ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING
ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING
I. ALGEMENE TOELICHTING 1. Samenvatting
De Brede en Economische Handelsovereenkomst (in het Engels: “Comprehensive Economic and Trade Agreement”, afgekort CETA) is een vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie (EU) en Canada. Het akkoord is erop gericht om Canadese en Europese bedrijven meer en betere kansen te geven in respectievelijk de Canadese en Europese interne markt. Tegelijk moet dit akkoord de werkgelegenheid in Europa ondersteunen.
Dit ontwerp van instemmingsdecreet kadert in de strategische doelstelling “Een vrijere en eerlijkere internationale handel is gunstig voor de Vlaamse economie” uit de beleidsnota Buitenlands Beleid, Internationaal Ondernemen en Ontwikkelingssamenwerking.
2. Situering
2.1. De betrekkingen tussen de Europese Unie en Canada
De Europese Unie en Canada zijn belangrijke internationale partners die nauwe economische, culturele en politieke banden hebben. Canada is een van de oudste partners van de EU. De relatie tussen de EU en Canada dateert van in de jaren vijftig van vorige eeuw en ontwikkelde zich van een louter economische relatie tot een strategisch partnerschap. De relatie wordt gekenmerkt door gemeenschappelijke waarden en gelijklopende mondiale doelstellingen. Zo werken beide partners nauw samen op het vlak van mondiale uitdagingen zoals het leefmilieu, de klimaatverandering, de energieveiligheid en de regionale stabiliteit.
In 1959 werd al een overeenkomst gesloten inzake samenwerking op het gebied van het vreedzaam gebruik van atoomenergie tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) en de regering van Canada.
In 1976 ondertekenden de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en Canada een kaderovereenkomst inzake de samenwerking op het vlak van economie en handel. Het was de eerste formele overeenkomst in haar soort die de toenmalige EEG sloot met een geïndustrialiseerd partnerland.
De in 1990 aangenomen verklaring inzake trans-Atlantische betrekkingen verruimde de contacten met de invoering van een jaarlijkse top en bijeenkomsten op ministerieel vlak.
Op de top van Ottawa in 1996 werden in een gezamenlijke politieke verklaring en een gemeenschappelijk actieplan nieuwe samenwerkingsgebieden aangeduid. In de loop der jaren vond de ondertekening plaats van verscheidene sectorale overeenkomsten inzake de samenwerking op het vlak van douane, onderwijs en vorming, wetenschap en technologie, sanitaire maatregelen ter bescherming van de gezondheid van mens en dier en de handel in wijn en sterke drank.
Op 14 maart 2004 werd tijdens de top van Ottawa de EU-Canada- partnerschapsagenda aangenomen, die de vormen van samenwerking aanduidt, en vooral deze waar men door middel van gezamenlijke actie meer kan bereiken dan bij alleen handelen.
Zowel Canada als de EU zijn toegewijd aan het bevorderen van de internationale vrede en veiligheid door middel van een doeltreffender multilateraal stelsel en door het bevorderen van de internationale rechtsorde. De EU-NAVO relatie is dan ook een belangrijke uiting van het trans-Atlantisch partnerschap.
In september 2011 werden de onderhandelingen inzake een strategische partnerschapsovereenkomst opgestart. Deze overeenkomst zal zorgen voor een nauwe en regelmatige dialoog die de bestaande samenwerking op verschillende vlakken moet verbeteren. Daarnaast zal zij ook leiden tot een dialoog en samenwerking inzake algemene thema’s zoals energie, veiligheid, innovatie, duurzame ontwikkeling en de bevordering van de mensenrechten. De parafering van de ontwerptekst vond plaats op 8 september 2014. Deze partnerschapsovereenkomst werd samen met het voorliggende akkoord ondertekend op 30 oktober 2016. De Vlaamse Regering hechtte reeds haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van instemmingsdecreet (zie VR 2015 1601 DOC. 0014/1.) en de nodige adviezen werden ingewonnen.
