TRAC T A TENBLAD
16 (2002) Nr. 1
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 2002 Nr. 84
A. TITEL
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Azerbeidzjan inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving; Bakoe, 30 januari 2002
B. TEKST1)
Agreement between the Government of the Kingdom of the Netherlands and the Government of the Republic of Azerbaijan on mutual administrative assistance for the proper application of customs law and for the prevention, investigation and combating of customs offences
The Government of the Kingdom of the Netherlands and
the Government of the Republic of Azerbaijan,
their States hereafter referred to as the Contracting Parties,
Considering the importance of accurate assessment of customs duties and other taxes collected at importation or exportation and of ensuring proper enforcement of measures of prohibition, restriction and control;
Considering that offences against customs law are prejudicial to the economic, fiscal, social, cultural, public health and commercial interests of the Contracting Parties;
Considering that cross-frontier trafficking in narcotic drugs and psy- chotropic substances, hazardous goods, endangered species and toxic waste constitutes a danger to society;
Recognizing the need for international co-operation in matters related to the application and enforcement of the customs laws of the Contract- ing Parties;
Convinced that action against customs offences can be made more effective by close co-operation between their customs administrations based on clear legal provisions;
Having regard to the relevant instruments of the Customs Co-operation Council, now known as the World Customs Organization, in particular the Recommendation on mutual administrative assistance of 5 Decem- ber 1953;
Having regard also to international conventions containing prohibi- tions, restrictions and special measures of control in respect of specific goods;
have agreed as follows:
1) De Azerbeidzjaanse tekst is niet afgedrukt.
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Azerbeidzjan inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en
de Regering van de Republiek Azerbeidzjan,
hun Staten hierna te noemen ,,de Verdragsluitende Partijen’’,
Gelet op het belang van de juiste vaststelling van douanerechten en andere belastingen die bij invoer of uitvoer worden geïnd en van het waarborgen van een juiste handhaving van verboden, beperkingen en controlemaatregelen;
Overwegende dat inbreuken op de douanewetgeving de economische, fiscale, sociale en culturele belangen en de volksgezondheids- en han- delsbelangen van de Verdragsluitende Partijen schaden;
Overwegende dat de grensoverschrijdende handel in verdovende mid- delen en psychotrope stoffen, gevaarlijke stoffen, bedreigde diersoorten en giftig afval een gevaar voor de samenleving vormt;
Erkennende de noodzaak van internationale samenwerking ter zake van aangelegenheden die verband houden met de toepassing en handha- ving van de douanewetgeving van de Verdragsluitende Partijen;
Ervan overtuigd dat het optreden tegen inbreuken op de douane- wetgeving doeltreffender kan worden door middel van nauwe samenwer- king tussen hun douaneadministraties op basis van duidelijke wettelijke bepalingen;
Gelet op de van belang zijnde instrumenten van de Internationale Douaneraad, thans bekend als de Wereld Douane Organisatie, in het bij- zonder de Aanbeveling inzake wederzijdse administratieve bijstand van 5 december 1953;
Tevens gelet op internationale verdragen die verboden, beperkingen en bijzondere controlemaatregelen met betrekking tot bepaalde goederen bevatten;
zijn het volgende overeengekomen:
CHAPTER I
Definitions
Article 1 For the purposes of this Agreement,
1. the term ‘‘customs administration’’ shall mean:
for the Kingdom of the Netherlands: the central administration re- sponsible for the implementation of customs law;
for the Republic of Azerbaijan: the State Customs Committee of the Republic of Azerbaijan;
2. the term ‘‘customs law’’ shall mean: legislation applicable or en- forceable by the customs administrations in connection with the impor- tation, exportation, transshipment, transit, storage and circulation of goods, including legislation relating to measures of prohibition, restric- tion and control;
3. the term ‘‘customs offence’’ shall mean: any breach of customs law as defined by the legislation of each Contracting Party as well as any such attempted breach;
4. the term ‘‘person’’ shall mean: either a physical human being or a legal entity;
5. the term ‘‘personal data’’ shall mean: any data concerning an iden- tified or identifiable physicaI human being;
6. the term ‘‘information’’ shall mean: any data, documents, reports, certified or authenticated copies thereof or other communications in any format, including electronic;
7. the term ‘‘requesting administration’’ shall mean: the customs administration which requests assistance;
8. the term ‘‘requested administration’’ shall mean: the customs ad- ministration from which assistance is requested.
