TRAC T A TENBLAD
25 (1997) Nr. 1
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 1997 Nr. 295
A. TITEL
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Letland inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving, met Bijlage inzake gegevensbescherming;
’s-Gravenhage, 8 oktober 1997
B. TEKST1)
Agreement between the Government of the Kingdom of the Netherlands and the Government of the Republic of Latvia on mutual administrative assistance for the proper application of customs law and for the prevention, investigation and combating of customs offences
The Government of the Kingdom of the Netherlands and
the Government of the Republic of Latvia, their States hereafter referred to as the Contracting Parties,
Considering that offences against customs law are prejudicial to their economic, fiscal, social, cultural and commercial interests;
Considering the importance of accurate assessment and effective re- covery of customs duties and other taxes collected at importation or exportation and of ensuring proper enforcement of measures of prohibi- tion, restriction and control;
Recognizing the need for international co-operation in matters related to the application and enforcement of their customs laws;
Considering that cross frontier trafficking in narcotic drugs and psy- chotropic substances constitutes a particular danger to public health and to society;
Convinced that action against customs offences can be made more effective by close co-operation between their Customs Administrations based on clear legal provisions;
Having regard to the relevant instruments of the Customs Co-operation Council, in particular the Recommendation on mutual administrative assistance of 5 December 1953;
Having regard also to international conventions containing prohibi- tions, restrictions and special measures of control in respect of specific goods;
have agreed as follows:
1) De Letse tekst is niet afgedrukt.
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Letland inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en
de Regering van de Republiek Letland, hun Staten hierna te noemen de Verdragsluitende Partijen;
Overwegende dat inbreuken op de douanewetgeving hun economi- sche, fiscale, sociale en culturele belangen en hun handelsbelangen scha- den;
Gelet op het belang van een juiste vaststelling en een doeltreffende invordering van de douanerechten en andere belastingen die bij invoer of uitvoer worden geïnd en van het waarborgen van een juiste handha- ving van verboden, beperkingen en controlemaatregelen;
Erkennende de noodzaak van internationale samenwerking ter zake van aangelegenheden die verband houden met de toepassing en handha- ving van hun douanewetgeving;
Overwegende dat de grensoverschrijdende handel in verdovende mid- delen en psychotrope stoffen een bijzonder gevaar voor de volksgezond- heid en voor de samenleving vormt;
Ervan overtuigd dat het optreden tegen inbreuken op de douane- wetgeving doeltreffender kan worden door middel van nauwe samenwer- king tussen hun douane-administraties op basis van duidelijke wettelijke bepalingen;
Gelet op van belang zijnde instrumenten van de Internationale Douane- raad, in het bijzonder de Aanbeveling inzake wederzijdse administra- tieve bijstand van 5 december 1953;
Tevens gelet op verdragen die verboden, beperkingen en bijzondere controlemaatregelen met betrekking tot bepaalde goederen bevatten;
Zijn het volgende overeengekomen:
CHAPTER I DEFINITIONS
Article 1
For the purposes of this Agreement
1. the term ‘‘Customs Administration’’ shall mean:
for the Kingdom of the Netherlands: the central administration re- sponsible for the implementation of customs law;
for the Republic of Latvia: the Customs Department of the State Rev- enue Service or any body authorized to perform any functions at present performed by the said Department.
2. the term ‘‘customs law’’ shall mean: any legal and administrative provisions applicable or enforceable by the Customs Administrations of both Contracting Parties in connection with the importation, exportation, transshipment, transit, storage and circulation of goods, including legal and administrative provisions relating to prohibitions, restrictions and other similar controls on the movement of controlled items across national boundaries;
3. the term ‘‘customs offence’’ shall mean: any contravention of cus- toms law as defined by the national legislation of each Contracting Party as well as any such attempted contravention;
4. the term ‘‘customs claim’’ shall mean: any amount of duties and taxes to which this Agreement applies and of increases, surcharges, over- due payments, interests and costs pertaining to the said duties and taxes that cannot be collected in one of the Contracting Parties;
5. the term ‘‘person’’ shall mean: either a physical human being or a legal entity;
6. the term ‘‘personal data’’ shall mean: data concerning an identified or identifiable physical human being;
7. the term ‘‘information’’ shall mean: any data, documents, reports certified or authenticated copies thereof or other communications;
8. the term ‘‘intelligence’’ shall mean: information which has been processed and/or analysed to provide an indication relevant to a customs offence;
9. the term ‘‘requesting administration’’ shall mean: the Customs Administration which requests assistance;
10. the term ‘‘requested administration’’ shall mean: the Customs Administration from which assistance is requested.
HOOFDSTUK I BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1
Voor de toepassing van dit Verdrag:
1. wordt onder ,,douane-administratie’’ verstaan:
wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, de centrale administratie die verantwoordelijk is voor de toepassing van de douanewetgeving;
wat de Republiek Letland betreft, de Directie Douane van de Staats- belastingdienst of enig ander lichaam dat gemachtigd is taken te verrich- ten die thans door genoemde Directie worden verricht;
2. wordt onder ,,douanewetgeving’’ verstaan: alle wettelijke en admi- nistratieve bepalingen die door de douane-administraties van beide Verdragsluitende Partijen worden toegepast of gehandhaafd in verband met de invoer, uitvoer, doorvoer, opslag en het vervoer van goederen, met inbegrip van wettelijke en administratieve bepalingen met betrek- king tot verboden, beperkingen en andere soortgelijke controles op het vervoer van aan regulering onderworpen goederen over de landsgrenzen heen;
3. wordt onder ,,inbreuk op de douanewetgeving’’ verstaan: elk straf- baar feit op het gebied van de douanewetgeving zoals omschreven in de nationale wetgeving van elk der Verdragsluitende Partijen, alsmede elke poging tot het begaan van een dergelijk strafbaar feit;
4. wordt onder ,,douanevordering’’ verstaan: elk bedrag aan rechten en belastingen waarop dit Verdrag van toepassing is en aan verhogingen, administratieve boeten, achterstallige betalingen, interesten en kosten met betrekking tot bedoelde rechten en belastingen die niet in één van de Verdragsluitende Partijen kunnen worden geïnd;
5. wordt onder ,,persoon’’ verstaan: zowel een natuurlijke persoon als een rechtspersoon;
6. wordt onder ,,persoonsgegevens’’ verstaan: gegevens betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;
7. wordt onder ,,informatie’’ verstaan: alle gegevens, documenten, rapporten, gewaarmerkte of gelegaliseerde afschriften daarvan of andere mededelingen;
8. wordt onder ,,inlichtingen’’ verstaan: informatie die is verwerkt en/of geanalyseerd teneinde gegevens te verstrekken die van belang zijn voor een inbreuk op de douanewetgeving;
9. wordt onder ,,verzoekende administratie’’ verstaan: de douane- administratie die om bijstand verzoekt;
10. wordt onder ,,aangezochte administratie’’ verstaan: de douane- administratie die om bijstand wordt verzocht.
