Contract
INHOUDSOPGAVE | MT 06-05 | 20 | ||
Bijzondere voorwaarden voor de rechtsbijstandverzekering Artikel 1 Aanvullende begripsomschrijvingen | 20 | |||
MT 06-00 | 3 | Artikel 2 Adviesservice | 20 | |
Algemene voorwaarden | Artikel 3 Het verzekerde risico en de gebeurtenis | 21 | ||
Artikel 1 Begripsomschrijvingen | 3 | Artikel 4 Wachttijd | 21 | |
Artikel 2 Verzekeringsgebied | 3 | Artikel 5 Verlening van de rechtsbijstand | 21 | |
Artikel 3 Premie | 3 | Artikel 6 Kosten van de rechtsbijstand | 22 | |
Artikel 4 Wijziging van premies en/of voorwaarden | 5 | Artikel 7 Verplichtingen van verzekerde | 22 | |
Artikel 5 Verplichtingen in geval van schade | 5 | Artikel 8 Uitsluitingen | 23 | |
Artikel 6 Einde van de verzekering | 5 | Artikel 9 Belangenconflict | 23 | |
Artikel 7 Uitsluitingen | 6 | Artikel 10 Geschillenregeling | 23 | |
Artikel 8 Adres | 7 | Artikel 11 Verjaring | 24 | |
Artikel 9 Bedenkperiode | 7 | Artikel 12 Correspondentie en betalingen | 24 | |
Artikel 10 Privacy-bescherming | 7 | Artikel 13 Bonus/malus | 24 | |
Artikel 11 Toepasselijk recht | 8 | Rubriek A | 24 | |
Artikel 12 Klachtenbehandeling | 8 | Artikel 1 Verzekerden | 24 | |
Artikel 2 Verzekerde activiteit | 24 | |||
MT 06-01 | 8 | Artikel 3 Uitsluitingen | 24 | |
Bijzondere voorwaarden voor de aansprakelijkheid | Artikel 4 Verlening van de rechtsbijstand | 24 | ||
Artikel 1 Aanvullende begripsomschrijvingen | 8 | Artikel 5 Rechtsbijstandgebied, de bevoegde rechter en het toepasselijke recht | 25 | |
Artikel 2 Aard van de dekking | 8 | Rubriek B | 25 | |
Artikel 3 Ten hoogste te vergoeden bedragen | 9 | Artikel 1 Verzekerden | 25 | |
Artikel 4 Uitsluitingen | 9 | Artikel 2 Verzekerde activiteit | 25 | |
Artikel 5 Schadevergoeding | 9 | Artikel 3 Uitsluitingen | 25 | |
Artikel 6 Verhaalsrecht van de verzekeraar | 9 | Artikel 4 Verlening van de rechtsbijstand | 25 | |
Artikel 5 Rechtsbijstandgebied, de bevoegde rechter en het toepasselijke recht | 25 | |||
MT 06-02 | 10 | Artikel 6 Onvermogen | 25 | |
Bijzondere voorwaarden voor de cascoverzekering | Artikel 7 Waarborgsom | 26 | ||
Artikel 1 Aanvullende begripsomschrijvingen | 10 | Rubriek C | 26 | |
Artikel 2 Aard en omvang van de dekking | 10 | Artikel 1 Verzekerden | 26 | |
Artikel 3 Schaderegeling | 11 | Artikel 2 Verzekerde activiteit | 26 | |
Artikel 4 Schadevergoeding | 11 | Artikel 3 Uitsluitingen | 26 | |
Artikel 5 Eigen risico's | 13 | Artikel 4 Verlening van rechtsbijstand | 27 | |
Artikel 6 Uitsluitingen | 13 | Artikel 5 Rechtsbijstandgebied, de bevoegde rechter en het toepasselijke recht | 27 | |
Artikel 7 Afstand van het verhaalsrecht | 13 | Artikel 6 Onvermogen | 27 | |
Artikel 7 Waarborgsom | 27 | |||
MT 06-03 Bijzondere voorwaarden voor de hulpverlening | 13 | MT 06-06 | 27 | |
Artikel 1 Aanvullende begripsomschrijvingen | 14 | Bijzondere voorwaarden voor de schadeverzekering voor inzittenden | ||
Artikel 2 Hulpverlening SOS International | 14 | Artikel 1 Aanvullende begripsomschrijvingen | 27 | |
Artikel 3 Hulpverlening in Nederland | 14 | Artikel 2 Dekking / Omvang van de uitkering | 28 | |
Artikel 4 Hulpverlening buiten Nederland | 15 | Artikel 3 Aanspraken op een uitkering | 28 | |
Artikel 5 Uitsluitingen | 16 | Artikel 4 Uitsluitingen | 28 | |
Artikel 6 Afstand van verhaalsrecht | 16 | Artikel 5 Eigen risico en bonus/malus | 29 | |
Artikel 7 Eigen risico en bonus/malus | 16 |
MT 06-04 16
Bijzondere voorwaarden voor de persoonlijke ongevallenverzekering voor inzittenden
Artikel 1 Aanvullende begripsomschrijvingen 16
Artikel 2 Dekking 17
Artikel 3 Omvang van de uitkering 17
Artikel 4 Beperkingen van de uitkering 19
Artikel 5 Aanspraken op een uitkering 19
Artikel 6 Verplichtingen ingeval van een ongeval 19
Artikel 7 Uitsluitingen 19
Artikel 8 Geschillen 20
Artikel 9 Eigen risico en bonus/malus 20
MT 06-00
Algemene voorwaarden
ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
In de voorwaarden wordt verstaan onder:
1.1 Verzekeraar
Degene die het verzekeringsbedrijf uitoefent en als zodanig op het polisblad is vermeld.
1.2 Verzekeringnemer
Degene met wie de verzekering is aangegaan en als zodanig op het polisblad is vermeld.
1.3 Polisblad
Het bij deze verzekering behorende blad met de gegevens en nadere bepalingen ten aanzien van de verzekeringsvoorwaarden.
1.4 Motorrijtuig
a. Het op het polisblad vermelde motorrijtuig;
b. Een niet aan de verzekeringnemer toebehorend gelijksoortig motorrijtuig dat het onder a. vermelde motorrijtuig in verband met reparatie of onderhoud vervangt.
1.5 Schadegeval
Onder een schadegeval wordt verstaan elke gebeurtenis of reeks van gebeurtenissen, waaruit voor de verzekeraar de verplichting tot schadevergoeding zou kunnen ontstaan.
ARTIKEL 2 VERZEKERINGSGEBIED
De verzekering geldt voor schadegevallen:
a. in Europa;
b. in de niet Europese landen aan de Middellandse Zee;
c. tijdens transport van het motorrijtuig tussen deze landen.
ARTIKEL 3 PREMIE
3.1 Premie vaststelling
De premie wordt berekend overeenkomstig de op het polisblad vermelde gegevens. De verzekeringnemer is verplicht bij wijziging daarvan de verzekeraar onmiddellijk in kennis te stellen, waarna de premie door de verzekeraar eventueel met terugwerkende kracht over het lopende verzekeringsjaar kan worden aangepast. Deze aanpassing kan mede betrekking hebben op de bonus/malustrede.
3.2 Bonus/malusregeling
De, voor de aansprakelijkheidsverzekering en de eventuele volledige cascoverzekering, verschuldigde premie wordt mede bepaald door de navolgende bonus/malus-schaal. De bonus/malustrede is afhankelijk van het aantal in het voorgaande verzekeringsjaar ontstane schadegevallen.
Een schadegeval is niet van invloed op deze regeling indien:
Bonus/ malus trede | Bonus- percen- tage | Bonus/malustrede na een verzekeringsjaar | |||
Geen | Een | Twee | Drie | ||
18 | 75% | 18 | 14 | 6 | 3 |
17 | 75% | 18 | 12 | 5 | 3 |
16 | 75% | 17 | 11 | 5 | 2 |
15 | 75% | 16 | 10 | 4 | 2 |
14 | 75% | 15 | 9 | 4 | 2 |
13 | 70% | 14 | 8 | 3 | 1 |
12 | 65% | 13 | 7 | 3 | 1 |
11 | 60% | 12 | 6 | 2 | 1 |
10 | 55% | 11 | 5 | 2 | 1 |
9 | 50% | 10 | 4 | 2 | 1 |
8 | 45% | 9 | 3 | 1 | 1 |
7 | 40% | 8 | 2 | 1 | 1 |
6 | 35% | 7 | 1 | 1 | 1 |
5 | 30% | 6 | 1 | 1 | 1 |
4 | 20% | 5 | 1 | 1 | 1 |
3 | 10% | 4 | 1 | 1 | 1 |
2 | +5% (toeslag) | 3 | 1 | 1 | 1 |
1 | +25% (toeslag) | 2 | 1 | 1 | 1 |
a. de verzekeraar geen schadevergoeding verschuldigd is;
b. de verzekeraar de betaalde schade geheel heeft verhaald;
c. de verzekerde de gedane uitkering inclusief de kosten van de door de verzekeraar benoemde deskundige heeft terugbetaald binnen een jaar nadat de omvang daarvan is medegedeeld;
d. de verzekeraar uitsluitend als gevolg van een tussen verzekeraars onderling gesloten schaderegelingsovereenkomst, schade- vergoeding verschuldigd is;
e. de verzekeraar als gevolg van een ongeval met een voetganger of fietser schadevergoeding verschuldigd is en verzekerde kan aantonen dat hij hierbij buiten zijn schuld betrokken is.
Bij 4 of meer schadegevallen in het voorgaande verzekeringsjaar geldt altijd trede 1.
3.3 Premiebetaling
De verzekeringnemer dient de premie, de kosten en de assurantiebelasting voor aanvang van de verzekeringstermijn te betalen. Indien de verzekeringnemer de aanvangspremie niet uiterlijk op de dertigste dag na ontvangst van het betalingsverzoek betaalt of weigert te betalen, wordt zonder nadere ingebrekestelling van verzekeraar, geen dekking verleend voor daarna plaatsvindende schadegevallen. Weigert verzekeringnemer de vervolgpremie te betalen, dan wordt zonder nadere ingebrekestelling geen dekking verleend voor daarna plaatsvindende schadegevallen. Indien verzekeringnemer de vervolgpremie niet tijdig betaalt, wordt geen dekking verleend voor schaden die zijn voorgevallen vanaf de vijftiende dag nadat de verzekeraar, verzekeringnemer na de vervaldag schriftelijk heeft aangemaand en betaling is uitgebleven.
De verzekeringnemer dient het verschuldigde inclusief wettelijke rente en de gemaakte incassokosten alsnog te voldoen. De dekking begint weer op de dag na die waarop het totaal verschuldigde door de verzekeraar is ontvangen, tenzij de verzekeraar de verzekering reeds schriftelijk heeft opgezegd.
Onder vervolgpremie wordt mede verstaan de premie die verzekeringnemer bij stilzwijgende verlenging verschuldigd wordt.
Onder aanvangspremie wordt verstaan de premie die verzekeringnemer in verband met een nieuwe verzekering of tussentijdse wijziging van de verzekering verschuldigd wordt.
3.4 Terugbetaling van premie
Bij tussentijdse beëindiging van de verzekering, anders dan wegens opzet van de verzekeringnemer om de verzekeraars te misleiden, wordt de premie terugbetaald over de termijn waarin de verzekering niet meer van kracht is. In geval van beëindiging door eigendomsovergang als genoemd in artikel 6.3, wordt eerst premie terugbetaald na ontvangst van een kopie van het afgegeven vrijwaringsbewijs onder aftrek van administratiekosten. Deze administratiekosten worden niet in rekening gebracht indien de verzekering binnen 60 maanden na de datum van schorsing bij nadere overeenkomst wordt voortgezet voor een ander
motorrijtuig. Voorts worden deze administratiekosten niet in rekening gebracht bij beëindiging in het eerste ver- zekeringsjaar. In dat geval geschiedt premieberekening op basis van een door de verzekeraar gehanteerde korte termijn schaal.
ARTIKEL 4 WIJZIGING VAN PREMIES EN/OF VOORWAARDEN
Indien de verzekeraar haar tarieven of voorwaarden voor soortgelijke verzekeringen herziet, dan wordt de verzekering aan de nieuwe tarieven en/of voorwaarden aangepast met ingang van de eerste premie- vervaldag in een vol verzekeringsjaar na invoering daarvan. De verzekeraar dient dit voorstel vóór die premievervaldag aan de verzekeringnemer te doen. Indien de aanpassing leidt tot:
a. een verhoging van de premie vóór toepassing van de bonus/malusregeling; of
b. een beperking van de dekking, dan mag verzekeringnemer de aanpassing weigeren binnen 30 dagen na dagtekening van het voorstel door verzekeraar. Doet hij dit, dan eindigt de verzekering op die premievervaldag of, bij weigering daarna, op het tijdstip van weigering. Heeft hij dit niet gedaan,
dan wordt hij geacht met de aanpassing in te stemmen.
