Algemene voorwaarden Onderwijsovereenkomst
Algemene voorwaarden Onderwijsovereenkomst |
Grafisch Lyceum Rotterdam |
Ingangsdatum: 1 augustus 2021 |
Algemene voorwaarden Onderwijsovereenkomst
1. De overkomst
1.1. Deze algemene voorwaarden van de onderwijsovereenkomst, waarop het Nederlandse recht van toepassing is, gaat in op 1 augustus 2021.
1.2. De algemene voorwaarden voor de onderwijsovereenkomst worden door het bevoegd gezag van Grafisch Lyceum Rotterdam vastgesteld, na instemming van de Centrale studentenraad.
1.4. Deze algemene voorwaarden voor de onderwijsovereenkomst gelden voor mbo-studenten, mbo-examenstudenten/ extranei, ouders van minderjarige mbo-studenten, mbo-personeel en de schoolleiding.
1.5. Naast de bepalingen in deze overeenkomst en voor zover niet in strijd met deze overeenkomst zijn onderstaande regelingen van toepassing, bekend gemaakt aan de student op de datum van ondertekening van deze onderwijsovereenkomst:
• Onderwijs-en Examenregeling (OER);
• Studentenstatuut
• Klachtenregelingen studenten
• Regeling Bindend studieadvies
• Regeling Commissie van Beroep voor de examens
• Regeling Cameratoezicht
• Regeling ICT faciliteiten voor leerlingen en studenten
• Verzuimprotocol
• Gedragscode Grafisch Lyceum Rotterdam
• Privacyreglement studenten
• Schoolkostenregeling
2. Aard van de overeenkomst
2.1. De algemene voorwaarden vormen samen met het opleidingsblad de onderwijsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 8.1.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB).
2.2. In deze overeenkomst staan de algemene rechten en plichten van partijen. Bepalingen die specifiek gaan over de door de student te volgen opleiding staan in het opleidingsblad. Het opleidingsblad is een onlosmakelijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst. Overal waar in deze overeenkomst ‘opleiding’ staat, wordt de opleiding bedoeld zoals vermeld op het opleidingsblad.
2.3. De opleidingsgegevens zoals opgenomen bij punt 2.2 van het opleidingsblad kunnen gedurende de opleiding uitsluitend met wederzijdse instemming van partijen worden gewijzigd of aangevuld. De opleidingsgegevens kunnen alleen worden gewijzigd op verzoek van, en met instemming van de student.
2.4. Een verzoek tot wijziging kan worden ingediend bij de teamleider. De teamleider kan de student hierin actief adviseren. Het opleidingsblad wordt dan gedurende de looptijd vervangen door een nieuw opleidingsblad, dat de school schriftelijk (op papier / digitaal)
stuurt naar de student (en in geval van een minderjarige student ook naar zijn ouder(s) of wettelijk vertegenwoordiger(s).
2.5. Als de student, of in geval van een minderjarige student zijn/haar ouder(s) of wettelijk vertegenwoordiger(s), niet akkoord gaat met de inhoud van het nieuwe opleidingsblad al dan niet omdat de aangepaste opleidingsgegevens niet correct zijn weergegeven, dan moet hij/zij dit binnen 10 werkdagen schriftelijk of mondeling doorgeven aan de studentadministratie. De opleidingsgegevens worden in dat geval gecorrigeerd. Tot dat moment blijft de student de
opleiding volgen zoals vermeld op het vorige opleidingsblad. Als de student niet binnen 10 werkdagen laat weten dat hij niet akkoord gaat met de voorgestelde wijziging, vervangt het nieuwe opleidingsblad het vorige opleidingsblad en wordt daarmee een onlosmakelijk onderdeel van de overeenkomst.
2.6. De student en in geval van een minderjarigheid ook de ouder(s) of wettelijk vertegenwoordiger(s) heeft altijd recht op inzage in het eigen dossier. Het dossier kan worden ingezien bij de studentadministratie.
