REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR
REGLEMENT RAAD VAN BESTUUR
(Opgesteld door de Raad van Toezicht van de Stichting SWZ, statutair gevestigd te Son (gemeente Son en Breugel) en vastgesteld bij besluit van de Raad van Toezicht van 2015)
De Raad van Toezicht van de Stichting SWZ heeft het volgende overwogen:
A. Dit Reglement voor de Raad van Bestuur beoogt een richtlijn te zijn van de Raad van Bestuur van de Stichting SWZ, statutair gevestigd te Son (gemeente Son en Breugel), hierna mede te noemen ”de Stichting”;
B. Dit Reglement is het Reglement als bedoeld in artikel 6 lid 3 van de statuten van de Stichting (het ‘Reglement’) en is opgesteld met inachtneming van de Zorgbrede Governancecode uit januari 2010 betreffende aanbevelingen voor goed bestuur, goed toezicht en adequate verantwoording in de Nederlandse gezondheidszorg.
C. Met de “Raad van Bestuur” wordt in dit reglement bedoeld de Raad van Bestuur van de Stichting SWZ, welke raad op het moment van vaststelling van dit reglement bestaat uit een (1) lid, dat als zodanig tevens voorzitter is.
INLEIDING/ TOEPASSING
Artikel 1
1. De bepalingen, opgenomen in dit Reglement, vullen de bepalingen aan met betrekking tot het functioneren en verantwoordelijkheden van de raad van bestuur van de Stichting als bedoeld in de statuten van de Stichting. De raad van bestuur gaat jaarlijks na of dit Reglement nog aan de daaraan te stellen criteria voldoet. Voorzover dit niet het geval is, meldt zij dit aan de raad van toezicht.
2. De raad van bestuur is tot naleving van dit Reglement gehouden.
3. Ingeval van strijdigheid van het bepaalde bij dit Reglement met de statuten van de Stichting en/of enige bepaling van Nederlands Recht, gaan de bepalingen van de statuten van de stichting en van Nederlands Recht vóór de bepalingen van dit Reglement.
4. Ingeval zou blijken dat dit Reglement één of meer (ver)nietig(bar)e bepalingen bevat, leidt die (ver)nietig(baar)heid niet tot (ver)nietig(baar)heid van de overige bepalingen van dit Reglement. De (ver)nietig(bar)e bepaling(en) zullen worden vervangen door één of meer rechtsgeldige bepalingen die zoveel mogelijk recht doen aan de strekking van de oorspronkelijke bepaling(en).
5. De raad van bestuur van de Stichting heeft op 2015 een besluit genomen
waarin zij heeft verklaard zich gebonden te achten aan de verplichtingen, opgenomen in dit Reglement, voorzover deze op de raad van bestuur van toepassing zijn, en aan deze verplichtingen toepassing te zullen geven.
Van voormeld besluit van de raad van bestuur blijkt uit een aan dit Reglement als annex 1 gehechte kopie.
DOEL
Artikel 2
Dit Reglement bepaalt het functioneren en de rapportage binnen de raad van bestuur van de Stichting. Dit Reglement laat onverlet de taken en verantwoordelijkheden van de raad van bestuur, zoals voorgeschreven door de wet en de statuten van de Stichting.
SAMENSTELLING, (HER)BENOEMING, BEZOLDIGING EN ONAFHANKELIJKHEID VAN DE RAAD VAN BESTUUR
Artikel 3
1. De statuten van de Stichting bepalen dat de raad van bestuur zal bestaan uit een door de raad van toezicht te bepalen aantal van één of meer leden, te benoemen door de raad van toezicht.
2. Indien de samenstelling van de raad van bestuur verandert, zal dit Reglement op voorstel van de voorzitter van de raad van bestuur door de raad van toezicht worden herzien en veranderd teneinde in overeenstemming te komen met de dan ontstane situatie, een en ander op de wijze als voorzien in artikel 13.
3. De bezoldiging van het lid van de raad van bestuur zal worden vastgesteld overeenkomstig het daaromtrent bepaalde in de statuten van de Stichting.