CHAPTER II SCOPE OF AGREEMENT
Article 2
1. The Contracting Parties shall through their Customs Administra- tions afford each other administrative assistance under the terms set out in this Agreement for the proper application of customs law, for the recovery of customs claims and for the prevention, investigation and combating of customs offences.
2. All assistance under this Agreement by either Contracting Party shall be performed in accordance with its national legal and administra- tive provisions and within the limits of its Customs Administration’s competence and available resources.
3. This Agreement is intended solely for the mutual administrative assistance between the Contracting Parties; the provisions of this Agree- ment shall not give rise to a right on the part of any private person to obtain, suppress or exclude any evidence or to impede the execution of a request.
4. If assistance on matters dealt with in this Agreement should be afforded in accordance with another co-operation agreement between the Contracting Parties, the requested administration shall indicate which relevant authorities are concerned.
CHAPTER III SCOPE OF ASSISTANCE
Article 3
1. The Customs Administrations shall provide each other, either on request or on their own initiative, with information and intelligence which helps to ensure proper application of the customs law and effec- tive recovering, and to prevent, investigate and combat customs of- fences.
2. Either Customs Administration shall, in making inquiries on behalf of the other Customs Administration, act as if they were being made on its own account or on request of another authority in that Contracting Party.
HOOFDSTUK II TOEPASSINGSGEBIED VAN HET VERDRAG
Artikel 2
1. De Verdragsluitende Partijen verlenen elkaar door tussenkomst van hun douane-administraties administratieve bijstand onder de in dit Ver- drag genoemde voorwaarden ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving, van de invordering van douanevorderingen en van de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douane- wetgeving.
2. Alle bijstand uit hoofde van dit Verdrag door één van de Verdrag- sluitende Partijen wordt verleend in overeenstemming met haar natio- nale wettelijke en administratieve bepalingen en binnen de grenzen van de bevoegdheden en beschikbare middelen van haar douane- administratie.
3. Dit Verdrag is uitsluitend bedoeld voor de wederzijdse administra- tieve bijstand tussen de Verdragsluitende Partijen; particulieren kunnen aan de bepalingen van dit Verdrag niet het recht ontlenen bewijs- materiaal te doen verkrijgen, te doen achterhouden of ontoelaatbaar te doen verklaren dan wel de uitvoering van een verzoek te doen beletten.
4. Indien bijstand ter zake van in dit Verdrag geregelde aangelegen- heden dient te worden verleend in overeenstemming met een andere samenwerkingsovereenkomst tussen de Verdragsluitende Partijen, geeft de aangezochte administratie aan welke bevoegde autoriteiten het be- treft.
HOOFDSTUK III REIKWIJDTE VAN DE BIJSTAND
Artikel 3
1. De douane-administraties verstrekken elkaar op verzoek of uit eigen beweging informatie en inlichtingen die bijdragen tot een juiste toepassing van de douanewetgeving en een doeltreffende invordering, en tot de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douane- wetgeving.
2. Elk van beide douane-administraties handelt bij het instellen van een onderzoek namens de andere douane-administratie alsof dit werd ingesteld ten behoeve van haarzelf of op verzoek van een andere auto- riteit in die Verdragsluitende Partij.
Article 4
1. On request, the requested administration shall provide all informa- tion about the customs law and procedures applicable in that Contract- ing Party and relevant to inquiries relating to a customs offence.
2. Either Customs Administration shall communicate, on its own ini- tiative and without delay, any available information relating to:
a) new customs law enforcement techniques having proved their effectiveness;
b) new trends, means or methods of committing customs offences.
CHAPTER IV
SPECIAL INSTANCES OF ASSISTANCE
Article 5
On request, the requested administration shall in particular provide the requesting administration with the following information:
a) whether goods which are imported into the customs territory of the requesting Contracting Party have been lawfully exported from the customs territory of the requested Contracting Party;
b) whether goods which are exported from the customs territory of the requesting Contracting Party have been lawfully imported into the customs territory of the requested Contracting Party and about the cus- toms procedure, if any, under which the goods have been placed.
Article 6
On request, the requested administration shall maintain special sur- veillance over:
a) persons known to the requesting administration to have commit- ted a customs offence or suspected of doing so, particularly those mov- ing into and out of the customs territory of the requested Contracting Party;
b) goods either in transport or in storage notified by the requesting administration as giving rise to suspected illicit traffic towards the cus- toms territory of the requesting Contracting Party;
c) means of transport suspected by the requesting administration of being used to commit customs offences in the customs territory of the requesting Contracting Party.
Artikel 4
1. De aangezochte administratie verstrekt, op verzoek, alle informa- tie over de douanewetgeving en -regelingen die in die Verdragsluitende Partij gelden en die van belang zijn voor onderzoek betreffende een inbreuk op de douanewetgeving.
2. Elke van beide douane-administraties verstrekt, uit eigen beweging en onverwijld, alle beschikbare informatie met betrekking tot:
a. nieuwe handhavingstechnieken betreffende de douanewetgeving die hun doeltreffendheid hebben bewezen;
b. nieuwe trends, middelen of werkwijzen betreffende het maken van inbreuken op de douanewetgeving.
HOOFDSTUK IV BIJZONDERE VORMEN VAN BIJSTAND
Artikel 5
De aangezochte administratie verstrekt de verzoekende administratie op haar verzoek met name de volgende informatie:
a. of goederen die worden ingevoerd in het douanegebied van de ver- zoekende Verdragsluitende Partij op rechtmatige wijze zijn uitgevoerd uit het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij;
b. of goederen die worden uitgevoerd uit het douanegebied van de verzoekende Verdragsluitende Partij op rechtmatige wijze zijn ingevoerd in het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij en over de douaneregeling waaronder de goederen eventueel zijn gebracht.
Artikel 6
De aangezochte administratie houdt op verzoek bijzonder toezicht op:
a. personen ten aanzien van wie het de verzoekende administratie bekend is dat zij een inbreuk op de douanewetgeving hebben gemaakt of die daarvan worden verdacht, met name diegenen die het douane- gebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij betreden en verlaten;
b. goederen in vervoer of in opslag ten aanzien waarvan door de ver- zoekende administratie is medegedeeld dat er een vermoeden van onge- oorloofd verkeer naar het douanegebied van de verzoekende Verdrag- sluitende Partij bestaat;
c. vervoermiddelen waarvan de verzoekende administratie vermoedt dat zij worden gebruikt voor het maken van inbreuken op de douane- wetgeving in het douanegebied van de verzoekende Verdragsluitende Partij.
