GRONDSLAG VAN DE VERZEKERING
ALGEMENE VOORWAARDEN LICHTRECLAMEVERZEKERING (Z/Lr.12.01)
GRONDSLAG VAN DE VERZEKERING
Artikel 1.
Als grondslag van deze verzekering gelden de door de verzekerde bij de Wederkerige van 1820 u.a., hierna te noemen: de maatschappij, ingediende aanvraag met de daarin vermelde gegevens, zulks onverlet het bepaalde in artikel 251 van het Wetboek van Koophandel.
UITSLUITINGEN
Artikel 2.
De maatschappij is niet tot vergoeding van de schade verplicht, indien:
a) deze het directe gevolg is van oorlogshandelingen, ook al vinden deze zonder oorlogsverklaring plaats alsmede welke verband houdt met atoomkernreacties;
b) deze het gevolg is van overbelasting, te hoge spanning, kortsluiting in de verzekerde voorwerpen, zelfverhitting, stroomlekken, constructie-, montage, en demontagefouten van of in resp. experimenten met de verzekerde voorwerpen;
c) deze het gevolg is van slijtage of enige andere geleidelijk (in)werkende invloed;
d) deze is ontstaan door of tijdens reparatie of bewerking;
e) deze is ontstaan aan ontstaan aan gloeilampen.
Voorts is de maatschappij niet tot vergoeding van de schade aan het pand, waaraan/in de verzekerde voorwerpen zijn bevestigd, verplicht.
OPZET
Artikel 3.
In afwachting van het bepaalde in artikel 249 van het Wetboek van Koophandel is alleen schade aan de verzekerde voorwerpen, welke door verzekerde opzettelijk (moedwillig) is veroorzaakt, alsmede de Wettelijke Aansprakelijkheid van de verzekerde, die zelf een schade opzettelijke (moedwillig) heeft veroorzaakt, onder deze overeenkomst niet verzekerd.
VERPLICHTINGEN VAN DE VERZEKERDE
Artikel 4.
Indien een verbouwing plaatsvindt van het pand, waaraan/in de verzekerde voorwerpen zijn bevestigd, is de verzekerde op straffe van verlies van het recht op uitkering verplicht de maatschappij hiervan in kennis te stellen.
De maatschappij heeft het recht de verzekering tijdens de verbouwing op te schorten, dan wel een extra premie te berekenen gedurende de tijd dat de verbouwing plaatsvindt. Wordt over de te betalen extra premie met de verzekerde geen overeenstemming bereikt, dan heeft de verzekerde het recht de verzekering te beëindigen. Zulks geschiedt met restitutie van de nog onverdiende premie onder aftrek van 25% voor administratiekosten.
Artikel 5.
De verzekerde is - zulks onverminderd het bepaalde in artikel 283 van het Wetboek van Koophandel - op straffe van verlies van het recht op uitkering verplicht:
a) in geval van schade de maatschappij daarvan ten spoedigste in kennis te stellen, met vermelding van alle terzake dienende feiten en omstandigheden en alle dagvaardingen, brieven en andere stukken, welke op het schadegeval betrekking hebben, onverwijld aan de maatschappij te zenden;
b) aan de maatschappij alle door haar gewenste inlichtingen te verstrekken en alle medewerking te verlenen tot regeling en vaststelling van de schade en zich te onthouden van het erkennen of van de hand wijzen van een tegen hem ingestelde eis tot schadevergoeding, of het regelen van de schade zonder goedkeuring van de maatschappij;
c) volledige medewerking te verlenen ten aanzien van de uitoefening door de maatschappij van zijn rechten tegenover derden,
tenzij er naar het oordeel van de maatschappij redelijke gronden waren voor het niet nakomen van deze verplichtingen.
REGELING VAN SCHADE
Artikel 6.
Bij algehele vernietiging van de verzekerde voorwerpen wordt het aan de voorzijde van de polis onder A vermelde bedrag onverkort uitgekeerd.
Bij gedeeltelijke vernietiging of bij beschadiging van de verzekerde voorwerpen komen de reparatiekosten, tot ten hoogste het verzekerde bedrag, voor rekening van de maatschappij.
Artikel 7.
