VNAB MODULAIRE VOORWAARDEN VOOR
VNAB MODULAIRE VOORWAARDEN VOOR
ZAAK- EN BEDRIJFSSCHADEVERZEKERING VMZB 2021
INHOUDSOPGAVE
1. ONZEKERHEIDSVEREISTE 4
2. BEKENDHEID 4
3. RISICOWIJZIGING 4
4. SCHADEMELDING EN VASTSTELLING 5
5. HONORARIA EN KOSTEN 6
6. SCHADEREGELINGSCOURTAGE 6
7. PREMIER RISQUEBEPALING 6
8. TERMIJN VAN SCHADEVERGOEDING 6
9. NIET NAKOMEN VERPLICHTINGEN VERZEKERDE 6
10. VERJARING 7
11. REGRES – SUBROGATIE 7
12. GEEN REGRES OP VERZEKERINGNEMER EN/OF VERZEKERDE 7
13. VERBRUGGING 7
14. ROERENDE ZAKEN VAN DERDEN 8
15. ANDERE VERZEKERINGEN 8
16. OVERGANG ZAKELIJK BELANG 8
17. PREMIE- EN SCHADEBETALING 9
18. HANDELINGEN VAN VERZEKERAARS 10
19. MEDEDELINGEN 11
20. BEGIN EN EINDE VAN DE OVEREENKOMST 11
21. MEDEDELINGSPLICHT 11
22. PRIVACY 11
23. TOEPASSELIJK RECHT 11
24. GESCHILLEN 12
1. OMVANG VAN DE DEKKING 16
2. VERZEKERDE GEVAREN/GEBEURTENISSEN 16
3. NEDERLANDSE HERVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ VOOR TERRORISME (NHT) 20
4. UITSLUITINGEN 20
5. DEKKING NABIJ HET GEBOUW EN ELDERS BINNEN EUROPA 22
6. VOORTAXATIE 23
7. VERGOEDING BOVEN HET VERZEKERDE BEDRAG 24
8. SCHADE EN OMVANG VAN DE VERGOEDING 25
9. ONDERVERZEKERING 27
MODULE II - BEDRIJFSSCHADE 28-29
1. OMVANG VAN DE DEKKING 29
2. SCHADEVERGOEDINGSTERMIJN 29
3. BASIS VOOR DE SCHADEVERGOEDING 30
4. SCHADE EN OMVANG VAN DE VERGOEDING. 30
5. UITSLUITINGEN 31
6. ONDERVERZEKERING 31
ALGEMENE VOORWAARDEN VMZB 2021
Deze verzekering beantwoordt aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in art. 7:925 Burgerlijk Wetboek (BW), voor zover de schade op vergoeding waarvan aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen bij het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor verzekerde schade was ontstaan of naar de normale loop van omstandigheden nog zou ontstaan. Het enige gevolg van het ontbreken van onzekerheid is dat de betreffende schade niet is gedekt, de verzekering blijft van kracht.
De omschrijving van de gevaarsobjecten en van het op het polisblad vermelde bedrijf wordt aangemerkt als afkomstig van verzekerde.
Verzekeraars zijn bekend met de ligging, bouwaard, inrichting en gebruik van de gevaarsobjecten bij het begin van de overeenkomst alsmede met de belendingen.
3. RISICOWIJZIGING
Verzekerde heeft met betrekking tot de gevaarsobjecten de vrijheid tot aanbouw, verbouwing, vervanging, uitbreiding, afbraak, interne verplaatsing en andere wijzigingen over te gaan, alles binnen de grenzen van de op het polisblad vermelde omschrijving.
Als de/het op het polisblad vermelde:
- bestemming wijzigt, of
- verzekerde gevaarsobjecten voor langer dan drie maanden buiten gebruik (zullen) zijn, of
- gebouw voor langer dan drie maanden leeg staat (zal leegstaan), of
- gebouw door krakers wordt gebruikt,
moet verzekerde daarvan zo spoedig mogelijk mededeling doen aan verzekeraars , maar uiterlijk binnen twee maanden nadat hij van de bedoelde wijziging op de hoogte is.
Gedurende twee maanden na ontvangst van deze mededeling zijn verzekeraars in de gelegenheid om de verzekering met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden te beëindigen, of gewijzigde premie en/of voorwaarden te bedingen. De herziene premie en/of voorwaarden zijn met ingang van de datum van de mededeling van verzekeraars van kracht.
In het laatste geval heeft verzekerde het recht de verzekering binnen één maand, nadat de herziene - premie en/of voorwaarden van kracht werd(en), op te zeggen. De verzekering eindigt dan met ingang van de datum van deze mededeling van verzekerde.
Als verzekerde verzuimt binnen de gestelde termijn mededeling te doen van de risicowijziging, hebben verzekeraars de mogelijkheid om de verzekering niet, of op andere wijze voort te zetten als zij aannemelijk maken dat zij dit zouden hebben gedaan als zij van de risicowijziging in kennis waren gesteld. In dat geval geldt het volgende:
- als de verzekering niet zou zijn voortgezet, vervalt alle recht op schadevergoeding;
- als de verzekering alleen zou zijn voortgezet tegen gewijzigde premie en/of voorwaarden, wordt de schade vergoed in dezelfde verhouding als de premie van vóór de risicowijziging ten opzichte van deze hogere premie voor zover er onder die gewijzigde voorwaarden dekking zou zijn geweest.
4. SCHADEMELDING EN -VASTSTELLING
Verzekerde is verplicht verzekeraars zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is op de hoogte te stellen van schade, waaruit voor verzekeraars een verplichting tot schadevergoeding kan ontstaan.
a. De omvang van de schade kan door een door verzekeraars en verzekerde gezamenlijk benoemde expert worden vastgesteld, of door twee experts, waarvan er een door verzekeraars en een door verzekerde wordt benoemd.
Vóór de aanvang van hun werkzaamheden wijzen beide experts samen een derde expert aan. Als de expert van verzekeraars en de expert van verzekerde het niet eens worden, dan stelt de derde expert de omvang van de schade vast binnen de grenzen van beide schadevaststellingen.
De experts hebben het recht zich, afzonderlijk of gezamenlijk, door deskundigen te laten bijstaan.
Verzekeraars en verzekerde kunnen voor de vaststelling van schade aan gebouwen, bedrijfsuitrusting/inventaris, goederen en bedrijfsschade een afzonderlijke expert benoemen.
b. Benoeming van experts en aanvaarding van de opdracht moet blijken uit een door partijen ondertekende akte van benoeming.
c. Als enige benoeming door nalatigheid of door gebrek aan overeenstemming niet tot stand komt, zal een benoeming op verzoek van de meest gerede partij door de voorzitter van de geschillencommissie van de VNAB gedaan voor beide partijen bindend zijn.
De partij van wie dit verzoek uitgaat zal daarvan aan de wederpartij kennis geven.
d. Het benoemen van een expert houdt niet in, dat verzekeraars erkennen dat de schade gedekt is.
Verzekerde en verzekeraars zijn verplicht de experts alle medewerking te geven, om de schade vast te kunnen stellen. Hieronder wordt onder andere verstaan het overleggen van de polis en administratieve gegevens, het verschaffen van inlichtingen omtrent oorzaak, toedracht en omvang van de schade.
Honoraria en kosten van experts en deskundigen zijn voor rekening van verzekeraars ook als de polis niet voor 100% bij verzekeraars is ondergebracht. Deze honoraria en kosten blijven buiten beschouwing in geval van een eigen risico en/of in de polis bepaalde maximeringen. Honoraria en kosten van namens verzekerde ingeschakelde experts en deskundigen worden vergoed tot maximaal 130% van de honoraria en kosten van namens verzekeraars ingeschakelde experts en deskundigen.
Deze verzekering dekt boven het verzekerde bedrag 1% schaderegelingscourtage over het uit te keren schadebedrag.
