Bestuursovereenkomst Spoorzone Zwolle
Bestuursovereenkomst Spoorzone Zwolle
Bestuursovereenkomst Spoorzone Zwolle
PARTIJEN 3
OVERWEGENDE DAT 3
ARTIKEL 1 DEFINITIES EN UITLEG 4
ARTIKEL 2 DOEL VAN DE BESTUURSOVEREENKOMST 6
ARTIKEL 3 INWERKINGTREDING 6
ARTIKEL 4 FINANCIËLE AFSPRAKEN EN RISICORESERVERING 6
ARTIKEL 5 PUBLIEKRECHTELIJKE RISICO’S EN AANSPRAKELIJKHEDEN 7
ARTIKEL 6 FUNCTIONELE HEROVERWEGING 7
ARTIKEL 7 AANVULLENDE XXXXXXXXXX 0
ARTIKEL 8 INZET PARTIJEN 8
ARTIKEL 9 MONITORINGSOVERLEG EN LEDEN VAN HET MONITORINGSOVERLEG 8
ARTIKEL 10 PROJECTORGANISATIE EN PROJECTMANAGER 8
ARTIKEL 11 BIJLAGEN 9
ARTIKEL 12 OVERIGE BEPALINGEN 9
Partijen
1. De publiekrechtelijk rechtspersoon gemeente Zwolle, ten rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester de heer H. J. Meijer, handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2013, hierna te noemen: “gemeente Zwolle”;
2. De publiekrechtelijke rechtspersoon Provincie Overijssel, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de commissaris van de Koning, xxxxxxx X. Xxxxxxxxx-Xxxxxxxx, handelend ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten van 12 november 2013, hierna te noemen: “provincie Overijssel”.
Beide partijen, hierna gezamenlijk te noemen: “Partijen”.
A. De provincie Overijssel werkt aan dynamische en bereikbare netwerksteden met een onderscheidend profiel en een aantrekkelijk/passend vestigingsklimaat als motor voor werkgelegenheid en cultuur.
B. De gemeente Zwolle in 2008 het Structuurplan Zwolle 2020 heeft vastgesteld waarin de Spoorzone is aangewezen als centrum stedelijk gebied waarin de regionale centrumfunctie voor wonen, werken en voorzieningen de komende jaren versterkt dient te worden.
C. De gemeente Zwolle in vervolg –en in aansluiting op het Structuurplan in 2009 de Bereikbaarheidsvisie Spoorzone heeft vastgesteld waarin de navolgende drie ambities zijn vastgelegd voor de ontwikkeling van de OV knoop en het gebied:
• de Spoorzone wordt het OV-knooppunt van Noordoost Nederland;
• de Spoorzone is optimaal bereikbaar voor alle vervoerswijzen, vanuit de stad en de regio;
• de verbinding tussen noord– en zuidzijde van het spoor wordt binnen de Spoorzone versterkt.
D. De gemeente Zwolle gelijktijdig met het vaststellen van de Bereikbaarheidsvisie Spoorzone heeft bepaald dat de stedelijke kwaliteit verbeterd moet worden, de leefbaarheid en de identiteit van de bestaande en de nieuwe deelgebieden versterkt moeten worden.
E. De provincie Overijssel in 2009 de Omgevingsvisie Overijssel heeft vastgesteld waarin wordt aangegeven dat de steden (en dorpen) en de hoofdinfrastructuur de economische motor zijn van de provincie. En dat stationsgebieden goed georganiseerde overstappunten en aanjagers van stedelijke dynamiek en aantrekkelijke binnensteden moeten zijn of worden.
F. De gemeente Zwolle in 2009 besloten heeft het busperron te verplaatsen naar de zuidzijde, waarbij bij de uitwerking van de nieuwe entree ingezet wordt op moderne ambitieuze architectuur, de looproutes tussen de verschillende modaliteiten zo efficient mogelijk worden aangelegd.