Indien op het ogenblik van het ontstaan van de schade blijkt, dat de waarden van de verzekerde voorwerpen niet ten volle is verzekerd, is de maatschappij slechts verbonden in evenredigheid van de verzekerde bedragen tot de volle waarde.
Indien op het ogenblik van het ontstaan van de schade blijkt, dat het onder A aan de voorzijde van de polis verzekerde bedrag de waarde van de verzekerde voorwerpen overtreft, is de maatschappij slechts gehouden de werkelijke waarde te vergoeden.
BETALING VAN DE SCHADEVERGOEDING
Artikel 8.
Nadat de verplichting tot het doen van een uitkering van de maatschappij door haar is erkend en de grootte daarvan is vastgesteld, heeft de betaling van het schadebedrag ten spoedigste, zo mogelijk binnen veertien dagen, plaats.
Artikel 9.
Indien niet binnen zes maanden na dagtekening van de brief, waarin de maatschappij aan de verzekerde mededeelt dat op een schade afwijzend is beschikt, door de verzekerde een vordering in recht tegen haar aanhangig is gemaakt, vervalt het recht op uitkering.
VERVANGING EN VERKOOP
Bij vervanging en/of verkoop van de verzekerde voorwerpen is de verzekerde verplicht daarvan onmiddellijk kennis te geven aan de maatschappij.
De maatschappij behoudt zich daarbij het recht voor de verzekering zonder opzegtermijn, met restitutie van de nog onverdiende premie te beëindigen, indien de vervangende voorwerpen niet of slechts op voorwaarden, welke door de verzekerde niet worden aanvaard, acceptabel zijn.
PREMIEBETALING
Artikel 11.
De premie dient elk jaar uiterlijk op de dertigste dag na de vervaldatum zijn voldaan. Bij gebreke hiervan zal de maatschappij, ook zonder dat de verzekerde tot betaling is gemaand, van voornoemd tijdstip af geen risico meer lopen. De maatschappij zal de verschuldigde premie en de te maken kosten in recht kunnen opvorderen, in welk geval de maatschappij weder risico gaat lopen op het ogenblik dat de premie en de kosten zijn voldaan.
AANPASSING VAN TARIEVEN EN VOORWAARDEN
Artikel 12.
Indien de maatschappij haar tarieven en/of voorwaarden voor verzekeringen van dezelfde soort als de onderhavige herziet en in gewijzigde vorm bekend maakt en toepast, is zij gerechtigd deze verzekering aan de nieuwe tarieven en/of voorwaarden aan te passen met ingang van de eerste premievervaldatum na de invoering van de bedoelde wijziging. Bij gebruikmaking van dit recht zal de maatschappij hiervan mededeling doen aan de verzekerde, eventueel op de premiekwitantie.
De verzekerde is gerechtigd de aanpassing te weigeren. In geval van weigering, als bovenbedoeld, eindigt de verzekering op de desbetreffende premievervaldatum te 0.00 uur.
BEËINDIGING VAN DE VERZEKERING
Artikel 13.
De verzekering is aangegaan voor de aan de voorzijde van de polis vermelde termijn, met stilzwijgende verlenging voor telkens dezelfde termijn, tenzij één der partijen de overeenkomst tenminste drie maanden vóór de contractsvervaldatum per aangetekende brief aan de andere partij heeft opgezegd.
Behoudens het geval, zoals bedoeld in de eerste alinea van dit artikel, heeft de maatschappij bovendien het recht, nadat bij haar een eis tot schadevergoeding is ingediend, de verzekering per aangetekende brief met inachtneming van een termijn van acht dagen op te zeggen.
In dat geval heeft de verzekerde recht op restitutie van de nog onverdiende premie onder aftrek van 25% voor administratiekosten.
RESTITUTIE VAN PREMIE
Artikel 14.
Behoudens in de gevallen als omschreven in artikel 4, 10 en 13 vindt nimmer restitutie van premie plaats.
ADRES
Artikel 15.
Kennisgevingen van de maatschappij aan de verzekerde kunnen worden gedaan aan zijn laatste bij de maatschappij bekende adres, of aan het adres van de assurantiebemiddelaar door wiens bemiddeling deze verzekering loopt.