Ten aanzien van de onder deze verzekering verleende dekkingen op basis van premier risque geldt dat de in art. 9 Module I en art. 6 Module II omschreven onderverzekeringsregeling niet van toepassing is.
Als een eigen risico van toepassing is, wordt het schadebedrag dat na aftrek van het toepasselijk eigen risico resteert, vergoed tot maximaal het premier risque bedrag.
8. TERMIJN VAN SCHADEVERGOEDING
Elke verschuldigde schadevergoeding zal door verzekeraars worden voldaan binnen 4 weken na ontvangst van alle noodzakelijke gegevens. Verzekeraars zullen nooit eerder in verzuim zijn dan vanaf 4 weken na deze ontvangst.
9. NIET NAKOMEN VERPLICHTINGEN VERZEKERDE
Als een verzekerde een of meer in de polis opgenomen verplichtingen niet of niet volledig is nagekomen, kunnen verzekeraars de schade-uitkering verminderen met de schade die zij daardoor lijden, tenzij anders bepaald in deze polisvoorwaarden.
Verjaringstermijn
Een rechtsvordering tegen de verzekeraar tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van drie jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de verzekerde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden.
Verjaring na afwijzing van schade door verzekeraars
Wanneer vergoeding van een schade (of een deel ervan) schriftelijk wordt afgewezen, verjaart de rechtsvordering van verzekerde op verzekeraars door verloop van drie jaren te rekenen vanaf de dag volgende op de datum van de afwijzing.
Wanneer verzekeraars een onder deze verzekering betaalde schade-uitkering op grond van subrogatie op derden kunnen verhalen, zullen zij dit alle doen in overeenstemming met de op schadedatum van toepassing zijnde Bedrijfsregeling Brandregres van het Verbond van Verzekeraars.
12. GEEN REGRES OP VERZEKERINGNEMER EN/OF VERZEKERDE
In afwijking van art. 7:962 lid 3 tweede zin BW nemen verzekeraars geen regres op verzekeringnemer en/of verzekerde, tenzij verzekeringnemer en/of verzekerde de schade heeft/hebben veroorzaakt met opzet in de zin van deze verzekering.
1. Als verzekerde gevaarsobjecten, al dan niet met voortaxatie verzekerd - met uitzondering van op declaratiebasis verzekerde gevaarsobjecten - niet meer aanwezig zijn, worden de vrijvallende bedragen aangewend voor de vervangende verzekerde gevaarsobjecten. Heeft geen, dan wel slechts gedeeltelijke vervanging plaatsgehad, dan worden de vrijvallende bedragen in de in dit artikel bedoelde herberekening betrokken.
2. De premie wordt vervolgens herberekend op basis van de waarden onmiddellijk voor de gebeurtenis tegen de onderscheiden premievoeten.
3. Als na herberekening blijkt, dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen gelijk is aan of groter is dan het totaal van de herberekende premiebedragen, wordt de onderverzekeringsregel van art. 9 Module I en art. 6 Module II niet toegepast en vindt schadevergoeding plaats op basis van de onmiddellijk voor de gebeurtenis vastgestelde waarde.
4. Als na herberekening blijkt, dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen kleiner is dan het totaal van de herberekende premiebedragen, worden de verzekerde bedragen herleid in de verhouding waarin de tekorten aan verschuldigde premie staan tot het totale overschot aan
premie, zodanig dat het totaal van de alsdan herberekende premiebedragen gelijk is aan het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen, waarna schadevergoeding plaatsvindt volgens de onderverzekeringsregel van art. 9 Module I en art. 6 Module II.
Als meerdere locaties zijn verzekerd, dan is het verbruggen van verzekerde bedragen van andere locaties naar de locatie waar zich een schade heeft voorgedaan (hierna: schadelocatie) slechts toegestaan tot een elders in de polis genoemd maximum van de laatst bij verzekeraars bekende verzekerde bedragen van de schadelocatie.
Als het verzekerde bedrag voor bedrijfsuitrusting/inventaris en goederen daarvoor ruimte biedt, dan zijn roerende zaken van derden meeverzekerd, als die zaken niet of niet voldoende elders zijn verzekerd.
a. Verzekerde is verplicht opgave te doen van alle hem bekende overige verzekeringen die tijdens de gebeurtenis dekking boden tegen schade aan de verzekerde gevaarsobjecten en/of (een onderdeel van de) bedrijfsschade.
b. Als het verzekerde gevaarsobject respectievelijk de bedrijfsschade ook is verzekerd op een daarvoor speciaal afgesloten verzekering, gaat deze speciale verzekering altijd voor. Onder ‘speciaal afgesloten verzekering’ wordt verstaan: glasverzekering, kostbaarhedenverzekering, elektronica (bedrijfsschade)- verzekering, machinebreuk (bedrijfsschade) verzekering, constructie all risks (bedrijfsschade) verzekering, ‘advance profit’ verzekering, reconstructiekostenverzekering, huurdervingverzekering.
16.1 Ten aanzien van de verzekerde gevaarsobjecten geldt dat de verzekering het zakelijk belang volgt als het op een ander overgaat. Behalve ten aanzien van goederen geldt het volgende.
a. Na overgang van het zakelijk belang door overlijden kunnen zowel de nieuwe verzekerde als - verzekeraars binnen drie maanden nadat zij van die overgang kennis hebben gekregen, de overeenkomst met inachtneming van een termijn van twee maanden opzeggen.
b. Na overgang van het zakelijk belang anders dan door overlijden vervalt de overeenkomst na 30 dagen, tenzij de nieuwe verzekerde binnen die termijn aan verzekeraars heeft verklaard dat hij de verzekering overneemt. In dat geval mogen verzekeraars binnen 30 dagen na ontvangst van deze verklaring de overeenkomst met een termijn van ten minste 8 dagen opzeggen.
16.2 Het in dit artikel bepaalde kan niet leiden tot verlenging van de overeenkomst of tot beperking van het recht op opzegging uit andere hoofde.
16.3 Wijziging van handelsnaam of rechtsvorm, het deelnemen aan, het treden uit of het overdragen van aandelen in een vennootschap of een gemeenschappelijk eigendom wordt niet beschouwd als overgang van het zakelijk belang.
Premie
Onder ‘premie’ wordt voor de toepassing van dit artikel ook verstaan de met de verzekering verband houdende overige verschuldigde bedragen.
Verzekerde
Onder ‘verzekerde’ wordt voor de toepassing van dit artikel ook verstaan verzekeringnemer en ieder ander die de premie verschuldigd is.
a. De makelaar neemt op zich de premie als eigen schuld aan de verzekeraars te zullen voldoen op het moment dat deze volgens de verzekeringsovereenkomst door verzekerde verschuldigd is. Tenzij uitdrukkelijk anders is of wordt overeengekomen, zal betaling van de premie door de makelaar plaatsvinden door creditering van verzekeraars in rekening-courant voor de volgens de verzekeringsovereenkomst door de verzekerde verschuldigde premie. Op dat moment is verzekerde tegenover verzekeraars gekweten
b. Verzekerde is verplicht de premie aan de makelaar te vergoeden. Als de verzekering via een tweede tussenpersoon is gesloten en de verzekerde aan deze tweede tussenpersoon heeft betaald, is de verzekerde door deze betaling tegenover de makelaar eerst gekweten, als deze tweede tussenpersoon aan de makelaar de premie heeft vergoed.
c. Onverminderd de aansprakelijkheid van verzekerde tot betaling van de verschuldigde premie aan de makelaar, zal de verzekering slechts van kracht zijn voor de termijn waarvoor de premie aan de makelaar is betaald alsmede voor de termijn, waarvoor de makelaar verzekerde krediet heeft verleend. Verzekerde zal bij de interpretatie hiervan geacht worden krediet te hebben gehad, tot dat hem dit schriftelijk is opgezegd.
d. Door het tot stand komen van de verzekering is de makelaar door verzekerde onherroepelijk gemachtigd verzekeraars tussentijds van hun verplichtingen uit de verzekeringsovereenkomst te ontslaan als de verzekerde of, ingeval de verzekering via een tweede tussenpersoon is gesloten, deze tweede tussenpersoon nalaat de premie aan de makelaar te voldoen. De makelaar zal verzekeraars niet van hun verplichtingen ontslaan zonder verzekerde vooraf schriftelijk van zijn voornemen in kennis te hebben gesteld.