2.2. Het belang voor Vlaanderen
Op het vlak van buitenlandse handel presteerde de Vlaamse uitvoer naar Canada in de jaren 2010-2012 ondermaats. Het uitvoersprongetje van 2013 (+16,4%) bleek kortstondig, want in 2014 zakte de export alweer 14% tot 1,69 miljard euro. In 2016 bekleedde Canada de 26e plaats op de lijst van Vlaamse exportbestemmingen met een totale uitvoer van ongeveer 1,8 miljard euro.
In 2008 piekte de Vlaamse invoer uit Canada op 1,85 miljard. Een groot verschil met 2009, dat een mager jaar was. Nadien sloeg de invoer weer aan het stijgen in 2010 en 2011. Opmerkelijk was dat in 2013 (+50,55%) én in 2014 (+4,28%) de recordinvoerwaarde uit Canada twee jaar op rij scherper werd gesteld en de invoer in 2014 uitkwam op 2,61 miljard euro. In 2016 bedroeg Vlaamse invoer uit Canada bijna 2,5 miljard euro, wat goed was voor een 23e plaats.
De invoer uit Canada heeft de laatste jaren aan gewicht gewonnen tegenover de uitvoer.
2.3. Een schets van het partnerland
Algemene gegevens
Canada situeert zich in het noorden van Noord-Amerika. Het land wordt begrensd door de Verenigde Staten (VS) in het zuiden, de Atlantische Oceaan in het oosten, de Amerikaanse staat Alaska en de Grote Oceaan in het westen en de Noordelijke IJszee in het noorden. Ottawa is de hoofdstad van Canada. Na Rusland is Canada het grootste land ter wereld. De gemeenschappelijke grens met de Verenigde Staten is de langste landgrens ter wereld gedeeld door twee landen.
Canada is een federale staat, bestaande uit 10 provincies en 3 territoria, en een parlementaire constitutionele monarchie. Een provincie oefent, in tegenstelling tot de territoria, haar eigen soevereiniteit uit in een grondwettelijk kader. Territoria oefenen hun macht uit op basis van door het federale parlement aangenomen wetten. Het politieke systeem van Canada is gebaseerd op het Britse Westminster-model maar met Amerikaanse invloeden. Koningin Xxxxxxxxx XX is het staatshoofd van Canada. Ze wordt vertegenwoordigd door de gouverneur-generaal. Het hoofd van de regering is de eerste minister. Xxxxxx Xxxxxxx is de huidige eerste minister van Canada.
Het parlement van Canada bestaat uit een Lagerhuis, het Huis van Afgevaardigden (House of Commons) en een Senaat (Senate). Het parlement wordt verkozen voor een periode van vijf jaar. De eerste minister kan echter vervroegde verkiezingen uitschrijven.
Economische en sociale gegevens
Canada behoort tot de meest ontwikkelde en rijkste landen in de wereld. Canada wordt beschouwd als een economisch divers land. Het is lid van de Noord- Amerikaanse vrijhandelsovereenkomst (North American Free Trade Agreement, NAFTA), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de G8 groep van rijkste industrielanden plus Rusland.
De dienstensector is de belangrijkste sector in de economie. Ongeveer driekwart van de beroepsbevolking is werkzaam in deze sector. Daarnaast vormen de bosbouw, de mijnbouw en de visserij belangrijke bronnen van inkomsten. Bovendien is Canada één van de grootste leveranciers van landbouwproducten in de wereld. Canada behoort tot het kleine clubje van de ontwikkelde landen die zelf energie uitvoeren.
Canada nam in 2014 de twaalfde plaats in op de lijst van handelspartners van de EU. De EU is na de Verenigde Staten (VS) de belangrijkste handelspartner van Canada met een aandeel van bijna 9,4% van de totale buitenlandse handel. In 2014 was de waarde van de bilaterale handel in goederen tussen de EU en Canada 59,1 miljard euro. De EU-lidstaten exporteerden in 2014 voor 31,7 miljard euro goederen naar Canada en voerden voor 27,4 miljard euro in. Machines, transportmateriaal en chemische goederen zijn de belangrijkste verhandelde goederen. Ook de handel in diensten en de buitenlandse directe investeringen vormen een belangrijk onderdeel van de handelsbetrekkingen.
