ALGEMENE HUURVOORWAARDEN
ALGEMENE HUURVOORWAARDEN
behorend bij de huurovereenkomst van woningbouwvereniging Rosehaghe versie Oktober 2018
INHOUD
Toepasselijkheid algemene huur- voorwaarden en wijziging van de huurovereenkomst | Artikel 1 |
1. | Deze algemene huurvoorwaarden maken deel uit van de huurovereenkomst waarin zij van toepassing zijn verklaard. Indien de bepalingen van de huur- overeenkomst afwijken van die van de algemene huurvoorwaarden, zijn de bepalingen van de huur- overeenkomst leidend. In het hiernavolgende wordt bedoeld met “de huurovereenkomst”: het totaal der tussen huurder en verhuurder gemaakte afspraken als vastgelegd in de huurovereenkomst en de alge- mene huurvoorwaarden tezamen, alsmede eventu- ele nadere schriftelijk vastgelegde afspraken. |
2. | Wijzigingen van de huurovereenkomst kunnen slechts schriftelijk worden overeengekomen. |
3. | Indien de verhuurder een wijziging van de huurover- eenkomst wenst, dient hij schriftelijk een voorstel te doen aan de huurder. De huurder kan binnen twee maanden na verzenddatum tegen dat voorstel ge- motiveerd bezwaar maken. Na het verstrijken van deze termijn wordt aangenomen dat de huurder met de voorgestelde wijziging heeft ingestemd, dit onver- minderd de toepasselijkheid van wettelijke regelin- gen met betrekking tot wijziging van de huurover- eenkomst. |
Meer dan één huurder | Artikel 2 |
1. | De in de aanhef van de huurovereenkomst ge- noemde huurders hebben elk een zelfstandig en vol- ledig recht van huur dat zij gelijktijdig en met eerbie- diging van elkaars rechten uitoefenen. |
2. | De huurprijs en de bijkomende kosten voor de hier- boven bedoelde gezamenlijk uitgeoefende huurrech- ten zijn slechts enkelvoudig verschuldigd. Indien de huurovereenkomst ten aanzien van één of een aan- tal huurders eindigt, blijft (blijven) de andere huur- der(s) het volledige bedrag van de huurprijs en van de bijkomende kosten verschuldigd. |
Hoofdelijke aansprakelijkheid huurder(s) | 3. | Elk van de huurders is hoofdelijk aansprakelijk voor het gehele bedrag van de huurprijs en voor alle ove- rige verplichtingen die voortvloeien uit deze over- eenkomst en de wet. |
4. | Om de huurovereenkomst ten aanzien van alle huur- ders te doen beëindigen, moet de opzegging aan hen of door elk van hen geschieden. Vindt de opzegging aan één of een aantal van hen plaats, dan duurt de overeenkomst voor de andere huurder(s) ongewijzigd voort. | |
5. | Ook wat erfgenamen en rechtverkrijgenden van huurder betreft, blijven de verbintenissen uit de huurovereenkomst hoofdelijk. | |
Ter beschikkingstelling van het ge- huurde | Artikel 3 | |
1. | Onvoorziene omstandigheden voorbehouden - bij- voorbeeld indien de woning door de vorige huurder niet tijdig ontruimd en in verhuurbare staat ter be- schikking is gesteld - stelt de verhuurder op de over- eengekomen datum de woning ter beschikking aan de huurder, tenzij dit geen werkdag is. Indien bij de woning een berging of een tuin hoort, zijn de gege- vens van verhuurder bepalend voor de ligging, afme- tingen en plaats daarvan. | |
Woningomschrijving|(zie bijlage als voorbeeld) | 2. | Voor of bij aanvang van de huur zal de verhuurder het gehuurde inspecteren en wordt een beschrijving gemaakt van de woning; de zogenaamde woningom- schrijving. In deze woningomschrijving wordt onder andere aangegeven welke onderdelen van de wo- ning afwijken van het standaardniveau. |
3. | Zowel de huurder als verhuurder ontvangen een door beiden ondertekend exemplaar van deze wo- ningomschrijving. | |
4. | Bij de terbeschikkingstelling van de woning door de verhuurder wordt bij aanvang van de huur de wo- ning door verhuurder en huurder gezamenlijk geïn- specteerd. Op het zogenaamde formulier Woning- omschrijving wordt aangegeven welke gebreken, be- schadigingen en andere tekortkomingen geconsta- teerd zijn en op welke termijn deze door de verhuur- der worden verholpen. Zowel de huurder als ver- huurder ontvangen een door beiden ondertekend exemplaar van dit opleveringsformulier. |
Goede staat | 5. | Voor zover niet anders is vermeld op het in lid 4 ge- noemde formulier Woningomschrijving niet is opge- maakt, wordt aangenomen dat de woning het stan- daardniveau heeft, de woning in goede staat van on- derhoud verkeert en dat de voorzieningen naar be- horen functioneren. Dit tenzij de huurder binnen vijf dagen na dagtekening van de huurovereenkomst bij de verhuurder schriftelijk melding maakt van de door hem geconstateerde gebreken. De huurder heeft dus de verplichting het gehuurde grondig te inspecteren. Na deze termijn worden de woningomschrijving en het bepaalde in het formulier Woningomschrijving als geldend en onherroepelijk tussen partijen be- schouwd. |
Aanvaarding van het gehuurde | Artikel 4 | |
De huurder verklaart het gehuurde te aanvaarden overeenkomstig de in artikel 3 genoemde woning- omschrijving en opleveringsformulier, zulks onver- minderd het bepaalde in artikel 3 lid 5. Huurder ver- klaart de woningomschrijving en het opleveringsfor- mulier te hebben ontvangen. | ||
Huurprijs | Artikel 5 | |
1. | De huurder is de in de huurovereenkomst vastge- legde huurprijs verschuldigd. Indien de huurprijs bij vergissing niet is opgenomen in de huurovereen- komst of indien partijen daaromtrent een geschil hebben, geldt de maximale huurprijs als bedoeld in het op de wet gebaseerde woningwaarderingssys- teem als huurprijs, ook indien dat systeem formeel niet op de woning van toepassing is. In dat laatste geval vindt huurprijsbepaling plaats door extrapola- tie van de parameters van het woningwaarderings- systeem. | |
Wijziging huurprijs | 2. | De huurprijs van de woonruimte kan jaarlijks worden gewijzigd overeenkomstig de geldende wettelijke re- gels. |
Overige leveringen en diensten (servicekosten)2 | Artikel 6 | |
1. | In de huurovereenkomst zijn de van toepassing zijnde overige leveringen en diensten (ook wel servi- cekosten genoemd) vermeld evenals de door de huurder te betalen (voorschot)bedragen. De huurder verplicht zich tot tijdige betaling van de overeenge- komen vergoeding. Deze vergoeding is gedeeltelijk gebaseerd op een kostenraming vermeerderd met administratiekosten. | |