CHAPTER II
Scope of the Agreement
Article 2
1. The Contracting Parties shall through their customs administra- tions afford each other administrative assistance under the terms set out in this Agreement, for the proper application of customs law and for the prevention, investigation and combating of customs offences.
HOOFDSTUK I
Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Voor de toepassing van dit Verdrag,
1. wordt onder ,,douaneadministratie’’ verstaan:
wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft: de centrale administratie die verantwoordelijk is voor de toepassing van de douanewetgeving;
wat de Republiek Azerbeidzjan betreft: het Staatcomité voor de douane van de Republiek Azerbeidzjan;
2. wordt onder ,,douanewetgeving’’ verstaan: wetgeving die door de douaneadministraties wordt toegepast of gehandhaafd in verband met de invoer, uitvoer, overslag, doorvoer, opslag en het vervoer van goederen, met inbegrip van wetgeving met betrekking tot verboden, beperkingen en controlemaatregelen;
3. wordt onder ,,inbreuk op de douanewetgeving’’ verstaan: elke schending van de douanewetgeving zoals omschreven in de wetgeving van elk der Verdragsluitende Partijen, alsmede elke poging tot een der- gelijke schending;
4. wordt onder ,,persoon’’ verstaan: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon;
5. wordt onder ,,persoonsgegevens’’ verstaan: alle gegevens betref- fende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;
6. wordt onder ,,informatie’’ verstaan: alle gegevens, documenten, rapporten, gewaarmerkte of gelegaliseerde afschriften daarvan of andere mededelingen ongeacht in welke vorm, met inbegrip van de elektroni- sche vorm;
7. wordt onder ,,verzoekende administratie’’ verstaan: de douane- administratie die om bijstand verzoekt;
8. wordt onder ,,aangezochte administratie’’ verstaan: de douane- administratie die om bijstand wordt verzocht.
HOOFDSTUK II
Toepassingsgebied van het Verdrag
Artikel 2
1. De Verdragsluitende Partijen verlenen elkaar door tussenkomst van hun douaneadministraties administratieve bijstand onder de in dit Ver- drag genoemde voorwaarden ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving.
2. All assistance under this Agreement by either Contracting Party shall be performed in accordance with its legislation and within the lim- its of its customs administration’s competence and available resources.
3. This Agreement is without prejudice to the obligations of xxx Xxxx- dom of the Netherlands under the legislation of the European Union con- cerning its present and future obligations as a Member State of the Euro- pean Union and any legislation enacted to implement those obligations, as well as its present and future obligations resulting from international agreements between the Member States of the European Union.
4. This Agreement is intended solely for the mutual administrative assistance between the Contracting Parties; the provisions of this Agree- ment shall not give rise to a right on the part of any private person to obtain, suppress or exclude any evidence or to impede the execution of a request.
5. This Agreement is without prejudice to rules governing mutual assistance in criminaI matters. If mutual assistance should be afforded in accordance with another agreement in force between the Contracting Parties, the requested administration shall indicate which relevant au- thorities are concerned.
CHAPTER III
Scope of Assistance
Article 3
1. The customs administrations shall provide each other, either on request or on their own initiative, with information which helps to ensure proper application of the customs law and the prevention, inves- tigation and combating of customs offences.
2. Either customs administration shall, in making inquiries on behalf of the other customs administration, act as if the inquiries were being made on its own account or at the request of another authority of its own state.
Article 4
1. On request, the requested administration shall provide all informa- tion about the customs law and procedures applicable in that Contract- ing Party and relevant to inquiries relating to a customs offence.
