ONDERHANDELINGSPROCEDURE VOOR AANNEMING VAN DIENSTEN
“MODELBESTEK ARCHEOLOGISCH VOORONDERZOEK” – referte 24/07/2019
Dossiernr.: (2)
Aanbesteder: (2)
(2)
(2)
(2)
ONDERHANDELINGSPROCEDURE VOOR AANNEMING VAN DIENSTEN
“Archeologisch vooronderzoek bij vergunningsplichtige ingrepen in de bodem”
PROVINCIE: (2)
Gemeente: (2)
Wijk: (2)
OPENING VAN DE OFFERTES: (1)
Verplichte e-invoicing: alle facturen die voor deze opdracht worden ingediend, moeten elektronisch (e-facturen in XML-formaat) worden verstuurd. Meer info over e-invoicing vindt u op xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/x-xxxxxxxxx.
Artikel 64 van de Vlaamse Wooncode.
Ontwerper: (2)
(2)
(2)
(2)
ALGEMENE INFORMATIE
Bestek nr.: (2)
Dossier nr.: (2)
Provincie: (2)
Gemeente: (2)
Diensten:
Archeologisch vooronderzoek bij vergunningsplichtige ingrepen in de bodem voor het project (2)
Xxxxx xxx xxxxxxx:
Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking
Wijze van prijsbepaling:
Dit is een opdracht met een gemengde prijsvaststelling.
Uitvoeringstermijn
De opdrachtnemer dient de archeologienota in bij Onroerend Erfgoed en de aanbesteder binnen een termijn van 45 kalenderdagen te rekenen vanaf de dag van het sluiten van de opdracht.
Verbintenistermijn:
De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte gedurende een termijn van 90 kalenderdagen, vanaf de uiterste dag voor de indiening van de offertes.
Voorwerp van de opdracht
Deze opdracht is een overheidsopdracht voor diensten in de zin van art. 2, 21° van de Wet van 17 juni 2016.
De uit te voeren opdracht omvat o.m.:
Opmaken van een archeologienota volgens de code van de goede praktijk voor de uitvoering van en rapportering over archeologisch vooronderzoek en archeologische opgravingen en het gebruik van metaaldetectoren versie 4.0;
Voorbereidende prestaties (melding van het vooronderzoek, bekomen van de vereiste vergunningen en indien nodig een technisch verslag grondverzet, startvergadering beleggen, … );
In voorkomend geval het uitvoeren van ingrepen in de bodem (werfinrichting, registratie van de archeologische sporen, graven en dichten van de sleuven, het uitvoeren van landschappelijk onderzoek door boringen of putten, het uitvoeren van een verkennend archeologisch booronderzoek, verzamelen van vondsten);
Het opsporen en ruimen van CTE. (2)
Het te onderzoeken terrein is ongeveer (2) groot.
Lijst van bepalingen waarin wordt afgeweken van de algemene aannemingsvoorwaarden (cfr. Artikel 9§4 van het KB van 14 januari 2013):
art. 12 : de onderaannemer is niet altijd gekend bij het indienen van de offerte
art 38/7
art. 154 : gelet op de geringe omvang van het contract
DEEL 1. ADMINISTRATIEF GEDEELTE
Op deze aanneming zijn van toepassing:
De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten;
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in klassieke sectoren;
Het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten;
Onroerend erfgoeddecreet van 12 juli 2013;
Onroerend erfgoedbesluit van 16 mei 2014 betreffende de uitvoering van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013;
Code van de goede praktijk voor de uitvoering van en rapportering over archeologisch vooronderzoek en archeologische opgravingen en het gebruik van metaaldetectoren versie 4.0.;
De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
Het A.R.A.B. (Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming);
Het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen;
Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming;
Leidraad van 23 mei 2008 voor het werken met uitgegraven bodem;
Code van de goede praktijk – Gebruik van uitgegraven bodem binnen een kadastrale werkzone;
Het standaardbestek 250 versie 4.0 (hoofdstuk 1) en 3.1 (hoofdstuk 4) + errata van december 2016;
De praktische leidraad ter voorkoming van de schade aan ondergrondse installaties tijdens in hun nabijheid uitgevoerde werken;
De praktische leidraad voor het preventief opsporen en ruimen van niet ontplofte conventionele en toxische explosieven in de ondergrond en de waterbodems.
