STAD BRUSSEL
STAD BRUSSEL
AANKOOPCENTRALE
--------------------------------
OPENBARE AANBESTEDING
Bestek nr. CDA/004567/CLP
Opdracht van diensten voor het onderhoud, gedurende 60 maanden, van de brandblussers in verschillende gebouwen van de Stad
Belangrijke opmerkingen
1. De aandacht van de inschrijvers wordt in het bijzonder gevestigd op artikel 86 van dit bestek betreffende de vermoedelijke hoeveelheden in de inventaris.
2. Verkoopsvoorwaarden
Verkoopsvoorwaarden die afwijken van de bepalingen van het bestek en waarvan de inschrijver niet uitdrukkelijk verklaart dat ze niet van toepassing zijn op de opdracht, kunnen leiden tot de onregelmatigheid van de offerte.
Dit geldt ook wanneer dergelijke voorwaarden voorkomen op de keerzijde van standaard documenten van de inschrijver.
EERSTE DEEL - ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN (1)
-----------------------------------------------------------------------------
De opdracht zal uitgevoerd worden volgens onderstaande clausules en voorschriften.
a) De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten (B.S. van 22 januari 1994, errata B.S. van 25 februari 1997) en haar wijzigingen.
b) De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S. van 18 september 1996), haar wijzigingen en haar uitvoeringsbesluiten.
c) Het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken (B.S. van 26 januari 1996, errata B.S. van 25 februari 1997) en zijn wijzigingen.
d) Het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken (B.S. van 18 oktober 1996), met bijlage betreffende de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken, en zijn wijzigingen.
e) Het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB) en de codex, met errata en wijzigingen.
f) De Belgische Normen NBN S21-050 en NBN EN 45004.
De opdracht is bovendien onderworpen aan de bepalingen van dit bestek welke, in voorkomend geval, een afwijking kunnen inhouden t.o.v. deze van de algemene aannemingsvoorwaarden.
Belangrijke opmerking
Door het feit dat de inschrijvers hun offerte indienen, worden zij verondersteld kennisgenomen te hebben van de documenten waarvan hierboven sprake en van deze in de technische voorschriften.
(1)De nummers van de artikels vermeld in de administratieve bepalingen van dit bestek en in de artikels die daarnaar verwijzen, stemmen overeen met de nummering van de artikels van de wet van 24 december 1993 en de koninklijke besluiten van 8 januari en 26 september 1996 waarvan hierboven sprake in de punten a, c en d.
WET VAN 24 DECEMBER 1993 BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN SOMMIGE OPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN
HOOFDSTUK II - Wijzen waarop overheidsopdrachten worden gegund en regels van toepassing op de prijsaanvraag voor ontwerpen
Afdeling II - Overheidsopdrachten ingevolge aanbesteding en offerteaanvraag Gunningscriteria
Artikel 15
De opdracht zal gegund worden aan de inschrijver die de laagste regelmatige offerte indient.
KONINKLIJK BESLUIT VAN 8 JANUARI 1996 BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN
TITEL III
Bepalingen betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van diensten HOOFDSTUK II - Regels in verband met de kwalitatieve selectie
voor de overheidsopdrachten voor aanneming van diensten
Artikel 68
De bekwaamheid van de inschrijver om te kunnen voldoen aan de eisen van de opdracht zal geëvalueerd worden op basis van de volgende selectiecriteria waarvoor de inschrijver de documenten vermeld onder de punten a, b en c bij zijn offerte dient te voegen.
a) eigen situatie van de dienstverlener (artikel 69)
1. een ondertekende en gedateerde verklaring van de inschrijver die bevestigt dat hij zich niet bevindt in één van de situaties vermeld in artikel 69, §§ 1 en 2, punten 1 tot 4. Hiertoe zal het formulier "VERKLARING" achteraan in dit bestek worden gebruikt;
2. in orde zijn met zijn bijdragen aan de sociale zekerheid :
- voor de buitenlandse dienstverlener: conform artikel 69bis van het koninklijk besluit van 8 januari 1996, een attest dat uitgereikt werd door de bevoegde overheid en waarin bevestigd wordt dat hij voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is (indien een dergelijk document niet uitgereikt wordt in het betrokken land, kan het vervangen worden door een verklaring onder eed of een plechtige verklaring van de inschrijver voor een gerechtelijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van dat land);
- - NB: voor de Belgische of buitenlandse dienstverlener die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders, zal de Stad Brussel, conform het artikel 72, § 5, van het koninklijk besluit van 8 januari 1996, via elektronische weg nagaan of de inschrijver voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid;
3. in orde zijn met de verplichtingen inzake directe en indirecte belastingen :
• voor de Belgische dienstverlener : attest 276C2 voor de directe belastingen en recent BTW- uittreksel of verklaring van de BTW-administratie voor de indirecte belastingen;
• voor de buitenlandse dienstverlener : een attest volgens de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is;
b) technische bekwaamheid van de dienstverlener (artikel 71)
1. de 3 voornaamste met het voorwerp van de opdracht vergelijkbare diensten die hij gedurende de afgelopen drie jaar heeft uitgevoerd, met vermelding van hun bedrag, hun datum en van de publiek- of privaatrechtelijke instanties waarvoor zij bestemd waren :
• indien het diensten aan de overheid betreft, moet hun uitvoering aangetoond worden door certificaten die door de bevoegde overheid zijn opgesteld of geviseerd;
• indien het gaat om diensten aan privaatrechtelijke personen, wordt hun uitvoering aangetoond door certificaten opgesteld door deze personen of, bij ontstentenis, is een verklaring van de dienstverlener toegelaten die bevestigt dat de diensten uitgevoerd werden;
2. een verklaring die de werktuigen, het materieel en de technische uitrusting vermeldt waarover de dienstverlener zal beschikken voor de uitvoering van de diensten (voldoende gedetailleerde beschrijving van het materieel, eventueel gestaafd met foto’s);
3. een beschrijving van de maatregelen die de dienstverlener treft om de kwaliteit te waarborgen;
4. de dienstverlener bepaalt het deel van de opdracht dat hij eventueel voornemens is in onderaanneming te geven.
c) accreditatie (artikel 72 § 3)
een kopie van zijn accreditatie door het Nationaal Certificeringsorgaan voor het onderhoud van brandblussers (NBN EN 45004) of een gelijkwaardig attest voor de buitenlandse inschrijvers.
Belangrijke opmerkingen
- Alle documenten zullen opgesteld zijn in het Nederlands of het Frans, en, in geval van vertaling, geattesteerd zijn door een beëdigd vertaler.
- De inschrijver zal deze documenten vooraan in zijn offerte bundelen in een deel met titel KWALITATIEVE SELECTIE - INLICHTINGEN. Dit moet het bestuur toelaten om over te gaan tot de kwalitatieve selectie alvorens de offerte zelf te beoordelen.
TITEL V - Prijsbepaling en prijsonderzoek
Artikel 86
De opdracht is volgens prijslijst.
De hoeveelheden in de inventaris zijn slechts vermeld om een idee te geven. Ze gelden niet als een verbintenis aangegaan door de Stad Brussel. De uiteindelijk bestelde hoeveelheden kunnen groter of kleiner zijn dan de vermelde. Alleen de werkelijk uitgevoerde prestaties zullen betaald worden en dit tegen de eenheidsprijzen van de offerte.
TITEL VI - De offertes en de gunning bij aanbesteding en offerteaanvraag HOOFDSTUK I - Opmaken van de offerte
Afdeling 1- Vorm en inhoud van de offerte
Artikel 89
De offertes worden opgemaakt op of volgens de daartoe bestemde documenten van dit bestek, opgesteld volgens het model bedoeld in artikel 90 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996.
Elke offerte of inventaris die op een ander document is opgemaakt, valt onder de volledige verantwoordelijkheid van de inschrijver die bovenaan op zijn document volgende formule moet vermelden :
“Ik, ondergetekende ... verklaar te hebben gecontroleerd of de hiernavermelde gegevens in volstrekte overeenstemming zijn met de vermeldingen op het door de aanbestedende overheid verstrekte offerteformulier en neem hiervoor de volledige verantwoordelijkheid.
Iedere melding die strijdig is met het door de aanbestedende overheid vastgestelde model, moet als niet geschreven worden beschouwd”.
Afdeling VI - Prijsopgave, opdrachten in percelen en gebruik van de talen Artikel 100 § 2
De prijzen worden in de offerte in euro opgegeven.
Artikel 102
De inschrijver duidt de taal aan die hij kiest voor de interpretatie van het contract.
