CONTRACT VOOR DE VERPLICHTE BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING
CONTRACT VOOR DE VERPLICHTE BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING
INZAKE MOTORRIJTUIGEN
ALGEMENE VOORWAARDEN 21.26.133
Enkel de waarborgen die vermeld zijn in de bijzondere voorwaarden zijn van toepassing.
De waarborgen die het voorwerp zijn van Dekking I, II, III en V worden beschouwd als afzonderlijke waarborgen. De opzegging, de schorsing of de annulatie door een van de partijen van de waarborg voorzien in Dekking I, heeft van rechtswege hetzelfde gevolg voor de waarborgen van Xxxxxxx XX, III en V.
DEKKING I
VERPLICHTE VERZEKERING TEGEN BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID
TITEL I
BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE VOLLEDIGE OVEREENKOMST
Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1. de Verzekeraar:
Federale Verzekering, Coöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CV, Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx, RPR Brussel BTW BE 0403.257.506 – Verzekerings- maatschappij toegelaten onder het nr. 87 door de Nationale Bank van België.
2. de Verzekeringsnemer:
de persoon die de overeenkomst met de Verzekeraar sluit;
3. de verzekerde:
iedere persoon van wie de aansprakelijkheid door de overeenkomst gedekt is;
4. de consument:
Iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen;
5. de benadeelde:
de persoon die schade heeft geleden welke aanleiding geeft tot toepassing van de overeenkomst alsook zijn rechthebbenden;
6. Aangetekende zending:
Verzending die bewijzen levert met betrekking tot de verzending en ontvangst van de gegevens, het tijdstip van verzending en ontvangst, evenals de identiteit van de ontvanger (of zijn gevolmachtigde), bijvoorbeeld een aangetekende zending per post of een verzending via een elektronische aangetekende dienst;
7. een motorrijtuig:
rijtuig, bestemd om zich over de grond te bewegen en die door een mechanische kracht kan worden gedreven zonder aan spoorstaven te zijn gebonden, ongeacht het type van aandrijvingskracht of de maximale snelheid;
8. de aanhangwagen:
elk rijtuig dat uitgerust en bestemd is om door een ander rijtuig te worden voortbewogen;
9. het omschreven motorrijtuig:
— het motorrijtuig dat in de overeenkomst omschreven is; al wat eraan gekoppeld is, wordt beschouwd als een deel ervan;
— de niet-gekoppelde aanhangwagen die in de overeenkomst omschreven is;
10. het verzekerde motorrijtuig:
a) het omschreven motorrijtuig;
b) volgens de in de overeenkomst vermelde voorwaarden en beperkingen:
— het tijdelijke vervangingsmotorrijtuig;
— het omschreven motorrijtuig dat in eigendom werd overgedragen en het motorrijtuig dat in vervanging komt van dit motorrijtuig.
Al wat aan voornoemde motorrijtuigen gekoppeld is, wordt beschouwd als een deel ervan;
11. het schadegeval:
ieder feit dat schade veroorzaakt heeft en dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de overeenkomst;
12. het verzekeringsbewijs:
het document dat de Verzekeraar, overeenkomstig de geldende wetgeving, aan de Verzekeringsnemer geeft als bewijs van verzekering.
Hoofdstuk II
De overeenkomst
AFDELING 1
DOOR DE VERZEKERINGSNEMER VERPLICHT MEE TE DELEN GEGEVENS BIJ HET SLUITEN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 2 Mee te delen gegevens
De Verzekeringsnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de Verzekeraar. Hij moet de Verzekeraar echter geen omstandigheden meedelen die deze laatste reeds kende of redelijkerwijs had moeten kennen. Indien op sommige schriftelijke vragen van de Verzekeraar niet is geantwoord, en indien deze toch de overeenkomst heeft gesloten, kan de Verzekeraar zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen.
Artikel 3 Opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen
1. Nietigheid van de overeenkomst
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de Verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico, kan de Verzekeraar de nietigheid van de overeenkomst vragen.
Wanneer de nietigheid is uitgesproken, komen de premies, die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de Verzekeraar kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico, hem toe.
2. Verhaal van de Verzekeraar
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de Verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico, heeft de Verzekeraar een recht van verhaal op de Verzekeringsnemer overeenkomstig de artikelen 45, 2°, 55 en 63.
Artikel 4 Onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen
1. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, is de overeenkomst niet nietig.
De Verzekeraar stelt, binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop hij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop hij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen.
2 Opzegging van de overeenkomst
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de Verzekeringsnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de Verzekeraar de overeenkomst opzeggen binnen vijftien dagen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 1°.
Indien de Verzekeraar het bewijs levert dat hij het risico nooit zou hebben verzekerd, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop hij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 1°.
3. Gebrek aan reactie van de Verzekeraar
De Verzekeraar die, binnen de in de vorige paragrafen bepaalde termijnen de overeenkomst niet heeft opgezegd, noch een wijziging heeft voorgesteld, kan zij zich nadien niet meer beroepen op feiten die hem bekend waren.
4. Verhaal van de Verzekeraar
Wanneer het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico aan de Verzekeringsnemer kan verweten worden, heeft de Verzekeraar een recht van verhaal op de Verzekeringsnemer overeenkomstig de artikelen 45, 3° en 63.
AFDELING 2
DOOR DE VERZEKERINGSNEMER VERPLICHT MEE TE DELEN GEGEVENS IN DE LOOP VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 5 Informatieverplichting van de Verzekeringsnemer
De Verzekeringsnemer is verplicht aan de Verzekeraar mede te delen:
1. de overdracht van eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig;
2. de kenmerken van het motorrijtuig dat in vervanging komt van het omschreven motorrijtuig, behoudens deze van het tijdelijk vervangingsmotorrijtuig bedoeld in artikel 56;
3. de inschrijving van het omschreven motorrijtuig in een ander land;
4. het in het verkeer brengen van het omschreven of enig ander motorrijtuig tijdens de schorsing van de overeenkomst;
5. iedere wijziging van adres;
6. de gegevens bedoeld in de artikelen 6, 7 en 8.
Artikel 6 Aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico
1. Mee te delen gegevens
In de loop van de overeenkomst heeft de Verzekeringsnemer de verplichting, om onder de voorwaarden van artikel 2 de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die van die aard zijn om een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, te bewerkstelligen.
2. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet dermate verzwaard is dat de Verzekeraar, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet hij binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop hij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring.
3. Opzegging van de overeenkomst
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de Verzekeringsnemer wordt geweigerd of indien, bij het verstrijken van een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de Verzekeraar de overeenkomst opzeggen binnen de vijftien dagen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 2°.
Indien de Verzekeraar het bewijs levert dat hij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop hij van de verzwaring kennis heeft gekregen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 5, eerste lid, 2°.
4. Gebrek aan reactie van de Verzekeraar
De Verzekeraar die, binnen de in de vorige paragrafen bepaalde termijnen, de overeenkomst niet heeft opgezegd, noch een wijziging heeft voorgesteld, kan zich nadien niet meer beroepen op de verzwaring van het risico.
5. Verhaal van de Verzekeraar
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de Verzekeraar misleidt bij de beoordeling van dat risico heeft hij een recht van verhaal op de Verzekeringsnemer overeenkomstig de artikelen 45, 2° en 63.
Wanneer het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico aan de Verzekeringsnemer kan verweten worden, heeft de Verzekeraar een recht van verhaal op de Verzekeringsnemer overeenkomstig de artikelen 45, 3° en 63.
Artikel 7 Aanzienlijke en blijvende vermindering van het risico
1. Wijziging van de overeenkomst
Wanneer, in de loop van de overeenkomst, het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de Verzekeraar, indien die vermindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, staat hij een dienovereenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop hij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen.
2. Opzegging van de overeenkomst
Indien beide partijen het over de nieuwe premie niet eens worden binnen een maand na de aanvraag tot vermindering door de Verzekeringsnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 8.
Artikel 8 Onbekende omstandigheden bij het sluiten van de overeenkomst
Wanneer gedurende de loop van de verzekering een omstandigheid bekend wordt die beide partijen op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst onbekend was, worden de artikelen 6 en 7 toegepast, voor zover die omstandigheid een vermindering of een verzwaring van het verzekerde risico tot gevolg heeft.
Artikel 9 Verblijf in andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte
Geen enkel verblijf van het omschreven motorrijtuig in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte gedurende de duur van de overeenkomst kan worden aanzien als een verzwaring of een vermindering van risico bedoeld in de artikelen 6 en 7 en geeft geen aanleiding tot wijziging van de overeenkomst.
Van zodra het omschreven motorrijtuig ingeschreven is in een andere staat dan België is de overeenkomst van rechtswege beëindigd.
AFDELING 3
WIJZIGINGEN INZAKE HET OMSCHREVEN MOTORRIJTUIG
Artikel 10 Overdracht van eigendom
1. Overdracht van de eigendom onder levenden zonder vervanging van het omschreven motorrijtuig
Indien bij overdracht van de eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig dit motorrijtuig niet vervangen wordt binnen een termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de overdracht of binnen die termijn de vervanging niet wordt gemeld, is de overeenkomst geschorst vanaf de dag volgend op het verstrijken van voornoemde termijn en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast.
De premie blijft aan de Verzekeraar verworven tot op het ogenblik dat de overdracht van eigendom aan hem ter kennis wordt gebracht.
Indien het overgedragen motorrijtuig aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het vóór de overdracht droeg, zelfs op ongeoorloofde wijze, blijft de dekking voor dit motorrijtuig verworven gedurende voornoemde termijn van zestien dagen, voor zover geen enkele andere verzekering hetzelfde risico dekt.
De Verzekeraar kan evenwel verhaal uitoefenen overeenkomstig artikelen 44 en 48 indien de schade berokkend wordt door een verzekerde andere dan:
1° de Verzekeringsnemer;
2° alle personen die bij de Verzekeringsnemer inwonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de Verzekeringsnemer verblijven.
Indien het om een rechtspersoon gaat, is de Verzekeringsnemer, bedoeld in vorig lid, de gemachtigde bestuurder.
2. Overdracht van de eigendom onder levenden met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de Verzekeringsnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig
Bij vervanging van het overgedragen motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de Verzekeringsnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig gelden voor het overgedragen motorrijtuig de bepalingen van paragraaf 1.
Voor het motorrijtuig dat in vervanging komt, biedt de overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de Verzekeraar en de Verzekeringsnemer.
3. Overdracht van de eigendom onder levenden met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de Verzekeringsnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig
Indien bij overdracht van de eigendom onder levenden van het omschreven motorrijtuig dit motorrijtuig vóór schorsing van de overeenkomst vervangen wordt door een motorrijtuig dat eigendom is van de verzekeringsnemer of van de eigenaar van het overgedragen motorrijtuig, blijft de dekking verworven voor het overgedragen motorrijtuig, overeenkomstig paragraaf 1 gedurende de termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig.
Dezelfde dekking van zestien dagen is eveneens aan alle verzekerden verworven voor het motorrijtuig dat in vervanging komt en dat deelneemt aan het verkeer onder de kentekenplaat van het overgedragen motorrijtuig, zelfs op ongeoorloofde wijze.
Deze dekkingen zijn verworven zonder enige mededeling.
Bij mededeling van de vervanging van het motorrijtuig binnen voornoemde termijn van zestien dagen blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de Verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van het nieuwe risico.
Indien de Verzekeringsnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 10.
Indien de Verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de vervanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
4. Overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig bij overlijden van de Verzekeringsnemer
In geval van overdracht van de eigendom van het omschreven motorrijtuig bij overlijden van de Verzekeringsnemer blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig artikel 22.
Artikel 11 Diefstal of verduistering
1. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig zonder vervanging
Indien het omschreven motorrijtuig gestolen of verduisterd is en niet vervangen wordt, kan de Verzekeringsnemer vragen om de overeenkomst te schorsen. In dat geval gaat de schorsing in vanaf de datum van aanvraag maar ten vroegste na het
21.26.133 06/24
verstrijken van een termijn van zestien dagen vanaf de dag volgend op de diefstal of verduistering en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast.
De premie blijft aan de Verzekeraar verworven tot op het ogenblik van de inwerkingtreding van de schorsing.
Indien de schorsing niet gevraagd wordt, blijft de dekking verworven ten aanzien van het gestolen of verduisterde motorrijtuig behalve voor de schade veroorzaakt door personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerde motorrijtuig hebben verschaft.
2. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig met vervanging door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de Verzekeringsnemer
Bij vervanging van het gestolen of verduisterde motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de Verzekeringsnemer of van de eigenaar van het gestolen of verduisterde motorrijtuig geldt paragraaf 1.
Voor het motorrijtuig dat in vervanging komt biedt deze overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de Verzekeraar en de Verzekeringsnemer.
3. Diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig met vervanging door een motorrijtuig dat eigendom is van de Verzekeringsnemer
Indien het omschreven motorrijtuig gestolen of verduisterd is en vóór schorsing van de overeenkomst vervangen wordt door een motorrijtuig dat eigendom is van de Verzekeringsnemer of van de eigenaar van het gestolen of verduisterde motorrijtuig, blijft de dekking verworven voor het gestolen of verduisterde motorrijtuig, behalve voor de schade veroorzaakt door de personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerde motorrijtuig hebben verschaft. In geval van opzegging van de overeenkomst vervalt deze dekking op het ogenblik dat de opzegging van de overeenkomst ingaat.
Bij mededeling van de vervanging van het motorrijtuig blijft de overeenkomst bestaan voor het motorrijtuig dat in vervanging komt van het gestolen of verduisterde motorrijtuig, overeenkomstig de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de Verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van het nieuwe risico.
Indien de Verzekeringsnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 10.
Indien de Verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de vervanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
Artikel 12 Andere situaties van verdwijning van risico
1. Verdwijning van het risico zonder vervanging van het omschreven motorrijtuig
Indien het risico niet meer bestaat en het omschreven motorrijtuig niet vervangen wordt, kan de Verzekeringsnemer vragen om de overeenkomst te schorsen. In dat geval gaat de schorsing in op datum van de mededeling en worden de artikelen 23 tot en met 25 toegepast, behoudens in de gevallen van overdracht van eigendom, diefstal of verduistering van het omschreven motorrijtuig bedoeld in de artikelen 10 en 11.
2. Verdwijning van het risico met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de Verzekeringsnemer
Na mededeling van de vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat geen eigendom is van de Verzekeringsnemer of van de eigenaar van het omschreven motorrijtuig vóór de schorsing van de overeenkomst, biedt deze overeenkomst geen dekking behoudens akkoord tussen de Verzekeraar en de Verzekeringsnemer.
3. Verdwijning van het risico met vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de Verzekeringsnemer
Na mededeling van de vervanging van het omschreven motorrijtuig door een motorrijtuig dat eigendom is van de Verzekeringsnemer of van de eigenaar van het omschreven motorrijtuig vóór de schorsing van de overeenkomst, gaat de dekking slechts over op het motorrijtuig dat in vervanging komt op het door de Verzekeringsnemer gewenste ogenblik. Op hetzelfde ogenblik eindigt de dekking ten aanzien van het omschreven motorrijtuig.
21.26.133 06/24
Met betrekking tot het motorrijtuig dat in vervanging komt, blijft de overeenkomst bestaan overeenkomstig de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, van toepassing bij de Verzekeraar op het ogenblik van de vervanging en in functie van dit nieuwe risico.
Indien de Verzekeringsnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 10.
Indien de Verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging van het motorrijtuig, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de vervanging van het motorrijtuig gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
Artikel 13 Huurovereenkomst
De bepalingen van artikel 10 zijn eveneens van toepassing in geval van beëindiging van de rechten van de Verzekeringsnemer op het omschreven motorrijtuig dat hij verkregen heeft ter uitvoering van een huurovereenkomst of een gelijkaardige overeenkomst.
Artikel 14 Opvordering door de overheid
Wanneer het omschreven motorrijtuig in eigendom of in huur wordt opgevorderd, wordt de overeenkomst geschorst door het enkel feit dat de opvorderende overheid het motorrijtuig in bezit neemt.
Beide partijen kunnen de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 9 of 30, § 8.
AFDELING 4
DUUR – PREMIE – WIJZIGING VAN VERZEKERINGSVOORWAARDEN EN PREMIE
Artikel 15 Duur van de overeenkomst
1. Maximumduur
De duur van de overeenkomst mag niet langer zijn dan één jaar.
2. Stilzwijgende verlenging
Behalve wanneer de verzekeringsnemer zich er minstens twee maanden of de verzekeraar zich er minstens drie maanden vóór de vervaldag van de overeenkomst tegen verzet, overeenkomstig de artikelen 26, 27, § 2 en 30, § 2, wordt de overeenkomst stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar.
3. Korte termijn
Overeenkomsten waarvan de duur korter is dan één jaar, worden niet stilzwijgend verlengd tenzij anders is overeengekomen.
Artikel 16 De betaling van de premie
De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, moet ten laatste op de premievervaldag betaald worden op verzoek van de Verzekeraar.
Wanneer de premie niet rechtstreeks aan de Verzekeraar wordt betaald, is de premiebetaling aan een derde bevrijdend indien deze de betaling vordert en hij voor de inning van de premie klaarblijkelijk als lasthebber van de verzekeraar optreedt.
Artikel 17 Het verzekeringsbewijs
Zodra de verzekeringsdekking aan de Verzekeringsnemer verleend wordt, geeft de Verzekeraar hem een verzekeringsbewijs waaruit het bestaan van de overeenkomst blijkt.
Het verzekeringsbewijs is niet geldig bij de nietigverklaring van de overeenkomst en houdt op geldig te zijn vanaf de beëindiging van de overeenkomst of vanaf het ogenblik van de opzegging of schorsing van de overeenkomst.
