ALGEMENE VOORWAARDEN Schuldsaldoverzekering / Tijdelijke Verzekering Overlijden
ALGEMENE VOORWAARDEN
Schuldsaldoverzekering / Tijdelijke Verzekering Overlijden
Referentie: CR_INS_AV-003
INHOUDSTAFEL
1. DEFINITIES 3
2. INWERKINGTREDING EN PREMIEBETALING 3
3. DEKKINGEN 3
3.1 Dekkingen bij overlijden 3
3.2 Algemene bepalingen 5
4. RECHTEN VAN DE VERZEKERINGNEMER 8
4.1 Algemene bepalingen 8
4.2 Opzegging 8
4.3 Aanduiding en wijziging van de begunstigden 8
4.4 Afkoop 9
4.5 Voorschot / inpandgeving en aanhechting 9
5. RECHTEN VAN DE BEGUNSTIGDE(N) 9
6. DIVERSE BEPALINGEN 9
6.1 Juridische aard van de dekkingen 9
6.2 Samenvoeging 10
6.3 Belastingen 10
6.4 Specifieke kosten 10
6.5 Persoonlijk Certificaat 10
6.6 Reservevorming / onttrekking van risicopremies / tariefwijziging 10
6.7 Premiewanbetaling / uitputting van de reserves 11
6.8 Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
6.9 Uitkeringen 12
6.10 Briefwisseling en bewijs 12
6.11 Wijziging van de Algemene Voorwaarden 13
6.12 Wettelijk kader 13
6.13 Bescherming van de persoonlijke levenssfeer 13
6.14 Xxxxxxxx en geschillen 14
6.15 Waarschuwing 14
1. DEFINITIES
verzekeraar NV Crelan Insurance, met maatschappelijke zetel in 0000 XXXXXXX, Xxxxxxx Xx- puislaan 251
overeenkomst de schuldsaldoverzekering / tijdelijke verzekering overlijden, bestaande uit deze Al- gemene Voorwaarden, het Persoonlijk Certificaat en eventuele andere documenten, die samen moeten gelezen worden en één geheel vormen
verzekeringnemer de persoon die de overeenkomst sluit met de verzekeraar; indien er twee verzekering- nemers zijn, slaat de term ‘verzekeringnemer’, naargelang het zinsverband, gezamen- lijk op beide verzekeringnemers of afzonderlijk op elke verzekeringnemer
verzekerde(n) de natuurlijke perso(o)n(en) op het hoofd waarvan de dekking(en) waarin de over- eenkomst voorziet is (zijn) gesloten
begunstigde(n) de perso(o)n(en) aan wie de uitkeringen toekomen waarin de overeenkomst voorziet
Persoonlijk Certificaat
het meest recent door de verzekeraar uitgegeven document onder de benaming ‘Per- soonlijk Certificaat’, dat de specifieke kenmerken van de overeenkomst omschrijft
2. INWERKINGTREDING EN PREMIEBETALING
De overeenkomst treedt in werking op de in het Persoonlijk Certificaat vermelde datum. De betaaldatum van een premie is de valutadatum van die premie op de bankrekening van de verzekeraar. Zelfs als de eerste of enige premie zou betaald worden vóór de in het Persoonlijk Certificaat voorziene inwerkingtre- dingsdatum, dan nog treedt de overeenkomst pas in werking op de in het Persoonlijk Certificaat voorziene inwerkingtredingsdatum.
De premies worden op de door de verzekeraar aangeduide bankrekening gestort met vermelding van de opgegeven referenties. De premiebetaling is niet verplicht (zie echter 6.7), tenzij de verzekeringnemer zich hiertoe door een andere verbintenis dan de overeenkomst (zoals een lening of een krediet) zelf heeft ver- bonden.
3. DEKKINGEN
3.1 Dekkingen bij overlijden
3.1.1 Omschrijving van de dekkingen bij overlijden
3.1.1.1 Hoofdverzekering ‘overlijdenskapitaal’
3.1.1.1.1 Verzekerd voorval
Indien de verzekerde tijdens de dekkingsperiode (zie 3.1.2.1) overlijdt, keert de verzekeraar het over- eengekomen kapitaal uit aan de begunstigde(n) en eindigt de overeenkomst. Indien er twee verzekerden zijn, moet ‘het overlijden van de verzekerde’ gelezen worden als het overlijden van één van beide verzeker- den (‘eerste overlijden van twee’; bij simultaan overlijden is er geen ‘dubbele uitkering’).
3.1.1.1.2 Bedrag van het overlijdenskapitaal
Het uit te keren kapitaal is het verzekerd bedrag op de datum waarop het verzekerd voorval zich voor- doet. Er is geen winstdeling bij overlijden.
3.1.1.2 Bijkomende apart te onderschrijven hoofdverzekering ‘kapitaal bij opeenvolgend overlijden (binnen 12 maanden)’
3.1.1.2.1 Verzekerd voorval
Indien beide verzekerden hetzij simultaan, hetzij opeenvolgend binnen een tijdspanne van 12 maanden overlijden, keert de verzekeraar het overeengekomen kapitaal uit aan de begunstigde(n). Hierbij is er dekking indien het eerste overlijden zich tijdens de dekkingsperiode (zie 3.1.2.1) voordoet en het tweede overlijden uiterlijk 12 maanden na het eerste overlijden plaats vindt.
3.1.1.2.2 Bedrag van het kapitaal bij opeenvolgend overlijden
Het uit te keren kapitaal is het verzekerd bedrag op de datum van het eerste overlijden. Er is geen winst- deling bij overlijden.
3.1.1.3 Aanvullende verzekering ‘overlijdenskapitaal bij ongeval’
3.1.1.3.1 Verzekerd voorval
Indien de verzekerde overlijdt binnen 180 dagen na en als rechtstreeks gevolg van een ongeval en zowel het ongeval als het overlijden zich voordoen tijdens de dekkingsperiode (zie 3.1.2.1), keert de verzeke- raar het overeengekomen kapitaal uit aan de begunstigde(n). Indien er twee verzekerden zijn, moet ‘het overlijden van de verzekerde’ gelezen worden als het overlijden van één van beide verzekerden (‘eerste overlijden van twee’; bij simultaan overlijden is er geen ‘dubbele uitkering’).
Een ongeval is een plotselinge inwerking van een uitwendige kracht op het organisme van de verze- kerde, buiten zijn wil, die een aantasting van zijn lichamelijke gaafheid veroorzaakt.
Worden niet beschouwd als een ongeval:
• de zelfmoord;
• de ziekten en hun gevolgen, aanvallen van beroerten, van apoplexie, welke er ook de oorzaak van zij;
• de besmettingen, intoxicaties en vergiftigingen, tenzij een bloedvergiftiging (maar enkel wanneer er een uitwendige verwonding geweest is en de bloedvergiftiging tezelfdertijd als de verwonding heeft plaats gehad).