HOOFDSTUK II - Indienen van de offertes
Artikel 104
De offerte wordt bezorgd onder gesloten omslag met het adres van de Aankoopcentrale, het onderwerp van de opdracht, de datum en het uur van de zitting waarop de offertes worden geopend en de referentie van dit bestek. Bij inzending per post, als gewoon of aangetekend stuk, wordt die gesloten omslag geschoven in een tweede omslag met het adres van de Aankoopcentrale en de vermelding ‘Inschrijving’.
Iedere offerte moet in het bezit zijn van de voorzitter voor de openverklaring van de zitting voor de opening van de offertes.
Nochtans wordt een offerte die te laat aankomt, in overweging genomen voor zover :
1. de aanbestedende overheid aan de dienstverlener nog geen kennis heeft gegeven van haar beslissing;
2. en de offerte ten laatste vier kalenderdagen voor de dag vastgesteld voor de opening van de offertes bij de post als aangetekende zending is afgegeven.
HOOFDSTUK III - Opening van de offertes
Artikel 106
De offertes moeten afgegeven worden aan de Aankoopcentrale, Centraal Secretariaat, eerste verdieping, lokaal D 12, 9de Linielaan 39 te 0000 Xxxxxxx, ten laatste op de dag en voor het uur bepaald voor de opening van de offertes, hetzij voor 13 september 2012, om 9 uur.
De opening van de offertes heeft plaats in lokaal C08b op de tussenverdieping op hetzelfde adres.
HOOFDSTUK V - Keuze van de begunstigde bij aanbesteding of offerteaanvraag Afdeling III - Gestanddoeningstermijn voor de inschrijvers
Artikel 116
De termijn die de administratie toegewezen krijgt om aan de dienstverlener mee te delen dat zijn offerte goedgekeurd werd, wordt door dit bestek bepaald op 180 kalenderdagen, ingaande de dag nadat de offertes werden geopend.
KONINKLIJK BESLUIT VAN 26 SEPTEMBER 1996 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN
TITEL I - Algemene bepalingen voor de overheidsopdrachten HOOFDSTUK I - Algemene regels
Artikel 2 - 2°
De opdracht heeft een duur van 60 maanden.
Ze begint de eerste dag van de maand die volgt op de kennisgeving aan de dienstverlener van de goedkeuring van zijn offerte.
De Stad behoudt zich het recht voor om de opdracht op te zeggen op het einde van ieder burgerlijk jaar zonder een vergoeding te moeten betalen, op voorwaarde dat zij de dienstverlener hiervan minstens één maand voor het verstrijken van deze periode per aangetekend schrijven op de hoogte brengt.
BIJLAGE AAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26 SEPTEMBER 1996
ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMING VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN VOOR DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN
HOOFDSTUK I - Gemeenschappelijke bepalingen Afdeling 1 - Leiding en toezicht op de uitvoering
Onderafdeling 1 - Leidend ambtenaar
Artikel 1
De leiding en het toezicht op de uitvoering van de opdracht worden toevertrouwd aan
de heer DE PROFT, Directeur-generaal van de Aankoopcentrale, 9de Linielaan 39 te 0000 Xxxxxxx, leidend ambtenaar genoemd, met inachtneming van de bepalingen van de nieuwe gemeentewet.
Inlichtingen
De inschrijvers kunnen bij de Aankoopcentrale, 9de Linielaan 39 te 0000 Xxxxxxx (fax: 00 000 00 00, e-mail: XXX.Xxx.Xxx@xxxxxxx.xx, beheerder van de opdracht: Xxxxxxxxx Xxxxx), schriftelijk inlichtingen vragen en bekomen die voor het beoordelen van deze opdracht nodig of gewoon nuttig zijn. Het nummer van het bestek is te vermelden in de briefwisseling.
Er wordt geen rekening gehouden met vragen om inlichtingen die langs een andere weg gesteld worden.
Afdeling 3 - Regels betreffende de borgtocht
Onderafdeling 1 - Borgstelling
Artikel 5
§ 1 Bedrag van de borgtocht
De borgtocht wordt bepaald op 5% van de oorspronkelijke opdrachtssom (zonder BTW).
§ 2 Aard van de borgtocht
De borgtocht kan gesteld worden op een van de wijzen voorzien in artikel 5 § 2 van de algemene aannemingsvoorwaarden.
§ 3 Borgstelling en bewijs van borgstelling
De dienstverlener moet binnen de dertig kalenderdagen volgend op de dag van de gunning van de opdracht de borgtocht stellen. Het bewijs van borgstelling moet geleverd worden aan de Aankoopcentrale, 9de Linielaan 39 te 0000 Xxxxxxx.
Onderafdeling 5 - Vrijgave van de borgtocht
Artikel 9 § 2
De borgtocht zal in zijn totaliteit vrijgemaakt worden na afloop van deze opdracht.
Afdeling 7 - Prijsherziening
Artikel 13 § 2
De prijzen zijn onderworpen aan herziening in functie van de volgende formule :
p = P x (a x s + c)
S
waarin :
a = 0,80;
c = 0,20;
P = de prijs van de offerte; p = de herziene prijs;
S = het referteloon, landsgemiddelde, van toepassing 2 maanden voor de openingsdatum van de offertes;
s = het referteloon, landsgemiddelde, van toepassing de eerste maand van het trimester dat het voorwerp uitmaakt van de factuur.
Het eindresultaat van de berekening van de factor waarmee de prijs van de offerte wordt vermenigvuldigd, wordt afgerond op de vierde decimaal (naar beneden als de vijfde decimaal < 5 of naar boven als de vijfde decimaal ≥ 5).
De herziene prijs wordt volgens hetzelfde principe afgerond op het aantal decimalen van de prijs van de offerte (minimum twee).
Opmerking : de refertelonen, landsgemiddelde, worden bekendgemaakt op de website
xxxx://xxx.xxxxxx.xx, rubriek Agoria Index, Refertelonen.
Afdeling 9 - Betalingen
Artikel 15§ 2
De factuur, één per trimester, moeten :
a) opgesteld worden in twee exemplaren op naam van het departement Aankoopcentrale, dat voor de betaling ervan zorgt;
b) verplicht opgestuurd worden naar het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Brussel, t.a.v. het departement Financiën (Controle op de Uitgaven), Anspachlaan 6, 6de verdieping te 0000 Xxxxxxx;
c) vergezeld zijn van :
1) de uitvoeringsbonnen betreffende de prestaties die het voorwerp uitmaken van de factuur, en waarop de handtekening, de naam (in drukletters) en de hoedanigheid van de beambte bevoegd om de prestaties na te kijken, vermeld staan;
2) een samenvattende inventaris per adres die de datum van het laatste onderhoud en eventuele opmerkingen vermeldt;
d) het btw-nummer van de Stad Brussel vermelden, namelijk 0207.373.429. Belangrijke opmerking
De betaling van de prestaties heeft plaats volgens de bepalingen van artikel 15 § 2 van de algemene aannemingsvoorwaarden.
Afdeling 10 - Klachten en verzoeken
Artikel 16
Dit artikel is eveneens van toepassing ingeval de dienstverlener van oordeel is dat de bevelen die hij ontvangen heeft, in strijd zijn met de contractuele voorschriften.
De feiten worden per aangetekend schrijven ter kennis gebracht van het bestuur.
Afdeling 12- Rechtsvorderingen en termijnen
Artikel 18 - § 2
Elke gerechtelijke eis met betrekking tot de opdracht wordt verplicht voorgelegd aan de jurisdictie van het gerechtelijk arrondissement Brussel.
Artikel 67
HOOFDSTUK II - Bijzondere bepalingen Afdeling 3 - Opdrachten voor aanneming van diensten
Onderafdeling 1 - Elementen die in de prijzen zijn begrepen
De dienstverlener wordt geacht zowel in zijn eenheidsprijzen als in zijn globale prijzen alle kosten en heffingen die op de diensten wegen, te hebben inbegrepen, met uitzondering van de BTW.
In de prijzen zijn inzonderheid inbegrepen : de nodige werkuren, de verplaatsingskosten, de levering van de nodige stukken, de vervanging van de defecte onderdelen, het bevestigen van de brandblusser en de hervulling na gebruik alsook de kosten voor inventarisatie van de apparaten (het aanbrengen van barcodes) en het raadplegen en opvolgen van het onderhoud van de brandblussers via internet.
De inschrijver geeft een prijs voor elk artikel van de inventaris.