Alle latere wijzigingen en aanvullingen op voormelde wetten, decreten, codes, leidraden en besluiten, die ten laatste tien dagen vóór de datum van de opening van de offertes geldig zijn.
1Administratieve voorschriften in toepassing van de wet van 17.06.2016 overheidsopdrachten.
Artikel 48 - Occasionele gezamenlijke opdracht (2)
Deze opdracht is een occasionele gezamenlijke opdracht.
De werken worden uitgevoerd ten laste van:
(2)
(2)
(2)
De desbetreffende facturen dienen rechtstreeks door de opdrachtnemer aan de betalende partijen overgemaakt.
Artikel 53 - Technische specificaties en normen
Naast de wettelijke en reglementaire voorschriften zijn de volgende documenten op deze aanneming van toepassing:
Dit bijzonder bestek en de opmetingsstaat
De plannen horende bij dit bijzonder bestek
Het veiligheids- en gezondheidsplan
Het technisch verslag grondverzet en conformverklaring
Het detectieverslag van de ferromagnetische anomalieën (2)
Artikel 56 - Varianten
Er zijn geen "verplichte" of "facultatieve" varianten.
Artikel 71 - Selectiecriteria
De opdrachtnemer dient erkend te zijn. Hij of zij komt voor op een lijst goedgekeurd door Onroerend Erfgoed onderstaande link xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/
2Administratieve voorschriften in toepassing van het koninklijk besluit van 18.04.2017 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren
Artikel 26 – Prijsvaststelling
Wat de prijsbepaling betreft is de opdracht:
volgens een gemengde opdracht: de prijzen worden volgens verschillende wijzen (“FH”, “TP” of “VH”) vastgesteld.
Artikel 32 - Elementen die in de prijzen begrepen zijn
De in art. 5.4.6. §1 van het Onroerend erfgoeddecreet bedoelde melding aan het agentschap Onroerend Erfgoed of een erkende onroerend erfgoed gemeente van het voornemen, om een archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem uit te voeren;
Administratieve onkosten voor de opmaak van de archeologienota;
In voorkomend geval, de aanpassing van de archeologienota aan de voorwaarden opgelegd door het agentschap Onroerend Erfgoed;
De nodige logistiek en werfaccommodatie om in voorkomend geval het terreinwerk uit te voeren;
In voorkomend geval de bronbemaling, de boombescherming, de bescherming van bestaande constructies, plaatsbeschrijving van de bestaande toestand en gebouwen;
Eventuele omheining van het terrein, conform de vigerende wetgeving;
Voorzien van een werfbord dat de toegang verbiedt aan onbevoegden, conform de vigerende wetgeving;
Het opmeten en intekenen van de sleuven en kijkvensters door een landmeter;
Het samenroepen, bijwonen en verslagen maken van de nodige vergaderingen;
Veiligheidsvoorzieningen, conform de vigerende wetgeving;
In voorkomend geval, in samenspraak met de opdrachtgever, de communicatie naar de pers;
Het werken met de nodige en wettelijke voorzorgsmaatregelen en voorzichtigheid in de omgeving van nutsleidingen en hun bijhorende installaties, alsook de eventuele peilingen om deze voorzorgsmaatregelen enigszins te kunnen verminderen;
De kilometerheffing “Viapass” voor vrachtwagens van meer dan 3,5 ton.
Belangrijke opmerking
De opgegeven hoeveelheden in de samenvattende opmeting/offerte kunnen al dan niet geheel of gedeeltelijk vervallen zonder dat de opdrachtnemer hiervoor recht heeft op enige prijscompensatie en/of schadeloosstelling. Dit geldt in het bijzonder als het agentschap Onroerend Erfgoed de ingreep in de bodem weigert.
