rekening gehouden met een percentage van bedden van intensieve aard, vastgesteld overeenkomstig artikel 46, §2, 2°, c), in verhouding tot het totaal aantal C, D en E-bedden. | Pour calculer les surfaces relatives aux lits C, D, E à caractère intensif, il est tenu compte d'un pourcentage de lits à caractère intensif tel que fixé conformément à l'article 46, §2, 2°, c), par rapport au nombre total de lits C, D et E. |
[(16) 2° Onderhoud: het aantal m2 van de in artikel 8 bedoelde diensten, gewogen volgens de formule van punt 1°, A), a), en b), vermeerderd met 50 % voor het gedeelte van het operatiekwartier voor de klassieke hospitalisatie en voor de chirurgische daghospitalisatie en met 25 % voor de eenheid chirurgische daghospitalisatie, met uitzondering van het operatiekwartier, voor de intensieve neonatologie, de spoedgevallendienst en de C, D- en E - bedden van intensieve aard in het geheel van de diensten, en verminderd met 50 % voor het gedeelte van de administratie. ]
Om de oppervlakte van de C-, D- en E-bedden van intensieve aard te berekenen, wordt rekening gehouden met een percentage van bedden van intensieve aard, vastgesteld overeenkomstig artikel 46, §2, 2°, c), in verhouding tot het totaal aantal C-, D- en E-bedden.
[(16) 2° Entretien: le nombre de m2 des services visés à l'article 8, pondéré selon la formule reprise sous le point 1°, A), a) et b), augmenté de 50 % pour la partie relative au quartier opératoire de l’hospitalisation classique et de l’hospitalisation chirurgicale de jour et de 25 % pour l’unité d’hospitalisation chirurgicale de jour, hors quartier opératoire, la néonatologie intensive, le service d'urgence et les lits C, D, E à caractère intensif dans l'ensemble des services et diminué de 50 % pour la partie relative à l'administration. ]
Pour calculer les surfaces relatives aux lits C, D, E à caractère intensif, il est tenu compte d'un pourcentage de lits à caractère intensif tel que fixé conformément à l'article 46, §2, 2°, c), par rapport au nombre total de lits C, D et E.
3° Verwarming: het aantal m2 van de in artikel 8 bedoelde diensten, gewogen volgens de formule van punt 1°, A), a) en b).
[(16) 4° Administratieve kosten: het aantal resulterend uit de volgende formule :
A + (0,05 * J1) + [(29) (0,05* J2)] + 43 * P
waarbij :
A = aantal opnamen in klassieke hospitalisatie en in chirurgische daghospitalisatie van het laatst bekende dienstjaar ;
J1 = aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie gedurende het laatst bekende dienstjaar, beperkt evenwel tot een bezetting van 100 % voor de klassieke hospitalisatie;
J2 = aantal ligdagen in chirurgische daghospitalisatie gedurende het laatst bekende dienstjaar;
P = aantal verpleegkundige en verzorgende personeelsleden in de in artikel 8, a), en b), bedoelde eenheden en diensten, uitgedrukt in voltijds equivalenten. Dat aantal houdt rekening met de volgende maxima:
- voor de verpleegeenheden, de in artikel 45, §8, bedoelde normen, berekend op basis van de erkende bedden, vermeerderd met het krachtens de verschillende sociale akkoorden toegekende personeel;
- voor de bedden van intensieve aard, het aantal bedden berekend overeenkomstig artikel 46, §2, 2°, c), vermenigvuldigd met 2 voltijdse equivalenten;
- voor het operatiekwartier m.b.t. de klassieke hospitalisatie en de chirurgische daghospitalisatie, voor de spoedgevallendiensten en de centrale sterilisatie, het aantal punten toegekend in toepassing van artikel 46, §3, 2°, a), b) en d), gedeeld door 2,5;
- voor de eenheid chirurgische daghospitalisatie wordt het aantal punten, toegekend in toepassing van punt 4 van bijlage 3, gedeeld door 2,5;
- 1 FTE hoofd van het verpleegkundig departement per ziekenhuis;
- 1 FTE middenkader per 150 erkende bedden;
- voor de openbare ziekenhuizen, het personeel dat wordt gefinancierd voor de vervangingen van de afwezigheden van lange duur;
3° Chauffage: le nombre de m2 des services visés à l'article 8 pondéré selon la formule reprise sous le point 1°, A), a) et b).