Kostenoverzicht | 2. | De verhuurder verstrekt de huurder elk jaar een naar soort uitgesplitst kostenoverzicht van alle in rekening gebrachte kosten voor de bijkomende leveringen en diensten. Dit met vermelding van de wijze van bere- kening. Verschillen tussen werkelijk gemaakte kosten en de door de huurder als voorschot betaalde bedra- gen zullen bij gelegenheid worden verrekend, tenzij het een vergoeding betreft voor een door de ver- huurder ingesteld fonds. Is dit laatste van toe- passing dan geldt dat het door de huurder betaalde voorschot gelijk wordt gesteld met de eindafreke- ning. Er vindt derhalve geen verrekening plaats. |
Aanpassing voorschotbedrag | 3. | Indien de werkelijke kosten daartoe aanleiding ge- ven, kunnen de verschuldigde voorschotbedragen voor bijkomende leveringen en diensten door de ver- huurder worden aangepast. Dit gebeurt met ingang van de maand volgend op de maand waarin het laat- ste kostenoverzicht als bedoeld in lid 2 aan huurder is verstrekt, dan wel op het tijdstip dat met de huur- der is overeengekomen. |
Uitbreiding/wijziging pakket | 4. | Indien de verhuurder één of meer van de tot het overeengekomen pakket behorende leveringen en/of diensten wil wijzigen en/of de berekenings- wijze van de vergoeding voor één of meer leveringen en/of diensten wil wijzigen, is de verhuurder – on- verminderd de wettelijke rechten dienaangaande van beide partijen - daartoe gerechtigd, mits zulks redelijk is en, indien het gehuurde deel uitmaakt van een complex of gedeelte daarvan: |
- | de voorgestelde wijziging of uitbreiding uitsluitend complexgewijs of per gedeelte daarvan kan worden gerealiseerd en |
- | minstens 70% van de huurders binnen het complex of betreffend gedeelte daarvan met de voorgestelde wijziging of uitbreiding heeft ingestemd. | |
Wijziging voorschotbedrag | 5. | In de gevallen bedoeld in lid 4 van dit artikel is de verhuurder gerechtigd een eventueel daaruit voort- vloeiende wijziging van de kosten in het maandelijks voorschotbedrag aan huurder door te berekenen. De wijziging zal ingaan op de eerste dag van de maand volgend op die waarin de wijziging of uitbreiding is overeengekomen volgens de in het vorige lid ge- noemde voorwaarden. |
Verplichtingen verhuurder | Artikel 7 | |
Onderhoud | 1. | De verhuurder is verplicht op verlangen van de huur- der gebreken aan het gehuurde te verhelpen, tenzij dit onmogelijk is of uitgaven vereist die in de gege- ven omstandigheden redelijkerwijs niet van de ver- huurder te vergen zijn, dan wel voor zover deze uit- gaven niet in gevolge de wet, deze huurovereen- komst of het gebruik voor rekening van de huurder komen. |
2. | Indien van het gehuurde voorzieningen deel uitma- ken die uitstijgen boven het door de verhuurder ge- hanteerde standaardniveau, zal bij vervanging wor- den uitgegaan van dat standaardniveau. | |
Kennisgevingsplicht gebreken | 3. | De huurder is gehouden om onverwijld kennis te ge- ven aan de verhuurder van door hem geconstateerd gebreken en/of indien derden hem in zijn genot sto- ren of enig recht op de zaak beweren. De kennisgeving dient schriftelijk te geschieden. Bij gebreke van een zodanige schriftelijke kennisgeving heeft de huurder niet de rechten van art. 7:205 t/m 211 BW en is de huurder aansprakelijk voor de schade die daarvan het gevolg is. Hetgeen onder meer betekent dat de verhuurder niet verplicht is ge- breken te herstellen, de huurder niet het recht heeft een vordering tot huurvermindering in te stellen en de verhuurder niet schadeplichtig is. De huurder geeft de verhuurder in zijn kennisgeving een redelijke termijn, die behoudens in geval van ca- lamiteiten, tenminste zes weken bedraagt, om een aanvang te maken met het verhelpen van een voor rekening van verhuurder komend gebrek. |
Zelf verhelpen gebreken door huurder | 4. | Indien de verhuurder met het verhelpen van een ge- brek in verzuim is, dan kan de huurder dit op grond van art. 7: 206 lid 3 BW zelf verhelpen en de daar- voor gemaakte kosten, voor zover deze redelijk zijn, op verhuurder verhalen, desgewenst door deze in mindering te brengen op de huurprijs. Dit onder de voorwaarde dat de huurder alvorens het gebrek zelf te verhelpen, zulks schriftelijk per aangetekende brief aan de verhuurder aankondigt, onder gespecifi- ceerde opgave van: • de daartoe te verrichten werkzaamheden; • de daarmee gemoeid zijnde kosten; • de eventuele hinder die de werkzaamheden voor derden (waaronder omwonenden) met zich meebrengen; • de maatregelen die de huurder treft om die hin- der tot een minimum te beperken. De werkzaamheden moeten adequaat, efficiënt en zonder onderbrekingen op de kortst mogelijke ter- mijn worden voltooid. De huurder dient een wachttermijn van twee weken na verzending van vorenbedoelde aangetekende brief in acht te nemen alvorens daadwerkelijk wordt overgegaan tot het verhelpen van het gebrek. De huurder vrijwaart de verhuurder voor alle aan- spraken die derden op de verhuurder menen te heb- ben ter zake de uitoefening door de huurder van zijn rechten ex art. 7:206 lid 3 BW. |
Buitengerechtelijke ontbinding en ongedaanmaking | 5. | De huurder is niet gerechtigd de huurovereenkomst buitengerechtelijk al dan niet gedeeltelijk te ontbin- den en/of zijn huurbetalingsverplichting al dan niet gedeeltelijk buitengerechtelijk ongedaan te maken. |
Vervaltermijn | 6. | Alle rechten die de huurder op grond van de wet gel- dend kan maken jegens de verhuurder bij de aanwe- zigheid van gebreken, vervallen van rechtswege één jaar nadat de huurder het desbetreffende gebrek heeft ontdekt en/of redelijkerwijs geacht wordt be- kend te zijn met het bestaan daarvan, onverminderd kortere wettelijke vervaltermijnen. |
7. | De verhuurder is niet aansprakelijk voor de gevolgen van gebreken die de verhuurder niet kende en niet behoorde te kennen. |
Verplichtingen huurder | Artikel 8 | |
Betaling | 1. | De huurder zal de verschuldigde huurprijs en kosten voor leveringen en diensten maandelijks bij vooruit- betaling vóór de eerste van elke maand voldoen op een door de verhuurder te bepalen wijze. |
Verzuim en rente | 2. | Bij niet betaling is de huurder vanaf de eerste dag van de maand voor de betreffende termijn in ver- zuim en is hij vanaf dat moment de wettelijke rente verschuldigd. Een betaling wordt gedaan ten be- hoeve van de oudste openstaande vordering en strekt dan in de eerste plaats in mindering van de kosten, vervolgens in mindering van de rente en dan pas op de hoofdsom en de lopende rente. |