Door het indienen van zijn offerte zal de opdrachtnemer geen beroep kunnen doen op onvoorziene omstandigheden, bijzondere moeilijkheidsgraad, bijkomende werken of leveringen om meerprijzen te bedingen. Alle werken, leveringen en materialen, zelfs als deze niet beschreven of getekend zijn op de plannen, maar noodzakelijk zijn voor de goede uitvoering van de opdracht, moeten inbegrepen zijn.
De opdrachtnemer voorziet alle noodzakelijke hulpwerktuigen, stellingen, ladders, werfhekkens en transportmiddelen. Alle noodzakelijke voorzieningen om beschadigingen aan bestaande of nieuwe installaties en materialen te voorkomen moeten worden getroffen.
Artikel 53 §1 - Taalgebruik
De inschrijver gebruikt uitsluitend het Nederlands bij zijn aanvraag tot deelneming of het indienen van zijn offerte.
Van documenten die enkel in een andere taal beschikbaar zijn, kan de aanbesteder een vertaling eisen. De vertaling gebeurt op kosten van de inschrijver en is het enige rechtsgeldige.
Artikel 58 - Verbintenistermijn
De verbintenistermijn staat vermeld in de Algemene Informatie.
3ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 14 JANUARI 2013 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONSESSIES VOOR OPENBARE WEKREN
Artikel 9 – Afwijkingen en onbillijke bedingen
De afwijkingen staan vermeld in de algemene informatie.
Artikel 12 - Onderaannemers
De opdrachtnemer verbindt er zich toe steeds de inhoudings- en stortingsplicht voor sociale en/of fiscale schulden correct na te leven wanneer hij overgaat tot betaling van de facturen van zijn onderaannemer (art. 30 bis van de Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders en art. 402 en volgende Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992).
De opdrachtnemer verbindt er zich toe bovenvermelde verplichting contractueel op te leggen aan alle onderaannemers in het kader van deze overheidsopdracht.
Alle onderaannemers in het kader van deze overheidsopdracht zullen deze inhoudings- en stortingsverplichting eveneens contractueel opleggen aan hun respectievelijke onderaannemers.
De opdrachtnemer verplicht er zich toe om uiterlijk binnen de 30 dagen na de verzending van een aangetekende ingebrekestelling door de RSZ en /of door de fiscus, de door hen gevorderde bedragen in het kader van de (subsidiaire) hoofdelijke aansprakelijkheid te vereffenen.
De opdrachtnemer is hoofdelijk aansprakelijk voor alle sociale en/of fiscale schulden die de aanbesteder zou dienen te betalen in het kader van de bovenvermelde subsidiaire hoofdelijke aansprakelijkheid.
Artikel 16 - Arbeidskrachten
De inschrijver gebruikt uitsluitend het Nederlands in zijn mondelinge en schriftelijke communicatie met de aanbestedende overheid.
Van documenten die enkel in een andere taal beschikbaar zijn, kan de aanbestedende overheid een vertaling eisen. De vertaling gebeurt op kosten van de inschrijver en is het enige rechtsgeldige.
Artikel 19 – Intellectueel eigendom
De aanbesteder(s) verwer(ft)(ven) de volle en exclusieve eigendomsrechten op alle documenten, plannen en foto’s.
Artikel 35 – Plannen, documenten en voorwerpen opgemaakt door de aanbesteder
In verband met de voorwaarden voor het gebruik van de plannen, documenten en voorwerpen van de opdracht wordt verduidelijkt dat de aanduidingen op de tekeningen betreffende de bestaande toestand slechts bij wijze van inlichting gegeven worden.
De inschrijver is verplicht zich vooraf persoonlijk te vergewissen over de uitvoeringsvoorwaarden van de opdracht.
Artikel 38/7 - Prijsherziening
Er is geen prijsherzieningsformule van toepassing.
Artikel 147 - Uitvoeringstermijnen
De opdrachtnemer dient de archeologienota in zoals beschreven in de “Code van de goede praktijk voor de uitvoering van en rapportering over archeologisch vooronderzoek en archeologische opgravingen en het gebruik van metaaldetectoren” bij Onroerend Erfgoed en de aanbesteder(s) binnen een termijn van 45 kalenderdagen te rekenen vanaf de dag van het sluiten van de opdracht.