G. Partijen in 2010 zijn gestart met het DIA Project stationsomgevingen om een impuls te geven aan de ruimtelijke diversiteit, economische aantrekkelijkheid, bereikbaarheid en ruimtelijke kwaliteit van stationsgebieden.
X. Xx 0000 xx xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx het Hoofdlijnenakkoord Kracht van Overijssel 2011-2015 heeft vastgesteld waarmee richting wordt gegeven aan een investeringsimpuls voor het functioneren en de bereikbaarheid van de stedelijke netwerken waaronder Zwolle-Kampen Netwerkstad (ZKN).
I. De provincie in dit Hoofdlijnenakkoord vijf gebieden – waaronder Spoorzone Zwolle – heeft aangewezen waarvoor vanwege de complexe, kerntaakoverstijgende, opgave een gezamenlijke en gebiedsgewijze aanpak noodzakelijk wordt geacht.
J. De Spoorzone Zwolle de entree van de provincie Overijssel vanuit Noord en West Nederland en voor Zwolle is.
K. Partijen een gezamenlijk belang hebben voor de upgrading van de Spoorzone Zwolle.
L. Partijen op 24 april 2012 het opgestelde toekomstbeeld ‘Spoorzone, beste van 2 werelden’ hebben vastgesteld.
M. De aanpak van de Spoorzone Zwolle in het kader van ZKN topprioriteit heeft.
N. Provinciale Staten in ZKN verband op 14 november 2012 de intentie hebben uitgesproken het project Spoorzone Zwolle voorrang te geven boven de andere geselecteerde projecten.
O. Provinciale Staten op 18 september 2013 hebben besloten (kenmerk PS/2013/537):
a. in te stemmen met de door GS voorgestelde voorkeursvariant met dien verstande dat de te realiseren voetgangersverbinding tussen de noord en zuidkant van het station 24 uur/ 7dagen per week voor alle voetgangers (eventueel met fiets aan de hand) en zonder toegangsvereisten toegankelijk dient te zijn;
b. in te stemmen met het door GS aangaan van een bestuursovereenkomst met B&W Zwolle voor de uitvoering van de voorkeursvariant, dit onder de voorwaarden dat de gemeenteraad van Zwolle:
i. voor 1 december 2013 heeft ingestemd met de rapportage ‘Stad en Spoor verbonden’;
ii. Voor 1 december 2013 een investeringsbesluit met de voorkeursvariant heeft genomen, waaruit blijkt dat de gemeente Zwolle ook een investeringsbijdrage levert van minimaal € 45 miljoen exclusief kosten voor beheer, onderhoud en exploitatie.
P. De gemeenteraad onder meer op 30 september 2013 (kenmerk OW 1308 – 0065) heeft besloten om:
a. een investering in de Spoorzone te doen van jaarlijks € 3 miljoen met ingang van 2015; ten behoeve van het realiseren van de planelementen en het daaruit voortvloeiende beheer en onderhoud. Op basis hiervan, met de bijdragen van het Rijk, de provincie en derden een totaalkrediet van € 101,6 miljoen beschikbaar te stellen;
b. in te stemmen met de visie zoals neergelegd in de rapportage “Stad en Spoor verbonden” van 9 april 2013;
c. het college opdracht te geven op basis van de vorenstaande beslispunten een bestuursovereenkomst met de provincie aan te gaan;
d. het college de opdracht te geven om op basis van hoofdstuk 6 van het onder beslispunt 1 genoemde “Investeringsvoorstel Spoorzone Zwolle” verder vervolg te geven aan de
kwalitatieve uitwerking van de gebiedsontwikkeling Spoorzone in samenwerking met de provincie door het opstellen en uitvoering geven aan een ontwikkelstrategie.
