UNIFORME VOORWAARDEN ORANGERIE ELSWOUT
UNIFORME VOORWAARDEN ORANGERIE ELSWOUT
Orangerie Elswout BV Xxxxxxxxxxxx 00
0000 XX Xxxxxxxx
KVK nr: 34061356
BTW nr: NL006730553B01
De Uniforme Voorwaarden Orangerie Elswout (UVOE) zijn gebaseerd op de door de Koninklijke Horeca Nederland (KHN) uitgegeven Uniforme Voorwaarden Horeca (UVH). Dit zijn
voorwaarden waarop in Nederland gevestigde horecabedrijven zoals hotels, restaurants, cafés en aanverwante bedrijven (waaronder cateringbedrijven, party-servicebedrijven e.d.), horecadiensten verlenen en horecaovereenkomsten sluiten. De UVH zijn gedeponeerd bij de Arrondissementsrechtbank en de Kamer van Koophandel en Fabrieken te ‘s-Gravenhage. De UVOE zijn van toepassing op alle aangeboden diensten en reserveringen die de Orangerie Elswout verleent.
Artikel 1. Definities
Onder de navolgende woorden wordt in de UVOE, en in de aanbiedingen en overeenkomsten waarop de UVOE van toepassing zijn, telkens het navolgende verstaan.
1.1 Horecabedrijf.
De natuurlijke- of rechtspersoon of vennootschap die zijn bedrijf maakt van het verlenen van horecadiensten en lid is van Koninklijk Horeca Nederland.
1.2 Gastheer.
Degene die een horecabedrijf vertegenwoordigt bij het afsluiten en uitvoeren van horecaovereenkomsten.
1.3 Verlenen van horecadiensten.
Het door een horecabedrijf verstrekken van logies en/of spijs en/of drank en/of het ter beschikking stellen van (zaal)ruimte en/of terreinen, alles met alle daarbij behorende werkzaamheden en diensten, en alles in de ruimste zin des woords.
1.4 Klant.
De natuurlijke- of rechtspersoon of vennootschap die met een horecabedrijf een horecaovereenkomst heeft gesloten.
1.5 Gast.
De natuurlijke perso(o)n(en) aan wie op grond van een met de klant gesloten horecaovereenkomst één of meer horecadienst(en) moet worden verleend. Waar in de UVOE van gast, of klant, wordt gesproken, wordt zowel gast als klant bedoeld tenzij uit de inhoud van de bepaling en haar strekking noodzakelijkerwijze voortvloeit dat slechts één van beide bedoeld kan zijn.
1.6 Horecaovereenkomst.
Een overeenkomst tussen een horecabedrijf en een klant terzake een of meer door
het horecabedrijf te verlenen horecadiensten tegen een door de klant te betalen prijs. In plaats van de term horecaovereenkomst wordt soms de term reservering gebruikt.
1.7 Horecabedrijf.
Het horecabedrijf waarbij het verlenen van horecadiensten voornamelijk dan wel uitsluitend bestaat uit het verstrekken van logies.
1.8 Restaurantbedrijf.
Het horecabedrijf waarbij het verlenen van horecadiensten voornamelijk dan wel uitsluitend bestaat uit het verstrekken van spijs en bijbehorende drank.
1.9 Cafébedrijf.
Het horecabedrijf waarbij het verlenen van horecadiensten voornamelijk dan wel uitsluitend bestaat uit het verstrekken van drank.
1.10 Zaalverhuurbedrijf.
Het horecabedrijf waarbij het verlenen van horecadiensten voornamelijk dan wel uitsluitend bestaat uit het ter beschikking stellen van zaalruimte.
1.11 Reserveringswaarde (= de waarde van de horecaovereenkomst).
De totale omzetverwachting van het horecabedrijf inclusief bedieningsgeld (toeristenbelasting) en btw terzake een met een klant gesloten horecaovereenkomst, welke verwachting is gebaseerd op de binnen dat horecabedrijf geldende gemiddelden. Indien het een zakelijke overeenkomst betreft tussen klant (klant is bedrijf) en horecabedrijf is de reserveringswaarde exclusief btw.
1.12 Koninklijk Horeca Nederland.
Het Koninklijk Verbond van Ondernemers in het Horeca- en Aanverwante Bedrijf
“Horeca Nederland” c.q. de eventuele rechtsopvolger daarvan.
