BPV-gids
behorend bij de onderwijs- en examenregeling van de opleiding
Doktersassistent
Crebonummer 25695; Niveau 4; BOL en BBL
Kwalificatiedossier 2021 (crebonummer 23284)
Cohort 2024-2027
Versie 24 april 2024
1
Inhoudsopgave
1. Wat staat er in de algemene handleiding? 4
2. Aan welke BPV-opdrachten en examens werk ik door de leerjaren heen? 4
3. Heb ik ook binnenschoolse examens? 5
4. Wat is mijn rol als student? 5
5. Hoe werk ik aan mijn opdrachten en examens? 6
6. Hoe word ik in de BPV tijdens mijn opdrachten en examens beoordeeld? 6
7. Hoe wordt de kwaliteit van de beoordeling en de examinering geborgd? 7
8. Wat staat er in het protocol ongewenste bejegening tijdens BPV (BOL)? 9
8.1 Wat moet ik weten over ongewenste bejegening? 9
8.2 Wat gebeurt er nadat een melding heb over ongewenste bejegening op de BPV-plaats? 10
8.3 Wat gebeurt er als de BPV-instelling een melding doet over ongewenste bejegening? 10
9. Waar kan ik terecht met mijn vraag of klacht? 11
10. Welke belangrijke begrippen kan ik tegenkomen in de BPV? 11
Bijlage 1: Urenaftekenlijst 12
Bijlage 2: GO / NO GO lijst 13
Bijlage 3: Evaluatieformulier student 14
Bijlage 4: Evaluatieformulier leerbedrijf 15
Bijlage 5: Medisch technische handelingen (KD 2021) 16
Bijlage 6: Examineren in de BPV van niet behandelde vaardigheden 18
Voorwoord
Het Hoornbeeck College werkt in de Beroeps Praktijk Vorming (BPV) met examenmateriaal van de
landelijke examenmethode . De examens voor de opleiding tot Doktersassistent bestaan uit kwalificerende examens die in de (BPV-)praktijk worden afgenomen en lintexamens waar gedurende de opleiding aan wordt gewerkt. Prove2Move-examens worden in leerjaar 2 en 3 afgenomen. Ter voorbereiding op kwalificerende examens werk je in leerjaar 1, en gedeeltelijk in leerjaar 2, met een BPV-opdrachtenboek. Dit opdrachtenboek is door Xxxxxxxxxx ontwikkeld en bevat ontwikkelingsgerichte BPV-opdrachten. Bij de kwalificerende examens en de ontwikkelingsgerichte opdrachten is ene handleiding opgenomen over de uitvoering en beoordeling van deze examens en opdrachten.
Deze BPV-gids is vooral voor jou als student en je beoordelaar bedoeld. Natuurlijk kunnen ook andere personen van je leerbedrijf er gebruik van maken, zoals een praktijkmanager.
1. Wat staat er in de algemene handleiding?
In het BPV-opdrachtenboekje en de examenmethode van zit een algemene handleiding. Hierin wordt uitleg gegeven over het kwalificatiedossier, de opbouw van de onderdelen van de examenopdracht en de beoordelingssystematiek.
Belangrijk is dat je ‘Instructie student’ in de algemene handleiding goed doorleest. Hierin kun je lezen hoe je een opdracht of een examen voorbereidt en uitvoert. In de ‘Instructie beoordelaar’ kun je lezen wat de rol van de beoordelaar is. Dit onderdeel bevat aanwijzingen voor je beoordelaar.