Bij wijze van uitbreiding worden echter wel beschouwd als een ongeval:
• de gevolgen van heelkundige ingrepen die genoodzaakt worden door een ongeval;
• het onopzettelijk inademen van gassen of dampen en het bij vergissing opslorpen van giftige stof- fen;
• de verdrinking;
• beten van dieren en steken van insecten;
• blikseminslag.
3.1.1.3.2 Bedrag van het overlijdenskapitaal bij ongeval
Het uit te keren kapitaal is het verzekerd bedrag op de datum waarop het verzekerd voorval zich voor- doet. Er is geen winstdeling bij overlijden.
Indien het Persoonlijk Certificaat een onderscheid maakt tussen het overlijdenskapitaal ‘door ziekte’ en ‘door ongeval’, valt enkel het positieve verschil tussen het verzekerd bedrag ‘door ongeval’ en het ver- zekerd bedrag ‘door ziekte’ onder de bepalingen van de dekking ‘overlijdenskapitaal bij ongeval’. Het opgegeven verzekerd bedrag ‘door ziekte’ vormt samen met het overeenstemmend opgegeven verze- kerd bedrag ‘door ongeval’ de dekking ‘overlijdenskapitaal’ (zie 3.1.1.1).
3.1.2 Draagwijdte van de dekkingen bij overlijden
3.1.2.1 Dekkingsperiode
De begindatum en de (uiterlijke) einddatum van de dekkingsperiode blijken uit het Persoonlijk Certificaat De dekkingsperiode begint echter steeds ten vroegste te lopen op de betaaldatum van de eerste of enige premie. Zelfs als de eerste of enige premie zou betaald worden vóór de in het Persoonlijk Certificaat voor- ziene begindatum van de dekkingsperiode, dan nog gaat de dekkingsperiode pas in vanaf de in het Per- soonlijk Certificaat voorziene begindatum. De dekkingsperiode eindigt steeds uiterlijk op de datum waarop de overeenkomst eindigt.
3.1.2.2 Uitgesloten risico's inzake de hoofdverzekering ‘overlijdenskapitaal’ en de bijko- mende apart te onderschrijven hoofdverzekering ‘kapitaal bij opeenvolgend overlij- den (binnen 12 maanden)’
De verzekeraar verleent geen dekking voor het overlijdensrisico in het kader van de dekkingen ‘overlij- denskapitaal’ (zie 3.1.1.1) en ‘kapitaal bij opeenvolgend overlijden (binnen 12 maanden)’ (zie 3.1.1.2) wanneer het overlijden het rechtstreekse of onrechtstreekse gevolg is van:
• zelfmoord tijdens het eerste jaar na het begin van de dekkingsperiode of na de wederinwerking- stelling (zie 6.8) van de betreffende dekking; dezelfde termijn van 1 jaar geldt bij om het even welke verhoging van het nominaal verzekerd bedrag van de dekkingen, met betrekking tot die verhoging en te rekenen vanaf de inwerkingtreding ervan;
• de tenuitvoerlegging van een rechterlijke veroordeling tot de doodstraf;
• een opzettelijk door de verzekerde als dader of mededader gepleegd(e) misdaad of wanbedrijf;
• een ongeval met een luchtvaartuig waarop de verzekerde inscheepte als passagier of als bemannings- lid, tenzij het een reguliere lijn- of chartervlucht betreft met een niet-militair karakter;
• oproer en enige collectieve gewelddaad met politieke, ideologische of maatschappelijke inslag, al dan niet gepaard gaande met opstand tegen de overheid, indien de verzekeraar kan aantonen dat de verzekerde er op enige manier deel aan nam;
• oorlog of xxxx gelijkaardig feit en burgeroorlog; indien het overlijden van de verzekerde zich voor- doet in een vreemd land waar vijandelijkheden aan de gang zijn, wordt een onderscheid gemaakt tussen twee gevallen:
• indien het conflict uitbreekt tijdens het verblijf van de verzekerde, geldt de dekking voor zover de verzekerde niet op actieve wijze aan de vijandelijkheden deelneemt;
• indien de verzekerde zich naar een land begeeft waar een gewapend conflict aan de gang is, kan er slechts dekking verleend worden mits de betaling van een premietoeslag, het schriftelijk akkoord van de verzekeraar en voor zover de verzekerde niet op actieve wijze aan de vijande- lijkheden deelneemt;
• enig feit of enige opeenvolging van feiten met dezelfde oorzaak die voortkomen uit of het gevolg zijn van ioniserende stralingsbronnen, van splijtstoffen of radioactieve producten of afvalstoffen, met uitzondering van medische bestralingen;
• terrorisme in de zin van de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme (deze uitsluiting geldt echter enkel als het overlijden in dit kader veroorzaakt is door wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door de structuurwijziging van de atoomkern).
In het kader van de dekking ‘kapitaal bij opeenvolgend overlijden (binnen 12 maanden)’, is er sprake van een uitgesloten risico als minstens één van beide verzekerden overlijdt ingevolge enig voormeld uitgeslo- ten risico.
3.1.2.3 Bijkomende uitgesloten risico's inzake de aanvullende verzekering ‘overlijden door ongeval’
De verzekeraar verleent geen dekking in het kader van de dekking ‘overlijdenskapitaal bij ongeval’ (zie 3.1.1.3) ingevolge een risico dat in het kader van de overige dekkingen bij overlijden (zie 3.1.2.2) zou uitgesloten zijn (zowel toegepast op het overlijden zelf als op het ongeval) of wanneer het overlijden ver- oorzaakt wordt door een ongeval dat zelf het rechtstreekse of onrechtstreekse gevolg is van één van de volgende omstandigheden waarin de verzekerde verkeert op het ogenblik van het ongeval:
• de deelname aan wandaden, gevechten of twisten (behalve bij wettige zelfverdediging) en kennelijk roekeloze daden (behalve bij redding van personen of goederen);
• de beoefening van gevechtssporten in club- of competitieverband, de deelname aan georganiseerde snelheidswedstrijden (evenals tijdens de trainingen hiervoor) en de deelname aan weddenschappen en uitdagingen;
• een staat van dronkenschap, alcoholintoxicatie of gelijkaardige intoxicatie voortvloeiend uit het ge- bruik van drugs of hallucinerende middelen.
3.1.2.4 Prestaties bij overlijden ingevolge een uitgesloten risico
Bij het zich voordoen van een verzekerd voorval ingevolge een uitgesloten risico worden enkel de even- tuele reserves die gevormd werden in het kader van de dekkingen ‘overlijdenskapitaal’ en ‘kapitaal bij opeenvolgend overlijden (binnen 12 maanden)’ (zie 6.6) uitgekeerd aan de begunstigde(n) van die dek- kingen.