1.13 Annulering.
De in schriftelijke vorm door de klant aan het horecabedrijf gedane mededeling dat van een of meer overeengekomen horecadiensten geheel of gedeeltelijk geen gebruik zal worden
gemaakt, dan wel de in schriftelijke vorm door het horecabedrijf aan de klant gedane mededeling dat een of meer overeengekomen horecadiensten geheel of gedeeltelijk niet verstrekt zullen worden.
1.14 No-show.
Het zonder annulering niet gebruik maken door een gast van een op grond van een horecaovereenkomst te verstrekken horecadienst.
1.15 Groep.
Een groep van 10 of meer personen aan wie door een horecabedrijf een of meer horecadiensten moeten worden verleend krachtens een of meer als samenhangend te beschouwen horecaovereenkomsten.
1.16 Individu.
Iedere persoon die niet behoort tot een groep volgens bovengenoemde definitie.
1.17 Goederen.
Alle goederen, daaronder begrepen gelden, geldswaarden en geldswaardige papieren.
1.18 Kurkengeld.
Het bedrag verschuldigd terzake het in de ruimten van een horecabedrijf nuttigen van niet door dat horecabedrijf verstrekte drank.
1.19 Keukengeld.
Het bedrag verschuldigd terzake het in de ruimten van een horecabedrijf nuttigen van niet door dat horecabedrijf verstrekte spijzen.
1.20 Omzetgarantie.
Een akkoord van de klant dat terzake één of meer horecadiensten tussen klant en horecabedrijf minimaal een bepaald bedrag aan omzet door de klant zal worden gerealiseerd, zoals tussen klant en horecabedrijf is overeengekomen op het moment van reservering
Artikel 2. Toepasselijkheid
2.1 De UVOE zijn met uitsluiting van alle andere algemene voorwaarden van toepassing op de totstandkoming en de inhoud van alle horecaovereenkomsten, alsmede op alle
aanbiedingen xxxxxxx de totstandkoming van deze horecaovereenkomsten. Indien daarnaast toch andere algemene voorwaarden van toepassing zijn prevaleren in geval van tegenstrijdigheid de UVOE.
2.2 Afwijken van de UVOE is slechts mogelijk bij geschrifte en van geval tot geval.
2.3 De UVOE strekken mede ten behoeve van alle natuurlijke- en rechtspersonen waarvan het horecabedrijf gebruik maakt of heeft gemaakt bij het sluiten en/of uitvoeren van
een horecaovereenkomst of een andere overeenkomst of bij het exploiteren van het horecabedrijf.
2.4 Zijn de UVOE eenmaal rechtsgeldig toepasselijk verklaard op een bepaalde horecaovereenkomst, dan wordt de laatst geldende versie van de UVOE toepasselijk geacht op alle volgende horecaovereenkomsten tussen dezelfde partijen, tenzij schriftelijk anders overeengekomen.
Artikel 3. Totstandkoming van horecaovereenkomsten
3.1 Een horecabedrijf kan te allen tijde om welke reden dan ook het sluiten van
een horecaovereenkomst weigeren, behoudens indien een zodanige weigering geschiedt louter op één of meer gronden vermeld in artikel 429 quater Wetboek van Xxxxxxxxxx (discriminatie).
3.2 Alle door een horecabedrijf gedane aanbiedingen xxxxxxx de totstandkoming van een horecaovereenkomst zijn vrijblijvend en onder het voorbehoud “zolang de voorraad
(c.q. capaciteit) strekt”. Doet het horecabedrijf binnen een naar gelang de omstandigheden te bepalen redelijke termijn na aanvaarding door de klant een beroep op bedoeld voorbehoud dan wordt de beoogde horecaovereenkomst geacht niet te zijn tot stand gekomen.
3.3 Wanneer het horecabedrijf aan de klant (optiehouder) een optierecht heeft toegekend kan dit recht niet worden herroepen, behoudens indien en voorzover een andere potentiële klant
het horecabedrijf een aanbod doet tot het sluiten van een horecaovereenkomst terzake het totaal of een gedeelte van de in optie uitstaande horecadiensten. De optiehouder dient alsdan door
het horecabedrijf van dit aanbod op de hoogte te worden gebracht, waarna de optiehouder te kennen dient te geven al dan niet van het optierecht gebruik te willen maken. Indien
de optiehouder niet te kennen geeft gebruik te willen maken van het optierecht vervalt het optierecht. Een optierecht kan alleen schriftelijk verleend worden en heeft altijd een maximale duur van veertien dagen na het verlenen van het optierecht.