21.26.133 06/24
Artikel 18 Niet-betaling van de premie
1. Ingebrekestelling
De Verzekeraar kan bij niet-betaling van de premie op de vervaldag de dekking schorsen of de overeenkomst opzeggen indien de Verzekeringsnemer in gebreke is gesteld bij deurwaardersexploot of bij een aangetekende zending.
2. Schorsing van de dekking
De schorsing van de dekking of de opzegging gaat in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling maar die niet korter mag zijn dan vijftien dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte van de aangetekende zending.
Als de dekking geschorst werd, maakt de betaling door de Verzekeringsnemer van de achterstallige premies, zoals nader bepaald in de laatste ingebrekestelling of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing.
De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de Verzekeraar de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de Verzekeringsnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig paragraaf 1 en de ingebrekestelling herinnert aan de schorsing van de dekking. Het recht van de Verzekeraar wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
3. Verhaal van de Verzekeraar
In geval van schorsing van de dekking wegens niet-betaling van de premie heeft de verzekeraar een recht van verhaal op de Verzekeringsnemer, overeenkomstig de artikelen 44, 45, 1°, 55 en 63.
4. Opzegging van de overeenkomst
In geval van niet-betaling van de premie kan de Verzekeraar de overeenkomst opzeggen, overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 3.
5. Kosten bij niet-betaling van de premie
In geval van niet-betaling van de premie, sturen wij u eerst een herinnering zonder kosten. Indien de premie na deze herinnering nog steeds niet is betaald, sturen wij u een ingebrekestelling per aangetekende zending en bent u ons extra administratiekosten verschuldigd, vastgesteld op een forfaitair bedrag van €20,00.
Omgekeerd, indien wij u niet tijdig een vaststaande, opeisbare en onbetwistbare geldsom betalen, en op voorwaarde dat u ons een ingebrekestelling per aangetekende zending heeft gestuurd, zullen wij u extra administratiekosten verschuldigd zijn, vastgesteld op een forfaitir bedrag van €20,00.
Artikel 19 Wijziging van de premie
Indien de Verzekeraar de premie verhoogt, kan de Verzekeringsnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 4.
De mededeling van de premiewijziging gebeurt overeenkomstig de geldende wetgeving.
Indien de premie wijzigt ingevolge een duidelijk en nauwkeurig omschreven bepaling in de verzekeringsovereenkomst beschikt de Verzekeringsnemer niet over een opzeggingsrecht. Deze bepaling doet geen afbreuk aan het opzeggingsrecht vermeld in artikel 27, §§ 8 en 10.
21.26.133 06/24
Artikel 20 Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden
1. Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden ten gunste van de Verzekeringsnemer, de verzekerde of elke derde die bij de uitvoering van de overeenkomst betrokken is
De Verzekeraar kan de verzekeringsvoorwaarden volledig ten gunste van de Verzekeringsnemer, de verzekerde of elke derde die bij de uitvoering van de overeenkomst betrokken is, wijzigen.
Wanneer de premie verhoogt, kan de Verzekeringsnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 4.
2. Wijziging van bepalingen die een invloed kunnen hebben op de premie of de vrijstelling
Indien de Verzekeraar de verzekeringsvoorwaarden met betrekking tot de wijziging van de premie in functie van de schadegevallen die zich hebben voorgedaan, of tot de vrijstelling wijzigt en die wijziging niet volledig ten gunste van de Verzekeringsnemer of de verzekerde is, kan de Verzekeringsnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 4.
Indien de vrijstelling wijzigt ingevolge een duidelijk en nauwkeurig omschreven bepaling in de verzekeringsovereenkomst beschikt de Verzekeringsnemer niet over een opzeggingsrecht.
3. Wijziging ingevolge een wetgevende beslissing van een overheid
Indien de Verzekeraar de verzekeringsvoorwaarden wijzigt ingevolge een wetgevende beslissing van een overheid, licht de Verzekeraar de Verzekeringsnemer hierover duidelijk in.
Wanneer de wijziging een premieverhoging tot gevolg heeft, of indien de wijziging niet uniform is voor alle verzekeraars, kan de Verzekeringsnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 4.
Bij gebreke aan duidelijke informatie is de hoogst mogelijke uit de wetgeving voortvloeiende waarborg van toepassing en kan de Verzekeringsnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 4.
De Verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 7 indien hij het bewijs levert dat hij het risico, zoals dit volgt uit het nieuwe wettelijke kader, in geen geval zou verzekerd hebben.
4. Andere wijzigingen
Indien de Verzekeraar andere wijzigingen voorstelt dan deze bedoeld in de §§ 1 tot 3, licht hij de Verzekeringsnemer hierover op duidelijke wijze in.
De Verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 4.
De Verzekeringsnemer heeft eveneens een opzeggingsrecht indien hij van de Verzekeraar geen duidelijke informatie ontvangen heeft over de wijziging.
5. Wijze van meedelen
De mededeling van de wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van de premie gebeurt overeenkomstig de geldende wetgeving.
Artikel 21 Faillissement van de Verzekeringsnemer
1. Behoud van de overeenkomst
In geval van faillissement van de Verzekeringsnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die de Verzekeraar het bedrag verschuldigd is van de premies vervallen vanaf de faillietverklaring.
2. Opzegging van de overeenkomst
De curator van het faillissement en de Verzekeraar hebben het recht om de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26, 28 en 30, § 9.
21.26.133 06/24
Artikel 22 Overlijden van de Verzekeringsnemer
1. Behoud van de overeenkomst
In geval van overlijden van de Verzekeringsnemer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele van de erfgenamen die verplicht zijn de premies te betalen.
Indien het omschreven motorrijtuig de volle eigendom wordt van één van de erfgenamen of van een legataris van de Verzekeringsnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voordeel.
2. Opzegging van de overeenkomst
De erfgenamen kunnen de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 29, eerste lid.
De erfgenaam of legataris, die het omschreven motorrijtuig in volle eigendom verkregen heeft, kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 29, tweede lid.
De Verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 10.
AFDELING 5
SCHORSING VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 23 Tegenstelbaarheid van de schorsing
De schorsing van de overeenkomst is tegenstelbaar aan de benadeelde persoon.
Artikel 24 Wederinverkeerstelling van het omschreven motorrijtuig
Bij mededeling van de wederinverkeerstelling van het omschreven motorrijtuig wordt de overeenkomst opnieuw in werking gesteld met toepassing van de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, die op dat ogenblik gelden.
Bij de wederinwerkingstelling van de overeenkomst wordt het niet-verbruikte premiegedeelte verrekend.
Indien de verzekeringsvoorwaarden gewijzigd zijn of de premie verhoogd is, kan de Verzekeringsnemer de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 4.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de schorsing van de overeenkomst gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
Artikel 25 In verkeerstelling van enig ander motorrijtuig
Bij mededeling van het in het verkeer brengen van enig ander motorrijtuig dat eigendom is van de Verzekeringsnemer of van de eigenaar van het vorig omschreven motorrijtuig, wordt de overeenkomst opnieuw in werking gesteld met toepassing van de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van het tarief, die op dat ogenblik gelden en in functie van het nieuwe risico.
Bij de wederinwerkingstelling van de overeenkomst wordt het niet-verbruikte premiegedeelte verrekend.
Indien de Verzekeringsnemer de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 27, § 10.
Indien de Verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de aanvraag van de wederinwerkingstelling van de overeenkomst, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig de artikelen 26 en 30, § 11.
In geval van opzegging blijven de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, die van toepassing waren vóór de schorsing van de overeenkomst gelden tot op het ogenblik dat de opzegging ingaat.
21.26.133 06/24
AFDELING 6
EINDE VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 26 Opzeggingsmodaliteiten
1. Opzeggingswijze
De opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot, per aangetekende zending of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
De opzegging wegens niet-betaling van de premie kan niet gebeuren door middel van afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
2. Uitwerking van de opzegging
Tenzij anders vermeld in de artikelen 27 en 30, gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot, of in het geval van een aangetekende zending, te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte, of vanaf de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs.
3. Premiekrediet
Het premiegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van het van kracht worden van de opzegging, wordt door de Verzekeraar terugbetaald binnen een termijn van dertig dagen vanaf de inwerkingtreding van de opzegging.
Artikel 27 Opzeggingsmogelijkheden voor de Verzekeringsnemer
1. Voor de aanvang van de overeenkomst
De Verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen wanneer tussen de datum van het sluiten en die van de inwerkingtreding ervan een termijn van meer dan een jaar verloopt. Van deze opzegging moet uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst kennis gegeven worden.
De opzegging gaat in op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
2. Op het einde van elke verzekeringsperiode
De Verzekeringsnemer kan op het einde van elke verzekeringsperiode de overeenkomst opzeggen ten minste drie maanden voor haar vervaldag.
De opzegging gaat in op die vervaldag.
3. Na het verstrijken van een termijn van één jaar na de aanvang van de verzekeringsovereenkomst
Indien de verzekeringsnemer een consument is, kan de verzekeringsnemer de overeenkomst opzeggen na het verstrijken van een termijn van één jaar na de aanvang van de verzekeringsovereenkomst. De opzegging heeft uitwerking na het verstrijken van een termijn van twee maanden vanaf de dag na de betekening of vanaf de dag na de datum van het ontvangstbewijs, of, bij een aangetekende zending, vanaf de dag na de afgifte ervan.
Indien de verzekeringsnemer geen consument is, kan hij geen gebruik maken van deze mogelijkheid om de overeenkomst op elk moment na het verstrijken van het eerste verzekeringsjaar te beëindigen en valt hij terug onder de toepassing van §2 en de §§ 4-11 van dit artikel.
4. Wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en de premie
De Verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen indien de premie, de verzekeringsvoorwaarden of de vrijstelling wijzigen, zoals bedoeld in de artikelen 19 en 20.
De Verzekeringsnemer kan de overeenkomst eveneens opzeggen indien hij van de Verzekeraar geen duidelijke informatie ontvangen heeft over de wijziging, zoals bedoeld in artikel 20.
21.26.133 06/24
5. Na schadegeval
De Verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen na een schadegeval waarbij schadeloosstellingen ten gunste van de benadeelden zijn betaald of zullen moeten worden betaald, met uitzondering van de betalingen overeenkomstig artikel 50.
De opzegging dient te gebeuren uiterlijk een maand na de uitbetaling van de schadevergoeding. De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte.
6. Wijziging van Verzekeraar
De Verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen in geval van overdracht door de Verzekeraar van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst.
De opzegging dient te gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de publicatie in het Belgisch Staatsblad van de beslissing van de Nationale Bank van België tot goedkeuring van de overdracht.
De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte, of op de jaarlijkse premievervaldag indien deze vóór het verstrijken van de voornoemde een maand valt.
Deze opzegmogelijkheid is niet van toepassing op fusies en splitsingen van verzekeringsondernemingen, noch op overdrachten uitgevoerd in het kader van een inbreng van de algemeenheid van goederen of van een tak van werkzaamheid, noch op andere overdrachten tussen Verzekeraars die deel uitmaken van eenzelfde geconsolideerd geheel.
7. Stopzetting van de activiteiten van de Verzekeraar
De Verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen in geval van faillissement, gerechtelijke reorganisatie of intrekking van de toelating van de Verzekeraar.
8. Vermindering van het risico
De Verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen indien er bij vermindering van het risico geen akkoord is over het bedrag van de nieuwe premie binnen de maand na de aanvraag tot vermindering van de premie.
9. Opvordering door de overheid
De Verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen wanneer deze geschorst is omwille van een opvordering door de overheid in eigendom of in huur van het omschreven motorrijtuig.
10. Vervanging van motorrijtuig of wederinwerkingstelling van de geschorste overeenkomst
Indien de Verzekeringsnemer bij een vervanging van motorrijtuig of wederinwerkingstelling van de geschorste overeenkomst de verzekeringsvoorwaarden, met inbegrip van de premie, niet aanvaardt, dient hij de overeenkomst op te zeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van de kennisgeving ervan.
11. Combinatiepolis
Wanneer de Verzekeraar één of meer waarborgen andere dan deze bedoeld in de artikelen 38, 50, 56 tot en met 59 opzegt, kan de Verzekeringsnemer de gehele overeenkomst opzeggen.
Artikel 28 Opzegging door de curator
De curator kan de overeenkomst opzeggen binnen de drie maanden die volgen op de faillietverklaring.
Artikel 29 Opzegging door de erfgenamen of legataris
De erfgenamen van de Verzekeringsnemer kunnen de overeenkomst opzeggen binnen de drie maanden en veertig dagen na het overlijden van de Verzekeringsnemer.
De erfgenaam of legataris van de Verzekeringsnemer, die het omschreven motorrijtuig in volle eigendom heeft verkregen, kan de overeenkomst opzeggen binnen de maand te rekenen vanaf de dag dat het motorrijtuig hem werd toebedeeld. Deze termijn van een maand doet geen afbreuk aan de termijn van drie maanden en veertig dagen.
21.26.133 06/24
Artikel 30 Opzeggingsmogelijkheden door de Verzekeraar
1. Voor de aanvang van de overeenkomst
De Verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer tussen de datum van het sluiten en die van de inwerkingtreding ervan een termijn van meer dan een jaar verloopt. Van deze opzegging moet uiterlijk drie maanden vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst kennis gegeven worden.
De opzegging gaat in op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
2. Op het einde van elke verzekeringsperiode
De Verzekeraar kan op het einde van elke verzekeringsperiode de overeenkomst opzeggen ten minste drie maanden vóór haar vervaldag.
De opzegging gaat in op die vervaldag.
3. In geval van niet-betaling van de premie
De Verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van niet-betaling van de premie, zelfs zonder voorafgaande schorsing van de dekking, indien de Verzekeringsnemer in gebreke gesteld is.
De opzegging gaat in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte van de aangetekende zending.
De Verzekeraar kan zijn verplichting tot het verlenen van dekking schorsen en de overeenkomst opzeggen indien hij dit heeft bepaald in dezelfde ingebrekestelling.
In dat geval gaat de opzegging in na het verstrijken van de termijn door de Verzekeraar bepaald, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing van de dekking.
Wanneer de Verzekeraar zijn verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft en de overeenkomst niet is opgezegd in dezelfde ingebrekestelling, kan de opzegging enkel geschieden mits een nieuwe ingebrekestelling.
In dat geval gaat de opzegging in na het verstrijken van de termijn vermeld in de ingebrekestelling, maar ten vroegste vijftien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de dag volgend op de afgifte van de aangetekende zending.
4. Na schadegeval
1° De Verzekeraar kan de overeenkomst slechts opzeggen na een schadegeval waarbij schadeloosstellingen ten gunste van de benadeelden zijn betaald of zullen moeten worden betaald, met uitzondering van de betalingen ingevolge artikel 50.
De opzegging dient te gebeuren uiterlijk een maand na de uitbetaling van de schadevergoeding.
De opzegging gaat in na het verstrijken van een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening van het deurwaardersexploot of dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende zending, te rekenen van de dag die volgt op zijn afgifte.
De opzegging na schadegeval van één of meer waarborgen andere dan deze bedoeld in de artikelen 38, 50, 56 tot en met 59, geeft de Verzekeraar geen recht om deze waarborgen op te zeggen.
2° De Verzekeraar kan, ten allen tijde, de overeenkomst opzeggen na een schadegeval, wanneer de Verzekeringsnemer of de verzekerde een van zijn verplichtingen, ontstaan door het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de Verzekeraar te misleiden, zodra de Verzekeraar bij de onderzoeksrechter een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend tegen een van deze personen of hem voor het vonnisgerecht heeft gedagvaard, op basis van de artikelen 193, 196, 197, 496 of 510 tot 520 van het Strafwetboek. Indien de Verzekeraar afstand doet van zijn vordering of indien de strafvordering uitmondt in een buitenvervolgingstelling of een vrijspraak, moet de Verzekeraar de schade als gevolg van die opzegging vergoeden.
De opzegging gaat in ten vroegste een maand te rekenen van de dag volgend op de betekening, de dag volgend op de datum van het ontvangstbewijs of, ingeval van een aangetekende zending vanaf de dag die volgt op zijn afgifte.
5. Verzwijging, onjuiste mededeling en verzwaring van het risico
De Verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van:
1° onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling van gegevens over het risico bij het sluiten van de overeenkomst bedoeld in artikel 4;
2° aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico in de loop van de overeenkomst bedoeld in artikel 6.
21.26.133 06/24
6. Technische eisen van het motorrijtuig
De Verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer:
1° het motorrijtuig niet beantwoordt aan de reglementering op de technische eisen van de motorrijtuigen;
2° het motorrijtuig, onderworpen aan de technische controle, niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs.
7. Nieuwe wettelijke bepalingen
De Verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen indien hij het bewijs levert dat hij het risico, zoals dit volgt uit de wijziging van de verzekeringsvoorwaarden door een beslissing van de overheid bedoeld in artikel 20 in geen geval zou verzekerd hebben.
8. Opvordering door de overheid
De Verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen wanneer deze geschorst is omwille van een opvordering door de overheid in eigendom of in huur van het omschreven motorrijtuig.
9. Faillissement van de Verzekeringsnemer
De Verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen in geval van faillissement van de Verzekeringsnemer ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring.
10. Overlijden van de Verzekeringsnemer
De Verzekeraar kan de overeenkomst opzeggen na het overlijden van de Verzekeringsnemer binnen drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop de Verzekeraar kennis kreeg van het overlijden.
11. Vervanging van motorrijtuig of weder-inwerkingstelling van de geschorste overeenkomst
Indien de Verzekeraar het bewijs levert dat het nieuwe risico kenmerken vertoont die niet vallen binnen zijn aanvaardingscriteria die gelden op het moment van de vervanging of wederinwerkingstelling, kan hij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop hij kennis heeft gekregen van de kenmerken van het nieuwe risico.
