FONDSVOORWAARDEN VAN CASA THE HAGUE
FONDSVOORWAARDEN VAN CASA THE HAGUE
D.D. 1 December 2020
DE ONDERGETEKENDEN:
I. CAPITALISERS Beheer B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair geves- tigd te ‘s-Hertogenbosch en kantoorhoudend te 5211 BC ‘s-Hertogenbosch, Xxxxxxxxxxxx 00, ingeschre- ven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder dossiernummer 76246027, hierna te noemen de “Beheerder” (als hierna gedefinieerd);
II. Stichting Bewaarder CASA I The Hague, een stichting, statutair gevestigd te ‘s-Hertogenbosch en kan- toorhoudende te 5211 BC ‘s-Hertogenbosch, Xxxxxxxxxxxx 00, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder dossiernummer 76451801, te dezen vertegenwoordigd door de Be- heerder, hierna te noemen de “Stichting” (als hierna gedefinieerd);
III. ieder van de natuurlijke personen en rechtspersonen waarvan de gegevens zijn vermeld in de aan deze overeenkomst gehechte bijlage (Bijlage A), totaal in aantal 64, hierna te noemen de “Participanten” (als hierna gedefinieerd), elk te dezen uit hoofde van een volmacht rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Beheerder;
OVERWEGENDE:
(i) ondergetekenden wensen het Fonds (als hierna gedefinieerd) aan te gaan;
(ii) van de verlening van de volmachten door de Participanten aan de Beheerder tot vertegenwoordiging van hen bij het overeenkomen van de Fondsvoorwaarden blijkt uit de aangehechte inschrijfformulieren waarin bedoelde volmachten zijn vervat;
(iii) partijen wensen hun afspraken ter zake als volgt schriftelijk vast te leggen, ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Definities
Artikel 1.
1. De volgende begrippen hebben in deze voorwaarden de hierna omschreven betekenis, tenzij uitdrukkelijk anders blijkt:
• ‘Accountant’: de registeraccountant of Accountant-Administratieconsulent als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek die de opdracht heeft, indien van toepassing, de door de Beheerder opge- maakte jaarrekening van het Fonds te onderzoeken;
• ‘Bankrekening’: één of meerdere geldrekeningen ten behoeve van het Fonds(vermogen) waarop alle ten gunste van het Fondsvermogen (te) ontvangen bedragen worden gestort en aangehouden;
• ‘Beheerder’: CAPITALISERS Beheer BV, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te ‘s-Hertogenbosch en kantoorhoudende te (5211 BC) ‘s-Hertogenbosch, Xxxxxxx- xxxxx 00;
• ‘Bruto-huuropbrengsten’: alle gefactureerde opbrengsten voor het gebruik van het Object, exclusief eventuele ontvangsten uit stoffering van de woningen en exclusief aan de huurder doorbelaste servi- cekosten, exclusief BTW en exclusief ontvangen bedragen voor afkoop van huurcontracten en huur- garanties;
• ‘Enkelvoudige Toestemming’: de voor de toepassing van het Besluit van 25 december 2015, nr. BLKB 2015/1511M (Wijziging van het besluit van 11 januari 2007, nr. CPP2006/1870M, Staatscourant 2007, nr. 15, onderdeel 6) jo. Besluit van 25 december 2015, nr. XXXX0000/0000X (Xxxxxxx commanditaire vennootschap, onderdeel 5.2.) bedoelde enkelvoudige toestemming van een transparant samenwer- kingsverband of fonds voor gemene rekening dat kwalificeert als directe Participant, gegeven door een rechtsgeldige vertegenwoordiger en blijkend uit het inschrijfformulier.
• ‘Emissiekosten’: 1,0% (één procent) van de Uitgifteprijs, vermenigvuldigd met het aantal toegekende en uit te geven Participaties;
• ‘Exploitatiekosten’: de kosten die direct zijn verbonden met, en toewijsbaar aan de verkrijging van Bruto-huuropbrengsten uit het Object, zoals uitgaven aan onderhoud, premies voor verzekeringen, zakelijke lasten en uitgaven aan technisch, administratief en commercieel vastgoedbeheer;
• ‘Exploitatierendement’: het Exploitatieresultaat gedeeld door de inleg van de Participanten (exclusief
Emissiekosten), op jaarbasis berekend en uitgedrukt als enkelvoudig percentage;
• ‘Exploitatieresultaat’: de Bruto-huuropbrengsten, vermeerderd met renteontvangsten op de liquidi- teitsreserve en verminderd met de Exploitatiekosten, Fondskosten en Rentekosten;
• ‘Fonds’: het fonds voor gemene rekening als bedoeld in artikel 2, die het Fondsvermogen vormt;
• ‘Fondsactiva’: de goederen waarvan de Stichting de juridische eigendom houdt of de rechthebbende is, zulks voor rekening en risico van de Participanten;
• ‘Fondskosten’: uitgaven die worden gedaan om het Fonds in stand te houden en die niet rechtstreeks aan de exploitatie van het Object zijn toe te rekenen, inclusief de jaarlijkse uitgaven voor externe (her)taxatie van het Object;
• ‘Fondspassiva’: de verplichtingen die de Stichting op diens naam, al dan niet daartoe vertegenwoor-
digd door de Beheerder, aangaat voor rekening en risico van de Participanten;
• ‘Fondsvermogen’: de gezamenlijke Fondsactiva en Fondspassiva;
• ‘Fondsvoorwaarden’: deze fondsvoorwaarden van CASA The Hague;
• ‘Geprognosticeerde Rendement’: de prognose van het gemiddeld Exploitatierendement van 5,6% op jaarbasis van het Fonds, zoals weergegeven in het Investment Memorandum;
• ‘Hypothecaire Lening’: de hypothecaire lening waarmee het Object (voor een deel) wordt gefinan- cierd;
• ‘Inkoopprijs’: het bedrag waartegen één (1) Participatie in het kader van een Overdracht wordt inge- kocht door het Fonds die gelijk is aan de Uitgifteprijs voor uitgifte van één (1) Participatie in het kader van een Overdracht (zoals bepaald in artikel 5, lid 10);
• ‘Investment Memorandum’: het Investment Memorandum van het Fonds d.d. oktober 2020;
• ‘Object’: (de rechten op) het vastgoed, als beschreven in het Investment Memorandum;
• ‘Overdracht’: de inkoop van een of meerdere Participaties ten laste van het Fondsvermogen tegen
gelijktijdige of volgtijdelijke uitgifte van een gelijk aantal Participaties;
• ‘Overgang’: de vervreemding en overdracht van één of meerdere Participaties door een Participant aan zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie als bedoeld in artikel 2 lid 3 laatste volzin Wet op de Vennootschapsbelasting 1969;
• ‘Overwinst’: de bij vervreemding van het Object gerealiseerde verkoopopbrengst verminderd met (a) het bijeengebrachte kapitaal van de Participanten (€ 19.150.000), (b) het oorspronkelijke bedrag van de Hypothecaire Lening (€ 23.780.000) en (c) uitgaven en belastingen die verband houden met de
verkoop en overdracht van het Object, waarbij de som van de bedragen ad (a) en ad (b) wordt vermin- derd met het bedrag van de liquiditeitsreserve bij aanvang van het Fonds. Voor de toepassing van de Fondsvoorwaarden wordt de Overwinst geacht nooit minder te bedragen dan € 0,00 (nul euro). Uit de Overwinst ontvangt de Beheerder een vergoeding voor het behaalde resultaat met het beheren van het Fonds;
• ‘Participant’: de natuurlijke persoon, rechtspersoon, personenvennootschap of fonds voor gemene rekening, die 20 (twintig) of meer Participaties houdt (of die daaraan voorafgaand Participaties toege- kend heeft gekregen);
• ‘Participatie’: het recht van deelname aan het Fonds, dat een (niet nominale) vordering op de Stich- ting vormt ter grootte van het Fondsvermogen gedeeld door het totale aantal uitgegeven en uit- staande Participaties, en waaraan de zeggenschapsrechten als bepaald in de Fondsvoorwaarden zijn verbonden. Bedoelde (niet nominale) vordering op de Stichting is uitsluitend opeisbaar in verband met het bepaalde in artikel 25 lid 4;
• ‘Register’: het in artikel 8 lid 1 omschreven register;
• ‘Rendement’: het Exploitatierendement dat het Fonds volgens de rekening en verantwoording als be- doeld in artikel 25 lid 4, laatste volzin, heeft gerealiseerd;
• ‘Rentekosten’: de rente die is verschuldigd op de Hypothecaire Lening en op eventuele overige lenin-
gen;
• ‘Resultaat’: het Exploitatieresultaat verminderd met de aflossingen op de Hypothecaire Lening;
• ‘Stichting’: de stichting; Stichting Bewaarder CASA I The Hague, statutair gevestigd te ‘s-Hertogen- bosch en kantoorhoudende te (5211 BC) ‘s-Hertogenbosch, Xxxxxxxxxxxx 00;
• ‘Theoretische Commerciële bruto-huuropbrengsten’: Bruto-huuropbrengsten voor de commerciële ruimten, verhoogd met eventuele gederfde inkomsten vanwege leegstand, huurvrije perioden en/of huurkortingen;
• ‘Uitgifteprijs’: het bedrag waartegen één (1) Participatie wordt uitgegeven (a) op de dag waarop het Fonds wordt aangegaan zoals is bepaald in artikel 5 lid 3 of (b) in het kader van een Overdracht zoals bepaald in artikel 5 lid 10;
• ‘Vergadering’: de vergadering van Participanten;
• ‘Wetswijziging’: elke wijziging in Nederlandse of communautaire wet- of regelgeving of het effectief van toepassing worden daarvan, waaronder mede is begrepen nadere regelgeving die is afgekondigd door bevoegde instanties zoals de Autoriteit Financiële Markten of De Nederlandsche Bank NV.