3. | Bij betalingsvormen die afwijken van artikel 8 lid 1 zijn de kosten, te bepalen door de verhuurder, voor rekening van de huurder. | |
4. | De huurder zal zich ten aanzien van zijn verplichting tot huurbetaling niet beroepen op enig(e) verreke- ning, opschortingsrecht en/of korting, behoudens het geval van art. 7:206 lid 3 BW, dat in artikel 7 lid 4 van deze huurvoorwaarden nader is uitgewerkt. | |
Gebruik en bestemming | Artikel 9 | |
1. | Het gehuurde is uitsluitend bestemd als woonruimte. De huurder is niet bevoegd een eventueel bij de wo- ning behorende schuur, berging, box en dergelijke tot woon-/verblijfsruimte te bestemmen. Het is de huurder verboden in het gehuurde of een gedeelte van het gehuurde een bedrijf te exploiteren en/of een beroep uit te oefenen, zonder vooraf- gaande toestemming van de verhuurder. | |
2. | De huurder zal het gehuurde als een goed huurder, en overeenkomstig de daaraan gegeven bestemming van woonruimte, gebruiken. Daartoe zorgt de huur- der er onder meer voor dat het gehuurde en/of de woonomgeving niet wordt vervuild en dat daaraan geen afbreuk wordt gedaan op welke wijze dan ook. | |
Hoofdverblijf | 3. | De huurder zal het gehuurde gedurende de huurtijd zelf bewonen en er daadwerkelijk zijn hoofdverblijf hebben. Indien er gerede twijfel is over de nakoming van deze verplichting door huurder ligt de bewijslast van de nakoming daarvan bij de huurder. Het is de huurder niet toegestaan het gehuurde als pied-á- terre te gebruiken. De woning dient naar behoren |
door de huurder te worden gestoffeerd en gemeubi- leerd.
Registratie | 4. | De huurder zal zich registeren als bewoner van het gehuurde in het daartoe door de plaatselijke over- heid bijgehouden register. De huurder draagt er zorg voor dat zij die behoren tot zijn huishouding daar ook voor zullen zorgdragen. Het is de huurder niet toegestaan het gehuurde door derden te laten ge- bruiken als postadres zonder voorafgaande toestem- ming van de verhuurder. |
Huishouding huurder en meldings- plicht | 5. | De huurder verklaart bij de aanvang van de huur- overeenkomst naar waarheid opgave te hebben ge- daan van hen die behoren tot zijn huishouding. In- dien daarin wijzigingen optreden gedurende de huurovereenkomst is de huurder gehouden de ver- huurder daarvan onverwijld schriftelijke opgave te doen. |
Meldingsplicht huwelijk / geregi- streerd partnerschap | 6. | Indien de huurder na de totstandkoming van de huurovereenkomst in het huwelijk treedt en/of een geregistreerd partnerschap aangaat, is hij gehouden daarvan onverwijld schriftelijke opgave te doen aan de verhuurder onder opgave van de persoon van de echtgenoot dan wel echtgenote respectievelijk xxxx- xxxxxxxxx partner. Dezelfde verplichting geldt indien de huurder na de totstandkoming van de huurover- eenkomst een gemeenschappelijke huishouding met een derde aangaat. |
Meldingsplicht echtscheiding / be- eindiging geregistreerd partner- schap | 7. | Indien het huurrecht van de huurder is geëindigd als gevolg van echtscheiding of scheiding van tafel en bed, is de huurder verplicht daarvan schriftelijk me- dedeling te doen aan de verhuurder. Dit onmiddellijk nadat de rechterlijke beslissing waarbij dit bepaald is, onherroepelijk is geworden. Zolang de huurder deze mededeling niet heeft gedaan, blijft hij jegens de verhuurder aansprakelijk voor de nakoming van alle verplichtingen uit deze huurovereenkomst. Het vorenstaande is eveneens van toepassing op de be- eindiging van een geregistreerd partnerschap. Indien de medehuurder de huurovereenkomst voortzet als huurder, is deze verplicht de verhuurder hiervan ter- stond schriftelijk mededeling te doen. |
Schoonhouden | 8. | De huurder dient het gehuurde naar redelijke maat- staven schoon te houden. |
Overlastverbod | 9. | De huurder dient ervoor zorg te dragen dat omwo- nenden en andere derden geen overlast of hinder wordt toegebracht. De huurder vrijwaart de verhuur- der voor alle aanspraken van derden in geval de huurder deze verplichting schendt. |
Gevaarlijke stoffen | 10. | Het is de huurder niet toegestaan in het gehuurde stoffen en/of zaken op te slaan die brand- en ont- ploffingsgevaar c.q. gevaar voor milieuverontreini- ging opleveren, anders dan voor huishoudelijk ge- bruik. |
11. | Het is de huurder niet toegestaan (huis-)dieren te houden, die qua aantal, soort, gedrag of geluidspro- ductie overlast of gevaar voor de bewoners kunnen veroorzaken, dit ter beoordeling van het bestuur. | |
12. | Het is de huurder verboden om in of in de nabijheid van het gehuurde of gemeenschappelijke gedeelten voedsel aan te bieden aan dieren. | |
13 | Het is de huurder verboden om in of vanuit het ge- huurde strafbare feiten te plegen die afbreuk doen of kunnen doen aan het gehuurde en/of de woon- omgeving. | |
Aansluiting Nutsvoorzieningen | 14. | De huurder is verplicht een aansluiting te hebben en te houden op door de reguliere Nutsbedrijven ver- zorgde levering van water, gas en elektriciteit. |
Verdovende middelen | 15. | Het is de huurder niet toegestaan in het gehuurde hennep te kweken en/of aanwezig te hebben, dan wel andere activiteiten te verrichten die op grond van de Opiumwet strafbaar zijn gesteld. Indien de huurder dit verbod overtreedt, is hij van rechtswege een niet voor matiging vatbare boete verschuldigd van € 5.000,--, onverminderd het recht van de ver- huurder op volledige schadevergoeding voor zover de geleden schade de verbeurde boete overtreft. De huurder verleent bij deze uitdrukkelijk, onvoorwaar- delijk en onherroepelijk toestemming aan het be- voegde gezag, waaronder begrepen de Burgemees- ter, het college van Burgemeester en Wethouders, politie en justitie, om alle relevante gegevens over de overtreding van dit verbod op het eerste verzoek van verhuurder aan de verhuurder ter beschikking te stellen. |
16. | Het is de huurder niet toegestaan het gehuurde ge- deeltelijk onder te verhuren, en/of aan één of meer |
derden in gebruik te geven, tenzij de huurder vooraf- gaande schriftelijke toestemming heeft verkregen van de verhuurder. De verhuurder is bevoegd aan deze toestemming voorwaarden te verbinden.