3.4 Horecaovereenkomsten voor (een) gast(en) aangegaan door tussenpersonen (cargadoors, reisbureaus, andere horecabedrijven e.d.), al dan niet in naam van hun relatie(s), worden geacht mede voor rekening en risico van deze tussenpersonen te zijn gesloten. Het
horecabedrijf is aan tussenpersonen geen commissie of provisie, hoe ook genaamd, verschuldigd, tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders overeengekomen. Gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde door de gast zal de tussenpersoon in dezelfde mate bevrijden.
Artikel 4. Algemene verplichtingen van het horecabedrijf
4.1 De in dit artikel genoemde verplichtingen gelden voor ieder horecabedrijf. Alle
verplichtingen welke voortvloeien uit het speciale karakter van het horecabedrijf en de aard van de te verrichten horecadiensten zijn opgenomen in de hiernavolgende artikelen.
4.2 In het geval dat de speciale regeling als bedoeld in de artikelen 5 e.v. afwijkt van een algemene bepaling in de artikelleden 4.3 t/m 4.7 geldt de speciale regeling.
4.3 Het horecabedrijf is, onverminderd het bepaalde in de hiernavolgende artikelen, krachtens de horecaovereenkomst verplicht op de overeengekomen tijdstippen de
overeengekomen horecadiensten te verlenen op de in dat horecabedrijf gebruikelijke wijze.
4.4 De in artikel 4.3 genoemde verplichting geldt niet:
a. in geval van overmacht aan de zijde van het horecabedrijf als bedoeld in artikel 15;
b. indien de gast niet of meer dan een half uur te laat verschijnt;
c. indien de klant de in artikel 10 bedoelde waarborgsom/tussentijdse betaling niet tijdig voldoet;
d. indien de klant, ondanks een daartoe strekkend verzoek, niet tijdig een omzetgarantie afgeeft;
e. indien de klant op enige andere wijze niet volledig voldoet aan al zijn verplichtingen welke hij uit welken hoofde ook jegens het horecabedrijf heeft.
4.5 Het horecabedrijf is niet gehouden enig goed van de gast in ontvangst en/of in bewaring te nemen.
4.6 Indien het horecabedrijf voor het in ontvangst en/of in bewaring nemen van goederen
enig bedrag aan de gast in rekening brengt, dient het horecabedrijf op die goederen te letten als een goed huisvader, onverminderd het bepaalde in artikel 12.
4.7 Het horecabedrijf is nimmer verplicht enig huisdier van de gast toe te laten en kan aan toelating voorwaarden verbinden.
Artikel 5. Verplichtingen van het restaurantbedrijf
5.1 Het restaurantbedrijf is verplicht op het overeengekomen tijdstip aan de gast
de overeengekomen faciliteiten ter beschikking te stellen en de overeengekomen spijzen en dranken te verstrekken van een hoeveelheid, kwaliteit en op een wijze als in zijn restaurant gebruikelijk is.
5.2 Indien geen spijzen of dranken van tevoren zijn overeengekomen dan verstrekt
het restaurantbedrijf op verzoek datgene van de spijzen en dranken die het op dat moment kan verstrekken, onverminderd het overige in artikel 6.1 bepaalde.
5.3 Het restaurantbedrijf is gerechtigd om het verlenen van horecadiensten achterwege te laten dan wel op ieder moment te staken indien de gast zich niet gedraagt als overeenkomt met de stand en de exploitatie van zijn restaurant. Het restaurantbedrijf kan onder meer eisen stellen met betrekking tot het uiterlijk van de gast. De gast dient op eerste verzoek het restaurant te verlaten.
5.4 Indien de gast niet binnen een half uur na het gereserveerde tijdstip is gearriveerd kan
het restaurantbedrijf de reservering als geannuleerd beschouwen, onverminderd het bepaalde in artikel 7.