2. In het enkelvoud uitgedrukte definities omvatten tevens de meervoudsvorm en vice versa.
Rechtsvorm, naam, duur en zetel Artikel 2.
1. Het Fonds is of beoogt te zijn een volledig transparant fonds voor gemene rekening dat niet is onderwor- pen aan de Nederlandse vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting en dividendbelasting.
2. Het Fonds is een overeenkomst van eigen, bijzondere aard (pactum sui generis) tussen elke Participant afzonderlijk, de Beheerder en de Stichting, die wordt beheerst door de Fondsvoorwaarden. Onvermin- derd het bepaalde omtrent (besluitvorming in) de Vergadering, scheppen de Fondsvoorwaarden geen verbintenissen tussen de Participanten onderling, en de Participanten beogen nadrukkelijk geen onder- linge samenwerking of een gemeenschap als bedoeld in titel 7 Boek 3 Burgerlijk Wetboek aan te gaan. Het Fonds is geen personenvennootschap en evenmin een rechtspersoon.
3. Het Fonds draagt de naam ‘CASA The Hague’.
4. Het Fonds wordt met ingang van de datum waarop voor het eerst Participaties worden uitgegeven aan- gegaan voor onbepaalde tijd, en houdt kantoor te ‘s-Hertogenbosch.
Doel
Artikel 3.
Het Fonds heeft ten doel het verkrijgen van voordelen voor de Participanten door het voor gemene reke- ning beleggen van gelden in het Object, alsmede al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, in de ruimste zin van het woord.
Fondsvermogen
Artikel 4.
1. Gedurende de looptijd van het Fonds bestaat het Fondsvermogen uit gelden die tegenover de uitgifte van Participaties aan de Stichting zijn betaald, het Object, Bruto-huuropbrengsten en andere inkomsten uit het Object en liquiditeiten, (overige) gelden en rechten, alsmede verplichtingen - inclusief verplichtin- gen uit hoofde van de Hypothecaire Lening - die voortvloeien uit (het beleggen in en exploiteren van) het Object.
2. Een Participant kan niet worden gedwongen meer bij te dragen aan het Fondsvermogen dan de Uitgifte- prijs van zijn Participaties.
(Uitgifte, inkoop en overdracht van) Participaties Artikel 5.
1. Participaties luiden op naam en in euro. Aan elke Participatie zijn gelijke rechten verbonden. Er worden geen bewijzen van Participaties uitgegeven.
2. Vervreemding en overdracht van Participaties kan niet plaatsvinden anders dan door middel van een Overdracht of Overgang. Deze beperking op de overdracht van Participaties maakt een geldige overdracht aan een ander dan het Fonds dan wel bloed- en aanverwanten in de rechte lijn onmogelijk en is een (goederenrechtelijk) beding als bedoeld in artikel 3:83 lid 2 Burgerlijk Wetboek.
3. Op de dag waarop het Fonds wordt aangegaan worden 3.830 (drieduizend achthonderddertig) Participa- ties uitgegeven tegen een Uitgifteprijs van elk € 5.000 (vijfduizend euro) (exclusief Emissiekosten), met een minimale afname van 20 Participaties per Participant. In totaal wordt derhalve voor € 19.150.000 (negentien miljoen honderdvijftigduizend euro) aan Participaties uitgegeven.
4. Na de dag waarop het Fonds is aangegaan worden slechts Participaties ingekocht en uitgegeven in het kader van een Overdracht. Het is beoogd dat te allen tijde 3.830 (drieduizend achthonderddertig) Parti- cipaties uitstaan. De Beheerder is bevoegd om vaste of periodieke data vast te stellen waarop een Over- dracht kan plaatsvinden.
5. Voor de deelname aan het Fonds op de dag waarop het Fonds wordt aangegaan dient, nadat een inschrijf- formulier overeenkomstig het bepaalde in het Investment Memorandum is ingediend, de Uitgifteprijs vermenigvuldigd met het aantal toegekende en uit te geven Participaties en vermeerderd met de Emis- siekosten, uiterlijk op de door de Beheerder schriftelijk medegedeelde datum te zijn ontvangen op de Bankrekening.
6. Voor een verzoek tot Overgang dient een standaardformulier (verzoek tot Overgang), die op verzoek wordt verstrekt door de Beheerder, ingevuld en ondertekend tezamen met de daarin genoemde bijlagen in het bezit van de Beheerder te worden gesteld. Een Overgang is uitsluitend mogelijk voor zover de Be- heerder toestemming verleent voor de Overgang als bedoeld in lid 8.
7. Voor een verzoek tot Overdracht dient een standaardformulier (verzoek tot Overdracht), die op verzoek wordt verstrekt door de Beheerder, ingevuld en ondertekend tezamen met de daarin genoemde bijlagen in het bezit van de Beheerder te worden gesteld. Een Overdracht is uitsluitend mogelijk voor zover Parti- cipaties gelijktijdig of volgtijdelijk (kunnen) worden uitgegeven aan een derde die zich bij de Beheerder heeft gemeld als geïnteresseerde belegger in het Fonds (of aan een Participant die zich bij de Beheerder
heeft gemeld als geïnteresseerde voor aanvullende of extra Participaties) en de Beheerder toestemming verleent voor de Overdracht als bedoeld in lid 8.