3.2 Algemene bepalingen
3.2.1 Correcte gegevensverstrekking
Bij het sluiten, bij het verhogen of de wederinwerkingstelling van de dekkingen moeten de verzekering- nemer(s) en de verzekerde(n) alle hen bekende gegevens die zij redelijkerwijs moeten beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van de risico’s door de verzekeraar, aan deze laatste in alle oprechtheid en zonder verzwijging meedelen. Het gaat hierbij onder meer om de beroepsac- tiviteit, uitgeoefende sporten en andere activiteiten, alsook om de ziekten en aandoeningen die al gedia- gnosticeerd zijn of waarvan minstens de symptomen zich al hebben gemanifesteerd.
Ook indien na ondertekening van het onderschrijvingsformulier, of na ondertekening van het wijzigings- formulier met betrekking tot een verhoging van het risicokapitaal, of na de afgifte van medische documen- ten, maar vóór de uitgifte van het Persoonlijk Certificaat, de verzekeringnemer(s) en/of de verzekerde(n) kennis krijgt (krijgen) van nieuwe gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van de risico’s door de verzekeraar, dienen die nieuwe gegevens meegedeeld te worden aan de verzekeraar.
Bij onjuistheid van de opgegeven geboortedatum van de (een) verzekerde, kan de verzekeraar de risico- premies en/of de verzekeringsprestaties (in voorkomend geval retroactief) aanpassen op basis van de ta- riefelementen in functie van de juiste geboortedatum. In geval van andere onopzettelijke verzwijgingen of onopzettelijke onjuiste verklaringen dan die met betrekking tot de geboortedatum, zijn de wettelijke bepa- lingen terzake van toepassing, en dit gedurende het eerste jaar na het sluiten van de overeenkomst wat betreft de dekkingen ‘overlijdenskapitaal’ (zie 3.1.1.1) en ‘kapitaal bij opeenvolgend overlijden (binnen 12 maanden)’ (zie 3.1.1.2) en, onverminderd andersluidende dwingende bepalingen, gedurende de volle- dige looptijd van de overeenkomst wat betreft de dekking ‘overlijdenskapitaal door ongeval’ (aanvullende verzekering; zie 3.1.1.3 en 6.1).
Elke fraude, opzettelijke verzwijging of opzettelijke onjuiste verklaring heeft de nietigheid van de betref- fende dekking(en) tot gevolg. De eventuele reserves die gevormd werden in het kader van de dekkingen ‘overlijdenskapitaal’ en ‘kapitaal bij opeenvolgend overlijden (binnen 12 maanden)’ (zie 6.6) worden dan uitgekeerd aan de begunstigde(n) van die dekkingen. Ook in geval van onopzettelijke verzwijgingen of onopzettelijke onjuiste verklaringen voorziet de wetgeving in sancties die, afhankelijk van de situatie, kunnen oplopen tot een weigering van de verzekeraar om tussenkomst te verlenen.
Er kan nog gewezen worden op het feit dat de premies van sommige schuldsaldoverzekeringen in aanmer- king komen voor een verlaagde premietaks. Dit is volgens artikel 1753, tweede lid van het Wetboek diverse rechten en taksen het geval voor “de verrichtingen van tijdelijke verzekeringen bij overlijden met afne- mend kapitaal die dienen voor het waarborgen van een hypothecaire lening om een onroerend goed te verwerven of te behouden, wanneer ze worden aangegaan door natuurlijke personen”. Indien foutieve verklaringen van de verzekeringnemer en/of de verzekerde(n) voor gevolg hebben dat de verzekeraar ten onrechte de verlaagde premietaks heeft aangerekend, kan de verzekeraar alle schade die hieruit voor hem rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeit, op de verzekeringnemer(s) en/of de verzekerde(n) verhalen.
3.2.2 Aanvaarding van de dekkingen door de verzekeraar en voorafbestaande ziekten en aandoeningen
Onverminderd de toepassing van dwingende wettelijke en reglementaire beperkingen in dit verband, zijn de dekkingen en enige verhoging van het nominaal verzekerd bedrag ervan onderworpen aan de algemene aanvaardingscriteria die de verzekeraar hanteert. De dekkingen zijn slechts verzekerd indien zij voorko- men op het Persoonlijk Certificaat of in een andere door de verzekeraar schriftelijk uitgebrachte bevesti- ging.
Indien verklaringen van de verzekeringnemer(s) of de verzekerde(n), medische formaliteiten en/of onder- zoeken ter gelegenheid van het sluiten, het verhogen of de wederinwerkingstelling van de dekkingen een bestaande ziekte of aandoening vermelden, aan het licht brengen of op basis van symptomen waarschijnlijk maken, is die gedekt, tenzij tegenbericht van de verzekeraar met vermelding van de ziekte of aandoening waarvoor de (verhoging van de) dekking niet wordt verleend.
Indien de verzekeraar een dekking of de verhoging van het nominaal verzekerd bedrag ervan om medische redenen geheel of gedeeltelijk (bijvoorbeeld voor een welbepaalde ziekte of aandoening) weigert te aan- vaarden of hij het risico slechts aanvaardt mits de aanrekening van een bijpremie, wordt die bijpremie en/of weigering, tenzij anders overeengekomen, ook toegepast op elke latere verhoging van de betreffende dekking(en).
De aandacht wordt er op gevestigd dat de wetgever een reeks maatregelen heeft uitgevaardigd om de toegang tot een schuldsadoverzekering voor verzekerden met een verhoogd gezondheidsrisico te verge- makkelijken. Dit is met name zo wanneer die verzekering de terugbetaling waarborgt van het kapitaal van een hypothecair krediet dat wordt aangegaan voor de bouw, verbouwing of verwerving van de eigen en in principe enige gezinswoning van de verzekeringnemer (cf. art. 212-224 van de Verzekeringswet van 4 april 2014 en K.B. van 10 april 2014 tot regeling van sommige verzekeringsovereenkomsten tot waarborg van de terugbetaling van het kapitaal van een hypothecair krediet). Die wettelijke bepalingen kunnen er onder meer toe leiden dat in sommige gevallen een deel van de bijpremies ten laste wordt genomen door de in die wetgeving bedoelde ‘Compensatiekas’.
3.2.3 Wijziging van de risicograad
Indien uit enig document blijkt dat bij de aanvaarding van een dekking door de verzekeraar of bij de bere- kening van het tarief van een dekking rekening werd gehouden met bepaalde kenmerken van de verze- kerde, ook ‘segmentatiecriteria’ genoemd (rookgedrag, beroepsactiviteit, sociaal statuut, uitgeoefende sporten, woonplaats, enz.), dan moet iedere wijziging hiervan binnen 30 dagen spontaan aan de verzeke- raar schriftelijk worden meegedeeld. De verzekeraar is ook gerechtigd om de verzekeringnemer(s) en/of de verzekerde(n) over de eventuele wijziging van de voormelde kenmerken van de verzekerde(n) te be-
vragen, in welk geval de verzekeringnemer(s) en/of de verzekerde(n) gehouden is/zijn binnen de aange- geven termijn hierop te antwoorden. Meer informatie over het door de verzekeraar gevoerde segmentatie- beleid is terug te vinden op de website van de verzekeraar onder de link xxxxx://xxx.xxxxxx.xx/xx/xxxxxxx- lieren/product/schuldsaldoverzekering.
