Contract
1
MEMORANDUM OF UNDERSTANDING
Denkrichting Kosten en Bekostiging Transitie JHP ZW
De samenwerkingspartners
Jeugdhulpregio Rijnmond/ GRJR Jeugdhulpregio Haaglanden/H10
Jeugdhulpregio Holland Rijnland/ GR Holland Rijnland Jeugdhulpregio Zuid-Holland Zuid/Serviceorganisatie ZHZ
Jeugdhulpregio Midden Holland/Netwerk Sociaal Domein Midden Holland Verder gezamenlijk te noemen: “de regio’s”,
en
Stichting Horizon Jeugdzorg Schakenbosch Zorg voor Jeugdigen B.V
Verder gezamenlijk te noemen; “de aanbieders”
Eenieder rechtsgeldig vertegenwoordigd door de bestuurlijke vertegenwoordigers in de bovenregionale stuurgroep JeugdhulpPlus Zuidwest;
Overwegende,
1. De gezamenlijke ambities van regio’s, aanbieders en GI’s voor de JeugdhulpPlus (verder: JHP) in het landsdeel zoals vastgesteld in de ‘Werkagenda doorontwikkeling JeugdhulpPlus Zuidwest’ en het ‘Ambitiedocument landsdeel Zuidwest’, gericht op adequate hulp voor de groep jeugdigen die volgens de doelgroepanalyse, opgenomen in Bijlage I, behoort tot de doelgroep van JHP.
2. De regio’s en de aanbieders ontwikkelen en investeren samen met de GI’s in nieuwe vormen en methodieken JHP, waarbij de stabiele woonplek voor jeugdigen leidend is. Dit palet van alternatieven richt zich op gezinsopnames, onderwijs-JHP, kleinschalige voorzieningen en ambulante JHP. Daarnaast blijft de huidige JHP beschikbaar. Voor 2024 is het streven dat de alternatieven in de JHP voor minimaal 135 plaatsen beschikbaar zijn en dat 100 (gesloten) plaatsen JHP beschikbaar zijn.
3. Een periode van drie jaar vanaf 1 januari 2021 tot aan 31 december 2023 afgesproken is om de transitie in de JHP te realiseren;
4. Op peildatum 1 januari 2020 waren de kosten voor JHP voor 270 jongeren berekend voor het jaar 2019 voor iHUB 26,1 miljoen en voor Schakenbosch 13,8 miljoen;
5. Horizon en Schakenbosch hebben huisvestingsplannen opgesteld, die input vormen voor het strategisch vastgoedplan voor accommodaties JHP ten behoeve van aanvraag van de SPUK middelen;
6. De beschikbare SPUK-gelden zijn naar verwachting niet (volledig) dekkend voor de vastgoedtransitie. Voor het resterende bedrag dienen de samenwerkingspartners gezamenlijke inspanning te leveren op het aanvragen van aanvullende middelen bij de rijksoverheid. De regio’s achten zich niet aansprakelijk om aanvullende middelen ter beschikking te stellen indien de rijksoverheid op een later moment geoormerkte middelen ter beschikking stelt zullen deze ook worden ingezet.
7. Formele besluitvorming over contractuele afspraken tussen elke regio en de aanbieders vindt plaats in de bestuurlijke gremia van elke regio en is onder voorbehoud van de geldende contractuele, aanbestedingsrechteljike en overige juridische randvoorwaarden. Voorwaarde hierbij is dat alle vijf regio’s en de twee aanbieders meedoen bij de gehele beweging, tenzij in gezamenlijkheid anders wordt besloten;
8. Het verwezenlijken van de beweging is afhankelijk van de toeleiding naar de JHP op basis van Machtiging Gesloten Jeugdzorg (MGJ) rechterlijke machtiging, plaatsingscoördinatie en de GI’s.