[(16) 4° Frais administratifs : le nombre résultant de la formule suivante :
A + (0,05 * J1) + [(29) (0,05* J2)] + 43 * P
où:
A = nombre d'admissions en hospitalisation classique et en hospitalisation chirurgicale de jour du dernier exercice connu ;
J1 = nombre de journées en hospitalisation classique réalisées durant le dernier exercice connu, limité toutefois à une occupation de 100 % pour l’hospitalisation classique ;
J2 = nombre de journées en hospitalisation chirurgicale de jour réalisées durant le dernier exercice connu ;
P = nombre de membres du personnel infirmier et soignant présents dans les unités et services visés à l'article 8, a), et b), exprimé en équivalents temps plein. Ce nombre tient compte des maxima suivants :
- pour les unités de soins, les normes visées à l'article 45,
§8, calculées sur base des lits agréés, augmentées du personnel octroyé en vertu des différents accords sociaux ;
- pour les lits à caractère intensif, le nombre de lits calculé conformément à l'article 46, §2, 2°, c), multiplié par 2 équivalents temps plein ;
- pour le bloc opératoire de l’hospitalisation classique et de l’hôpital chirurgical de jour, l'urgence et la stérilisation centrale, le nombre de points attribués en application de l'article 46, §3, 2°, a), b), et d), divisé par 2,5;
- pour l’unité d’hospitalisation chirurgicale de jour, le nombre de points attribués, en application du point 4 de l’annexe 3, est divisé par 2,5 ;
- 1 ETP chef du département infirmier par hôpital ;
- 1 ETP cadre intermédiaire par 150 lits agréés ;
- pour les hôpitaux publics, le personnel financé pour les remplacements des absences de longue durée ;
- voor de eerste werkervaringsovereenkomsten, het aantal, beperkt tot 1,8 %, van de personeelsformatie, uitgedrukt in voltijds equivalenten, dat in dienst was op 30 juni van het kalenderjaar dat het beschouwde dienstjaar voorafging;
- voor de door het interdepartementaal Fonds voor de bevordering van de werkgelegenheid gesubsidieerde contractuelen, het aantal tewerkgestelde uitgedrukt in voltijds equivalenten die gedurende het beschouwde kalenderjaar in dienst zijn;
- de verpleegkundige ziekenhuishygiënist(e) waarvan het aantal vastgesteld wordt in toepassing van artikel 56;
- het in het kader van de ‘Sociale Maribel’ aangeworven personeel;
- het in toepassing van artikel 51 toegekende personeel;
- het bijkomend personeel, bedoeld in artikel 15, 26° van dit besluit. ]
- pour les conventions de premier emploi, le nombre limité à 1,8 % de l'effectif exprimé en équivalent temps plein occupé xx 00 xxxx xx x'xxxxx xxxxxx xxxxxxxxx l'exercice considéré ;
- pour les contractuels subventionnés par le Fonds budgétaire interdépartemental pour la promotion de l'emploi, le nombre exprimé en équivalents temps plein occupés pendant l'année civile considérée ;
- l'infirmier(e) en hygiène hospitalière dont le nombre est fixé en application de l'article 56 ;
- le personnel recruté ‘Maribel Social’ ;
- le personnel octroyé en application de l'article 51 ;
- le personnel supplémentaire visé à l’article 15, 26° du présent arrêté. ]
[(16) 5° Wasserij - linnen: het aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie gedurende het laatst bekende dienstjaar, beperkt evenwel tot een bezetting van 100 %, en het aantal ligdagen in chirurgische daghospitalisatie, met dien verstande dat de ligdagen in de eenheid chirurgische daghospitalisatie en in de C-, M-, NIC- en G-diensten en de D- en E-bedden van intensieve aard, gewogen worden met een coëfficiënt gelijk aan 1,25. ]
Om het aantal verpleegdagen gerealiseerd in de bedden van intensieve aard te berekenen wordt er rekening gehouden met een percentage verpleegdagen, vastgesteld overeenkomstig artikel 46, §2, 2°, c), ten opzichte van het aantal verpleegdagen van de D- en E-diensten.