Artikel 31 Einde van de overeenkomst na schorsing
Indien de geschorste overeenkomst vóór haar vervaldag niet opnieuw in werking wordt gesteld, neemt zij een einde op die vervaldag.
Indien de overeenkomst geschorst wordt binnen de drie maanden voor die vervaldag, neemt de overeenkomst een einde op de volgende vervaldag.
Het niet-verbruikte premiegedeelte wordt terugbetaald binnen een termijn van dertig dagen vanaf de eindvervaldag.
Hoofdstuk III Schadegeval
Artikel 32 Aangifte van een schadegeval
1. Termijn van aangifte
Ieder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen acht dagen nadat het is voorgevallen, schriftelijk worden aangegeven aan de Verzekeraar of aan elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon. De Verzekeraar kan er zich echter niet op beroepen dat deze termijn niet in acht is genomen, indien die mededeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is geschied.
Deze verplichting rust op alle verzekerden.
2. Inhoud van de aangifte
De schadeaangifte moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval vermelden, evenals de naam, de voornaam en de woonplaats van de getuigen en de benadeelden. Voor zover mogelijk wordt hiervoor gebruikt gemaakt van het formulier dat de Verzekeraar ter beschikking stelt van de Verzekeringsnemer.
21.26.133 06/24
3. Bijkomende meldingen
De Verzekeringsnemer en de overige verzekerden verschaffen de Verzekeraar of elk met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon zonder verwijl alle door hem gevraagde nuttige inlichtingen en documenten. Alle dagvaardingen en in het algemeen alle gerechtelijke en buitengerechtelijke documenten moeten door de verzekerde aan de Verzekeraar, of elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon overgemaakt worden binnen 48 uur nadat zij aan de verzekerde werden afgegeven of betekend.
Artikel 33 Erkenning van aansprakelijkheid door de verzekerde
Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke dading, elke vaststelling van schade, elke belofte van schadevergoeding of elke door de verzekerde gedane betaling, zonder schriftelijke toestemming van de Verzekeraar, is hem niet tegenwerpbaar.
Het erkennen van feiten of het verstrekken van eerste geldelijke of medische hulp door de verzekerde kunnen voor de Verzekeraar geen grond opleveren om zijn dekking te weigeren.
Artikel 34 Prestatie van de Verzekeraar bij schade
1. Schadevergoeding
De Verzekeraar betaalt de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding volgens de bepalingen van de overeenkomst.
De Verzekeraar betaalt, zelfs boven de vergoedingsgrenzen, de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende burgerrechtelijke rechtsvorderingen, met inbegrip van de rechtsplegingsvergoeding in strafzaken, alsook de erelonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zover die kosten door hem of met zijn toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. De kosten gerecupereerd ten laste van derden en de rechtsplegingvergoeding moeten aan de Verzekeraar worden terugbetaald.
2. Vergoedingsgrenzen
Er is geen vergoedingsgrens voor schade voortvloeiend uit lichamelijke letsels.
De vergoedingsgrens voor stoffelijke schade bedraagt 100 miljoen euro per schadegeval. Dit bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel 3 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
3. Leiding van het geschil
Vanaf het ogenblik dat de Verzekeraar tot tussenkomst is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is hij verplicht zich achter de verzekerde te stellen volgens de bepalingen van de overeenkomst. Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zover de belangen van de Verzekeraar en van de verzekerde samenvallen, heeft de Verzekeraar het recht om, in de plaats van de verzekerde, de vordering van de benadeelde te bestrijden. De Verzekeraar kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.
4. Vrijwaring de rechten van de verzekerde
De tussenkomsten van de Verzekeraar houden geen enkele erkenning in van aansprakelijkheid vanwege de verzekerde en zij mogen hem geen nadeel berokkenen.
5. Mededeling van de schadeafhandeling
De definitieve schadevergoeding of de weigering om te vergoeden worden zo spoedig mogelijk aan de Verzekeringsnemer meegedeeld.
6. Indeplaatsstelling
De Verzekeraar die schadevergoeding betaald heeft, treedt ten belope van het bedrag van die vergoeding in de rechten en de rechtsvorderingen van de verzekerde tegen de aansprakelijke derden.
De Verzekeraar die schadevergoeding betaald heeft overeenkomstig artikel 50, treedt ten belope van het bedrag van die vergoeding in de rechten en de rechtsvorderingen van de benadeelde tegen de aansprakelijke derden.
21.26.133 06/24
Artikel 35 Strafrechtelijke vervolging
1. Verdedigingsmiddelen
Indien een schadegeval aanleiding geeft tot strafrechtelijke vervolgingen tegen de verzekerde, zelfs indien over de burgerrechtelijke belangen nog geen regeling getroffen is, kan de verzekerde vrij, op eigen kosten, zijn verdedigingsmiddelen kiezen.
De Verzekeraar moet zich beperken tot het bepalen van de verdedigingsmiddelen met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde en de hoogte van de door de benadeelde partij geëiste bedragen, onverminderd artikel 34 wat de burgerrechtelijke belangen betreft.
De verzekerde is verplicht persoonlijk te verschijnen wanneer de procedure dit vergt.
2. Rechtsmiddelen na veroordeling
Wanneer de verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, mag de Verzekeraar er zich noch tegen verzetten dat hij op eigen kosten gebruik maakt van elk mogelijk rechtsmiddel, noch mag hij tussenkomen in de keuze van de rechtsmiddelen in strafzaken.
De Verzekeraar heeft het recht om de schadevergoedingen te betalen indien daartoe grond bestaat.
Wanneer de Verzekeraar vrijwillig is tussengekomen, moet hij de verzekerde tijdig op de hoogte brengen van elk rechtsmiddel dat de Verzekeraar tegen de gerechtelijke beslissing met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde instelt; de verzekerde beslist op eigen risico of hij al dan niet het door de Verzekeraar ingestelde rechtsmiddel volgt.
3. Boetes, minnelijke schikkingen en kosten
De geldboetes, de minnelijke schikkingen in strafzaken en de gerechtskosten in strafzaken, onverminderd artikel 34, § 1, tweede lid, zijn niet ten laste van de Verzekeraar.
Hoofdstuk IV
Verklaring over de schadegevallen die zich hebben voorgedaan
Artikel 36 Verplichting van de Verzekeraar
De Verzekeraar maakt binnen vijftien dagen die volgen op iedere vraag van de Verzekeringsnemer en op het einde van de overeenkomst, aan deze laatste een verklaring over de schadegevallen die zich hebben voorgedaan over met vermelding van de gegevens waarin de reglementering voorziet.
Hoofdstuk V Mededelingen
Artikel 37 Bestemmeling van de mededelingen
1. De Verzekeraar
De voor de Verzekeraar bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten gedaan worden aan zijn adres, zijn elektronisch adres of aan elke met dat doel in de overeenkomst aangewezen persoon.
2. De Verzekeringsnemer
De voor de Verzekeringsnemer bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten worden gedaan aan het laatste door de Verzekeraar gekende adres. Deze mededelingen en kennisgevingen kunnen met de instemming van de Verzekeringsnemer eveneens gebeuren via elektronische post op het laatste door hem aangegeven adres.
21.26.133 06/24
TITEL II
BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE WAARBORG
WETTELIJKE BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID
Hoofdstuk I De waarborg
Artikel 38 Voorwerp van de verzekering
Met deze overeenkomst dekt de Verzekeraar overeenkomstig de wet van 21 november 1989 of in voorkomend geval de toepasselijke buitenlandse wetgeving en volgens de bepalingen van deze overeenkomst, de burgerrechterlijke aansprakelijkheid van de verzekerden als gevolg van een door het verzekerde motorrijtuig in België veroorzaakt schadegeval.
Artikel 39 Territoriale dekking
De dekking wordt verleend voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in enig land waarvoor de dekking verleend wordt volgens het verzekeringsbewijs.
Deze dekking wordt verleend voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op de openbare of de privéterreinen.
Artikel 40 Schadegeval in het buitenland
Wanneer het schadegeval zich heeft voorgedaan buiten het Belgische grondgebied, is de door de Verzekeraar verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving op de verplichte motorrijtuigenverzekering van de Staat op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan.
De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking ontnemen die de Belgische wet hem verleent.
Artikel 41 Verzekerde personen
Gedekt wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid:
1° van de Verzekeringsnemer;
2° van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder van het omschreven motorrijtuig en van iedere persoon erdoor vervoerd;
3° van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder en van iedere persoon vervoerd door een verzekerd motorrijtuig bedoeld in de artikelen 10 en 11 volgens de daarin bepaalde voorwaarden;
4° van de persoon die burgerrechtelijk aansprakelijk is voor de voornoemde personen.
Artikel 42 Uitgesloten personen
Zijn van het recht op schadevergoeding uitgesloten:
1° de voor de schade aansprakelijke persoon, behalve indien het de aansprakelijkheid voor andermans daad betreft;
2° de persoon die en in zoverre hij krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling van aansprakelijkheid is ontheven.
Voor de toepassing van dit artikel blijft het recht op schadevergoeding evenwel verworven ten voordele van de gedeeltelijk aansprakelijke persoon tot beloop van het deel van zijn schade toe te schrijven aan een verzekerde.
21.26.133 06/24
Artikel 43 Van vergoeding uitgesloten schade
1. Het verzekerde motorrijtuig
De schade aan het verzekerde motorrijtuig is uitgesloten.
2. De vervoerde goederen
De schade aan goederen die door het verzekerde motorrijtuig beroepsmatig en onder bezwarende titel vervoerd worden, is uitgesloten, behoudens de kleding en bagage die persoonlijk toebehoren aan de vervoerde personen.
3. Schade door vervoerde goederen
De schade die niet veroorzaakt wordt door het gebruik van het verzekerde motorijtuig maar die enkel te wijten is aan de vervoerde goederen of aan de handelingen die vereist zijn voor dit vervoer is uitgesloten.
4. Vergunde wedstrijden
De schade die voortvloeit uit de deelname van het verzekerde motorrijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden waartoe van overheidswege toestemming is verleend, is uitgesloten.
5. Kernenergie
De schade te vergoeden overeenkomstig de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie is uitgesloten.
6. Diefstal van het verzekerde motorrijtuig
De schade veroorzaakt door de personen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het verzekerd motorrijtuig hebben verschaft, is uitgesloten.
Hoofdstuk II
Het recht van verhaal van de Verzekeraar
Artikel 44 Bepaling van de bedragen die kunnen verhaald worden
Wanneer de Verzekeraar gehouden is ten aanzien van de benadeelden heeft hij een recht van verhaal dat betrekking heeft op de netto-uitgaven van de Verzekeraar, zijnde de schadevergoedingen in hoofdsom, de gerechtskosten en intresten, verminderd met de eventuele vrijstellingen en de bedragen die hij heeft kunnen recupereren.
Dit recht van verhaal kan enkel toegepast worden in de gevallen en op de personen vermeld in de artikelen 45 tot en met 48, ten belope van het bedrag van het persoonlijk aandeel in de aansprakelijkheid van de verzekerde.
Dit verhaal wordt als volgt bepaald behoudens anders vermeld in de artikelen 45 tot en met 47:
1° indien de netto-uitgaven niet hoger zijn dan 11.000 euro is het bedrag van het verhaal integraal;
2° indien de netto-uitgaven hoger zijn dan 11.000 euro wordt dit laatste bedrag verhoogd met de helft van het gedeelte dat het bedrag van 11.000 euro overschrijdt. Dit verhaal bedraagt maximum 31.000 euro.
Artikel 45 Verhaal op de Verzekeringsnemer
De Verzekeraar heeft een recht van verhaal op de Verzekeringsnemer:
1° in geval de dekking van de overeenkomst geschorst is wegens niet-betaling van de premie overeenkomstig artikel 18;
2° voor het totale bedrag van zijn netto-uitgaven bedoeld in artikel 44, tweede lid, in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico bij het sluiten, overeenkomstig artikel 3, of in de loop van de overeenkomst, overeenkomstig artikel 6;
3° voor een bedrag van de netto-uitgaven zoals bepaald in artikel 44, tweede lid, met een maximum van 250 euro in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten, overeenkomstig artikel4, als in de loop van de overeenkomst, overeenkomstig artikel 6.
21.26.133 06/24
Artikel 46 Verhaal op de verzekerde
De Verzekeraar heeft een recht van verhaal op de verzekerde:
1° wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt, voor het totale bedrag van zijn netto-uitgaven bedoeld in artikel 44, tweede lid;
2° wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval veroorzaakt heeft in één van de volgende gevallen van grove schuld en voor zover de Verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat met het schadegeval:
a) rijden in staat van dronkenschap;
b) rijden onder invloed van drugs, medicijnen of hallucinogene stoffen, waardoor de verzekerde niet meer beschikt over de controle van zijn daden;
3° wanneer hij bewijst dat deze het schadegeval veroorzaakt heeft en dader of medeplichtig is van het misdrijf van misbruik van vertrouwen, oplichting of verduistering met betrekking tot het gebruik van het motorrijtuig;
4° in de mate waarin de Verzekeraar bewijst dat hij schade geleden heeft wanneer de verzekerde een bepaalde handeling niet verricht heeft binnen een door de overeenkomst vastgestelde termijn. Dit verhaalrecht kan niet uitgeoefend worden indien de verzekerde bewijst dat hij die handeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk, verricht heeft.
Artikel 47 Verhaal op de Verzekeringsnemer en de verzekerde
1. Verhaal met oorzakelijk verband
De Verzekeraar heeft een recht van verhaal op de Verzekeringsnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de Verzekeringsnemer is:
1° wanneer op het ogenblik van het schadegeval het omschreven motorrijtuig dat onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, niet voldoet aan deze reglementering en in het verkeer gebracht wordt buiten het toegelaten traject. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de Verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het motorrijtuig en het schadegeval;
2° wanneer het schadegeval zich voordoet tijdens de deelname van het verzekerde motorrijtuig aan een snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsrit of -wedstrijd, waartoe van overheidswege geen toestemming is verleend. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de Verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de deelname aan een dergelijke rit of wedstrijd en het schadegeval;
3° wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl het reglementair of contractueel maximum toegelaten aantal passagiers overschreden is. Dit verhaal is beperkt tot de uitgaven die betrekking hebben op de passagiers en dit evenredig aan de verhouding van het aantal overtallige passagiers tot het aantal werkelijk vervoerde passagiers, onverminderd de toepassing van artikel 44. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de Verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de overschrijding van het toegelaten aantal passagiers en het schadegeval;
4° wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl de vervoerde personen plaatsen innemen in strijd met de reglementaire of contractuele bepalingen, met uitzondering van het overschrijden van het maximum aantal toegelaten passagiers, wordt het verhaal uitgeoefend voor het totaal van de uitgaven die betrekking hebben op deze vervoerde personen, onverminderd de toepassing van artikel 44. Dit verhaal kan enkel worden toegepast voor zover de Verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen het innemen van een niet-conforme plaats in het motorrijtuig en het schadegeval.
2. Verhaal zonder oorzakelijk verband
De Verzekeraar heeft een recht van verhaal op de Verzekeringsnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de Verzekeringsnemer is, wanneer hij bewijst dat, op het ogenblik van het schadegeval, het verzekerde motorrijtuig bestuurd wordt:
a) door een persoon die niet voldoet aan de Belgische wettelijke vereiste minimumleeftijd om dat motorrijtuig te besturen;
b) door een persoon die niet beschikt over een geldig rijbewijs om dat motorrijtuig te besturen;
c) door een persoon die specifieke beperkingen inzake het besturen van het motorrijtuig vermeld op zijn rijbewijs niet naleeft;
d) door een persoon die in België een rijverbod heeft zelfs indien het schadegeval zich voordoet in het buitenland.
21.26.133 06/24
Er is geen recht van verhaal voor de punten a), b) en c) wanneer de persoon, die in het buitenland het motorrijtuig bestuurt, aan de voorwaarden voldoet voorgeschreven door de plaatselijke wet en reglementen om het motorrijtuig te besturen.
Er is geen recht van verhaal voor de punten b), c) en d) indien de verzekerde aantoont dat deze situatie te wijten is aan het niet naleven van een louter administratieve formaliteit.
3. Aanvechten van verhaal
De Verzekeraar kan echter voor alle situaties vermeld in dit artikel geen verhaal uitoefenen op een verzekerde indien deze aantoont dat de tekortkomingen of de feiten waarop het verhaal gesteund is, te wijten zijn aan een andere verzekerde en dat ze zich hebben voorgedaan in strijd met zijn onderrichtingen of buiten zijn medeweten.
Artikel 48 Verhaal op de dader of de burgerrechtelijke aansprakelijke
De Verzekeraar heeft een recht van verhaal op de dader van het schadegeval of de burgerrechtelijk aansprakelijke in het geval van overdracht van de eigendom voor zover hij bewijst dat deze verzekerde een andere persoon is dan deze bedoeld in artikel 10, § 1, vierde lid.
Artikel 49 Toepassing van een vrijstelling
De Verzekeringsnemer betaalt aan de Verzekeraar het bedrag van de toepasselijke vrijstellingen voorzien in de overeenkomst. Deze betaling overschrijdt nooit de uitgaven van de Verzekeraar. De toepassing van de vrijstellingen dient te worden uitgevoerd vóór de toepassing van een eventueel verhaal.
TITEL III
BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE VERGOEDING
VAN BEPAALDE SLACHTOFFERS VAN VERKEERSONGEVALLEN
Hoofdstuk I
De vergoedingsplicht
AFDELING 1
WETTELIJKE BASIS
Artikel 50 Vergoeding van zwakke weggebruikers
De Verzekeraar is verplicht, overeenkomstig artikel 29bis van voornoemde wet van 21 november 1989, alle schade te vergoeden zoals omschreven in vermeld artikel.