3. Inhoud en inrichting
3.1. De inhoud en inrichting van de opleiding en examenvoorzieningen staan in de Onderwijs-en Examenregeling (OER). Deze OER maakt deel uit van de studiegids van de opleiding. De OER is te downloaden van de site xxx.xxx.xx, documenten MBO. Per opleiding is er een aanvullend opleidingsdeel. Deze is te vinden op de afdelingspagina van de specifieke opleiding op xxx.xxxxxxx.xx.
3.2. Keuzedelen maken onlosmakelijk onderdeel uit van de opleiding. Het volgen van keuzedelen en het afsluiten van keuzedelen met een examen is een verplicht onderdeel van de opleiding. De student kiest bij aanvang of gedurende de opleiding keuzedelen. Wanneer de student een keuze maakt om een keuzedeel te gaan volgen, wordt dit geregistreerd in de studentadminis- tratie en vermeld op het opleidingsblad dat een onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van de onderwijsovereenkomst. Als de student later in zijn opleiding een keuze voor een keuzedeel maakt, wordt er een nieuw opleidingsblad bij de onderwijsovereenkomst toegevoegd. Het aantal keuzedelen is afhankelijk van het soort opleiding en staat vermeld in de studiegids van de opleiding.
3.3. De student kan met de school aanvullende maatwerkafspraken maken over bijvoorbeeld extra ondersteuning. Deze afspraken worden in een bijlage bij deze onderwijsovereenkomst gevoegd. Daarmee worden ze onderdeel van de OOK.
3.4. Op grond van bewijsstukken kan een student de examencommissie vrijstelling vragen voor een bepaald examenonderdeel. De gevallen waarin dat kan, staan beschreven in de studiegids. De examencommissie neemt een besluit over het verzoek tot vrijstelling. Het besluit tot vrijstelling wordt vermeld in het digitaal studentdossier. De examencommissie mailt de student de verkregen vrijstelling. Daarop kan als dat aan de orde is, ook worden vermeld of de vrijstelling voor een beperkte tijd geldig is. De procedure voor het aanvragen van vrijstellingen is opgenomen in het examenreglement.
3.5. De beroepspraktijkvorming (bpv / stage) is een onderdeel van deze opleiding. Afspraken over de beroepspraktijkvorming staan in een stageovereenkomst (STOK) tussen de school, de student en het bedrijf dat de bpv verzorgt.
3.6. De school heeft de zorgplicht een arbeidsmarktrelevante opleiding aan te bieden en de student te helpen bij het vinden van een bpv-plaats. De student moet zich inspannen om een bpv-plaats te vinden en/of moet een bpv-plaats accepteren.
4. Tijdvakken en locaties
4.1. De inrichting en organisatie van ons onderwijs is terug te vinden in het Onderwijs en examenreglement (OER).
5. Wederzijdse inspanningsverplichting
5.1. De school organiseert het onderwijs en de examinering daarvan op zo’n manier dat de student de opleiding redelijkerwijs binnen de gestelde termijn met succes af kan ronden, te weten voor of uiterlijk op de verwachte einddatum die op het opleidingsblad staat. De school draagt zorg voor het realiseren van de ingeroosterde lessen en andere activiteiten en zorgt in geval van lesuitval voor een passend alternatief. In uitzonderlijke gevallen kan het bevoegd
gezag een alternatieve termijn voor de opleiding vaststellen. In dit geval moet via een nieuw opleidingsblad een nieuwe verwachte einddatum met de student worden afgesproken.
5.2. De student spant zich zo goed mogelijk in om de opleiding binnen de gestelde termijn met succes af te ronden. Dat is voor of uiterlijk op de verwachte einddatum die op het opleidings- blad staat. In het bijzonder is de student verplicht daadwerkelijk aan de opleidingsactiviteiten deel te nemen, tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem kan worden verwacht.
6. Studieadvies
6.1. Iedere student ontvangt een Bindend studieadvies. De informatie is terug te vinden in de Regeling bindend studieadvies (BSA) en in het studentenstatuut.