Onderafdeling 3 - Verloop van de opdracht Uitvoeringsmodaliteiten
Artikel 69
De dienstverlener mag zich in geen geval beroepen op bepaalde moeilijkheden om zich gedeeltelijk of volledig te onttrekken aan de volledige uitvoering van de aangegane verbintenissen. Hij wordt geacht zijn offerte opgesteld te hebben met volledige kennis van zaken.
§ 2 Gedeeltelijke bestellingen
Iedere herstelling, hervulling of verplaatsing van een brandblusser zal het voorwerp uitmaken van een gedeeltelijke bestelbon vanwege de Aankoopcentrale.
Alleen de Aankoopcentrale is bevoegd om de gedeeltelijke bestelbons op te stellen en te versturen. Alleen de facturen opgesteld op basis van deze bestelbons zullen aangenomen worden.
§ 3 Uitvoeringstermijnen
Voor de hervulling en het wegnemen van in de fabriek te herstellen of te onderhouden apparaten bedraagt de uitvoeringstermijn 48 uren.
Ieder weggenomen apparaat moet op hetzelfde ogenblik door een gelijkwaardig vervangen worden.
Plaats van dienstverlening
Artikel 70
§ 1 Plaats van dienstverlening
De dienstverlener is gehouden tegen de opgegeven prijs, op eigen kosten en risico, de dienstverlening uit te voeren op de plaatsen vermeld op de gedeeltelijke bestelbons.
Het onderhoud gebeurt in ongeveer 113 gebouwen op het grondgebied van de Stad Brussel. Een inventaris zal aan de dienstverlener worden overgemaakt bij de gunning van de opdracht.
TWEEDE DEEL - TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN
De dienstverlener verbindt zich tot het onderhoud met volledige waarborg van de toestellen vermeld in de inventaris die aan dit bestek is toegevoegd. Er wordt aangenomen dat deze toestellen goed zijn onderhouden en in goede staat van werking zijn.
De dienstverlener onderhoudt alle in de gebouwen aanwezige brandblussers. De Stad geeft de lijst van de gebouwen aan de dienstverlener bij de gunning van de opdracht.
De dienstverlener bezorgt de Aankoopcentrale een jaarlijkse planning met de dagen en de uren van het onderhoud. De Aankoopcentrale verwittigt de betrokken departementen teneinde de aanwezigheid van een afgevaardigde te verzekeren.
Trimestrieel wordt tijdens een vergadering tussen de dienstverlener en de Aankoopcentrale de inventaris eventueel bijgewerkt ingevolge de vastgestelde verschillen bij het onderhoud en wordt de planning opgevolgd. De bijgewerkte inventaris wordt bij de trimestriële factuur gevoegd.
Het onderhoud van de brandblussers is van dien aard dat de apparaten in perfecte staat van werking gehouden worden. Het is van het type "volledige waarborg" en omvat niet alleen de levering van de nodige onderdelen en vervanging van de defecte stukken, maar, in voorkomend geval, ook de hervulling van de leeggespoten apparaten en het bevestigen van de brandblusser.
Een onderhoud van het type “volledige waarborg” stelt de beheerder van het gebouw in staat om op elk moment te voldoen aan art. 52.9 van het ARAB.
Als brandblussers moeten worden weggenomen om in de fabriek te worden hersteld of onderhouden, moet de verantwoordelijke van het onderhoud :
- de toestellen in kwestie afnemen en vervoeren;
- deze toestellen op het ogenblik van het wegnemen vervangen door gelijkwaardige apparaten in perfecte staat van werking, die ter beschikking worden gesteld en geplaatst door de dienstverlener voor de ganse duur van de herstelling of het onderhoud;
- de herstelde of onderhouden toestellen terugplaatsen.
De toestellen die nog geen jaar oud zijn, worden niet onderhouden aangezien ze nog onder de waarborg vallen.
Jaarlijks worden 30 door de Stad uitgekozen brandblussers daadwerkelijk beproefd op hun werking. De Stad deelt de datum van deze proef schriftelijk mee aan de dienstverlener met inachtneming van een voorafgaande termijn van minstens 5 werkdagen na de postdatum. In deze mededeling worden het aantal en het type vermeld van de aan de proef onderworpen brandblussers. De 30 brandblussers worden op de dag van de proef zelf door de Stad uitgekozen in aanwezigheid van een bevoegde controleur van de dienstverlener.
Deze laatste is belast met :
- het afnemen en het vervoeren van de toestellen in kwestie;
- het vervangen van deze toestellen op het ogenblik van het wegnemen door gelijkwaardige apparaten in perfecte staat van werking, die ter beschikking worden gesteld en geplaatst door de dienstverlener tot wanneer de oorspronkelijke toestellen, nagezien en herladen, worden teruggeplaatst;
- de uitvoering van de proef volgens de richtlijnen van de Stad.
Na de proef worden de 30 brandblussers nagezien, herladen en teruggeplaatst door de dienstverlener.
De Stad behoudt zich ook het recht voor een afspraak te maken met een verantwoordelijke van de dienstverlener in een van de gebouwen van de Stad om ter plaatse vast te stellen of het werk volgens de regels van de kunst uitgevoerd werd.
A. Voor de brandblussers met poeder, CO2 en water omvat de opdracht onder andere
1. het jaarlijks nazicht en onderhoud van de toestellen door een terzake bevoegde controleur van de dienstverlener en conform de norm XXX X00-000;
2. het uitvoeren binnen de 48 uur van elk bijkomend bezoek voor nazicht of onderhoud, na iedere oproep van de Aankoopcentrale, waarbij aan de dienstverlener een defect van een of meerdere toestellen wordt gemeld;
3. de nodige leveringen en vervangingen van de ladingen (eveneens als de toestellen gebruikt werden bij brand van de goederen van de Stad).
De dienstverlener neemt de nodige maatregelen om de verenigbaarheid tussen het toestel en het type van de lading te waarborgen;
4. het regelmatig leveren en vervangen van de verschillende dichtingen en pakkingen van de toestellen;
5. het regelmatig leveren en vervangen van alle versleten of defecte stukken (het ophangsysteem en de bevestigingsmiddelen aan de bouwelementen inbegrepen).
De dienstverlener moet de Stad binnen de 24 uren melden als toestellen, die onbruikbaar geworden zijn of waarvan de doeltreffendheid bij gebruik niet meer verzekerd is, volledig vervangen moeten worden;
6. het leveren en aanbrengen van verflagen, gedeeltelijk of volledig indien nodig, volgens de wettelijke kleurencode;
7. het opnieuw laden, het nazicht, en indien noodzakelijk het herbeproeven, in de werkplaats van de dienstverlener, van alle CO2-flessen die de wettelijke voorgeschreven vervaldag bereikten of voor elk reservoir dat overeenkomstig de voorschriften van het ARAB 10% van zijn lading heeft verloren;
8. het nazicht, de levering en de plaatsing van de verzegeling;
9. het leveren en het plaatsen indien nodig van doorzichtige PVC-houders, voorzien van een etiket en ontworpen om aan de brandblussers bevestigd te worden;
10. bij elk nazicht of onderhoud van een brandblusser de aanduidingen op het etiket dat aan het apparaat is bevestigd, bijwerken (datum van het bezoek, handtekening van de controleur);
11. het nazicht van de veiligheidsventielen.
Naast de hierbovenvermelde handelingen omvatten het nazicht en het onderhoud de volgende handelingen :
B. Voor de toestellen met sparklet
12. de kop van het toestel afschroeven;
13. het nazicht van de staat van de verschillende dichtingen, van hun goede plaatsing en van de zuiverheid van het draagoppervlak;
14. het nazicht van de inwendige en uitwendige staat van de brandblusser; het onderzoek op corrosiesporen en mogelijke vervormingen van het lichaam, alsmede de beoordeling van het risico;
15. het nazicht van het ontgrendelingsmechanisme;
16. het nazicht van de werking van het inslagsysteem;
17. het nazicht van de werking van de trekveer;
18. zich vergewissen dat de dompelbuizen goed bevestigd zijn en niet beschadigd of verstopt zijn;
19. door afwegen de vullingsmassa nakijken van de sparklet;
20. door weging de massa van de lading controleren; controle van de lading; schudden van de lading (poeder zonder klonters en volkomen los).
C. Voor de toestellen met CO2
21. door weging de massa van de vulling controleren; het totale gewicht moet overeenstemmen met wat door de constructeur werd aangeduid;
22. de beproevingsdatum van de fles nakijken;
23. het onderzoek op corrosiesporen en op de mogelijke vervormingen van het lichaam, alsmede de beoordeling van hun risico;
24. het nazicht van het ontgrendelingsmechanisme;
25. het nazicht van de kraan, van de slang en van de sneeuwkoker.