Artikel 51 Vergoeding van onschuldige slachtoffers
De Verzekeraar is verplicht, overeenkomstig artikel 29ter van voornoemde wet van 21 november 1989, alle schade te vergoeden zoals omschreven in dit artikel.
AFDELING 2
TERRITORIALE AFBAKENING VAN DE VERGOEDINGSPLICHT
Artikel 52 Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht van zwakke weggebruikers
Deze vergoedingsplicht, bedoeld in artikel 50, is van toepassing voor het verzekerde motorrijtuig van zodra het Belgisch recht van toepassing is, met uitsluiting van de ongevallen die zijn voorgevallen in een land dat niet vermeld staat op het verzekeringsbewijs.
De vergoedingsplicht is van toepassing op schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op terreinen die toegankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen.
21.26.133 06/24
Artikel 53 Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht van onschuldige slachtoffers
De vergoedingsplicht, bedoeld in artikel 51, is enkel van toepassing voor ongevallen die zijn gebeurd op het Belgisch grondgebied.
De vergoedingsplicht is van toepassing op schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op terreinen die toegankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen.
Artikel 54 Van vergoeding uitgesloten schade
1. Vergunde wedstrijden
De schade die voortvloeit uit het deelnemen van het verzekerde motorrijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden waartoe van overheidswege toestemming is verleend, is uitgesloten.
2. Kernenergie
De schade te vergoeden overeenkomstig de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie, is uitgesloten.
3. Diefstal van het verzekerde motorrijtuig
De schade die voortvloeit uit de betrokkenheid van het verzekerde motorrijtuig nadat personen door diefstal, geweldpleging of heling de macht erover hebben verkregen, is uitgesloten.
Hoofdstuk II
Het recht van verhaal van de Verzekeraar
Artikel 55 Verhaal op de Verzekeringsnemer en de verzekerde
De Verzekeraar heeft geen recht van verhaal op de Verzekeringsnemer, of op de verzekerde, tenzij de Verzekeringsnemer of de verzekerde geheel of gedeeltelijk aansprakelijk is voor het ongeval.
In dat geval kan de Verzekeraar verhaal uitoefenen overeenkomstig de artikelen 44 tot en met 49.
TITEL IV
BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE BIJKOMENDE WAARBORGEN
Hoofdstuk I
De waarborgen
Artikel 56 Tijdelijk vervangingsmotorrijutig
1. Toepassingsgebied
De dekking strekt zich uit, onder de voorwaarden in dit artikel, tot het gebruik van een aan een derde toebehorend motorrijtuig ander dan het omschreven motorrijtuig, zonder dat hiervoor een mededeling vereist is aan de Verzekeraar.
Zijn geen derden, bedoeld in het eerste lid:
— de Verzekeringsnemer of, wanneer de Verzekeringsnemer een rechtspersoon is, elke bestuurder van het omschreven motorrijtuig waarvan de naam aan de Verzekeraar is meegedeeld,
— de personen die bij voornoemde personen inwonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de Verzekeringsnemer verblijven,
— de eigenaar of de gebruikelijke houder van het omschreven motorrijtuig.
21.26.133 06/24
Deze dekking geldt voor het motorrijtuig dat in vervanging komt van het omschreven motorrijtuig en tot hetzelfde gebruik bestemd is wanneer het omschreven motorrijtuig definitief of tijdelijk onbruikbaar is, wegens onderhoud, aanpassingen, herstellingen, technische keuring of technisch totaal verlies.
Wanneer het omschreven motorrijtuig een twee- of driewieler is, kan de dekking in geen geval slaan op een motorrijtuig op vier of meer wielen.
2. Verzekerde personen
In hun hoedanigheid van bestuurder, houder of passagier van het vervangingsmotorrijtuig of van burgerrechtelijk aansprakelijke voor de bestuurder, houder of passagier wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid gedekt van:
— de eigenaar van het omschreven motorrijtuig;
— de Verzekeringsnemer en wanneer de Verzekeringsnemer een rechtspersoon is, van de gemachtigde bestuurder van het omschreven motorrijtuig;
— alle personen die bij voornoemde verzekerden inwonen, met inbegrip van zij die om studieredenen buiten het hoofdverblijf van de Verzekeringsnemer of de eigenaar verblijven;
— iedere persoon waarvan de naam in de overeenkomst vermeld is.
3. Inwerkingtreding en duur van de dekking
Deze dekking treedt in werking op het ogenblik dat het omschreven motorrijtuig niet meer kan worden gebruikt en eindigt wanneer het vervangingsmotorrijtuig aan de eigenaar of aan een door deze aangewezen persoon is terugbezorgd.
Het motorrijtuig moet worden terugbezorgd binnen een redelijke termijn na ontvangst van het bericht dat het omschreven motorrijtuig ter beschikking is.
De dekking geldt nooit meer dan dertig dagen.
4. Dekkingsuitbreiding bij verhaal
Bij het gebruik van een motorrijtuig onder de voorwaarden bedoeld in dit artikel is de dekking eveneens verworven in het geval dat de verzekerde verplicht wordt om de vergoedingen, die aan de benadeelden betaald werden in uitvoering van een andere verzekeringsovereenkomst, terug te betalen ingevolge en overeenkomstig de toepassing van het verhaalsrecht bedoeld in de artikelen 44, 47, § 1, 1°, en 48.
Artikel 57 Slepen van een motorrijtuig
Wanneer het verzekerde motorrijtuig occasioneel om het even welk motorrijtuig met pech sleept, wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid gedekt van de persoon die de ketting, de tros, het touw, de stang of enige andere benodigdheid voor het slepen, heeft geleverd. In dit geval is de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van die persoon eveneens gedekt voor de schade veroorzaakt aan het gesleepte motorrijtuig.
Indien het verzekerde motorrijtuig occasioneel een ander motorrijtuig, dat geen aanhangwagen is, met pech sleept, is de schade veroorzaakt door het trekkende motorrijtuig aan het gesleepte motorrijtuig gedekt.
Indien een ander motorrijtuig het verzekerde motorrijtuig occasioneel met pech sleept, is de schade veroorzaakt door het gesleepte motorrijtuig aan het trekkende motorrijtuig gedekt.
Voor de waarborg in het tweede en derde lid wordt de burgerlijke aansprakelijkheid van de personen bedoeld in artikel 41 gedekt.
Artikel 58 Reinigen en herstellen van de binnenbekleding van het verzekerde motorrijtuig
De Verzekeraar vergoedt de kosten die de verzekerde werkelijk gemaakt heeft voor de reiniging en de herstelling van de binnenbekleding van het verzekerde motorrijtuig wanneer die kosten voortvloeien uit het kosteloze vervoer van door een verkeersongeval gewonde personen.
21.26.133 06/24
Artikel 59 Borgstelling
1. Eis van een buitenlandse overheid
Eist een buitenlandse overheid, naar aanleiding van een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in één van de landen waarvoor de dekking verleend wordt volgens het verzekeringsbewijs met uitzondering van België, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een op het omschreven motorrijtuig gelegd beslag of voor de invrijheidstelling onder borg van de verzekerde, dan schiet de Verzekeraar de geëiste borgsom voor of stelt hij zijn persoonlijke borg tot ten hoogste 62.000 EUR voor het omschreven rijtuig en voor alle verzekerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borgsom, die ten laste zijn van de Verzekeraar.
2. Borgsom betaald door de verzekerde
Werd de borgsom door de verzekerde betaald, dan stelt de Verzekeraar zijn persoonlijke borg in de plaats of betaalt zij, indien de borg niet aanvaard wordt, het bedrag van de borgsom aan de verzekerde terug.
3. Einde van de borgstelling
Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstelling door de Verzekeraar op te heffen, moet de verzekerde op vraag van de Verzekeraar alle formaliteiten vervullen die van hem gevergd kunnen worden voor de vrijgave of de opheffing van de borgstelling.
4. Verbeurdverklaring
Wanneer de bevoegde overheid de borgsom gestort door de Verzekeraar geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart of aanwendt tot betaling van een geldboete, van een strafrechtelijke dading of van gerechtskosten in strafzaken, dan is de verzekerde gehouden de Verzekeraar, op zijn eenvoudig verzoek, terug te betalen.
Artikel 60 Territoriale dekking
Deze bijkomende waarborgen worden verleend overeenkomstig artikel 39.
Artikel 61 Schadegeval in het buitenland
Deze bijkomende waarborgen worden verleend overeenkomstig artikel 40.
Artikel 62 Uitsluitingen
Voor deze bijkomende waarborgen zijn de uitsluitingen bedoeld in de artikelen 42 en 43 van toepassing.
Hoofdstuk II
Het recht van verhaal van de Verzekeraar
Artikel 63 Verhaal en vrijstelling
Het recht van verhaal van de Verzekeraar bedoeld in de artikelen 44 tot en met 48 en de toepassing van de vrijstelling bedoeld in artikel 49 zijn van toepassing op de artikelen 56 en 57.
Hoofdstuk III
Bepaling van toepassing op de vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen
Artikel 64 Tijdelijk vervangingsmotorrijutig
Bij gebruik van een motorrijtuig volgens de voorwaarden van artikel 56 zijn de artikelen 50 tot en met 55 van toepassing.
21.26.133 06/24
TITEL V
A POSTERIORI PERSONALISATIESTELSEL
Artikel 65 A posteriori personalisatiestelsel
1. Toepassingsgebied
De volgende bepalingen zijn van toepassing op de premies voor motorrijtuigen voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik en motorrijtuigen bestemd voor vervoer van zaken waarvan de M.T.M. 3,5 T. niet overschrijdt.
2. Gradenschaal en de ermee overeenstemmende premies
Graden | Premieniveau ten opzichte van het basisniveau 100 |
22 | 200 |
21 | 160 |
20 | 140 |
19 | 130 |
18 | 123 |
17 | 117 |
16 | 111 |
15 | 105 |
14 | 100 |
13 | 95 |
12 | 90 |
11 | 85 |
10 | 81 |
9 | 77 |
8 | 73 |
7 | 69 |
6 | 66 |
5 | 63 |
4 | 60 |
3 | 57 |
2 | 54 |
1 | 54 |
0 | 54 |
3. Toetredingsmechanisme tot het stelsel
De toetreding tot het stelsel gebeurt in graad 14 van de schaal, behalve bij beperkt gebruik van een rijtuig voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik, waar de toetreding gebeurt in graad 11.
Deze afwijking is evenwel slechts van toepassing wanneer het rijtuig wordt gebruikt:
a) voor privédoeleinden en op de weg van en naar het werk (verplaatsingen tussen twee arbeidsplaatsen worden als beroepsgebruik beschouwd), met uitsluiting van elk ander beroepsgebruik dan de hierna bedoelde;
b) voor beroepsdoeleinden maar uitsluitend:
1. door personen die voltijds een loon- of weddetrekkend beroep uitoefenen en die geen deel uitmaken van de buitendiensten van de onderneming of van de instelling die hen tewerkstelt (worden aangezien als deel uitmakend van de buitendiensten, de personen waarvan de beroepsactiviteit systematisch opdrachten in buitendienst inhoudt);
2. door zelfstandigen die voltijds een sedentair beroep uitoefenen;
3. door de bedienaars van een door de wet erkende eredienst;
4. door landbouwers en groentekwekers die regelmatig deelnemen aan de handenarbeid van de onderneming.
4. Verplaatsingsmechanisme op de gradenschaal
De premie wijzigt op elke jaarlijkse premievervaldag volgens de hierboven vermelde gradenschaal in functie van het aantal schadegevallen en overeenkomstig de hierna omschreven regels.
Om de personalisatiegraad te doen veranderen, worden alleen de schadegevallen in aanmerking genomen waarvoor de Verzekeraar die het risico dekte op het tijdstip van het schadegeval, aan de benadeelde een schadevergoeding betaald heeft of zal moeten betalen.
21.26.133 06/24
De geobserveerde verzekeringsperiode wordt elk jaar afgesloten uiterlijk op de 15de van de maand die aan de maand van de jaarlijkse premievervaldag voorafgaat. Indien zij, om welke reden ook, korter is dan 9 maand en half, zal zij bij de volgende observatieperiode gevoegd worden.
5. Werkingswijze van het mechanisme
De verplaatsingen geschieden volgens het volgend mechanisme:
a) per geobserveerde verzekeringsperiode: onvoorwaardelijke daling met één graad;
b) per geobserveerde verzekeringsperiode met één of meer schadegevallen: stijging met vijf graden per schadegeval. De betaling die in uitvoering van artikel 50 is gedaan, wordt niet beschouwd als een schadegeval dat aanleiding geeft tot een stijging op de gradenschaal indien, op grond van de regels van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid, geen enkele verzekerde aansprakelijk is. De Verzekeraar moet de aansprakelijkheid van de verzekerde bewijzen.
6. Beperkingen aan het mechanisme
— ongeacht het aantal jaren zonder schadegeval of het aantal schadegevallen zullen de graden 0 of 22 nooit overschreden worden;
— de verzekerde die tijdens vier opeenvolgende geobserveerde verzekeringsperiodes geen schadegeval gehad heeft en niettemin nog steeds op een hogere graad dan 14 staat, wordt automatisch op de basisgraad 14 teruggebracht.
7. Verbetering van de graad
Indien blijkt dat de personalisatiegraad van een Verzekeringsnemer verkeerdelijk bepaald of gewijzigd werd, wordt de graad verbeterd en worden de premieverschillen die er uit voortvloeien, respectievelijk aan de Verzekeringsnemer terugbetaald of door de Verzekeraar opgeëist.
Het door de Verzekeraar terugbetaalde bedrag wordt verhoogd met de wettelijke interest indien de verbetering meer dan één jaar na de toekenning van de verkeerde graad gebeurd is. Deze interest loopt vanaf het ogenblik dat de verkeerde graad werd toegepast.
8. Verandering van rijtuig
De verandering van rijtuig heeft geen enkele invloed op de personalisatiegraad.
9. Opnieuw van kracht worden
Indien een geschorste overeenkomst opnieuw van kracht wordt, blijft de op het ogenblik van de schorsing bereikte personalisatiegraad van toepassing.
10. Verandering van Verzekeraar
Indien de Verzekeringsnemer, vóór het sluiten van de overeenkomst door een andere Verzekeraar verzekerd werd met toepassing van het a posteriori personalisatiestesel, is hij verplicht aan de Verzekeraar de schadegevallen aan te geven die voorgekomen zijn sinds de datum van het door de andere Verzekeraar afgeleverde attest tot op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
11. Attest in geval van opzegging van de overeenkomst
Binnen de 15 dagen na de opzegging van de overeenkomst deelt de Verzekeraar aan de Verzekeringsnemer de inlichtingen mee die nodig zijn voor de juiste vaststelling van de graad.
12. Voordien in een ander land van de Europese Unie onderschreven overeenkomst
Indien de overeenkomst onderschreven wordt door een persoon die in de loop van de laatste vijf jaar reeds een overeenkomst onderschreven had overeenkomstig de wetgeving van een andere Lid-Staat van de Europese Unie, dan wordt de gepersonaliseerde premie bepaald op een graad waarbij rekening gehouden wordt, voor de laatste vijf verzekeringsjaren voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst, met het aantal schadegevallen per verzekeringsjaar waarvoor de buitenlandse Verzekeraar schadevergoedingen ten voordele van de benadeelden heeft betaald of zal moeten betalen.
De Verzekeringsnemer dient de nodige bewijsstukken voor te leggen.
21.26.133 06/24
Artikel 66 Segmentatievariabelen
De wijziging van één van de segmentatievariabelen, waarvan de Verzekeringsnemer kennis heeft, kan geen aanleiding geven tot de beëindiging van het contract.
Wanneer een segmentatievariabele gewijzigd wordt tussen twee vervaldagen, dan zal de premie aangepast worden op de volgende vervaldag zonder terugwerkende kracht.
TITEL VI
VERGOEDINGSVOORWAARDEN BIJ SCHADE DOOR TERRORISME
Artikel 67
De tussenkomst van de Verzekeraar bij schadegevallen die een daad van terrorisme uitmaken is onderworpen aan de volgende bijkomende voorwaarden. Deze voorwaarden zijn conform de wet van 3 mei 2024 betreffende de schadeloosstelling van slachtoffers van een daad van terrorisme en betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme hierna « de Wet » genoemd.
Definitie:
Onder terrorisme wordt verstaan: een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de overheid onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
Uitsluiting van nucleaire wapens:
Schade veroorzaakt door wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door de structuurwijziging van de atoomkern, wordt niet gedekt door deze overeenkomst.
De VZW TRIP:
De Verzekeraar is lid van de VZW TRIP (Terrorism Reinsurance and Insurance Pool). Deze vereniging is een samenwerking tussen verzekeraars en overheidinstanties, die bijdraagt aan de afhandeming van de gevolgen van een daad van terrorisme op basis van de waarborgen verleend door haar leden. De uitvoering van alle verbintenissen van alle verzekeringsondernemingen die lid zijn van de VZW wordt beperkt tot 1 miljard euro per kalenderjaar voor de schade veroorzaakt door alle gebeurtenissen, voorgevallen tijdens dat kalenderjaar, die erkend zijn als terrorisme.
Een voorlopig relatief plafond van 565 miljoen euro is van toepassing op elke daad van terrorisme die zich tijdens een kalenderjaar voordoet, bovenop het absolute plafond van 1,7 miljard euro per kalenderjaar.