4. De raad van bestuur is bij zijn functioneren onafhankelijk van de instructies van derden buiten de Stichting.
5. Indien het lid van de raad van bestuur zich kandidaat stelt voor commissariaten of soortgelijke functies bij andere rechtspersonen en/of ondernemingen, betaald of onbetaald, heeft hij daarvoor de voorafgaande goedkeuring nodig van de raad van toezicht van de Stichting. Belangrijke nevenfuncties worden aan de raad van toezicht gemeld en niet aanvaard alvorens de voorafgaande uitdrukkelijke toestemming van de raad van toezicht is verkregen.
VOORZITTER VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE STICHTING
Artikel 4
1. De raad van toezicht van de Stichting heeft op grond van, en met inachtneming van het bepaalde in de statuten van de Stichting de volgende persoon benoemd tot lid van de raad van bestuur van de Stichting: mevrouw J.W.E. Cath.
Het enig lid van de raad van bestuur van de Stichting is als zodanig voorzitter.
2. Onverminderd het bepaalde in de statuten van de Stichting en dit Reglement heeft de voorzitter van de raad van bestuur van de Stichting ondermeer tot taak:
a. het periodiek onderhouden van contacten met de (voorzitter van de) raad van toezicht, alsmede het (laten) verzorgen van een tijdige en volledige informatieverschaffing aan de (voorzitter van de) raad van toezicht, voorzover nodig voor de uitoefening van (zijn) haar taak, tenzij een zwaarwichtig belang van de Stichting of een wettelijk voorschrift of rechtsregel zich daartegen verzet. Indien (de voorzitter van) de raad van bestuur zich op een zwaarwichtig belang beroept, wordt dit expliciet toegelicht en gemotiveerd;
b. het voorbereiden van de (concept)begrotingen en jaarstukken, alsmede het verzorgen van de toezending van deze stukken naar de raad van toezicht;
c. het houden van een behoorlijk toezicht op het functioneren van de externe accountant van de Stichting, alsmede het uitbrengen van zijn verslag aan de raad van toezicht;
d. het houden van toezicht op de uitvoering van genomen (bestuurs)besluiten.
TAAK EN BEVOEGDHEDEN RAAD VAN BESTUUR
Artikel 5
1. De raad van bestuur van de Stichting is verantwoordelijk voor het bestuur van de Stichting en de algemene gang van zaken van de onderneming van de Stichting.
Het lid van de raad van bestuur is zich bewust van de verantwoordelijkheid, maatschappelijke positie en voorbeeldfunctie en zal uit dien hoofde geen handelingen verrichten of nalaten die de reputatie van de Stichting (kunnen) schaden. Het normatieve kader voor het handelen en het gedrag van de raad van bestuur is de Gedragscode voor de goede bestuurder van de NVZD (vereniging voor bestuurders in de gezondheidszorg) van 2007, welke gedragscode wordt geacht onderdeel uit te maken van dit Reglement.
2. De raad van bestuur van de Stichting zal zich bij het vervullen van zijn taak richten naar het belang van de Stichting, in relatie tot de maatschappelijke functie van de Stichting, daarbij rekening houdend met het feit dat de Stichting een zorgonderneming is met een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid, waarbij verantwoorde en resultaatgerichte zorg voorop staat. Hierbij zal de raad van bestuur de belangen afwegen van alle bij de Stichting betrokkenen.
3. De vaststelling van de strategie van de Stichting, evenals de vaststelling van het algemene, commerciële, financiële, administratieve en sociale beleid, zoals dat gevoerd dient te worden in de afzonderlijke werkgebieden, zal geschieden door de raad van bestuur, een en ander met dien verstande dat de raad van bestuur de aanwijzingen van de raad van toezicht van de Stichting betreffende de algemene lijnen van het te voeren financiële, sociale en economische beleid en personeelsbeleid zal opvolgen.
4. Onverminderd het bepaalde in de statuten van de Stichting is de raad van bestuur ondermeer belast met:
a. het geven van leiding aan de Stichting en managen van haar activiteiten, alsmede het realiseren van de doelstellingen van de Stichting;
b. het voorbereiden, vaststellen en uitvoeren van het inhoudelijk beleid van de Stichting overeenkomstig de doelstelling zoals neergelegd in de statuten van de Stichting;
c. de algemene gang van zaken binnen de Stichting en de resultaten van de Stichting;
d. de inventarisatie en het management van mogelijke risico’s verbonden aan activiteiten van de Stichting;
e. het uitoefenen van vergaderrechten en stemrechten in en buiten vergadering van de raad van bestuur van eventuele deelnemingen;
f. het vaststellen van begrotingen, kwartaalrapporten, businessplannen, jaarplannen, jaarverantwoordingen en jaarrekeningen van de Stichtingen;
g. het naleven van wet- en andere regelgeving.