Komen als volgt overeen:
Artikel 1 Definities en uitleg
a. Aanvullende Bouwsteen: een uitbreiding van de Projectscope passend binnen het Gebiedsplan.
b. Beschikbaar budget: het budget voor het uitvoeren van de Projectscope.
c. Bestuursovereenkomst: onderhavige overeenkomst inclusief bijlagen.
d. Bevoegd gezag: Provinciale Staten van Overijssel en Gemeenteraad Zwolle.
e. Bijdrage(n) van Partijen: de financiële bedragen van Partijen zoals opgenomen in artikel 4 lid 2 en ten aanzien waarvan Partijen zijn overeengekomen dat deze zullen worden besteed aan de realisatie van het Project.
f. Bouwstenen: onderdelen van de Projectscope.
g. Extra Bijdrage: een bedrag dat door een Partij extra wordt bijgedragen bovenop de Bijdrage(n) en wordt toegevoegd aan het Beschikbaar budget voor realisatie van het Project.
h. Functioneel programma van eisen: programma van eisen voor de OV-knoop en programma van eisen voor de gebiedsontwikkeling zoals opgenomen in de Projectscope.
i. Functionele heroverweging: een aanpassing van de Projectscope die bestaat uit het veranderen of vervallen van functies, capaciteit en kwaliteit met inachtneming van artikel 6.
j. Gebiedsplan: Stad en Spoor verbonden, d.d. 9 april 2013, en vastgesteld door de gemeente Zwolle.
k. Gebiedsontwikkeling: de ontwikkeling van het stedelijk gebied conform de Projectscope zoals opgenomen in bijlage 1 onder 2.
l. Monitoringsoverleg: het overleg ten behoeve van de uitvoering van de Bestuursovereenkomst overeenkomstig artikel 9.
m. OV-knoop: de ontwikkeling van de openbaar vervoersknoop conform de Projectscope zoals opgenomen in bijlage 1 onder 1.
n. Project: het geheel aan doelstellingen en maatregelen dat benodigd is ter realisatie van de Projectscope en ten behoeve van de uitvoering van de Bestuursovereenkomst.
o. Projectmanager: de door de gemeente Zwolle benoemde persoon die leiding geeft aan de Projectorganisatie en de leden van het Monitoringsoverleg informeert.
p. Projectorganisatie: de organisatie die wordt ingericht door de gemeente Zwolle ten behoeve van de realisatie van het Project en ten behoeve van de uitvoering van de Bestuursovereenkomst, niet zijnde een personenvennootschap.
q. Projectscope: de door Partijen overeengekomen omschrijving van het Project zoals opgenomen in bijlage 1.
r. Risicoreservering: reservering voor het dragen van alle endogene risico’s ten aanzien van het ontwerp, de planprocedures, de bouwfasering en de uitvoering van de Projectscope.
Artikel 2 Doel van de Bestuursovereenkomst
1. Het doel van de Bestuursovereenkomst is de betrokkenheid van Partijen vast te leggen met afspraken over het realiseren van de Projectscope met een zo duurzaam en robuust mogelijk pakket van maatregelen op het gebied van OV-knoop en Gebiedsontwikkeling, gericht op kwaliteitsverbetering van de bereikbaarheid en de leefomgeving van de Spoorzone Zwolle zoals opgenomen in het Gebiedsplan.
Artikel 3 Inwerkingtreding
1. De Bestuursovereenkomst treedt in werking direct na ondertekening door de Partijen.
Artikel 4 Financiële afspraken en Risicoreservering
1. Het Beschikbaar budget voor het uitvoeren van de Projectscope is € 101,6 miljoen.
2. De Bijdragen van Partijen zijn als volgt:
- gemeente Zwolle: € 45 miljoen;
- provincie Overijssel: € 45 miljoen
2. De Bijdragen van Partijen kunnen niet worden ingezet voor kosten met betrekking tot beheer, onderhoud en exploitatie van de Bouwstenen.