Als op 31 december van het betreffende kalenderjaar de geschatte vergoeding voor één of meerdere daden van terrorisme het relatieve plafond heeft overschreden, wordt het eventuele verschil tussen het absolute plafond en de geschatte vergoeding voor alle daden van terrorisme die zich in hetzelfde kalenderjaar hebben voorgedaan, zoals eventueel beperkt tot 565 miljoen euro, evenredig verdeeld over de daden van terrorisme waarvan de geschatte vergoeding het voorlopige relatieve plafond heeft overschreden.
De toewijzing van dit eventuele verschil gebeurt uiterlijk op 28 februari van het kalenderjaar volgend op de publicatie van de erkenning van de terreurdaad in het Belgisch Staatsblad.
Dit bedrag wordt op 1 januari van elk jaar aangepast volgens de ontwikkeling van het indexcijfer der consumptieprijzen, met als basis het indexcijfer van november 2022.
Indien het totaal van de berekende of geraamde schadevergoedingen het bedrag, vermeld in de vorige alinea, overschrijdt, wordt een evenredigheidsregel toegepast: de uit te keren schadevergoedingen worden beperkt ten belope van de verhouding van het bedrag zoals in de voorgaande alinea geciteerd of de nog beschikbare middelen voor dat kalenderjaar en de uit te keren schadevergoedingen toegerekend aan dat kalenderjaar.
De omvang van de verbintenissen van de verzekeringsmaatschappijen alsook de percentages van de schadevergoedingen zijn onderworpen aan de beslissingen van het Comité opgericht overeenkomstig de artikelen 14 en volgende van de Wet.
Daarnaast is er een solidariteitsregeling ingevoerd ingesteld voor slachtoffers van lichamelijke schade waarvan de verzekeringsdekking niet voldoende is om alle schade volgens het gemeen recht te vergoeden (art. 10 en volgende van de wet).
21.26.133 06/24
DEKKING II
OMNIUM – KLEINE OMNIUM
VERZEKERING VAN DE RISICO’S: MATERIELE SCHADE, BRAND, DIEFSTAL, BREKEN VAN RUITEN, NATUURKRACHTEN, BOTSING MET DIEREN
GEMEENSCHAPPELIJKE VOORWAARDEN
Voor zover ze niet strijdig zijn met de hierna volgende bepalingen zijn de algemene voorwaarden van de verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid (Dekking I) van toepassing voor het administratief beheer van deze dekking.
Territoriale reikwijdte
De territoriale dekking komt overeen met deze van Dekking I « Burgerlijke Aansprakelijkheid » (groene kaart).
Verzekerde personen
De Verzekeringsnemer, de eigenaar, de gemachtigde houder, de gemachtigde bestuurder van het verzekerde motorrijtuig en de vervoerde personen.
Begunstigde
De Verzekeringsnemer of de in het contract aangeduide persoon.
Artikel 68 Verzekerd voertuig
Het onderhavige contract dekt het aangeduide voertuig.
Opties en toebehoren zijn eveneens gedekt alleen als zij zijn vastgemaakt aan het verzekerde voertuig op het ogenblik van het schadegeval.
De eventuele aanhangwagen dient afzonderlijk verzekerd te worden.
Vervangingsvoertuig
Wanneer het aangeduide voertuig tijdelijk onbruikbaar is geworden, wordt de dekking gedurende ten hoogste dertig dagen vanaf de datum van de onbruikbaarheid, uitgebreid tot een vervangingsvoertuig van dezelfde categorie, dat toebehoort aan een derde en gebruikt wordt voor hetzelfde doel als het aangeduide voertuig. Deze dekkingsuitbreiding is niet van toepassing op vervangingsvoertuigen die toebehoren aan personen die samenwonen met de Verzekeringsnemer, de eigenaar, de houder of de gewone bestuurder van het aangeduide voertuig.
Het vervangingsvoertuig wordt vergoed in werkelijke waarde tot maximum de verzekerde waarde van het omschreven voertuig en zonder toepassing van de evenredigheidsregel.
Het toepasselijke eigen risico is deze vermeld in het contract.
Voor wat betreft de dekking diefstal van het vervangingsvoertuig dient de verzekerde vanaf een cataloguswaarde van 20.000 EUR (zonder taksen) contact op te nemen met de Verzekeraar. De dekking zal dan slechts verworven zijn indien voldaan is aan de antidiefstalmaatregelen opgelegd door de Verzekeraar.
Artikel 69 Aan te geven waarde
De aan te geven waarde moet overeenstemmen met de cataloguswaarde van kracht in België zoals opgegeven door de fabrikant of officiële invoerder van het aangeduide voertuig op het moment van de eerste inverkeerstelling, vermeerderd met de waarde van de opties en het toebehoren, zelfs als die later verworven worden, hetzij gratis, hetzij tegen betaling.
Voor de aangifte van deze waarden wordt er rekening gehouden noch met belastingen, noch met kortingen.
Antidiefstalsysteem
Het antidiefstalsysteem dat beantwoordt aan de normen van de Verzekeraar, met inbegrip van de kosten van de plaatsing, wordt gratis verzekerd. De waarde van het antidiefstalsysteem moet bijgevolg niet in aanmerking genomen worden voor de bepaling van de cataloguswaarde, noch voor de verzekerde waarde.
Evenredigheidsregel
Wanneer bij een schadegeval blijkt dat de werkelijk aangegeven waarde voor het verzekerde voertuig lager is dan de aan te geven waarde, dan wordt slechts vergoed in verhouding van de eerste waarde ten opzichte van de tweede.
21.26.133 06/24
Ingeval van toepassing van een evenredigheidsregel, zal die worden toegepast alvorens het eigen risico af te trekken. De evenredigheidsregel is eveneens van toepassing op de waarde van het wrak.
Er zal geen enkele evenredigheidsregel toegepast worden voor een onderverzekering die kleiner is dan 5 % en die toe te schrijven is aan toebehoren die niet op de aankoopfactuur van het voertuig in nieuwe staat vermeld zijn, plaatsing inbegrepen. Dit houdt geen verhoging in van het verzekerde kapitaal.
Artikel 70 Verplichtingen van de Verzekeringsnemer bij schadegeval - Dringende herstellingen
Alvorens het beschadigde voertuig te laten herstellen moet de Verzekeringsnemer een kostenraming voorleggen aan de Verzekeraar.
Wanneer er echter een dringende reden bestaat tot herstelling of vervanging van stukken mag de Verzekeringsnemer daartoe overgaan zonder vooraf te overleggen met de Verzekeraar, mits het bedrag van de schade niet hoger is dan 500 EUR (zonder BTW) en de kosten door een gedetailleerde factuur bewezen worden.
Voor wat betreft het breken van ruiten blijft artikel 82 van kracht.
Indien de Verzekeraar niet reageert binnen een termijn van 15 dagen te rekenen vanaf de ontvangst van de kostenraming middels aangetekend schrijven, dan mag de Verzekeringsnemer voor rekening van de Verzekeraar laten overgaan tot de nodige vervanging of herstelling.
Artikel 71 Uitkeringen krachtens de verzekering
1. Gedeeltelijke schade
In geval van gedeeltelijke schade betaalt de Verzekeraar, op voorlegging van de betaalde herstellingsfactuur of op voorlegging van de aankoopfactuur van een vervangingsvoertuig, aan de Verzekeringsnemer de kosten terug, vermeerderd met de daarop betrekking hebbende, niet-recupereerbare BTW.
Op het zo bekomen bedrag wordt de evenredigheidsregel toegepast.
Vervolgens worden de bedragen uit de aanvullende dekking toegevoegd (artikel 72) en wordt het in het contract bepaalde eigen risico afgetrokken.
In geval van vervanging van voertuig mag de uitkering krachtens de verzekering echter niet hoger zijn dan het hierboven bekomen bedrag op basis van de herstelling.
Schema: | bedrag van de herstellingen + niet recupereerbare BTW subtotaal (x evenredigheidsregel) + aanvullende dekkingen (art. 72) - eigen risico = verschuldigde vergoeding |
2. Totaal verlies
2.1. Voorwaarden om van een totaal verlies te kunnen spreken Er is totaal verlies wanneer:
— het technisch onmogelijk is het voertuig te herstellen;
— de door de Verzekeraar voor de herstelling van het verzekerde voertuig uit te geven som, gelijk of groter is dan de werkelijke waarde van het voertuig onmiddellijk vóór het schadegeval, onder aftrek van de waarde van het wrak; Indien de herstelkosten gelijk of groter zijn dan 2/3de van de verzekerde waarde, kan de Verzekeringsnemer eveneens opteren voor totaal verlies.
Deze berekeningen worden gemaakt zonder rekening te houden met de taksen;
— in geval van diefstal, het verzekerde voertuig niet binnen 30 dagen na de ontvangst van de schriftelijke aangifte van het schadegeval door de Verzekeraar, wordt teruggevonden.
2.2. Vergoedingen bij een totaal verlies
In geval van totaal verlies wordt de vergoeding berekend op basis van de werkelijke waarde, dit wil zeggen de waarde van het voertuig onmiddellijk voor het schadegeval, en vastgesteld door een expertise.
21.26.133 06/24
Deze waarde kan de verzekerde waarde van het aangeduide voertuig niet overschrijden.
Zelfs indien het voertuig niet wordt vervangen, zal de aldus bekomen waarde verhoogd worden:
a) met het bedrag van de ten tijde van de aankoop niet-recupereerbare BTW, dat voor het verzekerd voertuig werd betaald, in de verhouding die bestaat tussen de werkelijke waarde voor schadegeval en de nettofactuurprijs zonder dat dit bedrag evenwel de werkelijk betaalde niet-recupereerbare BTW mag overtreffen. Er wordt geen BTW betaald voor gehuurde of geleasde voertuigen.
b) met het bedrag van de belasting op inverkeerstelling dat voor het verzekerd voertuig werd betaald bij de aankoop, in de verhouding die bestaat tussen de werkelijke waarde voor schadegeval en de nettofactuurprijs, zonder dat dit de werkelijk betaalde belasting op inverkeerstelling mag overtreffen. Er wordt geen BIV betaald voor gehuurde of geleasde voertuigen.
Vervolgens wordt de waarde van het wrak afgetrokken.
Op het zo bekomen bedrag wordt de evenredigheidsregel toegepast.
Tenslotte worden de bedragen uit de aanvullende dekking toegevoegd (artikel 72) en wordt de in het contract bepaalde eigen risico afgetrokken.
In geval van totaal verlies door een verzekerde schade anders dan diefstal, geeft de Verzekeringsnemer of aangeduide begunstigde mandaat aan de door de Verzekeraar aangeduide expert om in zijn naam het wrak te verkopen en de opbrengst ervan (zonder BTW) te storten aan de Verzekeraar.
In geval van totaal verlies door diefstal, geeft de Verzekeringsnemer of de aangeduide begunstigde mandaat aan de Verzekeraar om in zijn naam het gestolen voertuig, mocht het teruggevonden worden nadat de vergoeding is uitgekeerd, te verkopen en de opbrengst ervan (zonder BTW) te houden.
Ingeval de Verzekeringsnemer of de aangeduide begunstigde onderworpen is aan de BTW, verbindt deze zich ertoe om in zijn naam de verkoopfactuur op te stellen en de BTW-verplichtingen na te leven.
Schema: | waarde vóór schadegeval + niet-recupereerbare BTW + BIV - wrak subtotaal (x evenredigheidsregel) + aanvullende dekkingen (artikel 72) - eigen risico = verschuldigde vergoeding |
3. Andere bepalingen
In geen geval zal de Verzekeraar een vergoeding wegens onbruikbaarheid of waardevermindering betalen, noch de huur van een vervangingsvoertuig (behoudens de bepalingen onder Dekking IV « Federale Bijstand auto »). Bovendien zal de schade worden vastgesteld zonder dat rekening wordt gehouden met een eventueel tekort aan stukken waaruit een vertraging in of zelfs de onmogelijkheid tot herstelling voortvloeit.
Artikel 72 Dekkingsuitbreiding
Wanneer de Verzekeraar een schadegeval voor zijn rekening neemt, vergoedt zij bovendien, zonder toepassing van de evenredigheidsregel, op vertoon van een gekweten factuur en eventueel in aanvulling op de waarborg die van kracht is onder de Dekking IV « Federale Bijstand auto »:
— De reddingskosten voor een bedrag dat maximum gelijk is aan het verzekerde bedrag.
— Tot beloop van 1.500 EUR (en tot beloop van 2.000 EUR als de M.T.M. van het omschreven rijtuig 3,5 T. overschrijdt), zonder BTW, de kosten:
- van voorlopige stalling totdat de expertise is afgesloten;
- van een noodherstelling of van het slepen van het beschadigde voertuig tot bij de hersteller;
- van een kostenraming en van de noodzakelijke demontering met het oog op de raming van de kosten;
- van terugkeer naar België op voorwaarde dat deze vooraf is toegestaan door de Verzekeraar, van het verzekerde voertuig dat in het buitenland beschadigd is en dat niet meer in staat is op eigen kracht naar België te worden teruggereden;
21.26.133 06/24
- van inschrijving en technische controle. De inschrijvingskosten zijn echter enkel gedekt, voor zover er sprake is van een totaal verlies, zoals bepaald in artikel 71.2.1.
— de invoerrechten indien het onmogelijk of te duur is het verzekerde voertuig binnen de wettelijk gestelde termijnen ingevolge een totaal verlies opnieuw in te voeren.
Artikel 73 Onenigheid betreffende de schatting van de schade
Bij onenigheid over het bedrag van de schade wordt dit op tegenspraak door twee deskundigen bepaald, waarbij de ene door de Verzekeringsnemer en de andere door de Verzekeraar gemachtigd wordt.
Wanneer geen overeenkomst bereikt wordt, kiezen de deskundigen een derde deskundige met wie zij gezamenlijk beraadslagen. De stem van de derde deskundige is daarbij doorslaggevend.
Indien één van de partijen nalaat zijn deskundige te benoemen of wanneer de beide deskundigen het niet eens worden over de keuze van de derde deskundige, geschiedt de benoeming daarvan door de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel, op verzoek van de meest gerede partij.
De deskundigen en de derde deskundige zijn van elke formaliteit vrijgesteld. Hun beslissing is soeverein en onherroepelijk.
De kosten en erelonen van het deskundigenonderzoek (alle taksen inbegrepen) zijn in hoofde van de Verzekeringsnemer gedekt tot 150 EUR, wanneer er tussen hem en de Verzekeraar betwisting bestaat omtrent de schatting van de schade. Deze dekking heeft geen betrekking op de kosten van de derde expert, die aangewezen wordt in geval van onenigheid en waarvan de kosten voor de helft door de Verzekeraar en voor de helft door de Verzekeringsnemer gedragen worden.
Artikel 74 Uitsluitingen
Zijn uitgesloten, schadegevallen voorgevallen:
a) wanneer het verzekerde voertuig verhuurd wordt, behalve in geval van leasing of renting, of door enige overheid opgeëist wordt;
b) wanneer de verzekerde zich met het verzekerde voertuig voorbereidt voor, oefent voor of deelneemt aan autoraces, snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden. De toeristische rally’s blijven nochtans gedekt;
c) door het feit
— van uitdagingen, weddenschappen;
— van het besturen van een motorrijtuig waarvan een of meerdere banden glad zijn;
d) door het feit van een opzettelijk ongeval. Xxxxx onder andere beschouwd als zijnde opzettelijk het feit van zelfmoord of poging tot zelfmoord van een verzekerde;
e) wanneer de bestuurder niet voldoet aan de voorwaarden voorgeschreven door de wet en de Belgische of vreemde reglementen om een voertuig te mogen besturen, of, wanneer, op het moment van het schadegeval, hij van het recht tot sturen vervallen verklaard is in België;
f) wanneer het omschreven rijtuig onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, terwijl het voertuig niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs, behalve als het schadegeval zich voordoet tijdens het normale traject naar de keuring of wanneer men in geval van afgifte van een bewijs met de vermelding « verboden tot het verkeer » zich van het keuringsstation naar zijn woonplaats en/of naar de hersteller begeeft evenals na herstelling naar het keuringsstation rijdt. Deze uitsluiting wordt enkel toegepast indien de Verzekeraar bewijst dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het rijtuig en het schadegeval;
g) door het feit van een oorlogsconflict, vijandelijkheden, een invasie, militaire bezetting, burgerlijke of politieke onrusten, terrorisme of collectief geweld, oproer, stakingen, of gelijkaardige gebeurtenissen. Schadegevallen die te wijten zijn aan een daad van terrorisme, zoals gedefinieerd in de Wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, blijven echter verzekerd volgens de voorwaarden en binnen de limieten voorzien door artikel 67;
h) door het feit van een nucleair ongeval in de zin van artikel 1, a), i) van de conventie van Parijs van 29 juli 1960;
i) wanneer de bestuurder zich in een toestand van dronkenschap, van alcoholintoxicatie van meer dan 1,5 g/l bloed of 0.65 mg/l uitgeademde alveolaire lucht of in een vergelijkbare toestand bevindt, die het gevolg is van het gebruik van andere producten dan alcoholhoudende dranken. Deze uitsluiting wordt enkel toegepast indien de Verzekeraar bewijst dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de toestand van dronkenschap of alcoholintoxicatie of de vergelijkbare toestand en het schadegeval;
De waarborg blijft verworven aan de Verzekeringsnemer of aan de eigenaar van het voertuig indien bewezen wordt dat het feit dat de uitsluiting tot gevolg heeft, toe te schrijven is aan een ander verzekerde dan hijzelf, en dat daarenboven de feiten zich hebben voorgedaan tegen zijn instructies en buiten zijn medeweten. In dit geval behoudt de Verzekeraar zich echter een recht van verhaal voor ten opzichte van de aansprakelijke van het schadegeval.