8. Uitsluitend de Beheerder is bevoegd te beslissen omtrent een verzoek tot Overdracht of Overgang, een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 4. Een verzoek tot Overdracht of Overgang kan geheel of gedeeltelijk worden geweigerd en wordt in ieder geval geweigerd indien de Overdracht of Overgang naar het uitsluitende oordeel van de Beheerder (a) de fiscale status van het Fonds zou (kunnen) aantasten daaronder begrepen maar niet beperkt tot de situatie waarin de Enkelvoudige Toestemming ontbreekt,
(b) de ordelijke liquidatie van het Fonds (na ontbinding van het Fonds) zou (kunnen) verstoren of verhin- deren, (c) de belangen van de (overige) Participanten nadelig (kan) beïnvloeden, (d) tot gevolg zou heb- ben dat de met een Overdracht verkrijgende belegger Participaties verwerft tegen een tegenwaarde van minder dan € 100.000 per belegger, de met een Overgang verkrijgende belegger die de Participaties ver- krijgt xxxxxx dan door schenking (d.i. om niet) ze verwerft tegen een tegenwaarde van minder dan
€ 100.000 per belegger óf het door de vervreemdende Participant in verband met het Fonds belegde bedrag lager dan € 100.000 uitkomt (tenzij het bedrag door waardedaling na de Overdracht of Overgang onder € 100.000 uitkomt of de vervreemdende Participant alle door hem gehouden Participaties over- draagt) of (e) (anderszins) in strijd met de Fondsvoorwaarden zou (kunnen) komen.
9. Na ontvangst van een verzoek tot Overdracht of Overgang bericht de Xxxxxxxxx de verzoeker zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk omtrent het besluit als bedoeld in lid 6 en lid 7 onder aangeven, indien van toepassing, de datum waarop de Overdracht of Overgang zal plaatsvinden.
10. De Participant die overeenkomstig het bepaalde in dit artikel in het kader van een Overdracht Participaties overdraagt aan het Fonds ontvangt binnen 14 (veertien) dagen na de dag van Overdracht van de Stichting de Inkoopprijs voor de desbetreffende Participaties. De partij als bedoeld in de laatste volzin van lid 6 waaraan de desbetreffende Participaties in het kader van de hier bedoelde Overdracht worden uitgege- ven ontvangt tijdig van de Beheerder schriftelijke instructies omtrent zijn identificatie en betaling van de Uitgifteprijs voor de in dit lid bedoelde Participaties; het desbetreffende bedrag (Uitgifteprijs vermenig- vuldigd met het aantal uit te geven Participaties) dient ten minste 2 (twee) werkdagen voorafgaand aan de medegedeelde datum van Overdracht te zijn bijgeschreven op de aangegeven Bankrekening. De In- koopprijs en de Uitgifteprijs worden vastgesteld door de Participant die de Participaties overdraagt aan het Fonds en de partij waaraan de desbetreffende Participaties in het kader van de hier bedoelde Over- dracht worden uitgegeven. De Inkoopprijs en de Uitgifteprijs zijn in alle gevallen gelijk aan elkaar. Voor zover de Xxxxxxxxx betrokken is bij het vaststellen van (de basis voor) de Inkoopprijs en de Uitgifteprijs is de Beheerder, behoudens diens grove nalatigheid of opzet, niet aansprakelijk voor een onjuist bere- kende Inkoopprijs en Uitgifteprijs en (voormalige) Participanten worden niet gecompenseerd voor een onjuiste berekening. De Participant als bedoeld in de eerste volzin van dit lid is aansprakelijk voor even- tuele belastingen die in verband met de Overdracht ten laste van het Fondsvermogen mochten komen.
11. Participanten hebben geen recht van voorkeur met betrekking tot de in het kader van een Overdracht uit te geven Participaties.
12. Participaties worden niet uitgegeven indien de Stichting de Uitgifteprijs daarvoor niet heeft ontvangen. De verbintenis tot betaling van de Uitgifteprijs is een verbintenis jegens (en uitsluitend jegens) de Stich- ting.
13. Onverminderd het bepaalde in artikel 3:259 Burgerlijk Wetboek kunnen Participaties niet worden be- zwaard met een pandrecht of ander beperkt recht. De tweede volzin van lid 2 van dit artikel is van over- eenkomstige toepassing.
Wijze van levering van Participaties Artikel 6.
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 5 geschiedt de levering van Participaties bij onderhandse of nota- riële akte; in het geval de Beheerder of de Stichting geen partij is bij die akte dient mededeling van de levering plaats te vinden aan de Beheerder respectievelijk de Stichting.
2. Behoudens in het geval dat de Beheerder en de Stichting zelf bij bedoelde akte partij zijn, kunnen de aan de Participaties verbonden rechten eerst jegens de Beheerder respectievelijk de Stichting worden uitge- oefend nadat de akte aan de Beheerder respectievelijk de Stichting is betekend.
3. Onverminderd het bepaalde in artikel 5 lid 8 zal de Beheerder medewerking verlenen aan de uitvoering van een Overgang van Participaties.
4. Op de uitgifte van Participaties is het bepaalde in de leden 1 en 2 van overeenkomstige toepassing.
Vermindering Fondsvermogen, inkoop en intrekking Participaties Artikel 7.
In afwijking van het bepaalde in artikel 5 lid 4 kan de Vergadering, op voorstel van de Beheerder, besluiten tot vermindering van het Fondsvermogen door intrekking van Participaties. Intrekking van Participaties kan uitsluitend Participaties betreffen die zijn ingekocht.
Register van Participanten Artikel 8.
1. De Beheerder houdt een Register waarin de namen en adressen - waaronder adressen voor (elektroni- sche) post (e-mail) - van alle Participanten worden opgenomen, met vermelding van de datum waarop zij de Participaties hebben verkregen, het aantal van de door hen gehouden Participaties, uitkeringen die zij ten laste van het Fondsvermogen hebben ontvangen en hun bankrekeningnummers.
2. Het Register wordt regelmatig bijgehouden en ligt ten kantore van de Beheerder ter inzage van de Parti- cipanten.
3. De Beheerder verstrekt desgevraagd aan een Participant een uittreksel uit het Register met betrekking tot zijn rechten tot Participaties.
4. Het is de Beheerder toegestaan informatie uit het Register te verstrekken aan derden, waaronder de Autoriteit Financiële Markten, de belastingdienst en De Nederlandsche Bank NV, indien dat bij of krach- tens de Fondsvoorwaarden, de wet of krachtens rechterlijke uitspraak is geboden. Daarnaast is het de Beheerder toegestaan persoonsgegevens van (toekomstige) Participanten te verstrekken aan de ver- strekker van de Hypothecaire Xxxxxx die laatstbedoelde verlangt in verband met het vaststellen en veri- fiëren van hun identiteit en de herkomst van hun vermogen. Indien Participanten een UBO (als bedoeld in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme) vormen dan is het de Beheerder verder toegestaan informatie uit het Register aan andere Participanten te verstrekken.
5. Iedere Participant is verplicht aan de Beheerder onverwijld schriftelijk opgave te doen van mutaties in hun gegevens die zijn opgenomen in het Register.
6. In geval een Participant heeft nagelaten zijn (juiste) gegevens of mutaties daarin op te geven voor opname in het Register, komt dat voor risico van de Participant en is de Beheerder onherroepelijk gemachtigd namens die Participant oproepingen en mededelingen in ontvangst te nemen.
Participaties behorende tot een gemeenschap Artikel 9.
1. Indien Participaties tot een gemeenschap behoren, kunnen de gezamenlijke deelgenoten zich slechts door een schriftelijk door hen daartoe aangewezen persoon in de Vergadering en tegenover de Beheer- der en de Stichting doen vertegenwoordigen. De bedoelde aangewezen persoon wordt opgenomen in het Register.