[(16) 5° Buanderie - lingerie: le nombre de journées d'hospitalisation classique réalisées durant le dernier exercice connu, limité toutefois à une occupation de 100 %, et le nombre de journées réalisées en hospitalisation chirurgicale de jour, étant entendu que les journées réalisées dans l’unité d’hospitalisation chirurgicale de jour et dans les services C, M, NIC, G et lits D et E à caractère intensif sont pondérées par un coefficient égal à 1,25. ]
Pour calculer le nombre de journées d'hospitalisation réalisé dans les lits à caractère intensif, il est tenu compte d'un pourcentage de journées d'hospitalisation, fixé conformément à l'article 46, §2, 2°, c), par rapport au nombre de journées d'hospitalisation des services D et E.
[(16) 6° Voeding: het aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie gedurende het laatst bekende dienstjaar, beperkt evenwel tot een bezetting van 100 %, en het aantal ligdagen in chirurgische daghospitalisatie, gewogen met een coëfficiënt gelijk aan 0,44. ]
[(25) 4e bewerking: opgeheven ]
[(15) 5e bewerking: opgeheven ]
[(16) 6° Alimentation: le nombre de journées d'hospitalisation classique réalisées durant le dernier exercice connu, limité toutefois à une occupation de 100 % et le nombre de journées réalisées en hospitalisation chirurgicale de jour pondérées par 1 coefficient de 0,44.]
[(25) 4e opération: abrogé ]
[(15) 5e opération: abrogé ]
[ (4) [(29) 6e bewerking]: de bedragen berekend overeenkomstig de derde bewerking worden voor elk ziekenhuis opgeteld.]
[ (4) 7e bewerking]: de overgang van het huidige budget naar budget B1 geschiedt geleidelijk.
De aanpassing wordt vastgesteld :
- op 34 % van het verschil tussen het op 1 juli 2002 vastgestelde budget en het huidige in de 1ste bewerking bedoelde budget, met inbegrip evenwel van het internaat;
- op [ (4) 20 %] van het verschil tussen het op 1 juli 2003 vastgestelde budget en het in de 1ste bewerking bedoelde huidige budget met inbegrip evenwel van het internaat;
- [ (8) 25 % van het verschil tussen het budget vastgesteld op 1 juli 2004 en het actueel budget volgens de 1ste bewerking, maar het internaat inbegrepen; ]
[ (4) [(29) 6e opération]: les montants calculés conformément à la 3e opération sont additionnés pour chaque hôpital.]
[ (4) 7e opération]: le passage du budget actuel vers le budget B1 s’effectue progressivement.
L’ajustement est fixé à :
- 34 % de la différence entre le budget fixé au 1er juillet 2002 et le budget actuel visé à la 1ère opération mais y compris l’internat ;
- [ (4) 20 %] de la différence entre le budget fixé au 1er juillet 2003 et le budget actuel visé à la 1ère opération mais y compris l’internat ;
- [ (8) 25 % de la différence entre le budget fixé au 1er juillet 2004 et le budget actuel visé à la 1ère opération mais y compris l’internat ; ]
- [(25) op 60 % van het verschil tussen het op 1 juli 2005 vastgestelde budget en het huidige in de 1ste bewerking bedoelde budget, met inbegrip evenwel van het internaat;
- op 100 % van het verschil tussen het op 1 juli 2006 vastgestelde budget en het huidige in de 1ste bewerking bedoelde budget, met inbegrip evenwel van het internaat. ]
[ (4) opgeheven]
[ (4) Onder huidig budget moet worden verstaan het budget waarvan sprake in de 1ste bewerking met inbegrip van het internaat. [(25) opgeheven ] ]
[ (25) opgeheven ]
- [(25) 60 % de la différence entre le budget fixé au 1er juillet 2005 et le budget actuel visé à la 1ère opération mais y compris l’internat ;
- 100 % de la différence entre le budget fixé au 1er juillet 2006 et le budget actuel visé à la 1ère opération mais y compris l’internat. ]
[ (4) abrogé]
[ (4) Par budget actuel, il faut entendre le budget dont question à la 1ère opération, y compris l’internat. [(25) abrogé
] ]
[ (25) abrogé ]
[ (4) [(29) 8e bewerking]: 50 % van de na de 3e bewerking verkregen bedragen voor de bestanddelen algemene onkosten, onderhoud, verwarming en de administratieve kosten en 100 % van de na de 3e bewerking verkregen bedragen voor de bestanddelen was-linnen en voeding wordt aangepast door deze te delen door het aantal ligdagen, met inbegrip van de ligdagen heelkundige daghospitalisatie, gerealiseerd tijdens het referentiedienstjaar voor de berekening van de in artikel 46 bedoelde verantwoorde bedden en door ze te vermenigvuldigen met het aantal verantwoorde dagen berekend volgens de modaliteiten van bijlage 3 van dit besluit.
