Contract
<.. image(Document Cover Page. Document Number: 5278/21 ADD 1. Subject Codes: UD 6 CID 1 PREP-BXT 2 TRANS 16 UK 12. Heading: VOORSTEL. Originator: de secretaris-generaal van de Europese Commissie, ondertekend door xxxxxxx Xxxxxxx XXXXXX, directeur. Recipient: de heer Xxxxx XXXXXXXX-XXXXXXXXX, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie. Subject: BIJLAGE bij voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Gemengde Commissie EU-CTC die is ingesteld bij de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987, met betrekking tot wijzigingen van deze overeenkomst. Commission Document Number: COM(2021) 6 final. Preceeding Document Number: Not Set. Location: Brussel. Date: 14 januari 2021. Interinstitutional Files: 2021/0002(NLE). Institutional Framework: Raad van de Europese Unie. Language: NL. Distribution Code: PUBLIC. GUID: 4899495431007212955_0) removed ..>
Raad van de Europese Unie
Interinstitutioneel dossier: 0000/0000(XXX)
Xxxxxxx, 14 januari 2021 (OR. en)
5278/21
ADD 1
UD 6
CID 1
PREP-BXT 2
TRANS 16
UK 12
VOORSTEL
van: de secretaris-generaal van de Europese Commissie, ondertekend door xxxxxxx Xxxxxxx XXXXXX, directeur
aan: de heer Xxxxx XXXXXXXX-XXXXXXXXX, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie
nr. Comdoc.: COM(2021) 6 final
Betreft: BIJLAGE bij voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Gemengde Commissie EU-CTC die is ingesteld bij de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987, met betrekking tot wijzigingen van deze overeenkomst
Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2021) 6 final.
Bijlage: COM(2021) 6 final
5278/21 ADD 1 ev
ECOMP.2.B NL
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 13.1.2021
COM(2021) 6 final ANNEX
BIJLAGE
bij
Voorstel voor een besluit van de Raad
betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Gemengde Commissie EU-CTC die is ingesteld bij de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987, met betrekking tot wijzigingen van deze overeenkomst
ONTWERP
BESLUIT Nr. /2021 van de bij de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987 ingestelde Gemengde Commissie EU- CTC
van …..2021
tot wijziging van de aanhangsels I en III van die overeenkomst
DE GEMENGDE COMMISSIE EU-CTC,
Gezien de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987, en met name artikel 15, lid 3, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Ingevolge artikel 15, lid 3, onder a), van de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 19871 (hierna “de overeenkomst” genoemd) stelt de bij die overeenkomst ingestelde Gemengde Commissie bij besluit wijzigingen in de aanhangsels van de overeenkomst vast.
(2) Artikel 311 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/24472 van de Commissie, dat betrekking heeft op het verzoek om overdracht van de invordering van de douaneschuld, is gewijzigd3. Volgens de nieuwe leden 3 en 4 moet de douaneautoriteit van een bij douanevervoer betrokken land, wanneer deze autoriteit het bewijs verkrijgt dat de feiten die tot het ontstaan van de douaneschuld hebben geleid, zich op haar grondgebied hebben voorgedaan, het land van vertrek vragen de verantwoordelijkheid om de invordering te beginnen, aan haar over te dragen. Het land van vertrek moet binnen een bepaalde termijn bevestigen of het de bevoegdheid om de invordering te beginnen, aan de verzoekende douaneautoriteit overdraagt. Artikel 50 van aanhangsel I van de overeenkomst, waarin de bepalingen van artikel 311 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie zijn overgenomen, moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(3) Bijlage 72-04 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie, die de bedrijfscontinuïteitsprocedure voor Uniedouanevervoer beschrijft, is gewijzigd4 en sinds 30 juni 2020 van toepassing. Volgens het gewijzigde punt 19.3 van hoofdstuk III is de geldigheid van de papieren certificaten van doorlopende zekerheid en van
1 PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2.
2 Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).
3 Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1394 van de Commissie van 10 september 2019 tot wijziging en rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 wat betreft bepaalde voorschriften inzake toezicht bij het in het vrije verkeer brengen en het uitgaan uit het douanegebied van de Unie (PB L 234 van 11.9.2019, blz. 1).