17.2 SCHADEVERGOEDING EN PREMIERESTITUTIE
a. Tenzij de rechthebbende xxxxxx xxxxx en dit vooraf schriftelijk aan verzekeraars heeft meegedeeld zal de makelaar verzekeraars in rekening-courant voor de verschuldigde schadevergoeding en premierestituties debiteren.
Verzekeraars zullen daardoor zijn gekweten, zodra de schade-uitkering door de rechthebbende is ontvangen, of met hem zal zijn verrekend in overeenstemming met de wet, dan wel met een tussen hem en de makelaar bestaande regeling.
Als de verzekeraars de schadepenningen hebben betaald aan de makelaar en deze in gebreke blijft om deze aan de rechthebbende door te betalen, kunnen verzekeraars de schadepenningen van de makelaar terugvorderen als zij tot hernieuwde betaling worden aangesproken door de rechthebbende.
Als de makelaar de van de verzekeraars ontvangen schadepenningen heeft doorbetaald aan de tweede tussenpersoon, maar deze laatste in gebreke blijft voor doorbetaling zorg te dragen, zal de makelaar de schadepenningen van de tweede tussenpersoon kunnen terugvorderen als hij hetzij door de rechthebbende wordt aangesproken tot rechtstreekse betaling, hetzij de verzekeraars die schadepenningen van de makelaar terugvorderen, zoals in dit lid voorzien.
b. De makelaar zal de schadevergoeding en premierestituties aan de rechthebbende afdragen. De makelaar is tot niet meer gehouden dan tot betaling van het saldo dat resteert na - verrekening van deze schadevergoeding en premierestituties met ten tijde van het ontstaan van de afdrachtverplichting al dan niet opeisbare, doch reeds vaststaande vorderingen op verzekerde uit - hoofde van welke verzekering ook.
Deze verrekening zal niet plaatsvinden bij verzekeringen die aan order of toonder zijn gesteld, tenzij de verzekeringnemer tot de uitkering is gerechtigd en bij verplichte aansprakelijkheidsverzekeringen. Als op het recht op uitkering een pandrecht rust als bedoeld in art. 3:229 BW, ofwel een voorrecht als bedoeld in art. 3:283 BW, alsook in geval van een onverplichte verzekering tegen aansprakelijkheid, zal de verrekening zich niet verder uitstrekken dan tot hetgeen de verzekeringnemer verschuldigd is xxxxxxx van de verzekering waarop de uitkering wordt gedaan.
18. HANDELINGEN VAN VERZEKERAARS
a. Alle handelingen waartoe verzekeraars bevoegd en verplicht zijn, kunnen door hen zowel gezamenlijk als afzonderlijk worden verricht.
b. De wijze waarop een verzekeraar bevoegdheden gebruikt of verplichtingen nakomt, brengt geen wijziging in de rechtspositie van medeverzekeraars.
c. De op het polisblad met een * aangeduide verzekeraars machtigen hiermee de met een cijfer aangeduide verzekeraars om, in de regeling Administratieve Ondertekening Polisdocumenten van de
Coöperatieve Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs U.A. aangeduide, documenten mede namens hen te ondertekenen.
a. Verzekeraars en verzekerde kunnen alle voor elkaar bestemde mededelingen rechtsgeldig aan de
makelaar doen.
b. Alle mededelingen van de makelaar aan verzekerde kunnen rechtsgeldig aan het laatste aan hem bekend gemaakte adres van de op het polisblad vermelde verzekerde worden gedaan.
20. BEGIN EN EINDE VAN DE OVEREENKOMST
a. Begin en einde van de overeenkomst zijn beide om 12.00 uur lokale tijd ter plaatse waar de
gevaarsobjecten zich bevinden.
b. Als de overeenkomst niet minstens twee maanden vóór de contractvervaldag schriftelijk door verzekerde, of drie maanden vóór de contractvervaldag door (een) verzekeraar(s) is opgezegd, wordt zij stilzwijgend met de laatst overeengekomen termijn verlengd, maar voor niet langer dan twaalf maanden.
a. Het bepaalde in art. 7.928 lid 2 BW is niet van toepassing op de mededelingsplicht van
verzekeringnemer bij het sluiten van de onderhavige verzekering.
b. Door gehele of gedeeltelijke oversluiting van een aandeel van een verzekeraar, ontstaan ten aanzien van de mededelingsplicht van verzekerde voor de overnemende verzekeraar geen nieuwe rechten. De rechten van de oorspronkelijke verzekeraar gaan over op de overnemende verzekeraar.
De bij de aanvraag van deze verzekering verstrekte persoonsgegevens en de eventueel nader te overleggen persoonsgegevens worden door zowel de makelaar als verzekeraars verwerkt. Op deze verwerking door de makelaar en/of verzekeraars is het privacyreglement van de makelaar respectievelijk de verzekeraars van toepassing. Hierin staan de rechten van verzekerde beschreven en hoe verzekerde deze rechten kan uitoefenen. De makelaar en verzekeraars zullen op eerste verzoek van verzekerde het bij hen geldende privacyreglement verstrekken en/of het kan worden geraadpleegd op de website van de betreffende makelaar of verzekeraar.
Op deze verzekering is Nederlands recht van toepassing.
Alle geschillen betreffende deze overeenkomst zijn onderworpen aan de uitspraak van de bevoegde rechter te Rotterdam.
MODULAIRE VOORWAARDEN VMZB 2021
Verzekerd wordt het zakelijk belang tegen schade als vermeld in Module I en II, als de schade het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor verzekerde schade was ontstaan, of nog zou ontstaan.
Op het polisblad staat vermeld welke modules op de verzekering van toepassing zijn. Voor de van toepassing zijnde modules zijn op het polisblad verzekerde bedragen opgenomen.
MODULE I - ZAAKSCHADE
Schade aan of verlies van de op het polisblad genoemde verzekerde gevaarsobjecten veroorzaakt door de in art. 2 Module I genoemde gevaren/gebeurtenissen, ongeacht of deze gevaren/gebeurtenissen zijn veroorzaakt door de aard of een gebrek van de verzekerde gevaarsobjecten.
Schade aan of verlies van de verzekerde gevaarsobjecten ongeacht door welke oorzaak, behoudens de in art. 4 Module I genoemde uitsluitingen, is gedekt als die oorzaak het directe gevolg is van een verzekerd gevaar/gebeurtenis, onverschillig waar dit heeft plaatsgevonden.
2.VERZEKERDE GEVAREN/GEBEURTENISSEN
2.1 BRAND
Onder brand wordt verstaan een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Derhalve is onder andere geen brand:
- zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
- doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
- oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
2.2 ONTPLOFFING
Onder ontploffing wordt verstaan een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, met inachtneming van het volgende.
Voor de vaststelling of sprake is van een ontploffing dient het volgende onderscheid te worden gemaakt:
- Binnen een vat
Binnen een - al dan niet gesloten – vat dient een opening in de wand van het vat te zijn ontstaan door de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen en door die opening de druk binnen en buiten het vat plotseling aan elkaar gelijk zijn geworden.
Hoe de gassen of dampen ontstaan zijn respectievelijk of die al dan niet voor de ontploffing aanwezig waren, is niet relevant.
- Buiten een vat
Buiten een vat moet die krachtsuiting het onmiddellijke gevolg zijn van een scheikundige reactie.
Onder ontploffing wordt niet verstaan implosie.