Artikel 6. Verplichtingen van het horecabedrijf terzake zaalverhuur
6.1 Het horecabedrijf is gerechtigd om een andere ruimte ter beschikking te stellen dan volgens de horeca- overeenkomst zou moeten geschieden, behoudens indien zulks als evident onbillijk en voor de gast als klaarblijkelijk te bezwaarlijk moet worden beschouwd. De gast/klant heeft in dat laatste geval het recht om met onmiddellijke ingang de horecaovereenkomst
waarop voormelde wens van het horecabedrijf betrekking heeft te beëindigen, onverminderd zijn verplichtingen uit hoofde van andere horecaovereenkomsten. De gast en/of klant heeft, indien het horecabedrijf zich uitgaven bespaart door op de voet van het voorgaande een andere ruimte ter beschikking te stellen dan volgens de horecaovereenkomst zou moeten geschieden, recht op het bedrag van die besparing. Voor het overige zal het horecabedrijf nimmer tot
enige schadevergoeding gehouden zijn. Het horecabedrijf is voorts gehouden de bij hem gebruikelijke horecadiensten aan de gasten te kunnen verlenen.
6.2 Het horecabedrijf is gerechtigd om het verlenen van horecadiensten achterwege te laten dan wel op ieder moment te staken indien de gast zich niet gedraagt als overeenkomt met de stand en de exploitatie van zijn horecabedrijf. Het horecabedrijf kan onder meer eisen stellen met betrekking tot het uiterlijk van de gast. De gast dient op eerste verzoek het horecabedrijf
te verlaten.
6.3 Het horecabedrijf is na overleg met het ter plaatse bevoegd gezag gerechtigd
de horecaovereenkomst wegens gegronde vrees voor verstoring van de openbare orde
te ontbinden. Maakt het horecabedrijf van deze bevoegdheid gebruik, dan zal het horecabedrijf tot geen enkele schadevergoeding gehouden zijn.
Artikel 7. Annuleringen horecaovereenkomst
7.1 Annulering van horecaovereenkomsten door klant is onderhevig aan annuleringskosten door klant aan horecabedrijf te voldoen, ter hoogte van een -afhankelijk van annuleringsperiode- bedrag zoals omschreven in een van de volgende artikelen 7.2 a tot en met f.
7.2 Wanneer een reservering is gemaakt voor een groep dan geldt voor annulering van die reservering het navolgende.
a. Bij annulering meer dan 6 maanden voor het tijdstip waarop krachtens de
desbetreffende xxxxxxxxxxxxxxxxxx de eerste horecadienst zou moeten worden verleend is de klant gehouden 10% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen, met een minimum van 950 euro.
b. Bij annulering minder dan 6 maanden, maar meer dan 4 maanden voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 15% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen.
c. Bij annulering minder dan 4 maanden, maar meer dan 3 maanden voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 60% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen.
d. Bij annulering minder dan 3 maanden, maar meer dan 2 maanden voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 70% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen.
e. Bij annulering minder dan 2 maanden, maar meer dan 3 weken voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 85% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen.
f. Bij annulering 3 weken of minder voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 100% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen.
Artikel 8. Waarborgsom en tussentijdse betaling
8.1 Het horecabedrijf verlangt bij reservering van een evenement een aanbetaling a 10% van de reserveringswaarde met een minimum van 950 euro.
8.2 Het horecabedrijf verlangt drie weken voorafgaand aan een evenement een aanbetaling van 85% van de op dat moment geoffreerde offertewaarde, met een minimum van 85% van de originele reserveringswaarde.
8.3 Ontvangen waarborgsommen worden deugdelijk geadministreerd, dienen uitsluitend
tot zekerheid voor het horecabedrijf en gelden uitdrukkelijk niet als reeds gerealiseerde omzet.
8.4 Het horecabedrijf kan telkens tussentijds betaling verlangen van inmiddels verleende overige diensten.
8.5 Het horecabedrijf mag zich verhalen op het ingevolge de voorgaande bepalingen gedeponeerde bedrag terzake al datgene wat de klant uit welken hoofde ook aan hem verschuldigd is. Het overschot dient door het horecabedrijf onverwijld aan de klant te worden terugbetaald.
Artikel 9. Omzetgarantie
9.1 Indien een omzetgarantie voor een of meerdere horecadiensten is afgegeven is de klant verplicht terzake de betreffende horecaovereendienst(en) tenminste het in de omzetgarantie bepaalde bedrag aan het horecabedrijf te betalen.
Artikel 10. Aansprakelijkheid van het horecabedrijf
10.1 De uitsluiting van aansprakelijkheid in dit artikel geldt niet voor zover het horecabedrijf
xxxxxxx het risico dat zich heeft gerealiseerd van een verzekeringsmaatschappij of van een andere derde een vergoeding heeft ontvangen.
