Machtiging sluiten overeenkomst als bedoeld in art. 5a der Indische Mijnwet met de N.V. ,,De Bataafsche Petr. Mij.", enz.
181 . 2 3. 7
Machtiging sluiten overeenkomst als bedoeld in art. 5a der Indische Mijnwet met de N.V. ,,De Bataafsche Xxxx. Mij.", enz.
het Gouvernement bij dat exploit voor elk geval in het bijzonder naar redelijkheid te stellen termijn;
2°. indien de Maatschappij in strijd handelt met één of meer der bepalingen van deze overeenkomst of van een door haar in verband met de door haar ondernomen ontginningen na te leven algemeene verordening, zullende de Maatschappij, bijaldien zij nalatig is in de nakoming van eenige krachtens deze overeen- komst of bedoelde algemeene verordening op haar rustende ver- plichting om te geven of te doen eerst en vooraf moeten worden in gebreke gesteld bij een deurwaardersexploot, waarbij zij wordt gesommeerd, binnen een voor elk geval in het bijzonder te stellen redelijken termijn, die verplichting alsnog na te komen;
3°. indien naar het oordeel van het Gouvernement de wijze waarop het bedrijf van de opsporing en ontginning en de ver- koop van de producten door de Maatschappij worden gevoerd tengevolge heeft benadeeling van de nationale belangen of be- lemmering van een gezonde en natuurlijke ontwikkeling van handel en nijverheid in Nederlandsch-Indië.
Artikel 24.
(1) Voor zoover uit deze overeenkomst niet het tegendeel blijkt, verbinden partijen zich om alle geschillen, welke naar aanleiding van deze overeenkomst of in verband daarmede mochten ontstaan, te onderwerpen aan de uitspraak van drie scheidsmannen, die als goede mannen naar billijkheid met inachtneming van het in deze overeenkomst bepaalde zullen oordeelen.
(2) Indien partijen niet binnen veertien dagen, nadat een harer aan de wederpartij heeft te kennen gegeven, een geschil aan arbitrage te onderwerpen, omtrent de keuze der scheids- mannen tot overeenstemming zijn gekomen, heeft de aanwijzing in dier voege plaats, dat één hunner benoemd wordt door het Gouvernement, één door de Maatschappij en één op verzoek van de meest gereede partij door de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage.
(3) Wordt door een der partijen niet binnen dertig dagen na daartoe door de andere partij te zijn gesommeerd, aan deze laatste bij gerechtelijk beteekende akte kennis gegeven, wie voor haar als scheidsman zal optreden, of hebben één of meer der benoemde scheidsmannen, om welke reden ook, den hun ge- geven last niet binnen 14 dagen na hunne benoeming aange- nomen, dan worden al de scheidsmannen op verzoek van de meest gereede partij door de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage benoemd.
(4) De kosten van elke arbitrage worden gedragen door de in het ongelijk gestelde partij, doch de scheidsmannen zijn be- voegd om die kosten te verdeelen, indien beide partijen over en weder op eenige punten in het ongelijk mochten worden gesteld.
Artikel 25.
De Gouverneur-Generaal is bevoegd de termijnen in deze overeenkomst genoemd, onder zekere, te zijnen genoegen dooi- de Maatschappij aan te toonen bijzondere omstandigheden, te verlengen voor zoover deze termijnen uitsluitend betrekking hebben op de door de Maatschappij binnen een bepaald tijdvak na te komen andere dan financieele verplichtingen.
Artikel 26.
Alle op deze overeenkomst vallende kosten zijn ten laste van de Maatschappij.
Artikel 27.
Partijen kiezen voor de uitvoering van deze overeenkomst en van al wat daarop betrekking heeft, alsmede voor de ge- volgen van ontbinding en beëindiging dezer overeenkomst, alge- meen en onveranderlijk woonplaats ten kantore van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur te Soerabaja.
181 . 3.
MEMOBIE VAX TOELICHTING.
Het hierbij aangeboden wetsontwerp strekt ter verkrijging van- de ingevolge het derde lid van artikel 5a der Indische Mijnwet vereischte machtiging tot het sluiten van een overeenkomst op den voet van het tweede lid van gemeld artikel met de te 's-Gravenhage gevestigde naamlooze vennootschap ,,De Betaaf- sche Petroleum Maatschappij", voor de opsporing en ontginning van aardolie, aardpek, aardwas en allo andere soorten van bitumineuze zelfstandigheden, zoowel vaste als vloeibare en brandbare gassen, voor zoover niet uitmakend een bestanddeel van een vast gesteente, dat voor hunne winning in zijn geheel moet worden ontgonnen, mitsgaders jodium en de verbindingen daarvan in een terrein, naar schatting groot 27 800 hectaren, gelegen in de residenties Japara-Rembang en Bodjonegoro van de provincies .Midden- en Oost-Java.
Ten aanzien van het onderwerpelijk terrein, dat voor opsporing en ontginning van Gouvernementswege met betrek- king tot de in het 1ste lid, onder b van artikel 1 der Indische Mijnwet vermelde delfstoffen is gereserveerd bij gouvernements- besluit van 21 Juni 1929, n°. lx, heeft de Bataafsche Petroleum Maatschappij krachtens aan haar verleende vergunningen tot het doen van mijnbouwkundige opsporingen, reeds uitgebreide exploratie werkzaamheden verricht, terwijl xxxxxxxxxx leidde tot aantooning van olie en gas op het terrein van één der vergun- ningen, verleend vóór de reserveering. De maatschappij kou daaraan dei-halve het recht tot het opsporen van aardolie ont- leenen en op grond van deze ontdekking, ingevolge het be- paalde bij artikel 28, lid 2a, der Indische Mijnwet, voor zoover op dergelijke vergunningsterreinen de aanwezigheid van aard- olie is aangetoond, aanspraak op een belooning doen gelden, welke aanspraak door de uitgifte van het onderhavig terrein aan gegadigde gerealiseerd zal zijn.