5. De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het instellen en handhaven van interne procedures die bewerkstelligen dat alle relevante financiële informatie tijdig bij de raad van bestuur bekend is, en dat deze informatie steeds juist en volledig is.
6. Voorts is de raad van bestuur verantwoordelijk voor de juiste, volledige en tijdige (externe) financiële verslaggeving en dient er terzake voor zorg te dragen dat alle vereiste informatie bij hem bekend is en/of aan hem bekend zal worden gemaakt.
7. De raad van bestuur zal xxxxxxx zijn functioneren en zijn werkzaamheden een jaarverslag opstellen dat aan de jaarrekening zal worden toegevoegd. In dit jaarverslag zal melding worden gemaakt van alle door de wet en/of andere regelgeving voorgeschreven informatie en/of andere gegevens.
8. De raad van bestuur verschaft de raad van toezicht - gevraagd en ongevraagd - tijdig alle informatie die de raad van toezicht in redelijkheid nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak.
VERGADERINGEN VAN HET MANAGEMENTTEAM
Artikel 6
Bepalingen omtrent vergaderingen van het managementteam zullen worden vastgelegd in een daartoe separaat op te stellen “Reglement Managementteam”.
INFORMATIE EN TEGENSTRIJDIG BELANG
Artikel 7
1. Het lid van de raad van bestuur is gehouden eigener beweging aan de raad van toezicht alle inlichtingen te verschaffen omtrent de mogelijkheid van tegenstrijdige belangen tussen hem en de Stichting.
Voorzover mogelijk zorgt hij er voor dat geen tegenstrijdigheid ontstaat tussen zijn persoonlijke belangen en die van de Stichting. Ook elke schijn van belangenverstrengeling tussen de Stichting en het lid van de raad van bestuur wordt vermeden.
De raad van toezicht zal in voorkomende gevallen bepalen of sprake is van een tegenstrijdig belang. Indien de raad van toezicht hierop een positief oordeel geeft, zal hij aangeven of en zo ja, onder welke voorwaarden de betreffende (rechts)handeling door het lid van de raad van bestuur mag worden aangegaan.
2. Het lid van de raad van bestuur behaalt geen persoonlijk voordelen of zakelijke kansen uit transacties die hij namens de Stichting verricht. Evenmin verstrekt hij of biedt hij oneigenlijke voordelen aan personen met wie hij transacties namens de Stichting verricht.
Voorts zal het lid van de raad van bestuur géén schenkingen aanvaarden.
BEGROTING
Artikel 8
De raad van bestuur zal ieder jaar uiterlijk op één december een begroting voor het komende jaar maken en ter goedkeuring aan de raad van toezicht voorleggen.
INTERNE RISICOBEHEERSING- EN CONTROLESYSTEMEN
Artikel 9
De raad van bestuur is verantwoordelijk voor het beheersen van de risico’s, verbonden aan de activiteiten van de Stichting en van de financiering van de zorgorganisatie. Zij rapporteert hierover regelmatig aan en bespreekt de interne risicobeheersing- en controlesystemen met de raad van toezicht.
RAPPORTAGE RAAD VAN BESTUUR
Artikel 10
Vorm en opzet van de rapportage van de raad van bestuur aan de raad van toezicht zal worden vastgesteld door de raad van bestuur, na goedkeuring door de raad van toezicht.
VOORAFGAANDE GOEDKEURING BESTUURSBESLUITEN
Artikel 11
De raad van bestuur neemt geen besluiten, waarvoor goedkeuring van de raad van toezicht vereist is, indien deze goedkeuring niet voorafgaand verkregen is, noch verricht de raad van bestuur (rechts)handelingen met het oog op de tenuitvoerlegging van dergelijke besluiten, indien de goedkeuring niet voorafgaand verkregen is.
GEHEIMHOUDINGSPLICHT
Artikel 12
1. Het lid van de raad van bestuur en alle overige deelnemers aan en/of aanwezigen bij de vergaderingen met de raad van bestuur, daaronder begrepen (maar niet exclusief) de leden van het managementteam van de Stichting, zullen ten aanzien van alle informatie en gegevens uit die vergaderingen geheimhouding betrachten en zij zullen geen mededelingen en/of uitlatingen doen aan derden met betrekking tot onderwerpen waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs hadden behoren te kennen, tenzij zij tot het doen van dergelijke mededelingen en/of uitlatingen de uitdrukkelijke, voorafgaande, schriftelijke toestemming hebben van de raad van toezicht of tot het doen van die mededelingen en/of uitlatingen een wettelijke verplichting bestaat.