2. Either customs administration shall communicate, on its own ini- tiative and without delay, any available information relating to:
2. Alle bijstand uit hoofde van dit Verdrag door een van de Verdrag- sluitende Partijen wordt verleend in overeenstemming met haar wetge- ving en binnen de grenzen van de bevoegdheden en beschikbare midde- len van haar douaneadministratie.
3. Dit Verdrag laat onverlet de verplichtingen van het Koninkrijk der Nederlanden ingevolge de wetgeving van de Europese Unie inzake haar huidige en toekomstige verplichtingen als lidstaat van de Europese Unie en alle wetgeving die is vastgesteld om die verplichtingen ten uitvoer te leggen, alsmede haar huidige en toekomstige verplichtingen die voort- vloeien uit internationale overeenkomsten tussen de Lidstaten van de Europese Unie.
4. Dit Verdrag is uitsluitend bedoeld voor de wederzijdse administra- tieve bijstand tussen de Verdragsluitende Partijen; particulieren kunnen aan de bepalingen van dit Verdrag niet het recht ontlenen bewijs- materiaal te doen verkrijgen, achter te doen houden of ontoelaatbaar te doen verklaren dan wel de uitvoering van een verzoek te doen beletten.
5. Dit Verdrag laat onverlet de regelgeving inzake wederzijdse bij- stand in strafzaken. Indien wederzijdse bijstand dient te worden verleend in overeenstemming met een andere geldende overeenkomst tussen de Verdragsluitende Partijen, geeft de aangezochte administratie aan welke autoriteiten het betreft.
HOOFDSTUK III
Reikwijdte van de bijstand
Artikel 3
1. De douaneadministraties verstrekken elkaar op verzoek of uit eigen beweging informatie ten behoeve van de juiste toepassing van de douane- wetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving.
2. Elk van beide douaneadministraties handelt bij een onderzoek namens de andere douaneadministratie alsof het onderzoek werd xxxx- xxxxx ten behoeve van haarzelf of op verzoek van een andere autoriteit van haar eigen Staat.
Artikel 4
1. De aangezochte administratie verstrekt, op verzoek, alle informa- tie over de in die Verdragsluitende Partij toepasselijke douanewetgeving en -regelingen die van belang zijn voor het onderzoek met betrekking tot een inbreuk op de douanewetgeving.
2. Elk van beide douaneadministraties verstrekt uit eigen beweging en onverwijld alle beschikbare informatie met betrekking tot:
a) new customs law enforcement techniques having proved their effectiveness;
b) new trends, means or methods of committing customs offences.
CHAPTER IV
Special Instances of Assistance
Article 5
On request, the requested administration shall in particular provide the requesting administration with the following information:
a) whether goods which are imported into the customs territory of the requesting Contracting Party have been lawfully exported from the customs territory of the requested Contracting Party;
b) whether goods which are exported from the customs territory of the requesting Contracting Party have been lawfully imported into the customs territory of the requested Contracting Party and about the cus- toms procedure, if any, under which the goods have been placed.
Article 6
1. On request, the requested administration shall maintain special sur- veillance over:
a) persons known to the requesting administration to have commit- ted a customs offence or suspected of doing so, particularly those mov- ing into and out of the customs territory of the requested Contracting Party;
b) goods either in transport or in storage notified by the requesting administration as giving rise to suspected illicit traffic towards the cus- toms territory of the requesting Contracting Party;
c) means of transport suspected by the requesting administration of being used to commit customs offences in the customs territory of the requesting Contracting Party.
2. The customs administrations may permit, according to their na- tional legislation, by mutuaI agreement and arrangement, under their control, the importation into, exportation from or transit via the customs territory of their respective states of goods involved in illicit traffic in order to suppress such illicit traffic.
Article 7
1. The customs administrations shall provide each other, either on request or on their own initiative, with information on transactions, com- pleted or planned, which constitute or appear to constitute a customs offence.
a. nieuwe handhavingstechnieken betreffende de douanewetgeving die hun doeltreffendheid hebben bewezen;
b. nieuwe trends, middelen of werkwijzen betreffende het maken van inbreuken op de douanewetgeving.