3. De Bijdragen van Xxxxxx zijn: € 11,6 miljoen.
4. De Bijdrage van de provincie Overijssel is maximaal € 45 miljoen en wordt eenmalig, in het jaar 2013 betaalbaar gesteld aan de gemeente Zwolle ter realisering van de Projectscope.
5. De gemeente Zwolle zorgt conform de gemeentelijke risicomethodiek voor een voldoende grootte Risicoreservering. Deze Risicoreservering bedraagt minimaal 5 % van de resterende werkzaamheden van de Projectscope.
6. Opbrengsten en gelden uit andere bronnen gerelateerd aan het Project zoals, maar niet beperkt tot, Europese subsidies vallen toe aan de uitvoering van de Projectscope.
7. Zodra de Projectscope volledig is opgeleverd valt het resterende Beschikbare budget vrij ten behoeve van het realiseren van Aanvullende Bouwstenen zoals gesteld in artikel 7, dan wel vloeit het resterende Beschikbare budget terug naar provincie en gemeente op basis van het 50/50 principe.
8. Indien het Beschikbaar budget niet toereikend is of dreigt te zijn voor uitvoering van de Projectscope (bijlage 1), en de tot op dat moment aanwezige mogelijkheden tot meeropbrengsten zoals bedoeld in lid 7 of kostenreductie, zoveel mogelijk te zijn ingezet, dan dient het
Monitoringsoverleg binnen de Projectscope in te zetten op een Functionele heroverweging conform artikel 6 van de Bestuursovereenkomst.
Artikel 5 Publiekrechtelijke risico’s en aansprakelijkheden
1. Kosten ontstaan als gevolg van nieuwe wet- en regelgeving of wijziging van wet- en regelgeving door Partij(en), met inbegrip van kosten ontstaan als gevolg van publiekrechtelijke besluiten genomen op grond van een dergelijke wijziging, zijn voor rekening van de Partij die verantwoordelijk is voor de totstandkoming of wijziging van die wet- of regelgeving.
2. Lid 1 is niet, dan wel niet geheel van toepassing indien en voor zover op andere wijze in dekking van deze kosten is voorzien.
3. Kosten die vallen buiten lid 1 en veroorzaakt worden door een besluit van een Partij in strijd met enige bepaling van de Bestuursovereenkomst zijn voor rekening van de desbetreffende Partij.
4. Kosten ontstaan door publiekrechtelijke besluiten die door Partijen zijn genomen ter verwezenlijking van het in artikel 2 beschreven doel en die door de rechter geheel of gedeeltelijk worden vernietigd, geschorst of anderszins buiten werking worden gesteld, komen ten laste van het Beschikbaar budget.
Artikel 6 Functionele heroverweging
1. Enkel in het geval er sprake is van overmacht of bij het overschrijden van termijnen kan het Monitoringsoverleg een Functionele heroverweging ter besluitvorming voorleggen aan het Bevoegd Xxxxx.
2. Een voorstel van een Functionele heroverweging conform lid 1 dient in overeenstemming te zijn met het doel van de Bestuursovereenkomst conform artikel 2.
3. Functionele heroverwegingen moeten toegevoegd worden aan bijlage 1 en maken integraal onderdeel uit van de bestuursovereenkomst.
Artikel 7 Aanvullende Bouwstenen
1. Partijen kunnen Aanvullende Bouwstenen inbrengen in het Monitoringsoverleg
2. Aanvullende Bouwstenen waarvan het voorstel is die geheel of gedeeltelijk ter financiering uit het Beschikbare Budget gedurende de realisatie van de Projectscope dienen ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het Monitoringsoverleg.
3. Aanvullende Bouwstenen die geheel uit additionele financiële dekking gefinancierd kunnen worden zullen door het Monitoringsoverleg worden getoetst op de effecten en risico’s op de realisering van de Projectscope.