Article 7
1. The Customs Administrations shall provide each other, either on request or on their own initiative, with information and intelligence on transactions, completed or planned, which constitute or appear to con- stitute a customs offence.
2. In serious cases that could involve substantial damage to the economy, public health, public security or any other vital interest of the other Contracting Party, either Customs Administration shall, wherever possible, supply information and intelligence on its own initiative and without delay.
Article 8
On request, the requested administration shall notify the persons con- cerned residing in its customs territory of any action or decision taken by the requesting administration in respect of the application of customs law.
CHAPTER V ASSISTANCE IN RECOVERY
Article 9
1. As soon as the necessary national legal and administrative provi- sions of both Contracting Parties will have entered into force, their Cus- toms Administrations shall assist each other in the recovery of customs claims.
2. On request, the requested administration shall afford assistance with a view to collecting customs claims, in accordance with the respec- tive national laws or administrative practices of the Contracting Parties.
3. On request, the requested administration shall recover customs claims of the requesting administration in accordance with the national law and administrative practice for the recovery of its own duty and tax claims. However, such customs claims do not enjoy priority in the requested Contracting Party and cannot be recovered by imprisonment for debt of the debtor. The requested administration is not obliged to take any executory measures which are not provided for in the laws of the requesting Contracting Party.
4. The provisions of paragraph 3 of this Article shall apply only to customs claims which form the subject of an instrument permitting their
Artikel 7
1. De douane-administraties verstrekken elkaar op verzoek of uit eigen beweging informatie en inlichtingen over verrichte of voorgeno- men transacties die een inbreuk op de douanewetgeving vormen of lij- ken te vormen.
2. In ernstige gevallen die aanzienlijke schade voor de economie, volksgezondheid, openbare veiligheid of enig ander vitaal belang van de andere Verdragsluitende Partij met zich kunnen meebrengen, verstrekt elke van beide douane-administraties waar mogelijk, onverwijld uit eigen beweging informatie en inlichtingen.
Artikel 8
De aangezochte administratie stelt op verzoek de betrokkenen die in haar douanegebied wonen in kennis van elke door de verzoekende admi- nistratie genomen maatregel of beslissing met betrekking tot de toepas- sing van de douanewetgeving.
HOOFDSTUK V BIJSTAND BIJ DE INVORDERING
Artikel 9
1. Zodra de noodzakelijke nationale wettelijke en administratieve bepalingen van beide Verdragsluitende Partijen in werking zijn getreden, verlenen hun douane-administraties elkaar bijstand bij de invordering van douanevorderingen.
2. De aangezochte administratie verleent op verzoek bijstand met het oog op de inning van douanevorderingen, in overeenstemming met de onderscheiden nationale wetgeving of administratieve praktijk van de Verdragsluitende Partijen.
3. De aangezochte administratie gaat op verzoek over tot invordering van douanevorderingen van de verzoekende administratie in overeen- stemming met de nationale wetgeving en administratieve praktijk ter zake van de invordering van haar eigen vorderingen betreffende rechten en belastingen. Deze douanevorderingen genieten in de aangezochte Verdragsluitende Partij evenwel geen voorrang en kunnen niet worden ingevorderd door middel van gijzeling van de schuldenaar. De aange- zochte administratie is niet verplicht maatregelen gericht op executie te nemen waarin de wetgeving van de verzoekende Verdragsluitende Partij niet voorziet.
4. De bepalingen van het derde lid van dit artikel zijn slechts van toe- passing op douanevorderingen die het voorwerp zijn van een executo-
enforcement in the requesting Contracting Party and which are not con- tested. However, where the claim relates to a liability to duties or taxes of a person not being a resident of the requesting Contracting Party, paragraph 3 shall only apply where the customs claim may no longer be contested.
5. The obligation to afford assistance in the recovery of customs claims concerning a deceased person on his estate is limited to the value of the estate or the property acquired by each beneficiary of the estate, according to whether the claim is to be recovered from the estate or from the beneficiaries thereof.
6. The requested administration shall not be obliged to accede to the request:
a) if the requesting administration has not pursued all means avail- able in its own territory, except where recourse to such means would give rise to disproportionate difficulty;
b) if and insofar as it considers the customs claim to be contrary to the provisions of this Agreement or of any other convention to which both Contracting Parties are parties.
7. The request for administrative assistance in the recovery of a cus- toms claim shall be accompanied by:
a) a declaration that the customs claim concerns a duty or tax cov- ered by the Agreement and that the conditions of paragraph 4 of this Article are met;
b) an official copy of the instrument permitting enforcement in the requesting Contracting Party;
c) any other document required for recovery;
d) where appropriate, a certified copy confirming any related deci- sion emanating from an administrative body or a court.
8. The requesting administration shall indicate the customs claim to be recovered in its own currency. The customs claims shall be recovered in the currency of the requested Contracting Party in accordance with the official exchange rate on the day when the request was received.
9. On request, the requested administration shall, with a view to the recovery of a customs claim, take measures of conservancy even if the customs claim is contested or is not yet the subject of an instrument per- mitting enforcement, in so far as such is permitted by the national legal and administrative provisions of the requested Contracting Party.
10. The instrument permitting enforcement in the requesting Con- tracting Party shall, where appropriate and in accordance with the pro-
riale titel in de verzoekende Verdragsluitende Partij en die niet worden betwist. Indien de vordering echter betrekking heeft op een verschul- digdheid van rechten of belastingen van een persoon die geen inwoner van de verzoekende Verdragsluitende Partij is, is het derde lid slechts van toepassing indien de douanevordering niet langer kan worden be- twist.
5. De verplichting om bijstand te verlenen bij de invordering van douanevorderingen betreffende een overledene ten laste van diens nala- tenschap is beperkt tot de waarde van de nalatenschap of van de door elke rechthebbende op de nalatenschap verkregen goederen, naar gelang of de vordering wordt ingevorderd ten laste van de nalatenschap of ten laste van de rechthebbenden.
6. De aangezochte administratie is niet verplicht het verzoek in te willigen:
a. indien de verzoekende administratie niet alle op haar eigen grond- gebied beschikbare middelen heeft benut, tenzij gebruikmaking van die middelen onevenredige moeilijkheden met zich zou meebrengen;
b. indien en in zoverre zij de douanevordering in strijd acht met de bepalingen van dit Verdrag of van enig ander verdrag waarbij beide Verdragsluitende Partijen partij zijn.
7. Het verzoek om administratieve bijstand bij de invordering van een douanevordering gaat vergezeld van:
a. een verklaring dat de douanevordering een recht of belasting betreft waarop dit Verdrag van toepassing is en dat aan de voorwaarden van het vierde lid van dit artikel is voldaan;
b. een officieel afschrift van de executoriale titel in de verzoekende Verdragsluitende Partij;
c. alle andere voor de invordering vereiste documenten;
d. indien van toepassing, een gewaarmerkt afschrift ter staving van een op de invordering betrekking hebbende beslissing van een admini- stratief lichaam of rechterlijke instantie.