2. Aan welke BPV-opdrachten en examens werk ik door de leerjaren heen?
BPV leerjaar 1 (10 weken) | |
Ontwikkelingsgerichte opdrachten | Hoornbeeck BPV-opdrachtenboekje leerjaar 1 1. Patiënten te woord staan 2. Gegevens invoeren in het medisch dossier 3. Klaarzetten van de behandelkamer 4. Voorlichting geven voorbereiden 5. Beheer van verbruiksmiddelen 6. Naslagwerk medicatie 7. Overleg arts (of: behandelaar) 8. Terugblikken en vooruitkijken |
BPV leerjaar 2 (lintstage 40 weken) | |
Ontwikkelingsgerichte opdrachten | Hoornbeeck BPV-opdrachtenboekje leerjaar 2 *Minimaal 3 van de volgende: 1. Triëren* 2. Praktijkvoering* 3. Voorlichten en afstemmen 4. Assisteren bij medische verrichtingen* 5. Terugblikken en vooruitkijken |
Kwalificerende examens | Prove2Move-examenmethode *Minimaal 2 van de volgende: 1. Triëren* 2. Praktijkvoering* 3. Voorlichten en afstemmen* 4. Assisteren bij medische verrichtingen* |
Tijdens je opleiding werk je aan de opdrachten en examens, zoals weergegeven in onderstaande tabel. Hierin kun je vinden welke opdrachten ontwikkelingsgericht worden beoordeeld en welke examens kwalificerend worden afgenomen.
Werken aan lintexamens: 5. Medisch-technisch handelen, examineren tot dan toe geleerde handelingen 6. Werken aan deskundigheid en kwaliteit, minimaal 2 bewijsstukken 7. Nieuwe medewerker begeleiden, minimaal 1 bewijsstuk | |
BPV leerjaar 3 (lintstage 40 weken) | |
Kwalificerende examens | Prove2Move-examenmethode *Voor zover nog niet behaald in leerjaar 2: 1. Triëren* 2. Praktijkvoering* 3. Voorlichten en afstemmen* 4. Assisteren bij medische verrichtingen* 5. Lintexamen: Medisch-technisch handelen |
Kwalificerende lintexamens | Prove2Move-examenmethode door middel van examinering in simulatie (binnenschools): 6. Selectie van: Medisch-technisch handelen, volgens de afspraken uit bijlage 5. door middel van een criteriumgericht interview (binnenschools): 7. Werken aan deskundigheid en kwaliteit 8. Nieuwe medewerker begeleiden |
GO/ NO GO: Voor elke opdracht en examen geldt dat deze geëxamineerd kan worden na een GO van je begeleider. Je ontvangt een GO wanneer je hebt aangetoond dat je voor de opdracht of het examen hebt GEOEFEND. Ten behoeve hiervan wordt de GO / NO GO lijst ingevuld (zie bijlage 2). NB: deze GO/ NO GO lijst is niet van toepassing op de lintexamens die afgerond worden met een CGI. |
3. Heb ik ook binnenschoolse examens?
In een enkel geval is het ook mogelijk om op school een P2M-examen af te ronden. Dit geldt voor een aantal medisch technische handelingen. Zie hiervoor bijlage 5. Het is ook mogelijk om binnenschools voor de andere lintexamens bewijsstukken te verzamelen. Ook sommige keuzedelen worden op school met een examen van P2M afgesloten. Als dit aan de orde is wordt dit bij het examen vermeld.
4. Wat is mijn rol als student?
Je bent verantwoordelijk voor je eigen leerproces. Dat betekent dat jij voor de taak staat om goed te communiceren met alle betrokken personen bij jouw BPV.
In het opdrachtenboekje en de examenmethode van zit een algemene handleiding. Hierin worden de onderdelen van de (examen)opdracht en de beoordelingssystematiek beschreven. Jouw begeleiders mogen er van uitgaan dat jij begrijpt wat daar beschreven staat. Dit geldt in het bijzonder voor wat er staat bij ‘Instructie student’ en ‘Instructie beoordelaar’.
5. Hoe werk ik aan mijn opdrachten en examens?
In de opdrachten en examens staat vermeld hoe aan de opdrachten en examens kan worden gewerkt. De criteria zijn daarbij leidend. Hierbij geldt de afspraak dat in eventuele verslagen geen namen van cliënten voorkomen.
6. Hoe word ik in de BPV tijdens mijn opdrachten en examens beoordeeld?
Uitgangspunt voor de beoordeling van de opdrachten en de examens zijn de beoordelingscriteria zoals deze bij iedere opdracht en ieder examen vermeld staan.