Een door de verhuurder gegeven toestemming is eenmalig en geldt niet voor andere of opvolgende gevallen. | ||
Onderhuur | 17. | Het is de huurder niet toegestaan het gehuurde ge- heel onder te verhuren, aan één of meer derden in gebruik te geven en/of de huur van het gehuurde aan één of meer derden af te staan. Afstand van huur is de situatie dat de huurder de woonruimte metterwoon verlaat om er niet naar terug te keren, de huur niet opzegt en/of één of meer derden zon- der toestemming van de verhuurder in staat stelt de woning te bewonen als ware hij huurder. Indien de huurder in strijd met dit verbod handelt, is hij, per dag of gedeelte van een dag gedurende welke de huurder dit verbod overtreedt, aan de verhuurder een onmiddellijk opeisbare en niet voor matiging vatbare boete verschuldigd ter hoogte van 10 % van de verschuldigde huurprijs. |
18. | Indien en zolang de huurder in strijd met het verbod van het vorige lid handelt en/of heeft gehandeld en aan de derde(n) een hogere huurprijs in rekening brengt dan hij zelf aan de verhuurder verschuldigd is, is de huurder gehouden het verschil aan de verhuur- der af te dragen. | |
19. | Indien de verhuurder een gerechtvaardigd vermoe- den heeft dat de huurder in strijd handelt met het verbod van lid 17, zal de verhuurder de huurder daarmee confronteren. Indien de huurder stelt het verbod niet te overtreden, is hij gehouden het bewijs te leveren dat hij het gehuurde volledig en onafge- broken zelf bewoont en heeft bewoond en er onaf- gebroken zijn hoofdverblijf heeft en heeft gehad. In rechte draagt de huurder daarvan de bewijslast. De huurder is in dat geval voorts gehouden zijn volle- dige medewerking te verlenen aan het onderzoek van de verhuurder dienaangaande door alle ter zake relevante gegevens en stukken aan de verhuurder te overhandigen en één of meer bezoeken van de ver- huurder aan het gehuurde toe te staan. De huurder |
is gehouden hier volledige medewerking aan te ver- lenen. Daarnaast is de huurder gehouden zelf bewijs te leveren dat hij de woning onafgebroken zelf heeft bewoond.
Appartementsrechten | 20. | Indien het gebouw of complex waarvan het ge- huurde deel uitmaakt is of wordt gesplitst in appar- tementsrechten, is de huurder verplicht de uit de splitsingsakte, statuten en reglementen voortvloei- ende voorschriften omtrent het gebruik in acht te nemen. |
Tuinen | 21. | De huurder dient de eventueel bij het gehuurde be- horende tuinen goed te onderhouden en deze uit- sluitend als tuin te gebruiken. De verhuurder kan de huurder daartoe naar redelijkheid en billijkheid bin- dende aanwijzingen geven. Het is de huurder verbo- den beplantingen van welke aard dan ook aan te brengen die hoger kan kunnen reiken dan twee me- ter. De huurder is gehouden met betrekking tot erf- afscheidingen alle wettelijke regels en (lokale) voor- schriften na te leven. Artikelen 5:37 t/m 59 BW, be- vattende regels voor eigenaren van naburige erven, gelden voor zover van toepassing in het huurrecht ook voor de huurder. Aangebrachte beplantingen mogen niet leiden tot enige vorm van hinder of over- last. De huurder is verplicht op eerste verzoek van de verhuurder maatregelen te nemen die ertoe leiden dat het gehuurde in overeenstemming met deze be- paling wordt gebracht. De verhuurder is bevoegd om indien de huurder zijn verplichting niet nakomt de desbetreffende werk- zaamheden op kosten van de huurder uit te (laten) voeren. Onderhoud van de heggen die dienen als afscheiding tussen voortuinen en trottoir zijn de exclusieve be- voegdheid van de verhuurder. |
22. | Het is de huurder zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de verhuurder niet toegestaan de dienst- en installatieruimte, de platten, daken, goten en de niet voor algemeen gebruik bestemde plaatsen van het gehuurde of van het gebouw of het complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt, te betreden of te laten betreden of vervoermiddelen te stallen op andere dan de daartoe bestemde plaatsen. |
Alleen indien de betreding noodzakelijk is voor de huurder om zijn onderhoudsverplichting na te kun- nen komen, hoeft vooraf geen schriftelijke toestem- ming te worden gevraagd.