Artikel 8 Inzet Partijen
1. Partijen stellen alles in het werk de Projectscope binnen het Beschikbaar budget te realiseren.
2. Partijen komen overeen dat zij ieder voor zich en gezamenlijk met inachtneming van de moties, overeenkomstig hun verantwoordelijkheden conform de Bestuursovereenkomst, (wettelijke) taken en bevoegdheden een zodanige inzet realiseren in daadkracht, menskracht, benodigde expertise en bestuurlijke besluitvormingstrajecten, opdat tijdig en voortvarend maar ook zorgvuldig en met inachtneming van lid 1 de realisatie van de Projectscope plaatsvindt.
3. De gemeente Zwolle heeft de resultaatverplichting de Projectscope te realiseren.
4. Bij het niet nakomen van hetgeen in lid 3 gesteld houdt de provincie Overijssel met inachtneming artikel 6 lid 1 zich het recht voor haar bijdrage zoals vastgesteld in artikel 4 lid 2 direct opeisbaar te maken.
Artikel 9 Monitoringsoverleg en Leden van het Monitoringsoverleg
1. Partijen nemen zitting in een Monitoringsoverleg.
2. Het Monitoringsoverleg bestaat in ieder geval uit een lid van de Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel en een lid van het College van B&W van de gemeente Zwolle.
3. Het Monitoringsoverleg vindt tenminste twee keer per jaar plaats en wordt georganiseerd door de Projectmanager van de gemeente.
4. In het Monitoringsoverleg worden de Partijen ingelicht over de stand van zaken en voortgang van het Project.
5. In het Monitoringsoverleg worden de Partijen ingelicht over de financiële situatie, waaronder de Risicoreservering, van de afspraken tussen de Partijen.
6. Het Monitoringsoverleg toetst het Functioneel programma van Eisen van de Bouwstenen aan de Projectscope.
7. Het Monitoringsoverleg stelt Functionele heroverwegingen zoals bedoeld in artikel 6 voor.
8. Het Monitoringsoverleg besluit over de situatie zoals omschreven in artikel 4 lid 7.
Artikel 10 Projectorganisatie en Projectmanager
1. Gemeente Zwolle richt een Projectorganisatie in onder leiding van een Projectmanager om het Project binnen het Beschikbaar budget, slagvaardig, resultaatgericht, doelmatig, goed beheersbaar en met draagvlak bij de Partijen uit te voeren.
2. De Projectorganisatie draagt zorg voor effectieve communicatie en beheersing van de raakvlakken binnen het Project zodat, indien nodig, tijdig afstemming kan plaatsvinden.
3. De Projectmanager rapporteert aan het Monitoringsoverleg, ten minste twee keer per jaar en desgewenst vaker.
Artikel 11 Bijlagen
1. De bijlagen maken integraal onderdeel uit van de Bestuursovereenkomst mits gedateerd en geparafeerd door Partijen.
2. Bij strijdigheid tussen het bepaalde in een bijlage en de Bestuursovereenkomst, dan prevaleert de Bestuursovereenkomst tenzij Partijen de strijdigheid in de bijlage expliciet hebben benoemd en de bijlage hebben gedateerd en geparafeerd, dan prevaleert de bijlage.
Artikel 12 Overige bepalingen
1. Wijzigingen:
Partijen kunnen alleen gezamenlijk de Bestuursovereenkomst wijzigen met uitzondering van hetgeen beschreven in Bijlage 1, Functionele Heroverwegingen alleen conform artikel 6, waarbij de wijziging door Partijen als bijlage bij de Bestuursovereenkomst wordt gevoegd.
2. Beëindiging:
De Bestuursovereenkomst eindigt op het moment dat Partijen hun rechten en plichten uit hoofde van de Bestuursovereenkomst zijn nagekomen, waaronder realisatie van de Projectscope, of eerder met goedkeuring van Bevoegd Xxxxx, waarbij deze instemming als bijlage bij de Bestuursovereenkomst wordt gevoegd.