4 Uitvoeringsverordening (EU) 2020/893 van de Commissie van 29 juni 2020 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 206 van 30.6.2020, blz. 8).
ontheffing van zekerheidstelling overeenkomstig bijlage 72-04 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 verlengd om de bedrijfscontinuïteitsprocedure in douanevervoer flexibeler te maken en de formaliteiten en kosten voor de douaneautoriteiten te beperken. Artikel 79 van aanhangsel I van de overeenkomst en punt 19.3 van hoofdstuk III van bijlage II bij aanhangsel I van de overeenkomst, waarin de bepalingen van punt 19.3 van hoofdstuk III, deel I, bijlage 72-04 bij bovengenoemde uitvoeringshandeling zijn overgenomen, moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. Deze wijziging moet ook toepassing vinden vanaf 30 juni 2020 om zekerheidstellers gelijke voorwaarden te bieden onder de douanewetgeving van de Unie en de overeenkomst.
(4) De formulieren voor verbintenissen van de borg zijn opgenomen in de bijlagen C1, C2, C4, C5 en C6 bij aanhangsel III van de overeenkomst. In deze formulieren zijn de lidstaten van de Unie en de andere partijen bij de overeenkomst vermeld. Bij Besluit nr. 2/20185 van de Gemengde Commissie EU-CTC zijn de verwijzingen naar het Verenigd Koninkrijk als lidstaat van de Unie geschrapt en is een verwijzing naar het Verenigd Koninkrijk ingevoegd als land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, vanaf de datum waarop de toetreding van het Verenigd Koninkrijk tot de overeenkomst als een afzonderlijke partij van kracht wordt. Ingevolge de toepassing van het protocol inzake Ierland/Noord-Ierland6 moet Noord-Ierland evenwel, voor Uniedouanevervoer, worden vermeld op een wijze waaruit blijkt dat elke zekerheid die geldig is in de EU-lidstaten, ook geldig moet zijn in Noord-Ierland.
(5) Ingevolge de toepassing van het protocol inzake Ierland/Noord-Ierland en overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 471/20097 is een nieuwe code “XI” ingevoerd8 om het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland te onderscheiden. Het gebruik van de in bijlage A2 en bijlage B1 bij aanhangsel III van de overeenkomst vastgestelde landcodes moet dienovereenkomstig worden aangepast.
(6) Om de juiste toepassing van de nieuwe code “XI” te garanderen, moeten alle vermeldingen in de overeenkomst met betrekking tot het gebruik van landcodes verwijzen naar bijlage A2 of bijlage B1 bij aanhangsel III van de overeenkomst.
(7) Besluit nr. 2/2018 van de Gemengde Commissie EU-CTC treedt in werking op 1 januari 2021, terwijl Besluit nr. 1/20199 van de Gemengde Commissie EU-CTC al op 4 december 2019 in werking is getreden. Bij Besluit nr. 1/2019 is de nieuwe benaming “de Republiek Noord-Macedonië” opgenomen in de formulieren voor verbintenissen van de borg in de bijlagen C1, C2, C4, C5 en C6 bij aanhangsel III van de overeenkomst, terwijl Besluit nr. 2/2018 de oude benaming “de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië” ten onrechte opnieuw zou invoeren in de bijlagen C1, C2 en C4. Deze formulieren moeten daarom met de nieuwe benaming “de Republiek Noord-Macedonië” worden gerepareerd.
5 PB L 317 van 14.12.2018, blz. 48.
6 Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 102).
7 Verordening (EG) nr. 471/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende communautaire statistieken van de buitenlandse handel met derde landen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1172/95 van de Raad (PB L 152 van 16.6.2009, blz. 23).
8 Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1470 van de Commissie van 12 oktober 2020 betreffende de nomenclatuur van landen en gebieden voor de Europese statistieken over internationale handel in goederen en betreffende de geografische uitsplitsing voor andere bedrijfsstatistieken (PB L 334 van 13.10.2020, blz. 2).
9 PB L 103 van 3.4.2020, blz. 47.
De overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
(1) Aanhangsel I van de overeenkomst wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage A bij dit besluit.
(2) Aanhangsel III van de overeenkomst wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage B bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. De punten 2 en 3 van bijlage A zijn van toepassing vanaf 30 juni 2020.
De punten 1 tot en met 4 van bijlage B zijn van toepassing vanaf de dag waarop het Verenigd Koninkrijk als partij tot de overeenkomst toetreedt.