Mocht de verzwaring of de vermindering van het betreffende risico voortvloeiend uit een wijziging die zich heeft voorgedaan in een of meerdere van de voormelde segmentatiecriteria van zodanige aard zijn dat de verzekeraar deze dekking tegen andere voorwaarden zou hebben verleend, dan stelt hij binnen 1 maand vanaf de hoger vermelde kennisgeving voor om de voorwaarden van de dekking aan te passen met uitwer- king op de datum van de verzwaring van het risico of op de datum waarop de verzekeraar kennis heeft gekregen van de vermindering van het risico. De verzekeraar legt zijn voorstel uitdrukkelijk, schriftelijk en op gemotiveerde wijze voor aan de verzekeringnemer(s). Indien, bij een verzwaring van het risico, het gemotiveerd voorstel van de verzekeraar geweigerd of niet aanvaard wordt binnen een termijn van 1 maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, kan de verzekeraar de betreffende dekking met een aange- tekend schrijven opzeggen binnen 15 dagen.
Indien echter de verzekeraar het bewijs kan leveren dat hij de dekking onder de gewijzigde omstandighe- den niet zou hebben verleend, kan hij binnen een termijn van 1 maand, te rekenen vanaf de dag waarop hij van de verzwaring van het risico kennis heeft gekregen, met een gemotiveerd aangetekend schrijven de dekking opzeggen.
Mocht een schadegeval plaats vinden vooraleer de wijziging van een of meerdere segmentatiecriteria die een verzwaring van het risico inhoudt aan de verzekeraar werd meegedeeld, dan wordt de uitkering, als het niet spontaan meedelen van de betreffende wijzging kan verweten worden of als de betreffende wij- zging niet zou gemeld zijn aan de verzekeraar naar aanleiding van een bevraging hierover door de verze- keraar, geregeld op basis van de prestaties die verzekerd zouden zijn geweest met de werkelijk betaalde premie, rekening houdend met de gewijzigde kenmerken van het risico. Indien echter de verzekeraar het bewijs kan leveren dat hij de dekking onder de gewijzigde omstandigheden niet zou hebben verleend, dan kan hij de prestatie beperken tot de terugbetaling van alle betaalde premies voor het betreffende risico. Indien het niet spontaan meedelen aan de verzekeraar van de wijziging van een of meerdere segmentatie- criteria die een verzwaring van het risico inhoudt of het niet melden van dergelijke wijziging aan de verzekeraar naar aanleiding van een bevraging hierover door de verzekeraar met bedrieglijk opzet ge- schiedt, kan de verzekeraar zijn uitkering weigeren. In dit geval worden dan hooguit de eventuele reserves die gevormd werden in het kader van de dekkingen ‘overlijdenskapitaal’ en ‘kapitaal bij opeenvolgend overlijden (binnen 12 maanden)’ (zie 6.6) uitgekeerd aan de begunstigde(n) van die dekkingen.
De bepalingen van dit punt gelden niet met betrekking tot de wijziging van de gezondheidstoestand van de verzekerde(n).
3.2.4 Aangifte van een schadegeval
Elk schadegeval (overlijden of ongeval met dodelijke afloop in hoofde van enige verzekerde) moet bij de verzekeraar via het daartoe bestemde formulier uiterlijk binnen 30 dagen aangegeven worden. Bij laattij- dige aangifte kan de verzekeraar, tenzij genoegzaam wordt aangetoond dat de aangifte van het schadegeval zo snel dit redelijkerwijs mogelijk is werd ingediend, zijn tussenkomst verminderen met het door hem geleden nadeel.
De aangifte moet vergezeld zijn van alle originele documenten, attesten en rapporten die het bestaan en de ernst van het schadegeval kunnen aantonen. De verzekeraar kan hiertoe elk bijkomend stuk vorderen. Bij overlijden moet er ook een medisch attest worden gevoegd volgens het volledig ingevulde model van de verzekeraar met vermelding van de overlijdensoorzaak. Alle belanghebbenden bij de tussenkomst van de verzekeraar moeten elke mogelijke medewerking verlenen zodat de door de verzekeraar nuttig geachte onderzoeken en controles zo vlot mogelijk kunnen uitgevoerd worden, moeten elke arts die aan de verze- kerde zorgen heeft verstrekt toelaten en verzoeken om hen alle door de verzekeraar gevraagde inlichtingen te verstrekken en moeten de aldus verkregen inlichtingen onverwijld overmaken aan de adviserende arts van de verzekeraar. Indien aan één van deze verplichtingen niet wordt voldaan en in de mate dat de ver- zekeraar hierdoor een nadeel lijdt, kan de verzekeraar zijn tussenkomst geheel of gedeeltelijk weigeren.
Indien valse getuigschriften worden voorgelegd, valse verklaringen worden afgelegd of opzettelijk be- paalde feiten of omstandigheden worden verzwegen of niet vermeld die duidelijk van belang zijn bij de beoordeling van de verplichtingen van de verzekeraar, kan hij zijn tussenkomst weigeren en elke ten on- rechte uitgekeerde som terugvorderen, verhoogd met de wettelijke intresten.
4. RECHTEN VAN DE VERZEKERINGNEMER
4.1 Algemene bepalingen
De verzekeringnemer geniet tijdens de looptijd van de overeenkomst een aantal rechten. De belangrijkste worden in de volgende punten beschreven.
De toepassing van wettelijke of conventionele bepalingen kan echter voor gevolg hebben dat de uitoefe- ning van bepaalde rechten verboden is, geschorst wordt of de toestemming vergt van één of meerdere derden (zoals bij inpandgeving, aanvaarding van begunstiging, enz.). In voorkomend geval moet een vraag tot uitoefening van een recht derhalve mee ondertekend worden door de derde(n) die zijn (hun) toestem- ming moet(en) geven opdat de vraag als geldig zou beschouwd worden. Indien dit niet het geval is of, meer algemeen, in alle gevallen waarin de verzekeraar om enige reden geen (onmiddellijk) gevolg kan geven aan een vraag tot uitoefening van een recht, licht hij de verzekeringnemer hierover zo snel mogelijk in en deelt hij hem de reden hiervan mee.
Indien er twee verzekeringnemers zijn, vergt elke vraag tot uitoefening van een recht en, meer algemeen, elke handeling of verrichting in het kader van de overeenkomst waarvoor het (schriftelijk) akkoord nodig is van de verzekeringnemer, het (schriftelijk) akkoord van beide verzekeringnemers.