3. Rechtsgevolgen:
Rechtsgevolgen die voortvloeien uit de Bestuursovereenkomst en die naar hun aard geacht worden door te werken of eventueel ontstaan na beëindiging van de Bestuursovereenkomst, worden afgehandeld overeenkomstig de geest van de Bestuursovereenkomst.
4. Publiekrechtelijke bevoegdheden Partijen:
Alle in de Bestuursovereenkomst aangegane verplichtingen gelden binnen de beperkingen van de bevoegdheden van Partijen en laten hun publiekrechtelijke verantwoordelijkheden en de uitoefening van hun publiekrechtelijke bevoegdheden onverlet.
5. Geschillen:
a. Er is sprake van een geschil indien één der Partijen daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere Partij(en), waarna de betrokken Partijen binnen twintig werkdagen na een zodanige melding eerst met elkaar in overleg treden om te bezien of in der minne een oplossing van het geschil kan worden gevonden. Partijen zullen zich hiervoor tot het uiterste inspannen.
b. Indien binnen twee maanden na melding van het geschil, zoals bedoeld onder sub a, tussen de betrokken Partijen geen overeenstemming is bereikt, staat het ieder van de betrokken
Partijen vrij het geschil voor te leggen aan de bevoegde rechter, tenzij de betrokken Partijen een andere vorm van geschillenbeslechting overeenkomen.
6. Ongeldigheid:
Indien een bepaling van de Bestuursovereenkomst in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, zal die bepaling, voor zover nodig, uit de Bestuursovereenkomst worden verwijderd en worden vervangen door een bepaling die wél bindend en rechtsgeldig is en die de inhoud van de niet-geldige bepaling zoveel als mogelijk benadert. Het overige deel van de Bestuursovereenkomst blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is.
7. Overmacht:
Ingeval van overmacht zullen Partijen zowel zelfstandig als in overleg zo spoedig mogelijk alle maatregelen treffen die redelijkerwijs mogelijk zijn om de nadelige gevolgen van het geval van overmacht te voorkomen dan wel te beperken; en zullen Partijen zo spoedig mogelijk in overleg treden over de verdere afwikkeling van de gevolgen van het geval van overmacht.
8. Opeenvolgende overeenkomsten:
Voor zover een overeenkomst die in het kader van de Bestuursovereenkomst wordt gesloten, met de Bestuursovereenkomst in strijd is, prevaleert de Bestuursovereenkomst boven de overeenkomst, tenzij door Partijen nadrukkelijk anders wordt bepaald en alle Partijen die overeenkomst hebben ondertekend.
9. Communicatie:
Partijen stemmen externe communicatie op voorhand met elkaar af in het Monitoringsoverleg.
10.Geheimhouding:
Partijen spannen zich in om de door hen ingezette hulppersonen alle informatie geheim te laten houden die bedoeld is om geheim te blijven, met name in aanbestedingsprocedures, tenzij Partijen op grond van de wet tot openbaarmaking gehouden zijn. In dit laatste geval worden de overige Partijen tijdig in kennis gesteld.
11.Geen personenvennootschap:
Met de Bestuursovereenkomst beogen Partijen niet een vennootschap onder firma, maatschap of andere personenvennootschap aan te gaan. Toepasselijkheid van de desbetreffende wettelijke bepalingen wordt zoveel mogelijk uitgesloten.
Aldus ondertekend in x voud…….
