Arbitrage Afspraken veldhockey seizoen 2024-2025
Arbitrage Afspraken veldhockey seizoen 2024-2025
Inleiding
In dit document worden alle afspraken uiteengezet die wij als arbitrage met elkaar maken en zodoende van toepassing zijn op alle (bonds)competities in Nederland. De thema’s die behandeld worden, dienen zowel als een interpretatie van, als een verduidelijking op het Spelreglement Veldhockey. De hier genoemde afspraken vormen daarom in combinatie met het Spelreglement Veldhockey en het document Standaard Afspraken Arbitrage de leidraad voor de gehele arbitrage in Nederland.
Als scheidsrechters hebben wij een belangrijke rol in het faciliteren en ondersteunen van het spel. Immers, zonder scheidsrechters geen wedstrijd! Als scheidsrechter zijn wij ons bewust van deze verantwoordelijkheid en daarom stellen wij ons iedere wedstrijd ten doel om op zo’n manier leiding te geven aan het spel dat er een eerlijke, veilige en attractieve hockeywedstrijd ontstaat.
Door ons te houden aan de spelregels en deze afspraken kunnen we iedere week consistent en voorspelbaar fluiten en zo op een positieve wijze bijdragen aan het spelletje dat we allemaal zo ontzettend leuk vinden.
Veel succes en plezier dit seizoen!
Regel- en interpretatiewijzigingen
In een Olympisch jaar worden er geen regelwijzigingen door de FIH doorgevoerd. Dit is in Nederland (met uitzondering van de Hoofdklasse) daarom ook niet het geval.
Echter zijn er wel een aantal interpretatiewijzigingen doorgevoerd die in dit document worden besproken. Deze wijzigingen hebben betrekking op een gewijzigde standaardafspraak bij onsportief gedrag, een nieuwe interpretatie rondom de landing van de hoge bal, het aangescherpte management van de strafcorner en de verruimde richtlijn voor het geven van een gele kaart met een duur van tien minuten bij een slidingtackle.
De 5 gouden regels voor sportiviteit & respect
Vorig seizoen heeft de Commissie Spelregels de vijf gouden regels voor sportiviteit & respect gelanceerd. Dit was het gevolg van een trend waarbij wij meer ongewenst gedrag zagen op en naast het veld. Met de invoering en continuering van deze 5 gouden regels proberen wij bij te blijven dragen aan het spelplezier van iedereen.
De basis van deze 5 gouden regels is wederzijds respect. Fouten maken is niet altijd leuk, maar kan wel gebeuren tijdens een wedstrijd. Laten we hier samen op een normale en respectvolle manier mee omgaan.
#1 - Support alle teams op een positieve manier
Op en langs het veld supporten we alle teams positief. Niemand vindt het leuk als er naar je geschreeuwd wordt, ook scheidsrechters niet. Een compliment geven aan elkaar mag natuurlijk altijd!
#2 - Vragen mag, mits op een normale manier
Als je een vraag hebt aan de scheidsrechter en je stelt deze op een normale manier dan zal de scheidsrechter altijd (afhankelijk van de timing en spelsituatie) proberen je vraag te beantwoorden.
#3 - We treden op tegen wangedrag
Je ongenoegen uiten over een beslissing van de scheidsrechter is niet sportief. Het protesteren met meerdere spelers bij een scheidsrechter (crowding) zal daarom bestraft worden met een groene kaart.
Het hevig protesteren in woord en gebaar blijft in de basis eerst een groene kaart. Echter kan de hevigheid van het protest soms aanleiding geven tot het geven van een gele kaart. Het is aan de scheidsrechter om dit af te wegen.
Het ernstig provoceren van een tegenstander of een scheidsrechter (bijvoorbeeld het maken van een duidelijk wegwerpgebaar richting een scheidsrechter of het cynisch klappen voor een beslissing van een scheidsrechter) wordt meteen bestraft met een gele kaart.
#4 – Iedereen heeft een voorbeeldfunctie
Spelers, coaches en scheidsrechters hebben allemaal een voorbeeldfunctie op en rond het veld. Wees je hiervan bewust voor, tijdens en na de wedstrijd. Bij een team is de aanvoerder hiervoor verantwoordelijk. Spreek elkaar aan op onsportief gedrag.
