INT-19-50182
INT-19-50182
Subsidieverordening Aanjaagregeling Ondernemersklimaat Beverwijk
Documentnummer INT-19-50182
1 Begripsomschrijvingen
a. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beverwijk;
b. Aanjaagregeling: de onderhavige subsidieregeling;
c. Publieksgerichte ondernemersactiviteiten: activiteiten die zijn georganiseerd door ondernemers, die als doel hebben publiek te trekken of waar het publiek op andere wijze baat bij heeft;
d. Ondernemersklimaat: het geheel van factoren dat bepaalt in hoeverre ondernemingen in Beverwijk succesvol kunnen functioneren;
e. Collectief ondernemersbelang: het belang van de ondernemers in een straat, gebied of branche;
f. Adviescommissie: de commissie zoals bedoeld in artikel 3 van deze verordening;
g. Aanvrager: de natuurlijke of rechtspersoon die een subsidieaanvraag indient;
h. Gelegenheidsverband: een schriftelijk vastgelegd samenwerkingsverband van twee of meer (rechts)personen ten behoeve van het organiseren van een activiteit;
i. Wet: Algemene wet bestuursrecht.
j. Subsidiabele kosten: alle rechtstreeks aan de uitvoering van een project toe te rekenen kosten, met uitzondering van kosten van eigen arbeid van de subsidieaanvrager en betrokken vrijwilligers, als ook van reis- en verblijfskosten en bestuurskosten.
2 Doelstelling Aanjaagregeling
2.1 Doelstelling van de Aanjaagregeling is het bieden van financiële ondersteuning aan publieksgerichte ondernemersactiviteiten die bijdragen aan een beter ondernemers- klimaat in de gemeente Beverwijk.
2.2 Het college kan op basis van deze verordening subsidie verlenen ten behoeve van ondernemersactiviteiten.
2.3 De activiteiten dragen bij aan het ondernemersklimaat in de gemeente Beverwijk en dienen een collectief ondernemersbelang.
2.4 De Aanjaagregeling is bedoeld voor de ondersteuning van het midden- en kleinbedrijf in de gemeente.
3 Adviescommissie
3.1 Voordat het college beslist over een subsidieaanvraag wordt advies gevraagd aan een Adviescommissie, bestaande uit 4 tot 7 vertegenwoordigers van de diverse ondernemersgeledingen in Beverwijk (excl. voorzitter en ambtelijk secretaris).
3.2 De commissie wordt voorgezeten door een onafhankelijk, technisch voorzitter zonder stemrecht.
3.3 De commissie krijgt ambtelijke ondersteuning van een ambtenaar van de gemeente Beverwijk. Deze krijgt de rol van ambtelijk secretaris zonder stemrecht.
3.4 De Adviescommissie geeft een integraal advies over de te verlenen subsidies.
3.5 Het college benoemt de leden van de Adviescommissie.
3.6 Het college kan nadere regels stellen ten behoeve van de benoeming van de leden van de Adviescommissie.
4 Aanvrager
4.1 Voor subsidie komen de volgende samenwerkingsvormen in aanmerking
a. verenigingen naar burgerlijk recht;
b. stichtingen;
c. gelegenheidsverbanden van meerdere ondernemers.
4.2 Indien een gelegenheidsverband Aanvrager is, treedt een van de deelnemende partners op als Aanvrager.
5 Algemene voorwaarden voor subsidiëring
De aanvraag moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
a. de Aanvrager maakt de financieringsbehoefte van de te subsidiëren activiteiten aannemelijk;
b. de financiering heeft geen betrekking op sanering van schulden, of op een afbouw van bedrijfsactiviteiten;
c. de aanvraag is niet gericht op bevoordeling van individuele ondernemingen maar op gebieden of branches;
d. de aanvraag is gericht op lokale activiteiten;
e. de Aanvrager doet voor dezelfde activiteit geen beroep op andere subsidie- verordeningen van de gemeente Beverwijk;
x. xx Xxxxxxxxx verkeert niet in staat van faillissement, vereffening, surseance van betaling of akkoord en deze zijn niet aangevraagd of aanhangig.
6 Beoordelingscriteria voor subsidiëring
Indien de hoogte van de aanvragen het beschikbare subsidiebudget overtreft, wordt een afweging gemaakt aan de hand van de volgende criteria:
- mate waarin wordt voldaan aan de doelstelling van de Aanjaagregeling;
- publieksbereik;
- omvang van de financieringsbehoefte;
- mate van cofinanciering;
- draagvlak onder de ondernemers in het gebied;
- evenwichtige verdeling over de gebieden en branches.
7 Subsidiebedrag
7.1 Het te verstrekken subsidiebedrag bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten en is beperkt tot het maximumbedrag dat is vastgesteld in de beschikking tot subsidieverlening.