Gedaan te ......
Voor de Gemengde Commissie De voorzitter
Bijlage A
Aanhangsel I van de overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
(1) In artikel 50 worden de volgende leden 3 en 4 toegevoegd:
“3. Wanneer de douaneautoriteit van een bij een gemeenschappelijk douanevervoer betrokken land vóór het verstrijken van de termijn zoals bedoeld in artikel 114, lid 2, onder a), het bewijs verkrijgt dat de feiten die tot het ontstaan van de schuld hebben geleid, zich op haar grondgebied hebben voorgedaan, zendt deze autoriteit onmiddellijk en in ieder geval binnen deze termijn een naar behoren gemotiveerd verzoek naar de douaneautoriteit van het land van vertrek om de verantwoordelijkheid om de invordering te beginnen, over te dragen aan de verzoekende douaneautoriteit.
4. De douaneautoriteit van het land van vertrek bevestigt de ontvangst van het overeenkomstig lid 3 ingediende verzoek en deelt de verzoekende douaneautoriteit binnen 28 dagen na de datum van verzending van het verzoek mee of zij ermee instemt aan het verzoek te voldoen en de verantwoordelijkheid om de invordering te beginnen, over te dragen aan de verzoekende autoriteit.”.
(2) In artikel 79:
(a) wordt lid 2 vervangen door:
“2. De geldigheidsduur van een certificaat van doorlopende zekerheidstelling of een certificaat van ontheffing van zekerheidstelling bedraagt ten hoogste vijf jaar. Het douanekantoor van zekerheidstelling kan de geldigheidsduur echter eenmaal met een nieuwe termijn van ten hoogste vijf jaar verlengen.”;
(b) worden na lid 2 de volgende leden 3 en 4 toegevoegd:
“3. Wanneer het douanekantoor van zekerheidstelling tijdens de geldigheidsduur van het certificaat ervan in kennis wordt gesteld dat het certificaat als gevolg van een groot aantal wijzigingen niet langer leesbaar is en door het douanekantoor van vertrek kan worden geweigerd, maakt het douanekantoor van zekerheidstelling het certificaat ongeldig en geeft het een nieuw certificaat af, indien van toepassing.
4. Certificaten met een geldigheidsduur van twee jaar blijven geldig. De geldigheidsduur ervan kan door het douanekantoor van zekerheidstelling voor een tweede periode van ten hoogste vijf jaar worden verlengd.”.
(3) In bijlage II, hoofdstuk III, wordt punt 19.3 vervangen door:
“19.3 De geldigheidsduur van een certificaat van doorlopende zekerheidstelling of een certificaat van ontheffing van zekerheidstelling bedraagt ten hoogste vijf jaar. Het douanekantoor van zekerheidstelling kan de geldigheidsduur echter eenmaal met een nieuwe termijn van ten hoogste vijf jaar verlengen.
Wanneer het douanekantoor van zekerheidstelling tijdens de geldigheidsduur van het certificaat ervan in kennis wordt gesteld dat het certificaat als gevolg van een groot aantal wijzigingen niet langer leesbaar is en door het douanekantoor van vertrek kan worden geweigerd, maakt het douanekantoor van zekerheidstelling het certificaat ongeldig en geeft het een nieuw certificaat af, indien van toepassing.
Certificaten met een geldigheidsduur van twee jaar blijven geldig. De geldigheidsduur ervan kan door het douanekantoor van zekerheidstelling voor een tweede periode van ten hoogste vijf jaar worden verlengd.”.
Bijlage B
Aanhangsel III van de overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
(1) in bijlage A1, titel II, hoofdstuk II, punt “B. Gegevens EDI-aangifte douanevervoer”, streepje “VERWIJZING NAAR ZEKERHEIDSTELLING”, wordt de tekst “(tweeletterige ISO-landcode)” onder het kopje “Inhoud” in veld 2 vervangen door:
“(in bijlage A2 vermelde landcode)”.
(2) In bijlage A2, punt 1, wordt de volgende zin toegevoegd:
“Voor Noord-Ierland wordt XI gebruikt.”.
(3) In bijlage A4, punt 1, wordt de tekst “(landcode ISO alpha-2)” onder het kopje
“Inhoud” in veld 2 vervangen door:
“(in bijlage A2 vermelde landcode)”.