Inventarisatie
De dienstverlener is belast met de inventarisatie van alle brandblussers van de Stad. Iedere brandblusser wordt met een unieke barcode gelabeld. De gegevens die op de uitvoeringsbon moeten staan (zie verder) moeten ingegeven worden en ter raadpleging op internet staan.
De opvolging via internet moet noodzakelijkerwijs het downloaden van de uitvoeringsbonnen en het downloaden van het Excelformaat van het park brandblussers mogelijk maken.
Uitvoeringsbonnen
Een model van uitvoeringsbon is als bijlage 1 bij het bestek gevoegd.
De ter plaatse afgevaardigde controleur van de dienstverlener geeft onmiddellijk na ieder bezoek aan een gebouw de uitvoeringsbon(nen) af aan de verantwoordelijke van het gebouw.
Iedere uitvoeringsbon :
- wordt duidelijk en leesbaar ingevuld, gedagtekend en ondertekend door de ter plaatse afgevaardigde controleur van de dienstverlener;
- wordt gedagtekend, ondertekend en eventueel vervolledigd met opmerkingen, door de verantwoordelijke van het gebouw.
Op iedere uitvoeringsbon worden vermeld
- de datum van het bezoek;
- de technische karakteristieken van iedere nageziene en onderhouden brandblusser (blusmiddel, lading in kg, fabricatiejaar);
- de voornaamste commerciële gegevens van iedere nageziene en onderhouden brandblusser;
- de eventuele opmerkingen;
- de ouderdom van de brandblusser. Indien deze ouder is dan 20 jaar, wordt een rapport naar de Aankoopcentrale gestuurd.
ZEER BELANGRIJK
Schade veroorzaakt door vandalisme of door ongelukken
De herstellingen nodig voor het verhelpen van de schade, veroorzaakt door vandalisme of door ongelukken, zijn eveneens door de dienstverlener uit te voeren.
Ieder geval van schade van deze aard, vastgesteld door de ter plaatse afgevaardigde controleur van de dienstverlener:
- wordt onmiddellijk medegedeeld aan de verantwoordelijke van het gebouw vooraleer de herstellingen uitgevoerd worden;
- wordt vermeld op de uitvoeringsbon die betrekking heeft op het bezoek waarbij de schade vastgesteld werd.
De kosten van deze herstellingen zijn ten laste van de Stad en maken het voorwerp uit van een afzonderlijke en gedetailleerde factuur.
Supplementaire brandblussers
Gedurende de opdracht kan het aantal te onderhouden brandblussers verhogen ingevolge de plaatsing door de Stad van nieuwe bijkomende apparaten, conform de NBN S21 - 011 tot 018 en voorzien van de keurmerken BENOR en NVBB (of gelijkaardig voor de andere landen van de Europese Unie).
De dienstverlener wordt in kennis gesteld van deze nieuwe bijkomende apparaten op de verjaardagen van de opdracht.
Verplaatsing van een brandblusser
Het verplaatsen van een brandblusser wordt enkel uitgevoerd in eenzelfde gebouw volgens de regels van de kunst en volgens de hierboven vermelde technische beschrijving. Indien nodig dient het toestel bevestigd te worden met een nieuw bevestigingsstuk, waarvoor geen prijstoeslag gevraagd wordt.
ALGEMENE PREVENTIE- EN BESCHERMINGSBEPALINGEN OP HET WERK (0902)
1. ALGEMENE BEPALINGEN
1.1. Doel van de bepalingen
Het naleven van de regels opgelegd door de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en deze opgelegd bij K.B. van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, is één van de voorwaarden waaronder de opdracht / het contract uitgevoerd wordt, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen voorzien in dit opzicht door onderhavig document.
In functie van de plaats en de aard van de werken moet rekening gehouden worden met specifieke risico’s:
a) voor elektriciteitswerken: elektrokutie, brandwonden bij werken met vlamboog of kortsluiting, inductie (HS-lijnen, bliksem);
b) voor gas: ontploffing, brand, brandwonden, intoxicatie, projectie van puin of materiaal;
c) voor water: verdrinking, intoxicatie, blootstelling aan druk of aan projecties van stukken;
d) voor werken en/of diensten in de hoogte: val van personen, val van verschillende voorwerpen;
e) voor werken met open vuur, met naakte vlam of met hete punten: brandwonden, ontploffing, brand, intoxicatie;
f) voor afbraakwerken: val van verschillende voorwerpen, stofontwikkeling voor het milieu;
g) voor het werk met behulp van arbeidsmiddelen (machines,...): elektrokutie, trillingen, projecties, brandwonden, snijwonden, verplettering;
h) voor alle soorten van werken en/of diensten: accidenteel opstarten van machines, lawaai, brandwonden, risico op kanker, warmte, val van personen, val van verschillende voorwerpen, elektrokutie; vergiftiging, verstuikingen, evacuatie, koude en slechte weersomstandigheden, gas, stoom, uitwasemingen, stof of rook, brand, infecties, letsels, beroepsziekten, radioactieve elementen, hinder, snijdende stukken, hinderlijke stralingen.
De specifieke risico’s eigen aan bepaalde werken en/of diensten, evenals de te nemen beschermings- en preventiemaatregelen, zijn vervat in deze bepalingen van bescherming en preventie zoals opgesomd onder punt 1.2.
Bovendien kunnen verschillende aannemers tegelijkertijd werken en/of diensten uitvoeren binnen de voormelde gebouwen of gelijktijdig of elkaar opvolgend werken of diensten uitvoeren in de onmiddellijke nabijheid van het personeel van de Stad Brussel of samen met dit personeel.
Dit document heeft ook tot doel ten aanzien van de aannemer de maatregelen voor de bescherming en de preventie op het werk nader te omschrijven en aan zijn werknemers en aan de werknemers van eventuele onderaannemers te verspreiden om zodoende de nodige informatie te verstrekken met betrekking tot de risico’s en de maatregelen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, van toepassing in de inrichting. Het is aan de aannemer om deze informatie aan zijn werknemers en eventuele onderaannemers te geven, zodat alle werken en/of diensten in opdracht van de Stad Brussel, door aannemers, onderaannemers en de respectievelijke werknemers, onder veilige omstandigheden kunnen verlopen.
1.2. Voorschriften betreffende de preventie en bescherming op het werk
De aannemer is ertoe gehouden de volgende bepalingen en voorschriften stipt na te leven:
1. alle wettelijke bepalingen betreffende de preventie en bescherming op het werk en in het bijzonder :
a) de wet van 24 december 1993 (B.S. van 22 januari 1994) en haar uitvoeringsbesluiten : betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten (artikels 12.§2. - 12.§3.).
b) de wet van 4 augustus 1996 (B.S. van 18 september 1996) betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
c) het K.B. van 12 augustus 1993 (B.S. van 28 september 1993) betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen, gewijzigd door het K.B. van 4 mei 1999 (B.S. van 4 juni 1999).
d) het K.B. van 7 augustus 1995 (B.S. van 17 september 1995) betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
e) het K.B. van 27 maart 1998 (B.S. van 31 maart 1998) betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemeres bij de uitvoering van hun werk.
f) het K.B. van 4 mei 1999 (B.S. van 4 juni 1999) betreffende het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen.
g) het K.B. van 4 mei 1999 (B.S. van 4 juni 1999) betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten.
h) het A.R.E.I.1.
2. de algemene voorschriften van preventie en bescherming op het werk vervat in dit document:
3. de specifieke voorschriften van preventie en bescherming op het werk van toepassing naar aanleiding van de uitvoering door een aannemer van bepaalde werken en/of diensten of het gebruik van specifieke arbeidsmiddelen.
Vooraleer de werken aan te vatten, wordt de aannemer geacht aan zijn werknemers de informatie en passende instructies ter kennis te brengen welke hem werden meegedeeld door de Stad Brussel inzake de risico’s voor de veiligheid en de gezondheid, de beschermings- en preventiemaatregelen, de eerste hulp maatregelen, de brandbestrijding en het evacueren van de werknemers, in voorkomend geval, na onderzoek ter plaatse van de werkvoorwaarden en risico’s - en de bijgevoegde verklaring volledig ingevuld en ondertekend terug te sturen aan de Stad Brussel.