De opdrachtnemer bezorgt het bewijs van indiening van de archeologienota bij Onroerend Erfgoed aan de opdrachtgever(s).
Artikel 149 – Modaliteiten inzake prestaties
Bij terreinwerkzaamheden dient de opdrachtnemer de nodige eventuele signalisatie aan te brengen zodat de werken in veilige omstandigheden kunnen uitgevoerd worden. Alle kosten hieraan verbonden zijn een last van de aanneming.
Artikel 154 – Vertragingsboetes
De boete wegens laattijdig leveren van de archeologienota wordt gesteld op 150 euro per kalenderdag vertraging met een maximum van 7,5% van de totale waarde van deze opdracht. Deze boete wordt zonder voorafgaande ingebrekestelling afgetrokken.
Artikel 156 – Oplevering van de opdracht
De opdracht wordt als beëindigd beschouwd nadat de opdrachtnemer de bevestiging van de aktename van de archeologienota door Onroerend Erfgoed heeft gemaild naar:
xxxxx.xxxxx.xxx@xxxx.xx (voor opdrachten binnen Oost-Vlaanderen) (2)
infra. xxxxx.xxx@xxxx.xx (voor opdrachten binnen West-Vlaanderen) (2)
xxxxx.xxxxx.xxx@xxxx.xx (voor opdrachten binnen Antwerpen) (2)
xxxxx.xxxxx.xxx@xxxx.xx (voor opdrachten binnen Limburg) (2)
xxxxx.xxxxx.xxx@xxxx.xx (voor opdrachten binnen Vlaams-Brabant) (2)
(2)
(2)
Artikel 160 Betalingen
De betalende partijen zijn:
de VMSW (2)
(2)
(2)
De betaling geschiedt in eenmaal per partij, na de bevestiging van de aktename van de archeologienota door Onroerend Erfgoed.
Gedetailleerde staat van de werken:
De opdrachtnemer is verplicht een gedetailleerde staat van de werken aan de betalende partijen te mailen naar:
xxxxx.xxxxx.xxx@xxxx.xx (voor opdrachten binnen Oost-Vlaanderen) (2)
infra. xxxxx.xxx@xxxx.xx (voor opdrachten binnen West-Vlaanderen) (2)
xxxxx.xxxxx.xxx@xxxx.xx (voor opdrachten binnen Antwerpen) (2)
xxxxx.xxxxx.xxx@xxxx.xx (voor opdrachten binnen Limburg) (2)
xxxxx.xxxxx.xxx@xxxx.xx (voor opdrachten binnen Vlaams-Brabant) (2)
(2)
(2)
Iedere betalende partij stuurt de betalingsaanvraag voor het hun deel via e-mail naar de opdrachtnemer.
De datum van binnenkomen van de gedetailleerde staat van de werken is de datum van ontvangst op het hogervermelde e-mailadres. Bij foute adressering of bij onvolledigheid van de toegestuurde documenten zal de aanbesteder de datum van de correcte ontvangst van het desbetreffende document als bindend in rekening brengen voor het bepalen van de termijn waarbinnen de verificatie moet gebeuren. Indien de vorderingsstaat niet gelijktijdig is toegezonden aan de betalende partijen, dan wordt de laatste datum van ontvangst als bindend gebruikt voor het bepalen van de termijn waarbinnen de verificatie moet gebeuren.
Factuur:
Praktische modaliteiten
We aanvaarden alleen elektronische facturen (e-facturen) in XML-(UBL 2.1)formaat. Facturen
ingediend op papier of via email worden niet meer aanvaard. Voor het aandeel van medefinancier(s) worden de facturen via e-mail verzonden op de volgende adres(sen):
(2)
E-invoicing via het Mercuriusplatform
De e-facturen moeten elektronisch ingediend worden via het platform Mercurius. Dit federale
platform zorgt ervoor dat alle Belgische overheden bereikbaar zijn voor e-invoicing, en is gestoeld op
een Europees afsprakenkader Xxxxxx.