De wereldwijde financiële crisis van 2008 veroorzaakte een grote recessie, die leidde tot een aanzienlijke stijging van de werkloosheid in Canada. Hoewel de Canadese economie sinds 2013 grotendeels gestabiliseerd is, kent het land een trage groei en hogere werkloosheidcijfers dan normaal. Ook is Canada gevoelig voor de crisis in de Eurozone. Daarnaast richten de federale regering en verschillende Canadese industrieën zich nu ook op de handel met de opkomende Aziatische markten.
Canada telt meer dan 34,5 miljoen inwoners. De meerderheid van de inwoners woont langs de grens met de Verenigde Staten. De bevolkingsdichtheid behoort tot de laagste in de wereld. Canada is een immigratieland. Het land heeft één van de meest etnisch diverse en multiculturele bevolkingen. Ook Vlamingen emigreerden na de tweede wereldoorlog naar Canada.
Canada heeft twee officiële talen, met name het Engels en het Frans. Sinds de jaren zestig ontwikkelde er zich een scherpe politieke scheiding tussen het Franstalige Québec en de Engelstalige provincies. Als enige Franstalige provincie heeft Québec bijzondere bevoegdheden. Mede omwille van de uitzonderlijke positie van de Franstalige Gemeenschap in Québec staat de eenheid van Canada vaak ter discussie. De relatie tussen de provincies en de federale overheid is dan ook vaak gespannen.
Op het domein van onderwijs scoort Canada erg hoog. De Canadese studenten zitten ruim boven het gemiddelde van de OESO, met name vooral op het vlak van wiskunde, wetenschap en lezen.
Canada heeft een sterke reputatie inzake transparant bestuur en staat bekend omwille van zijn krachtige vervolging in gevallen van corruptie. Zo staat Canada op de negende plaats in de Corruption Perceptions Index 2015 van Transparency International.
Buitenlands beleid
Canada heeft een hechte economische band met buurland de Verenigde Staten, hoewel het politiek soms sterk van mening verschilt met de VS. Beide landen werken tevens samen op het gebied van militaire campagnes en oefeningen en zijn daarnaast nog eens elkaars grootste handelspartner.
Canada onderhoudt zowel historische banden met het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk als met andere voormalige Britse en Franse koloniën. Dit onder meer via het lidmaatschap van het Gemenebest van Naties.
Sinds de tweede wereldoorlog, pleit Canada voor het multilateralisme (verschillende naties werken samen om mondiale problemen op te lossen). Canada was dan ook een stichtend lid van de Verenigde Naties in 1945 en van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) in 1949.
3. Inhoud
De voorliggende overeenkomst houdt een liberalisering in van de handel in goederen en diensten. Er zullen geen douanerechten moeten betaald worden bij de handel tussen de EU en Canada met uitzondering van een aantal zeer gevoelige, landbouwproducten.
De overeenkomst omvat ook maatregelen die investeringen stimuleren en beschermen. De EU en Canada stellen hun markten open voor elkaars goederen, verschillende diensten en investeringen. Ook wordt de Canadese markt voor overheidsopdrachten opengesteld tot zelfs op het niveau van de provincies. Dit biedt de Europese bedrijven de kans om te concurreren met andere buitenlandse bedrijven op de Canadese markt.
Verder zullen de EU en Canada op het vlak van technische regelgeving nauwer samenwerken en transparanter zijn. Daarnaast worden de intellectuele eigendomsrechten beter beschermd. Ook de bestaande democratische rechten, consumentenrechten en milieunormen worden beschermd door de voorliggende handelsovereenkomst.
CETA is ook de eerste bilaterale economische overeenkomst van de EU waarin een speciaal rechtsstelsel voor investeringen is opgenomen voor de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten (de zogeheten Investment Court System, afgekort ICS).
4. Procedureverloop
4.1. Totstandkoming
De Europese Commissie werd in april 2009 gemachtigd door de Raad van de Europese Unie (EU) om te onderhandelen met Canada over een overeenkomst inzake economische integratie. In 2011 werd het onderhandelingsmandaat aangepast om onderhandelingen over investeringsbescherming mogelijk te maken.