10.2 Onverminderd het bepaalde in artikel 4.6 is het horecabedrijf niet aansprakelijk voor beschadiging of verlies van goederen, die in het horecabedrijf zijn meegebracht door een gast die daar zijn intrek heeft genomen. De klant vrijwaart het horecabedrijf tegen aanspraken van gasten terzake. Het hier bepaalde geldt niet voorzover de beschadiging of het verlies te wijten is aan opzet of grove schuld van het horecabedrijf.
10.3 Onverminderd het bepaalde in de artikelen 12.7 en 12.8 is het horecabedrijf
xxxxxx aansprakelijk voor welke schade dan ook door de klant, de gast en/of derden geleden tenzij de schade het directe gevolg is van opzet of grove schuld van het horecabedrijf. Deze uitsluiting van aansprakelijkheid geldt in het bijzonder ook voor schade ontstaan als gevolg van het nuttigen van door het horecabedrijf bereide of geserveerde levensmiddelen en voor schade ontstaan als gevolg van automatiseringsproblemen. Indien dwingend recht slechts een minder vergaande beperking van aansprakelijkheid toelaat geldt die minder vergaande beperking.
10.4 In geen enkel geval is het horecabedrijf gehouden een hoger bedrag aan schaderegeling te betalen dan:
1. de reserveringswaarde of, indien dat meer is.
2a. het door de verzekeraar van het horecabedrijf aan het horecabedrijf terzake de schade uitbetaalde bedrag, dan wel;
2b. de terzake de schade van een andere derde verkregen vergoeding.
10.5 Voor schade aan of met voertuigen van de gast veroorzaakt is het horecabedrijf
xxxxxx aansprakelijk behoudens indien en voor zover de schade het rechtstreeks gevolg is van opzet of grove schuld van het horecabedrijf.
10.6 Het horecabedrijf is nimmer aansprakelijk voor schade direct of indirect aan wie of wat ook ontstaan als direct of indirect gevolg van enig gebrek of enige hoedanigheid of
omstandigheid aan, in of op enig roerend of onroerend goed waarvan het horecabedrijf houder, (erf)pachter, huurder dan wel eigenaar is of dat anderszins ter beschikking van het horecabedrijf staat, behoudens indien en voor zover de schade het rechtstreeks gevolg is van opzet of grove schuld van het horecabedrijf.
10.7 Indien voor de gast aan de in bewaring gegeven goederen, waarvoor een vergoeding als bedoeld in artikel 4.6 in rekening wordt gebracht, schade ontstaat is het horecabedrijf verplicht de schade aan deze goederen tengevolge van beschadiging of vermissing te vergoeden. Schadevergoeding is nimmer verschuldigd terzake in de afgegeven goederen aanwezige andere goederen.
10.8 Indien het horecabedrijf goederen in ontvangst neemt of indien goederen op welke wijze dan ook waar dan ook door wie dan ook worden gedeponeerd, bewaard en/of achtergelaten zonder dat het horecabedrijf daarvoor enige vergoeding bedingt, dan is het horecabedrijf nimmer aansprakelijk voor schade aan of in verband met die goederen op welke wijze dan ook ontstaan tenzij het horecabedrijf opzettelijk deze schade heeft toegebracht, of de schade het gevolg is van grove schuld van het horecabedrijf.
10.9 De klant (niet zijnde een natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf) vrijwaart het horecabedrijf volledig terzake iedere aanspraak, hoe ook
genaamd, welke de gast en/of enige derde jegens het horecabedrijf mocht geldend maken, indien en voor zover deze aanspraak in de ruimste zin verband kan houden met enige door het horecabedrijf krachtens enige overeenkomst met de klant te verlenen of verleende (horeca)dienst dan wel met de accommodatie waarin een zodanige (horeca)dienst werd verleend of moest worden verleend.
10.10 De in artikel 10.9 bedoelde vrijwaringsverplichting geldt ook indien de
xxxxxxxxxxxxxxxxxx met de klant en/of de gast geheel of gedeeltelijk om welke reden dan ook is ontbonden.
10.11 Het horecabedrijf is nimmer aansprakelijk voor gevolgen direct of indirect aan wie of wat ook, voortvloeiend vanuit de consumptie van maaltijden en of dranken zoals genuttigd in het horecabedrijf.