8. De verzoekende administratie vermeldt de in te vorderen douane- vordering in haar eigen munteenheid. De douanevorderingen worden ingevorderd in de munteenheid van de aangezochte Verdragsluitende Partij in overeenstemming met de officiële wisselkoers op de dag waarop het verzoek is ontvangen.
9. De aangezochte administratie neemt op verzoek conservatoire maatregelen ten behoeve van de invordering van een douanevordering, zelfs indien de douanevordering wordt betwist of nog niet het voorwerp is van een executoriale titel, voor zover de nationale wettelijke en admi- nistratieve bepalingen van de aangezochte Verdragsluitende Partij zulks toelaten.
10. De executoriale titel in de verzoekende Verdragsluitende Partij wordt, indien van toepassing en in overeenstemming met de in de aan-
visions in force in the requested Contracting Party, be accepted, recog- nised, supplemented or replaced as soon as possible after the date of the receipt of the request for assistance by an instrument permitting enforce- ment in the requested Contracting Party.
11. Questions concerning any period beyond which a customs claim cannot be enforced shall be governed by the law of the requesting Con- tracting Party. The request for assistance in the recovery shall give par- ticulars concerning that period.
12. Acts of recovery carried out by the requested administration in pursuance of the request for assistance, which, according to the law of the requested Contracting Party, would have the effect of suspending or interrupting the period mentioned in paragraph 11, shall also have this effect under the law of the requesting Contracting Party. The requested administration shall inform the requesting administration about such acts.
13. The requested administration may allow deferral of payment or payment by instalments, if its national law or administrative practice permit it to do so in similar circumstances but it shall first inform the requesting administration.
14. The Customs Administrations shall by common agreement pre- scribe in the detailed arrangements for the implementation of this Agree- ment, to be decided on the basis of paragraph 2 of Article 19 of this Agreement, rules concerning minimum amounts of customs claims sub- ject to a request for assistance.
CHAPTER VI FILES AND DOCUMENTS
Article 10
1. Original information shall only be requested in cases where certi- fied or authenticated copies would be insufficient, and shall be returned as soon as possible; rights of the requested administration or of third par- ties relating thereto shall remain unaffected.
2. Any information and intelligence to be exchanged under this Agreement shall be accompanied by all relevant information for inter- preting or utilizing it.
gezochte Verdragsluitende Partij geldende bepalingen, zo spoedig moge- lijk na de datum van ontvangst van het verzoek om bijstand aanvaard, erkend, aangevuld of vervangen door een executoriale titel in de aange- zochte Verdragsluitende Partij.
11. Vraagstukken betreffende de eventuele verjaring van het recht tot invordering van een douanevordering worden beheerst door het recht van de verzoekende Verdragsluitende Partij. Het verzoek om bijstand bevat bijzondere gegevens betreffende de verjaringstermijn.
12. Door de aangezochte administratie naar aanleiding van het ver- zoek om bijstand verrichte invorderingshandelingen die overeenkomstig het recht van de aangezochte Verdragsluitende Partij tot gevolg zouden hebben dat de in het elfde lid bedoelde verjaringstermijn wordt opge- schort of onderbroken, dienen dit gevolg ook te hebben op grond van het recht van de verzoekende Verdragsluitende Partij. De aangezochte administratie stelt de verzoekende administratie van dergelijke handelin- gen in kennis.
13. De aangezochte administratie kan uitstel van betaling verlenen of betaling in termijnen toestaan, indien haar nationale wetgeving of admi- nistratieve praktijk zulks onder soortgelijke omstandigheden toelaat, doch zij stelt de verzoekende administratie daarvan eerst in kennis.
14. De douane-administraties schrijven in onderlinge overeenstem- ming regels voor betreffende minimumbedragen van douanevorderingen die vatbaar zijn voor een verzoek om bijstand in de nadere regelingen ter uitvoering van dit Verdrag, vast te stellen op grond van artikel 19, tweede lid, van dit Xxxxxxx.
HOOFDSTUK VI DOSSIERS EN DOCUMENTEN
Artikel 10
1. Om originele informatie wordt slechts verzocht in gevallen waarin niet met gewaarmerkte of gelegaliseerde afschriften kan worden vol- staan, en deze wordt zo spoedig mogelijk teruggezonden; zulks laat rechten van de aangezochte administratie of van derden ter zake onver- let.
2. Alle ingevolge dit Verdrag uit te wisselen informatie en inlichtin- gen gaan vergezeld van alle gegevens die van belang zijn om deze te interpreteren of te gebruiken.
CHAPTER VII EXPERTS AND WITNESSES
Article 11
On request, the requested administration may authorize its officials to appear before a court or tribunal of the other Contracting Party as experts or as witnesses in the matter of a customs offence.
CHAPTER VIII COMMUNICATION OF REQUESTS
Article 12
1. Assistance under this Agreement shall be exchanged directly be- tween the Customs Administrations.
2. Requests for assistance under this Agreement shall be made in writing and shall be accompanied by any documents deemed useful. When the circumstances so require, requests may also be made verbally. Such requests shall promptly be confirmed in writing.
3. Requests made pursuant to paragraph 2 of this Article, shall in- clude the following details:
a) the administration making the request;
b) subject of and reason for the request;
c) a brief description of the matter, the legal elements and the nature of the proceeding;
d) the names and addresses of the parties concerned with the pro- ceeding, if known.
4. The information and intelligence referred to in this Agreement shall be communicated to officials who are specially designated for this purpose by each Customs Administration. A list of officials so designated shall be furnished to the Customs Administration of the other Contract- ing Party in accordance with paragraph 2 of Article 19, of this Agree- ment.
CHAPTER IX EXECUTION OF REQUESTS
Article 13
If the requested administration does not have the information re- quested, it shall initiate inquiries to obtain that information in accord- ance with its national legal and administrative provisions or promptly
HOOFDSTUK VII DESKUNDIGEN EN GETUIGEN
Artikel 11
De aangezochte administratie kan op verzoek haar ambtenaren mach- tigen om ter zake van een inbreuk op de douanewetgeving als deskun- dige of getuige te verschijnen voor een rechterlijke instantie van de andere Verdragsluitende Partij.
HOOFDSTUK VIII TOEZENDING VAN VERZOEKEN
Artikel 12
1. Bijstand uit hoofde van dit Verdrag wordt rechtstreeks tussen de douane-administraties verleend.
2. Verzoeken om bijstand uit hoofde van dit Verdrag worden schrif- telijk gedaan en gaan vergezeld van alle nuttig geachte documenten. Wanneer de omstandigheden zulks vereisen, kunnen ook mondeling ver- zoeken worden gedaan. Dergelijke verzoeken worden onmiddellijk schriftelijk bevestigd.