2.3 LUCHT- EN RUIMTEVAARTUIGEN
Onder schade veroorzaakt door lucht- en ruimtevaartuigen wordt verstaan; schade als gevolg van het getroffen worden door een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, - ontploffingsmiddel of ander voorwerp.
2.4 BLIKSEMINSLAG
2.5 OVERSPANNING/INDUCTIE ALS GEVOLG VAN BLIKSEMACTIVITEITEN
2.6 STORM
Onder storm wordt verstaan een windsnelheid van minstens 14 meter per seconde.
Als de windsnelheid zich afwisselend boven en onder de 14 meter per seconde beweegt, dan wordt voor de vaststelling van het aantal keer dat het eigen risico van toepassing is, de periode vanaf het moment dat de windsnelheid voor het eerst 14 meter per seconde is tot het begin van een periode van ten minste 24 achtereenvolgende uren waarbinnen de windsnelheid 10 meter per seconde of minder is geweest, als één gebeurtenis beschouwd.
2.7 LUCHTDRUK
als gevolg van startende en/of proefdraaiende lucht- of ruimtevaartuigen, of het doorbreken van de geluidsbarrière.
2.8 WATER, STOOM, NEERSLAG, BLUSMIDDEL
Hieronder wordt verstaan:
a. Water, stoom of blusmiddel gestroomd of overgelopen uit binnen of buiten het gebouw gelegen leidingen of daarop aangesloten toestellen respectievelijk installaties van waterleiding, centrale verwarming en sprinklers e.d. als gevolg van het springen door vorst, breuk, verstopping, beschadiging of een ander plotseling optredend defect.
Ook worden vergoed de kosten van:
- het opsporen van de breuk of defect aan de leiding en het daarmee verband houdende herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van het gebouw;
- het herstel van de beschadigde leidingen, installaties en toestellen bij springen door vorst;
voor zover deze kosten voor rekening van verzekerde komen en die kosten niet op een andere polis gedekt zijn of gedekt zouden zijn als de dekking die dit artikel verleent niet zou bestaan.
b. Regen onvoorzien het gebouw binnengekomen, op voorwaarde dat dit niet is binnengekomen door openstaande ramen, deuren of luiken.
Niet gedekt zijn de reparatiekosten van daken, dakgoten en regenwaterafvoerpijpen.
c. Hagel, sneeuw of smeltwater
Onder hagel, sneeuw of smeltwater wordt ook verstaan belasting door hagel, sneeuw of smeltwater.
Niet gedekt is schade veroorzaakt door hagel, sneeuw of smeltwater binnengekomen door openstaande ramen, deuren of luiken.
d. Water en de overige inhoud van aquaria door breuk of defect daarvan. Ook worden de kosten van herstel van de aquaria en de inrichting daarvan vergoed.
Onder dit artikel is uitgesloten schade door:
- vochtdoorlating van muren.
Voor zover dit binnen de invloedsfeer van verzekerde en/of aan verzekerde gelieerde ondernemingen ligt:
- constructiefouten ontstaan tijdens de bouw, aanbouw, verbouwing en renovatie;
- slecht onderhoud van het gebouw.
2.9 DIEFSTAL VAN ONDERDELEN VAN HET GEBOUW
Hieronder wordt verstaan:
Diefstal van tot het gebouw behorende materialen, alsmede de beschadiging van dat gebouw als gevolg daarvan.
2.10 INBRAAK
Onder inbraak wordt verstaan:
Inbraak, diefstal of poging daartoe, waarbij de dader het gebouw, waarin zich de verzekerde gevaarsobjecten bevinden, is binnengedrongen of getracht heeft binnen te dringen, door middel van braak van buitenaf aan bedoeld gebouw of een daarmee binnenshuis gemeenschap hebbend gebouw.
Als in het gebouw meerdere bedrijven, instellingen e.d. zijn gevestigd dan is aan het hierboven gestelde voldaan als de dader het bij verzekerde in gebruik zijnde gedeelte van het gebouw door middel van braak is binnengedrongen of getracht heeft binnen te dringen.
Onder inbraak wordt niet verstaan diefstal van verzekerde zaken van terreinen, ook niet na verbreking van de omheining.
2.11 VANDALISME
nadat de dader het gebouw onrechtmatig is binnengekomen, ongeacht of er sprake is van buitenbraak. Deze dekking geldt niet voor gebouwen of gedeelten daarvan die buiten gebruik zijn gesteld.
2.12 AFPERSING EN/OF BEROVING
vergezeld van geweld of bedreiging.
2.13 GLASBREUK
Het glas zelf, met uitzondering van spiegels en wandversieringen, is uitgesloten; tenzij de glasbreuk is veroorzaakt door een verzekerd gevaar/gebeurtenis.
2.14 AANRIJDING, AANVARING EN ALS GEVOLG DAARVAN AFGEVALLEN OF UITGESTROOMDE LADING
Niet gedekt is schade aan of het verlies van het voer-, vaartuig , of de lading zelf die de schade veroorzaakt.
2.15 OLIE- EN ANDERE VLOEISTOFFEN
gestroomd of gelekt uit vast opgestelde verwarmings-, kook-, of koelinstallaties of de daarbij behorende leidingen en tanks als gevolg van breuk, verstopping, beschadiging of een ander plotseling optredend defect.
2.16 ROOK EN ROET
plotseling uitgestoten door een op een afvoerkanaal aangesloten verwarmings- of kookinstallatie.
2.17 STORING IN OF UITVAL VAN KOEL- EN DIEPVRIESKASTEN OF -KISTEN
Deze dekking geldt alleen voor de verzekerde inhoud van deze kasten of kisten.
2.18 HET OMVALLEN VAN KRANEN, HOOGWERKERS, HEISTELLINGEN, WINDMOLENS, ANTENNES, BOMEN, VLAGGEN-, LICHT- EN ZENDMASTEN, EN/OF HET LOSRAKEN VAN DELEN DAARVAN
Als de hierboven genoemde zaken zijn verzekerd, is niet gedekt schade aan of verlies van deze zaken, tenzij deze schade is veroorzaakt door een ander verzekerd gevaar/gebeurtenis.
2.19 KAPPEN EN/OF SNOEIEN VAN BOMEN
2.20 BIJTENDE STOFFEN
voor zover niet ontstaan als gevolg van reiniging, reparatie, vernieuwing of productiefouten.
2.21 WERKSTAKING
Onder werkstaking wordt verstaan het door een aantal werknemers in een onderneming, gemeenschappelijk niet of slechts gedeeltelijk uitvoeren van het legitiem opgedragen werk.
2.22 RELLETJES OF OPSTOOTJES
Onder relletjes en opstootjes wordt verstaan: incidentele collectieve geweldsmanifestaties.
2.23 METEORIETEN
2.24 AARDVERSCHUIVING
2.25 PAARDEN EN VEE
3.NEDERLANDSE HERVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ VOOR TERRORISME (NHT)
Als een van verzekerde gevaren/gebeurtenissen in art. 2 Module I is veroorzaakt door terrorisme, dan is de NHT clausule zoals op het polisblad vermeld van toepassing.
4.1 MOLEST
Van de verzekering is uitgesloten zaak- respectievelijk bedrijfsschade veroorzaakt door of ontstaan uit molest:
- gewapend conflict: elk geval waarin staten of andere daarmee vergelijkbare partijen elkaar, of de één de ander, met militaire machtsmiddelen bestrijden. Het gewapend optreden van militaire eenheden onder de verantwoordelijkheid van internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en de Noord Atlantische Verdrag Organisatie wordt ook hieronder verstaan;
- burgeroorlog: een min of meer georganiseerde gewapende strijd tussen inwoners van dezelfde staat waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat is betrokken;
- opstand: georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat dat is gericht tegen het openbaar gezag;
- binnenlandse onlusten: min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen die zich op verschillende plaatsen binnen een staat voordoen;
- oproer: een min of meer georganiseerde, plaatselijke gewelddadige beweging die is gericht tegen het openbaar gezag;
- muiterij: een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van een gewapende macht die is gericht tegen het gezag waaronder zij zijn gesteld.