10.12 Het horecabedrijf is nimmer aansprakelijk voor gevolgen direct of indirect aan wie of wat ook, voortvloeiend vanuit de consumptie van maaltijden en of dranken welke door gast zelf zijn ingebracht, ongeacht wel of geen verkregen toestemming tot inbreng van eigen maaltijden en of dranken, zoals genuttigd in het horecabedrijf.
10.13 Het horecabedrijf is nimmer aansprakelijk voor gevolgen direct of indirect aan wie of wat ook, voortvloeiend vanuit de consumptie van maaltijden en of dranken welke op verzoek van de gast voor speciale bereiding zijn gedaan, hierbij in het bijzonder dieetwensen of allergieën.
10.14 Het horecabedrijf is nimmer gebonden overgebleven restanten dranken en of spijzen aan gast te verstrekken ten behoeve van eigen consumptie buiten het horecabedrijf.
Artikel 11. Aansprakelijkheid van de gast en/of klant
11.1 De klant en de gast en degenen die hem vergezellen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle schade die voor het horecabedrijf en/of enige derde is en/of zal ontstaan als direct of indirect gevolg van wanprestatie (toerekenbare tekortkoming) en/of onrechtmatige daad,
waaronder overtreding van de huisregels is begrepen, begaan door de klant en/of de gast en/of degenen die hem vergezellen, alsmede voor alle schade die is veroorzaakt door enig dier en/of enige stof en/of enige zaak waarvan zij houder zijn of die onder hun toezicht staan.
Artikel 12. Afrekening en betaling
12.1 De klant is de in de horecaovereenkomst bepaalde prijs verschuldigd dan wel, voor zover de horecaovereenkomst werd gesloten meer dan drie maanden voor het tijdstip waarop
de ingevolge die overeenkomst te verrichten horecadiensten verleend moeten worden, de prijzen welke gelden op het moment dat de horecadienst(en) (moet(en)) wordt(den)
verleend, waaronder tevens worden verstaan de prijzen als vermeld op lijsten welke door het horecabedrijf zijn opgenomen in een lijst welke aan de klant/gast, xxxxxxxx op diens verzoek, wordt overhandigd. Wijzigingen in het BTW-tarief worden te allen tijde aan de klant doorberekend. Voor bijzondere diensten, zoals het gebruik van garderobe, garage, safe, bewassing, telefoon, telex, t.v.-huur e.d. kan door het horecabedrijf een extra vergoeding worden gevorderd.
12.2 Alle rekeningen, daaronder mede begrepen rekeningen terzake annulering of no-show,
zijn door de klant en/of gast verschuldigd op het moment dat ze aan hem worden gepresenteerd. De klant dient voor contante betaling zorg te dragen tenzij schriftelijk anders is overeengekomen of tenzij anders wordt overeengekomen.
12.3 Wanneer voor een rekening voor een lager bedrag dan ε 150,- krachtens het bepaalde in het vierde lid een factuur wordt gezonden dan kan het horecabedrijf daarenboven ε 15,-
aan administratiekosten in rekening brengen. Op dat bedrag is het bepaalde in dit artikel van overeenkomstige toepassing.
12.4 De gast en de klant zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle bedragen welke één van hen of beiden aan het horecabedrijf uit welken hoofde ook verschuldigd zijn. Geen van hen kan zich beroepen op enig voorrecht van uitwinning. Horecaovereenkomsten worden behoudens andersluidend beding geacht mede namens elke gast gesloten te zijn. Door te verschijnen geeft de gast te kennen dat de klant bevoegd was hem bij het sluiten van de betreffende horecaovereenkomst te vertegenwoordigen.
12.5 Zolang de gast en/of klant niet geheel aan al zijn verplichtingen jegens het horecabedrijf heeft voldaan is het horecabedrijf gerechtigd om alle goederen welke door de gast en/of klant in het horecabedrijf zijn meegebracht onder zich te nemen en te houden, totdat de gast en/of klant ten genoegen van het horecabedrijf aan al zijn verplichtingen jegens het horecabedrijf heeft voldaan. Naast een retentierecht komt het horecabedrijf in voorkomend geval een pandrecht toe op de betreffende goederen.
12.6 Indien andere dan contante betaling is overeengekomen dienen alle facturen, voor welk bedrag ook, door de klant binnen veertien dagen na factuurdatum aan het horecabedrijf te worden voldaan. Indien een factuur wordt gezonden is het horecabedrijf te allen tijde bevoegd een kredietbeperkingstoeslag van 2% van het factuurbedrag in rekening te brengen, welke vervalt indien de klant de factuur binnen veertien dagen voldoet.