3. Verzoeken ingevolge het tweede lid van dit artikel bevatten de vol- gende bijzonderheden:
a. de administratie die het verzoek doet;
b. het onderwerp van en de reden voor het verzoek;
c. een korte beschrijving van de zaak, de juridische aspecten en de aard van de acties;
d. de namen en adressen van de bij de acties betrokken personen, voor zover bekend.
4. De in dit Verdrag bedoelde informatie en inlichtingen worden medegedeeld aan ambtenaren die door elke douane-administratie hiertoe speciaal zijn aangewezen. Een lijst van aldus aangewezen ambtenaren wordt aan de douane-administratie van de andere Verdragsluitende Par- tij verstrekt in overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van dit Ver- drag.
HOOFDSTUK IX UITVOERING VAN VERZOEKEN
Artikel 13
Indien de aangezochte administratie niet over de gevraagde informa- tie beschikt, stelt zij een onderzoek in om die informatie te verkrijgen in overeenstemming met haar nationale wettelijke en administratieve bepa-
transmit the request to the appropriate agency. These inquiries shall include the taking of statements from persons from whom information is sought in connection with a customs offence and from witnesses and experts.
Article 14
1. On written request, officials specially designated by the requesting administration may, with the authorization of the requested administra- tion and subject to conditions the latter may impose, for the purpose of investigating a customs offence:
a) consult in the offices of the requested administration the docu- ments, registers and other relevant data to extract any information in respect of that customs offence;
b) take copies of the documents, registers and other data relevant in respect of that customs offence;
c) be present during an inquiry conducted by the requested adminis- tration in the customs territory of the requested Contracting Party and relevant to the requesting administration.
2. When, in the circumstances provided for in paragraph 1 of this Article, officials of the requesting administration are present in the ter- ritory of the other Contracting Party, they must at all times be able to furnish proof of their official capacity. They shall, while there, enjoy the same protection as that accorded to customs officials of the other Con- tracting Party, in accordance with the laws in force there, and be respon- sible for any offence they might commit.
CHAPTER X CONFIDENTIALITY OF INFORMATION
Article 15
1. Any information and intelligence received within the framework of administrative assistance under this Agreement shall be used solely for the purposes of this Agreement and by the Customs Administrations except in cases in which the Customs Administration furnishing such information has expressly approved its use for other purposes or by other authorities. Any such information may, if the national law of the furnish- ing Customs Administration so prescribes, only be used in criminal mat- ters after the public prosecution or judicial authorities in the requested Contracting Party have agreed to such use.
lingen, dan wel zendt zij het verzoek onmiddellijk door naar de desbe- treffende instantie. Xxxxxxx onderzoek omvat mede het optekenen van verklaringen van personen van wie informatie wordt verlangd in verband met een inbreuk op de douanewetgeving en van getuigen en deskundi- gen.
Artikel 14
1. Door de verzoekende administratie hiertoe speciaal aangewezen ambtenaren kunnen, met instemming van de aangezochte administratie en onder de door laatstgenoemde hieraan verbonden voorwaarden, ten behoeve van de opsporing van een inbreuk op de douanewetgeving, op schriftelijk verzoek:
a. ten kantore van de aangezochte administratie de documenten, dos- siers en andere van belang zijnde gegevens raadplegen om daaruit alle informatie met betrekking tot die inbreuk op de douanewetgeving over te nemen;
b. kopieën maken van de documenten, dossiers en andere gegevens die met betrekking tot die inbreuk op de douanewetgeving van belang zijn;
c. aanwezig zijn bij een onderzoek door de aangezochte administra- tie in het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij, dat voor de verzoekende administratie van belang is.
2. Wanneer ambtenaren van de verzoekende administratie onder de in het eerste lid van dit artikel bedoelde omstandigheden aanwezig zijn op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij, moeten zij te allen tijde in staat zijn hun ambtelijke hoedanigheid aan te tonen. Gedu- rende hun verblijf aldaar genieten zij dezelfde bescherming als die welke wordt toegekend aan douane-ambtenaren van die andere Verdragsluitende Partij, in overeenstemming met de aldaar geldende wetgeving. Zij zijn verantwoordelijk voor de strafbare feiten die zij eventueel begaan.
HOOFDSTUK X VERTROUWELIJK KARAKTER VAN INFORMATIE
Artikel 15
1. Alle in het kader van administratieve bijstand uit hoofde van dit Verdrag ontvangen informatie en inlichtingen mogen slechts voor de doeleinden van dit Verdrag en door de douane-administraties worden gebruikt, behalve in de gevallen waarin de douane-administratie die deze informatie verstrekt, uitdrukkelijk haar goedkeuring heeft gehecht aan het gebruik daarvan voor andere doeleinden of door andere autoriteiten. Deze informatie mag, indien de nationale wetgeving van de verstrek- kende douane-administratie zulks voorschrijft, slechts in strafzaken wor- den gebruikt nadat het openbaar ministerie of de rechterlijke autoriteiten in de aangezochte Verdragsluitende Partij met dit gebruik hebben inge- stemd.
2. This Article shall not preclude use or disclosure of information if there is an obligation to do so under the laws of the requesting Contract- ing Party in connection with a criminal prosecution. Advance notice of such proposed disclosure shall be given.
3. Any information received under this Agreement shall be treated as confidential and shall at least be subject to the same protection and con- fidentiality as the same kind of information is subject to under the national legal and administrative provisions of the Contracting Party where it is received.
4. This Article is without prejudice to the obligations of the Kingdom of the Netherlands under the legislation of the European Union to pro- vide information to the European Commission or any of the Customs Administrations of the European Union’s Member States. Any such intended provision of information will be notified in advance to the Cus- toms Administration of the Republic of Latvia.
Article 16
1. Personal data exchanged under this Agreement shall be subject to the national legal and administrative provisions governing data protec- tion in either Contracting Party. These provisions shall at least be in con- formity with the provisions in the Annex to this Agreement which is an integral part of this Agreement.
2. No personal data shall be exchanged under this Agreement until both Contracting Parties have adopted national legal or administrative provisions necessary to conform to paragraph 1 of this Article.
3. As soon as the Convention for the Protection of Individuals with Regard to Automatic Processing of Personal Data, concluded on 28 January 1981 at Strasbourg, and the necessary national legal and admin- istrative provisions to implement that Convention have entered into force for both Contracting Parties, the provisions of the Convention and the national legal and administrative provisions to implement the Con- vention shall apply to personal data exchanged under this Agreement and shall replace the provisions laid down in paragraphs 1 and 2 of this Article and in the Annex to this Agreement.