Meer informatie:
over e-invoicing bij de Vlaamse overheid: xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/x-xxxxxxxxx
over het Mercuriusplatform, het technische formaat van de e-factuur en Peppol:
xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx-xx-xxxxxx
de belangrijkste stappen om te starten met e-invoicing (toelichting over het Mercuriusportaal in PDF-formaat): xxxx://xxx.xxxxxxx.xxx/xxxxxxxxxxxxxxxx als leverancier van de Vlaamse overheid wordt u gratis begeleiding aangeboden, neem hiervoor contact op met het Vlaamse e-invoicingteam via het e-mailadres x.xxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx
Starten met e-invoicing
Het verzenden van uw e-factuur naar de overheid kan op de volgende manieren gebeuren:
u kunt gratis het Mercuriusportaal gebruiken voor een eenvoudige registratie en verzending van uw e-facturen: xxxxx://xxxxxxx.xxxxxxx.xx/x-xxxxxxxxx
u kunt kiezen voor een meer geïntegreerde elektronische facturatie binnen uw onderneming.
Wat u dan nodig heeft, is een Peppol Access Point voor de verzending van uw e-facturen naar de overheid. Er zijn tal van oplossingen beschikbaar op de markt die volwaardige elektronische facturatie mogelijk maken (serviceproviders en softwarehuizen voor einvoicing, boekhoudpakketen, ERP-pakketten, facturatiesoftware, …). Overzichten en contactgegevens kan u terugvinden op xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx-x-xxxxxxxxx
Voordat u start met elektronisch factureren naar een entiteit van de Vlaamse overheid meldt u zich
als leverancier eenmalig op x.xxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx.
Meer informatie vindt u op xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/x-xxxxxxxxx-xxxx-xxxxxxxxxxxx.
Inhoud van de elektronische factuur
De elektronische factuur moet, naast de gegevens die verplicht zijn overeenkomstig het btw-wetboek,
zeker de volgende gegevens bevatten die essentieel zijn voor de verwerking van de factuur:
KBO-nummer VMSW: 0236.506.487;
inkoopordernummer: dit nummer wordt bepaald na sluiting van het contract en zal vermeld
worden in:
ofwel het aanvangsbevel en/of de factuuraanvraag (bestelbon- of inkoopordernummer);
ofwel de sluitingsbrief en/of in de desbetreffende oproep.
factuuraanvraagreferentie: unieke referentie die vermeld wordt op de factuuraanvraag.
Gebruikt u een Peppol Access Point? Dan moet de opmaak van de e-factuur overeenstemmen met de UBL 2.1 mapping: zie xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/x-xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx. De UBL-mapping tabel op deze webpagina vermeldt in welke velden de factuurgegevens dienen opgenomen te worden. Informatie over het invullen van opdrachtspecifieke gegevens vindt u in het document “De business afspraken met de Vlaamse overheid” op dezelfde webpagina.
De opdrachtnemer waakt erover dat de elektronische factuur vrij is van virussen, macro’s of andere schadelijke instructies. Bestanden die aangetast zijn door virussen, xxxxx’x of andere schadelijke instructies beschouwen we als niet ontvangen.
Indien er moeilijkheden of vertragingen ontstaan in de betalingen die moeten gebeuren door de betrokken medefinancier(s), moet de opdrachtnemer zich wenden tot de desbetreffende medefinancier. De aanbesteder komt niet tussen beide in de geschillen die rijzen tussen de opdrachtnemer en de medefinancier(s).
Facturen die worden ingediend vooraleer de gedetailleerde staat van de werken of facturen met een hoger bedrag dan de goedgekeurde vorderingsstaat worden niet aanvaard. Een creditnota wordt elektronisch opgevraagd door de betalende partijen.
In geval een verzet van betaling of van bezwarend beslag ten laste van de opdrachtnemer aan de opdrachtgever wordt betekend en het bedrag niet gekend is, worden de betalingstermijnen opgeschort. In ieder geval beschikt de opdrachtgever over een termijn van 15 kalenderdagen te rekenen vanaf de dag dat de opheffing werd betekend om tot de betaling van de ingehouden vordering over te gaan. De toepassing van de artikelen 1154 en 1254 van het burgerlijk wetboek wordt uitdrukkelijk uitgesloten.