Het verschil tussen de aldus verkregen bedragen en de bedragen verkregen na de derde bewerking komen in aanmerking voor 60 % vanaf het dienstjaar dat begint op 1 juli 2005. Het genoemde verschil wordt voor 100% in aanmerking genomen vanaf het dienstjaar dat begint op 1 juli 2006.]
[ (4) [(29) 8e opération]: 50 % des montants obtenus après la 3e opération en ce qui concerne les éléments frais généraux, entretien, chauffage et Frais administratifs et 100 % des montants obtenus après la 3e opération en ce qui concerne les éléments buanderie-lingerie et alimentation sont adaptés en les divisant par le nombre de journées d’hospitalisation, en ce compris les journées d’hospitalisation chirurgicale de jour, réalisées durant l’exercice de référence pour le calcul des lits justifiés visés à l’article 46 et et en les multipliant par le nombre de journées justifiées calculées selon les modalités de l’annexe 3 au présent arrêté.
La différence entre les montants ainsi obtenus et les montants obtenus après la 3e opération sont retenus à raison de 60 % à partir de l’exercice débutant le 1er juillet 2005. La différence précitée est retenue à 100 % à partir de l’exercice débutant le 1er juillet 2006.]
[ (4) 9e bewerking]: de na de [ (7) 7e en 8e bewerking ] verkregen bedragen worden opgeteld. Voor het geheel van de ziekenhuizen mogen die het voor dat Onderdeel nationale beschikbare budget niet overschrijden.
[(29) Bij de uitkomst na de 9de bewerking worden de internaatkosten bijgeteld.]
[ (4) 9e opération]: les montants obtenus après les [ (7) 7e et 8e opération ] sont additionnés et ne peuvent, pour l’ensemble des hôpitaux, dépasser le budget national disponible pour cette sous-partie.
[(29) Au montant calculé au terme de la 9e opération sont ajoutés les frais d’internat.]
[ (16) 10de bewerking : voor de in artikel 33, § 1 en 2 bedoelde ziekenhuizen wordt de financiering die is toegekend om de lasten van de chirurgische daghospitalisatie te dekken, vastgesteld op de waarde op 30 juni die het dienstjaar voorafgaat waarin onderdeel B1 werd vastgesteld. ]
[ (16) 10e opération : pour les hôpitaux visés à l’article 33,
§§1er et 2, le financement accordé en vue de couvrir les charges liées à l’hospitalisation chirurgicale de jour est fixé à la valeur au 30 juin qui précède l’exercice de fixation de la sous-partie B1. ]
[ (4) 11e bewerking]:
1° Binnen de limieten van het beschikbare budget en om de sociale dienst van het ziekenhuis te versterken, wordt er :
a) aan de ziekenhuizen waaraan bij toepassing van artikel 46 verantwoorde G-bedden toegekend worden, een forfaitair bedrag toegekend, berekend als volgt :
A + B
waarbij:
A = 25 % van het beschikbare budget gedeeld door het aantal betrokken ziekenhuizen. Om het aantal betrokken ziekenhuizen te bepalen, worden de ziekenhuizen dewelke
[ (4) 11e opération]:
1° Dans les limites du budget disponible et afin de renforcer le service social de l’hôpital, il est octroyé :
a) aux hôpitaux pour lesquels des lits justifiés G sont attribués en application de l’article 46, un montant forfaitaire calculé comme suit :
A + B
où :
A = 25 % du budget disponible divisé par le nombre hôpitaux concernés. Pour déterminer xx xxxxxx x’xxxxxxxx xxxxxxxxx, xxx xxxxxxxx bénéficiant de lits justifiés G mais ne disposant pas de lits agréés G sont comptés pour 0,25 ;
genieten van verantwoorde G-bedden maar niet over erkende G-bedden beschikken, geteld voor 0,25;
B = 75 % van het beschikbare budget gedeeld door het totale aantal verantwoorde G-bedden en vermenigvuldigd met het aantal verantwoorde G-bedden van het betrokken ziekenhuis.