4.2 Opzegging
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen met een gedateerd en ondertekend aangetekend schrijven, gericht aan de verzekeraar:
• hetzij binnen 30 dagen te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst;
• hetzij, als uit het onderschrijvingsformulier blijkt dat de overeenkomst wordt gesloten tot waarborg of wedersamenstelling van een door de verzekeringnemer aangevraagd krediet, binnen 30 dagen te rekenen vanaf het ogenblik waarop hij verneemt dat het aangevraagde krediet niet wordt toege- kend.
Bij opzegging stort de verzekeraar de betaalde premies, verminderd met de al verbruikte risicopremies en, in de eerste voormelde hypothese van opzegging, ook verminderd met de kosten voor medische onder- zoeken, terug aan de verzekeringnemer(s). Indien echter de in punt 3.2.2, laatste alinea bedoelde Compen- satiekas is tussengekomen in de betaling van een gedeelte van de premie, dan betaalt de verzekeraar dit door de Compensatiekas betaalde premiegedeelte aan die laatste – en dus niet aan de verzekeringnemer(s)
– terug, ook hier verminderd met de al verbruikte risicopremies en desgevallend met een prorata van de kosten voor medische onderzoeken.
Bij opzegging eindigt de overeenkomst en eindigen dus ook alle dekkingen.
4.3 Aanduiding en wijziging van de begunstigden
De verzekeringnemer duidt de begunstigde(n) aan en kan de oorspronkelijk aangeduide begunstigde(n) wijzigen (zie ook 5). De wijziging van de begunstigden moet vervat zijn in een gedateerd en ondertekend geschrift. Om tegenstelbaar te zijn aan de verzekeraar, moet dit geschrift hem worden overgemaakt.
De verzekeraar kan niet verplicht worden om enige uitkering te doen aan enige begunstigde die het over- lijden van de (een) verzekerde opzettelijk veroorzaakt of ertoe aangespoord heeft. De verzekeraar kan in dit geval handelen alsof deze persoon geen begunstigde is.
Wettelijk gezien is de dekking ‘overlijdenskapitaal bij ongeval’ (zie 3.1.1.3), dit in tegenstelling tot de overige dekkingen bij overlijden, geen levensverzekering maar een ‘aanvullende verzekering’ (zie ook 6.1). Wat de begunstigingsclausule betreft kan dit leiden tot verwikkelingen, in die zin dat de verzeke- ringswetgeving voor de toepassing en de invulling van de begunstigingsclausule een aantal regels bevat die enkel gelden voor levensverzekeringen en dus niet voor de dekking ‘overlijdenskapitaal bij ongeval’. Om die verwikkelingen te vermijden en om een homogene lezing en invulling te waarborgen van eenzelfde begunstigingsclausule over alle dekkingen bij overlijden heen, wordt, tenzij anders aangegeven in de be- gunstigingsclausule zelf, de toepassing van alle verzekeringsrechtelijke bepalingen inzake de begunsti- gingsclausule van een levensverzekering hierbij conventioneel uitgebreid naar de begunstigingsclausule in het kader van de dekking ‘overlijdenskapitaal bij ongeval’.
4.4 Afkoop
Het afkooprecht geldt enkel indien het Persoonlijk Certificaat dit expliciet zo aangeeft. Bij gebrek aan dergelijke expliciete bepaling, is er geen afkooprecht. Indien het afkooprecht geldt, kunnen de in punt 6.6 bedoelde reserves van de overeenkomst worden afgekocht, in welk geval de overeenkomst en alle dekkin- gen worden beëindigd.
De afkoop wordt aangevraagd met een gedateerde en ondertekende afkoopaanvraag die de verzekeraar op eenvoudig verzoek ter beschikking stelt. De afkoop heeft uitwerking op de datum waarop het kwijtschrift van afkoop of elk ander gelijkwaardig document voor akkoord wordt ondertekend door de verzekeringne- mer(s).
Bij afkoop wordt een afkoopvergoeding aangerekend, die gelijk is aan het maximum van:
• 75,00 EUR (dit bedrag wordt in functie van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen (basis 1988 = 100) geïndexeerd; het indexcijfer dat in aanmerking wordt genomen is dat van de tweede maand van het trimester dat de afkoopdatum voorafgaat)
en
• het minimum van:
• 5% van het bedrag van de afgekochte brutoreserve en
• indien de overeenkomst een einddatum heeft, 1% van de afgekochte brutoreserve vermenig- vuldigd met de - in jaren uitgedrukte - nog te lopen duur van de overeenkomst tot diens eind- datum.
Indien de in punt 3.2.2, laatste alinea bedoelde Compensatiekas een gedeelte van de premie heeft betaald, dan wordt het door de Compensatiekas gefinancierde deel van de afkoopwaarde aan de Compensatiekas – en dus niet aan de verzekeringnemer(s) – uitgekeerd.
4.5 Voorschot / inpandgeving en aanhechting
De verzekeringnemer heeft geen recht op een voorschot op de voorziene uitkeringen, maar kan de rechten voortvloeiend uit de overeenkomst wel in pand geven of aanhechten aan een krediet.
5. RECHTEN VAN DE BEGUNSTIGDE(N)
De begunstigde(n) geniet(en) de volgende rechten:
• het recht op de verzekeringsprestaties zoals bepaald in punt 3 (onverminderd de rechten die derden kunnen laten gelden op de verzekeringsprestaties, zoals bij verpanding of aanhechting van de over- eenkomst in het kader van een krediet);
• het recht om de begunstiging van die verzekeringsprestaties al vóór hun opeisbaarheid te aanvaarden door middel van een door hem (hen), de verzekeringnemer(s) en de verzekeraar ondertekend bij- voegsel aan het Persoonlijk Certificaat (de aanvaarding van de begunstiging heeft, tenzij in die ge- vallen waarin de wet herroeping toestaat, onder meer als gevolg dat de opzegging, de herroeping en wijziging van de begunstiging, de afkoop en de inpandgeving of aanhechting van de overeenkomst slechts mogelijk zijn mits de schriftelijke toestemming van de aanvaardende begunstigde(n)).
6. DIVERSE BEPALINGEN
6.1 Juridische aard van de dekkingen
De dekking ‘overlijdenskapitaal’ (zie 3.1.1.1) en de eventuele dekking ‘kapitaal bij opeenvolgend overlij- den (binnen 12 maanden)’ (zie 3.1.1.2) van de overeenkomst (of van de samengevoegde overeenkomsten; zie 6.2) vormen samen de hoofdovereenkomst. De dekking ‘overlijdenskapitaal door ongeval’ (zie 3.1.1.3) is een aanvullende verzekering ten opzichte van de hoofdovereenkomst. Dit houdt onder meer het volgende in:
• de verzekeringnemer heeft, in zijn verhouding met de verzekeraar, het recht om op elk moment en onafhankelijk van het verloop van de hoofdovereenkomst, de aanvullende verzekering te beëindigen;
• de bepalingen van de Algemene Voorwaarden betreffende de hoofdovereenkomst gelden eveneens voor de aanvullende verzekering, tenzij hiervan wordt afgeweken of tenzij uit het zinsverband blijkt dat zij enkel betrekking hebben op de hoofdovereenkomst;
• de opzegging of de afkoop van de hoofdovereenkomst brengt van rechtswege de beëindiging van de aanvullende verzekering mee;
• de stopzetting van de premiebetaling voor de hoofdovereenkomst impliceert van rechtswege de stop- zetting van de premiebetaling voor de aanvullende verzekering.