1.3. Verantwoordelijkheid van de aannemer
1.3.1. De aannemer is verantwoordelijk voor de preventie en bescherming op het werk van de hem toevertrouwde werken en/of diensten. Hij moet daartoe alle maatregelen nemen. De voorschriften voor de preventie en bescherming op het werk opgenomen in dit document moeten door de aannemer aan zijn personeel en onderaannemers opgelegd worden. De aannemer staat er voor in dat deze de voorschriften naleven, alsook dat hun onderaannemers deze voorschriften op hun beurt opleggen aan hun personeel.
De aannemer zorgt er voor dat zijn werknemers voor de door hen uit te voeren taken voldoende opgeleid zijn, dat zij beschikken over de aangepaste arbeidsmiddelen (AM)2 en collectieve (CBM)3 en persoonlijke (PBM)4 beschermingsmiddelen en deze ook gebruiken.
De aannemer is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door zijn personeel en zijn onderaannemers. Hij zal de Stad Brussel vrijwaren voor vorderingen van derden.
1 A.R.E.I. = Algemeen Reglement voor de Elektrische Installaties
2 AM = arbeidsmiddelen: machines, toestellen, gereedschap, installaties (vb.:= hefwerktuig, elektrische toestellen, ladders, stelling )
3 CBM = collectieve beschermingsmiddelen: leuning,....
4 PBM = persoonlijke beschermingsmiddelen: handschoenen, helm,...
1.3.2. De aannemer zal de Stad Brussel onmiddellijk op de hoogte brengen van elke uitwendige omstandigheid die hem in de onmogelijkheid zou stellen om zijn werkzaamheden uit te voeren in overeenstemming met de betreffende voorschriften. Deze informatie zal schriftelijk worden bevestigd binnen de 24u.
1.3.3. De Stad Brussel heeft in het belang van de veiligheid van haar eigen werknemers steeds het recht de werkzaamheden te controleren, het gebruik van onveilig materieel, arbeidsmiddelen en/of werkmethodes te verbieden. Zij kan de werken en/of de diensten stoppen totdat de oorzaak daarvan is weggenomen, indien naar haar mening het werk dat gedaan wordt of de manier waarop het gedaan wordt onveilig, ongezond of milieu-onvriendelijk is. De aannemer, zijn aangestelden of de onderaannemers hebben geen enkel recht op vergoeding in de mate dat zij voor het ontstaan van de onveilige toestand verantwoordelijk zijn.
1.3.4. De personen die zich niet houden aan al deze bepalingen kunnen van de werf verwijderd worden. De aannemer is ertoe gehouden onmiddellijk ieder personeelslid te vervangen waarvan de Stad Brussel getuigt dat deze de goede uitvoering van de werken en/of de diensten in het gedrang brengt door ofwel zijn ongeschiktheid, ofwel zijn slechte wil ofwel zijn kennelijk wangedrag.
1.3.5. De algemene bepalingen voor preventie en bescherming op het werk, het recht op controles erin voorzien, het recht om de werkzaamheden te onderbreken, doen geen afbreuk aan de specifieke verantwoordelijkheid van de aannemer.
De richtlijnen en raadgevingen die de Stad Brussel aan de aannemer verstrekt inzake de toepassing van de diverse voorschriften kunnen de aannemers in generlei mate ontheffen van hun uitsluitende verantwoordelijkheid. De aannemer ontzegt zich in dat opzicht elk recht om enig verhaal tegen de Stad Brussel te doen gelden of om haar omwille daarvan medeverantwoordelijk te stellen.
1.4. Maatregelen ambtshalve.
De Stad Brussel kan ambtshalve de noodzakelijke maatregelen treffen, op kosten van de aannemer die ingebreke blijft, indien deze zijn verplichtingen inzake veiligheid en welzijn van de werknemers niet nakomt.
2. VOORSCHRIFTEN VAN PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK EN ORGANISATIE VAN DE WERKEN EN/OF DIENSTEN
2.1. Informatieplicht
De aannemer dient, vooraleer de werkzaamheden aan te vatten, zich in het algemeen voldoende op de hoogte te stellen van de specifieke werkomstandigheden en risico’s eigen aan de uit te voeren werken en/of diensten, evenals de beschermings- en preventiemaatregelen.
In het bijzonder zal hij zich informeren wat betreft het onderwerp aangaande:
a. de risico's en/of de gevaren eigen aan de werkplaats;
b. de instructies die er van toepassing zijn;
c. de middelen van verwittigings- of verbodstekens;
x. xx signalen of informatieborden;
e. de evacuatiemogelijkheden in geval van noodzaak;
f. de voorhanden zijnde blusmiddelen;
g. de communicatiemiddelen;
en:
h. de informatie en de verplichtingen eigen aan het gebouw van de bouwheer die door de onderaannemer moeten nageleefd worden;
i. de manier volgens xxxxxxx de onderaannemer deze verplichtingen zal nakomen;
j. de informatie die door de onderaannemer moet gegeven worden;
x. xx xxxxx, volgens xxxxxxx de controle op de verplichtingen van de onderaannemer zal geschieden;
l. de gevolgen van het niet naleven van deze bepalingen (sancties, herstellingen van schade, ...);
m. de wijze waarop de ingebrekestelling wordt gedaan en aan wie ze wordt betekend;
n. de verplichtingen van de bouwheer ten aanzien van de onderaannemer, o.a. voor wat betreft de meldingsplicht en coördinatie.
Daartoe zal de aannemer zich voorafgaandelijk ter plaatse begeven om de plaatsen waar de werken en/of de diensten moeten uitgevoerd worden, te onderzoeken teneinde zich te vergewissen van de werkvoorwaarden en alle preventie- en beschermingsmaatregelen op het werk te kunnen treffen.
Bijkomende noodzakelijke inlichtingen voor de aanvang van de uit te voeren werken kunnen steeds bekomen worden bij de Stad Brussel.
De aannemer zal deze bijzondere inlichtingen samen met de voorschriften betreffende de preventie en bescherming op het werk zoals beoogd in 1.2, aan zijn personeel en onderaannemers meedelen.
In geval de aard van de activiteiten van de aannemer specifieke risico’s bevatten, moet de aannemer deze meedelen aan de Stad Brussel zodat deze de nodige maatregelen kan nemen ter bescherming van haar personeelsleden. Dit geldt ook in het geval er specifieke risico’s verbonden zijn aan de door de aannemer gebruikte materialen.
2.2. Coördinatie van de werkzaamheden
2.2.1. De aannemer en de Stad Brussel dienen samen te werken bij het opstellen van de bepalingen inzake preventie en bescherming op het werk. Zij moeten in dit opzicht hun optreden coördineren. Ingeval op de werf gelijktijdig personeel van de Stad Brussel en de aannemer tewerkgesteld wordt, dienen de preventie- en beschermingsmaatregelen bepaald te worden in overleg met de Stad Brussel en overeenkomstig de geldende preventie- en beschermingsmaatregelen in de schoot van de Stad Brussel.
2.2.2. De aannemer wordt belast met de veiligheidsorganisatie van zijn werken en/of diensten en die van zijn aangestelden en onderaannemers inzake de preventie en bescherming op het werk. Hij zal daarom zorgen voor een degelijke coördinatie en het toezicht uitoefenen op alle personen die voor zijn rekening meewerken aan de uitvoering van de opdracht. Daartoe zal de aannemer een verantwoordelijke coördinator aanstellen die de nodige bekwaamheid bezit voor specifieke gevaren die zich zouden kunnen voordoen.
2.2.3. In functie van de noodzaak moeten coördinatievergaderingen georganiseerd worden op initiatief van de Stad Brussel of de aannemer, teneinde een goede coördinatie te waarborgen inzake de preventie- en beschermingsmaatregelen op het werk.
Aan deze vergadering zullen deelnemen:
1. vanwege de STAD BRUSSEL:
een vertegenwoordiger van het (de) betrokken departement(en); deze kan zich in geval dit noodzakelijk is laten bijstaan door de preventieadviseur van de Xxxx Xxxxxxx.
0. vanwege de AANNEMER:
een vertegenwoordiger van de aannemer voor de werf of werven in kwestie; deze kan zich ingeval dit noodzakelijk is, laten bijstaan door de preventieadviseur.
Van deze vergaderingen wordt een verslag opgemaakt dat door beide partijen wordt goedgekeurd en ondertekend.
2.2.4. Het hoofdstuk V van de wet op het welzijn betreffende de bijzondere bepalingen van tijdelijke en mobiele werkplaatsen is in werking getreden op 1 mei 2002. Vanaf die datum zijn de bijzondere regels voorzien in het K.B. van toepassing (“Veiligheidscoördinatie” in het kader van deze werken en/of diensten).