B = 75 % du budget disponible divisé par le nombre total de lits justifiés G et multiplié par le nombre de lits justifiés G de l’hôpital concerné.
[(15) b) aan alle acute ziekenhuizen een forfaitair bedrag toegekend, berekend als volgt :
- de ziekenhuizen worden in opklimmende volgorde van [(27) de in artikel 78, 1° bedoelde score] in decielen gerangschikt. Aan elk deciel wordt de volgende
vermenigvuldigingscoëfficiënt toegekend :
1e deciel : 1,50 2e deciel : 1,40 3e deciel : 1,30 4e deciel : 1,20 5e deciel : 1,10 6e deciel : 1,00 7e deciel : 0,90 8e deciel : 0,80 9e deciel : 0,70 10e deciel : 0,60
- het aantal in bijlage 3 bedoelde verantwoorde dagen van het ziekenhuis wordt gewogen door de vermenigvuldigingsfactor toe te passen, die overeenstemt met de plaats die het ziekenhuis in de in het eerste gedachtenstreepje bedoelde rangschikking in decielen inneemt.
- het beschikbare budget wordt gedeeld door het totale aantal verantwoorde dagen waarvan sprake in het tweede gedachtenstreepje en vermenigvuldigd met het aantal verantwoorde dagen van het betrokken ziekenhuis.
[(22) Om het bedrag te behouden, moeten de ziekenhuizen het ontslagmanagement implementeren en/of ontwikkelen, overeenkomstig de beginselen bepaald door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, in overleg met de ziekenhuizen en de Minister die het budget van financiële middelen onder zijn bevoegdheid heeft.]
[(21) opgeheven]
[(21) opgeheven]]
[(15) b) à tous les hôpitaux aigus, un montant forfaitaire calculé comme suit :
- les hôpitaux sont classés en déciles selon la valeur croissante [(27) du score déterminé à l’article 78, 1°].
A chaque décile est attribué le coefficient multiplicateur suivant :
1er décile : 1,50 2e décile : 1,40 3e décile : 1,30 4e décile : 1,20 5e décile : 1,10 6e décile : 1,00 7e décile : 0,90 8e décile : 0,80 9e décile : 0,70 10e décile : 0,60
- le nombre de journées justifiées de l’hôpital visées à l’annexe 3 est pondéré en y appliquant le coefficient multiplicateur correspondant à la place occupée par l’hôpital dans le classement en déciles visé au premier tiret.
- le budget disponible est divisé par le nombre total de journées justifiées dont question au deuxième tiret et multiplié par le nombre de journées justifiées dont question au deuxième tiret de l’hôpital concerné.
[(22) Pour conserver ce montant, les hôpitaux doivent implémenter et/ou développer la fonction de référent hospitalier pour la continuité des soins conformément aux principes définis par le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement en concertation entre les hôpitaux et le Ministre qui a le budget des moyens financiers dans ses attributions.]
[(21) abrogé]
[(21) abrogé]]
2° Aan de ziekenhuizen met erkende K-dag- en/of K- nachtbedden wordt er met het oog op de dekking van de lasten voor het patiëntenvervoer een forfaitair bedrag toegekend van:
- 2.478,94 euro voor de diensten met minder dan 5 bedden;
- 12.394,68 euro voor de diensten met 5 tot 10 bedden;
- 24.789,35 euro voor de diensten van 11 tot 15 bedden;
- 37.184,03 euro voor de diensten met meer dan 15 bedden.
