ALGEMENE VOORWAARDEN BEHORENDE BIJ HET BEHEERCONTRACT (BIJLAGE 2) GEBIEDSCOÖPERATIE RIJN, VECHT EN VENEN U.A.
ALGEMENE VOORWAARDEN BEHORENDE BIJ HET BEHEERCONTRACT (BIJLAGE 2) GEBIEDSCOÖPERATIE RIJN, VECHT EN VENEN U.A.
Algemeen
1.
De verplichtingen uit de beschikking op de gebiedsaanvraag, de provinciale subsidieverordening of subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer 2016 en aanverwante Europese wetgeving zijn van toepassing op dit beheercontract.
2.
De voorwaarden onder art. 1 houden onder andere in dat de deelnemer zich, bij het uitoefenen van zijn bedrijf moet houden aan de minimum vereisten (Randvoorwaarden), behorende bij een goede landbouwpraktijk. De Europese en nationale minimumnormen op het gebied van milieu, gezondheid en dierenwelzijn, de minimumeisen voor het gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmaat- regelen zijn van toepassing op dit contract.
3.
Hoewel in sommige gevallen binnen de regeling stapeling van beheerpakketten mogelijk is, kan vanuit de overheid niet voor dezelfde activiteit twee maal betaald worden via verschillende regelingen. De opdrachtnemer is voor het opgeven daarvan in het e-GDI systeem zelf verantwoordelijk.
4.
De deelnemer is verplicht om conform de opgave in Tabel B van het contract op de afgesproken oppervlakte de afgesproken beheerpakketten onder de daarvoor geldende verplichtingen uit te voeren.
5.
Partijen dienen zich te houden aan de voorwaarden en verplichtingen zoals verwoord in het door het collectief vastgestelde kwaliteitshandboek en uitgewerkt in het controle- en sanctiedocument.
6.
De deelnemer is verplicht om mee te werken aan alle noodzakelijke toezicht, controle en monitoring op de naleving van zijn verplichtingen uit hoofde van dit beheercontract.
7.
De deelnemer verleent toestemming aan het collectief en aan de door de provincie aan te wijzen toezichthouder, dat zij toegang hebben tot, in de bijgevoegde formulieren en kaarten aangegeven locaties, teneinde te controleren of de beheereenheden uit Tabel B, conform de voorwaarden uit de beheerpakketten worden beheerd en/of onderhouden.
8.
De deelnemer verleent aan de provincie en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (XxX.xx) toestemming voor het verstrekken van persoonlijke (bedrijfs-)gegevens aan het collectief (zoals perceelsregister, lopende contracten, NAW etc.).
9.
De partijen verklaren alle op dit beheercontract betrekking hebbende documenten tot vijf jaar na afloop van dit beheercontract digitaal te bewaren.
10.
De deelnemer wordt automatisch lid van Gebiedscoöperatie Rijn, Vecht en Venen U.A. Daarmee is geborgd dat de beheerders directe zeggenschap en verantwoordelijkheid hebben bij de uitvoering van het agrarisch natuur en landschapsbeheer.
Percelen
11.
Dit beheercontract heeft betrekking op de genummerde percelen, zoals aangegeven in Tabel B, waarvan de deelnemer verklaart krachtens enige titel het landbouwkundig gebruik te hebben. De deelnemer zal desgevraagd aan het collectief de benodigde gegevens ter controle hiervan ter beschikking stellen.
12.
Indien de deelnemer als pachter de voormelde percelen in gebruik heeft, dient de deelnemer ten behoeve van het gebruik van die percelen voor agrarisch natuurbeheer, schriftelijke toestemming te verkrijgen van de verpachter.
Op verzoek van het collectief dient de deelnemer deze schriftelijke verklaring, dan wel een kopie daarvan, aan het collectief te overhandigen.
13.
Wanneer de deelnemer de uitvoering van de beheerpakketten niet kan nakomen, moet hij dit zo spoedig mogelijk melden, echter uiterlijk voor aanvang van de in het beheerpakket omschreven periode.
14.
Gedurende de looptijd van het beheercontract zijn geen wijzigingen mogelijk op botanisch beheer en
m.b.t. het beheer van landschapselementen.
15.
Indien de deelnemer, voor het verstrijken van de contractduur, de percelen met daarop de in Tabel B genoemde beheereenheden verkoopt en/of de pacht beëindigt, stelt hij/zij het collectief daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis, doch uiterlijk 8 weken voordat de overdracht en/of beëindiging plaatsvindt.