2. Deze geheimhoudingsplicht geldt onverminderd hetgeen terzake geheimhouding is bepaald in enige andere overeenkomst waarbij het lid van de raad van bestuur partij is.
3. Meer in het algemeen zal het lid van de raad van bestuur ook na zijn defungeren van vertrouwelijke informatie geen mededelingen en/of uitlatingen doen aan derden met betrekking tot onderwerpen waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs hadden behoren te kennen, tenzij hij tot het doen van dergelijke mededelingen en/of uitlatingen de uitdrukkelijke, voorafgaande, schriftelijke toestemming heeft van de raad van toezicht of tot het doen van die mededelingen en/of uitlatingen een wettelijke verplichting bestaat.
WIJZIGINGEN REGLEMENT
Artikel 13
1. Dit Reglement kan slechts gewijzigd en/of aangevuld worden door de raad van toezicht, na raadpleging van de raad van bestuur.
2. Elke wijziging zal schriftelijk geschieden en zal worden opgenomen in een nieuwe, volledige tekst van dit Reglement. De wijzigingen in dit Reglement zullen onmiddellijk worden medegedeeld aan het lid van de raad van bestuur.
INCIDENTELE BUITENTOEPASSINGVERKLARING REGLEMENT
Artikel 14
Onverminderd het bepaalde in artikel 1 leden 3 en 4 kan de raad van bestuur van de Stichting incidenteel besluiten geen toepassing te geven aan de bepalingen uit dit Reglement. Hiervan zal de raad van bestuur de raad van toezicht tijdig en gemotiveerd op de hoogte stellen en melding maken in het jaarverslag.
GESCHILLENREGELING EN TOEPASSELIJK RECHT
Artikel 15
1. Eventuele geschillen die terzake de toepasselijkheid, uitleg en/of uitvoering van de bepalingen van dit Reglement mochten ontstaan, worden ter beslechting voorgelegd aan de raad van toezicht.
2. De raad van toezicht zal aangaande het gerezen geschil aan de raad van bestuur een advies uitbrengen, welk advies voor het lid van de raad van bestuur als bindend zal gelden en waarnaar hij zich zal richten.
3. Op dit Reglement is Nederlands recht van toepassing.
OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 16
Dit Reglement is nog aangevuld met een apart Reglement voor het managementteam van de Stichting en een schema met een verantwoordelijkheidsverdeling tussen de raad van bestuur en de leden van het managementteam van de Stichting zoals blijkt uit de aan dit Reglement gehechte annex 2 en annex 3.
ANNEX I
BESLUIT RAAD VAN BESTUUR STICHTING SWZ
De ondergetekende:
achternaam :
voorna(a)m(en) :
adres :
geboorteplaats :
geboortedatum :
(hierna te noemen: het ‘lid van de raad van bestuur’), neemt het volgende in aanmerking:
A. Het lid van de raad van bestuur vormt de voltallige raad van bestuur van de stichting SWZ, statutair gevestigd te Son, gemeente Son en Breugel, met adres (5371 ES) Son, Xxxxxxxxxxx 00, ingeschreven in het handelsregister onder nummer
………. (de ‘Stichting’).
X. Xx xxxx van toezicht kan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6 lid 3 van de statuten, een reglement opstellen, waarin aangelegenheden betreffende de raad van bestuur intern worden geregeld.
C. Het lid van de raad van bestuur wenst zich gebonden te achten en zich te confirmeren aan de voor hem uit het reglement voor de raad van bestuur voortvloeiende verplichtingen en wenst zich te verbinden om aan deze verplichtingen toepassing te zullen geven.
neemt het volgende besluit:
Hij verplicht zich zich te houden aan de verplichtingen, opgenomen in voormeld reglement van de raad van bestuur, voorzover deze op het lid van de raad van bestuur van toepassing zijn en aan deze verplichtingen toepassing te geven.
Getekend te op
(handtekening)
ANNEX 2
[invoegen definitieve schema van verantwoordelijkheidsverdeling]