4. None of the provisions of this Article and of the Annex shall be interpreted as limiting or otherwise affecting the possibility for a Con- tracting Party to grant data subjects a wider measure of protection than that stipulated in this Agreement.
2. Dit artikel belet niet het gebruik of het doorgeven van informatie indien daartoe een verplichting bestaat op grond van de wetgeving van de verzoekende Verdragsluitende Partij in verband met strafrechtelijke vervolging. Van het voornemen informatie door te geven dient vooraf kennis te worden gegeven.
3. Alle uit hoofde van dit Verdrag ontvangen informatie wordt ver- trouwelijk behandeld en daarvoor gelden ten minste dezelfde bescher- ming en vertrouwelijkheid als die welke voor soortgelijke informatie gelden krachtens de nationale wettelijke en administratieve bepalingen van de Verdragsluitende Partij op wier grondgebied zij wordt ontvangen.
4. Dit artikel laat onverlet de verplichtingen van het Koninkrijk der Nederlanden op grond van de wetgeving van de Europese Unie om informatie te verstrekken aan de Europese Commissie of de douane- administraties van de Lidstaten van de Europese Unie. Van elk zodanig voornemen tot het verstrekken van informatie zal van tevoren kennis worden gegeven aan de douane-administratie van de Republiek Letland.
Artikel 16
1. Uit hoofde van dit Verdrag uitgewisselde persoonsgegevens vallen onder de nationale wettelijke en administratieve bepalingen inzake gegevensbescherming in elk van beide Verdragsluitende Partijen. Deze bepalingen dienen ten minste in overeenstemming te zijn met de bepa- lingen in de Bijlage bij dit Verdrag, die een wezenlijk deel van dit Ver- drag uitmaakt.
2. Er worden geen persoonsgegevens uitgewisseld uit hoofde van dit Verdrag totdat beide Verdragsluitende Partijen de nodige nationale wet- telijke en administratieve bepalingen hebben aangenomen om aan het eerste lid van dit artikel te kunnen voldoen.
3. Zodra het Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens, tot stand gekomen op 28 januari 1981 te Straatsburg, en de nodige nationale wet- telijke en administratieve bepalingen ter uitvoering van dat Verdrag voor beide Verdragsluitende Partijen in werking zijn getreden, zijn de bepa- lingen van dat Verdrag en de nationale wettelijke en administratieve bepalingen ter uitvoering van dat Verdrag van toepassing op de uit hoofde van dit Verdrag uitgewisselde persoonsgegevens en treden zij in de plaats van de in het eerste en tweede lid van dit artikel en in de Bij- lage bij dit Verdrag neergelegde bepalingen.
4. De bepalingen van dit Verdrag en van de Bijlage mogen niet zoda- nig worden uitgelegd dat daardoor de mogelijkheid voor een Verdrag- sluitende Partij om betrokkenen een ruimere mate van bescherming toe te kennen dan bepaald in dit Verdrag, wordt beperkt of anderszins wordt aangetast.
CHAPTER XI EXEMPTIONS
Article 17
1. The requested administration shall not be required to give the assistance provided for by this Agreement if it is likely to jeopardize the sovereignty, the public order or other essential interest of the requested Contracting Party, or would involve the violation of an industrial, com- mercial or professional secrecy.
2. If the requesting administration is unable to comply with a similar request made by the requested administration, it shall draw attention to that fact in its request. Compliance with such a request shall be at the discretion of the requested administration.
3. Assistance may be postponed by the requested administration on the ground that it will interfere with an ongoing investigation, prosecu- tion or proceeding. In such a case the requested administration shall con- sult with the requesting administration to determine if assistance can be given subject to such terms or conditions as the requested administration may require.
4. Where assistance is denied or postponed, reasons for the denial or postponement shall be given.
CHAPTER XII COSTS
Article 18
1. The Customs Administrations shall waive all claims for reimburse- ment of costs incurred in the execution of this Agreement, except for expenses and allowances paid to experts and to witnesses, pecuniary consequences of acts of recovery that have been found unjustified in respect of the reality of the customs claim concerned or the validity of the instrument permitting enforcement in the requesting Contracting Party as well as costs of interpreters other than Government employees, which shall be borne by the requesting administration.
2. If expenses of a substantial and extraordinary nature are or will be required to execute the request, the Contracting Parties shall consult to determine the terms and conditions under which the request will be executed as well as the manner in which the costs shall be borne.
HOOFDSTUK XI ONTHEFFING
Artikel 17
1. De aangezochte administratie is niet verplicht de in dit Verdrag bedoelde bijstand te verlenen indien deze de soevereiniteit, de openbare orde of enig ander wezenlijk belang van de aangezochte Verdragsluitende Partij zou kunnen schaden of tot een schending van een industrieel of een commercieel geheim, dan wel van een beroepsgeheim zou kunnen leiden.
2. Indien de verzoekende administratie niet in staat is een soortgelijk verzoek van de aangezochte administratie in te willigen, wijst zij daarop in haar verzoek. Inwilliging van een dergelijk verzoek wordt overgela- ten aan het oordeel van de aangezochte administratie.
3. De bijstand kan door de aangezochte administratie worden uitge- steld op grond van het feit dat een lopend onderzoek of een lopende ver- volging of procedure hiermee wordt doorkruist. In een dergelijk geval pleegt de aangezochte administratie overleg met de verzoekende admi- nistratie om te bepalen of de bijstand kan worden verleend onder de voorwaarden of omstandigheden die de aangezochte administratie ver- langt.
4. Wanneer de bijstand wordt geweigerd of uitgesteld, dienen rede- nen voor de weigering of het uitstel te worden gegeven.
HOOFDSTUK XII KOSTEN
Artikel 18
1. De douane-administraties zien af van alle vorderingen tot vergoe- ding van ter uitvoering van dit Verdrag gemaakte kosten, met uitzonde- ring van bedragen en vergoedingen betaald aan deskundigen en getui- gen, de geldelijke gevolgen van invorderingshandelingen waarvan is gebleken dat zij niet gerechtvaardigd zijn op grond van de vaststaande feiten met betrekking tot de desbetreffende douanevordering of de gel- digheid van de executoriale titel in de verzoekende Verdragsluitende Par- tij, alsook de kosten van tolken die niet in dienst zijn van de Regering, welke worden gedragen door de verzoekende administratie.
2. Indien met de uitvoering van het verzoek aanmerkelijke kosten van buitengewone aard zijn of zullen zijn gemoeid, plegen de Verdrag- sluitende Partijen overleg om de voorwaarden en omstandigheden te bepalen waaronder het verzoek zal worden uitgevoerd, alsmede de wijze waarop de kosten worden gedragen.