HOOFDSTUK IV
Bijzondere vormen van bijstand
Artikel 5
De aangezochte administratie verstrekt de verzoekende administratie op verzoek met name de volgende informatie:
a. of goederen die worden ingevoerd in het douanegebied van de ver- zoekende Verdragsluitende Partij op rechtmatige wijze zijn uitgevoerd uit het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij;
b. of goederen die worden uitgevoerd uit het douanegebied van de verzoekende Verdragsluitende Partij op rechtmatige wijze zijn ingevoerd in het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij en over de douaneregeling waaronder de goederen eventueel zijn gebracht.
Artikel 6
1. De aangezochte administratie houdt op verzoek bijzonder toezicht op:
a. personen ten aanzien van wie het de verzoekende administratie bekend is dat zij een inbreuk op de douanewetgeving hebben gemaakt of die daarvan worden verdacht, met name diegenen die het douane- gebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij betreden en verlaten;
b. goederen in vervoer of in opslag ten aanzien waarvan door de ver- zoekende administratie is medegedeeld dat er een vermoeden van onge- oorloofd verkeer naar het douanegebied van de verzoekende Verdrag- sluitende Partij bestaat;
c. vervoermiddelen waarvan de verzoekende administratie vermoedt dat zij worden gebruikt voor het maken van inbreuken op de douane- wetgeving in het douanegebied van de verzoekende Verdragsluitende Partij.
2. De douaneadministraties kunnen, in overeenstemming met hun nationale wetgeving, met wederzijdse overeenstemming en door middel van een wederzijdse regeling, toestemming verlenen voor de onder hun toezicht verrichte invoer in, uitvoer uit of doorvoer via het douanegebied van hun respectieve staten van goederen die zijn betrokken bij illegale handel om deze ongeoorloofde handel tegen te gaan.
Artikel 7
1. De douaneadministraties verstrekken elkaar op verzoek of uit eigen beweging informatie over verrichte of voorgenomen transacties die een inbreuk op de douanewetgeving vormen of lijken te vormen.
2. In serious cases that could involve substantial damage to the economy, public health, public security or any other vital interest of one Contracting Party, the customs administration of the other Contracting Party shall, wherever possible, supply information without delay on its own initiative.
CHAPTER V
Information
Article 8
1. Original information shall only be requested in cases where certi- fied or authenticated copies would be insufficient, and shall be returned as soon as possible; rights of the requested administration or of third par- ties relating thereto shall remain unaffected.
2. Any information to be exchanged under this Agreement shall be accompanied by all relevant information for utilizing it.
CHAPTER VI
Experts and Witnesses
Article 9
On request, the requested administration shall authorize its officials to appear before a court or tribunal in the other Contracting Party as experts or witnesses in the matter of a customs offence.
CHAPTER VII
Communication of Requests
Article 10
1. Requests for assistance under this Agreement shall be addressed directly to the customs administration of the other Contracting Party, shall be made in writing and shall be accompanied by any documents deemed useful. When the circumstances so require, requests may also be made verbally. Such requests shall be promptly confirmed in writing.
2. Requests made pursuant to paragraph 1 of this Article, shall in- clude the following details:
a) the administration making the request;
2. In ernstige gevallen die aanzienlijke schade voor de economie, volksgezondheid, openbare veiligheid of enig ander vitaal belang van een Verdragsluitende Partij met zich zouden kunnen brengen, verstrekt de douaneadministratie van de andere Verdragsluitende Partij waar mo- gelijk onverwijld uit eigen beweging informatie.
HOOFDSTUK V
Informatie
Artikel 8
1. Om originele informatie wordt slechts verzocht in gevallen waarin niet met gewaarmerkte of gelegaliseerde afschriften kan worden vol- staan, en deze wordt zo spoedig mogelijk teruggezonden; zulks laat rechten van de aangezochte administratie of van derden ter zake onver- let.
2. Alle ingevolge dit Verdrag uit te wisselen informatie gaat verge- zeld van alle informatie die van belang is om deze te gebruiken.