Bijlage 1 Projectscope
1. De fysieke planelementen binnen de OV-knoop zijn:
a. aanleg busterminal binnen het station en als integraal onderdeel van de OV- knoop aan de zuidzijde van de sporenbundel, waarbij het station een gelijkwaardige benadering van busreizigers en treinreizigers bevat;
b. ontsluiting van de busterminal rechtstreeks en vrijliggend naar de Willemskade en ontsluiting naar de Van Karnebeektunnel;
c. vergroting van de capaciteit en kwaliteit fietsparkeren tot een totaal van maximaal 14000 stallingsplaatsen, waarvan twee derde en minimaal 3000 bewaakte stallingsplaatsen aan de noordzijde van het station. Het minimaal te behalen stallingsplaatsen wordt bepaald op basis van de door NS en Prorail jaarlijks voor het programma ‘Ruimte voor de Fiets’ opgestelde prognose;
d. realisatie 24 uur/7 dagen in de week en zonder toegangsvereisten toegankelijke openbare voetgangersverbinding van noord naar zuid ter plaatse van het station, geschikt voor het meenemen van de fiets aan de hand en toegankelijk voor mensen die slecht ter been zijn;
e. inrichting van de openbare ruimte bij de stationsentrees noord en zuid;
f. dat alle planelementen dienen te voldoen aan de provinciale eisen t.a.v. capaciteit en rijtijden van het busvervoer, en qua vormgeving bijdragend aan identiteit en entree van Zwolle.
2. De niet-fysieke planelementen uit de Gebiedsontwikkeling zijn:
a. Het opstellen van een ontwikkelstrategie, ten minste bestaande uit:
i. de scope van het gebied;
ii. doelen en belangen;
iii. vastgesteld beleid, prioriteiten, korte en lange termijn;
iv. plaats/positie station in regio/stad (sterke punten);
v. verkenning kansrijke ontwikkelingen (marktanalyse);
vi. een strategie om kansen te grijpen:
• acquisitie aanpak;
• doelgroepbeleid (niet alleen ‘the usual suspects’);
• samenwerkingsovereenkomst partners.
vii. zicht op wat en wanneer realiseren (korte en lange termijn);
viii. plek/positie van omgeving/stakeholders;
ix. organisatie: procedures, wie doet wat, competenties.
b. Het opstellen van een kwaliteitsplan, ten behoeve van het borgen van ruimtelijke kwaliteit. Dit kwaliteitsplan voorziet in:
i. de kwaliteitsopgaven en bijbehorende kwaliteitsambities voor de ontwikkeling van Spoorzone Zwolle; zowel voor het OV-knooppunt als de gebiedsontwikkeling.
Vanuit de provinciale rol en sturing op ruimtelijke kwaliteit zijn daarvoor de volgende kwaliteitsambities van belang:
• Het versterken van de identiteit en herkenbaarheid van Zwolle als regionaal centrum;
• Contrast versterken tussen dynamische (Spoorzone) en luwe gebieden (van het Engelse Werk, Landgoed Schellerberg buurtschap IJsselzone) door het infrastructuurnetwerk;
• Benutten van erfgoed om de Zwolse identiteit van de Spoorzone te borgen en te versterken;
• Het opnemen van de Spoorzone in het vitale stedelijke weefsel van Zwolle in een aantrekkelijke mix van gebruiksfuncties;
• De aansluiting op de kwaliteiten van de binnenstad;
• De verbinding met de groen-blauwe gebiedskwaliteiten (van het Engelse Werk, Landgoed Schellerberg buurtschap IJsselzone).
• Het (opnieuw) vormgeven van de entrees van de stad; zowel de entrees langs het spoor voor het treinverkeer als het station(spleinen) voor de reizigers.
ii. het proces en organisatie om deze ambities te borgen. Uitgangspunt daarbij is dat het onderdeel OV-knoop plaatsvindt op basis van ontwikkelingsplanologie en het onderdeel gebiedsontwikkeling op basis van uitnodigingsplanologie. Voor dit laatste onderdeel is de ontwikkelstrategie die de gemeente opstelt (zie randvoorwaarde 2a) van belang.
3. De termijnen voor oplevering van de projectscope luiden als volgt:
a. De busterminal en busontsluiting moeten operationeel zijn op 01-09-2018;
b. De andere fysieke planelementen moeten gereed zijn op 31-12-2025;
c. Voor de niet-fysieke planelementen geldt een finale opleveringsdatum van 31- 12-2015.