#5 – Sta open voor elkaar
Door goed contact voor, tijdens en na de wedstrijd tussen teams, scheidsrechters en supporters houden we hockey tot een leuke en sportieve sport. Feedback geven en elkaar helpen mag altijd, zolang dit maar opbouwend gebeurt!
Hoge bal
De hoge bal is waarschijnlijk voor velen een moeilijke regel en dat is erg begrijpelijk, máár oefening baart kunst! We bespreken hier de hoge bal aan de hand van de drie afzonderlijke delen: het vertrek, de vlucht en de landing.
Deel 1 - Vertrek
Het enige beoordelingscriterium is en blijft hier “gevaar”. Zorg daarom dat de tegenstander op 5 meter afstand staat. Wanneer een tegenstander doelbewust gevaar wil creëren door in de baan van de hoge bal te springen, dan bestraf je deze tegenstander en niet de speler die de bal omhoog speelt.
Deel 2 - Vlucht
Net als bij het vertrek, beoordelen we de hoge bal in de lucht uitsluitend op gevaar.
Deel 3 - Landing
De basis voor de beoordeling van een hoge bal is regel 9.10:
“Spelers mogen niet binnen 5 meter komen van een tegenstander die een neerkomende bal probeert aan te nemen, totdat de bal door die tegenstander is ontvangen en onder controle gebracht is en zich op de grond bevindt. De bal mag binnen 5 meter, maar buiten speelafstand, onderschept worden mits dit veilig gebeurt.”
Optie 1 - Landing
Het beoordelen wie de duidelijke (eerste) ontvanger is, gebeurt in een vroegtijdig stadium. Als het onduidelijk is wie de duidelijke (eerste) ontvanger is, dan krijgt het team dat de bal niet omhoog speelde, het recht om de bal te ontvangen. Als je de situatie als gevaarlijk inschat of er geen duidelijke (eerste) ontvanger is, fluit dan zo snel mogelijk (timing!). Staat een speler niet op 5 meter, maar doet deze geen poging om de bal te spelen, dan heb je de mogelijkheid om hier niet voor te fluiten en voordeel te geven. Of dit kan, hangt mede af van het niveau van de wedstrijd en het niveau van de spelers.
In navolging van de FIH komen wij hier met meer handvatten voor scheidsrechters om de landing van de hoge bal te kunnen beoordelen. Deze interpretatie is vanaf komend seizoen dus ook in Nederland leidend. De basis omtrent het beoordelen van de landing van een hoge
bal blijft regel 9.10 van het Spelreglement Veldhockey. We spreken daarnaast bij de landing van een hoge bal nu over fase 1 (aannemen van de hoge bal) en fase 2 (controleren van de hoge bal).
Fase 1: aannemen van de hoge bal
Volgens regel 9.10 heeft bij het neerkomen van een hoge bal een duidelijke (eerste) ontvanger altijd het recht om de bal aan te mogen nemen.
Tegenstanders mogen bij deze aanname op geen enkele manier ingrijpen binnen vijf meter. Indien zij dit bij een duidelijke (eerste) ontvanger wel doen, dan zal dit worden beschouwd als een opzettelijke overtreding. Dit betekent dat, afhankelijk van de plek op het veld, de scheidsrechter een vrije slag (tussen de 23-metergebieden), een strafcorner (binnen het 23- metergebied) of een strafbal (binnen de cirkel) toekent.
Let op: het geven van een persoonlijke straf gebeurt alleen als de situatie daartoe aanleiding geeft. Dit hangt af van de plek op het veld en de impact die de actie heeft op het verloop van het spel.
Fase 2: controleren van de hoge bal
Nadat een duidelijke (eerste) ontvanger de mogelijkheid heeft gekregen van een tegenstander om de hoge bal aan te nemen, dan moet deze duidelijke (eerste) ontvanger ook de mogelijkheid krijgen om de bal te controleren.