4.2 ATOOMKERNREACTIE
Van de verzekering is uitgesloten zaak- respectievelijk bedrijfsschade veroorzaakt door, optredende bij of voortvloeiende uit atoomkernreactie, onverschillig hoe de reactie is ontstaan. Onder atoomkernreactie wordt verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit.
De uitsluiting ter zake van atoomkernreacties geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische of wetenschappelijke doeleinden, met dien verstande dat de benodigde vergunning(en) voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen door de overheid moet(en) zijn afgegeven. Voor zover krachtens de wet een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, blijft de uitsluiting van kracht.
Onder ‘wet’ wordt verstaan de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), zijnde de bijzondere wettelijke regeling van de aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie.
Onder ‘kerninstallatie’ wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van bedoelde wet.
4.3 AARDBEVING, VULKANISCHE UITBARSTING
Van de verzekering is uitgesloten zaakschade veroorzaakt door aardbeving of vulkanische uitbarsting. Bij schaden die ontstaan hetzij gedurende de tijd waarin, hetzij gedurende 24 uur nadat zich in of nabij de gevaarsobjecten de gevolgen van aardbeving of vulkanische uitbarsting hebben geopenbaard, dient verzekerde te bewijzen, dat de schade niet aan die verschijnselen is toe te schrijven.
4.4 OVERSTROMING
Van de verzekering is uitgesloten zaakschade veroorzaakt door overstroming ten gevolge van het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen, oevers of andere waterkeringen ongeacht of deze overstroming werd veroorzaakt door storm.
Deze uitsluiting geldt niet voor brand of ontploffing veroorzaakt door overstroming.
4.5 ONBEWERKTE EDELE METALEN, ONGEZETTE EDELGESTEENTEN, GELD EN GELDSWAARDIG PAPIER
Van de verzekering is uitgesloten schade aan of verlies van onbewerkte edele metalen, ongezette edelgesteenten, geld en geldswaardig papier, met uitzondering van het bepaalde in art. 7.8 lid a en c Module I.
5. DEKKING NABIJ HET GEBOUW EN ELDERS BINNEN EUROPA
5.1 Deze verzekering dekt ook zaak- respectievelijk bedrijfsschade als Module II van toepassing is, veroorzaakt door een verzekerd gevaar/gebeurtenis voor zover de verzekerde bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen zich bevinden:
a. onder afdaken, onder overkappingen of op het terrein nabij de gebouwen op de adressen die op het polisblad genoemd zijn.
Onderstaande gevaren/gebeurtenissen genoemd in art. 2 Module I zijn uitgesloten:
- art. 2.6 storm;
- art. 2.8 water stoom neerslag (deze uitsluiting geldt niet voor het in dit artikel genoemde gevaar blusmiddel).
b. in eilandvitrines, -etalages of automaten nabij de gebouwen op de adressen die op het polisblad zijn genoemd.
Onderstaande gevaren/gebeurtenissen genoemd in art. 2 Module I zijn uitgesloten:
- art. 2.21 werkstaking;
- art. 2.22 relletjes of opstootjes.
c. in portacabins of containers nabij de gebouwen op de adressen die op het polisblad zijn genoemd of op locaties binnen Europa die niet op het polisblad zijn genoemd, tot het in de polis genoemde maximum.
d. in gebouwen op locaties binnen Europa die niet op het polisblad zijn genoemd, tot het in de polis genoemde maximum.
e. buiten gebouwen op locaties binnen Europa die niet op het polisblad zijn genoemd, tot het in de polis genoemde maximum.
Onderstaande gevaren/gebeurtenissen genoemd in art. 2 Module I zijn uitgesloten:
- art. 2.6 storm;
- art. 2.8 water stoom neerslag (deze uitsluiting geldt niet voor het in dit artikel genoemde gevaar blusmiddel)
- art. 2.14 aanrijding, aanvaring en als gevolg daarvan afgevallen of uitgestroomde lading;
- art. 2.21 werkstaking;
- art. 2.22 relletjes of opstootjes.
5.2 Deze verzekering dekt ook schade aan of verlies van parkeerinstallaties, -automaten, camera’s, etc., die zich bevinden nabij de gebouwen op de adressen die op het polisblad zijn genoemd, door een verzekerd gevaar/gebeurtenis.
Onderstaande gevaren/gebeurtenissen genoemd in art. 2 Module I zijn uitgesloten:
- art 2.11 vandalisme;
- art. 2.21 werkstaking;
- art. 2.22 relletjes of opstootjes.
5.3 Deze verzekering dekt, tot een elders in de polis genoemd maximum, ook schade aan of verlies van verzekerde gevaarsobjecten, die zich bevinden in een afgesloten personenauto binnen de Benelux als de dader zich door inbraak, waarvan aan de buitenzijde van de auto sporen zijn geconstateerd, toegang tot de auto heeft verschaft.
5.4 Deze verzekering dekt ook schade aan of verlies van afneembare delen van het verzekerde gebouw, die zich tijdelijk elders binnen Europa bevinden, door een verzekerd gevaar/gebeurtenis als deze zaken zich bevinden:
a. in gebouwen:
b. buiten gebouwen.
Onderstaande gevaren/gebeurtenissen genoemd in art. 2 Module I zijn uitgesloten:
- art. 2.6 storm;
- art. 2.8 water stoom neerslag ( deze uitsluiting geldt niet voor het in dit artikel genoemde gevaar blusmiddel) ;
- art. 2.14 aanrijding, aanvaring en als gevolg daarvan afgevallen of uitgestroomde lading;
- art. 2.21 werkstaking;
- art. 2.22 relletjes of opstootjes.
5.5 Uitsluiting
a. Onderstaande uitsluiting is van toepassing op art. 5.1. lid c, d, e en art. 5.4. lid b Module I.
Uitgesloten is schade die op een andere polis ten behoeve van verzekerde is gedekt of gedekt zou zijn als de dekking die dit artikel biedt niet zou bestaan.
b. Onderstaande uitsluiting is van toepassing op art. 5.1. lid c, e en art. 5.4 lid b Module I Uitgesloten is schade die tijdens transport is ontstaan.
Onder transport wordt ook verstaan het laden en lossen, alsmede het verblijf van de verzekerde
gevaarsobjecten in het transportmiddel, ongeacht waar dat zich bevindt.
6.1 Als uit het polisblad blijkt dat de verzekerde gevaarsobjecten zijn gewaardeerd door (een) deskundige(n), dan is deze voortaxatie gedurende 3 jaren geldig, te rekenen vanaf dagtekening van het taxatierapport. Het taxatierapport wordt geacht deel uit te maken van de overeenkomst. Als verzekeraars bewijzen dat sprake is van bedrog, verliest de deskundigentaxatie haar geldigheid.
6.2 Als op de verzekering van aldus getaxeerde gebouwen de indexclausule van toepassing is, dan is de voortaxatie gedurende 6 jaren geldig, te rekenen vanaf de dagtekening van het taxatierapport. Verhoging of verlaging van het verzekerde bedrag als gevolg van indexering wordt geacht op dezelfde wijze te zijn getaxeerd.
6.3 Als na verloop van de genoemde termijnen geen nieuw taxatierapport is uitgebracht, dan blijft de voortaxatie gedurende een periode van 12 maanden geldig als een partijentaxatie. Daarna wordt het verzekerde bedrag beschouwd als een opgave van verzekerde zelf.
6.4 Als uit de polis blijkt dat de verzekerde gevaarsobjecten zijn gewaardeerd door partijen zelf, dan geldt die waarde tot het einde van de verzekering. Verzekeraars behouden evenwel het recht om te bewijzen dat die waarde op het moment van de schade bovenmatig was.