HOOFDSTUK VI
Deskundigen en getuigen
Artikel 9
De aangezochte administratie machtigt op verzoek haar ambtenaren om ter zake van een inbreuk op de douanewetgeving als deskundige of getuige te verschijnen voor een rechterlijke instantie van de andere Verdragsluitende Partij.
HOOFDSTUK VII
Toezending van verzoeken
Artikel 10
1. Verzoeken om bijstand uit hoofde van dit Verdrag worden, schrif- telijk en vergezeld van nuttig geachte documenten, rechtstreeks aan de douaneadministratie van de andere Verdragsluitende Partij gericht. Wan- neer de omstandigheden dit vereisen, kunnen verzoeken ook mondeling worden gedaan. Dergelijke verzoeken worden onmiddellijk schriftelijk bevestigd.
2. Verzoeken ingevolge het eerste lid van dit artikel bevatten de vol- gende bijzonderheden:
a. de administratie die het verzoek doet;
b) the subject of and reason for the request;
c) a brief description of the matter, the legal elements and the nature of the proceeding;
d) the names and addresses of the parties concerned with the pro- ceeding, if known.
3. The information referred to in this Agreement shall be communi- cated only to officials who are designated for this purpose by each cus- toms administration. A list of officials so designated shall be furnished to the customs administration of the other Contracting Party in accord- ance with paragraph 2 of Article 18 of this Agreement.
CHAPTER VIII
Service of Documents
Article 11
1. In special instances, at the request of the customs authority of one of the Contracting Parties, the customs authority of the other Contract- ing Party may serve upon a person, residing or established in the terri- tory of the latter Contracting Party, documents relating to proceedings and decisions taken by the competent authorities of the requesting Con- tracting Party in the application of its customs law.
2. Service of documents under this Agreement will be effected in accordance with the laws and practices of the requested Contracting Party which apply to the service of documents of a substantially similar nature. The request for service of documents shall include a summary of the content of the document.
CHAPTER IX
Execution of Requests
Article 12
If the requested administration does not have the information re- quested, it shall initiate inquiries to obtain that information in accord- ance with its national legislation. These inquiries shall include the tak- ing of statements from persons from whom information is sought in connection with a customs offence and from witnesses and experts.
b. het onderwerp van en de reden voor het verzoek;
c. een korte beschrijving van de zaak, de juridische aspecten en de aard van de procedure;
d. de namen en adressen van de betrokken partijen, voorzover be- kend.
3. De in dit Verdrag bedoelde informatie wordt alleen aan ambtena- ren medegedeeld die door elke douaneadministratie hiertoe zijn aange- wezen. Een lijst van aldus aangewezen ambtenaren wordt aan de douane- administratie van de andere Verdragsluitende Partij verstrekt in overeenstemming met artikel 18, tweede lid, van dit Verdrag.
HOOFDSTUK VIII
Uitreiking van documenten
Artikel 11
1. In bijzondere gevallen kan, op verzoek van de douane-autoriteit van een van de Verdragsluitende Partijen, de douane-autoriteit van de andere Verdragsluitende Partij aan een persoon die op het grondgebied van de laatstgenoemde Verdragsluitende Partij woonachtig of gevestigd is, documenten uitreiken met betrekking tot door de bevoegde autoritei- ten van de verzoekende Verdragsluitende Partij bij de toepassing van haar douanewetgeving ingestelde procedures en genomen beslissingen.
2. De uitreiking van documenten ingevolge dit Verdrag vindt plaats in overeenstemming met de wetten en gebruiken van de aangezochte Verdragsluitende Partij die van toepassing zijn op de uitreiking van documenten van wezenlijk vergelijkbare aard. Het verzoek om uitreiking van documenten bevat een samenvatting van de inhoud van het docu- ment.
HOOFDSTUK IX
Uitvoering van verzoeken
Artikel 12
Indien de aangezochte administratie niet over de gevraagde informa- tie beschikt, stelt zij een onderzoek in om die informatie te verkrijgen in overeenstemming met haar nationale wetgeving. Dit onderzoek omvat mede het optekenen van verklaringen van personen van wie informatie wordt verlangd in verband met een inbreuk op de douanewetgeving en van getuigen en deskundigen.