7. Financiën
7.1. Aan het volgen van de opleiding is wettelijke vastgestelde lesgeld verbonden. Daarnaast zijn er specifieke opleidingskosten. In het studentenstatuut worden deze toegelicht.
8. Passend onderwijs
8.1. Indien van toepassing worden voor individuele studenten aanvullende afspraken gemaakt over extra begeleiding in het kader van Passend onderwijs.
8.2. Afspraken over deze ondersteuning worden in principe voor aanvang van de opleiding gemaakt, maar kunnen ook tijdens de looptijd van deze onderwijsovereenkomst worden gemaakt of worden aangepast. De nadere invulling van deze afspraken wordt in een bijlage bij de onderwijsovereenkomst vastgelegd. Deze bijlage maakt onlosmakelijk deel uit van deze onderwijsovereenkomst.
8.3. De student levert de school de benodigde informatie over de (mogelijke) extra ondersteuningsbehoefte zodat de school deze ondersteuning kan bieden. Om de student zo goed mogelijk te kunnen helpen, is het belangrijk dat hij bij aanvang van de onderwijs- overeenkomst laat weten of hij extra ondersteuning nodig heeft. Als tijdens de opleiding blijkt dat de student een ondersteuningsbehoefte heeft, kan de school samen met de student bepalen op welke manier hieraan tegemoet kan worden gekomen.
9. Ziekte en afwezigheid
9.1. Afspraken rondom ziekte en afwezigheid staan vermeld in het Verzuimprotocol van de school.
10. Rechten en plichten van de student
10.1. Het College van Bestuur van het Grafisch Lyceum Rotterdam zorgt ervoor dat de school een studentenstatuut heeft zoals bedoeld in artikel 7.4.8 van de WEB.
10.2. In het studentenstatuut staan de rechten en de plichten van de student.
10.3. De studentenraad heeft ingestemd met het studentenstatuut.
11. Schorsing en verwijdering
11.1. Regels en afspraken rondom schorsing en verwijdering zijn terug te vinden in het studentenstatuut van het Grafisch Lyceum Rotterdam.
12. Aansprakelijkheid
12.1. De school aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade als gevolg van tussentijdse beëindiging van deze overeenkomst. Dit staat beschreven in het studentenstatuut.
13. Procedures voor klachten, bezwaar en beroep
13.1. De student heeft het recht een klacht in te dienen via de klachtenregeling van de school. De klachtenregeling studenten is gepubliceerd op xxx.xxx.xx, documenten MBO.
14. Duur en beëindiging overeenkomst
14.1. Deze overeenkomst treedt na ondertekening in werking en wordt in principe aangegaan voor de duur van de opleiding zoals aangegeven op het opleidingsblad.
14.2. De overeenkomst eindigt:
o als de student de opleiding met succes heeft afgerond;
o als de student zich laat uitschrijven of de school op eigen initiatief definitief heeft verlaten;
o als de school de student in een geval als opgenomen in het studentenstatuut van de opleiding verwijdert;
o als de school niet langer in staat is de opleiding aan te bieden, waarbij de school zich inspant ervoor te zorgen dat de student de opleiding bij een andere school kan afmaken. Voor studenten die onder de Leerplichtwet vallen is bovendien artikel 8.1.3 vijfde lid van de WEB van kracht.
o met wederzijds goedvinden;
o na advies van de examencommissie als gevolg van gedrag dat niet passend is bij de beroepshouding, conform artikel 8.1.7b WEB;
o na een bindend negatief studieadvies,
14.3. De overeenkomst kan worden vernietigd door de school (dat wil zeggen dat de overeenkomst nooit heeft bestaan):
o als voor het deelnemen aan een opleiding een diploma in het voortgezet onderwijs vereist is en de student, met wie de onderwijsovereenkomst al was afgesloten, is gezakt voor zijn examens in het voortgezet onderwijs.
15. Nieuwe overeenkomst
15.1. Als een student, die een opleiding aan de school met succes heeft afgerond en/of om andere redenen de school heeft verlaten, besluit een nieuwe opleiding aan de school te volgen, wordt een nieuwe onderwijsovereenkomst afgesloten.