OVEREENKOMST INKOOP / INNAME AKKERBOUWPRODUCTEN
OVEREENKOMST INKOOP / INNAME AKKERBOUWPRODUCTEN
Naam teler:
Adres:
Woonplaats:
==========================================================================
In deze overeenkomst zijn eisen en voorwaarden vermeld voor levering van akkerbouw / graslandproducten, die bestemd zijn voor gebruik als diervoeder of voor gebruik in de diervoederindustrie.
REGISTRATIE:
Teeltgegevens dienen per perceel geregistreerd te worden op een formulier; dit geldt voor:
• Aanvoer van organische mest, compost e.d.
• Aanvoer van kunstmest
• Toepassen van gewasbeschermings- en bestrijdingsmiddelen
• Oogst en opslag van producten
VOORWAARDEN WAARAAN VOLDAAN MOET WORDEN:
TEELT
Keuze uitgangsmateriaal
• Bij graanteelt bij voorkeur gebruik maken van 100% ontsmet zaaizaad (ter voorkoming van en de aanwezigheid van schimmels)
Perceel
• De perceelhistorie is van onbesproken aard
• Bij twijfel m.b.t. de perceelhistorie de grond analyseren door een gecertificeerd laboratorium op het gebied van grondonderzoek
Gebruik gewasbeschermingsmiddelen/graanontsmettingsmiddelen
• Uitsluitend gebruik van wettelijk geregistreerde middelen, met een toelating voor het betreffende gewas
• De middelen toepassen volgens het wettelijk gebruiksvoorschrift en de gebruiksaanwijzing op de verpakking
• Bijhouden van een administratie van gebruikte middelen (ook na oogst), zoals opgenomen in de eigen administratie
• Gebruik maken van een goedafgestelde en goedwerkende en goedgekeurde spuit
• De persoon, die het spuiten uitvoert, dient in bezit te zijn van de benodigde spuitlicentie
Schimmels
• Bij de aanwezigheid van schimmels de afnemer/dienstverlener op de hoogte brengen
• Indien het product endopfyten (o.a. Acremonium spp.) kan bevatten, dient dit gemeld te worden aan de afnemer
Ongewenste stoffen
• Bij vaststellen van contaminatie met onkruiden en onkruidzaden, Senecio Jacobaea (St. Jacobskruiskruid), Colchicum autumnale (Herfsttijloos), en andere onkruiden uit de bijlage bij het Warenwetsbesluit Kruidenpreparaten, dit melden bij de afnemer
• Het product mag geen verboden producten bevatten; zie GMP+ BA3: Minimumvoorwaarden negatieve lijst (xxxxx://xxx.xxxxxxx.xxx/xxxxxxx/00000/xxx-xx0---xx-00000000.xxx.xxxx)
GGO
• Teelt van GGO rassen alleen toegestaan indien deze voldoen aan de wettelijke voorschriften
• Het gebruik van GGO rassen afstemmen met de afnemer/dienstverlener
OOGST EN OPSLAG
Opslag
• Het geoogste product dient hygiënisch opgeslagen te worden in schone en droge ruimten. Dit om microbiologische besmetting en broei te voorkomen
• Tijdens het oogsten en inschuren dient beschadiging van het product en de insleep van vreemde bestanddelen (zoals o.a. glas, steentjes, machineonderdelen door slijtage, GGO) voorkomen te worden
Monstername
• Van het geoogste product dient een monster genomen te worden; bij het nemen van een monster dienen de richtlijnen opgevolgd te worden van Annex 5: Monsternameprotocol: fourageproducten, behorend bij GMP+ BA13: Minimumvoorwaarden monstername; zie de volgende link: xxxxx://xxx.xxxxxxx.xxx/xxxxxxx/00000/xxx-xx00---xx-00000000.xxx.xxxx
• Het monster dient bewaard te worden voor een periode van minimaal 6 maanden; het monster dient op verzoek aan de koper verstrekt worden
• Desgewenst kunt u een kopie krijgen van dit protocol
Drogen
• Indien de producten worden gedroogd dient men, om contaminatie met toxische componenten door direct contact met verbrandingsgassen, onvolledige verbranding en verontreinigde brandstoffen te voorkomen (o.a. dioxine, paks), de volgende voorzorgen te nemen:
1. Specificatie van de kwaliteit van de brandstoffen, alsmede de afspraken met de leveranciers hierover, gebaseerd op een risicobeoordeling; uitgangspunt is dat uitsluitend minerale brandstoffen (gas, steenkool, aardolie) worden gebruikt die volgens de specificatie van de leveranciers geschikt zijn voor het drogen van voedingsmiddelen
2. Specificatie van de beheersmaatregelen ter voorkoming van verontreiniging van de brandstoffen tijdens de opslag en het transport
3. Specificatie van de controle op de kwaliteit van de brandstoffen
4. Specificatie van de instelling van de brander- en drogerinstallatie ter voorkoming van de vorming van ongewenste stoffen
VOGELS, HUISDIEREN, ONGEDIERTE
• Voorkomen dient te worden dat vogels en huisdieren en hun uitwerpselen in contact kunnen komen /nestelen met het (opgeslagen) product (o.a. deuren en ramen dicht, product afgedekt)
• Ongedierte voorkomen via het spannen van gaas voor de in- en uitlaatluiken
• De voorraad bestrijdingsmiddelen dient opgeslagen te worden in een afgesloten ruimte
TRANSPORT
Transport door derden
• Alle producten welke niet voldoen aan de voorwaarden uit de standaard voor de teelt van voedermiddelen voor de diervoedersector bij afleveren verwijderen
• Uitsluitend gebruik maken van schone, goed onderhouden apparatuur
1. vrij van resten en geur van voorgaande ladingen
2. vrij van resten van reinigings- en/of desinfectiemiddelen
3. droog
• De teler is verantwoordelijk en ziet toe op verlading van de juiste partij
Afleveren in eigen beheer
• Na vervoer van:
1. diervoedergrondstoffen: vegen
2. grond/stenen: reinigen met water (hoge druk)
3. kunstmest: reinigen met water
4. droge stapelbare pluimvee- en paardenmest: reinigen met water + desinfecteren
5. natte mest, drijfmest: reiniging, desinfectie en vrijgave na externe inspectie door een door het GMP+ International aangewezen inspectie instelling
6. verpakte producten: vegen
Afleveren door derden
• De transporteur dient over een GMP+ certificaat te beschikken; een kopie hiervan is in de administratie van de teler aanwezig
LOONWERK
• In de administratie dient opgenomen te worden welke werkzaamheden (activiteit + datum) de loonwerker uitvoert
• De teler is er verantwoordelijk voor dat dezelfde registraties bijgehouden worden van de werkzaamheden die uitgevoerd worden door de loonwerker
CALAMITEITEN
• Het bedrijf dient in ieder geval:
1. bij brand, ongelukken of vondst (waarbij sprake kan zijn) van glas, olie, chemicaliën, of quarantaine organismen etc. corrigerende maatregelen te treffen
2. voorkomende calamiteiten te registreren
3. getroffen corrigerende maatregelen te registreren