Ten aanzien van dit terrein worden gei n dusdanige verwach- tingen gekoesterd wat betreft een eventueelen olierijkdom, dat hel Land de ontginning er van aan zich behoort te houden; evenmin is het gemotiveerd, dat het Land eenig risico op zich zou nemen dooi- deel te nemen in de exploratie en exploitatie, zoodat de gekozen oplossing den ondergteekende als de meest juiste voorkomt.
Wat den inhoud van het ontwerp-contract aangaat, is het gebruikelijk standaardmodel (vergelijk o. a. Nederlandsch Staatsblad 1933 n°. 081 en Indisch Staatsblad 1934 n°. 66) gevolgd, met dien verstande echter, dat van den aanvang af een jaarlijksch vast recht van f 0,25 per hectare verschuldigd zal zijn, aangezien in verband met de reeds verrichte olie- en gas- aantooningen het eigenlijk opsporingsstadium reeds grootendeels achter den rug is. Dit brengt mede, dat in artikel 3 lid 2 aan de Maatschappij wordt toegestaan, bij de berekening van de netto-opbrengst der eventueel uit het terrein verkregen produc- ten in mindering te brengen de kosten van het vooronderzoek, hetwelk zij heeft moeten verrichten om te kunnen aantoonen, dat het terrein inderdaad oliehoudend is. De duur der over- eenkomst is gesteld op 40 jaar, zijnde de termijn waarvoor 5a-contracten voor oliewinning normaliter worden aangegaan.
De in artikel 3, lid 3 onder j en in artikel 5, lid 5 van het standaardcontract genoemde rente-percentages zijn ontleend aan
s 181 . 3—4.
Machtiging sluiten overeenkomst als bedoeld in art. 5a der Indische Mijnwet met de N.V. ,,De Bataafsche Xxxx. Mij.", enz.
die, genoemd in artikel 160, lid 1 onder D en artikel 170, lid 6 der „Mijnordonnantie 1930" {Indisch Staatsblad n°. 38).
De laatstgenoemde rente-percentages zijn bij besluit van den Gouverneur-Generaal van 21 November 1935 n°. 23 (Indisch Staatsblad 1935 n°. 557) verlaagd. Ten einde deze percentages in de Sa-contracten in overeenstemming te brengen en te houden met die in de mijnordonnantie genoemd, is voor de redactie van artikel 3, lid 3 onder j en artikel 5, lid 5 van het onderwerpelijk contract een meer algemeene vorm gekozen.
Voorts zijn de defensieclausules, vervat in de leden 5 en G van artikel 17, in overeenstemming gebracht met het 4de en 5de lid van artikel 17 van het krachtens de wet van 14 Decem- ber 1934 (Nederlandsch Staatsblad n°. 663, Indisch Staatsblad 1935, n°. 68) met de N. V. „Nederlandsche Nieuw Guinee Petroleum Maatschappij" gesloten 5o-contract, waaruit tevens is overgenomen, de in artikel 25 van de onderhavige ontwerp- overeenkomst opgenomen bepaling, dat de Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië bevoegd is, sommige in het contract genoemde termijnen onder bepaalde omstandigheden te ver- lengen.
Voor het overige zijn de artikelen van het ontwerp-contract gelijkluidend of nagenoeg gelijkluidend aan de overeenkomstige bepalingen van het standaardmodel.
Binnen den door de Indische Begeering daarvoor gestelden termijn zijn door de bevolking tegen de voorgenomen terrein- uitgifte geen bezwaren ingebracht.
In zijn vergadering van 27 Juli 1938 heeft de Volksraad zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besloten te pdviseeren tot vaststelling van het onderhavig wetsont- werp. ')
Ter voldoening aan het bepaalde bij het tweede lid van artikel 71 der Indische Staatsregeling is een afdruk van het advies van dat College bij deze memorie gevoegd.
De Minister van Koloniën,
CH . WELTER .
]) Gedrukte Volksraadstukken. Xxxxxxxxxxxx 1938—1039, Onderwerp 25, stukken 1 t/m 4; Handelingen, Zittingsjaar 1938—1939, bladz. 473.
181 . 4.
BIJLAGE VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING.
Aan
Zijne Excellentie den Gouverneur-Generaal van N'ederlandsch-Indië.
Batavia (Weltevreden), 27 Juli 1938.
VOLKSRAAD.
N° 2121.
Onderwerp: Advies van den Volksraad betreffende een ontwerp van wet.
Ik heb de eer Xxxx Excellentie eerbiedig mede te deelen, dat de Volksraad in zijn vergadering van heden besloten heeft te adviseeren tot vaststelling van het den Baad bij Uwer Excel- lentie's Kabinetsbrief van 8 dezer no. 12 om advies aangeboden ontwerp van wet, houdende machtiging tot het sluiten van een overeenkomst, als bedoeld in artikel 5a der Indische Mijnwet met de N. V. ,,De Bataafsche Petroleum Maatschappij" voor de opsporing en ontginning van aardolie, enz. in een terrein, gelegen in de provincies Midden- en Oost-Java (Ond. 25).
De Voorzitter van den Volksraad,
(w.g.) XXX XXXXXXXXXX .