12.7 Indien en voor zover tijdige betaling achterwege blijft is de klant in gebreke zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist.
12.8 Indien de klant in gebreke is dient hij aan het horecabedrijf alle op de inning vallende kosten te vergoeden, gerechtelijke zowel als buitengerechtelijke. De buitengerechtelijke
inningskosten worden gesteld op minimaal 15% van de verschuldigde hoofdsom met een minimum van € 100,- alles te vermeerderen met de daarover verschuldigde B.T.W.
12.9 Daarenboven is de klant indien hij in gebreke is een bedrag aan rente verschuldigd welke ligt 2% boven de wettelijke rente. Een gedeelte van een maand wordt bij de berekening van de verschuldigde rente voor een gehele maand gerekend.
12.10 Indien het horecabedrijf goederen als bedoeld in artikel 12.7 onder zich heeft en de klant van wie het horecabedrijf de goederen onder zich heeft gekregen gedurende drie maanden in gebreke is, is het horecabedrijf gerechtigd deze goederen publiekelijk dan wel onderhands
te verkopen en zich op de opbrengst daarvan te verhalen. De aan de verkoop verbonden
kosten komen eveneens ten laste van de klant en het horecabedrijf kan zich ook daarvoor op de opbrengst van de verkoop verhalen. Hetgeen na het verhaal van het horecabedrijf resteert wordt aan de klant uitgekeerd.
12.11 Iedere betaling zal, ongeacht enige door de klant bij die betaling geplaatste aantekening dan wel gemaakte opmerking, worden geacht te strekken in mindering op de schuld van de klant aan het horecabedrijf in de navolgende volgorde:
1. de kosten van executie;
2. de gerechtelijke en buitengerechtelijke inningskosten;
3. de rente;
4. de schade;
5. de hoofdsom.
12.12 Betaling geschiedt in Nederlandse courant. Indien het horecabedrijf
buitenlandse betaalmiddelen accepteert dan zal gelden de op het moment van betaling geldende marktkoers. Het horecabedrijf kan daarbij bij wijze van administratiekosten een bedrag in rekening brengen dat overeenkomt met maximaal 10% van het bedrag dat in vreemde valuta wordt aangeboden. Het horecabedrijf kan dit bewerkstelligen door de geldende marktkoers met maximaal 10% aan te passen.
12.13 Het horecabedrijf is nimmer gehouden om cheques, girobetaalkaarten en andere dergelijke betaalmiddelen te accepteren en kan aan acceptatie van zodanige betaalmiddelen voorwaarden verbinden. Hetzelfde geldt voor andere, hier niet genoemde betaalmiddelen.
Artikel 13. Overmacht
13.1 Als overmacht voor het horecabedrijf, die maakt dat een eventuele daardoor veroorzaakte tekortkoming het horecabedrijf niet kan worden toegerekend, zal gelden iedere
voorziene of onvoorziene, voorzienbare of onvoorzienbare omstandigheid die het uitvoeren van de horecaovereenkomst door het horecabedrijf zodanig bemoeilijkt dat het uitvoeren van
de horecaovereenkomst onmogelijk dan wel bezwaarlijk wordt.
13.2 Onder zodanige omstandigheden worden mede verstaan zodanige omstandigheden
bij personen en/of diensten en/of instellingen waarvan het horecabedrijf gebruik wenst te maken bij het uitvoeren van de horecaovereenkomst, alsmede alles wat voor voornoemden als overmacht of opschortende dan wel ontbindende voorwaarde geldt, alsmede wanprestatie van voornoemden.
13.3 Indien een der partijen bij een horecaovereenkomst niet in staat is om aan enige verplichting uit die horecaovereenkomst te voldoen, is hij gehouden de andere partij hiervan zo
UNIFORME VOORWAARDEN ORANGERIE ELSWOUT | 9
spoedig mogelijk in kennis te stellen.
Artikel 14. Gevonden voorwerpen
14.1 In het gebouw en zijn aanhorigheden van het horecabedrijf verloren of
achtergelaten voorwerpen, welke door de gast worden gevonden, dienen door deze met bekwame spoed bij het horecabedrijf te worden ingeleverd.