9. Het is een spannende tijd voor jeugdhulpregio’s, aanbieders van JHP, de GI’s en alle ketenpartijen in de jeugdhulp. De samenwerkende regio’s, aanbieders en GI’s zijn trots op de inmiddels meerjarige samenwerking en de gezamenlijke ambities. Zij hebben commitment om die meerjarige samenwerking en de gezamenlijke ambities samen te realiseren en elkaar juist dan
vast te houden wanneer het moeilijk en complex wordt (in de toekomst) en samen op zoek naar oplossingen te gaan.
10. De tekst van dit Memorandum of Understanding is ter vergadering van de stuurgroep JeugdhulpPlus Zuidwest van 30 juni 2021 besproken en vastgesteld. De weergave van het gesprek in het verslag van die vergadering bevat waar nodig ook toelichting op de gemaakte afspraken.
Komen tot volgende overeenstemming over de denkrichting ten aanzien van de kosten en bekostiging van de gezamenlijke geambieerde transitie van de JHP in het landsdeel
1. De samenwerkingspartners zetten zich gezamenlijk in voor de inhoudelijke transformatie van de JHP. De populatie (peildatum 1-1-2020: 270 jongeren) die geholpen worden zijn de jongeren zoals beschreven in het Ambitiedocument en de Werkagenda. Er wordt zodanig afgebouwd dat op 1-1- 2024 voor de alternatieven in de JHP voor minimaal 135 plaatsen beschikbaar zijn en dat 100 (gesloten) plaatsen JHP beschikbaar zijn1;
2. De 100 (doorontwikkelde) gesloten plaatsen JHP worden ingericht op een kleinere schaal (maximaal 6 jongeren per groep), waarbij een reëel tarief wordt vastgesteld/ gehanteerd;
3. De aanbieders dragen zorg voor het organiseren van een passende gemeenschappelijke voordeur (in afstemming met de plaatsingscoördinatie), opleiding/deskundigheidsbevordering van medewerkers, het gemeenschappelijk formuleren van arrangementen, nadere doelgroep differentiatie, gemeenschappelijk onderzoek, en dus ook in de planvorming aangaande de transformatie Jeugdzorg Plus, zowel inhoudelijk als op het gebied van huisvesting. Hiervoor wordt de samenwerking met de GI’s opgezocht;
4. De kosten gaan voor de baten uit. Het verschil tussen tarieven voor de huidige gesloten plaatsen JHP op de peildatum 1-1-2020 en toekomstige tarieven voor de alternatieven van de aanbieders in de JHP leidt tot een besparing die kan worden ingezet voor bekostiging van ontwikkelkosten en fricitiekosten die benodigd zijn voor de transitie. Dit garanderen de regio’s. De regio’s reserveren
tot en met 2023 de middelen (€40,5 mln) voor deze doelgroep van 270 jeugdigen, waarbij de aanbieders zich inspannen om de besparing te realiseren;
5. Monitoring vindt plaats op de ontwikkeling van de populatie in omvang, samenstelling en kenmerken en doelgroepbepalingen, de inhoudelijke en financiële effecten, het leereffect en resultaten van de (doorontwikkelde) gesloten plaatsen JHP en de alternatieven en tenslotte de ontwikkeling van de verschillende kostensoorten. De resultaten van monitoring worden open en transparant met elkaar gedeeld. Het voorgaande vormt onderwerp van een open en dynamisch gesprek om gezamenlijk zorg te dragen voor realisatie van de geformuleerde ambities. Ten minste tweemaal jaarlijks worden metingen uitgevoerd. In gezamenlijkheid worden afspraken gemaakt over de monitoring. Als de ontwikkelingen en resultaten aanleiding geven de globale planning te versnellen of te vertragen en de oorspronkelijke raming van aantallen bij te stellen, kunnen hierover in gezamenlijkheid afspraken worden gemaakt;
6. Onderscheid wordt gemaakt tussen zorgkosten, ontwikkelkosten en frictiekosten;