ARTIKEL 5 VERPLICHTINGEN IN GEVAL VAN SCHADE
Zodra de verzekeringnemer of een verzekerde op de hoogte is, dan wel behoort te zijn, van een schadegeval dat voor de verzekeraar tot een uitkeringsplicht kan leiden, dient hij:
a. de verzekeraar zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is in te lichten;
b. binnen een redelijke termijn de verzekeraar alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen, die voor de verzekeraar van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen;
c. alle informatie naar waarheid te verstrekken;
d. zijn volle medewerking aan de verzekeraar te verlenen;
e. de verzekeraar te informeren over andere verzekeringen, waarop verzekeringnemer en/of verzekerde aanspraak zou kunnen maken;
f. alles na te laten wat de belangen van de verzekeraar kan schaden.
Indien een verzekerde strafrechtelijk is veroordeeld, dan zal de verzekeraar hem niet verplichten tegen het gewezen vonnis hoger beroep in te stellen.
Bij constatering van vermissing of diefstal van een tegen diefstal verzekerd voertuig dient verzekerde verzekeraar onverwijld van dit feit op de hoogte stellen en aangifte te doen bij de politie.
Verzekeringsnemer verklaart zich akkoord met het aanmelden door de verzekeraar van de voertuig- gegevens aan het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV), zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door de verzekeraar ingeschakeld kunnen worden voor terugvinden en terugbezorgen van het voertuig.
ARTIKEL 6 EINDE VAN DE VERZEKERING
De verzekering eindigt:
6.1 op de afloopdatum van het contract indien de verzekeringnemer of de verzekeraar uiterlijk 2 maan- den tevoren schriftelijk aan de contractspartij heeft opgezegd, dan wel tegen het begin van een nieuw verzekeringsjaar volgend op een vol verzekeringsjaar waarin geen risico is gelopen, mits de opzegging geschiedt binnen één maand na het verstrijken van laatstgenoemd verzekeringsjaar;
6.2 na schriftelijke opzegging:
6.2.1 door verzekeraar:
a. indien verzekeringnemer de premie verschuldigd op de eerste premievervaldag niet tijdig betaalt of weigert te betalen alsmede indien verzekeringnemer de vervolgpremie niet tijdig betaalt of weigert te betalen, in het laatste geval echter uitsluitend indien verzekeraar verzekeringnemer na het verstrijken van de premievervaldag vruchteloos tot betaling van de vervolgpremie heeft aangemaand. De verzeke- ring eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum, zij het in geval van niet-tijdige betaling niet eerder dan twee maanden na de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief;
b. binnen twee maanden na de ontdekking dat verzekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en verzekeringnemer daarbij heeft gehandeld met het opzet verzekeraar te misleiden dan wel verzekeraar de verzekering bij kennis van de ware stand van zaken niet zou hebben gesloten. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum.
6.2.2 door verzekeringnemer:
a. binnen één maand na ontvangst van de schriftelijke mededeling van verzekeraar, houdende een wijziging van de premie en/of voorwaarden ten nadele van de verzekeringnemer en/of verzekerde. De verzekering eindigt op de dag waarop de wijziging volgens de schriftelijke mededeling van verzekeraar ingaat zij het niet eerder dan dertig dagen na de datum van dagtekening van bedoelde mededeling;
b. binnen twee maanden nadat verzekeraar tegenover verzekeringnemer een beroep op de niet nakoming van de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering heeft gedaan. De verzekering eindigt op de datum die in de opzeggingsbrief is vermeld of bij gebreke daarvan op de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief.
6.3 De verzekering eindigt van rechtswege zodra:
a. de verzekeringnemer of – na zijn overlijden – zijn erfgenamen ophouden belang te hebben bij het verzekerde motorrijtuig en de feitelijke macht daarover verliezen;
b. het motorrijtuig wordt voorzien van een buitenlands kenteken of gewoonlijk in het buitenland wordt gestald;
c. verzekeringnemer of verzekerde ophouden woonplaats in Nederland te hebben.
De verzekeringnemer dient hiervan ten spoedigste aan verzekeraar kennis te geven.
ARTIKEL 7 UITSLUITINGEN
De verzekering geeft geen dekking indien:
7.1 de schade is veroorzaakt terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig:
a. niet in het bezit was van een in Nederland geldig rijbewijs voor de categorie waartoe het motorrijtuig behoort, dan wel niet heeft voldaan aan de overige ten aanzien van de rijbevoegdheid gestelde voorschriften. Als geldig rijbewijs wordt tevens aangemerkt een rijbewijs dat zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de in de wet genoemde geldigheidsduur, tenzij de leeftijd van 70 jaar is bereikt;
b. door een vonnis of een daartoe bevoegde instantie de rijbevoegdheid was ontzegd;
c. de voor het besturen van dat motorrijtuig wettelijk voorgeschreven leeftijd nog niet had bereikt;
7.2 de schade het gevolg is van opzet of roekeloosheid van verzekerde;
7.3 de schade is veroorzaakt tijdens het deelnemen aan:
a. een snelheidswedstrijd of -rit;
b. een regelmatigheids-,rijvaardigheids of behendigheidswedstrijd of -rit, die niet geheel binnen de Benelux/Duitsland plaatsvond;
7.4 de verzekeringnemer de verplichtingen zoals vermeld in artikel 5 niet is nagekomen met het doel de verzekeraar te misleiden en/of door het niet nakomen redelijke belangen van de verzekeraar zijn geschaad, tenzij de misleiding het verval van het recht niet rechtvaardigt;
7.5 de schade is veroorzaakt terwijl het motorrijtuig werd gebruikt voor:
x. xxxxxxx of leasing;
b. vervoer van personen tegen betaling (waaronder niet wordt verstaan privé-vervoer tegen tegemoetkoming in de kosten);
c. andere doeleinden dan op het polisblad dan wel aanvraagformulier vermeld;
7.6 de schade is veroorzaakt voor aanvang van de verzekeringsovereenkomst;
7.7 uit het kentekenregister blijkt dat het verzekerde motorrijtuig ten tijde van een schadegeval niet tenaamgesteld was van de verzekeringnemer. Dit geldt niet indien de verzekeraar van de afwijkende tenaamstelling op de hoogte was en dit schriftelijk heeft geaccepteerd;
7.8 het vervangend motorrijtuig als bedoeld in artikel 1.4. b. niet is voorzien van een Nederlands kenteken, dan wel de vervanging langer duurt dan 30 dagen;
7.9 de schade is veroorzaakt door of ontstaan uit een gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer of muiterij, zoals deze begrippen moeten worden opgevat volgens de tekst die door het Verbond van Verzekeraars ter griffie van de rechtbank in Den Haag is gedeponeerd;
7.10 de schade het gevolg is van terrorisme, kwaadwillige besmetting en/of preventieve maatregelen en handelingen of gedragingen ter voorbereiding daarvan, hierna, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, te noemen het "terrorismerisico", doch met uitzondering van de dekking die wordt geboden volgens het Clausuleblad terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx);
7.11 de schade is veroorzaakt door, optredende bij of voortvloeiende uit een atoomkernreactie, onverschillig hoe deze is ontstaan;
7.12 indien, zo deze verzekering niet bestond, aanspraak gemaakt zou kunnen worden op uitkering op grond van enige andere verzekering, al dan niet van oudere datum, of op grond van enige wet of andere voorziening, is deze verzekering pas in de laatste plaats geldig. Dan zal alleen die schade voor uitkering in aanmerking komen die het bedrag te boven gaat, waarop verzekerde elders aanspraak zou kunnen maken. Deze bepaling is niet van kracht voor de persoonlijke ongevallenverzekering voor inzittenden;
7.13 sprake is van fraude door verzekeringnemer en/of verzekerde.
Onder fraude wordt verstaan: het op oneigenlijke gronden en wijze verkrijgen en/of onder valse voorwendselen trachten te verkrijgen van een verzekeringsdekking.
Fraude heeft mogelijk tot gevolg dat: aangifte wordt gedaan bij de politie; de verzekering(en) word(t)(en) beëindigd; er registratie plaatsvindt in het tussen verzekeraars gangbare signaleringssysteem;
dat eventueel uitgekeerde schadebedragen en onderzoekskosten worden teruggevorderd.
De uitsluitingen genoemd onder 7.1 t/m 7.5 gelden niet voor de verzekerde, die aantoont dat de desbetreffende omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
ARTIKEL 8 ADRES
Kennisgevingen van de verzekeraar aan de verzekeringnemer geschieden rechtsgeldig aan diens laatste bij de verzekeraar bekende adres.
ARTIKEL 9 BEDENKPERIODE
Gerekend vanaf de dagtekening van het eerste polisblad heeft verzekeringnemer het recht om binnen 14 dagen alle van verzekeraar ontvangen bescheiden terug te zenden. Maakt verzekeringnemer van dit recht gebruik, dan wordt hij geacht nimmer verzekeringnemer/verzekerd te zijn geweest en kunnen derhalve geen rechten aan de verzekering worden ontleend. In dat geval zijn geen premie, kosten en assurantie- belasting verschuldigd. Wordt van dit recht geen gebruik gemaakt, dan is verzekeringnemer gehouden om premie, kosten en assurantiebelasting te betalen vanaf de ingangsdatum van de verzekering. Indien sprake is van een schadegeval tijdens de bedenkperiode, dan kan van dit recht geen gebruik worden gemaakt.
ARTIKEL 10 PRIVACY-BESCHERMING
Bij de aanvraag van een verzekering / financiële dienst worden persoonsgegevens gevraagd. Deze worden door ons verwerkt ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van overeenkomsten; voor het uitvoeren marketing activiteiten; ter voorkoming en bestrijding van fraude jegens financiële instellingen; voor statistische analyse en om te kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen. Op de verwerking van persoonsgegevens is de Gedragscode "Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen" van toepassing. Een consumentenbrochure van deze gedragscode kunt u bij ons opvragen. De volledige
tekst van de gedragscode kunt u raadplegen via de website van het Verbond van Verzekeraars xxx.xxxxxxxxxxxx.xx of opvragen bij het Verbond van Verzekeraars, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx.
ARTIKEL 11 TOEPASSELIJK RECHT
Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
ARTIKEL 12 KLACHTENBEHANDELING
Klachten over de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst moeten eerst aan het interne klachten- bureau van de verzekeraar worden voorgelegd. Wanneer het oordeel van de verzekeraar voor verzekeringnemer niet bevredigend is, kan deze zich wenden tot de Stichting Klachteninstituut Verzekeringen. Adres: Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx. Deze stichting is door de verzekerings- bedrijfstak opgericht en er werken verschillende Ombudsmannen. Zij proberen door bemiddeling de klacht op te lossen. Daarnaast is er de Raad van Toezicht die toetst of de verzekeraar de goede naam van de bedrijfstak heeft geschaad. Wie geen gebruik wil maken van de klachtenbehandelingsmogelijk- heden binnen de bedrijfstak, of de behandeling door het klachteninstituut niet bevredigend vindt,
kan het geschil voorleggen aan de rechtbank te Amsterdam of Rotterdam.
MT 06-01
Bijzondere voorwaarden voor de aansprakelijkheidsverzekering
Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar wordt verwezen op het polisblad.
Met voorbijgaan aan hetgeen eventueel anders in de voorwaarden is bepaald, wordt deze verzekering geacht aan de door of krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) gestelde eisen te voldoen.
ARTIKEL 1 AANVULLENDE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
1.1 Verzekerden
Verzekerden zijn de op het polisblad vermelde verzekeringnemer, de eigenaar, de houder, de bestuurder en de passagiers van het motorrijtuig, alsmede de werkgever van de genoemde personen, indien hij krachtens artikel 6:170 BW aansprakelijk is voor de door een van hen veroorzaakte schade.
ARTIKEL 2 AARD VAN DE DEKKING
2.1 Aansprakelijkheid
Deze verzekering dekt de aansprakelijkheid van verzekerden voor schade aan personen en/of aan goederen van derden veroorzaakt met of door:
a. het motorrijtuig;
b. een aanhangwagen of ander voorwerp zolang die/dat is gekoppeld aan het motorrijtuig, dan wel daarvan is losgeraakt en nog niet buiten het verkeer tot stilstand is gekomen;
c. de lading die zich bevindt in of op dan wel valt uit of van het motorrijtuig, de aanhanger of ander aan het motorrijtuig gekoppeld object, anders dan bij het laden of lossen.
2.2 Schade aan andere motorrijtuigen van de verzekeringnemer
De verzekering verleent ook dekking tegen schade veroorzaakt met of door het motorrijtuig toegebracht aan een ander motorrijtuig of aanhangwagen waarvan de verzekeringnemer de eigenaar of de verzekerings- plichtige houder is.