14.2 Van voorwerpen, waarvan de rechthebbende zich niet binnen een jaar na de inlevering daarvan bij het horecabedrijf heeft gemeld, verkrijgt het horecabedrijf de eigendom.
14.3 Indien het horecabedrijf door de gast achtergelaten voorwerpen aan deze toezendt geschiedt zulks geheel voor rekening en risico van de gast. Het horecabedrijf is nimmer tot toezending verplicht.
Artikel 15. Kurkengeld
15.1 Indien de gast en/of klant in de ruimten van een horecabedrijf drank nuttigt die niet door dat horecabedrijf verstrekt is, is de klant per genuttigde fles een bedrag aan
kurkengeld verschuldigd.
15.2 Indien de gast en/of klant in de ruimten van een horecabedrijf spijzen nuttigt die niet door dat horecabedrijf verstrekt zijn, is de klant terzake een bedrag aan keukengeld verschuldigd.
15.3 De in de artikelen 15.1 en 15.2 bedoelde bedragen worden vooraf overeengekomen dan wel, bij gebreke van voorafgaande overeenkomst, in redelijkheid vastgesteld door het horecabedrijf. Het horecabedrijf is hierbij gerechtigd de normaal van toepassing zijnde marge van een product mede op te voeren.
Artikel 16. Klachten
16.1 Indien een gast niet tevreden is op het moment van de uitvoering van zijn/haar horecaovereenkomst met betrekking op de gemaakte afspraken over de invulling van de horecaovereenkomst, dient de gast deze klacht direct mondeling te melden aan de gastheer van het horecabedrijf. De gastheer heeft dan gelegenheid om de klacht samen met de gast op juistheid te controleren en de klacht op te lossen.
16.2 Indien de klacht niet ter plaatse kan worden opgelost, dient de gast aan gastheer kenbaar
te maken dat hij/zij binnen 48 uur na afloop van de horecaovereenkomst de klacht schriftelijk in zal dienen. Deze schriftelijke klacht dient binnen 48 uur na afloop van de horecaovereenkomst te zijn ontvangen bij het horecabedrijf. Het horecabedrijf bevestigt de ontvangst van deze klacht binnen 48 uur en zal binnen 14 dagen in overleg met de gast trachten een oplossing te bereiken.
16.3 Tijdens deze procedure is gast gehouden de laatste betaling te verrichten aan het horecabedrijf, welke dit bedrag reserveert als zijnde een deelbetaling.
16.4 Een klacht dient te zijn opgelost binnen 30 dagen na het ontvangen van de eerste schriftelijke klachtmelding, tenzij anders is overeengekomen door gast en horecabedrijf. Indien de klacht niet kan worden opgelost binnen de gestelde termijn is artikel 17 van toepassing.
16.5 Klachten die later zijn binnengekomen dan de gestelde termijn van 48 uur na afloop van de horecaovereenkomst behoeven niet door horecabedrijf in behandeling te worden genomen.
16.6 Uitsluitend klachten die binnen de gestelde termijn worden gemeld door gast zullen in behandeling worden genomen. Klachten door derden behoeven niet in behandeling te worden genomen door horecabedrijf.
Artikel 17. Toepasselijk recht en geschillen
17.1 Op horecaovereenkomsten is bij uitsluiting Nederlands recht van toepassing.
17.2 Ingeval van geschillen tussen het horecabedrijf en een klant is bij uitsluiting bevoegd de bevoegde rechter in de woonplaats van het horecabedrijf, tenzij krachtens
dwingende wetsbepaling een andere rechter bevoegd is en onverminderd de bevoegdheid van het horecabedrijf het geschil te doen beslechten door de rechter die bij gebreke van dit
beding bevoegd zou zijn.
17.3 Indien een geschillencommissie in het leven is geroepen, zullen de geschillen ter beslechting waarvan de geschillencommissie is ingesteld overeenkomstig de terzake opgestelde reglementen worden beslecht.
17.4 Alle vorderingen van de klant verjaren na verloop van een jaar na het moment waarop zij zijn ontstaan.
17.5 De ongeldigheid van één of meer van de bedingen in deze algemene voorwaarden laat de geldigheid van alle andere bedingen onverlet. Blijkt een beding in deze algemene voorwaarden om enigerlei reden ongeldig, dan worden partijen geacht een geldig vervangend beding overeengekomen te zijn dat het ongeldige beding naar strekking en reikwijdte zoveel mogelijk benadert.