De beoordeling wordt gedaan op de werkvloer (tenzij sprake is van een simulatie), nadat je een GO hebt ontvangen (voor de GO - NO GO-lijst: zie bijlage 2).
Een GO houdt in dat voor deze opdracht of dit examen de begeleiding stopt en de beoordeling start. Begeleiding en beoordeling zijn twee verschillende fasen. Tijdens begeleiding oefen je met de examens en ontvang je feedback. Tijdens de beoordeling worden examencriteria beoordeeld. Je ontvangt een beoordeling van deze criteria, met een schriftelijke toelichting. In de meest ideale situatie is jouw beoordelaar een andere persoon dan jouw begeleider(s).
Heb je niet geoefend, dan krijg je geen GO. De opdracht kan dan nog niet beoordeeld worden. Samen met je begeleider spreek je af wanneer je gaat oefenen om alsnog een GO tot beoordeling te kunnen ontvangen.
In de Algemene handleiding van het opdrachtenboekje en de examenmethode van
staan bij ‘Instructie beoordelaar’ aanwijzingen voor de beoordelaar bij het voorbereiden en uitvoeren
van de beoordeling van de opdrachten.
Naar aanleiding van de beoordeling van de opdrachten en examens heeft de beoordelaar een gesprek met je. Tijdens dit gesprek wordt het resultaat van de beoordeling met jou besproken.
Het resultaat van de beoordeling kan drieërlei zijn: onvoldoende, voldoende en goed. Het kan dus zijn, dat je ondanks een GO na het oefenen toch een onvoldoende haalt tijdens de beoordeling.
In het OER lees je meer over eventuele herkansingsmogelijkheid.
Het Hoornbeeck College is eindverantwoordelijk voor de beoordeling van de opdrachten en de examens. Daarom stelt de examencommissie van het Hoornbeeck College na de BPV-periode officieel de BPV-resultaten vast. Indien de examencommissie het door het leerbedrijf voorgestelde resultaat niet kan overnemen, wordt het leerbedrijf hiervan op de hoogte gesteld.
7. Hoe wordt de kwaliteit van de beoordeling en de examinering geborgd?
Praktijkleren is een belangrijk onderdeel van je opleiding. Tijdens de BPV kun jij in praktijk brengen wat geleerd en/of geoefend is op school. Binnen je leerbedrijf wordt samen met jou en de collega’s naar jouw functioneren in de praktijk gekeken. Daarbij wordt het niveau van jou als student in opleiding getoetst aan de hand van concrete praktijkopdrachten en examens.
Ten aanzien van deze examinering dragen het leerbedrijf en het Hoornbeeck College een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Hieronder staat aangegeven hoe dit is vormgegeven.
Voorafgaand aan de examinering in de BPV
• Je loopt stage in een erkend leerbedrijf. Dit wordt altijd gecheckt voordat je een praktijkovereenkomst ontvangt.
• Je wordt tijdens de stage beoordeeld door een daartoe deskundig persoon. Ten behoeve hiervan wordt periodiek aan je leerbedrijf gevraagd om een deskundigheidsverklaring in te vullen voor de personen die dit betreft.
• Je BPV-docent is geïnformeerd over de inhoud van je stage. Deze informatie blijkt uit:
o Deze BPV-gids, waarin in paragraaf 2 vermeld staat welke praktijkopdrachten in welke stage aan de orde zijn.
o Een overzicht met BPV-examenafspraken, dat de BPV-coördinator aan elke BPV-docent geeft.
o Indien van toepassing een document met afwijkende BPV-examenafspraken. Dit is bijvoorbeeld aan de orde wanneer je niet de standaardstage doet, maar een inhaal- of herstage.
• Je BPV-docent bespreekt de werkwijze van examinering in de BPV met jou en degene die je beoordeelt.
Tijdens de examinering in de BPV
• Je BPV-docent heeft regelmatig contact met je leerbedrijf en bewaakt het beoordelingsproces.