2. Op het moment waarop de gerechtigdheid tot Participaties van een individuele deelgenoot in een ge- meenschap als bedoeld in het eerste lid van dit artikel ontstaat of wijzigt, dient die gerechtigdheid tot Participaties een tegenwaarde van ten minste € 100.000 te vertegenwoordigen. Dit vereiste geldt niet indien de wijziging van de gerechtigdheid van een individuele deelgenoot wordt veroorzaakt door het volledig eindigen van de rechten van een of meer andere deelgenoten tot de gemeenschappelijke goe- deren van de betreffende gemeenschap.
Oproepingen, mededelingen en rapportages Artikel 10.
1. Oproepingen, mededelingen en rapportages geschieden per elektronische post (e-mail) of bij (al dan niet aangetekende) brief of deurwaardersexploit. Indien het betreft oproepingen, mededelingen of rapporta- ges aan Participanten, geschieden deze aan de in het Register opgenomen (e-mail)adressen. Betreft het mededelingen door Participanten aan de Beheerder of de Stichting dan geschieden deze aan hun kantoor- of e-mailadres zoals geregistreerd in het handelsregister.
2. Als datum van een oproeping, mededeling of rapportage geldt de datum als vermeld op de ontvangstbe- vestiging van de e-mail, de datum van het stempel van het bewijs van terpostbezorging van de aangete- kende brief respectievelijk van verzending daarvan respectievelijk van de dag van betekening van het deurwaardersexploit.
3. Mededelingen die krachtens de wet of de Fondsvoorwaarden aan de Vergadering moeten worden ge- richt, kunnen geschieden door opneming in de oproeping.
Beheerder en Stichting Artikel 11.
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 4 lid 2 wordt het Fonds voor rekening en risico van de Participanten beheerd door de Beheerder.
2. Het Fondsvermogen wordt goederenrechtelijk verkregen en ten titel van beheer gehouden door de Stich- ting; de Stichting houdt (op eigen naam) de juridische eigendom van alle zaken en is rechthebbende tot de vermogensrechten die tot de Fondsactiva behoren en de verplichtingen die tot de Fondspassiva beho- ren worden op naam van de Stichting inzake het Fonds aangegaan, dit alles - onverminderd het bepaalde in artikel 4 lid 2 - voor rekening en risico van de Participanten.
3. Ieder van de Beheerder en de Stichting handelt in de uitoefening van hun respectievelijke functies in het belang van de Participanten.
4. De Beheerder behandelt de Participanten onder vergelijkbare omstandigheden op gelijke wijze.
5. Zowel de Beheerder als de Stichting is verplicht aan de Participanten, hun vertegenwoordigers en rechts- opvolgers inzage te geven in stukken met betrekking tot het Fonds waarover zij beschikken, voor zover zulks nodig is voor de administratieve afwikkeling van de zaken van Participanten.
6. Met het aanvaarden van de Fondsvoorwaarden kan de Beheerder niet geacht worden zich tot exclusiviteit jegens het Fonds te hebben verbonden. Het staat de Beheerder vrij om, onverminderd de beperkingen bij of krachtens de Wet op het financieel toezicht, op te treden als beheerder voor andere beleggingsin- stellingen.
7. Het is de Stichting niet toegestaan actief te zijn anders dan als entiteit die de juridische eigendom van de activa van het Fonds overeenkomstig artikel 4:37j lid 1 Wet op het financieel toezicht.
8. De Stichting is jegens het Fonds en de Participanten volgens het Nederlands recht aansprakelijk voor door hen geleden schade voor zover die schade het gevolg is van de opzet of grove schuld van de Stichting.
Vertegenwoordiging
Artikel 12.
1. Behoudens een door de Participant verleende volmacht als bedoeld in artikel 17 lid 5 is de Beheerder noch de Stichting bevoegd om (een of meerdere van) de Participanten te vertegenwoordigen.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 13 is de Beheerder bevoegd om de Stichting te vertegenwoordigen bij het aangaan van verplichtingen ten laste van en verbintenissen met betrekking tot het Fondsvermogen alsmede te beschikken over het Fondsvermogen, waaronder mede begrepen is het (doen) verrichten van (girale) betalingen ten laste van het Fondsvermogen. De Beheerder treedt in die gevallen uitsluitend op namens de Stichting inzake het Fonds.
Beheer en beschikking, juridische eigendom Fondsvermogen Artikel 13.
1. Onverminderd het bepaalde in dit artikel en met inachtneming van het bepaalde in artikel 12 wordt onder het beheer als bedoeld in artikel 11 lid 1 uitdrukkelijk mede verstaan het verrichten van beheers- en be- schikkingshandelingen met betrekking tot het Fondsvermogen, waarbij:
x. xx Xxxxxxxxx beschikkingshandelingen met betrekking tot het Fondsvermogen slechts tezamen met de Stichting verricht; en
b. de Stichting de Fondsactiva slechts afgeeft na ontvangst van een schriftelijke verklaring van de Be- heerder dat afgifte wordt verlangd in verband met de regelmatige uitoefening van de beheerfunctie, met uitzondering van afgifte van activa in verband met het aangaan of nakomen van verplichtingen die passen binnen het kader van het dagelijks beheer van het Fonds(vermogen) en waarvan het be- lang of de waarde het bedrag van € 25.000 (vijfentwintigduizend euro) per jaar per verplichting niet te boven gaat, mits de Stichting de dagafschriften van de Bankrekening alsook de facturen die in ver- band daarmee zijn voldaan ontvangt ter controle dat mutaties op de Bankrekening in overeenstem- ming zijn met het hiervoor bepaalde.
2. De Beheerder behoeft de goedkeuring van de Vergadering voor (de uitvoering van) haar besluiten tot:
a. verkoop en levering van het Object of een deel daarvan;
b. het bezwaren van goederen die behoren tot het Fondsvermogen, tenzij het betreft het vestigen van een recht van hypotheek op het Object in verband met de Hypothecaire Lening of het oversluiten van de Hypothecaire Lening als bedoeld in lid 5 onder a;
c. tot het aangaan van een of meerdere leningen ten laste van het Fondsvermogen (als inlener) indien en zodra (daardoor) het bedrag van die leningen € 25.000 of meer zou bedragen, tenzij het betreft de Hypothecaire Lening of het oversluiten van de Hypothecaire Xxxxxx als bedoeld in lid 5 onder a;
d. tot het ter leen verstrekken van gelden indien en zodra (daardoor) het bedrag van de hier bedoelde
ter leen verstrekte gelden € 25.000 of meer zou bedragen;
e. tot het verlenen van doorlopende bevoegdheid de Beheerder te vertegenwoordigen;
f. tot wijziging van voorwaarden die zijn opgenomen in het Informatie Memorandum en die niet voort- vloeien uit de Fondsvoorwaarden of de statuten van de Stichting;
g. tot het aangaan van een overeenkomst of verplichting met betrekking tot het Fondsvermogen in ge- val van een (potentieel) belangenconflict tussen enerzijds het Fonds en anderzijds de Beheerder of een aan de Beheerder gelieerde partij.
3. De hiernavolgende besluiten van de Stichting behoeven de goedkeuring van de Vergadering:
a. tot ontbinding van de Stichting, anders dan nadat het Fonds is ontbonden en het Fondsvermogen is vereffend;
b. juridische fusie of juridische splitsing van de Stichting;
c. tot wijziging van de statuten van de Stichting; en
d. het aanvragen van faillissement of surséance van betaling van de Stichting.
4. Het ontbreken van de goedkeuring zoals bedoeld in de leden 2 en 3 van artikel tast de gebondenheid jegens enige derde niet aan.