DEEL 2. Technisch gedeelte
1Algemeen
Het archeologisch vooronderzoek heeft als doel vast te stellen of een archeologische site aanwezig is op het terrein en resulteert in een bekrachtigde archeologienota.
Het procesverloop en onderzoeksstrategie beschreven in deel 2 van de code van goede praktijk voor de uitvoering van en rapportering over archeologisch vooronderzoek en archeologische opgravingen en het gebruik van metaaldetectoren is van toepassing op deze opdracht.
De kostprijs is samengesteld uit
een totale prijs voor het bureauonderzoek;
een eenheidsprijs per oppervlakte-eenheid voor het uitvoeren van het bouwrijp maken van de werfzone; (2)
een eenheidsprijs per stuk voor het vellen en volledig ontstronken van bomen; (2)
in voorkomend geval een eenheidsprijs per oppervlakte-eenheid voor het aanleggen en onderzoeken van de opgravingsvlakken;
in voorkomend geval een eenheidsprijs per stuk voor het uitvoeren van landschappelijk bodemonderzoek door grondboringen of putten;
in voorkomend geval een eenheidsprijs per stuk voor het uitvoeren van een verkennend archeologisch booronderzoek;
een eenheidsprijs per oppervlakte-eenheid voor het ter beschikking stellen van twee CTE-deskundige met een draagbaar CTE-detectietoestel; (2)
een eenheidsprijs per uur om assistentie te verlenen aan DOVO bij het ruimen van CTE; (2)
een eenheidsprijs per kg bij het ruimen van tot ontploffing gebrachte CTE anomalieën; (2)
een totale prijs voor de rapportering en het afleveren van de bekrachtigde archeologienota.
Eventuele meerwerken of wijzigingen kunnen enkel in rekening gebracht worden indien de uitvoerder hiervoor; alvorens tot uitvoering over te gaan, een schriftelijke goedkeuring heeft bekomen van de opdrachtgever op een door hem geformuleerd voorstel aangaande deze meerwerken/wijzigingen. In dit voorstel vermeldt de uitvoerder naast de prijsconsequentie, ook alle andere consequenties (uitvoeringstermijn, terreinomstandigheden, . . .). Zonder deze goedkeuring worden meerwerken/wijzigingen niet vergoed en vormen ze een aannemingslast. Een door de uitvoerder gekozen werkwijze komt niet in aanmerking als meerwerk/wijziging evenmin als het tijdelijk openen van afsluitingen alsook het tijdelijk onderbreken van afwateringen. Alle afsluitingen en afwateringen worden in oorspronkelijke toestand hersteld en achtergelaten bij het verlaten van de projectzone. Beschadigde afsluitingen zijn op kosten van de opdrachtnemer te vervangen door nieuwe.
2Bureauonderzoek
Het bureauonderzoek gebeurt volgens de bepalingen van 7.2 van de code van goede praktijk voor de uitvoering van en rapportering over archeologisch vooronderzoek en archeologische opgravingen en het gebruik van metaaldetectoren.
In de meetstaat is een post voorzien als totale prijs
3tERREINWERK
Plaatproeven (2)
De opdrachtnemer zal per 1.500 m² uit te graven zone een plaatproef laten uitvoeren ter controle van de verdichting. De plaatproeven worden uitgevoerd vóór de ingreep in de bodem om de bestaande samendrukbaarheidsmodulus te kennen. Zodra het veldwerk start, dient de opdrachtnemer een verzoek in om over te gaan tot het op tegenspraak bepalen van de samendrukbaarheidsmodulus.
Zijn er geen plaatproeven uitgevoerd of zijn de proeven niet op tegenspraak gebeurd, dan is de bestaande samendrukbaarheidsmodulus gelijk aan 11 MPa.
De onderzochte proefsleuven en -putten worden verdicht zodat overal een samendrukbaarheidsmodulus wordt verkregen die minstens gelijk is aan de bestaande samendrukbaarheidsmodulus.