• Je BPV-docent heeft regelmatig contact met jou.
• Eventuele bijzonderheden worden door je BPV-docent met de BPV-coördinator en/of de opleidingsmanager kortgesloten.
• Regelmatig vindt namens de examencommissie van je opleiding een steekproef van de beoordeling tijdens de stage plaats.
Dit kan voor jou betekenen dat tijdens je beoordeling in de praktijk ook de docent van school aanwezig is. Van deze steekproef wordt een verslag gemaakt, dat besproken wordt tijdens een vergadering van de examencommissie van je opleiding.
Na afloop van de examinering in de BPV
• Jij en je beoordelaar in de BPV ontvangen na afloop van de BPV een evaluatieformulier. Zie bijlage 3 en 4. In dit formulier wordt gevraagd naar de kwaliteit van jouw beoordeling in de BPV.
• Indien de ingevulde evaluatieformulieren hiertoe aanleiding geven, vindt hierover een gesprek met jou of je praktijkopleider plaats.
• Je BPV-docent checkt of je alle benodigde documenten op het daarvoor bepaalde moment hebt ingeleverd en legt dit vast in de ‘checklist deugdelijkheid BPV-examens’.
• Je BPV-coördinator draagt zorg voor juiste verwerking van je BPV-resultaten in het leerlingvolgsysteem.
• De examencommissie van jouw opleiding checkt de deugdelijkheid van je BPV-examen.
• De examencommissie van jouw opleiding stelt vervolgens de beoordelingen van je BPV vast en maakt de uitslag hiervan aan jou bekend.
• De beoordelingen van je BPV-examens worden tot 24 maanden na diplomering bewaard.
8. Wat staat er in het protocol ongewenste bejegening tijdens BPV (BOL)?
8.1 Wat moet ik weten over ongewenste bejegening?
Het is het belangrijk om aandacht te hebben voor een goede omgang met iedereen die bij de BPV betrokken is. Naast het feit dat er vele goede ervaringen tijdens de BPV worden opgedaan, is het ook erg belangrijk bedacht te zijn op ongewenste bejegening op de BPV-plaats. Gedacht wordt dan aan agressie en geweld, discriminerend gedrag en seksuele intimidatie. Om duidelijk te maken wat we met deze drie begrippen bedoelen volgt hieronder een citaat uit artikel 3 van de Arbowet:
Agressie en geweld: Voorvallen waarbij een werknemer dan wel een student psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid of het volgen van onderwijs.
Discriminerend gedrag: Gedrag waarbij gelijke gevallen niet gelijk behandeld worden, op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, seksuele voorkeur, fysieke en psychische handicap op welke grond dan ook.
Seksuele intimidatie: ongewenste seksuele toenadering, verzoeken om seksuele gunsten of ander verbaal, non-verbaal, schriftelijk of fysiek gedrag van seksuele aard, die door de klager als inbreuken op zijn/ haar intieme levenssfeer worden beschouwd, hetgeen de aangeklaagde wist of ten minste had moeten begrijpen.
Ongewenste bejegening komt nog steeds regelmatig voor in allerlei organisaties. Nadrukkelijk wijzen we erop dat ongewenst gedrag, agressie, discriminatie, ongewenste intimiteiten of seksuele intimidatie in houding, taal of gebaar op geen enkele wijze geaccepteerd hoeven te worden.
Met nadruk vragen we je om er direct werk van te maken als jij ongewenst wordt bejegend. Denk niet bij voorbaat dat je er zelf schuldig aan bent of dat je er misschien aanleiding toe zal hebben gegeven. Er zijn twee mogelijkheden om actie te ondernemen:
• Je kunt contact opnemen met de vertrouwenspersoon in de organisatie of de BPV-coördinator van het Hoornbeeck College;
• Je belt de vertrouwenspersoon voor ongewenste bejegening van het Hoornbeeck College.
Je kunt deze persoon ook om advies vragen. De vertrouwenspersoon van het Hoornbeeck College neemt contact op met de vertrouwenspersoon van het leerbedrijf waar je werkt.