De aanvullende verzekering heeft noch een afkoopwaarde, noch een reductie- of omzettingswaarde.
Bij het zich voordoen van het verzekerd voorval in het kader van de dekking ‘overlijdenskapitaal’, worden alle dekkingen (en dus ook de overeenkomst zelf) automatisch beëindigd, tenzij eventueel de dekking ‘kapitaal bij opeenvolgend overlijden (binnen 12 maanden)’ (zie 3.1.1.2).
6.2 Samenvoeging
Verschillende overeenkomsten kunnen, mits het akkoord van de verzekeraar, worden samengevoegd. De samenvoeging blijkt uit de vermelding van die overeenkomsten op hetzelfde Persoonlijk Certificaat en houdt in dat de betreffende overeenkomsten, hoewel ze vanuit een fiscaal-juridisch oogpunt gescheiden blijven, vanuit een verzekeringstechnisch oogpunt als een eenheid worden beschouwd. Dit impliceert onder meer dat de verzekerde dekkingen gelden voor alle samengevoegde overeenkomsten samen en dat het aanvul- lend karakter van de aanvullende verzekering (zie 6.1) beschouwd wordt ten opzichte van alle samenge- voegde overeenkomsten.
6.3 Belastingen
De verzekeraar kan alle belastingen of gelijksoortige lasten van welke aard of onder welke benaming ook met betrekking tot de premies, de reserves of welke uitkering ook, ten laste van de verzekeringnemer(s) of de begunstigde(n) leggen.
6.4 Specifieke kosten
De verzekeraar kan een specifieke kost aanrekenen aan de verzekeringnemer die een wijziging van de verpanding of van de aanhechting van de overeenkomst aan een krediet vraagt. Die kost bedraagt 15,00 EUR per aanpassing (dit bedrag wordt in functie van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen (basis = indexcijfer januari 2008) geïndexeerd; het indexcijfer dat in aanmerking wordt genomen is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van wijziging van de overeenkomst voorafgaat).
Als een overeenkomst volgens de wettelijke bepalingen als ‘slapend’ bestempeld zou worden, komen de eventuele kosten voor nazicht en opsporing die de verzekeraar maakt, binnen de wettelijk toegelaten gren- zen in mindering van de uitkeringen.
6.5 Persoonlijk Certificaat
De verzekeraar brengt bij de inwerkingtreding en bij iedere wijziging van de overeenkomst een Persoonlijk Certificaat uit dat hij overmaakt aan de verzekeringnemer. De verzekeringnemer wordt verondersteld vol- ledig akkoord te gaan met de inhoud van zijn Persoonlijk Certificaat en de latere versies hiervan, tenzij hij binnen 30 dagen na aflevering ervan door de verzekeraar, deze laatste zijn schriftelijke opmerkingen over- maakt. Het laatst opgestelde Persoonlijk Certificaat vervangt telkens het vorige.
6.6 Reservevorming / onttrekking van risicopremies / tariefwijziging
Indien het Persoonlijk Certificaat aangeeft dat het afkooprecht van toepassing is (zie 4.4), wordt, na af- houding van eventuele (instap)kosten, belastingen en risicopremies voor de dekking ‘overlijdenskapitaal bij ongeval’ (zie 3.1.1.3), de nettopremie aangewend voor de vorming van reserves. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen:
• de pensioenreserves, die gevormd worden door de premies die bestemd zijn voor de financiering van de dekking ‘overlijdenskapitaal’ (zie 3.1.1.1);
• de reserves-opeenvolgend overlijden, die gevormd worden door de premies die bestemd zijn voor de financiering van de dekking ‘kapitaal bij opeenvolgend overlijden (binnen 12 maanden)’ (zie 3.1.1.2).
De verzekeraar kan, mits er geen juridische, fiscale of beheersmatige obstakels toe zijn, beide soorten reserves ‘fuseren’ of overhevelen van een bestemming naar een andere. De risicopremies voor de dekkin- gen ‘overlijdenskapitaal bij ongeval’ worden rechtstreeks afgehouden van de betaalde premies (zie hier- boven). De verzekeraar onttrekt dan aan de reserves die hiervoor bestemd zijn (zie hierboven) de risico- premies voor de andere dekkingen. Die laatste risicopremies zijn de benodigde premies om de betreffende
dekkingen te verzekeren voor een periode van telkens één maand. Zij worden in principe in het begin van iedere maand onttrokken. In geval van samenvoeging van verschillende overeenkomsten (zie 6.2) gebeurt die onttrekking, onder voorbehoud van eventuele fiscale, juridische en andere beperkingen of verplichtin- gen, proportioneel met de op de onttrekkingsdatum gevormde reserves (die voor de respectievelijke dek- kingen bestemd zijn) van de verschillende samengevoegde overeenkomsten.
Indien het Persoonlijk Certificaat niet aangeeft dat het afkooprecht van toepassing is (zie 4.4), worden eveneens reserves gevormd zoals hiervoor aangegeven, zij het dat zij niet afkoopbaar of overdraagbaar zijn en dat zij geen recht geven op reductie of omzetting (zie ook 6.7.2).