23. | De huurder zal brandblusvoorzieningen, vluchtwe- gen en nooddeuren in het gehuurde te allen tijde vrijhouden. | |
24. | Het is de huurder van een bovenwoning zonder schriftelijke toestemming van de verhuurder niet toegestaan het gehuurde te voorzien van harde vloerbedekking. Onder harde vloerbedekking wordt onder meer houten vloerdelen, parket, laminaat, te- gels, plavuizen, zeil, linoleum, marmoleum verstaan. De verhuurder kan aan zijn toestemming voorwaar- den verbinden, bijvoorbeeld over de wijze waarop geluidsisolatie wordt toegepast. | |
Verbod overbewoning | 25. | Het is de huurder verboden de woning te laten be- wonen door meer personen dan waarvoor de wo- ning redelijkerwijze geschikt is. |
Onderhoud en reparaties | Artikel 10 | |
1. | De huurder is verplicht voor zijn rekening alle kleine herstellingen aan het gehuurde en gemeenschappe- lijke delen daarvan te verrichten, tenzij deze nodig zijn geworden door het tekortschieten van de ver- huurder in de nakoming van zijn verplichting tot het verhelpen van gebreken. | |
Voor rekening van huurder | 2. | De onderhoud- en reparatiewerkzaamheden die voor rekening van de huurder komen zijn tenminste de volgende (niet limitatieve opsomming): |
- | het witten, sausen, behangen en schilderen binnens- huis, met name het schilderen van kozijnen; | |
- | het schoonhouden van het buitenschilderwerk, met name van de kozijnen, ramen en deuren; | |
- | het vervangen van gebroken of beschadigde glasrui- ten binnenshuis / buitenshuis en spiegels; | |
- | het onderhoud van hang- en sluitwerk, schakelaars, contactdozen, deurbel en dergelijke; | |
- | het ontstoppen van closetpotten, vaste wastafels, gootstenen, riolen, putten, vuilstortkokers en derge- lijke; | |
- | eenmaal per jaar vegen van de aanwezige rookkana- len; | |
- | het schoonhouden van de dakgoten; |
- | de aanleg en het onderhoud van de privé-tuin; | |
- | het onderhoud van de erfafscheiding; | |
- | het gebruikelijke onderhoud van geiser / boiler /cv.- radiatoren en dergelijke, tenzij aangelegd door de verhuurder; | |
- | het onderhoud van waterkranen en dergelijke en het treffen van voorzieningen aan waterleidingen bij vriezend weer; | |
- | alle overige onderhouds- en reparatiewerkzaamhe- den die het gevolg zijn van onjuist gebruik zijn voor rekening van de huurder. | |
Vakkundige uitvoering | 3. | De huurder zal de in het eerste lid bedoelde werk- zaamheden, indien en voor zover niet is overeenge- komen dat zij tegen vergoeding door de verhuurder zullen worden verricht, vakkundig (laten) uitvoeren en de regels en aanwijzingen ter zake van daartoe bevoegde instanties en de verhuurder in acht ne- men. |
Apparaten en installaties | 4. | Reparatiewerkzaamheden aan de door de verhuur- der in het gehuurde geplaatste apparaten en installa- ties in het gehuurde mogen uitsluitend door of in overleg met de verhuurder worden verricht, tenzij anders is overeengekomen. |
5. | De verhuurder is bevoegd om indien de huurder zijn onderhouds- en/of reparatieverplichting niet nakomt de desbetreffende werkzaamheden op kosten van de huurder uit te (laten) voeren. De verhuurder is daar- toe niet verplicht. Indien de voor rekening van de huurder komende werkzaamheden geen uitstel kun- nen gedogen, is de verhuurder gerechtigd deze ter- stond voor rekening van de huurder te (laten) ver- richten. | |
Schade aan het gehuurde | Artikel 11 | |
1. | De huurder is verplicht de nodige maatregelen te ne- men ter voorkoming van schade aan het gehuurde, in het bijzonder in geval van brand, storm, water, vorst en dergelijke calamiteiten. De huurder dient door welke oorzaak dan ook ontstane dan wel drei- gende schade, aan het gehuurde onverwijld aan ver- huurder te melden. | |
De huurder is aansprakelijk voor schade die aan het gehuurde is ontstaan door een hem toe te rekenen tekortschieten in de nakoming van een verplichting |
uit de huurovereenkomst. Het gehuurde wordt - uit- sluitend voor de toepassing van dit artikel - geacht mede te omvatten de leidingen, kabels en buizen die zich bevinden in de bij het gehuurde behorende grond. De huurder is aansprakelijk voor schade aan het gehuurde behalve brandschade. Dit houdt in dat de huurder verantwoordelijk is voor alle schade be- houdens brandschade en alle gebreken zullen verder als tekortkoming in de nakoming gezien worden van de zijde van huurder. Verhuurder is niet aansprake- lijk voor de gevolgen van gebreken die hij niet kende en niet behoorde te kennen of schade als gevolg van storm, grondwaterpeil, oorlog etc. Verhuurder even- eens niet aansprakelijk voor schade die door derden wordt veroorzaakt en waardoor het woongenot van huurder wordt aangetast.
Toelaten van verhuurder in het ge- huurde | Artikel 12 | |
Controle | 1. | De huurder zal de verhuurder op zijn verzoek in de gelegenheid stellen het gehuurde te inspecteren, te controleren en/of te onderzoeken, zulks onder meer met het oog op taxaties, technische en andere ge- breken. |
Gedoogplicht | 2. | De huurder zal alle dringende onderhouds- en repa- ratiewerkzaamheden aan het gehuurde alsook aan de tot het gehuurde behorende voorzieningen of van directe aangrenzende woningen gedogen, daarbij in- begrepen de bestrijding van ongedierte. |
3. | De huurder zal personen die door de verhuurder zijn belast met het afleggen van controlebezoeken of het uitvoeren van werkzaamheden - na legitimatie hun- nerzijds - in het gehuurde toelaten. | |
4. | Onvoorziene omstandigheden voorbehouden zullen deze bezoeken respectievelijk werkzaamheden slechts plaatsvinden op werkdagen tussen 8.00 en 18.00 uur en van tevoren worden aangekondigd. |
Werkzaamheden aan en verande- ringen van het gehuurde door ver- huurder | Artikel 13 | |
Xxxxxxxxx werkzaamheden | 1. | De huurder zal alle dringende werkzaamheden aan het gehuurde of aangrenzende woningen, alsook aan de centrale voorzieningen daarvan toestaan. |
Schadevergoeding | 2. | De huurder heeft geen recht op vermindering van de huurprijs of schadevergoeding als gevolg van het uit- voeren van dringende werkzaamheden of een reno- vatie. |
Renovatie | 3. | Indien de verhuurder het complex waarvan het ge- huurde deel uitmaakt, geheel of gedeeltelijk wil re- noveren, zal hij de huurder daartoe een schriftelijk voorstel doen. Dit voorstel wordt vermoed redelijk te zijn, indien een gewone meerderheid van de huur- ders van het complex respectievelijk het betreffende gedeelte van het complex daarmee instemt. Indien de huurder met het voorstel niet heeft ingestemd en ook niet binnen vier weken na verzending van het voorstel bij de rechter een beslissing heeft gevorderd omtrent de redelijkheid daarvan, is hij aan het voor- stel gebonden. De huurder is dan verplicht alle me- dewerking te verlenen bij de uitvoering van de des- betreffende werkzaamheden. |
4. | Onder renovatie wordt zowel sloop met vervan- gende nieuwbouw als gedeeltelijke vernieuwing door verandering of toevoeging verstaan. | |
5. | Indien de verhuurder een voorstel als bedoeld in lid 3 heeft gedaan en de huurder aanvaardt het voor- stel, leidt dit niet tot de verplichting van de verhuur- der de in het voorstel vermelde renovatie uit te voe- ren. | |
Huurverhoging | 6. | De verhuurder is gerechtigd een eventuele huurver- hoging als gevolg van een renovatie door te bereke- nen, voor zover die verhoging redelijk is en in over- eenstemming is met de daarvoor geldende wette- lijke bepalingen. |
7. | De huurverhoging gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die waarin de verandering is gere- aliseerd. | |
8. | Voor het plaatsen van (licht-)reclame, aanduidingen, antenne-installaties of andere doeleinden heeft de verhuurder het recht om voor zichzelf, voor huur- |
der(s) of derden te beschikken over de daken, bui- tengevels, de niet voor publiek of huurder toeganke- lijke ruimte(n), de onroerende aanhorigheden bin- nen het gebouw of complex, alsook over de tuinen en erven van dat gebouw of complex. Als de ver- huurder van dit recht gebruik wenst te maken zal hij de huurder hierover vantevoren informeren en zal hij bij de uitoefening van dit recht rekening houden met de belangen van de huurder.