16.
De deelnemer gaat een spanningsverplichting aan om zich, voor zover dat redelijkerwijs van hem/ haar gevraagd kan worden, te bewerkstelligen dat de nieuwe gebruiker van de beheereenheden, het overeengekomen beheer tot het einde van de contractperiode voortzet.
17.
Ingeval de deelnemer niet aan de wens, zoals verwoord in art.16 kan voldoen, worden de financiële gevolgen van het niet nakomen van de overeengekomen verplichtingen, in rekening gebracht bij de deelnemer. Dit artikel is niet van toepassing indien er sprake is van faillissement of ingeval van overlijden van de deelnemer.
Tussentijdse wijziging
18.
De deelnemer moet er rekening mee houden dat jaarlijks bij de evaluatie van de uitgevoerde beheereenheden, op basis van ecologische kennis en ontwikkelingen, aanpassingen van de
afspraken, zoals vermeld in Tabel B, kunnen plaatsvinden. Voor het zogenaamde ‘last minute’ beheer geldt hetzelfde, maar dan vinden aanpassingen nog tijdens het seizoen plaats.
19.
Aanpassingen zoals bedoeld in art. 18 vinden plaats op basis van onderlinge afspraken tussen partijen. De wijzigingen worden vastgelegd in een aangepaste Tabel B met toelichting, welke door partijen als aanvulling op dit beheercontract wordt ondertekend.
Vergoeding
20.
De deelnemer ontvangt voor het uitvoeren van het beheer, zoals vermeld in Tabel B, een jaarlijkse vergoeding, te betalen binnen één maand nadat is uitbetaald door het Betaalorgaan (XxX.xx) aan het collectief.
21.
De hoogte van de beheervergoeding is vermeld in Tabel B.
22.
Na beëindiging van de beschikking op de gebiedsaanvraag tussen collectief en provincie, stelt het bestuur bij de eindafrekening de totale omvang van de transactiekosten vast.
Op basis van die uitkomst kan op voorstel van het bestuur een eenmalige nabetaling plaatsvinden aan de deelnemers.
23.
Het collectief is op grond van EU-regelgeving verplicht om sancties in het kader van de cross compliance te verrekenen met de door de deelnemer te ontvangen beheervergoedingen.
24.
De RVO legt het collectief een sanctie op wanneer tijdens controles is geconstateerd dat de deelnemer de in het beheercontract vastgelegde afspraken niet of niet volledig is nagekomen ten aanzien van de oppervlakte van de beheereenheden en/of de uitvoering van de beheerpakketten. De financiële gevolgen van de sanctie berekent het collectief door aan de deelnemer.
Looptijd en ontbinding
25.
De overeenkomst heeft een looptijd van maximaal 6 jaar.
26.
Dit beheercontract kan middels een aangetekende brief in de volgende gevallen tussentijds worden ontbonden:
a. door een gezamenlijk besluit van de partijen.
b. door het collectief: bij herhaald niet-nakomen van de verplichtingen door de deelnemer, waarvan de deelnemer door het collectief schriftelijk in kennis is gesteld.
c. door de deelnemer: als door een besluit van XxX.xx, niet zijnde de uitvoering van een sanctie, de subsidie aan het collectief wordt verlaagd of stopgezet, met overeenkomstige gevolgen voor de uitbetaling van de vergoedingen zoals vermeld in Tabel B aan de deelnemer.
d. door het collectief: indien de deelnemer een vergoeding voor dezelfde beheeractiviteit ontvangt uit een andere subsidieregeling.
27.
Ontbinding op grond van artikel 26 wordt tevens aangemerkt als een opzeggingsgrond van het lidmaatschap van het collectief.
Aansprakelijkheid
28.
Het collectief is niet aansprakelijk voor de schade van de deelnemer, die direct dan wel indirect voortvloeit uit het niet of niet volledig verkrijgen van beheersubsidie, dan wel het wijzigen van de beheerpakketten.
Geschillen
29.
Alle geschillen betreffende de uitleg van dit beheercontract of haar uitvoering, worden onderworpen aan arbitrage door drie scheidsmannen. De uitkomst van de arbitrage is voor beide partijen bindend. Arbitraal hoger beroep is uitgesloten.