5. Tot de taken van de Beheerder behoren onder meer voorts:
a. het (voorbereiden en) sluiten van overeenkomsten ter zake de Hypothecaire Lening alsmede (het voorbereiden van) het wijzigen en/of het oversluiten van de Hypothecaire Lening, waaronder mede begrepen het vestigen van het recht van hypotheek op het Object in verband met (het wijzigen en/of oversluiten van) de Hypothecaire Lening;
b. het voorbereiden van overeenkomsten ter zake de beschikking over het Object (anders dan bedoeld onder a van dit lid 5) met inachtneming van lid 2;
c. het (voorbereiden en) sluiten van huurovereenkomsten met betrekking tot de exploitatie van het Ob- ject;
d. het administreren en invorderen van huurpenningen ter zake van de huurovereenkomsten met in- achtneming van lid 6 onder a;
e. het verrichten van het dagelijks beheer over het Fonds(vermogen), waaronder begrepen het verrich- ten van rechtshandelingen en het aangaan van verplichtingen met inachtneming van lid 2;
f. het instellen van en voeren van verweer in gerechtelijke procedures en het treffen van schikkingen met betrekking tot het Fondsvermogen;
g. het zorgdragen voor de financiële verslaglegging met betrekking tot het Fonds(vermogen) en publica- tie daarvan als bepaald in de Fondsvoorwaarden en, voor zover van toepassing, de Wet op het finan- cieel toezicht en het, met inachtneming van het bepaalde in artikel 22 leden 6, 7 en 8, besluiten om- trent het doen van uitkeringen aan de Participanten;
h. het verzorgen van alle administratieve en secretariaatswerkzaamheden met betrekking tot het Fonds, waaronder het op zodanige wijze administreren van de toestand van het Fondsvermogen en van alles betreffende de werkzaamheden met betrekking tot het Fonds, alsook de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen die het Fondsvermogen vormen kunnen worden gekend;
i. het regelmatig verstrekken aan de Participanten en de Stichting van informatie over de gang van zaken bij het Fonds; en
j. het onderhouden van contacten met de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank NV. Binnen de grenzen die de Wet op het financieel toezicht daaraan stelt is het de Beheerder toegestaan een of meerdere van zijn taken uit te besteden aan een derde. De kosten voor uitbestede werkzaamhe- den komen voor rekening van de Beheerder.
6. Tot de taken van de Stichting behoren onder meer:
a. het op eigen naam openen en aanhouden en/of het op naam van de Beheerder laten openen en aan- houden en monitoren van de Bankrekening ten behoeve van het Fonds(vermogen) waarop alle ten gunste van het Fondsvermogen (te) ontvangen bedragen worden gestort en aangehouden en, onder toepassing van het bepaalde onder g van dit lid en onverminderd het bepaalde in artikel 12 lid 2, deze gelden (laten) overmaken en uitkeren op aanwijzing van de Beheerder;
b. het op eigen naam goederenrechtelijk verkrijgen en ten titel van beheer houden van het Fondsver- mogen (waaronder het Object) en, onder de voorwaarden als bepaald in de Fondsvoorwaarden, het
Object bezwaren en overdragen op aangeven van de Beheerder en voorts alles te doen wat in verband daarmee bevorderlijk is, één en ander in de ruimste zin des woords,
en voorts zal de Stichting:
c. zich ervan vergewissen dat elke uitgifte, inkoop en intrekking van alsmede terugbetaling op Participa- ties overeenkomstig het bepaalde in de Fondsvoorwaarden geschiedt;
d. zich ervan vergewissen dat bij transacties met betrekking tot het Fondsvermogen de tegenprestatie binnen de gebruikelijke termijnen wordt voldaan;
e. zich ervan vergewissen dat elke opbrengst van het Fondsvermogen een bestemming krijgt in overeen- stemming met de Fondsvoorwaarden;
f. aan de Beheerder alle informatie en documentatie verstrekken die deze nodig heeft voor de uitoefe- ning van zijn functie; en
g. behoudens het geval waarin zulks in strijd komt met het bepaalde bij of krachtens de Wet op het financieel toezicht of de Fondsvoorwaarden, op aanwijzing van de Beheerder (meewerken aan het) beschikken over het Fondsvermogen en (meewerken aan het) verrichten van (rechts)handelingen met betrekking tot het Fonds en het Fondsvermogen.
7. Voor aangelegenheden betreffende het Fonds(vermogen) die in de Fondsvoorwaarden niet aan de Be- heerder of de Stichting zijn opgedragen, overleggen de Beheerder en de Stichting.
8. De Stichting mag slechts met medewerking van de Beheerder over het Fondsvermogen beschikken.
9. Rechtshandelingen met betrekking tot het Fondsvermogen worden door de Beheerder uitsluitend ver- richt 'namens de Stichting inzake het Fonds'.
Vergaderingen
Artikel 14.
1. De jaarlijkse Vergadering wordt binnen zes (6) maanden na afloop van het boekjaar gehouden.
2. De agenda voor de jaarlijkse Vergadering bevat in ieder geval de volgende onderwerpen:
a. de behandeling van het schriftelijke jaarverslag van de Beheerder omtrent de zaken van het Fonds en het gevoerde beheer;
b. de vaststelling van de jaarrekening van het Fonds; en
c. verlening van decharge aan de Beheerder voor het beheer over het afgelopen boekjaar.
In de jaarlijkse Vergadering wordt voorts behandeld hetgeen met inachtneming van artikel 15 leden 2 en 3 verder op de agenda is geplaatst.
3. Een Vergadering wordt bijeengeroepen zo dikwijls de Beheerder het wenselijk acht. Bovendien zal een Vergadering worden bijeengeroepen, zodra (a) één of meer Participanten die, al dan niet gezamenlijk ten minste één tiende (1/10e) van alle uitstaande Participaties houden of (b) de Stichting, dit onder medede- ling van de te behandelen onderwerpen, aan de Beheerder verzoeken, (c) sprake is van een potentieel belangenconflict als bedoeld in artikel 13 lid 2 onder g en (d) in de gevallen als bedoeld in artikel 19 leden 7 en 8.
Plaats van de Vergadering en oproeping Artikel 15.
1. De Vergaderingen worden gehouden in de gemeente waar het Fonds kantoor houdt of ter plaatse als door de Beheerder is bepaald en medegedeeld.
2. Participanten en de Stichting worden tot de Vergadering opgeroepen door de Beheerder. Indien in het geval als bedoeld in de tweede volzin van artikel 14 lid 3, de Beheerder niet de Vergadering zodanig bij- eenroept dat zij binnen vier weken na het verzoek wordt gehouden, is ieder van de verzoekers zelf tot bijeenroeping bevoegd, met inachtneming van het daaromtrent in de Fondsvoorwaarden bepaalde en
onder de gehoudenheid (ook) de Beheerder en de Stichting op te roepen. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen steeds vermeld.
3. De oproeping geschiedt niet later dan op de vijftiende (15e) dag voor die van de Vergadering. Was die termijn korter of heeft de oproeping niet plaatsgehad, dan kunnen geen geldige besluiten worden geno- men, tenzij het besluit met algemene stemmen wordt genomen in een Vergadering waarin alle uitstaande Participaties vertegenwoordigd zijn. Ten aanzien van onderwerpen die niet in de oproeping of in een aanvullende oproeping met inachtneming van de voor oproeping gestelde termijn zijn aangekondigd, vindt het bepaalde in de vorige zin overeenkomstige toepassing.
Leiding van de Vergadering en notulen Artikel 16.
1. De Beheerder zit de Vergadering voor. Bij afwezigheid van de Beheerder zit de Stichting de Vergadering voor. Bij afwezigheid van de Beheerder en de Stichting wijst de Vergadering de voorzitter aan. Tot dat moment wordt de Vergadering voorgezeten door de oudste aanwezige Participant (waarbij, voor Partici- panten die geen natuurlijke persoon zijn, de leeftijd van de oudste directeur of bestuurder daarvan in acht wordt genomen). De voorzitter wijst de secretaris aan.