Tegenstanders mogen hier vanzelfsprekend niet op ingrijpen. Als een tegenstander dit wel doet voordat de bal door de duidelijke (eerste) ontvanger is gecontroleerd en/of op de grond is gebracht (en dus regel 9.10 breekt), dan zal dit doorgaans worden beschouwd als een onopzettelijke overtreding. Dit betekent dat - afhankelijk van de plek op het veld - de scheidsrechter een vrije slag (overal buiten de cirkel) of een strafcorner (in de cirkel) toekent.
Wanneer de bal wel onder controle en/of op de grond is gebracht door de duidelijke (eerste) ontvanger, dan is het voor tegenstanders weer toegestaan de bal te spelen.
Optie 2 - Onderschepping
Een andere optie is een onderschepping buiten speelafstand (maar binnen de vijf meter) van de duidelijke (eerste) ontvanger. Dit is echter wel iets anders dan een aanname. De actie van de onderschepping moet namelijk leiden tot het wegspelen en/of uit de situatie wegnemen van de bal.
Veilige onderschepping
Een onderschepping van een hoge bal buiten speelafstand (maar binnen de vijf meter) door een speler van het team dat de bal niet aan het ontvangen is, is toegestaan wanneer dit op een veilige manier plaatsvindt.
Voorwaarde voor een veilige onderschepping is wel dat tegenstanders van de duidelijke (eerste) ontvanger geen duelsituatie veroorzaken en/of dat de spelers van beide teams elkaar niet binnen speelafstand naderen.
Onveilige onderschepping
Een (poging tot) onderschepping van een hoge bal binnen speelafstand of een mislukte onderschepping buiten speelafstand (maar binnen de vijf meter) wordt doorgaans beschouwd als een onopzettelijke overtreding. Dit staat dus gelijk aan de beoordeling van de hoge bal in fase 2.
Wees je er tot slot van bewust dat tegenstanders die van achter of van voor de duidelijke (eerste) ontvanger komen en daarbij proberen om de hoge bal te onderscheppen, waarschijnlijk eerder een gevaarlijke situatie kunnen veroorzaken dan spelers die van opzij komen.
Stuiterbal
Een bal die doorstuitert na het neerkomen van een hoge bal beoordeel je volgens de uitgangspunten van regel 9.10 en bovenstaande handvatten. Regelmatig komt het bij het neerkomen van een hoge bal voor dat de bal nog doorstuitert. Na de (hoge) stuit geldt nog steeds de 5 meter afstand en beoordeel je indien nodig opnieuw wie de duidelijke (eerste) ontvanger is. Ook hier kun je laten doorspelen indien het niet gevaarlijk is. Bijvoorbeeld als de bal niet gevaarlijk doorstuitert (zoals in de vrije ruimte). Het alleen op gevaar beoordelen voor de stuit is dus niet correct.
Strafcorner
Vorig seizoen is er in heel Nederland gewerkt met een nieuwe manier van het managen van de strafcorner: de 40 seconden. De Commissie Spelregels is enorm tevreden over de wijze waarop teams en scheidsrechters zich in relatief korte tijd hebben aangepast aan deze nieuwe manier van werken. Mede om deze reden continueren wij daarom de ingeslagen weg en geven wij hieronder nog een paar extra (aangescherpte) handvatten mee aan alle scheidsrechters.
Let op: het management van de strafcorner in de Hoofdklasse wijkt op enkele punten af van de andere competities. Voor een uitgebreide beschrijving hiervan, verwijzen wij naar het document Afspraken Arbitrage Hoofdklasse.
Stappenplan voor het managen van de strafcorner
1) Je fluit voor een strafcorner.
a) Zowel de verdedigers als de aanvallers krijgen vanaf nu maximaal 40 seconden de tijd om zich klaar te maken voor de strafcorner. De wedstrijdtijd loopt gewoon door en wordt dus niet stilgezet. Xxxx daarom na het toekennen van een strafcorner eerst naar de tijd op je horloge en tel daar dan 40 seconden bij op. Zo weet je wanneer het tijd is.
2) Je begeleidt de spelers verbaal.
a) Begeleid de spelers (zowel de verdedigers als de aanvallers) proactief door hen de resterende seconden (20, 10 en 5 seconden) door te geven. Om verwarring te voorkomen, geven we alleen deze tijden aan de spelers door. We tellen niet af van 5 naar 0!