Deze dekking geldt uitsluitend indien:
x. xx xxxxxx is toegebracht door schuld van de feitelijke bestuurder of;
b. geen beroep kan worden gedaan op een andere verzekering of;
c. het motorrijtuig of de aanhanger waaraan de schade is toegebracht volgens de WAM geen deel uitmaakte van het schadeveroorzakende motorrijtuig of;
d. beide voertuigen hoofdzakelijk door de verzekeringnemer of de bij hem of haar inwonende gezinsleden worden gebruikt. Eventuele waardevermindering en/of bedrijfsschade komen niet voor vergoeding in aanmerking.
2.3 Vervoer van gewonden
De verzekering verleent ook dekking voor schade aan de bekleding van het motorrijtuig tengevolge van kosteloos vervoer van gewonden. Een beroep op deze dekking is niet van invloed op de bonus/malusregeling en eventueel geldend eigen risico is niet van toepassing.
ARTIKEL 3 TEN HOOGSTE TE VERGOEDEN BEDRAGEN
3.1 Algemeen
De verzekeraar vergoedt per schadegeval voor alle verzekerden tezamen tot ten hoogste het op het polisblad vermelde bedrag. Indien in tot het verzekeringsgebied behorende landen krachtens een met de WAM overeenkomende Wet een hoger bedrag is voorgeschreven, dan geldt dat hogere bedrag.
3.2 Boven de verzekerde som
Boven de verzekerde som vergoedt de verzekeraar:
a. de kosten van met goedvinden of op verlangen van de verzekeraar gevoerde processen en in haar opdracht verleende rechtsbijstand;
b. de wettelijke rente van het door de verzekering gedekte deel van de hoofdsom;
c. tot ten hoogste 50.000 Euro per schadegeval, de geldelijke zekerheid, die een overheid ter waarborging van de rechten van een benadeelde eist, mits de verzekerde te wiens behoeve dit geschiedt jegens de verzekeraar aanspraak op vergoeding heeft. De verzekerde dient de maatschappij te machtigen over de zekerheid te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven en alle medewerking te verlenen om terugbetaling te verkrijgen.
ARTIKEL 4 UITSLUITINGEN
Onverminderd hetgeen in artikel 7 van de Algemene voorwaarden is bepaald, geeft de verzekering evenmin dekking indien:
4.1 de schade is veroorzaakt door een niet door verzekeringnemer gemachtigde bestuurder;
4.2 het schade (of gevolgschade) betreft aan zaken die de verzekeringnemer, de bezitter, de houder en/of bestuurder onder zich had of die met het motorrijtuig werden vervoerd, met uitzondering van zaken die behoren tot de particuliere huishouding van met het motorrijtuig vervoerde passagiers, onverminderd het in artikel 2.2 bepaalde;
4.3 het schade betreft aan de persoon van de bestuurder van het motorrijtuig.
De uitsluiting genoemd onder 4.1 geldt niet voor de verzekerde, die aantoont dat de desbetreffende omstandigheid zich buiten zijn weten of tegen zijn wil heeft voorgedaan en dat hem daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
ARTIKEL 5 SCHADEVERGOEDING
De verzekeraar heeft het recht de benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en schikkingen met hen te treffen. Bestaat de schadevergoeding uit periodieke uitkeringen en is de waarde van die uitkeringen met inachtneming van eventuele andere verzekerde schadevergoedingen hoger dan het verzekerde bedrag, dan wordt de duur of hoogte van de uitkeringen naar evenredigheid verminderd.
ARTIKEL 6 VERHAALSRECHT VAN DE VERZEKERAAR
Zodra de verzekeraar ingevolge de WAM of daarmee overeenkomende buitenlandse wet schade heeft moeten vergoeden en een verzekerde geen recht heeft op dekking, heeft de verzekeraar het recht de door hem vergoede schade, met inbegrip van kosten, te verhalen op:
a. de verzekerde of diens erfgenamen, die jegens de benadeelde aansprakelijk is, of op
b. de verzekeringnemer, tenzij op hen de laatste alinea van artikel 7 van de Algemene voorwaarden van toepassing is.
De tussen verzekeraars onderling gesloten schaderegelingsovereenkomsten beïnvloeden het recht op verhaal niet.
De verzekeraar doet afstand van zijn verhaalsrecht op de verzekeringnemer of diens erfgenamen, indien de schade door een ander dan deze personen is veroorzaakt nadat de verzekering is geëindigd en is voldaan aan de in artikel 6 van de Algemene voorwaarden vermelde verplichting tot kennisgeving.
MT 06-02
Bijzondere voorwaarden voor de cascoverzekering
Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar wordt verwezen op het polisblad.
ARTIKEL 1 AANVULLENDE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
1.1 Verzekerde
De verzekeringnemer.
ARTIKEL 2 AARD EN OMVANG VAN DE DEKKING
2.1 Verzekerde bedragen
Als verzekerd bedrag voor het motorrijtuig geldt het op het polisblad voor cascoschade vermelde bedrag. Het verzekerde bedrag wordt bepaald op basis van de voor de standaarduitvoering van het type motorrijtuig geldende oorspronkelijk vastgestelde consumentenprijs (catalogusprijs), vermeerderd met de oorspronkelijke waarde van de onderdelen die aan, op of in het motorrijtuig zijn aangebracht, alsmede de onderdelen waarmee de standaarduitvoering is gewijzigd (uitgezonderd beeld- en/of geluidsapparatuur). Onder oorspronkelijk vastgestelde consumentenprijs wordt verstaan de in Nederland bepaalde consumentenprijs op moment van aflevering toen het motorrijtuig nieuw was.
Boven het vermelde bedrag zijn verzekerd:
a. tot ten hoogste 5% van het verzekerde bedrag de niet tot de standaarduitrusting behorende onderde- len, waaronder beeld- en/of geluidsapparatuur, die aan of in het motorrijtuig kunnen worden bevestigd en die daarvan kunnen worden verwijderd, terwijl daardoor de (rij)technische staat van het motorrijtuig, zonder enige andere aanpassing, niet wordt gewijzigd;
b. de afleveringskosten, indien de schade is afgewikkeld op basis van totaal verlies en het motorrijtuig niet ouder was dan 36 maanden;
c. de bijdrage in averij-grosse;
d. een bijdrage in de huurkosten van een vervangend motorrijtuig tot ten hoogste 20 Euro per dag gedurende de tijd, dat de verzekerde niet over het op het polisblad vermelde motorrijtuig als gevolg van verduistering of diefstal kan beschikken. Deze regeling geldt uitsluitend voor personenauto’s niet zijnde taxi, oldtimer, huur of lease-auto. De uitkeringstermijn blijft beperkt tot 30 dagen, te rekenen vanaf de datum dat van de schadegeval aangifte is gedaan bij de politie;
e. de kosten van een noodreparatie, exclusief noodruiten, mits een en ander een direct gevolg is van een gedekt schadegeval;
f. de noodzakelijke kosten van berging, bewaking en indien het motorrijtuig niet op eigen kracht
kan rijden, de kosten van vervoer van het motorrijtuig naar de dichtstbijzijnde herstelinrichting, zulks voorzover niet anders in de voorwaarden is geregeld en mits een en ander een direct gevolg is van een gedekt schadegeval;
g. de kosten van de ter bepaling van de schade vereiste demontage;
h. de verschuldigde invoerrechten, indien het motorrijtuig in het buitenland moet achterblijven.
2.2 Verzekerde risico’s
De verzekering dekt de verzekeringnemer - naar gelang dit is overeengekomen - tegen schade wegens beschadiging of verlies door:
a. beperkte cascodekking
1. brand, blikseminslag, ontploffing of kortsluiting;
2. breuk van een of meer ruiten van het motorrijtuig, waaronder begrepen zonnedaken, niet gepaard gaande met een andere beschadiging van het motorrijtuig behalve door scherven van de ruit;
3. storm (waaronder wordt verstaan wind met een snelheid van tenminste 14m per seconde, windkracht 7);
4. natuurrampen, zoals hagel, overstroming, lawine, aardbeving, aardverschuiving en vallend gesteente;
5. het in aanraking komen met luchtvoertuigen of delen daarvan;
6. botsing met loslopende dieren of met vogels, voorzover de schade rechtstreeks door die botsing is toegebracht;
7. relletjes (waaronder niet wordt begrepen baldadigheid en vandalisme);
8. een plotseling van buiten komend onheil ontstaan gedurende de tijd, dat het motorrijtuig
voor transport met een vervoermiddel aan de zorg van een transportonderneming is toevertrouwd, zulks met uitzondering van lakschade en schade bestaande uit krassen en schrammen;
9. diefstal van of braak aan het motorrijtuig of poging daartoe, joyriding en voorzover door anderen dan de verzekeringnemer, oplichting en verduistering;
10. een plotseling van buitenkomend onheil ontstaan gedurende de tijd, dat de verzekeringnemer door de onder 9 genoemde evenementen niet de beschikking had over het motorrijtuig.
b. volledige cascodekking
1. de onder 2.2 a. genoemde oorzaken;
2. xxxxxxx, omslaan, van de weg of te water geraken;
3. andere van buiten komende onheilen.
De schade wordt ook vergoed, indien een gedekte oorzaak als hiervoor genoemd (mede) is of kan zijn ontstaan door de aard of een gebrek van het motorrijtuig. Echter de herstelkosten die verband houden met slijtage, ouderdom, reparatie-, constructie- of materiaalfouten of anderszins met de aard of het gebrek van het motorrijtuig zelf, alsmede het eigen gebrek zelf, worden niet vergoed.
Vergoeding van schade als gevolg van de in artikel 2.2 a. genoemde oorzaken, zijn niet van invloed op de bonus/malusregeling.
ARTIKEL 3 SCHADEREGELING
3.1 Wijze van vaststelling
In geval van schade aan of verlies van het motorrijtuig wordt de omvang van de schade vastgesteld:
a. hetzij in onderling overleg;
b. hetzij door een door de verzekeraar benoemde deskundige;
c. hetzij op de wijze als vermeld onder 3.2.
3.2 Reparatie van kleine schaden
Indien de herstelkosten van de aan het motorrijtuig toegebrachte schade het bedrag van 500 Euro niet te boven gaan, dan is de verzekerde bevoegd de schade direct te laten herstellen, mits de schade voor aanvang van herstel wordt gemeld bij de verzekeraar en herstel geschiedt door een erkend schade- herstelbedrijf. Voorts dient hij er voor zorg te dragen dat de vervangen onderdelen gedurende ten minste 30 dagen worden bewaard en een gespecificeerde reparatienota aan de verzekeraar wordt overlegd.
3.3 Geschillen
De verzekeringnemer heeft, in geval van een geschil over de schadevergoeding met een door de verzeke- raar benoemde deskundige, het recht zelf een deskundige te benoemen. Deze beide deskundigen zullen vervolgens gezamenlijk de schade vaststellen. Deze vaststelling is bindend voor zowel de verzekeraar als de verzekeringnemer. Beide deskundigen zullen voorts op voorhand een derde deskundige aanwijzen die
- voor het geval zij beiden niet tot overeenstemming kunnen komen - binnen de grenzen van beide taxaties de omvang van de schadevergoeding bij wege van bindend advies zal vaststellen, nadat hij de beide, eerder genoemde, deskundigen heeft gehoord. De hieruit voortvloeiende kosten zijn voor
rekening van de verzekeraar doch met dien verstande, dat de kosten van de door de verzekeringnemer benoemde deskundige zullen worden vergoed tot maximaal de kosten van de door de verzekeraar benoemde deskundige.
ARTIKEL 4 SCHADEVERGOEDING
4.1 Vergoeding bij beschadiging of verlies
De verzekeraar vergoedt tot ten hoogste de verzekerde bedragen:
a. in geval van schade aan het motorrijtuig en verzekerde laat deze herstellen door een officiële dealer respectievelijk Focwa schadeherstelbedrijf, de herstelkosten tot ten hoogste de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor het ontstaan van de schade;
b. bedragen de herstelkosten meer dan het verschil tussen de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor en na het ontstaan van de schade, dan kan verzekerde aanspraak maken van schadevergoeding op basis van totaal verlies en vergoedt de verzekeraar de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor het ontstaan van de schade verminderd met de verkoopwaarde van de restanten (totaal verlies);
c. in geval van verlies van het motorrijtuig de waarde daarvan onmiddellijk voor het ontstaan van de schade;
d. in geval van schade aan het motorrijtuig en verzekerde laat deze niet herstellen door een officiële dealer respectievelijk Focwa schadeherstelbedrijf en de schade wordt niet afgewikkeld op basis van (totaal) verlies, dan wordt 75% van de herstelkosten onder aftrek van het eigen risico vergoed.