2. Tenzij van het ter Vergadering verhandelde een notarieel proces-verbaal wordt opgemaakt, worden daar- van notulen gehouden. Notulen worden vastgesteld en ten blijke daarvan getekend door de voorzitter en de secretaris van de desbetreffende Vergadering dan wel vastgesteld door een volgende Vergadering; in het laatste geval worden zij ten blijke van vaststelling door de voorzitter en de secretaris van die volgende Vergadering ondertekend. Van ter Vergadering genomen besluiten blijkt uit een door de voorzitter en de secretaris getekende besluitenlijst. Een zodanige besluitenlijst wordt bij het notulenregister bewaard.
3. De voorzitter van de Vergadering kan te allen tijde opdracht geven tot het opmaken van een notarieel proces-verbaal waarvan de kosten ten laste komen van het Fondsvermogen.
4. De voorzitter van de desbetreffende Vergadering is bevoegd andere personen dan Participanten (en hun vertegenwoordigers) en de Stichting tot de Vergadering toe te laten.
Stemrecht, toegang tot Vergadering Artikel 17.
1. In de Vergadering geeft elke Participatie recht op het uitbrengen van één (1) stem. Xxxxxx stemmen en ongeldige stemmen worden als niet uitgebracht aangemerkt.
2. Besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, tenzij uitdrukkelijk een grotere meerderheid wordt voorgeschreven. Besluiten van de Vergadering zijn bindend voor alle Par- ticipanten, de Beheerder en de Stichting.
3. De voorzitter bepaalt de wijze van stemming, met dien verstande dat, indien een van de stemgerechtigde aanwezigen dit verlangt, stemming over het aanwijzen van de voorzitter als bedoeld in artikel 16 lid 1 en stemming over de benoeming, schorsing en ontslag van de Beheerder of (het bestuur van) de Stichting bij gesloten ongetekende briefjes geschiedt.
4. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
5. Participanten kunnen zich ter Vergadering door een schriftelijk gevolmachtigde doen vertegenwoordigen.
6. Toegang tot de Vergadering wordt verleend op vertoon van een geldig identiteitsbewijs, nadat registratie van de (vertegenwoordigde) Participant is vastgesteld aan de hand van het Register.
7. De Stichting is bevoegd de Vergadering bij te wonen en daarin het woord te voeren. Indien de Beheerder de Vergadering niet voorzit, is de Beheerder bevoegd de Vergadering bij te wonen en daarin het woord te voeren. Zij hebben geen stemrecht in de Vergadering.
Besluitvorming buiten Vergadering Artikel 18.
1. Participanten kunnen alle besluiten die zij in de Vergadering kunnen nemen, buiten de Vergadering ne- men mits schriftelijk, telegrafisch, per telex, per telecopier of middels een (ander) elektronisch telecom- municatiemiddel genomen. De Beheerder wordt in de gelegenheid gesteld over het voorstel advies uit te brengen. Degenen die buiten de Vergadering een besluit hebben genomen, doen van het aldus genomen besluit onverwijld en schriftelijk mededeling aan de Beheerder.
2. Van een besluit, als bedoeld in lid 1, maakt de Beheerder in het notulenregister van de Vergadering mel- ding; die vermelding wordt in de eerstvolgende Vergadering door de voorzitter van die Vergadering voor- gelezen. Bovendien worden de bescheiden waaruit van het nemen van een zodanig besluit blijkt, bij het notulenregister van de Vergadering bewaard, en wordt, zodra het besluit is uitgevoerd, daarvan mede- deling gedaan aan degenen die het besluit hebben genomen.
Xxxxxxxxx, ontslag en vervanging Xxxxxxxxx, (bestuur van de) Stichting Artikel 19.
1. De Vergadering kan de Beheerder respectievelijk de Stichting of het bestuur van de Stichting te allen tijde schorsen en ontslaan. Met uitzondering van lid 10 van dit artikel is het bepaalde in dit artikel omtrent het schorsen of ontslaan van de Stichting van overeenkomstige toepassing op het schorsen of ontslaan van het bestuur van de Stichting.
2. De Vergadering kan een besluit tot schorsing of ontslag van de Beheerder of de Stichting slechts nemen met een meerderheid van ten minste twee derde (2/3e) van de uitgebrachte stemmen, waarbij die meer- derheid meer dan de helft (1/2e) van het aantal uitstaande Participaties vertegenwoordigt. In geval van een besluit tot schorsing of ontslag, besluit die Vergadering omtrent een (tijdelijke) vervanger.
3. Indien de Vergadering de Beheerder of de Stichting heeft geschorst, dient de Vergadering binnen drie (3) maanden na ingang van de schorsing te besluiten hetzij tot ontslag hetzij tot opheffing of handhaving van de schorsing; bij gebreke daarvan vervalt de schorsing.
4. Een besluit tot handhaving van de schorsing kan slechts eenmaal worden genomen en de schorsing kan daarbij ten hoogste worden gehandhaafd voor drie (3) maanden, ingaande op de dag waarop de Verga- dering het besluit tot handhaving heeft genomen. Indien de Vergadering niet binnen de voor de handha- ving bepaalde termijn tot ontslag of tot opheffing van de schorsing heeft besloten, vervalt de schorsing. De geschorste Beheerder of Stichting wordt in de gelegenheid gesteld zich in de Vergadering te verant- woorden en zich daarbij door een raadsman te doen bijstaan.
5. Gedurende de schorsing van de Beheerder of de Stichting blijven de bepalingen van de Fondsvoorwaar- den jegens de Beheerder respectievelijk de Stichting buiten toepassing.
6. In afwijking van het bepaalde in lid 5 is de Beheerder respectievelijk de Stichting gedurende een schorsing verplicht:
a. zich te onthouden van handelingen die kunnen leiden tot schade voor het Fonds;
b. op verzoek van de (vervangende) Stichting respectievelijk (vervangende) Beheerder (rechts)handelin- gen te verrichten die noodzakelijk zijn ter voorkoming van schade voor het Fonds; en
c. de (vervangende) Stichting respectievelijk (vervangende) Beheerder inzage te verlenen in de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers met betrekking tot het Fonds(vermogen) - die de geschorste Beheerder of Stichting onder zich houdt - en/of hun daarvan kopieën te verstrekken.
7. Indien de Xxxxxxxxx en/of de Stichting verzoekt te worden ontslagen wordt een Vergadering bijeenge- roepen die binnen een termijn van vier (4) weken wordt gehouden, in welke Vergadering wordt besloten omtrent een vervanger.
8. In geval van:
a. ontbinding van de Beheerder respectievelijk de Stichting;
b. aanvraag van surséance van betaling of faillissement door de Beheerder respectievelijk de Stichting;
c. faillietverklaring van de Beheerder respectievelijk de Stichting;
x. xx Xxxxxxxxx respectievelijk de Stichting een regeling met al haar crediteuren treft; of
e. de Beheerder respectievelijk de Stichting het recht verliest om naar Nederlands recht geheel zelfstan- dig beschikkingshandelingen te verrichten,
is de Beheerder respectievelijk de Stichting van rechtswege ontslagen en wordt door de Stichting respec- tievelijk de Beheerder een Vergadering bijeengeroepen die binnen een termijn van vier (4) weken wordt gehouden waarin wordt besloten omtrent een vervanger.