(4) In bijlage B1 wordt vak 51 als volgt gewijzigd:
(a) de tekst “GB Verenigd Koninkrijk” wordt vervangen door:
“GB Verenigd Koninkrijk (met uitzondering van Noord-Ierland)”;
(b) het volgende punt wordt aan de lijst toegevoegd:
“XI Noord-Ierland”.
(5) In bijlage C1 wordt punt 1 als volgt gewijzigd:
(a) de tekst “de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië” wordt vervangen door de tekst “de Republiek Noord-Macedonië”;
(b) aan de tekst “het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland3” wordt vóór eindnoot 3 een eindnoot 3 bis toegevoegd die als volgt luidt:
Krachtens het protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie wordt Noord-Ierland als deel van de Europese Unie beschouwd voor de toepassing van deze zekerheid. Een in het douanegebied van de Europese Unie gevestigde borg moet derhalve woonplaats kiezen of een gemachtigde aanstellen in Noord-Ierland als de zekerheid daar mag worden gebruikt. Als een zekerheid evenwel, in het kader van gemeenschappelijk douanevervoer, zowel in de Europese Unie als in het Verenigd Koninkrijk geldig wordt gemaakt, mag één woonplaats of een aangestelde gemachtigde in het Verenigd Koninkrijk dienstdoen voor alle delen van het Verenigd Koninkrijk, met inbegrip van Noord-Ierland.”.
(6) In bijlage C2 wordt punt 1 als volgt gewijzigd:
(a) de tekst “de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië” wordt vervangen door de tekst “de Republiek Noord-Macedonië”;
(b) aan de tekst “het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland” wordt een eindnoot 2 bis toegevoegd die als volgt luidt:
Krachtens het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie wordt Noord-Ierland als deel van de Europese Unie beschouwd voor de toepassing van deze zekerheid. Een in het douanegebied van de Europese Unie gevestigde borg moet derhalve woonplaats kiezen of een gemachtigde aanstellen in Noord-Ierland als de zekerheid daar mag worden gebruikt. Als een zekerheid evenwel, in het kader van gemeenschappelijk douanevervoer, zowel in de Europese Unie als in
het Verenigd Koninkrijk geldig wordt gemaakt, mag één woonplaats of een aangestelde gemachtigde in het Verenigd Koninkrijk dienstdoen voor alle delen van het Verenigd Koninkrijk, met inbegrip van Noord-Ierland.”.
(7) In bijlage C4 wordt punt 1 als volgt gewijzigd:
(a) de tekst “de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië” wordt vervangen door de tekst “de Republiek Noord-Macedonië”;
(b) aan de tekst “het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland3” wordt vóór eindnoot 3 een eindnoot 3 bis toegevoegd die als volgt luidt:
Krachtens het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie wordt Noord-Ierland als deel van de Europese Unie beschouwd voor de toepassing van deze zekerheid. Een in het douanegebied van de Europese Unie gevestigde borg moet derhalve woonplaats kiezen of een gemachtigde aanstellen in Noord-Ierland als de zekerheid daar mag worden gebruikt. Als een zekerheid evenwel, in het kader van gemeenschappelijk douanevervoer, zowel in de Europese Unie als in het Verenigd Koninkrijk geldig wordt gemaakt, mag één woonplaats of een aangestelde gemachtigde in het Verenigd Koninkrijk dienstdoen voor alle delen van het Verenigd Koninkrijk, met inbegrip van Noord-Ierland.”.
(8) In bijlage C5 wordt rij 7 als volgt gewijzigd:
(1) aan de tekst “Verenigd Koninkrijk” wordt een voetnoot (**) toegevoegd die als volgt luidt:
(2) “(**) Krachtens het protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie wordt Noord-Ierland als deel van de Europese Unie beschouwd voor de toepassing van deze zekerheid.”.
(9) In bijlage C6 wordt rij 6 als volgt gewijzigd:
(1) aan de tekst “Verenigd Koninkrijk” wordt een voetnoot (**) toegevoegd die als
volgt luidt:
(2) “(**) Krachtens het protocol inzake Ierland/Noord-Ierland bij het Akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie wordt Noord-Ierland als deel van de Europese Unie beschouwd voor de toepassing van deze zekerheid. ”.