Zowel de waarde van het motorrijtuig voor de schade als de herstelkosten worden door een onafhanke- lijke expert vastgesteld. Bij het vaststellen van de waarde voor het ontstaan van de schade (dagwaarde) blijft artikel 4.2 buiten toepassing. Bij aanspraken op schadevergoeding door verzekerden in geval van totaal verlies van het motorvoertuig heeft de verzekeraar het recht de restanten van het betrokken motorvoertuig over te doen dragen aan een door hem aan te wijzen partij.
De uitkering van de schadepenningen zal in dat geval niet eerder plaatsvinden dan nadat de verzekerde de eigendom heeft overgedragen aan de verzekeraar.
In geval van diefstal, joyriding, oplichting of verduistering kan de verzekeringnemer eerst recht op vergoeding doen gelden indien het motorrijtuig niet kan worden terug verkregen binnen 30 dagen na aangifte van het schadegeval bij de politie.
Gedurende deze termijn is de verzekeraar door de verzekeringnemer gemachtigd, het motorrijtuig terug te vorderen van degene bij wie het mocht worden aangetroffen. Bij het aanvaarden van de schadever- goeding is verzekeringnemer verplicht de eigendomsrechten met betrekking tot het vergoede motorrijtuig aan de verzekeraar over te dragen.
4.2 Aanschaf-/nieuwwaarderegeling
4.2.1 Voor personenauto’s met een oorspronkelijke consumentenprijs inclusief extra’s en BTW als bedoeld in artikel 2.1 van maximaal 62.500 Euro
Indien het motorrijtuig:
a. op moment van aanschaf niet ouder was dan 60 maanden;
b. na een schadegeval de bij het motorrijtuig behorende originele aankoopfactuur van een bij de Kamer van Koophandel ingeschreven officiële dealer kan worden getoond;
c. verzekerd is tegen de risico’s genoemd in artikel 2.2 b. (volledige cascodekking), dan wordt gedurende een periode van 36 maanden te rekenen vanaf de aanschafdatum de waarde onmiddellijk voor het ontstaan van het ongeval, gelijk gesteld aan de aanschafprijs. Kan de originele factuur niet worden getoond, dan zal in afwijking hiervan de aanschafwaarde gelijk gesteld worden aan de door een onafhankelijke expert vastgestelde dagwaarde direct voor het schadegeval + 10%.
4.2.2. Voor personenauto’s met een oorspronkelijke consumentenprijs inclusief extra’s en BTW als bedoeld in artikel 2.1 van meer dan 62.500 Euro
Indien het motorrijtuig:
a. is voorzien van een goedwerkend SCM klasse 5 alarmsysteem;
b. op moment van aanschaf niet ouder was dan 60 maanden;
c. na een schadegeval de bij het motorrijtuig behorende originele aankoopfactuur van een bij de Kamer van Koophandel ingeschreven officiële dealer kan worden getoond;
d. verzekerd is tegen de risico’s genoemd in artikel 2.2 b. (volledige cascodekking), dan wordt gedurende een periode van 36 maanden te rekenen vanaf de aanschafdatum de waarde onmiddellijk voor het ontstaan van het ongeval, gelijk gesteld aan de aanschafprijs. Kan de originele factuur niet worden getoond, dan zal in afwijking hiervan de aanschafwaarde gelijk gesteld worden aan de door een onafhankelijke expert vastgestelde dagwaarde direct voor het schadegeval + 10%.
Bedragen de herstelkosten meer dan 2/3 van de aanschafwaarde dan kan verzekeringnemer aanspraak maken op vergoeding op basis van totaalverlies.
Was het motorrijtuig nieuw op moment van verzekeren, dan wordt in afwijking van de in artikel 4.2 genoemde aanschafprijs, uitgegaan van de meest actuele consumentenprijs.
4.3 Financier
Vergoeding van schade aan het motorrijtuig geschiedt aan de in de polis genoemde financier zolang deze eigenaar is van het motorrijtuig.
ARTIKEL 5 EIGEN RISICO’S
Per schadegeval gelden de volgende eigen risico’s:
5.1 Ruitschaden
a. geen eigen risico indien schade aan een ruit wordt hersteld middels een harsinjectie;
b. 67,50 Euro eigen risico indien een ruit wordt vervangen;
5.2 Diefstal/braakschaden
225 Euro eigen risico. Er geldt geen eigen risico in geval van diefstal van het gehele voertuig;
5.3 Overige schaden
a. het op het polisblad vermelde eigen risico;
b. is de bestuurder van het motorrijtuig jonger dan 24 jaar, dan wordt het onder a. bedoelde eigen risico met 100 Euro verhoogd. Dit (extra) eigen risico wordt niet toegepast, indien de schade het gevolg is van een schadegeval genoemd in artikel 2.2 a. (beperkte cascodekking).
ARTIKEL 6 UITSLUITINGEN
Onverminderd hetgeen in artikel 7 van de Algemene voorwaarden is bepaald, geeft de verzekering evenmin dekking indien:
6.1 de bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van het schadegeval onder invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat hij niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen;
6.2 het schade betreft aan of verlies van geluid- en/of beelddrager alsmede, zend-/ontvangstapparatuur zoals autotelefoon, mobilofoon, 27 mc installatie, snelheidsdetector en semafoon;
6.3 de schade voortvloeit uit:
a. het niet of niet naar behoren kunnen gebruiken van het motorrijtuig, dan wel bestaat uit vermindering van de verkoopwaarde ondanks herstel;
b. inbeslagneming van het motorrijtuig;
6.4 de schade het gevolg is van weersinvloeden als warmte, koude en vocht (bijv. bevriezing), anders dan als direct gevolg van een verzekerde schade;
6.5 sprake is van diefstal en verzekerde het motorrijtuig onbeheerd heeft achtergelaten zonder dat het voldoende is afgesloten en/of de sleutels in het motorrijtuig zijn achtergelaten en/of alle originele delen van het kentekenbewijs niet worden overhandigd aan de verzekeraar.
De uitsluitingen genoemd onder 6.1 en 6.5 gelden niet voor de verzekerde, die aantoont dat de desbetreffende omstandigheid zich buiten zijn weten of tegen zijn wil heeft voorgedaan en dat hem daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
ARTIKEL 7 AFSTAND VAN VERHAALSRECHT
De verzekeraar doet afstand van zijn recht op verhaal van de door hem betaalde vergoeding op:
a. de door verzekeringnemer gemachtigde bestuurder en passagiers of diens erfgenamen;
b. de werkgever van de onder 7.a. bedoelde personen indien hij voor hen aansprakelijk is, tenzij voor hen een uitsluiting van toepassing is.
ARTIKEL 1 AANVULLENDE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
1.1. Verzekeraar
Betreft het hulpverlening, die uitsluitend gedekt is indien sprake is van een volledige casco dekking, dan is de verzekeraar gelijk aan de op het polisblad vermelde casco verzekeraar. In de overige gevallen is de verzekeraar gelijk aan die voor wettelijke aansprakelijkheid.
1.2 Verzekerden
De verzekeringnemer, de bestuurder van het motorrijtuig alsmede de met het motorrijtuig vervoerde personen.
1.3 Motorrijtuig
Onder motorrijtuig wordt verstaan het op het polisblad vermelde motorrijtuig, mits voor het besturen daarvan rijbewijs B voldoende is.
ARTIKEL 2 HULPVERLENING SOS INTERNATIONAL
Aanspraak bestaat op hulp en op vergoeding van kosten in de hierna omschreven voorvallen. Deze aanspraak bestaat mits ter zake van de hulpverlening en de te maken kosten vooraf overleg is geweest met en na verkregen toestemming van de door de maatschappij hiervoor aangewezen hulpverlenings- organisatie: B.V. Nederlandse Hulpverleningsorganisatie SOS International te Amsterdam (hierna te noemen: SOS International). Indien de verzekerde redelijkerwijs niet in staat was SOS International te waarschuwen, vindt vergoeding plaats alsof SOS International was ingeschakeld.
ARTIKEL 3 HULPVERLENING IN NEDERLAND
3.1 Voor vergoeding komen in aanmerking de kosten van:
x. xxxxxxx van het motorrijtuig, alsmede de eventueel zich daarin of daarop bevindende lading/bagage;
b. vervoer van het motorrijtuig, alsmede de eventueel zich daarin of daarop bevindende lading/bagage naar een door verzekerde aan te wijzen officieel adres binnen Nederland voor herstel van de schade of storing;
c. vervoer van de aanhanger/caravan alsmede de eventueel zich daarin of daarop bevindende lading/bagage naar het onder b. bedoelde adres of ander adres in de directe omgeving daarvan;
d. vervoer van de bestuurder en andere inzittende(n) van het motorrijtuig alsmede huisdieren naar een gezamenlijk adres in Nederland, mits het vervoer direct na het ongeval plaatsvindt.
3.2 Verzekerde risico’s
De onder 3.1 vermelde kosten worden vergoed indien zij het gevolg zijn van:
x. xxxxx, diefstal of een ander van buiten komend onheil;
1. waardoor het motorrijtuig en/of aanhanger/caravan verloren gaat of zodanig wordt beschadigd dat daarmede niet verder kan worden gereden;
2. waardoor de bestuurder of een andere inzittende niet meer in staat is het motorrijtuig te besturen.
b. een mechanische storing aan het motorrijtuig ontstaan buiten de woonplaats/plaats van vestiging van de verzekerde, die van dien aard is dat deze niet ter plaatse kan worden opgeheven en de reis niet kan worden voortgezet, mits het motorrijtuig voor aansprakelijkheid en volledig casco gedekt is.
3.3 Vervangend motorrijtuig (zonder aanhanger/caravan)
Indien ten aanzien van het motorrijtuig het volledige casco-risico is verzekerd en dit binnen Nederland tengevolge van een schadegeval als omschreven onder 3.2 a. dusdanig wordt beschadigd dat daar- mede niet verder kan worden gereden, heeft de verzekeringnemer recht op een vervangend motorrijtuig. Vanaf het moment waarop de vorenbedoelde schadegeval heeft plaatsgevonden totdat het motorrijtuig ter reparatie is afgeleverd bij een erkend schade-herstelbedrijf doch maximaal tot en met de vierde dag na die van de schadegeval, wordt via de bemiddeling van SOS International een vervangend motorrijtuig ter beschikking gesteld. Bovengenoemd recht bestaat uitsluitend indien direct na het ongeval
SOS International is ingeschakeld. Geen vergoeding wordt verleend voor de buiten bemiddeling van SOS International gemaakte kosten van autohuur.
MT 06-03
Bijzondere voorwaarden voor de hulpverlening
Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar wordt verwezen op het polisblad.
ARTIKEL 4 HULPVERLENING BUITEN NEDERLAND
4.1 Vergoeding van kosten
Voor vergoeding komen in aanmerking de kosten van:
x. xxxxxxx van het motorrijtuig alsmede de eventueel zich daarin of daarop bevindende lading/bagage;
b. vervoer van het motorrijtuig alsmede de eventueel zich daarin of daarop bevindende lading/bagage naar de dichtstbijzijnde garage waar de schade of de storing kan worden hersteld of beoordeeld;
c. nazending van vervangende onderdelen die voor reparatie van het rijtechnische gedeelte van het motorrijtuig noodzakelijk zijn. De onderdelen zelf worden slechts vergoed voor zover hiervoor dekking onder de cascoverzekering bestaat;
d. overnachten van inzittenden als gevolg van een gedwongen oponthoud met een maximum van 50 Euro per persoon per dag voor maximaal 10 dagen;
e. vervoer van het motorrijtuig naar Nederland, indien:
1. herstel niet binnen twee werkdagen (bij nazending van onderdelen vier werkdagen) mogelijk is;
2. na herstel van langere duur degene die het motorrijtuig kan besturen reeds naar Nederland is teruggekeerd;
3. na diefstal de bestuurder reeds naar Nederland is teruggekeerd. Indien de vervoerskosten van het motorrijtuig hoger zijn dan de waarde van de restanten daarvan, zoals deze in Nederland zou zijn vastgesteld, worden vergoed de kosten van invoer en vernietiging in het land waar het voorval heeft plaatsgevonden.
4.2 Verzekerde risico’s
De onder 4.1 vermelde kosten worden vergoed indien zij het gevolg zijn van:
x. xxxxx, diefstal of een ander van buiten komend onheil:
1. waardoor het motorrijtuig verloren gaat of zodanig wordt beschadigd dat daarmede niet verder kan worden gereden;
2. waardoor de bestuurder of een andere inzittende niet meer in staat is het motorrijtuig te besturen;
b. een mechanische storing aan het motorrijtuig die van dien aard is dat deze niet ter plaatse kan worden opgeheven en de reis niet kan worden voortgezet, mits het motorrijtuig voor aansprakelijkheid en volledig casco gedekt is;
c. ziekte of ongeval van de bestuurder waardoor op grond van medisch advies het motorrijtuig niet door de bestuurder naar Nederland kan worden teruggereden, terwijl het evenmin mogelijk is dat een andere inzittende de besturing overneemt. Eventueel wordt een vervangende bestuurder ter beschikking gesteld.