[(21) opgeheven]
2° Aux hôpitaux disposant de lits agréés K-jour et/ou K- nuit, il est alloué, en vue de prendre en charge les frais de transport des patients, un montant forfaitaire de :
- 2.478,94 euros pour les services de moins de 5 lits ;
- 12.394,68 euros pour les services comptant de 5 à 10 lits ;
- 24.789,35 euros pour les services comptant de 11 à 15 lits ;
- 37.184,03 euros pour les services comptant plus de 15 lits.
[(21) abrogé]
[(14) [(39) 3° opgeheven ]] [(14) [(39) 3° abrogé ]]
[ (8) § 2. De volgende actualisatie van de berekeningen van de 6 eerste bewerkingen gebeurt op 1 juli 2005 en vervolgens om de twee jaar. ]
[ (8) § 2. La prochaine actualisation des calculs des 6 premières opérations interviendra le 1er juillet 2005 et, ensuite, tous les deux ans. ]
[(15) § 3. Vanaf 1 juli 2006 wordt, teneinde de gestegen energiekosten te dekken, een forfaitair bedrag (X) toegekend aan alle algemene ziekenhuizen met uitzondering van de Sp- diensten, de Sp-diensten voor palliatieve zorg, de geïsoleerde G-diensten en de eenheden voor de behandeling van zware brandwonden, dat als volgt wordt berekend:
X = A/B*C
waarbij:
A = het voor alle ziekenhuizen van het Rijk beschikbare budget van 4.434.000 euro (index 01/07/2006)
B = totaal aantal m² van de kostenplaatsen 020 tot 499 van alle ziekenhuizen
C = totaal aantal m² van de kostenplaatsen 020 tot 289, 300 tot 309 en 320 tot 499 van het ziekenhuis. ]
[(15) § 3. A partir du 1er juillet 2006, pour couvrir l’augmentation des coûts énergétiques, il est octroyé aux hôpitaux généraux hors services Sp, Sp palliatifs, G isolés et unités de traitement de grands brûlés un montant forfaitaire
(X) calculé comme suit :
X = A/B*C
Où:
A = budget disponible pour tous les hôpitaux du Royaume de 4.434.000 euros (index 01/07/2006)
B = total des m² des centres de frais 020 à 499 de tous les hôpitaux
C = total des m² des centres de frais 020 à 289, 300 à 309 et 320 à 499 de l’hôpital. ]
[(25) Onderafdeling 3. - Onderdeel B1 van de geïsoliseerde G-diensten en van de Sp-diensten]
[(25) Sous-section 3. - Sous-partie B1 des services G isolés et des services Sp]
[(25) Art. 43. § 1. Het budget B1 geïsoliseerde G-diensten en van de Sp-diensten, buiten de Sp-diensten voor palliatieve zorg, wordt vastgesteld op zijn waarde van 30 juni voorafgaand aan het dienstjaar waarin het budget B1 vastgesteld wordt. Voor het dienstjaar dat begint op 1 juli 2002 wordt het budget B1 berekend als volgt:
1° indien JR > Q
(B1 x Q) + [(JR – Q) x 0,25 x B1]
2° indien JR = Q
B1 x Q
3° indien JR < Q
B1 x JR
waarbij :
JR = tijdens het dienstjaar 2000 gerealiseerde dagen;
Q = quotum van verpleegdagen 2002, bedoeld in artikel 53 van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986;
B1 = waarde per dag op 30 juni 2002 van onderdeel B1 buiten toepassing van de middelen betreffende de kosten van aansluiting, bedoeld in artikel 15, 23°.
[(25) Art. 43. § 1er. Le budget B1 des services G isolés et des services Sp, hormis les services Sp-soins palliatifs, est fixé à sa valeur au 30 juin précédant l’exercice de fixation du budget B1. Cependant, pour l’exercice débutant le 1er juillet 2002, le budget B1 est calculé de la manière suivante :
1° si JR > Q
(B1 x Q) + [(JR – Q) x 0,25 x B1] 2° si JR = Q
B1 x Q
3° si JR < Q B1 x JR
Où:
JR = journées réalisées pendant l’exercice 2000 ;
Q = quota de journées d’hospitalisation 2002 visé à l’article 53 de l’arrêté ministériel du 2 août 1986 ;
B1 = valeur par jour au 30 juin 2002 de la sous-partie B1 hors application des moyens relatifs aux frais d’affiliation visés à l’article 15, 23°.