Veranderingen van het gehuurde door huurder | Artikel 14 | |
Wijzigingen | 1. | De huurder is niet bevoegd de inrichting of gedaante van het gehuurde geheel of gedeeltelijk te wijzigen dan na schriftelijke toestemming van de verhuurder. Onder wijziging wordt verstaan: elke verandering en/of toevoeging van welke aard dan ook aan het ge- huurde, zowel aan de binnenzijde als aan de buiten- zijde daarvan. Ook het aanbrengen van antenne-in- stallaties, schotelantennes, (licht-)reclame(s) en an- dere aanduidingen vallen onder wijzigingen waartoe de huurder niet is bevoegd. De heggen die dienen als afscheiding tussen het trottoir en de voortuinen val- len tevens onder de gedaante van het gehuurde. |
2. | De huurder is wel bevoegd de binnenzijde van het gehuurde te wijzigen indien die wijziging bij het einde van de huur zonder noemenswaardige kosten ongedaan kan worden gemaakt en verwijderd. | |
Schriftelijke toestemming verhuur- der | 3. | Binnen de grenzen van art. 6:215 lid 2 e.v. BW (“klus- recht”) en art. 6:213 BW (“goed huurder”) heeft huurder de bevoegdheid wijzigingen aan te brengen aan de binnenkant van het gehuurde. Een door de verhuurder gegeven toestemming is eenmalig en geldt niet voor andere of opvolgende gevallen. |
De huurder dient daarbij tenminste het navolgende in acht te nemen: de huurder dient vooraf schriftelijk toestemming te vragen aan de verhuurder. De huurder dient daarbij een gedetailleerd bouwplan voor te leggen waarbij onder meer gedetailleerde opgave wordt gedaan van alle noodzakelijke werkzaamheden, de duur daarvan, de eventuele overlast die de werkzaamheden voor |
de omgeving van de huurder met zich mee zal bren- gen en de maatregelen die de huurder neemt om die overlast tot een minimum te beperken;
de huurder is gehouden ervoor zorg te dragen dat de wijziging voldoet aan alle relevante regelgeving, zo- als het Bouwbesluit, en alle relevante technische ei- sen. De huurder draagt er tevens zorg voor, zover nodig, dat hij alle noodzakelijke vergunningen ver- krijgt alvorens de werkzaamheden te starten. De huurder vrijwaart de verhuurder voor alle gevolgen in het geval de huurder hieraan niet voldoet. de huurder draagt er zorg voor dat de werkzaamhe- den plaatsvinden tussen 08.00 en 18.00 uur en dat de werkzaamheden adequaat en efficiënt en zonder onderbreken worden voltooid binnen de kortst mo- gelijke termijn. | ||
Voorwaarden | 4. | De verhuurder verleent uitsluitend toestemming in- dien de wijziging: |
- | kwalitatief goed is; | |
- | kwalitatief goed wordt uitgevoerd voor wat betreft materialen en te hanteren methode; | |
- | voldoet aan de technische eisen van onder meer de lokale overheid en Nutsbedrijven; | |
- | geen gevaar oplevert; de veiligheid wat betreft de constructieve sterkte van het gebouw, brandwe- rende materialen, vluchtwegen, ventilatie en derge- lijke, dient gewaarborgd te zijn; | |
- | geen overlast en/of hinder voor derden veroorzaakt; | |
- | het onderhoud aan het gehuurde niet belemmert, in- clusief de bereikbaarheid van delen van het ge- huurde met het oog op onderhoud daarvan; | |
- | zodanig wordt uitgevoerd dat gebruikte materialen naleverbaar of ruim voorradig zijn; | |
- | bij grotere gebreken eenvoudig vervangen kan wor- den door een voorziening op standaardniveau; | |
- | de verhuurbaarheid van het gehuurde niet in ongun- stige zin beïnvloedt; | |
- | niet leidt tot een waardevermindering van het ge- huurde. | |
Ongedaanmaking | 5. | Alle wijzigingen die in strijd met de huurovereen- komst zijn aangebracht, zullen op eerste aanzegging van de verhuurder, ongedaan worden gemaakt door de huurder. Het gehuurde dient daarbij in een staat |
te worden gebracht die redelijkerwijs in overeen- stemming is met de staat waarin het zich bij aanvang van de huur bevond.