Indien herstel van het motorrijtuig niet meer mogelijk is of indien herstel niet binnen twee werkdagen (bij nazending van onderdelen vier werkdagen) kan plaatsvinden, dan worden tevens de hierna genoemde kosten vergoed:
a. de vervoerskosten van de aanhanger/caravan en van de eventueel zich daarin of daarop bevindende lading/bagage/huisdieren naar Nederland of naar de plaats die als eerste volgens de gekozen bestemming zou worden aangedaan;
b. de kosten, gemaakt door de bestuurder en overige inzittende(n) van het motorrijtuig voor:
1. de terugreis per boot, bus en/of trein vanaf de plaats van het voorval naar Nederland, of
2. het doorreizen per boot, bus en/of trein naar de plaats die als eerste volgens de gekozen bestemming zou worden aangedaan.
4.3 Vervangend motorrijtuig (zonder aanhanger/caravan)
a. De verzekeringnemer of de houder van het motorrijtuig heeft recht op vergoeding van de kosten verbonden aan het huren van een vervangend motorrijtuig.
b. Dit recht bestaat:
1. indien het motorrijtuig door brand, diefstal of een ander van buiten komend onheil verloren gaat of zodanig wordt beschadigd, dat met het motorrijtuig niet verder kan worden gereden;
2. in geval van mechanische storing aan het motorrijtuig, mits daarvoor een volledig casco en een aansprakelijkheidsverzekering bestaat.
c. Het hiervoor omschreven recht op vergoeding bestaat mits:
1. het onder 4.2 b. genoemde voorval plaats vindt buiten Nederland, doch binnen het verzekerings- gebied, en
2. een (nood)reparatie van het motorrijtuig binnen twee werkdagen niet mogelijk is (bij nazending van onderdelen vier werkdagen) en
3. na overleg met en na verkregen toestemming van SOS International een vervangend motorrijtuig wordt gehuurd, een en ander met inachtneming van de in het desbetreffende land geldende bepalingen.
d. De onder a. omschreven vergoeding wordt verleend voor de duur dat het motorrijtuig onbruikbaar is, als bedoeld onder b, doch bedraagt ten hoogste 100 Euro per dag en maximaal 750 Euro per gebeurtenis. De kosten die onder normale omstandigheden toch zouden zijn gemaakt, worden op de vergoeding in mindering gebracht.
ARTIKEL 5 UITSLUITINGEN
Onverminderd hetgeen in artikel 7 van de Algemene voorwaarden is bepaald, geeft de verzekering evenmin dekking, indien:
5.1 de bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van het schadegeval onder invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat hij niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen;
5.2 de schade voortvloeit uit inbeslagneming van het motorrijtuig anders dan tengevolge van een aanrijding;
5.3 de schade het gevolg is van weersinvloeden als warmte, koude en vocht (bijv. bevriezing), anders dan als direct gevolg van een verzekerde schade;
5.4 de hulpverlening wordt verhinderd door een natuurramp;
5.5 de schade is veroorzaakt door een niet door verzekeringnemer gemachtigde bestuurder.
De uitsluiting genoemd onder 5.1 geldt niet voor de verzekerde, die aantoont dat de desbetreffende omstandigheid zich buiten zijn weten of tegen zijn wil heeft voorgedaan en dat hem daarvan redelijker- wijs niets valt te verwijten.
ARTIKEL 6 AFSTAND VAN VERHAALSRECHT
De verzekeraar doet afstand van zijn recht op verhaal van de door hem betaalde vergoeding op:
a. de door verzekeringnemer gemachtigde bestuurder en passagiers of diens erfgenamen;
b. de werkgever van de onder 6 a. bedoelde personen indien hij voor hen aansprakelijk is, tenzij voor hen een uitsluiting van toepassing is.
ARTIKEL 7 EIGEN RISICO EN BONUS/MALUS
Een eventueel eigen risico is op deze dekking niet van toepassing. Een beroep op deze dekking is niet van invloed op de bonus/malusregeling.
MT 06-04
Bijzondere voorwaarden voor de persoonlijke ongevallenverzekering voor inzittenden
Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar wordt verwezen op het polisblad.
ARTIKEL 1 AANVULLENDE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
1.1 Verzekerden
De inzittenden van het motorrijtuig, inclusief de bestuurder, die zich bevinden op een voor personen- vervoer bestemde zitplaats, dan wel in of uit het motorrijtuig stappen. Als inzittenden worden ook beschouwd zij die zich in de directe omgeving van het motorrijtuig op de openbare weg bevinden, in verband met een evenement aan het motorrijtuig overkomen of tijdens het verrichten van een noodreparatie, voor zover zij voordien in het motorrijtuig gezeten waren.
grote teen
elke andere teen een oog
het gehoor van een oor beide ogen
het gehoor van beide oren een long
een nier
het reukvermogen de smaak
10%
4%
30%
25%
100%
60%
30%
20%
10%
5%
arm tot schoudergewricht onderarm
hand duim wijsvinger
middelvinger ringvinger of pink
been boven knie of in heupgewricht been onder kniegewricht
voet
75% |
65% |
60% |
25% |
15% |
12% |
10% |
70% |
60% |
50% |
1.2 Ongeval
Onder ongeval wordt verstaan een plotseling van buiten komende rechtstreekse inwerking van geweld op het lichaam van verzekerde, die onafhankelijk van zijn wil plaatsvindt en zijn dood of een geneeskundig vast te stellen blijvend lichamelijk letsel tot rechtstreeks gevolg heeft. Als ongeval worden ook beschouwd:
1. verdrinking, verstikking, verbranding, zonnesteek, warmtestuwing, inwerking door bijtende stoffen, bevriezing, blikseminslag of een andere elektrische ontlading;
2. verstuiking, verrekking, ontwrichting en verscheuring van spier- en peesweefsels;
3. acute vergiftiging door gassen, dampen of stoffen;
4. besmetting door het binnenkrijgen van ziekte kiemen tengevolge van een onvrijwillige aanraking met water of een andere stof.
ARTIKEL 2 DEKKING
Deze verzekering geeft voor zover op het polisblad vermeld de verzekerde personen c.q. hun erfgenamen recht op uitkering indien zij in verband met het gebruik van het motorrijtuig:
a. door een ongeval overlijden;
b. door een ongeval blijvend invalide worden;
c. voor de geneeskundige behandeling van de lichamelijke gevolgen van een ongeval kosten hebben gemaakt.
ARTIKEL 3 OMVANG VAN DE UITKERING
Indien zich een ongeval voordoet zoals omschreven in artikel 1.2, wordt de uitkering, uitgaande van de voor deze verzekering op het polisblad vermelde verzekerde bedragen, met inachtneming van de volgende bepalingen vastgesteld.
3.1 Overlijden
Indien verzekerde tengevolge van het ongeval binnen 2 jaar na het ongeval overlijdt, keert de maat- schappij aan de wettige erfgenamen, met uitzondering van de Staat, het voor overlijden verzekerde bedrag uit, onder aftrek van hetgeen eventueel reeds voor blijvende invaliditeit werd uitgekeerd. Ingeval de verzekerde de leeftijd van 17 jaar nog niet had bereikt bedraagt de uitkering maximaal 2.500 Euro; ingeval de verzekerde 70 jaar of ouder was wordt 50% van het voor overlijden verzekerde bedrag uitgekeerd, met een maximum van 5.000 Euro. De uitkering zal krachtens de wettelijke voorschriften aan de Inspecteur van Belastingen worden opgegeven.
3.2 Blijvende invaliditeit
Indien verzekerde tengevolge van het ongeval blijvend invalide is geworden, wordt de mate van blijvende invaliditeit vastgesteld zonder rekening te houden met het beroep van verzekerde. Deze vaststelling zal geschieden wanneer redelijkerwijs is aan te nemen dat het lichamelijk ongevalsletsel, niet meer zal verbeteren of verslechteren, doch in ieder geval binnen twee jaar na het ongeval. Indien na het verstrijken van een periode van 365 dagen na de dag van het ongeval de mate van blijvende invaliditeit nog niet definitief kan worden vastgesteld, betaalt de maatschappij een extra uitkering gelijk aan de wettelijke rente over het uiteindelijk voor blijvende invaliditeit uit te keren bedrag. Deze extra uitkering wordt berekend vanaf de 366e dag na de dag van het ongeval tot de dag waarop de uitkering wegens blijvende invaliditeit geschiedt. De extra uitkering wordt verleend uiterlijk tot de 730e dag na de dag van het ongeval of tot de dag van overlijden van verzekerde. Indien verzekerde anders dan tengevolge van het ongeval komt te overlijden voordat de vaststelling van blijvende invaliditeit kan geschieden, hebben de wettige erfgenamen, wederom met uitzondering van de Staat, aanspraak op uitkering van het bedrag dat de maatschappij, aan de hand van een in redelijkheid te bepalen verwachte mate van blijvende invaliditeit, aan de verzekerde uitgekeerd zou hebben. De mate van blijvende invaliditeit zal door de verzekeraar worden vastgesteld op basis van de rapportage van een door haar aangewezen medische (en eventueel andere) deskundige. Bij deze vaststelling gelden bij algeheel verlies, amputatie of blijvende algehele onbruikbaarheid van de in de hierna volgende invaliditeitsschaal te noemen lichaamsdelen / organen de daarachter vermelde percentages:
met dien verstande dat bij amputatie of geheel verlies van het gebruiksvermogen van meer dan één vinger van één hand de mate van invaliditeit wordt vastgesteld op een percentage dat niet hoger is dan het percentage voor een gehele hand en dat er bij gedeeltelijke amputatie of gedeeltelijk verlies van het gebruiksvermogen van de genoemde lichaamsdelen/organen een evenredig deel van het aangegeven percentage in aanmerking wordt genomen. Bij algeheel of gedeeltelijk verlies of algehele, c.q. gedeel- telijk onbruikbaarheid van niet in de hiervoor vermelde invaliditeitsschaal genoemde lichaamsdelen of organen, wordt de mate van blijvende invaliditeit door medisch deskundigen vastgesteld. Heeft het ongeval meer dan een letsel tot gevolg, dan wordt de mate van invaliditeit vastgesteld op de som van de percentages voor elk letsel afzonderlijk, echter ten hoogste op 100%. Uitkering geschiedt overeenkomstig het in de hierna volgende tabel genoemde percentage, doch met dien verstande, dat aan de verzekerde die op het moment van het ongeval 70 jaar of ouder was, 50% van de berekende uitkering wordt betaald, met een maximum van 10.000 Euro.
I
1
2
3
4
5
6
7
8
9
I = mate van blijvende invaliditeit U = uitkeringspercentage
U 1 2 3 4 5 6 7 8 9 | I 10 11 12 13 14 15 16 17 18 | U 10 11 12 13 14 15 16 17 18 | I 19 20 21 22 23 24 25 26 27 | U 19 20 21 22 23 24 25 27 29 | I 28 29 30 31 32 33 34 35 36 | U 31 33 35 37 39 41 43 45 47 | I 37 38 39 40 41 42 43 44 45 | U 49 51 53 55 57 59 61 63 65 | I 46 47 48 49 50 51 52 53 54 | U 67 69 71 73 75 78 81 84 87 | I 55 56 57 58 59 60 61 62 63 | U 90 93 96 99 102 105 108 111 114 | I 64 65 66 67 68 69 70 71 72 | U 117 120 123 126 129 132 135 138 141 | I 73 74 75 76 77 78 79 80 81 | U 144 147 150 156 162 168 174 180 186 | I 82 83 84 85 86 87 88 89 90 | U 192 198 204 210 216 222 228 234 240 | I 91 92 93 94 95 96 97 98 99 | U 246 252 258 264 270 276 282 288 294 | I 100 | U 300 |
3.3 Kosten geneeskundige behandeling
Uitsluitend indien dit op het polisblad is vermeld en indien verzekerde tengevolge van het ongeval kosten voor geneeskundige behandeling heeft gemaakt, keert de maatschappij deze kosten uit tot ten hoogste het daarvoor verzekerde bedrag, voor zover het maken van deze kosten redelijk is en voor zover niet uit andere hoofde aanspraak op vergoeding van deze kosten gemaakt kan worden. Voor vergoeding komen uitsluitend in aanmerking: (tand-)artsenhonoraria, kosten van genees- en verbandmiddelen, kosten van ziekenhuisverpleging, de eerste aanschaf van door het ongeval noodzakelijk geworden prothesen, een invalidenwagen of blindengeleide hond en de kosten van noodzakelijk vervoer naar en van een arts of ziekenhuis.