6.5 De voortaxatie door deskundigen en/of door partijen verliest haar geldigheid in de volgende situaties:
a. overgang van het zakelijk belang en de nieuwe verzekerde gaat de getaxeerde zaak voor andere doeleinden gebruiken, of
b. de getaxeerde zaak is of zal voor langer dan 12 maanden buiten gebruik zijn, of
c. het gebouw staat of zal voor langer dan 3 maanden leeg staan, of
d. het gebouw wordt door krakers gebruikt, of
e. er wordt niet overgegaan tot herinvestering na schade.
7. VERGOEDING BOVEN HET VERZEKERDE BEDRAG
Voor zover niet of niet voldoende elders verzekerd wordt boven het verzekerde bedrag vergoed, tot het daarvoor verzekerde premier risque bedrag:
7.1 Bereddingskosten
7.2 Opruimingskosten
7.3 De kosten van vervoer en opslag van de verzekerde gevaarsobjecten als gevolg van het tijdelijk niet beschikbaar zijn van de gebouwen;
7.4 Schade aan door verzekerde gehuurde gebouwen in geval van inbraak (art. 2.10 Module I) of vandalisme (art. 2.11 Module I) als deze schade ten laste van verzekerde komt;
7.5 Huurderving als dit geen onderdeel is van de bedrijfsschadevergoeding;
Als verzekerde zowel eigenaar als gebruiker van het gebouw is, dan wordt de huurderving vastgesteld op basis van de economische huurwaarde van het gebouw.
7.6 Kosten die verzekerde krachtens wettelijk voorschrift of op last van de overheid moet maken;
7.7 Schade aan tuinaanleg met alles wat daartoe behoort, alsmede de bestrating als deze schade ten laste komt van verzekerde. Uitgezonderd hiervan is schade door storm, tenzij de schade wordt veroorzaakt door het neerstorten van (onder)delen van het gebouw door de storm;
7.8 Als bedrijfsuitrusting/inventaris is verzekerd:
a. geld en geldswaardig papier (waaronder begrepen cheques, betaalkaarten, betaalpassen, chipkaarten e.d.), voor zover eigendom van verzekerde en zich bevindende in de op het polisblad vermelde gebouwen.
Buiten die gebouwen zijn deze zaken alleen verzekerd tegen afpersing en beroving;
b. de kosten van het vervangen, inregelen van sloten, (computer)kaarten of verdere afsluitmiddelen, wanneer deze vervanging het noodzakelijke gevolg is van diefstal van sleutels, toegangskaarten etc., ongeacht of de diefstal heeft plaatsgevonden op de verzekerde locatie dan wel bij directieleden of bevoegde personeelsleden thuis;
c. het financieel nadeel door het als betaling van geleverde goederen en/of diensten in ontvangst nemen van vals geld, vals geldswaardig papier, ontvreemde of vervalste cheques, betaalkaarten, dan wel betaling door middel van ontvreemde of vervalste betaalpassen, chipkaarten en dergelijke;
Deze dekking is uitsluitend van toepassing als bedrijfsuitrusting/inventaris is verzekerd en voor zover het financieel nadeel niet door een financiële instelling wordt vergoed.
7.9 De reconstructiekosten die worden gemaakt als gevolg van schade of verlies van administratie en financiële gegevens, tekeningen, e.d., die aanwezig zijn op de op het polisblad genoemde locatie, door een verzekerd gevaar/gebeurtenis.
8. SCHADE EN OMVANG VAN DE VERGOEDING
8.1 De verplichting van verzekeraars tot schade-uitkering bestaat uit:
a. zaakschade: naar keuze van verzekeraars, het verschil tussen de waarde van de verzekerde gevaarsobjecten onmiddellijk voor en onmiddellijk na de gebeurtenis of de herstelkosten onmiddellijk na de gebeurtenis van die zaken, die naar het oordeel van de experts voor herstel vatbaar zijn, - alsmede - bij verzekering op basis van nieuwwaarde door de gebeurtenis veroorzaakte en door het herstel niet opgeheven waardevermindering;
b. het bedrag van de vergoedingen boven het verzekerde bedrag overeenkomstig art. 7 Module I.
8.2 Bij de bepaling van de waarde van de verzekerde gevaarsobjecten onmiddellijk voor de gebeurtenis wordt uitgegaan van de waardegrondslag zoals hieronder genoemd, terwijl bij de vaststelling van de waarde onmiddellijk na de gebeurtenis met deze waardegrondslag rekening zal worden gehouden.
8.2.1 In geval van verzekering op basis van een geldige voortaxatie: het bedrag van de voortaxatie.
8.2.2 Als er geen geldige voortaxatie is, in geval van verzekering van:
Gebouwen:
- de herbouwwaarde als:
* verzekerde binnen 12 maanden na de schadedatum meedeelt dat tot herinvestering ter voortzetting van het bedrijf zoals vermeld op de polis, wordt overgegaan.
De herinvestering moet binnen 24 maanden na de schadedatum zijn aangevangen;
* deze lager is dan de verkoopwaarde;
* op het gebouw een herbouwplicht rust.
- de verkoopwaarde als:
* het gebouw ter verkoop stond aangeboden;
* het gebouw door de bevoegde autoriteiten onbewoonbaar of onbruikbaar was verklaard;
* het gebouw voor langer dan 9 maanden leeg stond of buiten gebruik was;
* het gebouw geheel of gedeeltelijk langer dan 3 maanden is gekraakt;
* verzekerde niet binnen 12 maanden na de schadedatum heeft meegedeeld dat tot herinvestering wordt overgegaan, of de herinvestering niet binnen 24 maanden na de schadedatum is aangevangen.
Als verzekerde ongeacht het bovenstaande binnen 12 maanden na de schadedatum meedeelt dat tot herinvestering zal worden overgaan: de herbouwwaarde, op voorwaarde dat met de herinvestering binnen 24 maanden na de schadedatum is aangevangen.
- de sloopwaarde als:
* verzekerde vóór de schade al het voornemen had het gebouw af te breken;
* het gebouw bestemd was voor afbraak of onteigening.
Bedrijfsuitrusting/inventaris: de nieuwwaarde.
- De vervangingswaarde wordt aangehouden:
* als verzekerde voor de schade het voornemen had het bedrijf te beëindigen;
* als niet tot voortzetting van het bedrijf en herinvestering wordt overgegaan;
* als van voortzetting van het bedrijf en herinvestering niet binnen 12 maanden na de schadedatum aan verzekeraars schriftelijk mededeling wordt gedaan;
* voor zaken waarvan de vervangingswaarde minder bedraagt dan een elders in de polis genoemd percentage van de nieuwwaarde;
* voor zaken die onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor zij zijn bestemd;
* voor motorrijtuigen (waaronder brom- en snorfietsen), caravans en andere aanhangwagens, vaartuigen, alsmede onderdelen daarvan;
* voor kunstvoorwerpen, xxxxxx en zeldzame zaken.
Goederen: de kostprijs of de vervangingswaarde als dit een lager bedrag is.
In geval van verkochte maar niet geleverde goederen, die nog voor rekening en risico van
verzekerde zijn: de verkoopprijs.
8.2.3 Als een andere waarde dan in art. 8.2.1 of 8.2.2 Module I is omschreven is overeengekomen: die andere waarde.
8.3 Bij verzekering op basis van indexering wordt met inwerking van de index op het verzekerde bedrag onmiddellijk voor de gebeurtenis rekening gehouden, tot het eventueel overeengekomen maximum.
8.4 Overschotten van te hoog verzekerde gevaarsobjecten worden aangewend voor tekorten op te laag verzekerde gevaarsobjecten met inachtneming van en in de volgorde als bepaald in art. 13 Algemene voorwaarden.
8.5 Tenzij hiervoor een afzonderlijk bedrag is verzekerd wordt het huurdersbelang geacht te zijn begrepen onder het voor bedrijfsuitrusting/inventaris verzekerde bedrag.