3. DOOR DE AANNEMER TE VOLGEN VOORSCHRIFTEN VOOR UITRUSTINGEN EN PRODUCTEN/ ARBEIDSMIDDELEN (AM), COLLECTIEVE BESCHERMINGSMIDDELEN (CBM), PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (PBM), GEVAARLIJKE PRODUCTEN EN PREPARATEN.
3.1. AM, CBM, en PBM van de aannemer op de werf gebruikt door hemzelf of zijn personeel
3.1.1. De aannemer en zijn personeel kunnen slechts gebruik maken van de AM, CBM en PBM die, rekening houdend met de omstandigheden en risico’s verbonden aan de omgeving waar de werken en/of de diensten worden uitgevoerd (zoals bijvoorbeeld kortsluiting, water, trillingen, warmte, koude, stof, ontplofbare atmosfeer,...) beantwoorden aan de veiligheidsvereisten. Deze arbeidsmiddelen zijn aangepast aan de gebruikers, zijn goed onderhouden en verkeren in goede staat van werking.
Aan de verantwoordelijke van de opdrachtgevende dienst of aan de preventieadviseur van de Stad Brussel worden, op vraag, de laatste keuringsattesten of de bewijsstukken van controle voorgelegd. De afgeleverde keuringsattesten of bewijsstukken van controle dienen zich steeds bij de gekeurde materialen te bevinden zodat zij ter beschikking zijn van de Stad Brussel, het erkend organisme of de externe diensten voor technische controle.
De machines, gemechaniseerde arbeidsmiddelen en toestellen die een keuringsattest vereisen, zijn ondermeer (niet beperkende lijst): kranen, takels, aanslagmaterieel, hefwerktuigen, posten voor elektrisch booglassen, installaties voor autogeenlassen, noodgroepen, gasontspanners, stellingen, ladders en hijswerktuigen met een mobiel platform enz...).
3.1.2. Alle toestellen en gereedschappen, behorend aan de aannemer, moeten duidelijk gemerkt worden met zijn firmanaam.
3.1.3. Alle personen onderworpen aan een veiligheidsfunctie (bestuurders en bedieners van kranen, van voertuigen, van hefwerktuigen, enz..) zoals beschreven in het A.R.A.B. (art. 124 §1.2°) moeten in het bezit zijn van een geldige medische geschiktheidsverklaring, afgeleverd door een arbeidsgeneesheer. De machines, toestellen (o.a. hijswerktuigen met een mobiel platform) en voertuigen mogen enkel bediend worden door deze bevoegde personen. Personen mogen enkel vervoerd worden d.m.v. hefwerktuigen in de mate dat deze conform zijn aan de bepalingen van het A.R.A.B. terzake (artikel 268 e.v.).
3.1.4. Het opstellen van de arbeidsmiddelen zoals stellingen, ladders, machines, e.d., moet zodanig gebeuren dat de arbeidsmiddelen en het materieel van de Stad Brussel steeds bereikbaar zijn. De kranen en stellingen die de aannemer opstelt, moeten overeenkomstig de A.R.A.B.-voorschriften worden gebouwd. Deze dienen gekeurd te worden door een bevoegd persoon, conform art. 456 van het A.R.A.B. De hefwerktuigen dienen opgesteld en gebruikt te worden conform aan de artikelen 267 en volgende van het A.R.A.B.
3.1.5. Het stapelen van materiaal mag enkel op die plaatsen, aangewezen door de Stad Brussel. De werf en zijn omgeving zijn afgebakend in functie van de risico's (vallende voorwerpen of personen, toegang tot gevaarlijk materieel, beklimmen van stellingen,...) en de aanwezige personen (kinderen, personeel van de Stad, ...) dermate, om op een doeltreffende wijze de toegang tot gevaarlijke zones te verbieden.
3.1.6. Onafgezien van de wettelijke voorziene inspecties, kan de Stad Brussel steeds een nazicht bevelen van het materieel dat van onbetrouwbare kwaliteit of onveilig schijnt, of deze zelf controleren. Na inspectie zal het eventueel afgekeurde materieel van de bouwplaats moeten verwijderd worden.
3.1.7. Enkel de voertuigen die strikt noodzakelijk zijn voor de uit te voeren werken en/of diensten of voor het aan- en/of wegvoeren van materialen of uitrustingen, worden toegelaten tot het domein van de Stad Brussel en dit alleen gedurende de periode die voor het werk of voor het aan- en/of wegvoeren strikt noodzakelijk is.
De aannemer is verplicht alle nuttige maatregelen te treffen om te voorkomen dat zijn voertuigen of de voertuigen door hem gebruikt, de bestaande infrastructuur zouden beschadigen.
Xx xxxxxxxxxxxxx xxx xx xxxxxxxxx xxx xx Xxxx Xxxxxxx dienen steeds vrij te blijven, zoals voor het in- en uitrijdend personeel, de bezoekers en de hulpdiensten (vb. brandweer, ambulance, enz.).
3.2. Gebruik van gevaarlijke stoffen en preparaten
Ingeval de werken en/of diensten het gebruik van gevaarlijke stoffen en/of preparaten vergen, dienen de bepalingen van het K.B. van 13/11/97 (B.S. 26/3/98) tot wijziging van het K.B. van 24/5/82 houdende reglementering van het in de handel brengen van stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens of voor zijn leefmilieu, strikt nageleefd te worden.
Hierbij dient in het bijzonder gelet op de keuze van degelijke en geschikte recipiënten, op de duidelijke etikettering ervan en de wijze waarop deze opgeslagen worden. Een behoorlijke etikettering moet toelaten aan elk personeelslid van de Stad Brussel of van de aannemer aanwezig op de werf, op zeer snelle wijze het product te identificeren, de risico’s te leren kennen en de nodige preventieve maatregelen te nemen.
3.3. Gebruik van het materieel van de aannemer door het personeel van de Stad Brussel of van een derde (bv. werken op hoogwerkers om gevels te inspecteren, stellingen, enz...).
In de mate dat door de aannemer arbeidsmiddelen of beschermingsmiddelen worden binnengebracht die een keuringsattest vereisen (zie punt 3.1.1.) en dit materieel ook door het personeel van de Stad Brussel of door een derde kan worden gebruikt, moeten deze:
1. vergezeld zijn van een keuringsattest en aangepaste voorschriften inzake gebruik;
2. in goede staat van werking zijn.
De Stad Brussel kan ten alle tijde deze documenten onderzoeken en/of dit materieel zelf keuren of deze laten keuren. In de mate dat de arbeidsmiddelen onveilig zijn, kan de Stad Brussel de verwijdering ervan bevelen.
4. MATERIEEL VAN DE STAD BRUSSEL GEBRUIKT DOOR DE AANNEMERS
4.1. De arbeidsmiddelen evenals beschermingsmiddelen van de Stad Brussel, mogen slechts gebruikt worden met toestemming van de verantwoordelijken van de verschillende departementen en na ontvangst van de passende gebruiksinstructies (mondeling of schriftelijk). De gebruiker is ertoe gehouden zich vooraf te vergewissen van de goede staat - ook wat de werking betreft - en de geschiktheid ervan.
4.2 Het gebruik ervan gebeurt op eigen risico en verantwoord inzake de ongelijkheid van de gebruiker. Gedurende gans de tijd van het gebruik wordt hem de bewaking ervan in de zin van art. 1384 eerste alinea van het Burgerlijk Wetboek overgedragen. Hij moet ze teruggeven ofwel na gebruik ofwel na beëindiging van de werken en/of de diensten, ingeval ze voor de hele looptijd van het contract worden ontleend, in dezelfde staat als hij ze ontving. Materieel dat bij het einde van de werken en/of de diensten niet ingeleverd wordt of beschadigd is, zal op kosten van de aannemer vervangen of hersteld worden. Bovendien behoudt de Stad Brussel zich het recht voor de aannemer een document te laten ondertekenen bij de ontvangst van het geleend materieel.
5. PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN
5.1. De persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) moeten beantwoorden aan de bepalingen van het
K.B. van 5/5/95 (B.S. 31/5/95) tot wijziging van het K.B. van 31/12/92 tot uitvoering van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21/12/89 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lidstaten betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen.
5.2. Op plaatsen waar werknemers kunnen blootgesteld worden aan sommige risico's zoals vallende voorwerpen of indien er werken en/of diensten op verschillende niveaus uitgevoerd worden, is het dragen van een veiligheidshelm en van veiligheidsschoenen, aangepast aan het aanwezige risico verplicht (risico van kortsluiting, sleuven langsheen de openbare weg waar het verkeer blijft doorgaan, inrichtingswerken en ruwbouw, opgravingen, enz...).