Dit dient opnieuw aangetoond door middel van een plaatproef per 1.500 m² uitgegraven zone na de uitvoering van het veldwerk.
Bij ontoereikende resultaten worden er; telkenmale na bijkomende verdichting, supplementaire plaatproeven uitgevoerd tot de resultaten minstens de resultaten van de bestaande samendrukbaarheidsmodulus evenaren.
De opdrachtnemer verstrekt kosteloos aan de opdrachtgever de werkkrachten, de gebruikelijke voorwerpen, de gewaarmerkte meettoestellen en de proefwerktuigen die nodig zijn voor de plaatproef.
Er is geen post voorzien in de meetstaat voor de plaatproeven. Deze proeven zijn een last van de aanneming.
Bouwrijp maken van de werfzone (2)
De opdrachtnemer maakt de werkzone bouwrijp volgens de bepalingen van het standaardbestek 250, 4-1.1.5.
In de meetstaat is een post voorzien uitgedrukt als forfaitaire hoeveelheid m².
Vellen en ontstronken van bomen (2)
De opdrachtnemer velt en ontstronkt volledig de bomen volgens de bepalingen van het standaardbestek 250, 4-1.1.1..2.C en 4-1.1.1.2.E
In de meetstaat is een post voorzien uitgedrukt als forfaitaire hoeveelheid per stuk;
Aanleggen en onderzoeken van de opgravingsvlakken
Het realiseren en onderzoeken van de opgravingsvlakken volgens 8.6 van de van de code van goede praktijk voor de uitvoering van en rapportering over archeologisch vooronderzoek en archeologische opgravingen en het gebruik van metaaldetectoren en de bepalingen van 3.4.1 tem 3.4.3 hieronder.
3.4.1Uitgraving
De uitgraving gebeurt volgens de bepalingen van het standaardbestek 250, 4-2.1.2 en 4-2.1.2.2 met als voorwaarde dat de uitgegraven bodem niet buiten de bouwplaats wordt afgevoerd. De teelaarde wordt afzonderlijk gestockeerd binnen de werfzone.
3.4.2Drooghouden
Tijdens de graafwerken worden de sleuven en de kijkvensters drooggehouden volgens de bepalingen van het standaardbestek 250, 4-2.1.2.5.
3.4.3Ophoging en verdichten
Na het archeologisch onderzoek worden de sleuven en kijkvensters opgehoogd en verdicht volgens de bepalingen van het standaardbestek 250, 4-2.1.2.3 met dien verstande dat de samendrukbaarheidsmodulus gelijk is aan de bestaande samendrukbaarheidsmodulus en er geen bodem van buiten de bouwplaats wordt aangevoerd. De ophoging met verstoorde grond en teelaarde gebeurt opnieuw gescheiden waarbij de teelaarde als laatste wordt aangebracht.
Er wordt een post voorzien voor proefsleuven en proefputten als forfaitaire hoeveelheid m² en omvat volgende bewerkingen:
De uitgraving
Het drooghouden
De ophoging
De verdichting
Landschappelijk bodemonderzoek door grondboringen of putten
Het landschappelijk bodemonderzoek door grondboringen of putten gebeurt volgens de bepalingen van 7.3 van de van de code van goede praktijk voor de uitvoering van en rapportering over archeologisch vooronderzoek en archeologische opgravingen en het gebruik van metaaldetectoren.
Er wordt een post voorzien voor landschappelijk bodemonderzoek door grondboringen of putten als vermoedelijke hoeveelheid per stuk.
Verkennend archeologisch booronderzoek
Het verkennend archeologisch booronderzoek gebeurt volgens de bepalingen van 8.4 van de van de code van goede praktijk voor de uitvoering van en rapportering over archeologisch vooronderzoek en archeologische opgravingen en het gebruik van metaaldetectoren.
Er wordt een post voorzien voor een verkennend archeologisch booronderzoek als vermoedelijke hoeveelheid per stuk.
Opsporen en ruimen van CTE (2)
Op basis van het detectierapport, worden veel verdachte CTE anomalieën verwacht.