In alle gevallen geldt dat vertrouwelijkheid volledig wordt gegarandeerd.
8.2 Wat gebeurt er nadat een melding heb over ongewenste bejegening op de BPV-plaats?
• Degene die de melding krijgt overlegt met de BPV-docent, de BPV-coördinator en de opleidingsmanager.
• De BPV-docent en de BPV-coördinator of de opleidingsmanager voeren een gesprek met jou en adviseren je over eventuele vervolgstappen (als het belemmerend lijkt te werken dat twee personen het gesprek voeren, kan in overleg besloten worden dat het een gesprek ‘onder vier ogen’ wordt).
• De BPV-docent (of de BPV-coördinator of de opleidingsmanager) neemt na bovengenoemde stappen contact op met de BPV-instelling en bespreekt eventuele vervolgstappen.
• De opleidingsmanager neemt een besluit over het al dan niet informeren van xxxxx(s) of verzorger(s), docententeam, Hoornbeeck-directie.
• De BPV-docent en de BPV-coördinator of de opleidingsmanager voeren een afrondend gesprek met de student met eventuele verwijzing voor verdere hulpverlening.
• De praktijkdocent en de BPV-coördinator en/of de opleidingsmanager werken mee aan eventuele externe onderzoeken.
• Tijdens elke fase van het onderzoek doet het Hoornbeeck College geen enkele uitspraak ter bevestiging of ontkenning van eventuele misstappen.
8.3 Wat gebeurt er als de BPV-instelling een melding doet over ongewenste bejegening?
• Dan geldt dezelfde procedure als onder 8.2 met onderstaande aanvullingen.
• De BPV-docent en BPV-coördinator of de opleidingsmanager bezoeken na een melding zo spoedig mogelijk de BPV-instelling en indien gewenst de ouder(s) of verzorger(s) voor een gesprek.
• Tijdens eventuele onderzoeken krijg jij een ‘voorlopige schorsing’.
• De ‘voorlopige schorsing’ wordt na juridische vaststelling van onjuistheid onmiddellijk opgeheven.
• Bij eventuele schuld geven we het advies van uitschrijving.
Het protocol ongewenste bejegening vind je op de website van het Hoornbeeck
College: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxx/xxxxxxx/0000/00/xxxxxxxx-xxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx- tijdens-BPV.pdf
9. Waar kan ik terecht met mijn vraag of klacht?
Wanneer je een vraag of klacht hebt over je beroepspraktijkvorming kun je hiervoor terecht bij je BPV- docent, BPV-coördinator of opleidingsmanager. Wanneer je onverhoopt een klacht hebt die niet naar tevredenheid is opgelost, verwijzen we je naar de klachtenregeling. Hiervan kan ook je leerbedrijf gebruik maken. De klachtenregeling vind je op de website van het Hoornbeeck College: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxx/xxxxxxx/0000/00/xxxxxxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxx.xxx