Op 6 mei 2009 gingen de onderhandelingen over een brede economische en handelsovereenkomst (CETA) tussen de Europese Unie (EU) en Canada, van start. Dit is de eerste brede economische overeenkomst van de EU met een hooggeïndustrialiseerd land.
In oktober 2013 werd een akkoord over de hoofdlijnen voor een handelsovereenkomst bereikt.
In september 2014 werd tijdens een top tussen de EU en Canada de laatste hand gelegd aan de ontwerpovereenkomst.
Op 15 december 2015 heeft de Europese Raad besloten de onderhandelingsrichtsnoeren voor een brede economische handelsovereenkomst openbaar te maken.
De juridisch getoetste tekst van de overeenkomst is op 29 februari 2016 gepubliceerd.
De Europese Commissie legde in juli 2016 het akkoord voor aan de lidstaten en aan het Europees Parlement, die zich moesten uitspreken over de sluiting, de ondertekening en de voorlopige toepassing ervan. De Raad van Ministers deed dat in oktober 2016, het Europees Parlement op 15 februari 2017. Op die manier werd het pad geëffend voor de voorlopige toepassing van CETA, na ratificatie ervan door Canada. CETA zal ten volle worden toegepast wanneer de parlementen van alle lidstaten het akkoord volgens hun respectieve grondwettelijke voorschriften zullen hebben bekrachtigd. Enkel Letland heeft de overeenkomst reeds geratificeerd.
4.2. Gemengd karakter en ondertekening
Tijdens zijn vergadering d.d. 19 november 2013 legde de Werkgroep gemengde verdragen (WGV), adviesorgaan van de Interministeriële Conferentie Buitenlands Beleid (ICBB), het gemengde karakter van de overeenkomst vast. Zowel de federale overheid als de gewesten en de gemeenschappen oefenen hun bevoegdheden uit. In zijn brief van 19 maart 2014 deelde de voorzitter van de ICBB aan de minister-president van de Vlaamse Regering mee dat geen enkel bezwaar werd geformuleerd, zodat het verslag definitief is goedgekeurd.
De handelsovereenkomst werd op 30 oktober 2016 ondertekend.
De ondertekening liet op zich wachten door bezwaren van Wallonië. Deze betroffen voornamelijk de arbitrageregeling, maar ook garanties voor landbouw- en consumentenbelangen (zoals GGO's), en de openbare dienstverlening. De Waalse minister-president Xxxx Xxxxxxxx (PS) weigerde een mandaat te geven voor ondertekening van de overeenkomst. Op 27 oktober 2016 werd uiteindelijk een intra-Belgisch akkoord bereikt. Dat omvatte onder meer het toevoegen van een Belgische verklaring ‘betreffende de voorwaarden inzake de volmachten van de federale staat en de deelstaten voor de ondertekening van CETA’. Daarin staat onder meer dat België het Europees Hof van Justitie om een advies zal vragen over de verenigbaarheid van ICS met de Europese verdragen. Deze adviesaanvraag wordt momenteel voorbereid.
De EU en Canada ondertekenden op 30 oktober 2016 ook een Gezamenlijke Interpretatieve Verklaring. Deze tekst vormt – conform art. 31, 2, b van het Verdrag van Wenen inzake verdragen- een referentiedocument waarvan gebruik gemaakt moet worden indien er onduidelijkheden ontstaan over de interpretatie van het CETA-verdrag tijdens de implementatie. Dit document werd expliciet goedgekeurd door de Raad van Ministers en gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU en is aldus juridisch bindend. In de Gezamenlijke Interpretatieve Verklaring staat onder meer dat staten hun beleidsvrijheid behouden en op ieder moment zelf mogen bepalen welke diensten in publieke handen moeten. Ook wordt bekeken hoe de hoofdstukken over duurzaamheid en arbeidsrechten kunnen worden versterkt (zie de Mededeling aan de Vlaamse Regering van 28 oktober 2016,VR 2016 2810 MED.0432).
4.3. Advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen
(p.m.)