1.1.1Opsporen
Het opsporen van de CTE anomalieën gebeurt volgens de bepalingen van het standaardbestek 250, 4-11.4.1 en 4-11.4.2.
De bepalingen van standaardbestek 250, 4-11.4.3 worden als volgt vervangen: in de meetstaat is een post voorzien uitgedrukt als vermoedelijke hoeveelheid m² voor de opsporing van CTE door twee CTE-deskundigen. Het opmaken van de graaftabel is inbegrepen in deze post.
1.1.2Ruimen
Het ruimen van de CTE anomalieën gebeurt volgens de bepalingen van het standaardbestek 250, 4-11.5.2.1
De bepalingen van het standaardbestek 250, 4-11.5.3 worden als volgt vervangen:
In de meetstaat is een post voorzien uitgedrukt als vermoedelijke hoeveelheid uur voor het assisteren van DOVO bij het ruimen van CTE anomalieën en een post uitgedrukt als vermoedelijke hoeveelheid kg voor het opruimen van tot ontploffing gebrachte CTE anomalieën.
1Rapportering
De rapportering van het vooronderzoek gebeurt volgens de bepalingen van hoofdstuk 12 van de code van goede praktijk voor de uitvoering van en rapportering over archeologisch vooronderzoek en archeologische opgravingen en het gebruik van metaaldetectoren.
De resultaten van het vooronderzoek met bodemingreep kunnen aanleiding geven tot volgende conclusies:
Geen verdere maatregelen vereist: Dit is het geval wanneer er voldoende informatie is die de hoogstwaarschijnlijke afwezigheid van een archeologische site staaft of wanneer het potentieel aan kennisvermeerdering ontbreekt.
Noodzaak tot archeologische opgraving. Dit is het geval wanneer het vooronderzoek met bodemingreep niet voldoende gegevens of kennis oplevert.
Indien uit dit vooronderzoek met bodemingreep blijkt dat er geen verdere maatregelen dienen genomen te worden, stelt de opdrachtnemer een eindrapport op dat ter bekrachtiging wordt voorgelegd aan het agentschap Onroerend Erfgoed. Een kopie van het eindrapport wordt gelijktijdig bezorgd aan de opdrachtgever(s).
Indien de conclusie van het vooronderzoek met bodemingreep is dat er verder onderzoek nodig is, m.a.w. dat er een archeologische opgraving nodig is, stelt de opdrachtnemer hiertoe een rapport op door middel van een nota voor verder onderzoek en legt voor aan het agentschap Onroerend Erfgoed.
Tevens worden de voorschriften en de bijhorende meetstaat opgesteld voor het uitvoeren van de archeologische opgraving. Deze voorschriften moeten voor de opdrachtgever(s) alle relevante elementen en informatie bevatten voor de opmaak van een contract voor verder onderzoek voor het geval dit van toepassing zou zijn (planafbakening, plan van aanpak, gewenste competenties, geraamde tijdsduur, kostenraming, natuurwetenschappelijk onderzoek,…). De aangeleverde documenten worden dan gebruikt door de opdrachtgever(s) om een opdrachtnemer aan te stellen via een aparte procedure om het verdere onderzoek uit te voeren.
Voor het uitvoeren van dit vooronderzoek en de opmaak van de hierboven beschreven documenten wordt een maximum termijn van 45 kalenderdagen aan de opdrachtnemer gegeven.
De documenten, nota’s en rapporten betreffende het vooronderzoek worden ingediend via het archeologieportaal bij Onroerend Erfgoed en de aanbesteder(s).
De opdracht wordt als beëindigd beschouwd na de bevestiging van de aktename van de documenten, nota’s en rapporten door Onroerend Erfgoed.
In de meetstaat is een post voorzien voor de rapportering als totale prijs.
18
(1) °°°°°in te vullen door de aanbesteder
(2) °°°°°(in elk geval) door te ontwerper aan te vullen en/of te schrappen.
Deze voettekst, de symbolen (1), (2), … en de richtlijnen voor de ontwerper zijn niet over te nemen in het bestek