7. Voor elke pilot, zoals genoemd in overweging 2, wordt een pilotplan ingediend, inclusief kostenraming voor ontwikkelkosten en frictiekosten, en een prognose voor de bijbehorende zorgkosten;
8. Voor de doorontwikkeling van de huidige plaatsen JHP naar de gesloten plaatsen JHP, bedoeld onder punt 2, wordt een projectplan ingediend, inclusief kostenraming voor ontwikkelkosten en frictiekosten, en een prognose voor de bijbehorende zorgkosten;
9. Zorgkosten worden bekostigd op basis van werkelijk geleverde zorg (via berichtenverkeer). Voor zover voor de alternatieven nog geen tarieven bekend zijn komen deze in goed overleg tot stand en kunnen zo nodig, in goed overleg, gedurende de looptijd van de pilots worden aangepast. Dit zijn reële tarieven, conform de Norm voor Opdrachtgeverschap. Aanbieders onderbouwen hun tarieven transparant;
10. Ontwikkelkosten die voor vergoeding door de regio’s in aanmerking komen, zijn incidentele kosten die nodig zijn voor de ontwikkeling van de beweging. De gewone doorontwikkeling van de kwaliteit van de hulp blijft verantwoordelijkheid van de aanbieders. De ontwikkelkosten voor de beweging
1 Verlengde jeugdhulp/JHP is geen reden tot uitplaatsing.
worden op een inzichtelijke manier geraamd in de pilotplannen en op een transparante manier verantwoord in de rapportages;
11. Frictiekosten die voor vergoeding door de regio’s in aanmerking komen zien op incidentele kosten voor de beweging. Niet hieronder vallen kosten die voor vergoeding uit SPUK middelen in aanmerking komen ter bekostiging van herbestemming van gebouwen en ook niet normale bedrijfsrisico van verschil tussen in- en uitstroom, dat verdisconteerd is in de tarieven voor de zorgkosten. Zij worden op een inzichtelijke manier geraamd in de pilotplannen en op een transparantie manier verantwoord in de rapportages;
12. De projectplannen en -begrotingen maken helder welke kostenposten en activiteiten worden ingezet. Regio’s en aanbieders komen in gezamenlijkheid tot een afwegingskader voor de beoordeling van de pilotplannen en -begrotingen. Op basis van dit afwegingskader vindt de beoordeling van de pilotplannen en -begrotingen centraal plaats, waardoor een snelle en soepele besluitvorming wordt bewerkstelligd.
13. De tarieven die regio’s verschuldigd zijn voor de zorgkosten voor deze beweging groeien naar elkaar toe met zo veel mogelijk identieke prijzen voor dezelfde inzet;
14. De regio’s zijn onderling verantwoordelijk voor de verdeelsleutel en dekking van de ontwikkelkosten en frictiekosten op basis van inwonertal;
15. Aandachtspunt hierbij is dat bij een succesvolle beweging de definitiebepaling van de doelgroep verschuift: Waar nu de Machtiging Gesloten Jeugdzorg (MGJ) leidend is, is de ambitie om ook voorwaardelijke machtigingen onderdeel te laten zijn van de beweging. Om alternatieven en specialistische JHP goed aan te kunnen laten sluiten op de behoeftes van jongeren en families, kan het nodig zijn om trajecten te kunnen variëren, combineren en te kunnen wisselen tussen vormen. Het streven is om voor een deel van de doelgroep de mogelijkheid te hebben om zonder machtiging van de rechter te werken, waar dat verantwoord wordt geacht. Dat vraagt goede afstemming met de GI en een scherpe doelgroepbepaling met afbakening aan de voorkant, om vermenging met andere gecontracteerde jeugdhulp te voorkomen. Indien er reeds passende hulp is ingeschakeld leveren aanbieders in afstemming met de GI alleen aanvullende expertise rondom JHP, ook indien er sprake is van een (voorwaardelijke) machtiging;
16. Alle afspraken in deze MOU blijven gelden voor denkrichting en doelstellingen in de periode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2023.