Boetebeding | 6. | Indien de huurder geen toestemming aan de ver- huurder vraagt voor een wijziging verbeurt de huur- der een onmiddellijk opeisbare en niet voor matiging vatbare boete van € 1.500,--, onverminderd het recht van de verhuurder op volledige schadevergoe- ding voor zover de geleden schade de verbeurde boete overtreft. |
Boetebeding | 7. | Indien de verhuurder geen toestemming heeft ver- leend en de huurder de verandering en/of wijziging toch aanbrengt zonder de in art. 7:215 BW voorge- schreven gerechtelijke procedure te hebben geënta- meerd c.q zonder rechterlijke machtiging te hebben verkregen, verbeurt de huurder een onmiddellijk op- eisbare en niet voor matiging vatbare boete van € 2.500,--, onverminderd het recht van de verhuur- der op volledige schadevergoeding voor zover de ge- leden schade de verbeurde boete overtreft. |
Ongedaanmaking bij einde van de huur | 8. | De huurder is gehouden alle door hem aangebrachte veranderingen en toevoegingen ongedaan te maken bij het einde van de huur. Hierbij dient het gehuurde in een staat te worden gebracht die redelijkerwijs in overeenstemming is met de staat waarin het zich bij aanvang van de huur bevond. Tenzij de verhuurder de huurder schriftelijke toestemming heeft verleend de wijziging bij het einde van de huur niet ongedaan te maken. Indien de huurder nalaat op eerste schrif- telijke aanzegging van de verhuurder deze verplich- ting na te komen is de verhuurder gerechtigd de werkzaamheden voor rekening van de huurder uit te (laten) voeren en verbeurt de huurder een onmiddel- lijk opeisbare en niet voor matiging vatbare boete van € 2.500,--, onverminderd het recht van de ver- huurder op volledige schadevergoeding voor zover de geleden schade de verbeurde boete overtreft. |
Onderhoud- en reparatieverplich- ting | 9. | De huurder is verplicht voor eigen rekening alle her- stellingen en onderhoudswerkzaamheden te verrich- ten die verband houden met de door hem aan het gehuurde aangebrachte veranderingen en toevoe- gingen. Door de huurder aangebrachte wijzigingen maken geen deel uit van het gehuurde. |
Exoneratie 3 | 10. | De verhuurder is niet aansprakelijk voor de schade die de huurder en/of derden mocht(en) lijden de- welke verband houdt met de door de huurder aange- brachte veranderingen en toevoegingen. |
Vrijwaring | 11. | De huurder vrijwaart de verhuurder voor aanspraken van derden voor schade veroorzaakt door en/of in verband met door de huurder zelf aangebrachte wij- zigingen aan het gehuurde. |
Beëindiging van de huurovereen- komst | Artikel 15 | |
Door huurder | 1. | De huurder kan de huurovereenkomst per dag op- zeggen met in achtneming van een opzegtermijn van minimaal 28 dagen, gerekend vanaf de dag van ont- vangst van de huuropzegging. De opzegging ge- schiedt schriftelijk, per aangetekende brief of deur- waardersexploot. Wanneer de beëindigingsdatum in het weekend of op een feestdag valt, geldt de eerstvolgende werk- dag. |
2. | Indien de huurder de huur in strijd met lid 1 heeft opgezegd, maar deze opzegging door de verhuurder schriftelijk wordt bevestigd, wordt dit beschouwd als een beëindiging met wederzijds goedvinden. | |
3. | Indien de huurder bij de opzegging niet de in lid 1 bedoelde termijn in acht heeft genomen, geldt de opzegging als te zijn gedaan met inachtneming van die termijn. | |
Door verhuurder | 4. | De verhuurder kan de huurovereenkomst bij aange- tekende brief of deurwaardersexploot opzeggen op iedere werkdag. Dit met inachtneming van een op- zeggingstermijn van drie maanden, welke termijn voor ieder jaar dat de overeenkomst heeft geduurd met een maand wordt verlengd tot maximaal zes maanden. De verhuurder geeft daarbij de gronden aan die tot de opzegging hebben geleid. |
Toestemming huurder | 5. | De beëindiging van de huurovereenkomst door de verhuurder geschiedt niet, tenzij de huurder binnen zes weken schriftelijk verklaart in de beëindiging toe te stemmen, dan wel de rechter op vordering van de verhuurder de datum heeft vastgesteld waarop de overeenkomst zal eindigen. |
Wederzijds goedvinden | 6. | De huurder en de verhuurder kunnen te allen tijde de overeenkomst met wederzijds goedvinden beëin- digen op een door hen daartoe te bepalen datum. |
Bezichtiging | 7. | Zodra de verhuurder de huuropzegging van de huur- der(s) heeft ontvangen, is de huurder verplicht om het gehuurde ter beschikking te stellen voor bezichti- ging zonder enig recht op vergoeding. Tevens zal de huurder het aanbrengen van verkoop- of verhuur- aankondigingen gedogen. |
Oplevering van het gehuurde bij beëindiging van de huurovereen- komst | Artikel 16 | |
1. | Bij het einde van de huurovereenkomst is de huurder verplicht het gehuurde onder afgifte van de sleutels geheel ontruimd en schoon aan de verhuurder op te leveren in de staat, waarin hij het gehuurde, conform de beschrijving bij aanvang van de huurovereen- komst, heeft ontvangen. Dit, behoudens voor zover er sprake is van normale slijtage die voor rekening en risico van de verhuurder komt. Voor de door de huurder in het gehuurde aangebrachte wijzigingen geldt het bepaalde in het derde lid van dit artikel. | |
2. | De verhuurder zal tijdig voor het einde van de huur- overeenkomst het gehuurde inspecteren. De huur- der zal de verhuurder daartoe in de gelegenheid stel- len. Bij die gelegenheid zal een opnamerapport wor- den gemaakt, waarin zal worden vastgelegd welke herstellingen voor het einde van de huurovereen- komst door en voor rekening van de huurder verricht moeten worden, alsmede de geschatte kosten van herstel. Beide partijen ontvangen een exemplaar van het opnamerapport. | |
3. | Ten aanzien van de door de huurder tijdens de huur- tijd aangebrachte wijzigingen tijdens de huurtijd, zul- len bij het einde van de huur de volgende regels gel- den: | |
a. | De verhuurder kan vorderen dat de aangebrachte wijzigingen, die niet voldoen aan het bepaalde in ar- tikel 14, door de huurder ongedaan gemaakt wor- den, mits het gehuurde daarbij in een staat wordt gebracht die redelijkerwijs in overeenstemming is met de staat waarin het zich bij aanvang van de huur bevond; |