CHAPTER XIII IMPLEMENTATION OF THE AGREEMENT
Article 19
1. The Customs Administrations shall take measures so that their offi- cials responsible for the investigation or combating of customs offences maintain personal and direct relations with each other.
2. The Customs Administrations will decide on further detailed ar- rangements, within the framework of this Agreement, to facilitate the implementation of this Agreement.
3. The Customs Administrations shall endeavour to resolve by mutual accord any problem or doubt arising from the interpretation or applica- tion of this Agreement.
4. Conflicts for which no solutions are found shall be settled by dip- lomatic channels.
CHAPTER XIV APPLICATION
Article 20
1. As far as the Republic of Latvia is concerned, this Agreement shall apply to its territory.
2. As far as the Kingdom of the Netherlands is concerned, this Agree- ment shall apply to its territory in Europe. It may, however, be extended either in its entirety or with any necessary modifications to the Nether- lands Antilles and/or Aruba.
3. Such extension shall take effect from such date and be subject to such modifications and conditions, including conditions as to termina- tion, as may be specified and agreed in notes to be exchanged through diplomatic channels.
CHAPTER XV
ENTRY INTO FORCE AND TERMINATION
Article 21
This Agreement shall enter into force on the first day of the second month after the Contracting Parties have notified each other in writing through diplomatic channels that the constitutional or internal require- ments for the entry into force of this Agreement have been met.
HOOFDSTUK XIII UITVOERING VAN HET VERDRAG
Artikel 19
1. De douane-administraties nemen maatregelen opdat hun met de opsporing of bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving belaste ambtenaren persoonlijke en rechtstreekse betrekkingen met elkaar kun- nen onderhouden.
2. De douane-administraties besluiten over nadere regelingen, binnen het kader van dit Verdrag, ter vergemakkelijking van de uitvoering van dit Verdrag.
3. De douane-administraties streven ernaar eventuele problemen of twijfels naar aanleiding van de interpretatie of toepassing van dit Ver- drag in onderlinge overeenstemming op te lossen.
4. Conflicten waarvoor geen oplossing wordt gevonden, worden langs diplomatieke weg geregeld.
HOOFDSTUK XIV TOEPASSING
Artikel 20
1. Wat de Republiek Letland betreft, is dit Verdrag van toepassing op haar grondgebied.
2. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is dit Verdrag van toe- passing op het grondgebied in Europa. Het Verdrag kan echter, hetzij in zijn geheel, hetzij met de nodige wijzigingen, worden uitgebreid tot de Nederlandse Antillen en/of Aruba.
3. Bedoelde uitbreiding wordt van kracht met ingang van een datum en met inachtneming van wijzigingen en voorwaarden, met inbegrip van voorwaarden ten aanzien van de beëindiging, die nader worden vastge- steld en overeengekomen bij diplomatieke notawisseling.
HOOFDSTUK XV INWERKINGTREDING EN BEËINDIGING
Artikel 21
Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand nadat de Verdragsluitende Partijen elkaar langs diplomatieke weg schrif- telijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de grondwettelijke of natio- nale vereisten voor de inwerkingtreding van dit Verdrag is voldaan.
Article 22
1. This Agreement is intended to be of unlimited duration but either Contracting Party may terminate it at any time by notification through diplomatic channels.
2. The termination shall take effect three months from the date of the notification of denunciation to the other Contracting Party. Ongoing pro- ceedings at the time of termination shall nonetheless be completed in accordance with the provisions of this Agreement.
3. Unless otherwise agreed the termination of this Agreement shall not also terminate its application to the Netherlands Antilles and/or Aruba if it has been extended thereto in conformity with the provisions of paragraph 2 of Article 20.
Article 23
The Contracting Parties shall meet in order to review this Agreement on request or at the end of five years from the date of its entry into force, unless they notify one another in writing that no such review is neces- sary.
IN WITNESS whereof the undersigned, being duly authorized thereto, have signed this Agreement.
DONE at The Hague on the eighth day of October 1997, in two origi- nals in the Netherlands, Latvian and English languages, all texts being equally authentic. In case of divergence of interpretation, the English text shall prevail.
For the Government of the Kingdom of the Netherlands,
(sd.) W. A. F. G. VERMEEND
For the Government of the Republic of Latvia,
(sd.) AIJA POC{A
Annex on data protection
1. Personal data exchanged under this Agreement may only be used for the purposes indicated and according to any conditions the Customs Administration providing those data may require.
2. On request, the Customs Administration receiving personal data, shall inform the Customs Administration which has provided those data of the use made of them and the results achieved.
Artikel 22
1. Dit Verdrag wordt in principe voor onbepaalde tijd gesloten, maar elk van beide Verdragsluitende Partijen kan het te allen tijde langs diplo- matieke weg opzeggen.
2. De beëindiging wordt van kracht drie maanden na de datum van de kennisgeving van opzegging aan de andere Verdragsluitende Partij. Lopende procedures op het tijdstip van beëindiging worden niettemin voltooid in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag.
3. Tenzij anders overeengekomen, wordt door de beëindiging van dit Verdrag niet tegelijkertijd de toepassing daarvan op de Nederlandse Antillen en/of Aruba beëindigd, indien het daartoe is uitgebreid overeen- komstig de bepalingen van artikel 20, tweede lid.
Artikel 23
De Verdragsluitende Partijen komen bijeen om dit Verdrag te herover- wegen, op verzoek of na het verstrijken van vijf jaar vanaf de datum van inwerkingtreding ervan, tenzij zij elkaar er schriftelijk van in kennis stel- len dat xxxxx niet nodig is.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.
GEDAAN te ’s-Gravenhage op 8 oktober 1997, in tweevoud in de Nederlandse, de Letse en de Engelse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. In geval van verschil in interpretatie is de Engelse tekst door- slaggevend.
Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
(w.g.) W. A. F. G. VERMEEND
Voor de Regering van de Republiek Letland
(w.g.) AIJA POC{A
Bijlage inzake gegevensbescherming
1. Uit hoofde van dit Verdrag uitgewisselde persoonsgegevens mogen slechts voor de aangegeven doeleinden worden gebruikt en conform de voorwaarden die de douane-administratie die de gegevens verstrekt, daaraan verbindt.
2. De douane-administratie die persoonsgegevens ontvangt, licht de douane-administratie die de gegevens heeft verstrekt, op verzoek in over het gebruik dat daarvan is gemaakt en over de bereikte resultaten.
3. Personal data shall only be transmitted to the Customs Adminis- tration of the other Contracting Party. Transmission of personal data to any other authorities is only allowed after preceding approval by the Customs Administration providing those data.