4.4. Advies van de Raad van State, afdeling Wetgeving
(p.m.)
II. TOELICHTING BIJ DE ARTIKELEN
De overeenkomst bestaat uit 30 hoofdstukken.
Preambule
De partijen willen voortbouwen op de rechten en plichten die zijn voortgesproten uit de overeenkomst van Marrakech tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO).
De partijen zijn ervan overtuigd dat de vrijhandelsovereenkomst een ruimere en veilige markt zal creëren voor zowel goederen als diensten, door de verlaging of afschaffing van handels- en investeringsbelemmeringen.
Zij benadrukken het belang van de internationale veiligheid, de democratie, mensenrechten en de rechtsstaat voor de ontwikkeling van de internationale handel en de economische samenwerking.
HOOFDSTUK EEN – Algemene definities en inleidende bepalingen
Dit hoofdstuk bevat zowel algemeen toepasselijke als specifieke definities per verdragspartij.
De partijen richten een vrijhandelsgebied op in overeenstemming met artikel XXIV van de algemene overeenkomst inzake tarieven en handel (General Agreement on Tariffs and Trade, GATT 1994) en artikel V van de algemene overeenkomst inzake handel in diensten (General Agreement on Trade in Services, GATS).
De partijen bevestigen de bestaande rechten en verplichtingen die zij ingevolge de WTO-overeenkomst jegens elkaar hebben.
HOOFDSTUK TWEE – Nationale behandeling en markttoegang voor goederen
Dit hoofdstuk bevat afspraken over het wegnemen van douaneheffingen en non- tarifaire handelsbelemmeringen voor de handel in goederen. Gedurende een overgangsperiode die aanvangt bij de inwerkingtreding van de overeenkomst, wordt de handel in goederen geleidelijk geliberaliseerd overeenkomstig de verdragsbepalingen.
Elke partij kent ten aanzien van goederen van een andere partij nationale behandeling toe. Tenzij anders bepaald, verlaagt of schaft elke partij haar douanerechten af op goederen van oorsprong uit een andere partij, overeenkomstig bijlage 2-A.
De partijen mogen geen maatregelen vaststellen of handhaven die in strijd zijn met de WTO-overeenkomst inzake procedures op het vlak van invoervergunningen.
HOOFDSTUK DRIE - Handelsmaatregelen
Het hoofdstuk over handelsmaatregelen bevat bepalingen over antidumping- en compenserende maatregelen en de algemene vrijwaringsmaatregelen binnen de WTO. Er zijn ook maatregelen opgenomen om de transparantie in het onderzoeksproces te verhogen.
Hoofdstuk negenentwintig inzake geschillenbeslechting is niet van toepassing op dit hoofdstuk.
HOOFDSTUK VIER – Technische handelsbelemmeringen
De partijen willen de handel in goederen vergemakkelijken en vergroten en de toegang tot de markten realiseren. Zij streven ernaar technische handelsbelemmeringen te vermijden of af te schaffen en samenwerking te verbeteren. Het hoofdstuk is van toepassing op het opstellen, aannemen en toepassen van technische voorschriften, normen en conformiteitsbeoordelingsprocedures die de handel kunnen beïnvloeden.
HOOFDSTUK VIJF – Sanitaire en Fytosanitaire maatregelen
Dit hoofdstuk moet de handel in dieren, dierlijke producten, planten en plantaardige producten verder vergemakkelijken met behoud van een hoog niveau van gezondheid voor mens, dier en plant.
HOOFDSTUK ZES – Douane en handelsbevordering
De partijen erkennen het belang van douane en handelsbevordering bij de ontwikkeling van het mondiale handelsklimaat. Zij stellen efficiënte, transparante en vereenvoudigde procedures vast en komen overeen hun handels- en douanewetgeving te baseren op internationale instrumenten en normen.
Er wordt een gemengd douanecomité ingesteld dat bestaat uit vertegenwoordigers van de douanediensten en andere overheden die bevoegd zijn voor douane- en handelsgerelateerde aangelegenheden van de verdragspartijen. Het comité kan ook aanbevelingen doen en een mening geven over thema’s indien zij dat noodzakelijk vindt om de doelstellingen van het hoofdstuk te bereiken.