Onverminderd de eventuele toepassing van bijpremies voor verhoogde risico’s (zie 3.2.2), zijn de gehan- teerde tarieven voor de berekening van de premies deze die de verzekeraar bij de Nationale Bank van België heeft neergelegd. Naast individuele premieverhogingen in het kader van een wijziging van de risi- cograad (zie 3.2.3), kan de verzekeraar op ieder ogenblik in de loop van de overeenkomst de tarieven, zij het met inachtneming van de eventuele dwingende beperkingen terzake, om gegronde redenen en op een redelijke en proportionele wijze, mits voorafgaande kennisgeving aan de verzekeringnemer en enkel voor de toekomst verhogen in het kader van een algemene herziening ervan voor de categorie verzekeringen waartoe de overeenkomst behoort. Een eventuele tariefverhoging kan dan resulteren in een verlengde pre- miebetalingsduur en/of in verhoogde of bijkomende toekomstige premies. De voormelde gegronde rede- nen kunnen enkel verband houden met omstandigheden waarop de verzekeraar geen vat heeft, en die hij redelijkerwijze ook niet kon voorzien op het ogenblik van het afsluiten van de overeenkomst, zo onder meer:
• indien de verzekeraar daartoe krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen of door enig optre- den van de controle-overheid of enige soortgelijke ingreep of tussenkomst van een officiële instan- tie wordt verplicht, met dien verstande dat de tariefaanpassing zal gebeuren in overeenstemming met de gebeurlijke voorwaarden en modaliteiten die in dit kader gesteld worden;
• indien enige wijziging van wettelijke of reglementaire bepalingen, enig optreden van de controle- overheid, gezaghebbende rechtspraak of enige soortgelijke ingreep of tussenkomst van een offici- ële instantie de draagwijdte van de dekking(en) of de verplichtingen van de verzekeraar significant zou uitbreiden;
• indien het financieel evenwicht van de verzekerde portefeuille van de verzekeraar aantoonbaar in gevaar wordt gebracht door enige wijziging van wettelijke of reglementaire bepalingen, enig op- treden van de controle-overheid, gezaghebbende rechtspraak of enige soortgelijke ingreep of tus- senkomst van een officiële instantie;
• in geval van significante stijging van de sterftekans bij de populatie van de Belgische verzeke- ringsmarkt en inzonderheid waar wettelijke of reglementaire bepalingen beperkingen (zouden) op- leggen bij het gebruik van bepaalde (ervarings)sterftetafels;
• indien enige wijziging van wettelijke of reglementaire bepalingen, enig optreden van de controle- overheid, gezaghebbende rechtspraak of enige soortgelijke ingreep of tussenkomst van een offici- ële instantie bepaalde segmentatiecriteria zou verbieden;
• indien de kostprijs om de overeenkomsten te beheren om andere dan bedrijfsinterne redenen (en dus om redenen die geen verband houden met de interne organisatie van de verzekeraar) aantoon- baar en significant gestegen is sinds de onderschrijvingsdatum van de overeenkomst;
• indien de toegepaste intrestvoet niet langer marktconform is;
• indien zich omstandigheden voordoen die de verzekeraar volgens wettelijke of reglementaire be- palingen, enig optreden van de controle-overheid of enige soortgelijke ingreep of tussenkomst van een officiële instantie toelaten over te gaan tot een tariefaanpassing, met dien verstande dat de tariefaanpassing zal gebeuren in overeenstemming met de gebeurlijke voorwaarden en modalitei- ten die in dit kader gesteld worden.
In de specifieke context van het fiscaal stelsel van het pensioensparen kan een tariefverhoging, in de mate dat de maximumpremie welke voor het pensioensparen kan worden aangewend hierdoor wordt overschreden, voor gevolg hebben dat de verzekeraar ertoe gebracht wordt de tariefverhoging geheel of gedeeltelijk onder te brengen in een andere overeenkomst met een ander fiscaal-juridisch regime.
6.7 Premiewanbetaling / uitputting van de reserves
6.7.1 Hypothese 1: het afkooprecht is van toepassing
Indien het Persoonlijk Certificaat aangeeft dat het afkooprecht van toepassing is (zie 4.4), worden, vanaf de eerste onbetaalde premievervaldag, voor het behoud van de dekkingen ’overlijdenskapitaal’ en ‘kapitaal bij opeenvolgend overlijden (binnen 12 maanden)’ (zie 3.1.1.1 en 3.1.1.2), de nodige risicopremies verder onttrokken aan de betreffende reserves van de (samengevoegde) overeenkomst(en) tot respectievelijke uitputting ervan. Na uitputting van de betrokken reserves worden de betreffende dekkingen beëindigd, maar ten vroegste 30 dagen nadat de verzekeraar de verzekeringnemer hierover met een aangetekend schrijven heeft ingelicht. De dekking ‘overlijdenskapitaal bij ongeval’ (zie 3.1.1.3) wordt beëindigd 30
dagen nadat de verzekeraar de verzekeringnemer hierover met een aangetekend schrijven heeft ingelicht (zoals aangegeven in punt 6.1, heeft die dekking geen reductiewaarde).
De verzekeringnemer kan ook via schriftelijke aanvraag aan de verzekeraar de omzetting van de overeen- komst in diens oorspronkelijke combinatie vragen. Indien de rechten uit de overeenkomst in pand werden gegeven of aangehecht werden in het kader van een krediet, is hiervoor de toesteming van de pandhou- dende schuldeiser of kredietinstelling vereist. De daling van het het verzekerd overlijdenskapitaal als ge- volg van de omzetting van de overeenkomst heeft uitwerking op de datum van de voormelde aanvraag tot omzetting.
Indien de verzekeraar om enige reden vaststelt dat de reserves ontoereikend zijn om de nodige risicopre- mies voor de betreffende dekking(en) verder te onttrekken, kan hij die dekking(en) vervroegd beëindigen. De vervroegde beëindiging heeft nochtans slechts ten vroegste uitwerking 30 dagen nadat de verzekeraar de verzekeringnemer hierover met een aangetekend schrijven heeft ingelicht.
6.7.2 Hypothese 2: het afkooprecht is niet van toepassing
Indien het Persoonlijk Certificaat niet aangeeft dat het afkooprecht van toepassing is (zie 4.4), wordt de verzekeringnemer bij niet betaling van de voorziene premies met een aangetekend schrijven verwittigd over de gevolgen van de niet betaling. Indien de premies nog steeds onbetaald zijn gebleven 30 dagen na de verzending van die aangetekende brief, wordt de overeenkomst op dat ogenblik automatisch beëindigd en eindigen dus ook alle dekkingen. De verzekeringnemer geniet in dit geval ook geen recht van reductie en omzetting.
6.8 Wederinwerkingstelling
Indien de premiebetaling voor de overeenkomst wordt beëindigd, kan de verzekeringnemer ze op schrif- telijk verzoek binnen drie jaar opnieuw in werking laten stellen. Dit geldt ook bij afkoop (zie 4.4), in welk geval de termijn wordt herleid tot drie maand en de afgekochte reserves bovendien (zonder nieuwe instap- kost) moeten worden teruggestort aan de verzekeraar. De verzekeraar stelt de wederinwerkingstelling van de dekkingen afhankelijk van zijn aanvaardingscriteria (zie 3.2.2). De wederinwerkingstelling gaat in op de datum vermeld op het nieuw uitgegeven Persoonlijk Certificaat.
6.9 Uitkeringen
De verzekeraar mag iedere uitkering (ook bij opzegging en afkoop) afhankelijk stellen van de voorlegging van de door hem nodig geachte documenten.
De verzekeraar keert de verschuldigde sommen uit, na aanrekening van de eventuele wettelijk verplichte inhoudingen, kosten, vergoedingen en andere sommen die nog verschuldigd zouden zijn aan de verzeke- raar of aan derden (zoals een pandhoudende schuldeiser), binnen 30 dagen na ontvangst van de gevraagde documenten en, indien zo gevraagd, van een volledig en correct ingevulde en ondertekende regelingskwij- ting.