3.4 Bagage
Uitsluitend indien dit op het polisblad is vermeld, zijn tevens verzekerd de in het motorrijtuig aanwezige goederen, indien deze tengevolge van een, het motorrijtuig betreffende, gebeurtenis als
brand, ontploffing, zelfontbranding, botsing, omslaan, van de weg geraken, of enig plotseling van buiten komend onheil, vernield of beschadigd worden. De maatschappij keert de kosten van herstel uit of, indien herstel niet meer mogelijk is, de waarde van die goederen onmiddellijk voor het ontstaan van de schade, verminderd met de eventuele restantwaarde. In geval van vermissing wordt eveneens uitkering
verleend, mits die vermissing verband houdt met een hierboven omschreven gebeurtenis. Als een dergelijke gebeurtenis wordt niet beschouwd: het beschadigen van het motorrijtuig met het oogmerk daaruit goederen te ontvreemden.
De voor uitkering in aanmerking komende goederen zijn: door de verzekerde gedragen kledingstukken, aan de verzekerde in eigendom toebehorende gebruiksvoorwerpen, alsmede andere voor persoonlijk gebruik bestemde bagage, met uitzondering van geld, waardepapieren, handelsartikelen, sieraden, kunstvoorwerpen of artikelen die alleen voor verzamelaars waarde hebben. De uitkering heeft plaats tot het maximaal voor bagage verzekerde bedrag en voorzover in de vergoeding niet reeds op andere wijze is voorzien.
ARTIKEL 4 BEPERKINGEN VAN DE UITKERING
4.1 Indien op het moment van het ongeval bij de verzekerde reeds een ziektetoestand en/of geestelijke afwijking bestond, wordt bij de vaststelling van de uitkering alleen rekening gehouden met de in redelijk- heid vast te stellen gevolgen, dat het ongeval zou hebben gehad voor een persoon zonder zodanige ziekte en/of afwijking.
4.2 Indien op het moment van het ongeval bij de verzekerde reeds een invaliditeit in de zin van deze verzekering bestond die door het ongeval wordt vergroot, wordt de uitkering berekend op basis van het verschil tussen de mate van invaliditeit na en voor het ongeval.
4.3 Indien op het moment van het ongeval het werkelijk aantal verzekerden als bedoeld in artikel 1.2 groter is dan het aantal inzittenden als vermeld op het polisblad wordt voor alle verzekerden, behalve voor de bestuurder, het verzekerde bedrag teruggebracht in de verhouding van het aantal inzittenden volgens het polisblad buiten de bestuurder tot het werkelijk aantal verzekerden buiten de bestuurder.
ARTIKEL 5 AANSPRAKEN OP EEN UITKERING
De overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 3 en 4 vastgestelde uitkering wordt aan de rechthebbende betaald:
a. bij overlijden zodra de verplichting van de maatschappij daartoe vaststaat en de akte van erfrecht is overlegd;
b. bij blijvende invaliditeit zodra de graad van de blijvende invaliditeit definitief is vastgesteld;
x. xxxxxxx van geneeskundige kosten, zodra vaststaat dat zij voor vergoeding in aanmerking komen, nadat de gemaakte kosten door middel van rekeningen zijn bewezen en deze niet door anderen zijn voldaan;
x. xxxxxxx bagageschade zodra de omvang van de schade is aangetoond, bijvoorbeeld door overlegging van de reparatie- of aankoopnota of door middel van het rapport van een door de verzekeraar ingeschakelde deskundige.
ARTIKEL 6 VERPLICHTINGEN INGEVAL VAN EEN ONGEVAL
Naast de in artikel 5 van de Algemene voorwaarden genoemde verplichtingen, gelden de hierna genoemde verplichtingen:
a. in geval van overlijden van een verzekerde dient daarvan tenminste 48 uur voor de begrafenis/crematie aan de verzekeraar kennis te worden gegeven. De wettige erfgenamen zijn verplicht hun toestemming en medewerking te verlenen tot elk onderzoek dat de verzekeraar ter vaststelling van de oorzaak van overlijden nodig acht;
b. in geval van verwonding dient de verzekerde:
1. zich onder geneeskundige behandeling te stellen en zolang dit redelijkerwijs nodig is daaronder te blijven en mee te werken aan zijn genezing onder meer door de voorschriften van de behandelende arts op te volgen;
2. mee te werken aan onderzoeken door de door de verzekeraar aangewezen arts(en).
ARTIKEL 7 UITSLUITINGEN
Onverminderd hetgeen in artikel 7 van de Algemene voorwaarden is bepaald (lees voor “schade” ook “een ongeval”), geeft de verzekering evenmin dekking, indien:
7.1 de schade/het ongeval is veroorzaakt door een niet door verzekeringnemer gemachtigde bestuurder;
7.2 de bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van het schade-/ongeval onder invloed van alcohol- houdende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat hij niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen;
7.3 de verzekeringnemer de verplichtingen als vermeld in artikel 6 niet is nagekomen:
a. met het opzet de verzekeraar te misleiden; of
b. indien en voor zover door het niet nakomen de belangen van de verzekeraar zijn geschaad.
De uitsluitingen genoemd onder 7.2 gelden niet voor de verzekerde, die aantoont dat de desbetreffende omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
ARTIKEL 8 GESCHILLEN
De verzekerde c.q. rechthebbende heeft, in geval van een geschil over de schadevergoeding met een door de verzekeraar benoemde deskundige, het recht zelf een deskundige te benoemen. Deze beide deskundigen zullen vervolgens gezamenlijk de schade vaststellen. Deze vaststelling is bindend voor zowel de verzekeraar als de verzekerde c.q. rechthebbende. Beide deskundigen zullen voorts op voorhand een derde deskundige aanwijzen die - voor het geval zij beiden niet tot overeenstemming kunnen komen - binnen de grenzen van beide taxaties de omvang van de schadevergoeding bij wege van bindend advies zal vaststellen, nadat hij de beide, eerder genoemde, deskundigen heeft gehoord. De hieruit voortvloeiende kosten zijn voor rekening van de verzekeraar doch met dien verstande, dat de kosten van de door de verzekerde c.q. rechthebbende benoemde deskundige zullen worden vergoed tot maximaal de kosten van de door de verzekeraar benoemde deskundige.
ARTIKEL 9 EIGEN RISICO EN BONUS/MALUS
Een eventueel eigen risico is op de ongevallen inzittendendekking niet van toepassing. Voorts is de bonus/malusregeling niet van toepassing.
MT 06-05
Algemene voorwaarden voor de rechtsbijstandverzekering
Deze voorwaarden en de onder de diverse rubrieken genoemde bijzondere voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar wordt verwezen op het polisblad.
ARTIKEL 1 AANVULLENDE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
1. Rechtsbijstand houdt in :
a. het behartigen van de juridische belangen van de verzekerde die in een geschil betrokken is geraakt. Hieronder wordt verstaan:
• het adviseren van de verzekerde over zijn rechtspositie en over de mogelijkheden het door hem gewenste resultaat te behalen;
• het voeren van verweer tegen (strafrechtelijke) vorderingen;
• het geldend maken van vorderingen, of het namens de verzekerde indienen en verdedigen van verzoek- en bezwaarschriften;
• het ten uitvoer leggen van vonnissen, beschikkingen of arbitrale uitspraken.
b. het vergoeden of voorschieten van kosten van rechtsbijstand, die voortvloeien uit de bovengenoemde activiteiten, zoals nader omschreven in artikel 6 van de algemene voorwaarden voor de rechtsbijstand- verzekering.
ARTIKEL 2 ADVIESSERVICE
Voor zover de bijzondere polisvoorwaarden daarop aanspraak geven, verstrekt de verzekeraar ook als er geen sprake is van een geschil juridisch advies aan de verzekerde.
ARTIKEL 3 HET VERZEKERDE RISICO EN DE GEBEURTENIS
1. Verzekerd is het risico dat een verzekerde in een geschil moet voorzien in een eigen behoefte aan rechtsbijstand ten gevolge van een gebeurtenis, mits voldaan wordt aan beide onderstaande voorwaarden:
• de gebeurtenis, het geschil en de daaruit voortvloeiende behoefte aan rechtsbijstand doen zich voor gedurende de looptijd van de verzekeringsdekking;
• de gebeurtenis, het geschil en de daaruit voortvloeiende behoefte aan rechtsbijstand konden bij de aanvang van de verzekeringsdekking redelijkerwijs niet worden voorzien.
2. Onder gebeurtenis wordt verstaan het voorval dat of de feitelijke ontwikkeling die redelijkerwijs moet worden beschouwd als de oorzaak van het geschil. In geval van het verhaal van schade is het schade- veroorzakende voorval de gebeurtenis. Een gebeurtenis waarvan de verzekerde niet op de hoogte was en ook niet op de hoogte behoefde te zijn, kan niet worden aangemerkt als oorzaak van het geschil. Bij twijfel is het aan verzekerde dit aan te tonen.
3. Een samenhangend geheel van geschillen die voortvloeien uit een gebeurtenis wordt beschouwd als één geschil.
4. De omvang van de dekking wordt nader bepaald door hetgeen op of bij het polisblad of in de toepas- selijke bijzondere polisvoorwaarden wordt vermeld.
ARTIKEL 4 WACHTTIJD
1. De verzekeraar verleent geen rechtsbijstand als het geschil zich heeft voorgedaan binnen drie maanden na de ingangsdatum van de verzekering. Xxxxxxx van een arbeidsrechtelijk geschil is deze termijn zes maanden en in een geschil over onteigening is deze termijn twaalf maanden.
2. De wachttijd geldt op overeenkomstige wijze voor een na de ingangsdatum van de verzekerings- dekking afgesloten aanvullende dekking.
3. De wachttijd geldt niet als de verzekering direct aansluit op een soortgelijke verzekering waaraan de verzekerde bij voortbestaan dezelfde rechten had kunnen ontlenen.
ARTIKEL 5 VERLENING VAN DE RECHTSBIJSTAND
1. De rechtsbijstand wordt verleend door deskundigen in loondienst van de verzekeraar, tenzij de verzekeraar besluit de verlening van de rechtsbijstand of een deel daarvan over te dragen aan een externe deskundige. Voorzover de deskundige in loondienst van de verzekeraar de rechtsbijstand verleent, overlegt de verzekeraar met de verzekerde over de wijze van behandeling en informeert hem over de haalbaarheid van het gewenste resultaat.
2. Als er geen redelijke kans (meer) is het gewenste resultaat te bereiken, wordt de rechtsbijstand- verlening gestaakt.
3. De verzekeraar is bevoegd geen (verdere) bijstand te verlenen als het belang van de zaak niet opweegt tegen de (verder) te maken kosten van rechtsbijstand. De verzekeraar stelt dan een bedrag beschikbaar dat gelijk is aan het belang van de zaak.
4. Als het naar het oordeel van de verzekeraar noodzakelijk is de behandeling of een deel daarvan over te dragen aan een externe deskundige, is uitsluitend de verzekeraar bevoegd om, na overleg met de verzekerde, opdrachten daartoe te verstrekken.
5. Als de verzekeraar een opdracht geeft aan een advocaat om de belangen van de verzekerde in een gerechtelijke of administratieve procedure te behartigen, volgt de verzekeraar de keuze van de verze- kerde. Als de zaak in Nederland dient komen alleen advocaten die in Nederland zijn ingeschreven of kantoor houden in aanmerking. Dient de zaak in het buitenland dan moet de advocaat bij het gerecht in het betreffende land zijn ingeschreven. In alle andere gevallen bepaalt de verzekeraar de keuze.
6. De opdrachten worden steeds namens de verzekerde gegeven. De verzekerde machtigt de verzekeraar hiertoe onherroepelijk. De verzekeraar is niet verplicht om in het kader van eenzelfde verzoek om rechtsbijstand aan meer dan één advocaat (al dan niet in loondienst van de verzekeraar) of (andere) externe deskundige een opdracht te verstrekken. Voorzover de rechtsbijstand wordt verleend door een advocaat die niet in loondienst is van de verzekeraar, treedt de verzekeraar slechts op als financier van de daarmee gemoeide kosten overeenkomstig de bepalingen die op deze verzekering van toepassing zijn.
7. De aansprakelijkheid voor schade door of in verband met de verlening van rechtsbijstand door deskundigen in loondienst van de verzekeraar is beperkt tot het bedrag waarop de afgesloten beroepsaansprakelijkheidsverzekering aanspraak geeft, vermeerderd met het eigen risico onder die
verzekering. Een kopie van de polis met voorwaarden ligt ter inzake bij de verzekeraar. De verzekeraar is niet aansprakelijk voor schade door of in verband met de werkzaamheden van een door de verzekeraar ingeschakelde externe deskundige.
8. Als naast de verzekerde ook andere belanghebbenden actie (willen) voeren, is de verzekeraar bevoegd, in plaats van het verlenen van rechtsbijstand door een deskundige in haar loondienst:
a. één externe deskundige in te schakelen die aan alle belanghebbenden gezamenlijk rechtsbijstand verleent, of
b. de door de belanghebbenden gezamenlijk gemaakte kosten van rechtsbijstand naar evenredigheid aan de verzekerde te vergoeden.