HOOFDSTUK ZEVEN - Subsidies
Dit hoofdstuk bevat bepalingen over subsidies en overheidssteun aan zowel landbouw en visserij als aan andere sectoren dan landbouw en visserij.
De voorliggende overeenkomst is niet van toepassing op subsidies en overheidssteun inzake audiovisuele diensten wat de Europese Unie betreft, en inzake de culturele sector wat Canada betreft.
HOOFDSTUK ACHT - Investeringen
Dit hoofdstuk omvat de volgende delen: definities en toepassingsgebied, vestiging van investeringen, niet-discriminerende behandeling, investeringsbescherming, voorbehouden en excepties. Inzake investeringsbescherming wordt in een Investment Court System voorzien, waarbij onafhankelijke en door Canada en Europa aangestelde rechters worden aangeduid om bij investeringsgeschillen na te gaan of een investeerder door een overheid disproportioneel gediscrimineerd werd bij het uitvaardigen van regelgeving en daarbij al dan niet direct werd onteigend. Tegen de uitspraak wordt een beroepsprocedure voorzien en er wordt ook in volledige transparantie gewerkt, aangezien derde partijen kunnen gehoord worden en de zittingen publiek zijn. Tenslotte wordt het regelgevingsrecht van de staten maximaal beschermd.
In HOOFDSTUK NEGEN EN TIEN gaat aandacht naar grensoverschrijdende dienstverlening en de tijdelijke aanwezigheid van natuurlijke personen voor zaken.
HOOFDSTUK ELF – Wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties
In dit hoofdstuk wordt een kader vastgesteld voor het bevorderen van een billijke, transparante en samenhangende regeling met betrekking tot de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties door de partijen.
In de HOOFDSTUKKEN TWAALF, DERTIEN, VEERTIEN, VIJFTIEN en ZESTIEN gaat
aandacht naar interne regelgeving, financiële diensten, internationaal zeevervoer, telecommunicatiediensten en elektronische handel.
HOOFDSTUK ZEVENTIEN - Mededingingsbeleid
De partijen zijn akkoord met het feit dat mededingingverstorende zakelijke activiteiten strijdig zijn met de overeenkomst in die zin dat zij de handel en de investeringen tussen de partijen aantasten. De partijen erkennen het belang van samenwerking en coördinatie tussen hun bevoegde overheden en steunen de maatregelen die de mededinging versterken.
HOOFDSTUK ACHTTIEN betreft de overheidsondernemingen, ondernemingen met een overheidsmonopolie en ondernemingen waaraan bijzondere rechten of voorrechten zijn toegekend.
HOOFDSTUK NEGENTIEN - Overheidsopdrachten
De titel is van toepassing op alle door een partij vastgestelde maatregelen die betrekking hebben op overheidsopdrachten. Ook hier geldt transparantie en de nationale behandeling.
HOOFDSTUK TWINTIG – Intellectuele eigendom
De partijen herbevestigen de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de WTO-overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (in het Engels ‘Agreement on Trade Related Aspects of Intellectual Property Rights’ of de TRIPs-overeenkomst). De bepalingen vormen een aanvulling op en een specificatie van de rechten en verplichtingen uit hoofde van de TRIPs- overeenkomst.
HOOFDSTUK EENENTWINTIG – Samenwerking op regelgevingsgebied
De partijen kunnen op vrijwillige basis samenwerkingsactiviteiten op regelgevingsgebied ondernemen. Er wordt een forum voor samenwerking op regelgevingsgebied ingesteld.
HOOFDSTUK TWEEËNTWINTIG – Handel en duurzame ontwikkeling
De partijen herbevestigen hun verbintenis om zich in te zetten voor duurzame ontwikkeling en voor het welzijn van de huidige en toekomstige generaties. Zij zullen de internationale handel zodanig bevorderen dat een bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen van duurzame ontwikkeling. De partijen proberen deze doelstellingen van duurzame ontwikkeling te integreren in hun handelsbetrekkingen. Zij benadrukken met name dat het voordelig is handelsgerelateerde vraagstukken op het gebied van arbeid en milieu te beschouwen als onderdeel van een wereldwijde aanpak van handel en duurzame ontwikkeling.