Artikel 75 Duur
De verzekering wordt gesloten voor de duur van één jaar. Behalve wanneer de verzekeringsnemer zich er minstens twee maanden of de verzekeraar zich er minstens drie maanden vóór de vervaldag van de overeenkomst tegen verzet, wordt de overeenkomst stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar.
Artikel 76 Indeplaatsstelling - Verhaal
De Verzekeraar die de schadevergoeding betaald heeft, treedt ten belope van het bedrag van die vergoeding in de rechten en rechtsvorderingen van de verzekerde of de begunstigde tegen de aansprakelijke personen, hun verzekeraars, het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds en gelijkaardige buitenlandse instanties, waaronder begrepen de rechten en rechtsvorderingen van de verzekerde tegen de aansprakelijke persoon waaraan het verzekerd voertuig werd toevertrouwd om ten professionele titel het voorwerp uit te maken van een expertise, een onderhoudsbeurt of een reparatie.
De Verzekeraar oefent ten belope van het bedrag van de betaalde schadevergoeding verhaal uit tegen de aansprakelijke personen. Er is evenwel afstand van verhaal tegenover:
a) de toegelaten bestuurder, tenzij in geval van overtreding van de bepalingen met betrekking tot de uitsluitingen of verval van de waarborg, of in geval van kwaad opzet.
b) de echtgenoot, bloed- en aanverwanten in de rechte opgaande en nederdalende lijn van de verzekeringsnemer, alsook tegenover de bij hem inwonende personen, zijn gasten en zijn huispersoneel. Deze afstand van verhaal geldt niet in geval van kwaad opzet of indiende aansprakelijkheid van voormelde personen daadwerkelijk door een verzekeringsovereenkomst is gedekt.
Indien door toedoen van de verzekerde of de begunstigde, de indeplaatsstelling geen gevolg kan hebben ten voordele van de Verzekeraar, kan deze van hem de terugbetaling vorderen van de betaalde schadevergoeding in de mate van het geleden nadeel. De indeplaatsstelling mag de verzekerde of de begunstigde, die slechts gedeeltelijk vergoed is, niet benadelen. In dat geval kan hij zijn rechten uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is, bij voorrang boven de Verzekeraar.
VOORWAARDEN EIGEN AAN ELKE AFDELING
Enkel de voorwaarden met betrekking tot de dekkingen vermeld in het contract zijn van toepassing.
AFDELING A MATERIELE SCHADE
Artikel 82 Voorwerp van de dekking
Gedekt is schade aan het verzekerde voertuig, die voortvloeit uit een ongeval of boos opzet van een derde. Onder ongeval verstaat men een voor de verzekerde plotselinge, onvrijwillige en onvoorzienbare gebeurtenis.
Eigen risico Materiële Schade
Van elk schadegeval neemt de Verzekeringsnemer, behoudens andere bepaling in de gemeenschappelijke of bijzondere voorwaarden, het eigen risico ten laste waarvan het percentage in het contract vermeld is. Dit percentage is van toepassing op de totale verzekerde waarde.
Derhalve geeft schade die dit eigen risico niet overschrijdt geen aanleiding tot vergoeding; in de andere gevallen zal de Verzekeraar het bedrag van het eigen risico aftrekken van het schadebedrag.
Worden eveneens gedekt, zonder dat het in het contract eventueel bepaalde eigen risico van toepassing is:
Krachten van de natuur
— de schade veroorzaakt door de krachten van de natuur, die bestaan uit: het neerstorten van rotsblokken, het vallen van stenen, grondverschuiving, lawine, de druk van een sneeuwmassa, orkaan, storm, hagel, overstroming, aardbeving, vulkanische uitbarsting, vloedgolf.
Onder storm en orkaan verstaat men windstoten die op het station van het Koninklijk Meteorologisch Instituut dat het dichtst gelegen is bij de plaats waar het voertuig zich op het ogenblik van het schadegeval bevond, een topsnelheid van minstens
80 km per uur bereiken of die andere motorvoertuigen beschadigen in een straal van 10 km rond de plaats van het schadegeval;
Botsing met dieren
— schade die rechtstreeks en exclusief veroorzaakt wordt door aanrijding met dieren.
Is eveneens gedekt, de schade die exclusief is veroorzaakt door een ongeval dat het gevolg is van een botsing met dieren, alsook de schade aan de motor en aan kabels van het verzekerde motorrijtuig veroorzaakt door het geknaag van dieren die er in zijn binnengedrongen.
Breken van ruiten
— het breken van voor-, zij- en achterruiten, alsook van het glazen gedeelte van het dak van het voertuig, ten bedrage van de kostprijs van de herstelling of vervanging door gelijkaardige ruiten.
Deze herstelling of deze vervanging moet uitgevoerd worden door een firma aangeduid door de Verzekeraar.
Het niet in acht nemen van deze verplichting brengt de toepassing van een eigen risico mee die gelijk is aan 10 % van het factuurbedrag.
Voorwaarden eigen aan voertuigen voor Toerisme en Zaken en Gemengd Gebruik.
Indien de aansprakelijkheid voor een schadegeval, al is het maar gedeeltelijk, berust bij een verzekerde bestuurder – andere dan de gewone bestuurder vermeld in het contract – die minder dan 23 jaar is of die niet sedert ten minste één jaar houder is van een rijbewijs, wordt het eigen risico voorzien in het contract verhoogd met 2,5% van de totale verzekerde waarde, behalve indien de gewone bestuurder vermeld in het contract zelf jonger is dan 23 jaar.
Artikel 83 Uitsluitingen
Is van de verzekering uitgesloten, schade die berokkend wordt:
1. aan banden, wanneer deze schade zich niet gelijktijdig voordoet met andere, door de verzekering gedekte, accidentele schade;
2. ingevolge slijtage, constructiefouten of gebreken in de grondstof, het kennelijk slechte onderhoud van het voertuig, evenals ingevolge bevriezing van een gedeelte van het voertuig;
3. door het feit van de vervoerde goederen ingevolge het laden of lossen ervan of ingevolge overbelasting van het voertuig; schade door dieren die zich in het voertuig bevinden is eveneens uitgesloten;
4. ingevolge diefstal of poging tot diefstal;
5. door het enkel feit van brand en daarmede gelijkgestelde gevaren, zoals bepaald in artikel 90.
AFDELING B BRAND
Artikel 90 Voorwerp van de dekking
Is gedekt, zonder eigen risico, schade aan het verzekerde voertuig, als gevolg van brand, ongeacht de oorzaak ervan.
Met brandschade wordt gelijkgesteld schade berokkend door vuur, ontploffing, vlammen, bliksem, kortsluiting in de elektrische installatie en schroeischade. Bovendien betaalt de Verzekeraar de blussingskosten die bedachtzaam worden uitgegeven bij een schadegeval dat onder deze dekking valt.
Artikel 91 Uitsluitingen
Van de verzekering is uitgesloten, schade veroorzaakt door brandbare, voor ontploffing of corrosie vatbare, in het verzekerde voertuig vervoerde, stoffen of voorwerpen. Deze uitsluiting beoogt niet het vervoer voor privé-doeleinden van reservejerrycans, gasflessen voor huishoudelijk gebruik noch soortgelijke toestanden.
AFDELING C DIEFSTAL
Artikel 97 Voorwerp van de dekking
Is gedekt, zonder eigen risico, het verlies of de schade aan het verzekerde voertuig, ingevolge diefstal of poging tot diefstal. De kosten voor het vervangen van sleutels, afstandsbediening, antidiefstalsystemen, codekaarten of sloten bij poging tot diefstal of diefstal ervan of van het voertuig is eveneens gedekt.
In afwijking van de duur voorzien in art. 117, punt 6 van de Dekking IV « Federale Bijstand Auto » zal, in het geval van een diefstal van het volledige verzekerde voertuig, een vervangwagen ter beschikking worden gesteld gedurende een maximale periode van 30 dagen. De terbeschikkingstelling van de vervangwagen blijft ondergeschikt aan de naleving van de andere voorwaarden hernomen onder Xxxxxxx XX « Federale Bijstand Auto ».
Artikel 98 Uitsluitingen
Zijn van de verzekering uitgesloten, schadegevallen met als voornaamste daders of medeplichtigen: de Verzekeringsnemer, de gemachtigde bestuurder, de bewaarnemer van het verzekerde voertuig, en ook de leden van het gezin en de aangestelden van de voormelde personen.
De diefstallen die gepleegd worden, terwijl het voertuig in een publiek toegankelijke plaats achtergelaten wordt en de sleutels of gelijkaardige zich in of op het voertuig bevinden, zijn niet gedekt.
Het vervangingsvoertuig is enkel verzekerd tegen diefstal, voor zover het uitgerust is met het door de Verzekeraar opgelegde antidiefstalsysteem (zie artikel 68).
Artikel 99 Aangifte van schadegeval - Vergoeding
Bij schadegeval is de verzekerde of Verzekeringsnemer gehouden dit onmiddellijk schriftelijk bij de Verzekeraar aan te geven en klacht in te dienen bij de bevoegde gerechtelijke- of politieoverheid.
Indien het schadegeval zich voordoet in het buitenland, dan moet er bovendien klacht worden ingediend bij de bevoegde Belgische autoriteiten, vanaf het moment dat dit mogelijk is. Deze formaliteiten moeten vervuld worden binnen de drie dagen.
Indien het verzekerde voertuig gestolen is en niet teruggevonden wordt, vergoedt de Verzekeraar de Verzekeringsnemer na een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de ontvangst van de schadeaangifte.
Indien het voertuig wordt teruggevonden na een periode van 30 dagen te tellen vanaf de ontvangst van de aangifte van het schadegeval, dan kan de Verzekeringsnemer, hetzij het teruggevonden voertuig terugnemen tegen terugbetaling van de ontvangen schadevergoeding, terwijl de kosten van herstelling ten laste vallen van de Verzekeraar, hetzij opteren voor de verkoop van het teruggevonden voertuig, overeenkomstig hetgeen bepaald is in artikel 71.2.2, met behoud van schadevergoeding.
Indien het voertuig wordt teruggevonden binnen een periode van 30 dagen te tellen vanaf de ontvangst van de aangifte van het schadegeval, dan is de verzekerde verplicht het voertuig terug te nemen. De eventuele schade wordt dan vergoed overeenkomstig de bepalingen van artikel 71.
AFDELING D
« KLEINE OMNIUM » BRAND – DIEFSTAL – BREKEN VAN RUITEN – KRACHTEN VAN DE NATUUR – BOTSING MET DIEREN
Artikel 105 Voorwerp van de dekking
De Verzekeraar dekt:
1. aan de voorwaarden in Dekking II bepaald, het verzekerde voertuig enkel tegen:
— brand;
— diefstal;
— het breken van voor-, zij- en achterruiten, alsook het glazen gedeelte van het dak van het voertuig, ten bedrage van de kostprijs van de vervanging of herstelling door gelijkaardige ruiten.
Deze herstelling of deze vervanging moet uitgevoerd worden door een firma aangeduid door de Verzekeraar. Het niet in acht nemen van deze verplichting brengt de toepassing van een eigen risico mee die gelijk is aan 10 % van het factuur-bedrag.
— materiële schade veroorzaakt door:
a) de krachten van de natuur;
b) botsing met dieren.
AFDELING E OMNIUM
Artikel 106 Voorwerp van de dekking
De Verzekeraar dekt aan de Dekking II bepaalde voorwaarden het verzekerde voertuig tegen materiële schade, brand en diefstal (afdelingen A, B en C).
AFDELING F
« KLEINE OMNIUM ZONDER DIEFSTAL » BRAND – BREKEN VAN RUITEN – KRACHTEN VAN DE NATUUR – BOTSING MET DIEREN
Artikel 107 Voorwerp van de dekking
De Verzekeraar dekt:
1. aan de voorwaarden in Dekking II bepaald, het verzekerde voertuig enkel tegen:
— brand;
— het breken van voor-, zij- en achterruiten, alsook het glazen gedeelte van het dak van het voertuig, ten bedrage van de kostprijs van de vervanging of herstelling door gelijkaardige ruiten.
Deze herstelling of deze vervanging moet uitgevoerd worden door een firma aangeduid door de Verzekeraar. Het niet in acht nemen van deze verplichting brengt de toepassing van een eigen risico mee die gelijk is aan 10 % van het factuurbedrag;
— materiële schade veroorzaakt door:
a) de krachten van de natuur;
b) botsing met dieren.
DEKKING III RECHTSBIJSTAND
Artikel 108 Voorwerp
1. De Verzekeraar neemt tot het beloop van 20.000 EUR per schadegeval, de kosten van allerlei stappen, onderzoeken en honoraria ten laste voortvloeiend uit:
— de strafverdediging van een verzekerde, wegens onopzettelijke doding of verwonding of overtreding van wetten en reglementen op de politie van het wegverkeer, in verband met het gebruik van het verzekerde voertuig;
— de uitoefening, via minnelijke of gerechtelijke weg, van verhaal van een verzekerde tegen de aansprakelijke van het schadegeval, zijn Verzekeraar of het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds, teneinde schadevergoeding te bekomen in geval van een schadegeval waarbij het verzekerde voertuig betrokken is.
2. De Verzekeraar neemt binnen dezelfde grenzen als die in artikel 108, 1. de kosten van allerlei stappen, onderzoeken en honoraria ten laste voortvloeiend uit een contractuele eis:
— tegen de garagehouder die in België gevestigd is, wegens de gebrekkige herstelling van het verzekerde voertuig ingevolge een verkeersongeval;
— tegen de garagehouder die in België gevestigd is, wegens een materiële schade aan het verzekerde voertuig die niet rechtstreeks verbonden is met het uitgevoerde werk en die ontstaan is tijdens het stallen van het voertuig voor een onderhoud of een herstelling;
— tegen de in België gevestigde onderneming gespecialiseerd in de reiniging van wagens, wegens een materiële schade aan het verzekerde voertuig die ontstaan is tijdens de reiniging;
— tegen de verantwoordelijke van een tankstation dat in België gevestigd is, voor zover het verzekerde voertuig beschadigd is als gevolg van de gebrekkige kwaliteit van de geleverde brandstof.
3. Bij ontoereikendheid van het verzekerde bedrag, hebben de Verzekeringsnemer, zijn samenwonende persoon en hun kinderen voorrang ten aanzien van de overige verzekerden. Indien de Verzekeringsnemer een rechtspersoon is, heeft hij voorrang ten aanzien van de andere verzekerden.
Artikel 109 Verzekerd voertuig
Het voertuig en de aanhangwagen, die omschreven zijn in de bijzondere voorwaarden.
Het vervangingsvoertuig, zoals gedefinieerd in het kader van Xxxxxxx I betreffende de verplichte verzekering inzake motorrijtuigen, is ook verzekerd.
Het verzekerde voertuig mag geen technische aanpassing ondergaan hebben, waardoor het van categorie veranderd is volgens de opgestelde rangschikking door het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto’s, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen.
Artikel 110 Verzekerde personen
De dekking is verworven ten gunste van de Verzekeringsnemer, de eigenaar, iedere gemachtigde houder of bestuurder van het verzekerde voertuig, alsook van de gratis vervoerde personen.
De dekking van het verhaal, uitgeoefend op grond van artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, is enkel verworven ten gunste van de volgende personen:
— de Verzekeringsnemer;
— de eigenaar en de houder van het verzekerde voertuig;
— de persoon die samenwoont met de bestuurder, de Verzekeringsnemer, de eigenaar of de houder van het verzekerde voertuig;
— de bloed- of aanverwanten in rechte lijn van één van de voornoemde personen.
Wij treden niet op voor de geschillen tussen verzekerden. In dit geval blijft de dekking echter verworven ten gunste van de in de vorige alinea opgesomde personen, voor zover de Verzekeringsnemer zich hiertegen niet verzet.
Indien één van de begunstigden overlijdt aan de gevolgen van een gedekt verkeersongeval in het kader van Xxxxxxx I, dan zal de dekking van de Verzekeraar verworven zijn ten gunste van de persoon die samenwoont met de verzekerde, zijn ascendenten en descendenten.
Artikel 111 Toepassing van de waarborg
1. Aangifte van schadegevallen Rechtsbijstand
Ieder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen 8 werkdagen na het voorval aan de Verzekeraar gemeld worden.
2. Beheer van schadegevallen Rechtsbijstand
FEDELEX is belast met het beheer van de schadegevallen Rechtsbijstand, en neemt de leiding op zich van alle besprekingen, onderhandelingen en minnelijke schikkingen. FEDELEX is een dienst die deel uitmaakt van Federale Verzekering CV en handelt
volgens de principes van het gescheiden beheer, overeenkomstig de reglementering betreffende de verzekering Rechtsbijstand.
Geen enkel voorstel of schikking mag aanvaard worden zonder de voorafgaande toestemming van de verzekerden. De volledige gegevens van de dienst schadebeheer FEDELEX zijn de volgende:
FEDELEX, interne dienst van Federale Verzekering, Coöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CV, Xxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, Xxxxxx, RPR Brussel BTW BE 0403.257.506.
02/432.09.40
3. Vrije keuze van advocaat
De verzekerde heeft het recht om vrij een advocaat te kiezen om zijn belangen te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen:
a) wanneer overgegaan moet worden tot een gerechtelijke, administratieve procedure of arbitrageprocedure. In het geval van arbitrage, bemiddeling of een andere erkende buitengerechtelijke vorm van geschillenbeslechting, heeft de verzekerde het recht om vrij een persoon te kiezen die de vereiste kwalificaties heeft en die daartoe is aangewezen;
b) telkens wanneer zich een belangenconflict voordoet met de Verzekeraar, zonder afbreuk te doen aan de procedure be- paald in punt 4 hierna ingeval van onenigheid betreffende de regeling van een schadegeval.