9. Ontslag van de Beheerder of de Stichting heeft tot gevolg dat de bepalingen van de Fondsvoorwaarden jegens de Beheerder respectievelijk de Stichting worden beëindigd per de datum waarop het ontslag in- gaat. Het bepaalde in lid 6 is van overeenkomstige toepassing. Het bepaalde in de eerste volzin is niet onverkort van toepassing op het recht van de Beheerder op 20% van de Overwinst; in geval van ontslag van de Beheerder tijdens de looptijd van het Fonds en anders dan om redenen als bedoeld in lid 8 behoudt de Beheerder diens rechten als bedoeld in artikel 22 lid 1 onder d voor (a) 10% voor elk jaar of deel daarvan dat de Beheerder in functie is of is geweest, te rekenen vanaf de dag waarop het Fonds is aan- gegaan tot en met de dag van het effectief worden van het ontslag van de Beheerder, en (b) gemaximeerd tot 100% van de rechten van de Beheerder als bedoeld in artikel 22 lid 1 onder d (oftewel gemaximeerd tot 20% van Overwinst).
10. In geval van ontslag van de Stichting is de Stichting, onverminderd het bepaalde in lid 9 juncto lid 6, on- voorwaardelijk gehouden het Fondsvermogen onverwijld over te dragen aan de daartoe door de (vervan- gende) Beheerder aangewezen partij.
11. Onverminderd het bepaalde in lid 9 juncto lid 6 is de ontslagen Xxxxxxxxx of Stichting gehouden om de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers met betrekking tot het Fonds(vermogen) die deze onder zich houdt af te geven aan diens vervanger en overigens, op verzoek van bedoelde vervanger, alle mede- werking te verlenen die noodzakelijk is voor een deugdelijke overdracht van de functie van de Beheerder respectievelijk de Stichting.
12. Indien de Beheerder of de Stichting is ontslagen en de Vergadering niet heeft besloten omtrent een ver- vanger, wijst de Stichting respectievelijk de Beheerder een tijdelijke vervanger aan die als zodanig zal functioneren totdat de Vergadering een vervanger heeft benoemd.
13. Indien de Xxxxxxxxx ontslag neemt of is ontslagen op verzoek van de hypothecair financier van een of meer van de Objecten is, in afwijking van het bepaalde in dit artikel 19, de Stichting bevoegd een vervan- ger voor de Beheerder te benoemen.
Boekjaar, jaarrekening, kwartaalcijfers Artikel 20.
1. Het boekjaar van het Fonds is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Jaarlijks binnen zes (6) maanden na afloop van elk boekjaar maakt de Beheerder een jaarrekening van het Fonds op. De jaarrekening gaat vergezeld van het jaarverslag, tenzij artikel 2:391 Burgerlijk Wetboek niet voor het Fonds geldt, en van de in artikel 2:392 lid 1 Burgerlijk Wetboek bedoelde overige gegevens (waaronder de verklaring van de Accountant) voor zover het in dat lid bepaalde op het Fonds van toepas- sing is en met inachtneming van het bepaalde in artikel 21 lid 1.
3. Op het opmaken van de jaarrekening en het jaarverslag is het bepaalde in titel 9 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing.
4. De Beheerder zendt de opgemaakte jaarrekening, het jaarverslag en de in lid 2 bedoelde overige gege- vens op de dag van de oproeping tot de jaarlijkse Vergadering waarin deze worden behandeld, aan het (e-mail)adres van de Participanten.
5. De jaarrekening van het Fonds wordt vastgesteld door de Vergadering.
6. Indien de jaarrekening gewijzigd wordt vastgesteld, wordt de gewijzigde jaarrekening gepubliceerd op de website van de Beheerder.
7. Binnen vier (4) weken na afloop van elk kalenderkwartaal stelt de Beheerder financiële overzichten be- treffende het Fonds(vermogen), alsmede een verslag omtrent de gang van zaken bij het Fonds en zendt deze ter kennisname aan de Participanten.
Accountant
Artikel 21.
1. Indien wettelijk verplicht of de Vergadering daartoe besluit zal de Beheerder aan de Accountant de op- dracht verlenen om de door de Beheerder opgemaakte jaarrekening van het Fonds te onderzoeken over- eenkomstig het bepaalde in 2:393 lid 3 Burgerlijk Wetboek. De Accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan de Beheerder en geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring weer.
2. De Beheerder kan aan de Accountant of aan een andere accountant op kosten van het Fonds opdrachten verstrekken.
(Kosten)vergoedingen Beheerder en Stichting, winst, verlies, uitkeringen Artikel 22.
1. De Beheerder heeft uit hoofde van zijn werkzaamheden voor het Fonds recht op een vergoeding be- staande uit de volgende componenten:
a. fondsbeheer: een vergoeding ter grootte van € 2.000 per jaar (prijspeil december 2020) (te vermeer- deren met BTW);
b. property management (technisch, administratief en commercieel beheer, eventueel inclusief verhuur- courtage):
(i) woningen 5,25% over de Theoretische Residentiële bruto-huuropbrengsten op
jaarbasis (te vermeerderen met BTW). Deze vergoeding is inclusief af- koop debiteurenrisico (residentieel) en kosten van de property mana- ger voor wederverhuur van de woningen.
(ii) commerciële ruimten 2,00% over de daadwerkelijk geïncasseerde Commerciële bruto-huur-
opbrengsten op jaarbasis (te vermeerderen met BTW);
(iii) verhuurcourtage Bij de woningen is de verhuurcourtage inbegrepen in de beheerfee ex-
clusief eventuele kosten voor (online) marketing zoals o.a. Funda. Aan- gaande de commerciële ruimten is de verhuurcourtage maximaal 18% van de theoretische bruto-huur-opbrengsten.
c. asset management (aansturen externe property manager, rapportage exploitatieresultaat, managen business plan van het Object): 0,15% van de op 31 december van enig jaar meest actuele taxatie- waarde kosten koper van het Object (te vermeerderen met BTW); en
d. 20% van de Overwinst, of zoveel minder als bepaald in lid 3.
2. De vergoedingen als bedoeld onder a tot en met c in lid 1 zijn telkens naar rato en per kalenderkwartaal bij vooruitbetaling opeisbaar, met uitzondering van de vergoeding onder b (iii) in lid 1 die per kalender- kwartaal achteraf opeisbaar is, voor het eerst op de dag waarop de Fondsvoorwaarden van kracht worden en te berekenen over het aantal dagen dat op die dag in het lopende kalenderkwartaal resteert (op basis van een jaar van 360 dagen). Het eventueel in enig kalenderkwartaal te veel aan de Beheerder betaalde
vergoeding als hier bedoeld wordt verrekend met de verschuldigde vergoeding over het eerst daaropvol- gende kalenderkwartaal. Op de dag van beëindiging van het Fonds wordt (eveneens op basis van een jaar van 360 dagen, overeenkomstig de wijze als bepaald in de eerste volzin van dit lid) het te veel aan be- taalde vergoedingen als bedoeld in lid 1 onder a tot en met c door de Beheerder gerestitueerd.
3. De vergoeding als bedoeld onder d in lid 1 is opeisbaar zodra het Object (volledig) is verkocht en geleverd en de rekening en verantwoording als bedoeld in artikel 25 lid 4 is afgelegd. Indien het Rendement minder bedraagt dan het Geprognosticeerde Rendement wordt voor het berekenen van de Overwinst waartoe de Beheerder voor een deel gerechtigd is, de Overwinst verminderd met de contante waarde, uitgedrukt in euro, van het bedrag dat zich laat berekenen door van de contante waarde van het Geprognosticeerde Rendement de contante waarde van het Rendement (beide uitgedrukt in euro) in mindering te brengen.
4. De bestuurder van de Stichting ontvangt éénmaal per twaalf maanden een vergoeding van € 2.000,- (prijs- peil december 2020) voor de uitoefening van zijn bestuursfunctie. De vergoeding wordt uitgekeerd per dertig december van elk jaar of per einde van de benoemingsperiode, indien die eindigt vóór dertig de- cember van een jaar. Daarnaast worden (on)kosten die gemaakt worden ter bevordering van de uitoefe- ning van de bestuursfunctie aan de bestuurder vergoed, tot een maximum van € 1.000,- per twaalf maan- den.