8.6 De verplichting van verzekeraars tot schadevergoeding geldt tot ten hoogste het verzekerde bedrag, met dien verstande dat ook na toepassing van art. 13 Algemene voorwaarden nooit meer wordt vergoed dan het totaal van de voordien verzekerde bedragen, echter vermeerderd met het bedrag van de vergoedingen boven het verzekerde bedrag overeenkomstig art. 7 Module I.
9. ONDERVERZEKERING
In geval van zaakschade is schadevergoeding slechts naar evenredigheid verschuldigd, als het verzekerde bedrag lager is dan de waarde van de verzekerde gevaarsobjecten onmiddellijk voor de gebeurtenis.
Vergoedingen uit hoofde van art. 7 Module I worden volledig verleend tot het daarvoor verzekerde maxima. De onderverzekeringsregel is op art. 7 Module I niet van toepassing.
MODULE II - BEDRIJFSSCHADE
MODULE II - BEDRIJFSSCHADE
Verzekerd is de bedrijfsschade van het op het polisblad omschreven bedrijf van verzekerde, die gedurende de schadevergoedingstermijn is opgetreden, veroorzaakt door:
1.1 schade aan of verlies van gevaarsobjecten ongeacht of deze zijn verzekerd of eigendom van verzekerde zijn.
De schade aan of het verlies van gevaarsobjecten moet zijn veroorzaakt door een in art. 2 Module I verzekerd gevaar/gebeurtenis en met inachtneming van de uitsluitingen in module I;
1.2 het onbereikbaar zijn van het gevaarsobject als gevolg van schade aan of verlies van naburige zaken door een in art. 2 Module I verzekerd gevaar/gebeurtenis en met inachtneming van de uitsluitingen in module I;
1.3 een storing in de levering van elektriciteit, gas of water als gevolg van schade aan of verlies van:
- het elektriciteits productie- of distributiebedrijf, waaronder begrepen onderstations, schakelstations en transformatorhuizen;
Uitgesloten is bedrijfsschade als de storing het gevolg is van schade aan of verlies van pijpen, leidingen, hoogspanningsmasten en kabels met alle aan en toebehoren die zich bevinden tussen het leverende nutsbedrijf en het in het polisblad genoemde gevaarsobject.
- voedings-, compressor-, meet-, regel-, meng-, afgifte- of reduceerstations in gebruik bij het gasproductie- of een gasdistributiebedrijf respectievelijk aan de leidingen, afsluiters, reduceerkasten tussen de hiervoor genoemde stations en het bedrijf van verzekerde;
- het waterleidingbedrijf, waaronder begrepen pompstations en tussenstations;
door een in art. 2 Module I verzekerd gevaar/gebeurtenis en met inachtneming van de uitsluitingen in module I, op voorwaarde dat de bedrijfsstagnatie langer dan zes uur achtereen duurt.
- De schadevergoedingstermijn vangt aan op de dag dat de bedrijfsschade ontstaat en eindigt wanneer de bedrijfsactiviteiten niet meer worden beïnvloed door de schadeveroorzakende gebeurtenis/gevaar of indien dat eerder is na verloop van de in het polisblad genoemde maximum
schadevergoedingstermijn, ongeacht de contractvervaldag van de verzekering.
- De schadevergoedingstermijn is vermeld op het polisblad.
- De schadevergoedingstermijn wordt beperkt tot 13 weken als het bedrijf wordt beëindigd of niet binnen 13 weken wordt geprobeerd het bedrijf weer in de situatie van vóór de gebeurtenis te brengen. Wanneer verzekerde salarissen, lonen en daarmee verbonden sociale lasten op grond van de wet of overeenkomst moet doorbetalen, zal de schadevergoedingstermijn even lang zijn als de verplichting tot doorbetaling geldt, met een maximum van 26 weken.
Het bovenstaande is niet van toepassing wanneer op last van de overheid de werkzaamheden niet worden hervat of wanneer verzekerde het bedrijf ergens anders zal voortzetten. In deze gevallen zal schadevergoeding plaatsvinden alsof herinvestering zou zijn gerealiseerd.
3.BASIS VOOR DE SCHADEVERGOEDING
Omzet of productie
Bij een onder deze verzekering gedekte bedrijfsschade zal vóór aanvang van de schadevaststelling, door de verzekerde worden bepaald of de schaderegeling wordt afgewikkeld op basis van de vermindering van de omzet of productie.
De gekozen maatstaf zal bindend zijn gedurende de gehele uitkeringstermijn. Deze maatstaf wordt vóór aanvang van de schadevaststelling meegedeeld aan experts van verzekeraars.
Het staat de verzekerde vrij per gebeurtenis een maatstaf te kiezen voor iedere verzekerde locatie afzonderlijk.
4.SCHADE EN OMVANG VAN DE DE VERGOEDING
Verzekeraars vergoeden:
4.1 Bedrijfsschade
De basis voor de berekening van de bedrijfsschade is: het percentage,
a. dat de brutowinst uitmaakt van de omzet of productie;
b. dit brutowinst percentage wordt berekend over de vermindering van de omzet- of productie;
a. de extra kosten worden vergoed tot maximaal het bedrag van de vermindering van de bedrijfsschade dat binnen de schadevergoedingstermijn met de extra kosten is bereikt.
b. de extra kosten die met instemming van verzekeraars zijn gemaakt, worden volledig vergoed, zo nodig boven het verzekerde bedrag.
Onderverzekering is niet van toepassing.
5.1 BEDRIJFSSCHADE ZONDER RELATIE MET DE GEBEURTENIS
Van de verzekering is uitgesloten bedrijfsschade die ook ontstaan zou zijn als de schade aan of het verlies van het gevaarsobject door een gedekt gevaar/gebeurtenis niet zou hebben plaatsgevonden.
5.2 BOETEN
Van de verzekering is uitgesloten bedrijfsschade als gevolg van boeten ten gevolge van contractbreuk, vertraagde uitvoering van opdrachten of het niet uitvoeren van opdrachten.
5.3 AFSCHRIJVING VAN DEBITEUREN
Van de verzekering is uitgesloten bedrijfsschade als gevolg van afschrijving van debiteuren.
5.4 AFNEMERSRISICO EN TOELEVERANCIERSRISICO
Uitgesloten is bedrijfsschade door schade aan of verlies van zaken van derden waardoor deze niet of minder van verzekerde afnemen (afnemersrisico) en/of toeleveren (toeleveranciersrisico).
In geval van bedrijfsschade is schadevergoeding slechts naar evenredigheid verschuldigd als het verzekerde bedrag - indien van toepassing met inachtneming van een elders in de polis opgenomen regeling met betrekking tot overdekking/restitutie - lager is dan de brutowinst die behaald zou zijn als de bedrijfsschade niet zou zijn ontstaan.
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN VMZB 2021
Van de termen die in vetgedrukte en onderstreepte tekst zijn weergegeven is in dit artikel een begripsomschrijving opgenomen. In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1. ADMINISTRATIE
Verzamelde, vastgelegde, verwerkte en verstrekte informatie ten behoeve van het besturen en doen functioneren van een bedrijf en ten behoeve van de verantwoording die daartoe moet worden afgelegd.
2. BEDRIJFSSCHADE
De vermindering van de omzet of productie door een gehele of gedeeltelijke bedrijfsstilstand of storing.
3. BEDRIJFSUITRUSTING/INVENTARIS
Alle roerende zaken, met uitzondering van goederen en van particuliere huishoudelijke inboedel. Motorvoertuigen voorzien van een kenteken, aanhangwagens, caravans en vaartuigen zijn alleen meeverzekerd als dit op het polisblad is vermeld.
4. BEREDDINGSKOSTEN
Kosten en op geld waardeerbare opofferingen verbonden aan maatregelen, die door of namens verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het ophanden zijn van de verwezenlijking van het verzekerde gevaar/gebeurtenis te voorkomen of om schade als gevolg van de verwezenlijking van het risico te beperken.