10. Welke belangrijke begrippen kan ik tegenkomen in de BPV?
Beroepspraktijkvorming (BPV) | Het onderwijs dat plaatsvindt in de praktijk van het beroep, in een bedrijf of organisatie, op grond van een praktijkovereenkomst. |
BPV-coördinator | De persoon die door het Hoornbeeck College wordt aangewezen om de studenten te plaatsen binnen leerbedrijven |
BPV-docent | De persoon die door het Hoornbeeck College wordt aangewezen om de student (met name pedagogisch en didactisch) te begeleiden in het kader van de beroepspraktijkvorming. Deze wordt ook wel praktijkconsulent of praktijkdocent genoemd. |
Instelling | Het Hoornbeeck College |
Leerbedrijf | Het bedrijf dat de organisatie van de BPV verzorgt. |
Praktijkopleider | De persoon die door het leerbedrijf wordt aangewezen om de studenten en de BPV-begeleiders te begeleiden. |
Praktijkovereenkomst (POK) | De overeenkomst die wordt gesloten tussen het Hoornbeeck College, de student en het leerbedrijf voor de realisering van de beroepspraktijkvorming. |
Student | De student i.d.z. van artikel 8.1.1 Wet Educatie Beroepsonderwijs. |
BPV-begeleider | De persoon die door het leerbedrijf wordt aangewezen om de studenten te begeleiden tijdens de beroepspraktijkvorming. Deze persoon draagt zorg voor: - Jouw leren van het beroepsmatig handelen - Een goede voorbereiding, beoordeling en afronding van je BPV - Het voeren van begeleidings-, voortgangs- en beoordelingsgesprekken met jou |
Bijlage 1: Urenaftekenlijst
Bijlage 2: GO / NO GO lijst
GO/NO GO lijst | ||
BPV-praktijk: BPV-beoordelaar: | ||
BPV-Opdracht of P2M examen: | Geoefend op: | Een GO verleend op: |
Bijlage 3: Evaluatieformulier student
Bijlage 4: Evaluatieformulier leerbedrijf
Bijlage 5: Medisch-technische handelingen
Examen Medisch-technisch handelen – DA-opleiding – (1e druk, december 2021)
Medisch-technische handelingen | Verplicht in BPV | Indien mogelijk in BPV | Indien niet mogelijk in BPV | ||
examineren op school | vrijstelling | ||||
1 | Allergietests uitvoeren | (X) | X | ||
2 | Wratten aanstippen | X | |||
3 | Injecteren subcutaan* | X* | |||
4 | Injecteren intracutaan* | X* | X* | ||
5 | Injecteren intramusculair* | X* | |||
6 | Corpus alienum verwijderen | X | X | ||
7 | Cervixuitstrijkjes afnemen | X | |||
8 | Oren uitspuiten | X | |||
9 | Functiemetingen verrichten | X | |||
10 | Vragenlijsten afnemen | X | |||
11 | Laboratoriumbepalingen | X | |||
12 | Monsters verzamelen | X | |||
13 | Vingerprik | X | |||
14 | Venapunctie* | X* | X* | ||
15 | Medicatie checken en registreren voor controle/autorisatie arts | X | |||
16 | Medicatie toedienen oraal, rectaal of vaginaal | X¹ | X¹ | ||
17 | Medicatie toedienen via de huid | X¹ | X¹ | ||
18 | Medicatie toedienen via de luchtwegen | X¹ | X¹ | ||
19 | Medicatie toedienen via de slijmvliezen | X¹ | X¹ | ||
20 | Wonden reinigen/spoelen | X | |||
21 | Wondbedekkers aanbrengen | X | |||
22 | Hechtingen verwijderen | X | |||
23 | Tampons verwijderen | (X) | X | ||
24 | Wonden lijmen | X | X | ||
25 | Hechten* | (X*) | X | ||
26 | Zwachteltechnieken toepassen | X | |||
27 | Eerste hulp (somatisch) verlenen bij: Verwondingen, vergiftigingen, verstikking, verslikken | - | - | X | |
28 | Eerste hulp (somatisch) verlenen bij ademstilstand of circulatiestilstand | - | - | X |
Uitgangspunten:
• Binnenschools wordt bij medisch-technische handelingen gewerkt met een aftekenboekje. Alleen de handelingen die op school behandeld zijn, mogen geëxamineerd worden.
• *Voor de voorbehouden handelingen (*) geldt dat deze op school afgetekend moeten zijn, voordat deze geëxamineerd mogen worden.
• De student examineert zoveel mogelijk handelingen in de BPV. De handelingen uit de kolom ‘Verplicht in BPV’ dienen sowieso in de BPV geëxamineerd te zijn. Maar ook voor de overige handelingen geldt dat deze zoveel mogelijk in de BPV geëxamineerd moeten worden. De BPV-docent stimuleert de student om hierin initiatief te nemen.
• Het zal niet altijd mogelijk zijn dat elke student alle handelingen in de BPV examineert. Om daaraan tegemoet te komen worden op school examenmomenten ingeroosterd voor het afnemen van examenopdrachten. Elke locatie dient deze examenmomenten zelf in te plannen.