4. The Customs Administration transmitting personal data shall en- sure that these data are accurate and up to date and not excessive in rela- tion to the purposes for which they are furnished. Any prohibitions under the national legal or administrative provisions of either Contracting Party have to be respected. If personal data have been transmitted, that turn out to be incorrect or should not have been exchanged, this shall be notified immediately. The Customs Administration which has received those data shall rectify or erase the data concerned.
5. On request any person concerned shall obtain information about the personal data stored relating to him and about their intended use. This obligation to provide the person concerned with such information does not apply when the public interest not to give the information exceeds the interest of the person concerned to obtain that information. The right to obtain information is otherwise subject to the national legal and administrative provisions applicable in the Contracting Party where the request for information is made. The Customs Administration that has provided the personal data concerned will be consulted before a decision on a request for information by a person concerned is taken. If the request for information is refused, the person concerned shall have a remedy. If the data appear to be inaccurate, not up to date or excessive, they will be rectified or erased. If the data have been communicated to other bodies or persons, these shall be informed of the rectification or erasure.
6. If investigations based on personal data exchanged under this Agreement cause damage to a natural person, the Customs Administra- tion that has used these personal data is responsible for this damage according to the national legal and administrative provisions applicable in that Contracting Party. That Customs Administration can not disclaim the damage by stating that the damage has been caused by the Customs Administration providing the personal data concerned.
7. Personal data transmitted under this Agreement shall only be kept as long as this is necessary to achieve the purposes for which these data are exchanged. When providing personal data under this Agreement, either Customs Administration shall specify any specific time limits for
3. Persoonsgegevens worden uitsluitend toegezonden aan de douane- administratie van de andere Verdragsluitende Partij. Toezending van persoonsgegevens aan andere autoriteiten is slechts toegestaan na voor- afgaande goedkeuring door de douane-administratie die de gegevens verstrekt.
4. De douane-administratie die persoonsgegevens toezendt, zorgt er- voor dat deze gegevens correct, up to date en niet te uitvoerig zijn in verhouding tot de doeleinden waarvoor zij worden verstrekt. Eventuele verboden op grond van de nationale wettelijke of administratieve bepa- lingen van één van beide Verdragsluitende Partijen dienen in acht te wor- den genomen. Indien er persoonsgegevens zijn toegezonden die onjuist blijken te zijn of niet hadden mogen worden uitgewisseld, wordt daar- van onmiddellijk kennisgeving gedaan. De douane-administratie die deze gegevens heeft ontvangen, zal de desbetreffende gegevens corrige- ren of vernietigen.
5. Iedere betrokkene krijgt op verzoek informatie over de persoons- gegevens die met betrekking tot hem zijn opgeslagen en over het voor- genomen gebruik daarvan. Deze verplichting om de betrokkene deze informatie te verstrekken geldt niet wanneer het algemene belang dat wordt gediend door de informatie niet te verstrekken, zwaarder weegt dan het belang dat de betrokkene erbij heeft om die informatie te ver- krijgen. Het recht om informatie te verkrijgen is overigens onderworpen aan de nationale wettelijke en administratieve bepalingen die gelden in de Verdragsluitende Partij op wier grondgebied het verzoek om informa- tie wordt gedaan. De douane-administratie die de desbetreffende persoonsgegevens heeft verstrekt, zal worden geraadpleegd voordat een besluit wordt genomen inzake een verzoek om informatie van een betrokkene. Indien het verzoek om informatie wordt afgewezen, komt betrokkene een rechtsmiddel toe. Indien de gegevens niet correct, niet up to date of te uitvoerig blijken te zijn, zullen deze worden rechtgezet of verwijderd. Indien de gegevens zijn doorgegeven aan andere instan- ties of personen, zullen deze van de verbetering of verwijdering in ken- nis worden gesteld.
6. Indien een onderzoek gebaseerd op uit hoofde van dit Verdrag uit- gewisselde persoonsgegevens een natuurlijke persoon schade berokkent, is de douane-administratie die deze persoonsgegevens heeft gebruikt aansprakelijk voor deze schade overeenkomstig de nationale wettelijke en administratieve bepalingen die gelden in die Verdragsluitende Partij. Die douane-administratie kan de schade niet van de hand wijzen door te stellen dat de schade is veroorzaakt door de douane-administratie die de desbetreffende persoonsgegevens heeft verstrekt.
7. Uit hoofde van dit Verdrag toegezonden persoonsgegevens mogen slechts worden behouden zolang zulks noodzakelijk is om het doel te bereiken waarvoor deze gegevens worden uitgewisseld. Wanneer persoonsgegevens uit hoofde van dit Verdrag worden verstrekt, geeft
erasure of these personal data according to its national legal and admin- istrative provisions.
8. The Customs Administrations shall record the transmission and receipt of personal data under this Agreement.
9. The Customs Administration shall take appropriate security meas- ures to protect personal data exchanged under this Agreement from unauthorised access, alteration or dissemination.
elke van beide douane-administraties eventuele specifieke termijnen aan waarna deze persoonsgegevens overeenkomstig haar nationale wettelijke en administratieve bepalingen moeten worden vernietigd.
8. De douane-administratie registreert de toezending en ontvangst van persoonsgegevens uit hoofde van dit Verdrag.
9. De douane-administratie neemt passende beveiligingsmaatregelen om uit hoofde van dit Verdrag uitgewisselde persoonsgegevens te be- schermen tegen ongeoorloofde toegang, verandering of verspreiding.
D. PARLEMENT
Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goed- keuring der Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag kan worden gebonden.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 21 in werking treden op de eerste dag van de tweede maand nadat de Verdragsluitende Partijen elkaar langs diplomatieke weg schriftelijk ervan in kennis heb- ben gesteld dat aan de grondwettelijke of nationale vereisten voor de inwerkingtreding van het Verdrag is voldaan.
J. GEGEVENS
Van de op 5 december 1953 door de Internationale Douaneraad aan- genomen Aanbeveling inzake wederzijdse administratieve bijstand, naar welke Aanbeveling in de preambule tot het onderhavige Verdrag wordt verwezen, is de tekst geplaatst in rubriek J van Trb. 1985, 63.
Van het op 28 januari 1981 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomati- seerde verwerking van persoonsgegevens, naar welk Verdrag in artikel 16, derde lid, wordt verwezen, zijn tekst en vertaling geplaatst in Trb. 1988, 7; zie ook, laatstelijk, Trb. 1993, 192.
De Europese Unie, waarnaar in artikel 15, vierde lid, van het onder- havige Verdrag wordt verwezen, is ingesteld bij het Verdrag van Maas- tricht, 7 februari 1992. De Nederlandse tekst van dat Verdrag is geplaatst in Trb. 1992, 74; zie ook, laatstelijk, Trb. 1997, 74.
Uitgegeven de zesentwintigste november 1997.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. VAN MIERLO
TRB1748
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 1997