5. Onverminderd het bepaalde in het slot van artikel 13 lid 5 omtrent de kosten van uitbesteding door de Beheerder, komen alle overige kosten verband houdende met het beheer en de bewaring van het Fonds- vermogen (waaronder kosten van de Accountant of andere accountants, adviseurs, advocaten, banken, dienstverleners in het kader van de exploitatie en de vervreemding van het Object en taxateurs) voor rekening van het Fonds. Alle kosten en vergoedingen worden door het Fonds aan de Beheerder en de Stichting voldaan zonder dat daarbij enig beroep op korting en/of verrekening kan worden gedaan. Van de door de Stichting gemaakte kosten zendt deze aan de Beheerder een schriftelijk overzicht.
6. Het Resultaat dat met het Fondsvermogen wordt behaald komt, met inachtneming van het bepaalde in de leden 1, 4 en 5, ten goede aan dan wel ten laste van de Participanten naar evenredigheid van het aantal door ieder van hen gehouden Participaties.
7. Het positieve Resultaat dat met het Fondsvermogen in enig boekjaar wordt behaald, vermeerderd of ver- minderd met onttrekkingen respectievelijk toevoegingen aan de liquiditeitsreserve van het Fonds, wordt uitgekeerd aan de Participanten. Het streven is per kwartaal tot uitkering van het (voorlopige) Resultaat over te gaan, telkens binnen vier weken na afloop van elk (volledig) kalenderkwartaal. De eerste uitkering wordt gedaan na afloop van een volledig kalenderkwartaal.
8. De Beheerder is bevoegd te besluiten een gedeelte van het positieve Resultaat over enig boekjaar, indien dat naar het uitsluitende oordeel van de Beheerder noodzakelijk of wenselijk is in verband met de solva- biliteit of liquiditeit van het Fonds, niet uit te keren en/of toe te voegen aan de liquiditeitsreserve van het Fonds.
9. De Beheerder doet de Participanten mededeling over de betaalbaarstelling van uitkeringen, de samen- stelling daarvan en de wijze van betaalbaarstelling. Betaalbaar gestelde uitkeringen verjaren door verloop van vijf (5) jaar.
10. Het bepaalde in dit artikel laat onverlet de gerechtigdheid van CAPITALISERS B.V. (de initiatiefnemer van het Fonds) en de Beheerder tot de vergoedingen die zijn vermeld in het Investment Memorandum.
Aanvaarding Fondsvoorwaarden Artikel 23.
Elke deelname aan het Fonds en verkrijging - ongeacht de titel daarvan - van een Participatie vindt plaats onder de opschortende voorwaarde van de onvoorwaardelijke aanvaarding van de Fondsvoorwaarden.
Wijziging Fondsvoorwaarden Artikel 24.
1. Op voorstel van de Beheerder kan de Vergadering besluiten tot wijziging van de Fondsvoorwaarden. In afwijking hiervan kunnen wijzigingen van de Fondsvoorwaarden die noodzakelijk zijn om te voldoen aan het bepaalde bij of krachtens Nederlandse of communautaire wet- of regelgeving, in het bijzonder in verband met een Wetswijziging of het behoud van de fiscale transparantie van het Fonds, zonder besluit van de Vergadering tot stand komen, indien dat noodzakelijk is om tijdig te voldoen aan de (gewijzigde) Nederlandse of communautaire wet- of regelgeving of interpretatie daarvan. In een dergelijk geval is de Beheerder gehouden om bedoelde wijziging(en) in de Fondsvoorwaarden binnen één (1) maand na het besluit daartoe ter goedkeuring voor te leggen aan de Vergadering.
2. Elk voorstel tot wijziging van de Fondsvoorwaarden tezamen met een toelichting daarop wordt meege- zonden met de oproeping als bedoeld in artikel 15. De Beheerder deelt elke aangenomen wijziging teza- men met een toelichting mee aan de Participanten.
3. Indien door een wijziging van de Fondsvoorwaarden rechten of zekerheden van de Participanten worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd, wordt die wijziging tegenover de Participanten niet in- geroepen voordat één (1) maand is verstreken na de bekendmaking van het voorstel tot wijziging van de Fondsvoorwaarden als bepaald in lid 2. Binnen bedoelde periode van één (1) maand kunnen de Partici- panten onder de gebruikelijke (beperkte) voorwaarden uit het Fonds treden.
4. Indien door een wijziging van de Fondsvoorwaarden het beleggingsbeleid wordt gewijzigd, wordt die wij- ziging eerst van kracht na het verstrijken van één (1) maand na de bekendmaking van het voorstel daartoe als bepaald in lid 2. Binnen bedoelde periode van één (1) maand kunnen de Participanten onder de ge- bruikelijke voorwaarden uit het Fonds treden.
5. Elke wijziging in de Fondsvoorwaarden die ingevolge dit artikel 24 tot stand komt is bindend voor iedere Participant, de Beheerder en de Stichting.
Beëindiging Fonds, vereffening Fondsvermogen Artikel 25.
1. De Vergadering kan besluiten tot beëindiging van het Fonds. Een besluit als bedoeld in artikel 13 lid 2 onder a wat tot gevolg heeft dat (alle onderdelen van) het Object is (zijn) vervreemd heeft, zodra dat gevolg is ingetreden, de beëindiging van het Fonds tot gevolg.
2. Indien het Fonds wordt beëindigd ingevolge lid 1 zal de Beheerder optreden als vereffenaar van het Fondsvermogen, tenzij de Vergadering één of meer andere vereffenaars benoemt.
3. Tijdens de vereffening blijven de Fondsvoorwaarden voor zover mogelijk van kracht.
4. Uit hetgeen na voldoening van alle verplichtingen die ten laste van het Fondsvermogen komen is overge- bleven, wordt met inachtneming van het bepaalde in artikel 22 lid 6 uitgekeerd. De vereffenaar legt in het kader van de vereffening rekening en verantwoording af aan de Participanten.
5. Nadat het Fonds is beëindigd blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers met betrekking tot het Fonds gedurende zeven jaar berusten onder degene die daartoe door de vereffenaar(s) is aange- wezen.
Toepasselijk recht en geschillen Artikel 26.
1. De Fondsvoorwaarden worden beheerst door Nederlands recht.
2. Alle geschillen die mochten ontstaan naar aanleiding van de Fondsvoorwaarden dan wel nadere overeen- komsten die daarvan het gevolg mochten zijn, worden beslecht overeenkomstig het Reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut.
3. Het scheidsgerecht dat een geschil beslecht zal:
a. bestaan uit drie (3) arbiters tenzij alle partijen na het ontstaan van het geschil besluiten dat het scheidsgerecht zal bestaan uit één (1) arbiter; en
b. beslissen naar de regelen des rechts.
4. Het voorgaande laat onverlet de bevoegdheid van de gewone rechterlijke macht ten aanzien van een kort geding en het leggen van conservatoir beslag.
Slotbepaling, eerste boekjaar Artikel 27.
1. Het eerste boekjaar eindigt op 31 december 2021.
2. Dit artikel vervalt onmiddellijk na verloop van het eerste boekjaar.
ALDUS OVEREENGEKOMEN OP 1 DECEMBER 2020, TE ‘S-HERTOGENBOSCH
CAPITALISERS Beheer B.V.
NAAM: M.F.H. Goesten FUNCTIE: bestuurder
Stichting Bewaarder CASA I The Hague NAAM: L.W.L. Pauli
FUNCTIE: bestuurder
ieder van de Participanten (zoals weergegeven in bijlage A) vertegenwoordigd door: CAPITALISERS Beheer B.V.
NAAM: M.F.H. Goesten FUNCTIE: bestuurder