ARTIKEL 6 KOSTEN VAN DE RECHTSBIJSTAND
1. De verzekeraar vergoedt de volgende kosten van rechtsbijstand:
a. alle interne kosten: de kosten van de deskundigen in loondienst van de verzekeraar;
b. de volgende externe kosten:
• de kosten van de externe deskundigen, die door de verzekeraar worden ingeschakeld, voorzover deze kosten noodzakelijk gemaakt zijn voor uitvoering van de opdracht;
• dat deel van de kosten van een door de verzekeraar ingeschakelde mediator, dat voor rekening van de verzekerde komt voorzover deze kosten naar het oordeel van de verzekeraar noodzakelijk zijn voor de verlening van de mediation;
• de kosten van getuigen voorzover door een rechter toegewezen;
• de proceskosten die ten laste van de verzekerde blijven of waartoe hij in een onherroepelijk vonnis is veroordeeld;
• de noodzakelijke, in overleg met de verzekeraar te maken reis- en verblijfkosten van de verzekerde als zijn persoonlijk verschijnen voor een buitenlandse rechter is bevolen of dringend gewenst wordt door de ingeschakelde advocaat;
• de kosten die verbonden zijn aan de ten uitvoerlegging van een vonnis.
2. De verzekeraar schiet de kosten voor die op grond van een contractuele of wettelijke bepaling verhaald, verrekend of door anderen vergoed kunnen worden. Als deze voorgeschoten kosten daadwerkelijk verhaald, verrekend of door anderen vergoed zijn, komen deze aan de verzekeraar toe.
3. Niet voor vergoeding komen in aanmerking:
a . de kosten die beneden een overeengekomen eigen risico blijven;
b. de in lid 1 sub b bedoelde externe kosten die het verzekerde kostenmaximum per geschil te boven gaan.
Artikel 7 VERPLICHTINGEN VAN DE VERZEKERDE
1. De verzekerde die een verzoek om rechtsbijstand wil doen, meldt zijn verzoek zo spoedig mogelijk na het ontstaan van het geschil aan de verzekeraar.
2. Als twijfelachtig is of het verzoek om rechtsbijstand van de verzekerde betrekking heeft op een geschil, moet de verzekerde de aanwezigheid van een geschil aantonen door een deskundigen- rapport. Dit rapport moet uitsluitsel geven over de feitelijke gevolgen van de gebeurtenis en over de oorzaak en veroorzaker van het geschil. Geeft het rapport voldoende grond voor het verlenen van rechtsbijstand, dan vergoedt de verzekeraar de kosten van het rapport.
3. De verzekerde die om rechtsbijstand verzoekt, verleent alle medewerking aan de verzekeraar of aan de ingeschakelde externe deskundigen. Dit houdt in ieder geval in dat hij:
a. alle gegevens en stukken verstrekt die op zijn verzoek betrekking hebben;
b. op verzoek van verzekeraar de omvang van het geschil en/of het (financieel) belang aannemelijk maakt;
c. de verzekeraar machtigt de stukken die een externe deskundige over zijn verzoek ter beschikking heeft in te zien;
d. zich desgevraagd civiele partij stelt in een strafzaak en meewerkt aan het verhalen van gemaakte kosten van rechtsbijstand op derden;
e. verplicht is om alle medewerking te verlenen en/of om zijn rechten aan de
verzekeraar over te dragen om de gemaakte of nog te maken kosten op derden te verhalen;
f. alles nalaat wat de belangen van de verzekeraar kan schaden.
4. De verzekerde is verplicht de door de verzekeraar voorgeschoten kosten, voorzover hij die ontvangt, te restitueren aan de verzekeraar. Daaronder worden onder andere verstaan de door de verzekerde ontvangen buitengerechtelijke kosten, de bij een onherroepelijk vonnis toegewezen proceskosten en de voor de verzekerde verrekenbare BTW.
ARTIKEL 8 UITSLUITINGEN
De verzekeraar verleent geen (verdere) rechtsbijstand in de gevallen die omschreven zijn in de toepasselijke bijzondere voorwaarden voor rechtsbijstand en artikel 7 van de Algemene voorwaarden. Voorts verleent de verzekeraar geen rechtsbijstand:
a. als de verzekerde in strijd met de verzekeringsvoorwaarden handelt en de belangen van de verzekeraar schaadt. Daarvan is in ieder geval sprake als hij zijn verzoek om rechtbijstand zó laat heeft aangemeld dat de verzekeraar alleen maar met meer inspanningen of meer kosten rechtsbijstand zou kunnen verlenen;
b. als het rechtsprobleem een gevolg is van natuurrampen;
c. als het geschil verband houdt met het besturen van een voer- of vaartuig terwijl de bestuurder niet bevoegd was dit te besturen. De verzekeraar doet hierop geen beroep als in een strafzaak de vervol- ging geen betrekking heeft op het onbevoegd besturen, of als de verzekerde die het verzoek om rechtsbijstand doet, niet wist en redelijkerwijs niet kon weten dat de bestuurder onbevoegd bestuurde;
d. in een geschil tussen een verzekerde en de verzekeraar, dan wel in een geschil over de uitleg en/of uitvoering van deze verzekeringsovereenkomst (de verzekeraar vergoedt echter alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand als de verzekerde in een onherroepelijk vonnis gelijk krijgt);
e. als het geschil het beoogde of zekere gevolg is van het handelen of nalaten van de verzekerde of als hij het ontstaan van deze behoefte willens en wetens heeft geaccepteerd om enig voordeel te behouden of te behalen;
f. in een strafzaak als de gebeurtenis een (voorwaardelijk) opzetdelict inhoudt, dan wel als de verzekerde willens en wetens heeft gehandeld. Als bij het einde van de zaak deze omstandigheden afwezig blijken te zijn, vergoedt de verzekeraar alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand, overeenkomstig artikel 6;
g. in geschillen die zijn ontstaan doordat de verzekerde instaat voor verplichtingen van anderen of doordat een vordering of verplichting van een ander op hem is overgegaan;
h. in fiscale of fiscaalrechtelijke geschillen met (overheids)instanties. Hieronder vallen ook geschillen over heffingen en heffingsvrije hoeveelheden (bijvoorbeeld mest-/melkquota), retributies, bijdragen, leges, invoerrechten en accijnzen;
i. voorzover de verzekerde voor de behartiging van zijn belangen aanspraak kan maken op een aansprakelijkheidsverzekering.
ARTIKEL 9 BELANGENCONFLICT
Er is sprake van een belangenconflict als beide partijen in een geschil aanspraak hebben op rechtsbijstand door de verzekeraar. Alsdan geldt:
a. bij een geschil tussen de verzekeringnemer en één van de medeverzekerden op één polis, verleent de verzekeraar alleen rechtsbijstand aan de verzekeringnemer;
b. bij een geschil tussen twee medeverzekerden op één polis, verleent de verzekeraar alleen rechtsbijstand aan de verzekerde die door de verzekeringnemer is aangewezen;
c. bij een geschil tussen twee verzekerden op twee verschillende polissen hebben beide verzekerden recht op rechtsbijstand door een advocaat naar eigen keuze. De verzekeraar vergoedt de kosten hiervan overeenkomstig artikel 6.
ARTIKEL 10 GESCHILLENREGELING
1. Als de verzekerde het oneens blijft met het oordeel van de verzekeraar over de regeling van het geschil waarvoor hij beroep op de verzekering heeft gedaan, dan kan hij de verzekeraar schriftelijk verzoeken dit meningsverschil voor te leggen aan een advocaat naar zijn keuze.
2. De verzekeraar legt dan dit meningsverschil, met alle relevante stukken, voor aan de gekozen advocaat en verzoekt hem zijn oordeel te geven. Desgewenst verwoordt de verzekerde ook zelf nog eens het meningsverschil. Het oordeel van de advocaat is bindend voor de verzekeraar. De kosten zijn voor rekening van de verzekeraar en komen niet ten laste van het verzekerde kostenmaximum.
3. De verlening van rechtsbijstand wordt door de verzekeraar voortgezet in overeenstemming met het oordeel van de advocaat, tenzij de verzekerde op dat moment te kennen geeft dat hij gebruik wil maken van het bepaalde in lid 5 van dit artikel.
4. Als de verzekeraar de behandeling overdraagt aan een externe deskundige, mag de opdracht niet aan de advocaat die het bindende oordeel heeft gegeven, of aan een kantoorgenoot worden verstrekt.
5. Als verzekerde zich niet met het oordeel van de advocaat kan verenigen, kan hij de zaaksbehandeling voor eigen rekening en risico voortzetten.
ARTIKEL 11 VERJARING
Het recht om een meningsverschil zoals in artikel 10 lid 1 is beschreven of een meningsverschil over de uitleg of toepassing van de polisvoorwaarden aan een rechter voor te leggen, vervalt na verloop van
6 maanden, nadat de verzekeraar haar standpunt schriftelijk bekend heeft gemaakt.
ARTIKEL 12 CORRESPONDENTIE EN BETALINGEN
Het overleg over de zaaksbehandeling wordt steeds met en door de verzekerde gevoerd, tenzij anders met de verzekerde, de assurantieadviseur of de gevolmachtigde agent is overeengekomen.
ARTIKEL 13 BONUS/MALUS
Een beroep op de rechtsbijstanddekking heeft geen invloed op de bonus/malusregeling.
Rubriek A (Compact) Bijzondere voorwaarden rechtsbijstand voor motorrijtuigen (beperkte dekking)
ARTIKEL 1 VERZEKERDEN
Onder verzekerden worden verstaan:
a. de verzekeringnemer;
b. de gemachtigde bestuurder of passagier, uitsluitend voor wat betreft de dekking zoals omschreven in artikel 2 sub a. en x. xxx Xxxxxxx A;
c. de nagelaten betrekkingen van een verzekerde, indien en voorzover zij een vordering kunnen instellen tot voorziening in de kosten van levensonderhoud naar aanleiding van een gebeurtenis, waarvoor krachtens de verzekering aanspraak op rechtsbijstand bestaat.
ARTIKEL 2 VERZEKERDE ACTIVITEIT
Verzekerde heeft aanspraak op adviesservice en op rechtsbijstand bij de deelname aan het wegverkeer met het verzekerde motorrijtuig. Onder motorrijtuig wordt mede begrepen de aan een personen- of bestelauto gekoppelde caravan of aanhanger.
De te verlenen adviesservice houdt in: het eenmalig verlenen van een telefonisch juridisch advies aan de hand van de informatie die verzekerde telefonisch verstrekt.
De te verlenen rechtsbijstand houdt in:
a. verhaalsbijstand;
b. contractbijstand bij geschillen over de vergoeding of reparatie van de schade terzake waarvan de verzekeraar een verhaalsactie voert;
c. strafbijstand, als de verzekeraar bijstand noodzakelijk acht in verband met de verhaalsactie.
In geval rechtsbijstand wordt verleend, moet sprake zijn van een op geld waardeerbaar belang.
ARTIKEL 3 UITSLUITINGEN
De verzekeraar verleent geen rechtsbijstand en adviesservice:
a. in geschillen over de exploitatie van het verzekerde motorrijtuig (verhuur, vervoer, examens, les enz.);
b. bij het voeren van verweer tegen vorderingen uit onrechtmatige daad of daarvoor in de plaats komende regresacties.
ARTIKEL 4 VERLENING VAN DE RECHTSBIJSTAND
De verzekeraar verleent rechtsbijstand aan de verzekerde overeenkomstig de Algemene en Bijzondere Voorwaarden en vergoedt de daaruit voortvloeiende externe kosten onbeperkt.
ARTIKEL 5 RECHTSBIJSTANDGEBIED, DE BEVOEGDE RECHTER EN HET TOEPASSELIJKE RECHT
Rechtsbijstand wordt verleend in Europa en de landen rondom de Middellandse Zee, mits de rechter van één van die landen bevoegd is en het recht van één van die landen van toepassing is.
Rubriek B (Optimaal) Bijzondere voorwaarden rechtsbijstand voor (bedrijfs-) motorrijtuigen (uitgebreide dekking)
De voorwaarden zoals omschreven in Rubriek A zijn ook van toepassing voor Rubriek B. Indien het een uitbreiding of een beperking van de dekking betreft wordt dit nader omschreven.
ARTIKEL 1 VERZEKERDEN
Onder verzekerden worden verstaan:
a. de in artikel 1 van Xxxxxxx A onder a. en c. genoemde personen;
b. de gemachtigde bestuurder of passagier, uitsluitend voor wat betreft de dekking zoals omschreven in artikel 2 sub a. van Xxxxxxx X.