§ 2. Vanaf 1 juli 2006 wordt aan de geïsoleerde G-diensten en de Sp-diensten met 80 bedden en meer een forfaitair bedrag van 20.427,88 euro (index 01/07/2006) toegekend om de sociale dienst van de betrokken diensten te versterken.
Om het bedrag te behouden, moeten de ziekenhuizen het ontslagmanagement implementeren en/of ontwikkelen, overeenkomstig de beginselen bepaald door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, in overleg met de ziekenhuizen en de Minister die het budget van financiële middelen onder zijn bevoegdheid heeft.
§ 2. Pour les services G isolés et les services Sp de 80 lits et plus, un montant forfaitaire de 20.427,88 euros (index 01/07/2006) est alloué à partir du 1er juillet 2006 en vue de renforcer le service social du service.
Pour conserver ce montant, les hôpitaux doivent implémenter et/ou développer la fonction de référent hospitalier pour la continuité des soins conformément aux principes définis par le SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement en concertation entre les hôpitaux et le Ministre qui a le budget des moyens financiers dans ses attributions.
§ 3. Het budget B1 van de Sp-diensten voor palliatieve zorg wordt vastgesteld op 17.821, 03 euro (index op 1 januari 2002) per bed.
§ 3. Le budget B1 des services Sp-soins palliatifs est fixé à 17.821,03 euros (index 1er janvier 2002) par lit.
§ 4. Vanaf 1 juli 2006 wordt, teneinde de gestegen energiekosten te dekken, een forfaitair bedrag (X) toegekend aan de geïsoleerde G-diensten en de Sp-diensten, dat als volgt wordt berekend:
X = A/B*C
waarbij:
A = het voor alle ziekenhuizen van het Rijk beschikbare budget van 4.434.000 euro (index 01/07/2006)
B = totaal aantal m² van de kostenplaatsen 020 tot 499 van alle ziekenhuizen
C = totaal aantal m² van het ziekenhuis overeenkomstig de volgende bepalingen:
- voor de Sp-diensten: kostenplaats 310 tot 319 met uitsluiting van 314;
- voor de Sp-diensten voor palliatieve zorg: kostenplaats 314;
- voor de geïsoleerde Sp-diensten met uitzondering van de Sp-diensten voor palliatieve zorg: kostenplaatsen 020 tot 199 en 310 tot 319, met uitsluiting van 314;
- voor de geïsoleerde Sp-diensten voor palliatieve zorg: kostenplaatsen 020 tot 199 en 314;
- voor de geïsoleerde G-diensten: kostenplaatsen 020 tot 199 en 300 tot 309. ]
§ 4. A partir du 1er juillet 2006, pour couvrir l’augmentation des coûts énergétiques, il est octroyé aux services G isolés et aux services Sp un montant forfaitaire (X) calculé comme suit :
X = A/B*C
où:
A = budget disponible pour tous les hôpitaux du Royaume de 4.434.000 euros (index 01/07/2006)
B = total des m² des centres de frais 020 à 499 de tous les hôpitaux
C = total des m² de l’hôpital suivant les conditions suivantes :
- pour les services Sp : centres de frais 310 à 319 à l’exclusion de 314 ;
- pour les services Sp soins palliatifs: centre de frais 314 ;
- pour les services Sp isolés, hors Sp soins palliatifs : centres de frais 020 à 199 et 310 à 319, sauf 314 ;
- pour les services Sp soins palliatifs isolés : centres de frais 020 à 199 et 314 ;
- pour les services G isolés : centres de frais 020 à 199 et 300 à 309. ]
Onderafdeling 4 – Onderdeel B1 van de psychiatrische ziekenhuizen.