3) Je fluit om de strafcorner vrij te geven.
a) Staat iedereen al eerder klaar, dan mag dat ook al voor het verstrijken van de 40 seconden. Maak dit echter wel heel duidelijk aan alle spelers voordat je de strafcorner wilt gaan vrijgeven door te fluiten!
Deze afspraken vragen te allen tijde om een stukje proactief management van de scheidsrechters. Het uitgangspunt is dat je zelf de 40 seconden bijhoudt.
Aandachtspunten tijdens het managen van de strafcorner
➔ Als een speler van de verdedigende of aanvallende partij niet op tijd klaar staat, dan geef je een groene kaart. Wees echter proactief, zodat je deze situatie kunt voorkomen. Een groene kaart voor de verdediging betekent namelijk dat de strafcorner met 1 speler minder wordt verdedigd. Je kunt per strafcorner hier maximaal één keer een kaart voor geven.
➔ Na het fluitsignaal voor de start van de strafcorner, moet de aanvaller de bal direct spelen/aangeven. Xxxxxx dit proactief door bij de eerste strafcorner van de wedstrijd de aangever hieraan te herinneren. Gebeurt dit niet, dan heb je de mogelijkheid om de aangever naar de middenlijn te sturen en de strafcorner te laten aangeven door een andere speler van de aanvallende partij. Hiervoor wordt dus geen persoonlijke straf gegeven.
➔ Bij een re-take (dus een strafcorner nadat bij de vorige strafcorner nog niet aan regel
13.5 is voldaan) vervalt de 40 seconden en wordt de strafcorner zo snel mogelijk genomen. Het opnieuw bijeenkomen van het aanvallende team op de kop van de cirkel is niet toegestaan. Manage dit direct bij het geven van de re-take.
➔ Wanneer de tijd na het toekennen van een strafcorner wordt stilgezet (bijvoorbeeld bij een blessure of een persoonlijke straf), dan vervalt de 40 seconden en wordt de strafcorner zo snel mogelijk genomen.
➔ Xxxx je ervan bewust dat indien er aan het einde van een kwart een strafcorner wordt gegeven de wedstrijdtijd ten einde kan zijn gedurende de strafcorner. De strafcorner gaat echter door totdat volgens regel 13.5 de strafcorner ten einde is. Indien nodig fluit je derhalve de wedstrijd af vlak voor het vrijgeven van de strafcorner.
➔ Als een aanvaller bij een strafcorner de cirkel betreedt voordat de bal is aangegeven, dan wordt de strafcorner opnieuw genomen en dient de aangever zich achter de middenlijn op te stellen. De cirkelscheidsrechter is verantwoordelijk voor zijn eigen cirkel. De ondersteunende collega fluit hier dus niet voor. De ondersteunende collega kan hier wel een adviserende rol hebben. Voordat de bal bij de cirkelrand is, kunnen de scheidsrechters bijvoorbeeld van hun communicatiemiddelen gebruikmaken. Maak hier vooraf duidelijke afspraken over met elkaar.
Beschermende kleding tijdens een strafcorner
Bij een strafcorner mogen spelers als extra beschermende kleding dragen:
a. Gezichtsmasker
b. Strafcorner handschoenen
c. Toque
d. Kniebeschermers (mits onder de kousen, of in dezelfde kleur als de kousen of zwart)
Gebruik van beschermende kleding rondom strafcorners
Verdedigers mogen uit veiligheid beschermende kleding dragen bij het verdedigen van een strafcorner. Voor het gebruik van het masker geldt dat deze bij de eerste mogelijkheid dat deze veilig afgezet kan worden (m.u.v. de spelhervatting direct na de strafcorner), moet worden afgezet. Aanvullend hierop geldt:
● Verdedigers met masker op mogen tot aan de 23-meterlijn hun verdedigende actie afmaken. Komen ze met het masker op over de 23-meterlijn en zijn ze betrokken bij het spel, dan krijgt de aanvallende partij een vrije slag net buiten het 23-metergebied op de plek waar de verdediger met het masker op betrokken was bij het spel.