ARTIKEL 2 VERZEKERDE ACTIVITEIT
In tegenstelling tot hetgeen in artikel 2 van Rubriek A is vermeld, heeft verzekerde aanspraak op adviesservice en rechtsbijstand, bij het uitoefenen van de hierna genoemde activiteiten:
a. de deelname aan het wegverkeer met het verzekerde motorrijtuig;
b. het voorhanden hebben, onderhouden en vervangen van het verzekerde motorrijtuig.
ARTIKEL 3 UITSLUITINGEN
In aanvulling op de uitsluitingen genoemd in artikel 3 van Rubriek A verleent de verzekeraar tevens geen rechtsbijstand en adviesservice:
a. in geschillen over de aanschaf van tweedehands motorrijtuigen, tenzij deze onder schriftelijke garantie zijn gekocht bij een officiële dealer;
b. in contractuele geschillen als het belang van het verzoek minder is dan 110 Euro.
ARTIKEL 4 VERLENING VAN DE RECHTSBIJSTAND
De verzekeraar verleent rechtsbijstand overeenkomstig artikel 4 van Rubriek A.
ARTIKEL 5 RECHTSBIJSTANDGEBIED, DE BEVOEGDE RECHTER EN HET TOEPASSELIJKE RECHT
Artikel 5 van Xxxxxxx A wordt vervangen door onderstaande tekst:
1. In de volgende gevallen wordt rechtsbijstand verleend in Europa en de landen rondom de Middellandse Zee, mits de rechter van een van die landen bevoegd is en het recht van een van die landen van toepassing is:
a. het verhalen van schade ontstaan door beschadiging van lijf of goed;
b. strafzaken;
c. geschillen uit sleep- en reparatie-overeenkomst.
2. In alle overige gevallen wordt rechtsbijstand alleen verleend in Nederland, mits de Nederlandse rechter bevoegd is en het Nederlandse recht van toepassing is.
ARTIKEL 6 ONVERMOGEN
De verzekeraar vergoedt aan de verzekerde de schade aan het verzekerde motorrijtuig ten gevolge van de onrechtmatige daad van een ander, voorzover de schade een eigen risico van 125 Euro te boven gaat tot ten hoogste 1.250 Euro. Dit als een verhaalsactie strandt door onvermogen van de wederpartij, tenzij de verzekerde de schade op een andere manier vergoed kan krijgen.
ARTIKEL 7 WAARBORGSOM
1. De verzekeraar schiet aan de verzekerde een bedrag van ten hoogste 25.000 Euro voor, als door een buitenlandse overheid in verband met een gedekte strafzaak, de betaling van een waarborgsom wordt verlangd voor zijn vrijlating, de teruggave van zijn rijbewijs of de opheffing van een beslag, gelegd op het verzekerde motorrijtuig.
2. Door het aanvaarden van het voorschot, machtigt de verzekerde de verzekeraar onherroepelijk daarover te beschikken zodra het weer wordt vrijgegeven en aanvaardt hij de verplichting, zijn volle medewerking te verlenen aan het verkrijgen van onverwijlde restitutie aan de verzekeraar.
3. De verzekerde is verplicht het voorschot zo spoedig mogelijk terug te betalen, maar in ieder geval binnen één jaar nadat het is verstrekt.
Rubriek C (Verkeersdeelnemers) Bijzondere voorwaarden rechtsbijstand voor verkeersdeel- nemers.
De voorwaarden zoals omschreven in Rubriek B zijn ook van toepassing voor Rubriek C. Indien het een uitbreiding of een beperking van de dekking betreft wordt dit nader omschreven.
ARTIKEL 1 VERZEKERDEN
Als uit het polisblad blijkt dat een dekking voor een alleenstaande is afgegeven, zijn de verzekerden de hierna onder a, g, h en i bedoelde personen en als uit het polisblad blijkt dat een dekking voor een gezin of samenwonenden is afgegeven, zijn de verzekerden de onder a tot en met i bedoelde personen:
a. de verzekeringnemer;
b. de echtgeno(o)t(e) of partner, die met de verzekeringnemer duurzaam samenwoont;
c. de inwonende, ongehuwde kinderen, adoptief-, pleeg- en stiefkinderen;
d. de niet-inwonende, ongehuwde kinderen, adoptief-, pleeg- en stiefkinderen, die in Nederland een dagstudie volgen of in een verpleeginrichting verblijven;
e. de inwonende (schoon)ouders;
f. de au-pair gedurende de tijd dat deze woont bij de verzekeringnemer;
g. de gemachtigde bestuurder of passagier van een voer- of vaartuig dat aan een verzekerde toebehoort, uitsluitend voor wat betreft de dekking zoals omschreven in artikel 2 sub a van Rubriek C;
h. uitsluitend voor de rechtsbijstand die genoemd is in artikel 5 lid 1 van Rubriek C:
• de reisgenoot, die vanuit Nederland meereist in het persoonlijke reisgezelschap van verzekeringnemer op een (vakantie)reis, gedurende deze (vakantie)reis;
• het huispersoneel in dienst bij verzekeringnemer;
i. de nagelaten betrekkingen van een verzekerde, indien en voorzover zij een vordering kunnen instellen tot voorziening in de kosten van levensonderhoud naar aanleiding van een gebeurtenis, waarvoor krachtens de verzekering aanspraak op rechtsbijstand bestaat.
ARTIKEL 2 VERZEKERDE ACTIVITEIT
Als verzekerde betrokken is geraakt in een geschil bij het uitoefenen van de hierna genoemde activiteiten heeft hij aanspraak op rechtsbijstand, tenzij die aanspraak verband houdt met de uitoefening van een vrij beroep of een bedrijf of de verwerving van inkomsten buiten regelmatige loondienst.
De verzekerde activiteiten zijn:
a. de deelname aan het weg- of waterverkeer;
b. het zijn van passagier in een luchtvaartuig;
c. het verwerven, vervangen, voorhanden hebben en onderhouden van een voertuig;
d. het maken van een (vakantie)reis.
ARTIKEL 3 UITSLUITINGEN
De verzekeraar verleent geen rechtsbijstand overeenkomstig artikel 3 van Rubriek B, met dien verstande dat voor motorrijtuig, voertuig gelezen dient te worden.
ARTIKEL 4 VERLENING VAN RECHTSBIJSTAND
Overeenkomstig artikel 4 van Xxxxxxx X.
De verzekeraar behoeft echter geen rechtsbijstand te verlenen als naast de verzekerde ook andere belanghebbende actie (willen) voeren. Als de verzekeraar geen rechtsbijstand verleent, vergoedt zij aan verzekerde naar evenredigheid de gezamenlijk gemaakte kosten van de rechtsbijstand.
ARTIKEL 5 RECHTSBIJSTANDGEBIED, DE BEVOEGDE RECHTER EN HET TOEPASSELIJKE RECHT
1. In de volgende gevallen wordt rechtsbijstand verleend in Europa en de landen rondom de Middellandse Zee, mits de rechter van één van die landen bevoegd is en het recht van één van die landen van toepassing is:
a. verhaal van schade ontstaan door een beschadiging van lijf of goed;
b. strafzaken;
c. geschillen uit sleep- en reparatieovereenkomst;
d. geschillen uit vervoersovereenkomst;
e. geschillen uit overeenkomsten door verzekerde aangegaan in rechtstreeks verband met een (vakantie)reis.
2. In alle overige gevallen wordt rechtsbijstand alleen verleend in Nederland, mits de Nederlandse rechter bevoegd is en het Nederlandse recht van toepassing is.
ARTIKEL 6 ONVERMOGEN
De verzekeraar vergoedt aan de verzekerde de schade ten gevolge van onrechtmatige daad van een ander, voorzover de schade het eigen risico van 125 Euro te boven gaat tot ten hoogste 1.250,00 Euro. Dit als een verhaalsactie strandt door onvermogen van de wederpartij, tenzij de verzekerde de schade op een andere manier vergoed kan krijgen.
ARTIKEL 7 WAARBORGSOM
De verzekeraar schiet aan de verzekerde een waarborgsom voor van ten hoogste 25.000 Euro, als door een buitenlandse overheid in verband met een gedekte strafzaak de betaling van een waarborgsom wordt verlangd voor zijn vrijlating, de teruggave van zijn rijbewijs of de opheffing van een beslag, gelegd op een hem toebehorend voertuig. De bepaling van artikel 7 lid 2. en 3. van Rubriek B zijn tevens van toepassing.
MT 06-06
Bijzondere voorwaarden voor de schadeverzekering voor inzittenden
Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar wordt verwezen op het polisblad.
ARTIKEL 1 AANVULLENDE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
1.1 Verzekerden
De inzittenden van het motorrijtuig, inclusief de bestuurder, die zich bevinden op een voor personen- vervoer bestemde zitplaats, dan wel in of uit het motorrijtuig stappen. Als inzittenden worden ook beschouwd zij die zich in de directe omgeving van het motorrijtuig op de openbare weg bevinden,
in verband met een evenement aan het motorrijtuig overkomen of tijdens het verrichten van een nood- reparatie, voor zover zij voordien in het motorrijtuig gezeten waren.
1.2 Verkeersongeval
Onder een verkeersongeval wordt verstaan een botsing, aan- of overrijding, brand, blikseminslag van de weg of te water geraken, waarbij plotseling van buiten af rechtstreekse inwerking van geweld op het lichaam van verzekerde wordt uitgeoefend, die onafhankelijk van zijn wil plaatsvindt en zijn dood of een geneeskundig vast te stellen lichamelijk letsel tot rechtstreeks gevolg heeft.
1.3 Personenschade
Onder personenschade wordt verstaan de schade voortvloeiende uit letsel of aantasting van de gezondheid van de verzekerde - al dan niet de dood ten gevolge hebbende - met inachtneming van de betreffende artikelen in het Burgerlijk Wetboek.
1.4 Lijfgoederen
Onder lijfgoederen worden verstaan, de goederen die bestemd zijn om op of aan het lichaam te worden gedragen en die de verzekerde ook daadwerkelijk draagt of gedurende korte tijd heeft uitgedaan.
ARTIKEL 2 DEKKING / OMVANG VAN DE UITKERING
Indien zich een gebeurtenis voordoet zoals omschreven in artikel 1.2, vergoedt de verzekeraar de hier- door ontstane personenschade alsmede de schade als gevolg van beschadiging, vernietiging of verloren gaan van lijfgoederen en wel voor alle inzittenden tezamen tot ten hoogste het hiervoor verzekerde bedrag. Indien meer personen aan deze verzekering rechten kunnen ontlenen en de schade in totaal het hiervoor verzekerde bedrag overtreft, dan geschiedt schadevergoeding naar evenredigheid. Ingeval van periodieke uitkeringen, waarvan de waarde met inachtneming van de andere uitkeringen, meer bedraagt dan het verzekerde bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van die uitkering naar evenredigheid verminderd.
ARTIKEL 3 AANSPRAKEN OP EEN UITKERING
Aanspraken op een uitkering kunnen alleen worden gedaan door rechtstreeks bij het ongeval betrokken verzekerden of hun nabestaanden als bedoeld in artikel: 6:108 BW.
ARTIKEL 4 UITSLUITINGEN
Onverminderd hetgeen in artikel 7 van de Algemene voorwaarden is bepaald (lees voor “schade” ook “verkeersongeval”), geeft de verzekering evenmin dekking, indien:
4.1 het verkeersongeval is veroorzaakt door een niet door verzekeringnemer gemachtigde bestuurder;
4.2 de bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van het verkeersongeval onder invloed van alcohol- houdende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat hij niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen;
4.3 het schade betreft aan juwelen, sieraden, foto- en filmapparatuur alsmede geld en geldswaardige papieren;
4.4 aanspraak kan worden gedaan op de Bijzondere voorwaarden voor de aansprakelijkheidsverzekering;
4.5 de schade is ontstaan of mogelijk geworden door het niet dragen van een autogordel;
4.6 zo deze verzekering niet bestond, aanspraak gemaakt zou kunnen worden op uitkering op grond van enige andere verzekering, al dan niet van oudere datum, of op grond van enige wet of andere voorziening, is deze verzekering pas in de laatste plaats geldig. Dan zal alleen die schade voor uitkering in aanmerking komen die het bedrag te boven gaat, waarop verzekerde elders aanspraak zou kunnen maken. Uitgezonderd hiervan zijn vergoedingen uit hoofde van de persoonlijke ongevallenverzekering voor inzittenden.
De uitsluiting genoemd onder 4.2 geldt niet voor de verzekerde, die aantoont dat de desbetreffende omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil heeft voorgedaan en dat hem daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
ARTIKEL 5 EIGEN RISICO EN BONUS/MALUS
Een eventueel eigen risico alsmede de bonus/malusregeling is op de schadeverzekering voor inzittenden niet van toepassing.
Handelsregister 11026802
Volvo Car Insurance is een handelsnaam van Amazon Insurance N.V.
Xxxxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxx
Xxxxxxx 00, 0000 XX Beesd
Tel. 0000-000000 / Fax 0000-000000