5.3. De aannemer geeft aan zijn personeel de nodige werkkledij, aangepast aan de risico's en de beschermingsmiddelen (zoals, onder meer, veiligheidshelm en -schoenen, brillen, handschoenen, gelaatsschermen en lasschermen) om de aanneming uit te voeren. Hij zorgt ervoor dat de uitvoerders de verstrekte werk- en beschermingskledij dragen en van het gebruik op de hoogte zijn.
5.4. De specifieke voorschriften gelden evenzeer voor de aannemers als voor hun personeel. Zo moet de aannemer, indien noodzakelijk en in overeenstemming met de risico's, zorgen voor oog- en gehoorbescherming alsook voor een stofmasker.
5.5. De Stad Brussel zal geen enkele PBM geven of uitlenen aan de aannemers tenzij anders overeengekomen (bv. in de het bijzonder bestek).
6. COLLECTIEVE BESCHERMINGSMIDDELEN
6.1. De aannemer moet gebruik maken van collectieve beschermingsmiddelen (CBM), zoals leuningen, veiligheidsnetten, afbakeningsmiddelen voor putten en vloeropeningen, afscherming van werktuigmachines, daar waar het noodzakelijk is voor de veiligheid van de op de werf aanwezige personen.
Indien het technisch onmogelijk is om CBM te gebruiken moet hij de passende PBM, zoals veiligheidsgordels (val >1m), valharnas en toebehoren voorzien.
6.2. Wanneer werken worden uitgevoerd die voor andere personen een gevaar inhouden of hinderlijk zijn, o.a. uitgravingen, werken boven doorgangswegen, uitvoeren van laswerken, het creëren van obstakels, moet de aannemer de nodige signalisatie en versperringen aanbrengen.
De aannemer moet elke gevaarlijke hindernis op de werf, die zich op de terreinen van de Stad Brussel bevindt, signaleren aan de Xxxx Xxxxxxx.
0. HYGIENE
7.1. De elementaire regels van de hygiëne zullen worden gerespecteerd bij het gebruik van de sanitaire installaties van de Stad Brussel.
7.2. De aannemer verzekert op de werf een blijvende en grondige zindelijkheid.
7.3. Het is verboden in de gebouwen van de Stad Brussel maaltijden te nuttigen, tenzij op plaatsen daarvoor specifiek bestemd, en mits voorafgaand akkoord.
7.4. Het is de aannemer of zijn personeel verboden, om alcoholische dranken, drugs of andere verdovende middelen op de terreinen van de Stad Brussel te brengen. De toegang tot deze terreinen is verboden voor iedere persoon die kennelijk onder invloed is van deze middelen.
7.5. Het rookverbod in gebouwen zoals deze opgesomd zijn in het K.B. van 15 mei 1990 moet strict worden nageleefd.
7.6. De toegang tot lokalen, werkplaatsen en elke andere site van de Stad Brussel, die geen deel uitmaken van de aanneming is verboden voor de aannemer en zijn personeel.
8. VOORSCHRIFTEN I.V.M. DE MILIEUBESCHERMING
8.1. De aannemer zal de werf en zijn omgeving doorlopend in perfecte staat van orde en netheid houden. In de mate dat de aannemer in gebreke blijft, kan de Stad Brussel dit werk op kosten van de aannemer laten uitvoeren. Olievlekken of andere produkten die de kans op glijden of vallen vergroten, dienen met zand of een ander olieopslorpend product verwijderd te worden.
8.2. Alle reglementeringen inzake milieuwetgeving dienen strikt nageleefd te worden. De aannemer zorgt voor afvoer van de eigen afvalstoffen afkomstig van materialen en produkten die hem toebehoren, of geproduceerd werden tijdens de uitvoering van de werken (vb. afvaloliën). Hij doet daartoe, indien nodig, beroep op erkende ophalers.
Al het vuilnis, afval of afbraakmateriaal dient hij onmiddellijk van de terreinen af te voeren of naar de daartoe bestemde plaatsen te brengen. Zo niet zal de Stad Brussel voor rekening van de aannemer het afval laten verwijderen.
De aannemer staat ook in voor de ontruiming en het vervoer van materialen en overtollige grond voortkomend van zijn werken.
8.3. Bij het beëindigen van de dagtaak zullen alle machines en toestellen van de aannemer tegen misbruik worden beveiligd.
Losliggende stukken zullen van de arbeidsplaats worden verwijderd, ofwel zullen ze vast worden bevestigd. In elk geval moeten de nodige voorzorgen genomen worden opdat bij slechte atmosferische omstandigheden (bv. storm - vorst en/of dooi - overvloedige neerslag) hieruit geen gevaarlijke toestanden kunnen voortvloeien.
9. XXXXXXX XXX XXXXXXXXXX EN/OF INCIDENTEN - PRAKTISCHE RICHTLIJNEN BIJ ARBEIDSONGEVAL
9.1. Elk arbeidsongeval dat de aannemer of diens werknemer of onderaannemer overkomt, dient onmiddellijk gemeld te worden aan de Stad Brussel.
9.2. In overeenstemming met de wettelijke voorgeschreven reglementeringen beschikt de aannemer over de personen, installaties en uitrustingen teneinde de licht gekwetsten te verzorgen en eerste hulp bij ongevallen toe te dienen.
De Stad Brussel zal nochtans aan de aannemer die werken en/of diensten uitvoert in haar onderneming of inrichting de nodige informatie verschaffen betreffende de maatregelen te nemen inzake brandbestrijding en evacuatie van werknemers. De aannemer zal deze informatie aan zijn werknemers meedelen.
9.3. Bij ongeval is elke aannemer verantwoordelijk voor de evacuatie van zijn gekwetsten.
9.4. Ingeval bij de uitvoering van de toevertrouwde werken en/of de diensten materiële schade wordt aangericht aan de installaties van de Stad Brussel, dan moet het opdrachtgevend departement van de Stad Brussel eveneens onmiddellijk verwittigd worden.
10. NOODSITUATIES OP TERREINEN VAN DE STAD BRUSSEL
10.1. Ingeval van brand, ongeval of elke andere noodtoestand moet dit onmiddellijk gemeld worden. Hiervoor zal de noodzakelijke procedure, meegedeeld door de Stad Brussel aan de aannemer, gevolgd worden.
10.2. Toegebrachte beschadigingen aan de bestaande inrichtingen van de Stad Brussel moeten onmiddellijk aan de Stad Brussel gemeld worden.
10.3. Bij brandalarm (sirenetoon of overeengekomen verwittiging) moeten de aannemer, zijn personeel en de uitvoerders onmiddellijk de werf verlaten en zich schikken naar de lokale onderrichtingen die werden verstrekt voor de aanvang van de werf.
10.4. Bij elk alarm, gegeven door middel van sirenes, is het personeel van de aannemer verplicht alle werken en/of diensten te stoppen en de noodzakelijke preventie- en beschermingsmaatregelen te treffen (stoppen van machines, ...).
De verschillende signalen zijn in de meeste gevallen als volgt (ter plaatse na te zien):
1. waarschuwingssignaal (inlichtingen van het bestaan van een begin van brand);
2. alarmsignaal (verwittiging tot ontruiming van de plaatsen)
3. verlengd belsignaal (verwittiging tot evacuatie van de plaatsen bij de meeste schoolgebouwen)
10.5. De Stad Brussel zal de aannemer de maatregelen met betrekking tot de brandbestrijding ingeval van brand in haar inrichtingen meedelen. De aannemer dient zich op de hoogte te stellen waar de diverse brandblustoestellen gesitueerd zijn. Hij dient deze informatie aan zijn werknemers door te geven.
V E R K L A R I N G D O O R D E A A N N E M E R
Ik, ondergetekende (1)
gevolmachtigde van de ..........................................................................................................................
..............................................................................................................................................................(2)
verklaar kennis genomen te hebben van de noodzakelijke informatie en de instructies van de Stad Brussel inzake het welzijn van de werknemers tijdens de uitoefening van hun werk en/of diensten, die eigen zijn aan de inrichting waar mijn werknemers werken en/of diensten komen uitvoeren.
Ik heb deze informatie en de passende instructies eveneens overgemaakt aan mijn werknemers welke de werken en/of diensten zullen uitvoeren in het kader van bestellingen door de Stad Brussel.