In het kader van deze waarborg wordt ieder ander persoon die de nodige kwalificaties heeft om de belangen van de verze- kerde te verdedigen, in de mate waarin de wet betreffende de procedure dit toestaat, gelijkgesteld met een advocaat. De verzekerde verbindt zich ertoe de Verzekeraar in te lichten betreffende de identiteit van zijn advocaat, alvorens contact met deze laatste op te nemen, behalve in geval van gerechtvaardigde hoogdringendheid en te antwoorden op iedere vraag naar informatie betreffende de evolutie van de zaak.
In geval van belangenconflicten, zal de Verzekeraar de verzekerde inlichten over de rechten die het desbetreffend artikel hem
toekent.
4. Objectiviteitsclausule
Wanneer er een meningsverschil is met FEDELEX betreffende de te volgen gedragslijn voor de regeling van het schadegeval, kan de verzekerde een advocaat van zijn keuze raadplegen, na betekening door XXXXXXX van haar standpunt of van haar weigering om de stelling van de verzekerde te volgen en zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te beginnen.
Indien de advocaat het standpunt van FEDELEX bevestigt, wordt aan de verzekerde de helft van de kosten en de erelonen van die raadplegingen terugbetaald.
Indien de verzekerde, tegen het advies van die advocaat, op zijn kosten een procedure begint en een beter resultaat bereikt dan hetgeen hij bereikt zou hebben wanneer hij het standpunt van FEDELEX aanvaard had, dan is de Verzekeraar verplicht haar dekking te verlenen en de kosten en erelonen van de raadpleging die ten laste van de verzekerde gebleven zouden zijn, terug te betalen.
Indien de geraadpleegde advocaat de stelling van de verzekerde bevestigt, is de Verzekeraar, ongeacht de afloop van de
procedure, verplicht haar dekking te verlenen, met inbegrip van de kosten en erelonen van de raadpleging.
5. Verplaatsingskosten naar het buitenland
Op vertoon van de bewijsstukken betaalt de Verzekeraar de verplaatsingskosten terug per trein in 1ste klasse of met het vliegtuig in toeristenklasse, alsook de verblijfkosten indien de verzekerde verplicht moet verschijnen als beklaagde voor een buitenlandse rechtbank of indien een verzekerde, die het slachtoffer is van een verkeersongeval, naar het buitenland moet gaan om de nodige vaststellingen te doen voor de begroting van de schade.
De verblijfkosten zijn beperkt tot 50 EUR per dag en per verzekerde.
Artikel 112 Overmaken van de documenten
De verzekerde moet de Verzekeraar of elke andere aangestelde instelling voor het beheer van het dossier Rechtsbijstand zo snel mogelijk alle nuttige informatie verschaffen voor het goede beheer, alsook alle gerechtelijke en buitengerechtelijke akten in verband met de toepassing van de dekking Rechtsbijstand.
Indien de verzekerde deze verplichting niet nakomt en hierdoor schade berokkend wordt aan de Verzekeraar, dan zullen de uitkeringen verminderd worden met de geleden schade.
De Verzekeraar behoudt zich het recht voor haar dekking te weigeren, indien de verzekerde, met bedrieglijk opzet, die verplichting niet nageleefd heeft.
Artikel 113 Onvermogen van derden
Wanneer een geïdentificeerde en als onvermogend erkende derde een verkeersongeval in België veroorzaakt, waarbij het verzekerde voertuig betrokken is, met uitzondering van het vervangingsvoertuig, vergoedt de Verzekeraar de materiële en lichamelijke schade van de verzekerden tot het beloop van 6.250 EUR per schadegeval in functie van de aansprakelijkheid van de voornoemde derde. Deze dekking wordt van kracht na elke eventuele tussenkomst van een openbare of privé-instelling.
Wanneer het bedrag van de dekking ontoereikend is, is lid 3 van artikel 108 van toepassing.
De tegemoetkoming van de Verzekeraar is afhankelijk van het voorleggen van de herstellingsrekening, behalve in geval van totaal verlies van het voertuig.
Artikel 114 Subrogatie
De Verzekeraar treedt in de rechten van de verzekerde voor de terugvordering van de uitbetaalde kosten, uitgaven en vergoedingen, waaronder tevens de rechtsplegingvergoeding.
Artikel 115 Uitsluitingen
Van de dekking zijn uitgesloten:
1. dadingen met het openbaar ministerie, boetes en opdeciemen, en kosten van strafrechterlijke instanties, alsook alle kosten verbonden met de vaststelling van het zich bevinden « onder invloed van alcohol » of van een vergelijkbare toestand;
2. kosten en honoraria van een burgerlijke vordering, wanneer de schade 150 EUR niet overschrijdt;
3. kosten voor geschillen die moeten worden voorgelegd aan het Hof van Cassatie of aan een buitenlandse rechtsmacht van dezelfde rang, indien het bedrag van de schade 1.500 EUR niet bereikt;
4. geschillen van louter contractuele aard, verschillend van die gedekt door artikel 108, 2.;
5. fiscale geschillen;
6. geschillen betreffende inbreuken op de wetgeving betreffende de technische eisen waaraan de motorvoertuigen, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, met uitzondering van geschillen betreffende de overbelasting van het voertuig;
7. geschillen die betrekking hebben op de wetgeving inzake arbeidsongevallen;
8. geschillen die zich voordoen in de volgende gevallen:
a) telkens als de bestuurder van het verzekerde voertuig vervolgd wordt wegens dronkenschap of een vergelijkbare toestand, zonder dat er een oorzakelijk verband moet bestaan met een ongeval en zelfs zonder dat er sprake is van een ongeval.
De Verzekeraar verbindt zich ertoe de verdedigingskosten op zich te nemen, indien de dronkenschap uiteindelijk niet weerhouden wordt;
b) indien het geschil of de juridische betwisting steunt op feiten die zich voorgedaan hebben vóór de inwerkingtreding van de overeenkomst, behalve indien de verzekerde bewijst dat hij, vóór die datum, onmogelijk kennis kon hebben van de feiten die tot de dekking leiden;
c) indien het geschil voortvloeit uit een opzettelijk verkeersongeval van de verzekerde. De burgerlijke verantwoordelijke behoudt in dit geval de dekking;
d) indien het feit dat aan de basis ligt van het geschil, zich voordoet tijdens een wedstrijd van motorrijtuigen;
e) indien de bestuurder niet voldoet aan de Belgische wetten en reglementen om het verzekerde voertuig te besturen. In dat geval geldt de dekking ook niet voor de vervoerde personen;
f) indien het verzekerde voertuig het voorwerp is geweest van misbruik van vertrouwen, van oplichting of van verduistering;
g) indien het geschil veroorzaakt wordt door daden van oorlog of gelijkwaardige daden, alsook door elke daad van collectief geweld, zoals burgeroorlog, volksopstand, manifestatie of staking;
h) indien het geschil rechtstreeks voortvloeit uit een « terroristische » daad. Onder « terrorisme » verstaan we elke gewelddadige actie of elke reeks van gewelddadige actie die clandestien georganiseerd wordt uit ideologische, politieke, religieuze, economische of sociale overtuiging, om indruk te maken op het publiek of een overheid;
i) indien het geschil veroorzaakt wordt door een gebeurtenis die verband houdt met atoomsplitsing of radioactiviteit, alsook de schade die rechtstreeks voortvloeit uit een bron van ioniserende stralingen.
Voor de punten a) en e) wordt de burgerlijke verantwoordelijke niet uitgesloten van de verzekering, voor zover hij bewijst dat die overtredingen gebeurd zijn tegen zijn instructies in of zonder zijn medeweten.
DEKKING IV
FEDERALE BIJSTAND AUTO
Artikel 117 Bijstand
De bijstandsprestaties worden verzekerd en georganiseerd, door Europ Assistance Belgium, BTW BE 0738.431.009 RPR Brussel, Xxxxxxxxxx 000 xx 0000 Xxxxxxx, Belgisch bijkantoor van Europ Assistance SA, verzekeraar naar Frans recht met maatschappelijke zetel te 1, Promenade de la Bonnette in 92230 Gennevilliers, Frankrijk (451 366 405 RCS Nanterre), erkend onder code 0888 voor de takken 1,9,13,16 en 18 onder toezicht van de Nationale Bank van België, de Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx.
Hierna genoemd ‘de Bijstandsverlener’.
Voorafgaandelijke nota: Europ Assistance zal geen dekking bieden, noch een schadevergoeding betalen, noch een voordeel of een dienst zoals beschreven in de polis, verstrekken, indien dit ons zou blootstellen aan enige sanctie, verbod of beperking op grond van resoluties van de Verenigde Naties of de handels- of economische sancties, wetten of voorschriften van de Europese Unie of van de Verenigde Staten van Amerika.
In geval van een ongeval, brand, diefstal of poging tot diefstal, en daden van vandalisme in België en buiten België binnen 50 kilometers van de grens, die het aangeduide voertuig onbruikbaar maken op de plaats van de gebeurtenis, kan de verzekerde 24u/24 en 7 dagen/7 bellen naar het volgende nummer: 02/509 08 00.
De bijstand wordt aangeboden voor wagens voor Toerisme en Zaken of gemengd gebruik die in België ingeschreven zijn, met uitzondering van de wagens met « Transitplaten » « Proefrittenplaten», « Handelaarsplaten », en van de wagens die verhuurd worden of die bestemd zijn om verhuurd te worden. De dekking, met uitzondering van punt 6 hieronder (vervangwagen), wordt eveneens aangeboden aan voertuigen bestemd voor goederenvervoer met een MTM van maximum 3,5 ton (bestelwagens).
Worden in het kader van de Bijstand steeds als verzekerde voertuigen aanzien:
- het in de Bijzondere Voorwaarden omschreven voertuig;
- het vervangend voertuig zoals bepaald in art. 56 van huidige algemene voorwaarden. Voor de Bijstand worden de verzekerde voertuigen hierna ‘het Voertuig’ genoemd.
De dekking omvat
1. De plaatselijke pechverhelping en het slepen van het Voertuig, ofwel tot een garage waarmee de Verzekeraar een overeenkomst heeft, ofwel tot de garage die door de verzekerde gekozen wordt, beiden gelegen in België.
2. In geval de plaatselijke pechverhelping en het slepen op de Vlaamse autosnelwegen en op een bepaald deel van de Brusselse ring uitgevoerd worden door F.A.S.T.*, of op andere (buitenlandse) snelwegen door een gemachtigde overheid dan betaalt de Bijstandsverlener de gemaakte kosten van de pechverhelping/sleepdienst en van de signalisatiekosten terug.
* F.A.S.T. staat voor: ‘Files Aanpakken door Xxxxxx Tussenkomst’. Het is een gezamenlijke maatregel van de Vlaamse overheid en de Federale Politie om de verkeersveiligheid en verkeersdoorstroming op snelwegen te verhogen. Elk voertuig dat op een Vlaamse autosnelweg of een bepaald deel van de ring van Brussel (de zogenaamde ‘gegunde percelen’) of er net naast staat (bv. op de pechstrook) en niet meer rijvaardig is, valt onder de F.A.S.T.-regeling en moet zo snel mogelijk van de snelweg verwijderd worden. Op snelwegparkings geldt de F.A.S.T.-regeling mogelijk niet, in pechhavens alleen in uitzonderlijke gevallen. Alleen de politie kan een F.A.S.T.-takeldienst de opdracht geven om ter plaatse te gaan en een takeling uit te voeren. Dat is door de wet bepaald in de wegcode artikel 51.5.
3. Het vervoer van de verzekerde en eventuele passagiers van het Voertuig met uitzondering van lifters , ofwel naar de door verzekerde gekozen garage, ofwel naar één bestemming in België of buiten België binnen 50 kilometers van de grens.
4. Alle raadgevingen in verband met de dringend te nemen bewarende maatregelen.
5. De overbrenging van boodschappen die bestemd zijn voor de personen die van de gebeurtenis op de hoogte gebracht moeten worden.
6. Het ter beschikking stellen, met een maximumduur van 5 dagen, van een vervangwagen tijdens het demonteren, de herstelling en het terug monteren van het Voertuig, vermeerderd met de duur :
- van de weekends en feestdagen die voor het einde van de herstelling vallen en
- van de wachttijd voor de vervangstukken. Deze vermeerdering is beperkt tot maximaal 24 uur.
Bij totaal verlies of bij diefstal van het Voertuig wordt de vervangwagen ter beschikking gesteld tot het Voertuig vervangen is of opnieuw kan worden gebruikt, eveneens met een maximumduur van 5 dagen.
De terbeschikkingstelling van de vervangwagen is afhankelijk van de naleving van volgende voorwaarden:
a) het Voertuig moet door de Bijstandsverlener gesleept zijn geweest, behalve in het kader van een F.A.S.T.-interventie wanneer het ongeval gebeurde op de Vlaamse autowegen of een bepaald deel van de Brusselse ring of in het kader van een interventie van een andere gemachtigde overheid op andere (buitenlandse) snelwegen.
b) de vervangwagen zal hoogstens tot de categorie B behoren, hetzij een voertuig met een cilinderinhoud van 1.300 tot
1.400 cm³. De terbeschikkingstelling ervan gebeurt binnen de grenzen van de plaatselijke beschikbaarheden en in overeenstemming met de reglementen van de plaatselijke verhuurkantoren die door de Bijstandsverlener worden erkend, met name inzake de oplegging van een minimumleeftijd, de storting van een waarborg, het aantal jaren dat men reeds over het rijbewijs beschikt;
c) de tussenkomst van de Bijstandsverlener wordt beperkt tot de bedragen voorzien in de huurovereenkomst van de vervangwagen. Het gebruik na de duur van de dekking, de brandstof, de tolheffingen, de facultatieve verzekeringen, de boetes, de door de voor de vervangwagen afgesloten verzekering niet-verzekerde schade of de schade die onder het eigen risico valt, blijven ten laste van de verzekerde of van de door de verzekerde gemachtigde bestuurder;
d) de formaliteiten met betrekking tot het afhalen en het terugbrengen van de vervangwagen vallen ten laste van de verzekerde of de door de verzekerde gemachtigde bestuurder. Desgevallend organiseert en betaalt de Bijstandsverlener de vervoerskosten die nodig waren om deze formaliteiten te vervullen.
Bij gebrek aan een voorafgaande oproep, behalve in het kader van een F.A.S.T. interventie of een interventie van een gemachtigde overheid, kan een verzoek tot tussenkomst enkel in aanmerking genomen worden na onderzoek van de omstandigheden van de aangehaalde gebeurtenis en op vertoon van de betaalde oorspronkelijke facturen. In elk geval kan een terugbetaling niet hoger liggen dan het bedrag dat effectief betaald zou zijn door de Bijstandsverlener, wanneer hij daartoe verplicht zou zijn volgens de huidige voorwaarden, en is deze altijd beperkt tot 200,- EUR.
De tussenkomst van de Bijstandsverlener houdt geenszins de erkenning in van om het even welk recht op tussenkomst van de Verzekeraar.
De verplichting tot schadeaangifte voorzien door de bepalingen van artikel 32 van de huidige algemene voorwaarden wordt niet opgeheven door het feit dat men beroep doet op de dekking Bijstand en dat men contact opneemt met de Bijstandsverlener op het bovenvermelde telefoonnummer.
DEKKING V
DE VERZEKERING VAN DE BESTUURDER
Voor zover ze niet strijdig zijn met de hierna volgende bepalingen zijn de algemene voorwaarden van de verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid (Dekking I) van toepassing voor het administratief beheer van deze Dekking.
Artikel 123 Doel en omvang van de waarborg
1. De materiële schade vergoeden, ingevolge het lichamelijk letsel of overlijden van de verzekerde, overeenkomstig het Belgisch gemeen recht, dit wil zeggen zoals de vergoeding door de Belgische rechtbanken zouden worden toegekend zelfs indien het schadegeval zich niet in België heeft voorgedaan.
De morele schade is niet gedekt.
De vergoeding staat los van iedere aansprakelijkheid en gebeurt binnen het kader van de omschreven waarborgen.
2. Schadegeval:
Verkeersongeval waarbij het aangeduide voertuig betrokken is en dat lichamelijke letsels of overlijden van de verzekerde tot gevolg heeft.
3. Duurtijd van de waarborg:
De schadegevallen voorgevallen tijdens de geldigheidsduur van de waarborg zijn gedekt.
4. Verzekerde:
De persoon die het aangeduide voertuig bestuurt op het ogenblik van het schadegeval met domicilie in België, en die minstens 23 jaar is.
5. Begunstigde:
— Bij lichamelijk letsel: de verzekerde.
— Bij overlijden van de verzekerde: de rechthebbenden van de verzekerde die materiële schade hebben geleden. De gesubrogeerde partijen zijn steeds uitgesloten.
6. Bedrag van de waarborg:
De tussenkomst van de Verzekeraar is gedekt tot 500.000 EUR (niet-geïndexeerd) per schadegeval, voorschotten en intresten inbegrepen.
7. Verzekerd voertuig:
Het in de bijzondere voorwaarden aangeduide voertuig. Wanneer het aangeduide voertuig tijdelijk onbruikbaar is geworden, wordt de dekking gedurende ten hoogste dertig dagen vanaf de datum van de onbruikbaarheid, uitgebreid tot een vervangingsvoertuig van dezelfde categorie, dat toebehoort aan een derde en gebruikt wordt voor hetzelfde doel als het aangeduide voertuig.
Deze dekkingsuitbreiding is niet van toepassing op vervangingsvoertuigen die toebehoren aan personen die samenwonen met de Verzekeringsnemer, de eigenaar, de houder of de gewone bestuurder van het aangeduide voertuig.