Xxxx-xxxxxxx 0. - Xxxx-xxxxxx X0 xxx xxxxxxxx psychiatriques
Art. 44. § 1. Het budget B1 van de psychiatrische ziekenhuizen wordt vastgesteld op zijn waarde van 30 juni voorafgaand aan het dienstjaar waarop het budget B1 vastgesteld wordt. Voor het dienstjaar dat begint op 1 juli 2002 wordt het budget B1 niettemin vastgesteld als volgt:
B1 x Q
waarbij :
Q = quotum van verpleegdagen 2002, bedoeld in artikel 54 van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986.
B1 = waarde per dag op 30 juni 2002 van Onderdeel B1 buiten toepassing van de middelen betreffende de kosten van aansluiting, bedoeld in artikel 15, 23°.
Art. 44. § 1er. Le budget B1 des hôpitaux psychiatriques est fixé à sa valeur au 30 juin précédant l’exercice de fixation du budget B1. Cependant, pour l’exercice débutant le 1er juillet 2002, le budget B1 est calculé de la manière suivante :
B1 x Q
où :
Q = quota de journées d’hospitalisation 2002 visé à l’article 54 de l’arrêté xxxxxxxxxxx xx 0 xxxx 0000
X0 = valeur par jour au 30 juin 2002 de la Sous-partie B1 hors application des moyens relatifs aux frais d’affiliation visés à l’article 15, 23°.
§ 2. De bepalingen van artikel [ (7) 42, 11e bewerking, 2°, ] zijn van toepassing op de psychiatrische ziekenhuizen.
§ 2. Les dispositions de l’article [ (7) 42, 11e opération, 2°, ] sont d’application pour les hôpitaux psychiatriques.
[(26) §3. 1° Vanaf 1 juli 2005 wordt onderdeel B1 van de psychiatrische ziekenhuizen met een forfaitair bedrag (M) verhoogd voor zover het budget B1 dat op 30 juni 2005 van kracht is, uitgedrukt per bed, onder het nationale gemiddelde ligt.
Het bedrag (M) wordt als volgt berekend:
[(26) §3. 1° A partir du 1er juillet 2005, la sous-partie B1 des hôpitaux psychiatriques est augmentée d’un montant forfaitaire (M) pour autant que le budget B1 en vigueur au 30 juin 2005, exprimé par lit, soit inférieur à la moyenne nationale.
Le montant (M) est calculé comme suit :
M = 1.445.000 euro * bedden hi
bedden hz
waarbij :
- 1.445.000 euro (index 01/07/2005) gelijk is aan het beschikbare budget ;
- bedden hi = het aantal erkende bedden van het ziekenhuis op 1 januari 2005 ;
- bedden hz = het aantal erkende bedden op 1 januari 2005 van de ziekenhuizen die beantwoorden aan de voorwaarde bedoeld in het eerste lid.
De toekenning van het bedrag M mag niet tot gevolg hebben dat het nieuwe budget B1 per ziekenhuisbed hoger ligt dan het nationale gemiddelde. Desgevallend wordt het bedrag M verminderd en wordt het aldus vrijgemaakte budget aan de andere betrokken ziekenhuizen toegekend.
M = 1.445.000 euros * lits hi
lits hz
où :
- 1.445.000 euros (index 00/00/0000) xxx xxxx xx budget disponible ;
- lits hi = le nombre de lits agréés au 1er janvier 2005 de l’hôpital ;
- lits hz = le nombre de lits agréés au 1er janvier 2005 des hôpitaux répondant à la condition visée au 1er alinéa.
L’octroi du montant M ne peut avoir pour effet que le nouveau budget B1 par lit de l’hôpital soit supérieur à la moyenne nationale. Le cas échéant, le montant M est réduit et le budget ainsi libéré est attribué aux autres hôpitaux concernés.
2° Vanaf 1 juli 2006 wordt een bedrag van 2.445.000 euro (index 01/07/2006) verdeeld onder die psychiatrische ziekenhuizen waarvan het bedrag van onderdeel B1 gedeeld door het in artikel 87, §3, bedoelde referentieaantal, lager ligt dan 90% van het resultaat van de som van onderdelen B1 van alle psychiatrische ziekenhuizen gedeeld door de som van hun referentieaantal.
Het beschikbare budget wordt overeenkomstig de volgende berekening verdeeld :
2.445.000 * [(Σ 1n A / Σ1n N * 0,9 * N) - A] / Σ 1n