Ik heb deze informatie evenals de passende instructies eveneens overgemaakt aan mijn onderaannemer(s): 1 ....................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................(5)
2 ....................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................(5)
3 ....................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................(5)
Ik bevestig dat ik over de noodzakelijke arbeidsmiddelen beschik voor de uitvoering van de werken, besteld door de Stad Brussel en dat het personeel dat wordt ingezet de passende vorming heeft gekregen overeenkomstig de geldende wetgeving.
Ik verbind mij ertoe alle verplichtingen, inzake het welzijn van de werknemers, bij de uitoefening van hun werk, eigen aan de inrichting waar mijn werknemers werken en/of diensten komen uitvoeren na te leven.
De verantwoordelijke(n) inzake preventie en bescherming op het werk voor deze werken en/of diensten is(zijn) ...................................................................................................................................
..................................................................................................(4) de welke(n) kan(kunnen) bereikt worden op tel nr ......../......................... en/of fax nr........./..........................
Ik verbind mij ertoe elke wijziging van deze informatie onmiddellijk te melden
De Aannemer,
handtekening(3)
(1) te vervolledigen met de NAAM en VOORNAAM
(2) in het geval van een juridisch persoon: vervolledigen met de NAAM van de ONDERNEMING het adres van de ondernemingszetel
(3) de handtekening laten voorafgaan door "gelezen en goedgekeurd"
(4) NAAM van de coördinator inzake Preventie en bescherming op het werk
(5) Te vervolledigen met de identiteit van de onderaannemer(s)
O F F E R T E (1)
1. VOORWERP VAN DE OPDRACHT
De opdracht heeft tot doel onderhoud, gedurende 60 maanden, van de brandblussers in verschillende gebouwen van de Stad.
De ondergetekende (naam, voornaam) .........................................................................................
van nationaliteit.............................................................................................................................
beroep............................................................................................................................................
wonende te.....................................................................................................................................
straat ......................................................................................................................nr. ...................
Tel. nr. : ........................................................... Telefax :...............................................................
Ofwel (voor de vennootschappen)
De vennootschap (naam, juridische aard, stichtingsdatum)................................................….......
........................................................................................................................................................
van nationaliteit .............................................................................................................................
maatschappelijke zetel ..................................................................................................................
straat ............................................................................................................... nr. .........................
hier vertegenwoordigd door (directeur, beheerder, voorzitter, enz.)............................................
.......................................................................................................................................................
speciaal mandataris volgens volmacht van (2)
Tel. nr. : ..................................................................Telefax :........................................................
Verbindt zich hierbij, op zijn roerende en onroerende goederen en overeenkomstig de bepalingen en eisen van het bestek nr. CDA/004567/CLP, tot de uitvoering voor rekening van de Stad Brussel, van de diensten waarvan sprake, tegen de eenheidsprijzen vermeld in bijgevoegde inventaris en dus voor een totale prijs van (zonder BTW)
..........……………................................................
vermeerderd met de BTW : ...........................................................................................................
hetzij een totaal bedrag van (BTW inbegrepen) (3) : .....................................................................
(1) Deze offerte moet in het bezit zijn van de Aankoopcentrale, 9de Linielaan 39 te 0000 Xxxxxxx voor 13 september 2012 om 9 uur.
(2) Iedere offerte ingevuld door een vennootschap, of waarin één of meer vennootschappen vermeld worden als voortbrenger, leverancier of onderaannemer, dient vergezeld te zijn van de statuten of de akten van deze vennootschappen en van de samenstelling van de raden van beheer, met vermelding van de nationaliteiten van de beheerders.
(3) Voluit geschreven
2. INLICHTINGEN TE VERSTREKKEN DOOR DE INSCHRIJVER
Allerlei inlichtingen aangaande de onderneming
Dossierbeheerder (naam en telefoonnummer) : ............................................................................
Ondernemingsnummer : .................................................................................................................
Organisme belast met de borgstelling : ..........................................................................................
.........................................................................................................................................................
straat : .........................................................................................................nr. ...............................
Nationaliteit van de onderaannemers : ...........................................................................................
.........................................................................................................................................................
Nationaliteit van het tewerkgesteld personeel : ..............................................................................
.........................................................................................................................................................
3. HERKOMST VAN DE PRODUCTEN
Voor de uitvoering van deze opdracht zullen geen producten worden gebruikt die niet afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Gemeenschap (1) (2)
ofwel
Een afzonderlijke nota, gedateerd en ondertekend, houdende vermelding van de afkomst van de te leveren en / of te gebruiken producten die niet afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Gemeenschap.
Zij vermeldt per land van oorsprong het bedrag, exclusief douanerechten, dat die producten in de offerte vertegenwoordigen.
Indien het producten of materialen betreft die op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Gemeenschap worden afgewerkt of verwerkt, vermeldt zij de waarde van deze grondstoffen. (1) (2) (3)
(1) Het onnodige schrappen.
(2) Geen rekening houden met de producten van vreemde afkomst geëist door dit bestek.
(3) De inschrijver die deze verklaring niet invult, wordt geacht geen buitenlandse producten of materialen te gebruiken voor de uitvoering van deze opdracht.
4. BETALINGEN
De betalingen moeten geschieden
op het rekeningnummer : .............................................................................................................
van de bank : .................................................................................................................................
5. BIJLAGEN
Ondergetekende voegt vooraan bij zijn offerte het gedeelte KWALITATIEVE SELECTIE – INLICHTINGEN
6. VERKOOPSVOORWAARDEN
Verkoopsvoorwaarden die afwijken van de bepalingen van het bestek en waarvan de ondergetekende niet uitdrukkelijk verklaart dat ze niet van toepassing zijn op de opdracht, kunnen leiden tot de onregelmatigheid van de offerte.
Dit geldt ook wanneer dergelijke voorwaarden voorkomen op de keerzijde van standaard documenten van de inschrijver.
Gedaan te ..........................................., op .............................
De Inschrijver,
BIJLAGE 1 – MODEL UITVOERINGSBON
VILLE DE BRUXELLES STAD BRUSSEL | Entretien et contrôle des extincteurs Onderhoud en controle van de brandblussers | Par la firme :……………………………………………... Door de firma :…………………………………………... | |||||
Adresse et destination du bâtiment : …………………………………………………………... Adres en bestemming van het gebouw : ………………………………………………………. | Service gérant :…………………………………………... Beherende Dienst :………………………………………. | ||||||
Contrôlé et entretenu – Nagezien en onderhouden | Remarques (se référer au n° de l’article) Opmerkingen (verwijzen naar het artikelnummer) | ||||||
Article Artikel | Agent ext. Blusmidd. | Marque + charge Type + massa | Année fabric. Fabricatiejaar | + 20 ans* + 20 jaar | Données commerciales Commerciële gegevens | ||
1 | |||||||
2 | |||||||
3 | |||||||
4 | |||||||
5 | |||||||
6 | |||||||
7 | |||||||
8 | |||||||
Date de la visite : Datum van het bezoek : | Le délégué de l’adjudicataire De afgevaardigde van de dienstverlener Nom – Naam (lettres imprimées – drukletters) | Le responsable de l’établissement De verantwoordelijke van de instelling Nom (lettres imprimées) & tél (obligatoire) – Naam (drukletters) & tel (verplicht) | Le technicien a été accompagné par le responsable du bâtiment : OUI/NON De technieker werd vergezeld door de verantwoordelijke van het gebouw : JA/NEEN | ||||
Numéro d’ordre du bon : Volgnummer van de bon : | |||||||
Nombre total de pages complétées pour cette visite : Totaal aantal ingevulde pagina’s voor dit bezoek : | Signature – Handtekening : Date – Datum : | Signature – Handtekening : Date – Datum : | Copie du bon d’exécution remis au responsable. du bâtiment : OUI/NON Kopie van de uitvoeringsbon werd overhandigd aan de verantw. van het gebouw : JA/NEEN |
*dans l’affirmative, cocher – zo ja, aankruisen
VERKLARING (1)
De ondergetekende (naam, voornaam) ........................................................................................
wonende te ..................................................................................................................................
straat ............................................................................................................... nr.........................
Ofwel (voor de vennootschappen):
De vennootschap .........................................................................................................................
met maatschappelijke zetel te.......................................................................................................
straat ............................................................................................................... nr.........................
hier vertegenwoordigd door ondergetekende (directeur, beheerder, voorzitter, …)....................
......................................................................................................................................................
verklaart zich niet te bevinden in één van de situaties vermeld in artikel 69, §§ 1 en 2, punten 1 tot 4, van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies van openbare werken.
Datum:
Handtekening:
(1) door de inschrijver bij zijn documenten voor de kwalitatieve selectie te voegen