b. | De huurder is niet verplicht om bij het einde van de huur wijzigingen bij het einde van de huur weg te ne- men, waarvan de verhuurder schriftelijk kenbaar heeft gemaakt dat deze niet ongedaan hoeven te worden gemaakt, mits deze in goede staat verkeren; |
c. | Het bepaalde onder b is alleen van toepassing indien de wijzigingen zijn aangebracht met inachtneming van en voldoen aan de door de verhuurder opge- legde voorwaarden en voorschriften; |
d. | Onverminderd het in dit lid bepaalde, is de huurder te allen tijde gerechtigd de door hem aangebrachte wijzigingen ongedaan te maken, mits hij het ge- huurde terugbrengt in de staat waarin het zich bij de aanvang van de huur bevond. |
4. | Indien de huurder bij het einde van de huurovereen- komst aan zijn verplichtingen tot herstel, volledige ontruiming en eventueel ongedaanmaking van aan- gebrachte wijzigingen niet heeft voldaan, is de ver- huurder gerechtigd alle ten gevolge daarvan noodza- kelijke werkzaamheden op kosten van de huurder uit te (laten) voeren, waarbij de huurder zich reeds nu voor alsdan verplicht deze kosten te voldoen. Ook overige schade door nalatigheid van de huurder komt voor zijn rekening. |
5. | De huurder doet afstand van rechten en aanspraken uit ongerechtvaardigde verrijking in verband met de door de huurder aangebrachte wijzigingen die bij het einde van de huur niet ongedaan zijn gemaakt, tenzij partijen schriftelijk anders overeen zijn gekomen. |
6. | In het geval de huurder bij het einde van de huur- overeenkomst in het gehuurde zaken heeft achterge- laten, is de verhuurder bevoegd die zaken te verwij- deren, zonder dat op de verhuurder een bewaar- plicht komt te rusten. Alle kosten van verwijdering van de zaken zijn voor rekening van de huurder. Het in dit lid bepaalde is niet van toepassing op roerende zaken die de huurder heeft overgedragen aan de op- volgende huurder, mits de huurder deze overdracht schriftelijk aan de verhuurder heeft meegedeeld. |
7. | Indien de huurovereenkomst eindigt als gevolg van de dood van de huurder en er melden zich binnen twee maanden na de dood van de huurder geen erf- genamen bij de verhuurder, is de verhuurder gerech- tigd zonder rechterlijke tussenkomst het gehuurde te |
betreden en is de verhuurder bevoegd alle zich in het gehuurde bevindende zaken te verwijderen, zon- der dat op de verhuurder een bewaarplicht komt te rusten. Eventuele kosten van verwijdering zijn voor rekening van de erfgenamen van de huurder. Mocht de verhuurder zaken bewaren, dan zijn de kosten daarvan voor de erfgenamen van de huurder.
Geschillencommissie | Artikel 17 |
Indien een geschil ontstaat tussen de huurder en de verhuurder en er blijkt geen oplossing mogelijk in het overleg tussen beiden, dan stelt de verhuurder de huurder in de gelegenheid een klacht over het han- delen of nalaten van de verhuurder in te dienen bij een daartoe aangestelde Geschillencommissie. | |
Waarborgsom | Artikel 18 |
1. | Indien partijen bij de aanvang van de huurovereen- komst de betaling van een waarborgsom door de huurder zijn overeengekomen, is de huurder deze bij de ondertekening van de huurovereenkomst ver- schuldigd. |
2 | De verhuurder vergoedt geen rente over de waar- borgsom. |
3. | Uiterlijk zes maanden nadat de huurder het ge- huurde heeft verlaten en de huurovereenkomst is geëindigd, heeft de huurder recht op restitutie van de waarborgsom. De verhuurder is gerechtigd alle vorderingen op de huurder met de waarborgsom te verrekenen. |
4. | De huurder heeft tijdens de looptijd van de huur- overeenkomst geen aanspraak op verrekening van enig bedrag met de waarborgsom. |
Persoonsgegevens | Artikel 19 |
De persoonsgegevens van huurder(s) worden door de verhuurder in een persoonsregistratie opgeno- men. Op schriftelijk verzoek zijnerzijds wordt de huurder inzicht verschaft in de geregistreerde gege- vens. | |
In gebreke blijven | Artikel 20 |
1. | Indien de huurder in gebreke blijft met nakoming van enige verplichting welke ingevolge van wet- of |
regelgeving en/of de huurovereenkomst op hem rust en daarvoor door de verhuurder gerechtelijke en/of buitengerechtelijke maatregelen moeten worden ge- nomen, zijn alle daaruit voortvloeiende kosten voor rekening van de huurder.
2. | De ingevolge de door de huurder aan de verhuurder te betalen buitengerechtelijke (incasso)kosten, zijn verschuldigd op het moment dat de verhuurder zijn vordering op de huurder uit handen geeft. Deze kos- ten bedragen ten minste 15 % van de gevorderde hoofdsom (met een minimum van € 25,--) te ver- meerderen met het geldende BTW percentage. | |
Slotbepalingen | Artikel 21 | |
Domicilie | 1. | Met betrekking tot alle uit het voorgaande voort- vloeiende maatregelen geldt, dat de huurder domici- lie kiest in het gehuurde. Bij beëindiging van de huur- overeenkomst zal huurder aan verhuurder zijn nieuwe adres doorgeven. Voor het geval de huurder het gehuurde verlaat zonder opgave van een nieuw domicilie aan de verhuurder, geldt het adres van het gehuurde als domicilie van de huurder. |
Nietigheid / vernietigbaarheid | 2. | Indien een deel van de huurovereenkomst nietig of vernietigbaar is, dan laat dit de geldigheid van de rest van de huurovereenkomst onverlet. In plaats van het vernietigde of nietige deel geldt alsdan als overeengekomen hetgeen op wettelijk toelaatbare wijze het dichtst komt bij hetgeen partijen overeen- gekomen zouden zijn indien zij de nietigheid of ver- nietigbaarheid gekend zouden hebben. |
1. Rechtverkrijgende is degene die in enig recht optreedt als opvolger van een ander, bijvoorbeeld als erfgenaam.
2. Dit artikel is opgenomen om het eventueel in de toekomst mogelijk te maken om leveringen en diensten aan te gaan bieden zonder dat daarvoor eerst alle huurders een nieuwe huurovereenkomst moet worden aanheboden. Een exoneratieclausule is een beding in een overeenkomst, waarbij een partij zich ontlast van de naar aanvullend recht op hem rustende aansprakelijkheid.
Als bijlage de formulieren: Woningomschrijving voorzijde Woningomschrijving achterzijde Huuropzegging