8. Territoriale reikwijdte:
De territoriale dekking komt overeen met deze van Dekking I « Burgerlijke Aansprakelijkheid » (landen vermeld op het internationaal verzekeringsbewijs).
Artikel 124 Schaderegeling
1. Aanvullend karakter
De Verzekeraar betaalt de schadevergoeding, onder aftrek van de tussenkomsten inzake sociale uitkeringen zoals bijvoorbeeld betaald door:
— de werkgever (het gewaarborgd loon);
— de ziekte- en invaliditeitsverzekering;
— de arbeidsongevallenverzekeraar;
— het OCMW;
— fonds voor gehandicapten.
2. Subrogatie
De Verzekeraar is ten belope van de betaalde bedragen en in de mate van de aansprakelijkheid van de derde gesubrogeerd in de rechten en vorderingen van de begunstigde tegen de aansprakelijke derden, hun verzekeraars, het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds, het Belgisch Bureau van de Autoverzekeraars of tegen een gelijkaardige buitenlandse instelling.
Indien, door toedoen van de verzekerde of begunstigde, de indeplaatsstelling geen gevolg meer kan hebben ten voordele van de Verzekeraar, kan deze van hem de terugbetaling vorderen van de betaalde schadevergoeding in de mate van het geleden nadeel.
3. Uitnodiging tot deelneming aan de schaderegeling
De begunstigden brengen de Verzekeraar op de hoogte van ieder schaderegelingsinitiatief van de aansprakelijke, diens verzekeraar, en alle hierboven vermelde derde-betalers.
Zij nodigen tevens de Verzekeraar uit deel te nemen aan de minnelijke dan wel gerechtelijke procedures tot regeling van de schade.
4. Verplichting tot samenwerking
De begunstigden hebben de verplichting samen te werken met de aansprakelijke of zijn Verzekeraar teneinde de rechten van de Verzekeraar te vrijwaren.
5. Erkenning van aansprakelijkheid
Elke erkenning van aansprakelijkheid door de begunstigde ontslaat de Verzekeraar van haar verplichting tot tussenkomst in de mate van het geleden nadeel. Desgevallend kunnen de reeds betaalde voorschotten teruggevorderd worden.
6. Schaderegelingsprocedure - betalingen
a) Medische kosten:
De Verzekeraar betaalt de verschuldigde vergoeding aan de begunstigde(n), na ontvangst van de medische kostenstaten.
b) Tijdelijke en blijvende ongeschiktheid:
De tijdelijke ongeschiktheid wordt volledig ten laste genomen in functie van het toegekende ongeschiktheidspercentage, op voorwaarde dat dit de 20 % overschrijdt.
De Verzekeraar stelt haar raadgevend geneesheer aan die de verzekerde onderzoekt en de ongeschiktheidsgraad bepaalt.
De verzekerde verbindt zich ertoe aan zijn behandelende geneesheer alle medische informatie te vragen die nuttig is voor de uitvoering van de overeenkomst en deze te overhandigen aan de raadgevend geneesheer van de Verzekeraar.
Een voorschot wordt toegekend op basis van de periode en van het toegekende percentage van ongeschiktheid nadat de raadgevend geneesheer van de Verzekeraar ze bepaald heeft.
De Verzekeraar behoudt zich het recht voor om de voorlegging te vragen van de stukken die de betaling van het voorschot rechtvaardigen.
Het voorschot wordt beschouwd als een vooruitbetaling die dient afgetrokken te worden van de definitieve, aan de begunstigden uitgekeerde schadevergoeding.
Indien achteraf blijkt dat het schadegeval niet gedekt is, verbindt de begunstigde zich ertoe het gestorte voorschot terug te betalen.
De vergoeding van blijvende ongeschiktheid zal enkel betaald worden onder de vorm van een kapitaal, met uitsluiting van iedere rente.
c) Consolidatie:
De consolidatie komt tot stand uiterlijk drie jaar na de datum waarop het schadegeval zich heeft voorgedaan en op basis van de dan vastgestelde blijvende gevolgen.
d) Overlijden:
De Verzekeraar betaalt de verschuldigde vergoeding aan de begunstigde(n), na ontvangst van een uittreksel van de overlijdensakte en een medische verklaring waarin de oorzaak van overlijden bevestigd wordt.
De Verzekeraar behoudt zich het recht voor een lijkschouwing uit te laten voeren om de juiste doodsoorzaak vast te stellen. Indien achteraf blijkt dat het schadegeval niet gedekt is, verbindt de begunstigde zich ertoe het gestorte voorschot terug te betalen. De Verzekeraar komt niet meer tussen voor een overlijden dat zich meer dan 3 jaar na het schadegeval voordoet.
De reeds betaalde invaliditeitsvergoeding wordt afgetrokken van de vergoeding overlijden.
7. Strafdossier
De aanvraag van de kopie van het eventuele strafdossier door de Verzekeraar werkt opschortend ten aanzien van iedere uitbetaling van vergoeding.
8. Onenigheid betreffende de schade - Medische expertise
In geval van onenigheid over de omvang van de schade en het gevolg hiervan doen de raadgevend geneesheer van de Verzekeraar en de geneesheer van de begunstigde een beroep op een derde geneesheer.
Wanneer één van de partijen zijn raadgevend geneesheer niet aanwijst, of wanneer beide geneesheren het niet eens worden over de keuze van de derde, geschiedt diens benoeming door de Voorzitter van de Burgerlijke Rechtbank van de woonplaats van de Verzekeringsnemer, op verzoek van de meest gerede partij.
De geneesheren-deskundigen beslissen gemeenschappelijk; bij gebreke van een meerderheid zal het oordeel van de derde doorslaggevend zijn.
Elk van de partijen draagt de kosten en honoraria van de door haar aangestelde geneesheer-deskundige; die van de derde geneesheer-deskundige worden door de Verzekeraar gedragen.
9. Uitsluitingen
Zijn uitgesloten, schadegevallen voorgevallen:
a) wanneer het aangeduide voertuig gebruikt wordt door personen zonder toestemming van de eigenaar of gebruikelijke houder, zonder echter de echtgenote, samenwonende partner en de personen die gebruikelijk bij hem inwonen uit te kunnen sluiten;
b) wanneer personen het voertuig besturen aan wie, op het ogenblik van het schadegeval, het aangeduide voertuig is toevertrouwd uit hoofde van hun beroepsbezigheid (bijvoorbeeld verkoop, onderhoud, technische controle, het parkeren of het slepen van het aangeduide voertuig);
c) wanneer het verzekerde voertuig verhuurd wordt, behalve in geval van leasing of renting, of door enige overheid opgeëist wordt;
d) wanneer de verzekerde zich met het verzekerde voertuig voorbereidt op, oefent voor of deelneemt aan autoraces, snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden.
De toeristische rally’s blijven nochtans gedekt;
e) door het feit van uitdagingen, weddenschappen, kennelijk roekeloze daden;
f) door het feit van een opzettelijk ongeval. Xxxxx onder andere beschouwd als zijnde opzettelijk het feit van zelfmoord of poging tot zelfmoord van een verzekerde;
g) wanneer de bestuurder niet voldoet aan de voorwaarden voorgeschreven door de wet en de Belgische of vreemde reglementen om een voertuig te mogen besturen, of, wanneer, op het moment van het schadegeval, hij van het recht tot sturen vervallen verklaard is in België;
h) wanneer het omschreven rijtuig onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, terwijl het voertuig niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs, behalve als het schadegeval zich voordoet tijdens het normale traject naar de keuring of wanneer men in geval van afgifte van een bewijs met de vermelding « verboden tot het verkeer » zich van het keuringsstation naar zijn woonplaats en/of naar de hersteller begeeft evenals na herstelling naar het keuringsstation rijdt. Deze uitsluiting wordt enkel toegepast indien bewezen wordt dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het voertuig en het schadegeval;
i) door het feit van een oorlogsconflict, vijandelijkheden, een invasie, militaire bezetting, burgerlijke of politieke onrusten, terrorisme of collectief geweld, oproer, stakingen, of gelijkaardige gebeurtenissen. Schadegevallen die te wijten zijn aan een daad van terrorisme, zoals gedefinieerd in de Wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, blijven echter verzekerd volgens de voorwaarden en binnen de limieten voorzien door artikel 41;
j) door het feit van een nucleair ongeval in de zin van art. 1, a), i) van de conventie van Parijs van 29 juli 1960;
k) wanneer de bestuurder zich in een toestand van dronkenschap, van alcoholintoxicatie van meer dan 1,5 g/l bloed of
0.65 mg/l uitgeademde alveolaire lucht of in een vergelijkbare toestand bevindt, die het gevolg is van het gebruik van andere producten dan alcoholhoudende dranken. Deze uitsluiting wordt enkel toegepast indien de Verzekeraar bewijst dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de toestand van dronkenschap of alcoholintoxicatie of de vergelijkbare toestand en het schadegeval;
l) wanneer de verzekerde op het moment van het schadegeval de autogordel niet droeg. Deze uitsluiting is niet van toepassing indien de verzekerde de afwezigheid van een oorzakelijk verband aantoont tussen het feit dat de uitsluiting tot gevolg heeft en het schadegeval.
DIVERSE BEPALINGEN
1. Toepasselijk recht
De overeenkomst wordt beheerst door de Belgische wet.
Ieder rechtsgeschil met betrekking tot de uitvoering van of de interpretatie van deze overeenkomst behoort tot de uitsluitende bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.
2. Fraude
In het kader van de huidige bepalingen verstaat men onder “verzekeringsfraude” het misleiden van een verzekeringsonder- neming bij de sluiting of tijdens de looptijd van een verzekeringsovereenkomst of bij de aangifte dan wel afhandeling van een schadegeval met het oog op het verkrijgen van een verzekeringsdekking of een verzekeringsprestatie.
De aandacht van de Verzekeringsnemer wordt gevestigd op het feit dat iedere fraude of poging tot fraude gesanctioneerd wordt volgens de toepasselijke wetgeving en/of de bepalingen in de algemene of bijzondere voorwaarden en in voorkomend geval kan leiden tot strafrechtelijke vervolging.
3. Sancties
De in deze overeenkomst bepaalde dekkingen zullen als zonder uitwerking worden beschouwd als door de toekenning van deze dekkingen de Verzekeraar blootgesteld wordt aan sancties, verbodsbepalingen of beperkingen in het kader van de Organisatie van de Verenigde naties of commerciële of economische sancties in het kader van Wetten en Reglementen van de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten van Amerika.
4. Bescherming van uw persoonsgegevens
Conform de Algemene Verordening voor de gegevensbescherming verzoeken wij u kennis te nemen van de onderstaande informatie.
Doeleinden van de gegevensverwerking - Ontvangers van de gegevens - Rechtsgrond
De meegedeelde persoonsgegevens worden door Federale Verzekering, verwerkingsverantwoordelijke, verwerkt met het oog op: het evalueren van de risico’s, de uitgifte van de verzekeringsovereenkomst en de aanpassing ervan, de uitvoering van de prestaties waaronder het beheer van de schadegevallen volgende uit deze verzekering, het ontdekken en voorkomen van fraude, het voldoen aan wettelijke verplichtingen, het beheer van de commerciële relatie en het opvolgen van de portefeuille.
Voor deze doeleinden kunnen de gegevens gecommuniceerd worden aan ondernemingen die deel uitmaken van de groep Federale Verzekering, aan natuurlijke personen of ondernemingen die als dienstverlener of verwerker optreden voor rekening van Federale Verzekering, aan derden in het kader van de uitvoering van een wettelijke verplichting, aan herverzekeraars, en aan elke persoon of entiteit die een verhaal uitoefent of tegen wie een verhaal wordt uitgeoefend in verband met de verzekering in kwestie.
De juridische basis van de gegevensverwerking wordt gevormd door het verzekeringsovereenkomst, net als de verplichting die uit deze overeenkomst en de eventuele bijakten volgt voor de Verzekeraar - verwerkingsverantwoordelijke om desgevallend tot prestatie over te gaan. De verwerking baseert zich bovendien op het legitiem belang van de Verzekeraar teneinde verzekeringsfraude te voorkomen, statistieken uit te werken en voor direct marketingdoeleinden.
In de hypothese dat deze documenten niet adequaat zouden worden ingevuld, zal Federale Verzekering zich in de onmogelijkheid bevinden om haar verplichtingen voortvloeiend uit het verzekeringsovereenkomst na te komen en desgevallend een gevolg te verlenen aan de vraag tot tussenkomst.
Vertrouwelijkheid
Technische en organisatorische maatregelen werden genomen teneinde de vertrouwelijkheid en de veiligheid van uw gegevens te garanderen. De toegang tot uw persoonlijke gegevens is beperkt tot de personen die deze in het kader van de uitoefening van hun beroepstaken nodig hebben.
Bewaring van de verwerkte gegevens
De verwerkte gegevens worden door Federale Verzekering bewaard gedurende minstens de waarborgperiode van de verzekering of gedurende de looptijd van het schadegeval, die zal aangepast worden telkens dat de omstandigheden het vereisen. Deze duurtijd zal verlengd worden door de verjaringstermijn opdat de Verzekeraar het hoofd kan bieden aan eventuele vorderingen na de sluiting van het schadedossier.
Recht op toegang, verbetering en verzet
De betrokken personen kunnen kennis nemen van de gegevens die aangaande hun persoon verwerkt worden, of desgewenst ze laten verbeteren door een verzoek hiertoe te sturen naar Federale Verzekering t.a.v. de Data Protection Officer – Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx of een email naar xxxxxxx@xxxxxxxx.xx, vergezeld door een recto verso kopie van de identiteitskaart. Deze personen kunnen eveneens, volgens dezelfde modaliteiten, en binnen de limieten voorzien door de Algemene Verordening voor de gegevensbescherming, zich verzetten tegen de verwerking van de gegevens of een beperking ervan en tegen verwerkingen voor direct marketingdoeleinden. Zij kunnen tevens de verwijdering of de gegevensoverdraagbaarheid ervan vragen.
Wanneer u aan Federale Verzekering persoonsgegevens meedeelt van personen waarmee we niet rechtstreeks in contact staan, vragen wij u hen te informeren over deze gegevensoverdracht en hun daarmee verband houdende rechten.
Contactgegevens
Meer informatie kan u terugvinden op xxx.xxxxxxxx.xx of u kan zich richten tot xxxxxxx@xxxxxxxx.xx of Federale Verzekering
t.a.v. de Data Protection Officer – Xxxxxxxxxxx 00 xx 0000 Xxxxxxx.
Eventuele klachten kunnen gericht worden naar de Gegevensbeschermingsautoriteit.
SAMENVATTENDE TABEL VAN DE ALGEMENE VOORWAARDEN
DEKKINGEN NUMMERS VAN DE ARTIKELEN
DEKKING I : VERPLICHTE VERZEKERING TEGEN BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID
Bepalingen van toepassing op de volledige overeenkomst
Begripsomschrijvingen 1
Door de Verzekeringsnemer verplicht mee te delen gegevens
bij het sluiten van de overeenkomst 2-4
Door de Verzekeringsnemer verplicht mee te delen gegevens
in de loop van de overeenkomst 5-9
Wijzigingen inzake het omschreven motorrijtuig 10-14
Duur - premie - wijzigingen van verzekeringsvoorwaarden en premie 15-22
Schorsing van de overeenkomst 23-25
Einde van de overeenkomst 26-31
Schadegeval 32-35
Verklaring over de schadegevallen die zich hebben voorgedaan 36
Mededelingen 37
Bepalingen van toepassing op de waarborg wettelijke burgerrechtelijke aansprakelijkheid
De waarborg 38-43
Het recht van verhaal van de Verzekeraar 44-49
Bepalingen van toepassing op de vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen
Wettelijke basis | 50-51 |
Territoriale afbakening van de vergoedingsplicht | 52-54 |
Het recht van verhaal van de Verzekeraar | 55 |
Bepalingen van toepassing op de bijkomende waarborgen De waarborgen | 56-62 |
Het recht van verhaal van de Verzekeraar | 3 |
Bepaling van toepassing op de vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen | 64 |
A posteriori personallisatiestelsel | 65 |
Segmentatievariabelen | 66 |
Vergoedingsvoorwaarden bij schade door terrorisme | 67 |
DEKKING II : VERZEKERING VAN DE BIJKOMENDE RISICO’S . verzekerd voertuig | 68 |
. aan te geven waarde | 69 |
. verplichtingen van de Verzekeringsnemer bij schadegeval | 70 |
. uitkeringen krachtens de verzekering | 71 |
. dekkingsuitbreiding | 72 |
. onenigheid betreffende de schatting van de schade | 73 |
. uitsluitingen | 74 |
. duur | 75 |
. indeplaatsstelling - verhaal | 76 |
Afdeling A Materiële schade | Afdeling B Brand | Afdeling C Diefstal | Afdeling D Kleine Omnium | Afdeling E Omnium | |
. voorwerp van de dekking | 82 | 90 | 97 | 105 | 106 |
. uitsluitingen | 83 | 91 | 98 | _ | _ |
. aangifte van schadegeval - vergoeding | _ | _ | 99 | _ | _ |
DEKKING III : RECHTSBIJSTAND
. voorwerp 108
. verzekerd voertuig 109
. verzekerde personen 110
. toepassing van de waarborg 111
. overmaken van de documenten 112
. onvermogen van derden 113
. xxxxxxxxxx 000
. uitsluitingen 115
DEKKING IV : FEDERALE BIJSTAND AUTO 117
DEKKING V : DE VERZEKERING VAN DE BESTUURDER
. doel en omvang van de waarborg 123
. schaderegeling 124
Diverse bepalingen
Opmerking:
De nummers van artikelen die niet toegekend zijn, worden voorbehouden voor eventuele verdere aanpassingen van de algemene voorwaarden.