5. BRUTOWINST
De opbrengst uit de bedrijfsactiviteiten, verminderd met de variabele kosten. Dit is gelijk aan de vaste kosten vermeerderd met de nettowinst respectievelijk verminderd met het nettoverlies.
6. DIEFSTAL
Het onrechtmatig wegnemen van zaken.
7. EFFECTIEF BEDRAG
De brutowinst over een periode gelijk aan de overeengekomen schadevergoedingstermijn.
8. EUROPA
De landen van de Europese Unie, Andorra, (Turks) Cyprus, IJsland, Kanaaleilanden, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, San Xxxxxx, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.
9. EXTRA KOSTEN
De kosten die worden gemaakt om de bedrijfsschade te beperken.
10. GEBOUW(EN)
Een onroerende zaak met inbegrip van alles wat naar de aard en inrichting of volgens de verkeersopvattingen bestemd is en geacht wordt hiervan deel uit te maken.
Hieronder wordt onder meer begrepen elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal. Deze constructie dient direct of indirect of met de grond verbonden te zijn, of steun te vinden in of op de grond, zoals maar niet beperkt tot schuren, loodsen, portacabins en terreinafscheidingen.
Funderingen zijn alleen meeverzekerd als dit op het polisblad is vermeld.
Gebouw gebonden zonnepaneleninstallaties, ongeacht waar deze geïnstalleerd zijn, maken deel uit van het (de) gebouw(en).
11. GEVAARSOBJECTEN
Gebouwen, bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen.
12. GOEDEREN
Grond- en hulpstoffen, halffabricaten, eindproducten, goederen in bewerking en emballage.
13. HERBOUWWAARDE
Het bedrag dat nodig is voor herbouw van het verzekerde gebouw - op dezelfde locatie en naar - constructie en indeling gelijkwaardig - onmiddellijk na de gebeurtenis.
14. HERINVESTERING
Het aanwenden van de schadevergoeding voor herstel, (her)bouw en/of aanschaf van zaken, al dan niet op dezelfde plaats, als bedoeld in art. 3 en/of 10 Begripsomschrijvingen ter voortzetting van het bedrijf, beroep, andere activiteiten of functie vallende binnen de op het polisblad weergegeven omschrijving.
Het vastgestelde schadebedrag voor gebouwen dient aangewend te worden binnen de herinvestering voor één of meerdere gebouwen.
Het vastgestelde schadebedrag voor bedrijfsuitrusting/inventaris dient aangewend te worden binnen de herinvestering voor bedrijfsuitrusting/inventaris.
15. HUURDERSBELANG
De kosten door verzekerde als huurder gemaakt ter verbetering of aanpassing van het gehuurde gebouw of de gehuurde ruimten, ongeacht of:
- de verzekerde eigenaar is geworden van de aangebrachte verbeteringen of wijzigingen;
- de eigenaar van het gebouw of de verhuurder een bijdrage in de kosten heeft betaald;
- de verzekerde aan het einde van de huur- of leaseperiode het eigendomsrecht krijgt van deze of een deel van deze verbeteringen of wijzigingen.
16. INDEXERING
Automatische en ononderbroken aanpassing van het verzekerde bedrag aan de overeengekomen index.
17. JAARBEDRAG
De brutowinst over de periode van één jaar.
18. KOSTPRIJS
Het bedrag dat nodig is voor de aanschaf van grondstoffen, vermeerderd met de toegevoegde waarde.
19. MAKELAAR
De bemiddelaar bij deze verzekering.
20. NIEUWWAARDE
Het bedrag dat nodig is voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit.
21. OMZET
Het totaalbedrag van verkopen en vergoeding voor geleverde diensten in een bepaalde periode.
22. OPRUIMINGSKOSTEN
De kosten voor het afbreken, wegruimen, afvoeren, storten en vernietigen van de verzekerde gevaarsobjecten, die niet al in de in art. 8.1 lid a Module I bedoelde vaststelling zijn begrepen en die het noodzakelijk gevolg zijn van een onder deze verzekering gedekte schade.
23. PREMIER RISQUE
Premier risque is het bedrag dat in geval van schade of verlies maximaal wordt vergoed, ongeacht de werkelijke waarde. De onderverzekeringsregel is in dit geval niet van toepassing.
24. PRODUCTIE
Het vervaardigen van goederen.
25. RECONSTRUCTIEKOSTEN
De gedurende de schadevergoedingstermijn gemaakte kosten om administratieve en financiële gegevens, tekeningen, e.d., die voor de voortgang van het bedrijf noodzakelijk zijn - ongeacht op welke wijze deze zijn vastgelegd - te reconstrueren, reproduceren en opnieuw in de administratie van verzekerde op te nemen.
26. SCHADEVERGOEDINGSTERMIJN
De periode waarbinnen aanspraak gemaakt kan worden op een schadevergoeding.
27. SLOOPWAARDE
Het bedrag dat zou kunnen worden verkregen voor de nog bruikbare respectievelijk waardevolle onderdelen van het gebouw, verminderd met de kosten van het laten afbreken, wegruimen, afvoeren, storten en vernietigen.
28. VANDALISME
Het opzettelijk en onrechtmatig vernielen, beschadigen, bekladden, onbruikbaar maken of wegmaken van een zaak die geheel of ten dele aan een ander toebehoort.
29. VARIABELE KOSTEN
De kosten die afhankelijk van het niveau van de bedrijfsactiviteiten toe- of afnemen.
30. VASTE KOSTEN
De kosten die onafhankelijk zijn van de productie of de omzet.
31. VERKOOPWAARDE
Het bedrag dat bij verkoop in het normale verkeer en uitgaande van dezelfde bestemming van het gebouw, met uitzondering van de grond, verkregen zou kunnen worden.
32. VERVANGINGSWAARDE
Het bedrag dat nodig is voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, staat en ouderdom gelijkwaardige zaken.
Als er geen vervangingsmarkt bestaat dan wordt de hoogste uitkomst aangehouden van:
- de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor technische veroudering; of
- de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor economische veroudering. Hierbij wordt rekening gehouden met de staat van onderhoud van de zaak.
33. VERZEKERAARS
Zij die gezamenlijk het verzekerde risico dragen, ieder voor zijn aandeel in het verzekerde bedrag.
34. VERZEKERDE
De natuurlijke of rechtspersoon die als zodanig op het polisblad is vermeld, met inachtneming van art. 16 Algemene voorwaarden. Verzekerde wordt geacht ook verzekeringnemer te zijn, tenzij op het polisblad een ander als verzekeringnemer wordt genoemd.
35. VERZEKERINGNEMER
De natuurlijke of rechtspersoon die de verzekering is aangegaan. Verzekeringnemer wordt bovendien geacht (één van de) verzekerde(n) te zijn.
36. ZAKELIJK BELANG
Het belang van verzekerde bij het behoud van de gevaarsobjecten uit hoofde van eigendom of een ander zakelijk recht of het dragen van het risico voor het behoud daarvan.
De VNAB modelpolisvoorwaarden en clausules dienen slechts als model. Door middel van wijzigingen, aanvullende bepalingen en/of clausules kan daarvan worden afgeweken. Ook staat het VNAB-marktpartijen vrij om andere polisvoorwaarden aan hun klanten aan te bieden.
De VNAB is niet aansprakelijk voor de toepassing en de inhoud van de modelvoorwaarden en -clausules.
Indien u op zoek bent naar eerder gepubliceerde (oudere) voorwaarden dan verzoeken wij u contact op te nemen met de VNAB.
De citeertitel van deze voorwaarden luidt: “VNAB MODULAIRE VOORWAARDEN VOOR ZAAK- EN BEDRIJFSSCHADEVERZEKERING VMZB 2021”. De tekst is beschikbaar via de website van de Coöperatieve Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs U.A., xxx.xxxx.xx.