• ¹Examineren van handelingen ‘medicatie toedienen’ (nr’s 16 tot en met 19) worden geëxamineerd in één examen: de student bereidt deze vier handelingen voor en trekt bij het examen ‘blind’ één van deze vier handelingen. Bij deze handeling m.b.t. medicatie toedienen wordt dit resultaat als representatief voor de overige drie handelingen ‘medicatie toedienen’ gezien en overgenomen.
• De examenopdrachten Eerste hulp (somatisch) verlenen bij: verwondingen, vergiftigingen, verstikking, verslikken (nr. 27) en Eerste hulp (somatisch) verlenen bij ademstilstand en circulatiestilstand (nr. 28) worden per definitie op school geëxamineerd door middel van het afnemen van het Oranje Kruis examen.
• De handelingen die vrijgesteld worden, worden in de Prove2Move-examenmap van de student geregistreerd door middel van ‘VRIJ’. Voor de beoordeling en cesuur van het Prove2Move-examen Medisch-technisch handelen kan de beoordelingstabel uit de examenmap gevolgd worden o.b.v. het te behalen aantal handelingen. Minus de vrijstellingen zijn dit 25 medisch-technische handelingen.
Bijlage 6: Examineren in de BPV van niet behandelde vaardigheden
In principe worden alleen de op school behandelde vaardigheden in BPV geëxamineerd.
In enkele gevallen komt het voor dat een bepaalde handeling in een BPV-bedrijf veel voorkomt en daardoor geschikt is om op deze BPV-plaats te examineren. Oók als je deze vaardigheid nog niet op school behandeld hebt. Dit noemen we ‘versnellen’ en is onder bepaalde voorwaarden mogelijk.
Neem dan eerst contact op met je BPV-docent. De BPV-docent vult onderstaande beslisboom in:
Vraag | Vervolg | |
1 | Heeft de student een groen studieadvies? | Ja: ga naar de volgende vraag Nee: de student kan niet versnellen |
2 | Kan de student een planning (met de onderdelen ‘oefenen’ en ‘aftoetsen’) laten zien voor alle tijdens deze BPV te behalen vaardigheden? | Ja: ga naar de volgende vraag Nee: de student kan niet versnellen |
3 | Loopt de student op schema met zijn planning t.a.v. toetsen/examineren van opdrachten/examens? | Ja: ga naar de volgende vraag Nee: de student kan niet versnellen |
4 | Staat de BPV-begeleider van de student achter een eventuele versnelling? | Ja: ga naar de volgende vraag Nee: de student kan niet versnellen |
5 | Staat de BPV-docent achter een eventuele versnelling? | Ja: de student kan versnellen |
De docent deelt de uitkomst aan de student en BPV-begeleider mee en geeft aan welke vervolgacties nodig zijn om daadwerkelijk te versnellen:
1. De student bestudeert de theorie die bij de betreffende handeling hoort.
2. De student werkt t.a.v. deze handeling een overzicht van mogelijke complicaties uit en levert dit in bij de BPV-docent en BPV-begeleider.
3. De BPV-docent en de BPV-begeleider beoordelen de uitwerking en komen op basis hiervan samen tot een conclusie (al dan niet gaan oefenen in de praktijk).
4. De BPV-docent legt dit besluit vast in het studentinformatiesysteem (SIS).
NB: Indien een BPV-instelling naast bovengenoemde acties nog een extra inspanning van de student vraagt, geldt het voldoen aan deze extra inspanning ook als voorwaarde voor het oefenen / aftoetsen in de praktijk.
Indien een student geen akkoord voor ‘versnellen’ heeft verkregen en een begeleider (of: het leerbedrijf besluit om een student een niet op school behandelde vaardigheid aan te leren/te examineren, dan valt dit onder verantwoordelijkheid van het leerbedrijf (en daarmee buiten verantwoordelijkheid van het Hoornbeeck College).