Het Comité Handel en Duurzame Ontwikkeling zal toezien op de naleving van de bepalingen van dit hoofdstuk en de hoofdstukken drie- en vierentwintig. Er wordt ook een Forum voor het maatschappelijk middenveld opgericht teneinde een dialoog te voeren inzake de duurzame ontwikkelingsaspecten van de overeenkomst.
HOOFDSTUK DRIEËNTWINTIG – Handel en arbeid
De partijen erkennen de waarde van internationale samenwerking en overeenkomsten inzake arbeid als antwoord van de internationale gemeenschap op de uitdagingen en mogelijkheden die op economisch en sociaal gebied en op het gebied van de werkgelegenheid uit de mondialisering voortvloeien. De partijen verbinden zich ertoe - waar nodig - overleg te plegen en samen te werken inzake handelsgerelateerde vraagstukken op het vlak van arbeid en werkgelegenheid van wederzijds belang.
HOOFDSTUK VIERENTWINTIG – Handel en milieu
Het milieu vormt een fundamentele pijler van duurzame ontwikkeling. De handel kan aan duurzame ontwikkeling bijdragen. Nauwere samenwerking tussen de partijen zal de bescherming en instandhouding van het milieu bevorderen.
HOOFDSTUK VIJFENTWINTIG – Bilaterale dialogen en samenwerking
De partijen wensen de bilaterale dialoog te stimuleren en te faciliteren inzake biotechnologievraagstukken in verband met markttoegang, bosproducten en grondstoffen en samenwerking te bevorderen op het gebied van wetenschap, technologie, onderzoek en innovatie.
De bilaterale dialogen vinden plaats op verzoek van een van de partijen of van het Gemengd Comité voor CETA, tenzij anders overeengekomen.
HOOFDSTUK ZESENTWINTIG – Administratieve en institutionele bepalingen
Er wordt een Gemengd Comité voor CETA ingesteld dat verantwoordelijk is voor alle vragen betreffende handel en investeringen tussen de partijen en voor de uitvoering en toepassing van deze overeenkomst.
HOOFDSTUK ZEVENENTWINTIG - Transparantie
Elke partij draagt er zorg voor dat de voor de overeenkomst relevante wet- en regelgeving, procedures en administratieve besluiten van algemene strekking worden bekendgemaakt of beschikbaar worden gesteld en dat belanghebbenden en de andere partij daarvan kennis kunnen nemen.
De partijen werken samen in relevante bilaterale, regionale en multilaterale fora teneinde de transparantie in handelsgerelateerde aangelegenheden te vergroten.
HOOFDSTUK ACHTENTWINTIG - Uitzonderingen
De partijen zijn niet verplicht toegang te verschaffen tot informatie waarvan de ontsluiting hun nationale veiligheid in het gedrang zou brengen.
De overeenkomst is alleen van toepassing op belastingmaatregelen wanneer dat nodig is om de verdragsbepalingen uit te voeren.
In geval van ernstige problemen op het vlak van de buitenlandse financiële positie of de betalingsbalans, mag een partij beperkende maatregelen vaststellen of handhaven ten aanzien van de handel in goederen en diensten en de vestiging. Die beperkende maatregelen moeten niet-discriminerend en van beperkte duur zijn.
HOOFDSTUK NEGENENTWINTIG - Geschillenbeslechting
De partijen trachten door overleg een wederzijds aanvaardbare oplossing te vinden voor geschillen inzake de interpretatie en de toepassing van de overeenkomst.
HOOFDSTUK DERTIG – Slotbepalingen
Deze titel bevat onder meer bepalingen over de integrerende delen van de overeenkomst (protocollen, bijlagen, verklaringen, memoranda van overeenstemming en voetnoten), over de wijziging, over de toetreding van nieuwe EU-lidstaten, over de inwerkingtreding, voorlopige toepassing en opzegging van het akkoord.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,
Xxxxx XXXXXXXXX