Uitspraak
Uitspraak
van de Huurcommissie
Xxxxxxx Xxxxxxxx aanvangshuurprijs (art. 7:249 BW) Woonruimte Xxxxxxxxxxxxxxxx 00x 0000 XX XXXXXXXXX Hierna te noemen: de woonruimte Verzoeker [XXX] Hierna te noemen: huurder Wederpartij [XXX] Hierna te noemen: verhuurder | Datum zitting 25 juli 2022 Verzonden op 5 augustus 2022 Verzonden aan huurder en verhuurder |
Kern van de uitspraak
• Het verzoek is niet-ontvankelijk.
Verloop van de procedure |
De Huurcommissie heeft op 4 januari 2022 een verzoek van de huurder ontvangen om uitspraak te doen over de redelijkheid van de overeengekomen aanvangshuurprijs in de huurovereenkomst. |
Zitting |
Zittingsdatum: 25 juli 2022 Zittingsvoorzitter: xx. X.X.X. Xxxxx Xxxxxxxxxxxxx: ing. A.P.W. Xxxxx en M.P.C. Kaptein De huurder en de verhuurder zijn schriftelijk uitgenodigd voor de behandeling van het verzoek op de zitting van de Huurcommissie. Korte samenvatting verklaring huurder: • Het contract dat ik heb opgestuurd is het enige huurcontract. Er is geen huurcontact tussen tussen mij als onderhuurder en de hoofdhuurder. Er is ook geen huurcontract tussen mij en de verhuurder. Ik betaal huur aan de hoofdhuurder. Wij huren en wonen samen. • Er is iemand langsgekomen en toen is geconstateerd dat het probleem er niet meer was, dus het lijkt verholpen. Er zitten alleen nog gele vlekken maar deze zijn niet erger geworden en heb ook geen andere plekken gemerkt. • Van de trap heb ik nog geen last gehad. |
Korte samenvatting verklaring gemachtigde van de verhuurder: • Wij hebben in januari 2021 het beheer overgenomen. • Met de onderverhuur is in het huurcontract expliciet ingestemd. • Ik kan het navragen maar weet niet waarom voor deze constructie is gekozen. Er wordt wel vaker gewerkt met hoofd- en onderhuurder. • Voor de gebreken zijn we twee keer langs geweest om het te verhelpen. We hebben daarna niks meer vernomen. • Wij gaan zorgen dat de vervolgschade wordt opgelost. De trapleuning kunnen we ook nog doen. |
Beoordeling |
De Huurcommissie baseert de uitspraak op alle beschikbare schriftelijke informatie over de zaak en alles wat op de zitting is besproken. De commissie overweegt het volgende. Ontvankelijkheid Ter zitting is vast komen te staan dat de huurder niet een huurovereenkomst heeft met de verhuurder die in deze procedure is betrokken door huurder. De (onder)huurder die het verzoekschrift heeft ingediend betaalt de huurprijs aan de hoofdhuurder van de woonruimte en heeft derhalve een huurovereenkomst met deze hoofdhuurder. In dit geval is de hoofdhuurder dus aan te merken als de verhuurder van de verzoeker. Nu niet de juiste verhuurder in de procedure is betrokken door huurder, is het verzoek niet ontvankelijk. Conclusie Het verzoek is niet-ontvankelijk. Beoordeling van de leges De partij die in het ongelijk wordt gesteld, moet de leges betalen. In dit geval is het verzoek niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de verzoeker de leges moet betalen. De verzoeker krijgt het betaalde legesvoorschot van € 25,00 daarom niet terug. |
Beslissing |
• Het verzoek is niet-ontvankelijk. Volgens de wet worden de huurder en de verhuurder geacht overeengekomen te zijn wat in deze uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken na verzending van deze uitspraak een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de Huurcommissie om een uitspraak was verzocht. Xxxx u het niet eens met deze beslissing? Dan kunt u binnen acht weken na de verzenddatum van deze uitspraak naar de rechter gaan. In de begeleidende brief leest u hoe u dit kunt doen. Legesveroordeling • De huurder krijgt het reeds betaalde legesvoorschot niet terug. |
Rotterdam, 25 juli 2022 De Huurcommissie
xx. X.X.X. Xxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxx