ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR KINDEROPVANG VAN BUITENSCHOOLSE OPVANG EDE BV HANDELEND ONDER DE NAAM
Voorwaarden
ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR KINDEROPVANG VAN BUITENSCHOOLSE OPVANG EDE BV HANDELEND ONDER DE NAAM
SPELENDERWIJS
Op een contract voor kinderopvang zijn van toepassing de Algemene Branche Voorwaarden en de Leveringsvoorwaarden van Buitenschoolse opvang Ede BV.
Geldig vanaf 1 januari 2016 Inhoudsopgave:
Artikel: Xxx.xx
Artikel 1 Definities 2
Artikel 2 Toepasselijkheid 2
Artikel 3 De kennismaking 2
Artikel 4 Aanmelding 3
Artikel 5 Het aanbod 3
Artikel 6 De overeenkomst 3
Artikel 7 Annulering 4
Artikel 8 Het plaatsingsgesprek 4
Artikel 9 Duur en verlenging van de overeenkomst 4
Artikel 10 Einde van de overeenkomst 5
Artikel 11 Toegankelijkheid 6
Artikel 12 Wederzijdse verplichtingen 6
Artikel 13 Verplichtingen van de ondernemer 6, 7
Artikel 14 Verplichtingen van de ouder 7
Artikel 15 Wijzigingen van de overeenkomst 7
Artikel 16 De prijs en wijziging van de prijs 7
Artikel 17 De betaling / niet tijdige betaling 8
Artikel 18 Toepasselijk recht en bevoegde rechter 8
Artikel 19 Klachtenprocedure 8
Artikel 20 Geschilartikel Kinderopvang en Xxxxxxxxxxxxxxxx 0
Artikel 21 Nakomingsgarantie 10
Artikel 22 Aanvullingen 10
Bijlage 1 11
Bijlage 2 12
Artikel 1: Definities
In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:
Aanvangsdatum: de overeengekomen datum waarop de kinderopvang aanvangt. Buitenschoolse opvang (BSO): kinderopvang verzorgt door een kindercentrum voor kinderen in de leeftijd dat zij naar het basisonderwijs kunnen gaan, waarbij opvang wordt geboden voor of na de dagelijkse schooltijd, evenals gedurende vrije dagen of middagen en in de schoolvakanties.
Geschillencommissie: Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Ingangsdatum: de datum waarop de overeenkomst is aangegaan.
Kindercentrum: een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt.
Kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. Tot de kinderopvang worden niet gerekend:
● het toezicht houden op schoolgaande kinderen dat zich beperkt tot het toezicht tijdens de middagpauze;
Ondernemer: natuurlijke of rechtspersoon waar kinderopvang plaatsvindt.
Ouder: de bloed- of aanverwant in opgaande lijn of pleegouder van het kind op wie de kinderopvang betrekking heeft.
Oudercommissie: advies- en overlegorgaan ingesteld door de ondernemer, bestaande uit een vertegenwoordiging van ouders wiens kinderen in het kindercentrum worden opgevangen.
Overeenkomst: de overeenkomst tussen de ouder en de ondernemer m.b.t. de kinderopvang. Partijen: de ondernemer en de ouder.
Schriftelijk: onder schriftelijk wordt ook ‘elektronisch’ verstaan, tenzij de wet zich daartegen verzet.
Artikel 2: Toepasselijkheid
Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten van kinderopvang die worden gesloten tussen de ondernemer en de ouder.
Artikel 3: De kennismaking
1. Indien een ouder interesse heeft in een mogelijke plaatsing van zijn kind in een kindercentrum, verstrekt de ondernemer de ouder een informatiepakket. De ondernemer geeft hierin een omschrijving van de dienstverlening geboden in het kindercentrum, die voldoende gedetailleerd is om de ouder bij zijn oriëntatie op de markt in staat te stellen een nadere keus te maken tussen verschillende kindcentra.
2. Het informatiepakket wordt schriftelijk verstrekt en bevat tenminste de elementen genoemd in bijlage 1, dan wel een verwijzing naar de plaats waar de documenten ter inzage liggen of digitaal te vinden zijn.
3. Na kennisname van het informatiepakket heeft de ouder de mogelijkheid zich aan te melden bij de ondernemer als geïnteresseerde voor kinderopvang.
Artikel 4: Aanmelding
1. De ouder meldt zich via een inschrijfformulier schriftelijk aan bij de ondernemer als geïnteresseerde voor een bepaald soort opvang voor zijn kind(eren) voor een bepaalde tijdsduur.
2. Op het inschrijfformulier geeft de ouder aan of hij ermee instemt dat het in artikel 5 bedoelde aanbod en/of de algemene voorwaarden eventueel elektronisch aan hem verstrekt worden.
3. De ondernemer bevestigt schriftelijk de ontvangst van de aanmelding.
4. Op de aanmelding zijn de inschrijfvoorwaarden van ondernemer van toepassing.
5. De aanmelding verplicht noch de ouder noch de ondernemer tot het aangaan van een overeenkomst. De aanmelding moet slechts worden gezien als het verzoek van de ouder aan de ondernemer om tot een aanbod te komen m.b.t. een overeenkomst tot het verlenen van kinderopvang.
Artikel 5: Het aanbod
1. Naar aanleiding van de aanmelding kan de ondernemer de ouder een aanbod doen.
2. Het aanbod bevat een volledige en nauwkeurige omschrijving van de te leveren diensten alsmede gegevens over de ondernemer.
3. Het aanbod bevat alle elementen genoemd in bijlage 1 bij de algemene voorwaarden, dan wel een verwijzing naar de plaats waar documenten (digitaal) ter inzage zijn alsmede:
○ de naam en leeftijd van het kind;
○ de beschikbare aanvangsdatum;
○ de beschikbare opvangsoort en de beschikbare locatie
○ de aangeboden handelingen op het gebied van individuele gezondheidszorg, mits de ouder daarom bij aanmelding heeft gevraagd en de ondernemer over de mogelijkheden daartoe beschikt;
○ de prijs behorende bij het aanbod;
○ de wijze van betaling en eventuele meerkosten van afwijkende betalingswijzen;
○ de annuleringsvoorwaarden, waaronder de annuleringskosten.
○ de looptijd van de overeenkomst;
○ de geldende opzegtermijnen
○ de reactietermijn m.b.t. het aanbod;
○ een verwijzing naar de toepasselijkheid van deze algemene voorwaarden;
○ een dagtekening.
4. Het aanbod vindt schriftelijk plaats en gaat vergezeld van deze algemene voorwaarden.
5. Het aanbod, voor aanvaarding waarvan de ondernemer een redelijk termijn stelt, is gedurende de reactietermijn onherroepelijk. Indien de reactietermijn is verstreken vervalt het aanbod.
Artikel 6: De overeenkomst
1. De overeenkomst komt tot stand door aanvaarding door de ouder van het door de ondernemer gedane aanbod.
2. De ouder aanvaardt het aanbod schriftelijk. De datum waarop de aanvaarding door de ondernemer is ontvangen, is de ingangsdatum van de overeenkomst.
3. De ondernemer bevestigt de ontvangst van de aanvaarding schriftelijk.
4. Binnen het kader van de overeenkomst komt de ondernemer de vrijheid toe de kinderopvang naar eigen inzicht in te vullen.
Artikel 7: Annulering
1. De ouder heeft het recht de overeenkomst te annuleren vanaf de ingangsdatum tot de aanvangsdatum.
2. De ouder is voor annulering kosten verschuldigd.
3. De hoogte van de annuleringskosten bedraagt nooit meer dan de verschuldigde betaling over de voor de ouder geldende opzegtermijn als bedoeld in Artikel 10 lid 4 sub a.
Artikel 8: Het plaatsingsgesprek
1. De ondernemer nodigt de ouder uit voor een plaatsingsgesprek.
2. In dit gesprek komt het volgende aan de orde:
● De voor de kinderopvang benodigde specifieke gegevens van de ouder en zijn kind; waaronder de benodigde Burger Service Nummer(s).
● De algemene of tijdelijke aandachtspunten en bijzonderheden voor de specifieke opvang van het kind (voeding, ziekte, medicatie, ontwikkeling en dergelijke);
● De individuele wensen van de ouder en dat daarmee rekening gehouden wordt voor zover dit redelijk mogelijk is;
● De wijze van communicatie;
● Het maken van uitstapjes;
● Het maken van foto’s en/of video’s van het kind;
● De wettelijke aansprakelijkheid van de ouder voor schade veroorzaakt door zijn kind.
● De elementen genoemd in bijlage 1 van de algemene voorwaarden, onder onderdeel 5 sub h
Artikel 9: Duur en verlenging van de overeenkomst
1. De overeenkomst wordt aangegaan voor de maximale termijn van het overeengekomen type kinderopvang.
2. De maximale termijn voor Buitenschoolse Opvang duurt van de leeftijd dat het kind basisonderwijs kan volgen, tot de dag waarop het voortgezet onderwijs voor het kind begint. De ouder zegt, met inachtneming van een maand opzegtermijn, de opvang op als het kind gebruik gaat maken van het voortgezet onderwijs.
3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kunnen partijen een kortere duur overeenkomen van maximaal één jaar.
4. Na afloop van de overeenkomst die conform lid 4 is aangegaan voor een kortere duur dan de maximale termijn, kunnen partijen de overeenkomst verlengen.
Verlenging vindt niet stilzwijgend plaats.
5. Een verlenging van de overeenkomst wordt schriftelijk overeengekomen.
Artikel 10: Einde van de overeenkomst
1. De overeenkomst eindigt van rechtswege door het verstrijken van de in de overeenkomst opgenomen termijn.
2. Daarnaast eindigt de overeenkomst door (tussentijdse) opzegging door één van partijen.
3. De ondernemer is slechts bevoegd de overeenkomst op te zeggen op grond van een zwaarwegende reden. Als zwaarwegende redenen worden in ieder geval aangemerkt:
● De situatie dat de ouder gedurende één maand in verzuim is ten aanzien van zijn betalingsverplichting;
● Voortduring van situaties als genoemd in Artikel 11 lid 2 sub a en c;
● De situatie genoemd in Artikel 11 lid 2 sub b;
● De omstandigheid dat de ondernemer vanwege een niet aan hem toerekenbare oorzaak langdurig of blijvend niet meer in staat is de overeenkomst uit te voeren;
● Een bedrijfseconomische noodzaak die de continuïteit van de locatie waar het kind is geplaatst in gevaar brengt.
4. Opzegging vindt plaats door middel van een aan de andere partij gerichte gemotiveerde schriftelijke verklaring en
● met inachtneming van een opzegtermijn van één maand, in geval van opzegging door de ouder;
● met inachtneming van een redelijke termijn, welke minimaal één maand bedraagt, in geval van opzegging door de ondernemer;
● met onmiddellijke ingang in geval van opzegging door de ondernemer op grond van Artikel 10 lid 3 onder a.
5. Gedurende de opzegtermijn duurt de betalingsverplichting van de ouder voort. De opzegtermijn gaat in op de datum waarop de ouder of de ondernemer de verklaring van opzegging heeft ontvangen. De verklaring wordt geacht te zijn ontvangen op de datum van het poststempel op de enveloppe van de opzeggingsbrief, op de datum van de e- mail waarmee de verklaring is verstuurd of op de datum waarop de elektronische verklaring is verstuurd, tenzij in de verklaring een latere datum is genoemd.
6. Anders dan door het verstrijken van de overeengekomen termijn en anders dan door opzegging, eindigt de overeenkomst met onmiddellijke ingang in geval van overlijden van het kind.
Artikel 11: Toegankelijkheid
1. De locatie waar het kind is geplaatst, is in beginsel toegankelijk voor het kind zolang hierover overeenstemming bestaat tussen ondernemer en ouder.
2. De ondernemer heeft het recht het kind en/of de ouder de toegang tot de locatie te weigeren voor de duur van de periode dat een normale opvang van het kind redelijkerwijs niet van de ondernemer mag worden verwacht en het kind niet op de gebruikelijke wijze kan worden opgevangen. Bijvoorbeeld omdat:
a. Het kind door ziekte of anderszins extra verzorgingsbehoeftig is;
b. Het kind en/of de ouder een risico of bedreiging vormt voor de geestelijke en/of lichamelijke gezondheid of veiligheid van anderen, na te zijn gewaarschuwd, tenzij een waarschuwing redelijkerwijs niet van de ondernemer mag worden verwacht;
c. De opvang van het kind een normale opvang van de andere kinderen onevenredig verzwaart of belemmert.
3. Ingeval de ondernemer het kind en/of de ouder de toegang tot de locatie weigert, treedt de ondernemer met de ouder in overleg om te zoeken naar een voor alle partijen acceptabele oplossing voor de situatie.
4. Indien de ouder het niet eens is met de beslissing van Artikel 11 lid 2 om toegang te weigeren en het overleg met de ondernemer niet tot een oplossing heeft geleid, kan hij deze beslissing aan de Geschillencommissie voorleggen met het verzoek het geschil volgens de verkorte procedure als bedoeld in het reglement van de geschillencommissie kinderopvang te behandelen.
5. Tijdens de verkorte procedure mag de ondernemer de plaats niet opzeggen.
Artikel 12: Wederzijdse verplichtingen
1. Partijen dragen samen zorg voor een adequate informatie-uitwisseling over het kind.
2. Partijen dragen de verantwoordelijkheid voor het kind op de volgende wijze aan elkaar over:
a. de wijze waarop het kind naar de Buitenschoolse opvang komt en deze verlaat, bepaalt de overgang van verantwoordelijkheid voor het kind. Partijen maken hierover schriftelijk afspraken.
Artikel 13: Verplichtingen van de ondernemer
1. De ondernemer is op grond van de overeenkomst gehouden om kinderopvang te leveren onder de overeengekomen voorwaarden.
2. De ondernemer staat er voor in dat:
● De kinderopvang die onder zijn verantwoordelijkheid plaatsvindt:
○ overeenstemt met de geldende wet-en regelgeving;
○ verricht wordt overeenkomstig de eisen van goed vakmanschap en met gebruikmaking van deugdelijk materiaal;
● Een kindercentrum dat onder zijn verantwoordelijkheid valt, geschikt is voor een verantwoorde opvang van kinderen, zowel wat betreft personele als materiële voorzieningen. Een nadere regeling van de wijze waarop de ondernemer voldoet aan zijn verplichtingen genoemd in Artikel 13 lid 1 is vastgelegd in bijlage 1. Deze bijlage maakt integraal onderdeel uit van deze algemene voorwaarden.
3. De ondernemer houdt rekening met de individuele wensen van de ouder voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is.
Artikel 14: Verplichtingen van de ouder
1. De ouder meldt bijzonderheden van medische aard of in de ontwikkeling van het kind reeds bij de aanmelding.
2. De ouder draagt zorg dat de ondernemer beschikt over alle gegevens die van belang zijn voor de bereikbaarheid van de ouder.
3. De ouder houdt zich aan de regels die binnen het kindercentrum gelden.
4. De ouder onthoudt zich van enige gedraging die de uitvoering van de overeenkomst van de zijde van de ondernemer verzwaart en draagt zorg dat zijn kind zich hiervan ook onthoudt.
5. De ouder brengt en haalt het kind op tijd en draagt zorg voor de nakoming van deze verplichting door anderen die het kind namens hem brengen en halen.
6. De ondernemer legt de bevoegdheid van anderen dan de ouders om het kind van de kinderopvang te halen schriftelijk vast indien de ouder daarom verzoekt.
7. De ouder betaalt de ondernemer conform de daarover gemaakte afspraken en binnen de betalingstermijn, althans draagt hiervoor de verantwoordelijkheid.
8. De ouder zegt, met inachtneming van 1 maand opzegtermijn, schriftelijk / digitaal op wanneer het kind naar het voortgezet onderwijs gaat.
Artikel 15 : Wijzigingen van de overeenkomst
1. De ondernemer heeft het recht om de overeenkomst eenzijdig te wijzigen op grond van zwaarwegende redenen. Zwaarwegende redenen zijn in ieder geval wijziging van wet-en regelgeving dan wel bedrijfseconomische omstandigheden die de continuïteit van de locatie waar het kind is geplaatst in gevaar brengen.
2. Wijzigingen van de overeenkomst kondigt de ondernemer tijdig van te voren aan, met een termijn die minimaal één maand bedraagt.
3. In het geval dat de wijziging van de overeenkomst leidt tot een wezenlijke wijziging van de te verlenen kinderopvang, dan heeft de ouder de bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden met ingang van de dag waarop de wijziging in werking treedt.
Artikel 16: De prijs en wijziging van de prijs
1. De prijs die de ouder voor de kinderopvang moet betalen wordt vooraf overeengekomen.
2. De ondernemer is bevoegd om de overeengekomen prijs na drie maanden na de Ingangsdatum aan te passen, waaronder te verhogen. De ondernemer kondigt een dergelijke prijswijzigingen van te voren aan. De prijswijziging gaat niet eerder in dan één kalendermaand, vermeerderd met één week na de aankondiging.
Artikel 17: De betaling / niet tijdige betaling
1. De ouder betaalt op basis van een schriftelijke factuur en uiterlijk op de factuur vermelde betalingsdatum. Een eventueel beroep op een gestelde borg staat gelijk aan een betaling. De factuur wordt kosteloos verstrekt.
2. Betalingen van ouders aan Spelenderwijs vinden bij voorkeur plaats via een automatische incasso. Deze incasso wordt maandelijks en voorafgaand aan de betreffende maand geïnd. Een machtigingsformulier voor automatische incasso wordt toegestuurd bij bevestiging van plaatsing of de plaatsingsovereenkomst.
3. Wanneer een ouder niet overgaat tot automatische incasso zal er maandelijks €3,- extra in rekening worden gebracht.
4. Indien een ouder betaalt aan een door de ondernemer aangewezen derde geldt dit voor de ouder als bevrijdende betaling. De aanwijzing door de ouder van een derde die voor het doen van betalingen dient zorg te dragen, staat niet aan de aansprakelijkheid van de ouder voor (tijdige) betaling in de weg. Een eventuele betaling door een derde voor de ouder geldt wel als een bevrijdende betaling door die ouder.
5. Bij gebreke van volledige en tijdige betaling is de ouder van rechtswege in verzuim.
6. De ondernemer zendt na het verstrijken van de betalingsdatum een schriftelijke betalingsherinnering en geeft de ouder de gelegenheid binnen 14 dagen na ontvangst van deze betalingsherinnering alsnog te betalen. Verder waarschuwt de ondernemer de ouder in deze betalingsherinnering voor de opzeggingsbevoegdheid van de ondernemer op grond van 10 lid 3 sub a. Deze betalingsherinnering moet minimaal 14 dagen vóór de datum waarop die bevoegdheid ontstaat zijn verzonden zijn.
7. Als na het verstrijken van de termijn genoemd in de betalingsherinnering nog steeds niet is betaald, brengt de ondernemer rente in rekening vanaf het verstrijken van de in de factuur genoemde uiterste betalingsdatum. Deze rente is gelijk aan de wettelijke rente.
8. Door de ondernemer gemaakte buitengerechtelijke kosten om betaling van een schuld van de ouder af te dwingen, kunnen aan de ouder in rekening worden gebracht. De hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten is onderworpen aan wettelijke grenzen.
9. Een gedane betaling strekt in de eerste plaats ter voldoening van de verschuldigde kosten en rente en vervolgens ter voldoening van de oudst openstaande schulden.
Artikel 18: Toepasselijk recht en bevoegde rechter
1. Nederlands recht is van toepassing op de overeenkomst.
2. De bevoegde Nederlandse rechter is bevoegd te oordelen over de overeenkomst, niet tegenstaande de bevoegdheid van de Geschillencommissie, zoals bedoeld in Artikel 20 om van een in dat Artikel genoemd geschil kennis te nemen.
Artikel 19: Klachtenprocedure
1. Klachten over de uitvoering van de overeenkomst moeten schriftelijk, volledig en duidelijk omschreven worden ingediend bij de ondernemer én tijdig, doch uiterlijk binnen twee maanden nadat de ouder de gebreken heeft geconstateerd of redelijkerwijs heeft kunnen constateren. De ouder moet de klacht indienen binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek in prestatie heeft ontdekt of redelijkerwijze had behoren te ontdekken, waarbij een klacht binnen een termijn van twee maanden na ontdekking tijdig is.
2. De ondernemer behandelt de klacht overeenkomstig haar interne klachtenprocedure. Bij het opstellen of wijzigen van deze procedure heeft de oudercommissie adviesrecht conform het bepaalde in de Wet Kinderopvang.
3. Ouders/oudercommissies kunnen een geschil indienen bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen conform artikel 20 als:
★ De kinderopvangorganisatie niet binnen zes weken heeft gereageerd op de schriftelijke klacht,
★ De ouders en de kinderopvangorganisatie het niet binnen 6 weken eens zijn geworden over de afhandeling van een klacht,
★ De kinderopvangorganisatie geen adequate klachtenregeling heeft.
Artikel 20: Geschilartikel Kinderopvang en Peuterspeelzalen
1. De ouder/oudercommissie dient de klacht eerst bij de ondernemer in te dienen.
2. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil binnen twaalf maanden na de datum waarop de ouder/oudercommissie de klacht bij de ondernemer indiende, schriftelijk of in een andere door de Commissie te bepalen vorm bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen (hierna: Geschillencommissie) aanhangig worden gemaakt.
3. Geschillen kunnen zowel door de ouder/oudercommissie als door de ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx)
4. Wanneer de ouder/oudercommissie een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is de ondernemer aan deze keuze gebonden. Indien de ondernemer een geschil aanhangig wil maken, moet hij de ouder/oudercommissie schriftelijk of in een andere passende vorm vragen zich binnen 5 weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de gewone rechter aanhangig te maken.
5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie is beschikbaar via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en wordt desgevraagd toegezonden. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. Voor de behandeling van een geschil door de Geschillencommissie is een vergoeding verschuldigd.
6. Uitsluitend de hierboven genoemde Geschillencommissie dan wel de gewone rechter is bevoegd van geschillen kennis te nemen.
Artikel 21: Nakomingsgarantie
1. De Brancheorganisatie Kinderopvang staat volgens de nadere regeling nakomingsgarantie (bijlage 2) garant voor de nakoming van de bindende adviezen van de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, die betrekking hebben op geschillen met een bij hen aangesloten ondernemer, tenzij deze het bindend advies binnen twee maanden na verzending daarvan ter toetsing voorlegt aan de rechter en het vonnis, waarbij de rechter het bindend advies onverbindend verklaart, in kracht van gewijsde gegaan is.
2. Deze nakomingsgarantie van Brancheorganisatie Kinderopvang geldt alleen voor uitspraken jegens haar leden.
Artikel 22: Aanvullingen
Individuele aanvullingen dan wel uitbreidingen van deze algemene voorwaarden, moeten schriftelijk tussen de ondernemer en de ouder overeengekomen worden.
Bijlage 1 Nadere regeling van de verplichtingen van de ondernemer uit Artikel 13 van de Algemene Voorwaarden voor Kinderopvang van BuitenSchoolse Opvang Ede B.V.
De ondernemer voldoet aan zijn verplichtingen genoemd in Artikel 13 lid 2 door er onder meer voor zorg te dragen dat de onderneming beschikt over:
1. Een pedagogisch beleidsplan dat de kenmerkende wijze van omgang met kinderen en hun ouders omschrijft;
2. Reglementen/documenten die het beleid weergeven met betrekking tot hygiëne, veiligheid, kindermishandeling, medisch handelen, ziekte en privacy;
3. Een reglement dat het functioneren van de oudercommissie regelt;
4. Een reglement dat de klachtenprocedure regelt;
5. Een overzicht van, dan wel informatie over, de volgende elementen van de kinderopvang: a. soort opvang, mogelijkheden voor flexibele opvang en eventuele extra diensten;
b. informatie aangaande de groep, de getalsverhouding tussen groepsleiding en het aantal kinderen per leeftijdscategorie, en de beschikbare ruimte;
c. informatie-uitwisseling, vorm en frequentie, waaronder het aantal oudergesprekken dat in principe per jaar plaatsvindt;
d. de te verstrekken voeding;
e. mogelijkheden voor het maken van specifieke afspraken over ontwikkeling, verzorging en voeding;
f. openingstijden en -dagen en eventueel verplichte minimumafname;
g. de tijden waarop de kinderen worden ontvangen en de opvang verlaten;
h. in geval van Buitenschoolse opvang:
● de mogelijkheden tot het deelnemen aan externe activiteiten, bijvoorbeeld op het gebied van sport of muziek.
● de mogelijkheden voor overbrugging van de afstand tussen school en kindercentrum of school en externe activiteit, zoals de wijze van vervoer, al dan niet onder begeleiding.
● de mogelijkheden voor overbrugging van de afstand tussen kindercentrum en thuis, of externe activiteit en thuis, zoals het al dan niet zelfstandig naar huis gaan.
● de opvang tijdens vakantiedagen en extra vrije dagen van de school.
i. de plaatsingsprocedure;
j. de aard en omvang van de wenperiode;
k. een eventueel reglement waarin de huisregels van het kindercentrum zijn vastgelegd;
x. xx xxxxxxxx prijs;
m. de wijze van betaling en eventuele meerkosten bij afwijkende betalingswijzen;
n. de annuleringsvoorwaarden, waaronder de annuleringskosten;
o. de inschrijfvoorwaarden, waaronder de inschrijfkosten;
x. xx xxxxxxxx opzegtermijnen.
Bijlage 2 Nadere regeling van de nakomingsgarantie uit Artikel 21 van de Algemene Voorwaarden voor Kinderopvang van BuitenSchoolse Opvang Ede B.V.
De nakomingsgarantie opgesteld door de Brancheorganisatie was geldig tot 1-7-2015. Op de website van de Brancheorganisatie is het onderstaande terug te vinden:
Per 1 januari 2016 treedt het nieuwe klachtrecht in werking. Belangrijk onderdeel van de nieuwe regeling betreft het instellen van het Klachtenloket Kinderopvang. Het Klachtenloket Kinderopvang zal zorgdragen voor advisering, bemiddeling en bindende uitspraken in geval van geschillen. Iedere organisatie zal vanaf 1 januari 2016 verplicht aangesloten zijn bij deze instantie. Een nieuw op te richten stichting nakomingsgarantie zal garant staan voor de nakoming van bindende uitspraken van de geschilleninstantie, zowel in de richting van ouders als in de richting van houders.
Stichting Nakomingsgarantie:
Huidig en nieuw garantiefonds. Het huidige Garantiefonds kinderopvang staat garant voor financiële nakoming van uitspraken op grond van de algemene voorwaarden kinderopvang. Dit fonds in indertijd gevuld door leden van (de rechtsvoorgangster van) Brancheorganisatie Kinderopvang. Het nieuwe garantiefonds biedt een nakomingsgarantie voor bindende uitspraken voor alle ouders en houders, en beperkt zich in tegenstelling tot het huidige fonds dus niet tot ouders. Het bestuur van het nieuwe fonds zal bestaan uit vertegenwoordigers van Brancheorganisatie Kinderopvang, BOinK en de MOgroep.
Vulling fonds: Voor de vulling van het nieuwe Garantiefonds is afgesproken dat organisaties €1,- per contract kunnen rekenen aan ouders. Houders kunnen de euro per contract eenmalig bij hun contractanten (de ouders) in rekening brengen. Hiertoe zijn afspraken gemaakt met BOinK en de MOGroep. Hiermee is geregeld dat kinderopvangorganisaties niet nogmaals zelf een garantiefonds hoeven te vullen.
Overgang huidig garantiefonds naar nieuw garantiefonds: Omdat voor de leden van Brancheorganisatie Kinderopvang reeds een garantiefonds bestaat, stelt het bestuur voor om de inhoud van dat fonds te gebruiken voor het nieuwe garantiefonds. Nog nader moet worden uitgewerkt op welke wijze dit zal geschieden. Hierdoor is het voor leden van Brancheorganisatie Kinderopvang niet nodig om de euro per contract bij hun klanten in rekening te brengen. Dit heeft voor leden van de brancheorganisatie administratieve en financiële voordelen.