7.2 Het subsidieplafond wordt jaarlijks door het college vastgesteld. De raad stelt de financiële kaders vast in de begroting. Het is binnen die kaders dat het college het subsidieplafond kan vaststellen.
8 Aanvraag en te overleggen gegevens
8.1 Aanvragen kunnen worden ingediend tussen 1 september en 1 oktober voorafgaand aan het subsidiejaar.
8.2 Aanvragen voor subsidie worden digitaal ingediend overeenkomstig het door het college vastgestelde aanvraagformulier. Dit formulier wordt via de gemeentelijke website ter beschikking gesteld.
8.3 De aanvraag wordt in ieder geval voorzien van
a. een activiteitenplan, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte is; en
b. een begroting.
8.4 Bij een aanvraag voor subsidie voegt de Aanvrager de volgende gegevens toe:
a. recent uittreksel uit de kamer van koophandel; en
b. in geval van een stichting of vereniging, de samenstelling van het bestuur; of
c. in geval van indiening namens een samenwerkingsverband, een kopie van de samenwerkingsovereenkomst.
8.5 Indien de Aanvrager al eerder een subsidieaanvraag heeft gedaan in het kader van deze verordening en de informatie niet is gewijzigd, kan ten aanzien van het gevraagde in lid 8.4 worden volstaan met een verwijzing naar de eerdere aanvraag.
9 Beslissing op een aanvraag
9.1 De Adviescommissie geeft binnen 4 weken na sluiting van de aanvraagtermijn een advies aan het college over de te verlenen subsidies.
9.2 Het college betrekt het commissieadvies bij de besluitvorming en kan afwijken van het advies van de Adviescommissie.
9.3 Het college beslist binnen 8 weken na sluiting van de aanvraagtermijn over de te verlenen subsidies.
9.4 De termijnen zoals bedoeld in lid 9.1 en 9.3 kunnen door het college in bijzondere omstandigheden, ter beoordeling van het college, met een termijn van ten hoogste 8 weken worden verlengd.
10 Voorschotverlening
10.1 Subsidies worden in één keer uitgekeerd bij wijze van voorschot.
10.2 Het college kan aan de bevoorschotting voorwaarden verbinden.
10.3 Indien de activiteiten niet worden uitgevoerd, of de subsidiemiddelen niet conform de subsidieverlening zijn besteed, zullen de al uitbetaalde voorschotten worden teruggevorderd.
10.4 Teruggevorderde subsidiemiddelen worden in beginsel toegevoegd aan het jaarlijks budget van programma 3 Economie.
10.5 Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in het eerste, derde en vierde lid.
11 Verplichtingen van de subsidieontvanger
11.1 De subsidieontvanger is verplicht het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte te stellen van ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat de gesubsidieerde activiteiten niet, slechts deels of anders zullen worden uitgevoerd.
11.2 Het college kan aan de subsidieverlening andere verplichtingen verbinden.
12 Weigeringsgronden subsidieverlening
Subsidieverlening kan, naast de in artikel 4:25 van de wet en artikel 4:35 van de wet geregelde gevallen, worden geweigerd indien:
a. de aanvrager of aanvraag niet voldoet aan de doelstelling zoals verwoord in artikel 2;
b. de aanvrager niet voldoet aan de voorwaarden zoals verwoord in de artikelen 4 en 5;
c. de hoogte van de aanvragen het beschikbare budget overtreft en de aanvraag onvoldoende voldoet aan de criteria in artikel 6;
d. subsidieverlening niet past binnen het op het betreffende beleidsterrein bekend- gemaakte beleid.
13 Verantwoording
13.1 De subsidieontvanger dient uiterlijk binnen 13 weken na afloop van de gesubsidieerde activiteit of het boekjaar waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling in bij het college.
13.2 Deze aanvraag tot vaststelling bevat:
1. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht;
2. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening).
13.3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens de voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.
14 Vaststelling subsidie
14.1 Het college stelt voor activiteiten verleende subsidies vast, uiterlijk 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling.
14.2 Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, blijkt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.
14.3 Subsidies tot en met € 10.000 worden door het college zonder voorafgaande subsidieverlening direct vastgesteld.
14.4 Het college kan nog andere categorieën van subsidies of subsidieontvangers vaststellen waarvoor de subsidie direct kan worden vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen en kan besluiten categorieën in te trekken.
15 Nadere regels
Het college is bevoegd nadere regels te stellen ter uitvoering van deze verordening.
16 Overgangsbepaling
De ‘Subsidieverordening Aanjaagregeling Ondernemersklimaat 2019’ (INT-18-40720) blijft van kracht voor subsidieaanvragen die zijn ingediend in het kader van de Aanjaagregeling Ondernemersklimaat voor het jaar 2019.
17 Citeertitel
Deze verordening kan aangehaald worden als ‘Subsidieverordening Aanjaagregeling Ondernemersklimaat Beverwijk’.
18 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.