● Wanneer de bal na het nemen van de strafcorner direct doorschiet tot buiten de stippellijn (de strafcorner is nu officieel voorbij) mogen verdedigers hun masker uit veiligheid ophouden. Bij de eerste mogelijkheid om deze veilig af te doen, moet het masker direct worden afgedaan.
In de praktijk doen spelers alle beschermende kleding direct uit na de strafcorner. Focus als scheidsrechter vooral op het masker. Je hoeft spelers niet te bestraffen als zij nog kniebescherming of een handschoen aan hebben na de strafcorner.
Een spelhervatting door de verdedigende partij direct na afloop van een strafcorner mag genomen worden met het masker op.
● Dit mag niet door middel van een self-pass. Doet de verdediger dit toch in de cirkel, dan krijgt dit team een strafcorner tegen. Wanneer dit buiten de cirkel gebeurt, dan krijgt de aanvallende partij een vrije slag. Het is pas een self-pass wanneer de verdediger gaat lopen met de bal. Een tikje en direct een pass is wel toegestaan.
Xxxxxxxxxxx zowel binnen als buiten de cirkel, wanneer een verdediger verdedigt met het masker nog op na een spelhervatting.
● Een spelhervatting door de verdedigende partij mag direct na afloop van een strafcorner worden genomen met het masker nog op. Wanneer een verdediger met masker op na een spelhervatting een verdedigende actie maakt (in het 23- metergebied) op een aanvaller in balbezit dan geef je een strafcorner, ongeacht of dit binnen of buiten de cirkel gebeurt. We geven hier in de cirkel dus geen strafbal voor. In beide gevallen volgt alleen een persoonlijke straf als de aard van de overtreding daartoe aanleiding geeft.
Beschermende kleding in het veld tijdens de wedstrijd
● Tijdens het spel: Wanneer de bal beschermende kleding raakt die op het veld ligt, dan wordt er doorgespeeld. Uitzondering hierop is wanneer hierdoor het waarschijnlijk maken van een doelpunt wordt voorkomen, dan kan een strafbal worden toegekend.
● Tijdens een strafcorner: Wanneer de bal een los stuk beschermende kleding van een verdediger (bijv. een kniebeschermer of een masker) raakt dat in het veld ligt, dan wordt het spel hervat met een vrije slag als dit buiten de cirkel gebeurt en met een strafcorner als dit binnen de cirkel gebeurt. Wanneer het waarschijnlijk maken van een doelpunt wordt voorkomen, dan kan een strafbal worden toegekend.
Geen afstand bij vrije slag vlak buiten het 23-metergebied
Wanneer een vrije slag wordt toegekend vlak buiten het 23-metergebied en een verdediger, die zich binnen het 23-metergebied bevindt, staat niet op 5 meter afstand en grijpt in nadat de vrije slag is genomen, dan betekent dit dat de scheidsrechter een strafcorner toekent. De overtreding moet vanzelfsprekend dan wel plaatsvinden binnen het 23-metergebied. Er zal geen directe persoonlijke straf worden opgelegd. Bij herhaling is dit echter wel mogelijk.
Afhouden
De afgelopen seizoenen zien zowel de FIH als de KNHB de wijze waarop duels worden gespeeld veranderen. Het gebruik van het lichaam in deze duels - om de bal af te schermen - wordt steeds meer toegestaan, terwijl hierbij ook sprake kan zijn van direct afhouden.
Voorbeelden hiervan zijn: je rug in de tegenstander draaien op het moment dat de tegenstander een poging doet om de bal te spelen, je been neerzetten om te voorkomen dat de tegenstander bij de bal kan komen of zijwaarts lopen waarmee ruimte wordt gecreëerd en/of stick tegenstander wordt geblokkeerd. Wij willen scheidsrechters vragen om alert te blijven op hoe spelers hun lichaam gebruiken in spelsituaties en duels met tegenstanders.
Als richtlijn geven we hierbij mee dat de bal bespeelbaar moet blijven voor tegenstanders die binnen speelafstand in de duelsituatie ook een actieve poging doen om de bal te spelen. Let wel: afhouden is een actieve nieuwe beweging op het moment dat een tegenstander een poging doet om de bal te spelen.