Wanneer een uitkering verschuldigd is aan meerdere personen, kan de verzekeraar eisen dat door de be- trokkenen één persoon van voldoende gewaarmerkte volmachten wordt voorzien om namens hen de uit- kering gezamenlijk in ontvangst te nemen.
De verzekeraar vergoedt geen intrest voor een vertraging in enige uitkering ingevolge een omstandigheid onafhankelijk van zijn wil, zoals wanneer de prestaties niet worden opgevorderd, de stukken niet volledig of niet in orde zijn, enz.
6.10 Briefwisseling en bewijs
Tenzij uit de voorgaande bepalingen of dwingende bepalingen anders zou blijken, kan elke kennisgeving van een partij aan de andere gebeuren per gewone brief. De verzekeraar kan, zonder echter hiertoe ver- plicht te zijn, ook andere kennisgevingsvormen (fax, e-mail, …) als geldig beschouwen.
Elke kennisgeving en briefwisseling tussen partijen geschiedt geldig op hun laatst onderling meegedeeld (correspondentie)adres. Indien er twee verzekeringnemers zijn, kan de verzekeraar geldig elke kennisge- ving aan de verzekeringnemer gezamenlijk richten aan beide verzekeringnemers samen, en dit op het cor- respondentieadres zoals vermeld op het onderschrijvingsformulier. Indien er geen specifiek corresponden- tieadres wordt vermeld op het onderschrijvingsformulier, kan de verzekeraar het adres van de op het Per- soonlijk Certificaat vermelde ‘eerste verzekeringnemer’ als enig correspondentieadres hanteren. Zodra de
verzekeraar kennis krijgt van het feit dat geen van beide verzekeringnemers nog op het initieel opgegeven correspondentieadres woont, kan hij het (nieuw) adres van de op het Persoonlijk Certificaat vermelde ‘eerste verzekeringnemer’ als enig correspondentieadres hanteren. Indien het correspondentieadres het adres is van één van de verzekeringnemers en die verzekeringnemer naderhand overlijdt, kan de verzeke- raar vanaf het ogenblik waarop hij kennis krijgt van het overlijden, het adres van de andere verzekering- nemer als enig correspondentieadres hanteren. De verzekeringnemers hebben steeds de mogelijkheid om met een door beiden gedateerde en ondertekende schriftelijke kennisgeving aan de verzekeraar, het enig correspondentieadres te laten wijzigen.
De verzending van een aangetekende brief wordt bewezen door de voorlegging van het ontvangstbewijs van de post. Het bestaan en de inhoud van enig document en enige briefwisseling worden bewezen door de voorlegging van het origineel of, bij gebrek hieraan, van het afschrift ervan in de dossiers van de ver- zekeraar.
6.11 Wijziging van de Algemene Voorwaarden
De verzekeraar kan om gegronde redenen (bijvoorbeeld in het kader van een wijziging van de wetgeving), rekening houdend met eventuele dwingende beperkingen in dit verband, binnen de perken van de goede trouw en zonder afbreuk te doen aan de wezenlijke kenmerken van de overeenkomst, de Algemene Voor- waarden wijzigen. De verzekeraar licht de verzekeringnemer hierover schriftelijk in, met vermelding van de aard en de redenen van de aangebrachte wijzigingen, alsook van de datum waarop de nieuwe Algemene Voorwaarden ingaan.
6.12 Wettelijk kader
6.12.1 Toepasselijke wetgeving
De overeenkomst is onderworpen aan de Belgische wetgeving inzake individuele levens- en aanvullende verzekeringen. Mocht de verzekeringnemer buiten België gevestigd zijn, dan wordt, indien de wet het zo toelaat, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht.
Een clausule die eventueel in strijd zou zijn met een dwingende bepaling tast de geldigheid van de over- eenkomst niet aan. De clausule wordt dan vervangen door de miskende dwingende bepaling en zal geacht worden vanaf het sluiten van de overeenkomst in overeenstemming met die dwingende bepaling te zijn opgesteld.
6.12.2 Toepasselijk belastingregime
Wat betreft het toepasselijk belastingregime wordt verwezen naar de belastingfiche die vóór het sluiten van de overeenkomst aan de verzekeringnemer werd bezorgd. Voor nadere inlichtingen over het toepas- selijk belastingregime kan de verzekeringnemer zich wenden tot de verzekeraar. De verzekeraar kan echter op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld indien bepaalde verwachte belastingvoordelen niet zouden (kunnen) genoten worden of indien op de overeenkomst een (para)fiscale druk zou rusten die niet verwacht werd.
6.13 Bescherming van de persoonlijke levenssfeer
De verzekeraar hecht veel belang aan de persoonlijke levenssfeer en de bescherming van de persoonsge- gevens. De verzekeraar verwerkt de persoonsgegevens van de klant in overeenstemming met Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).
Meer informatie over de verwerking van de persoonsgegevens is opgenomen in de privacyverklaring die de klant ontvangt. De privacyverklaring is ook beschikbaar op de website van de verzekeraar onder de link xxxxx://xxx.xxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxx/xxxxxxx-xxxxxxxxx. De privacyverklaring maakt deel uit van de contractuele relatie met de klant.
6.14 Xxxxxxxx en geschillen
Mocht een belanghebbende een klacht hebben in verband met de overeenkomst kan hij zich wenden tot Crelan Klachtendienst, Xxxxxxx Xxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, tel.:02/000.00.00, of via e-mail: Com- xxxxxxx@xxxxxx.xx. Krijgt de betrokkene geen voldoening, dan kan hij zich wenden tot de Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûssquare 35 te 0000 Xxxxxxx (xxx.xxxxxxxxx.xx; e-mail: info@ombuds- xxx.xx). De belanghebbende behoudt ook de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure in te leiden. Geschillen tussen partijen vallen onder de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.
Betwistingen over medische aangelegenheden kunnen eveneens, mits de partijen hierover ten vroegste op het ogenblik dat het geschil ontstaat uitdrukkelijk en schriftelijk akkoord gaan, beslecht worden in een minnelijke medische expertise (arbitrage), waarbij de partijen elk een eigen arts aanstellen. Indien er geen akkoord is tussen de artsen, wordt door hen of, bij gebrek aan overeenstemming, door de Voorzitter van de bevoegde Rechtbank van Eerste Aanleg een ‘derde’ arts aangesteld. Het aldus gevormde college beslist bij meerderheid van stemmen en de beslissing is onherroepelijk. Op straf van nietigheid van hun beslissing mogen de artsen evenwel niet afwijken van de bepalingen van de Algemene Voorwaarden. Elke partij betaalt de honoraria van de door haar aangestelde arts. De honoraria van de eventuele ‘derde’ arts worden door de partijen in gelijke delen gedragen.
6.15 Waarschuwing
Elke oplichting of poging tot oplichting van de verzekeraar brengt niet alleen de opzegging of zelfs de nietigheid van de verzekeringsovereenkomst mee, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd op basis van artikel 496 van het Strafwetboek.