Gele kaart: 10 minuten
Een gele kaart met een duur van 10 minuten is een zware persoonlijke straf die door een scheidsrechter kan worden opgelegd. Er zijn een aantal situaties waarin deze persoonlijke straf mogelijk is:
1. Gele kaart aan een teambegeleider
○ Als een teambegeleider een gele kaart krijgt, dan is dit altijd voor een duur van 10 minuten. Let hierbij op dat als gevolg van deze gele kaart het team gedurende de straftijd van de teambegeleider ook met een speler minder speelt.
2. Slidingtackle
○ Als een speler een slidingtackle inzet, dan neemt deze speler het risico om een andere speler te raken (en te blesseren). Als een speler na het inzetten van een slidingtackle een tegenstander raakt die daardoor neergaat en/of uit balans raakt of het ertoe leidt dat deze speler een duidelijk ontwijkende actie moet maken (bijv. opspringen om te ontwijken), dan wordt dit bestraft met een gele kaart 10 minuten.
3. Fysieke overtreding op het lichaam gericht
○ Wanneer een speler een overtreding maakt die op het lichaam van een tegenstander gericht is en/of geen rekening houdt met de veiligheid van een tegenstander, dan wordt dit met een gele kaart 10 minuten bestraft. Dit soort overtredingen zijn gevaarlijk en kunnen leiden tot blessures en horen daarom niet thuis op het hockeyveld.
MANAGEMENT & COMMUNICATIE
Gebruik je managementskills en communiceer duidelijk richting teambegeleiders, spelers en je collega. Het geeft iedereen vertrouwen dat je de wedstrijd tot een goed einde zal leiden.
- De omgang met spelers en teambegeleiders tijdens de wedstrijd is erg belangrijk. Gebruik de tijd voor de wedstrijd om met enkele spelers en de coach een praatje te maken. Als spelers tijdens de wedstrijd vragen waarom je fluit, geef dan op een rustige manier uitleg. Wees slim en duidelijk in datgene wat je zegt: ga geen discussies aan!
- Maak tijdens de wedstrijd vanaf de eerste minuut duidelijk wat je wel en niet tolereert.
Maak bewuste keuzes (wel fluiten of niet fluiten en voordeel geven).
- Kaarten geef je volgens de tabel in het document Standaard Afspraken Arbitrage.
- Gaat een speler en/of een teambegeleider over jouw grens, dan moet je hier iets aan doen. Ook hier geldt dat een speler en/of teambegeleider net zo lang doorgaat als jij het toestaat. Laat jij direct op een normale en respectvolle manier zien waar je grenzen liggen, dan zullen spelers en/of teambegeleiders hier veel minder snel overheen gaan.
- Fluiten doe je samen! Ondersteun daarom je collega zowel binnen als buiten het veld waar mogelijk en waar nodig. Heb vertrouwen in je collega, wees eerlijk tegen elkaar over beslissingen of keuzes die zijn gemaakt tijdens de wedstrijd en val elkaar in de wedstrijd, daarbuiten of op social media nooit af.
- Blijf zowel mentaal als fysiek fit.
- Het begeleidingsteam staat altijd onder de verantwoordelijkheid van de aanvoerder. Wanneer vanaf de videotoren opmerkingen worden geuit richting de scheidsrechter(s) of aan coaching wordt gedaan, dan moet de aanvoerder hierop worden aangesproken of voor worden gestraft als het gedrag aanhoudt. Steeds vaker staan personen uit het begeleidingsteam rondom het veld (achter het hek) om het team te coachen. Dit mag, mits zij zich gedragen. Ze staan - ook rondom het veld - nog steeds onder de verantwoordelijkheid van de aanvoerder van het desbetreffende team. Is er sprake van verbaal wangedrag richting de arbitrage, dan spreek je de aanvoerder hierop aan. Gaat dit door, dan moet de aanvoerder hiervoor bestraft worden. Wanneer het onduidelijk is of de persoon die zich niet gedraagt onderdeel is van het begeleidingsteam, dan is het bestuur van de thuisspelende ploeg hiervoor verantwoordelijk.