Article 13
1. On written request, officials designated by the requesting adminis- tration may, with the authorization of the requested administration and subject to conditions the latter may impose, for the purpose of investi- gating a customs offence:
a) consult in the offices of the requested administration the docu- ments, registers and other relevant data to extract any information in respect of that customs offence;
b) take copies of the documents, registers and other data relevant in respect of that customs offence;
c) in cases of major concern to the requesting administration be present during an inquiry conducted by the requested administration in the customs territory of the requested Contracting Party.
2. When officials of the requesting administration are present in the territory of the other Contracting Party in the circumstances provided for in Article 9 or in paragraph 1 of this Article, they must at all times be able to furnish proof of their official capacity. They shall not be wearing a uniform, nor shall they carry any firearm or other weapon.
3. They shall, while there, enjoy the same protection as that accorded to customs officials of the other Contracting Party, in accordance with the laws in force there, and be responsible for any offence they might commit.
CHAPTER X
Confidentiality of Information
Article 14
1. Any information received under this Agreement shall be used solely for the purposes of this Agreement and by the customs adminis- trations, except in cases in which the customs administration which fur- nished such information expressly approves its use for other purposes or by other authorities. Such use shall then be subject to any restrictions laid down by the customs administration which furnished the informa- tion. Any such information may, if the national law of the furnishing Contracting Party so prescribes, only be used in criminal prosecutions after the public prosecution or judicial authorities in the furnishing Con- tracting Party have agreed to such use.
Artikel 13
1. Op schriftelijk verzoek kunnen door de verzoekende administratie aangewezen ambtenaren, met instemming van de aangezochte admini- stratie en onder de door laatstgenoemde hieraan verbonden voorwaar- den, ten behoeve van de opsporing van een inbreuk op de douane- wetgeving:
a. ten kantore van de aangezochte administratie de documenten, registers en andere van belang zijnde gegevens raadplegen om daaruit alle informatie met betrekking tot die inbreuk op de douanewetgeving over te nemen;
b. kopieën maken van de documenten, registers en andere gegevens die met betrekking tot die inbreuk op de douanewetgeving van belang zijn;
c. in geval van groot belang voor de verzoekende administratie, aan- wezig zijn bij een door de aangezochte administratie geleid onderzoek in het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij.
2. Wanneer, onder de in artikel 9 of in het eerste lid van dit artikel bedoelde omstandigheden, ambtenaren van de verzoekende administra- tie aanwezig zijn op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij, moeten zij te allen tijde in staat zijn hun ambtelijke hoedanigheid aan te tonen. Zij mogen geen uniform, vuurwapen of ander wapen dra- gen.
3. Gedurende hun verblijf aldaar genieten zij dezelfde bescherming als die welke wordt toegekend aan douaneambtenaren van de andere Verdragsluitende Partij, in overeenstemming met de daar geldende wet- ten en zijn zij verantwoordelijk voor de strafbare feiten die zij eventueel begaan.
HOOFDSTUK X
Vertrouwelijk karakter van informatie
Artikel 14
1. Alle uit hoofde van dit Verdrag ontvangen informatie mag slechts voor de toepassing van dit Verdrag en door de douaneadministraties wor- den gebruikt, behalve in de gevallen waarin de douaneadministratie die deze informatie heeft verstrekt, uitdrukkelijk haar goedkeuring hecht aan het gebruik daarvan voor andere doeleinden of door andere autoriteiten. In dat geval is dat gebruik onderworpen aan eventuele beperkingen die zijn vastgesteld door de douaneadministratie die de informatie heeft ver- strekt. Deze informatie mag, indien de nationale wetgeving van de ver- strekkende Verdragsluitende Partij dat voorschrijft, slechts bij strafrech- telijke vervolgingen worden gebruikt nadat het openbaar ministerie of de gerechtelijke autoriteiten in de verstrekkende Verdragsluitende Partij met dit gebruik hebben ingestemd.
2. Any information received under this Agreement shall at least be subject to the same protection and confidentiality as the same kind of information is subject to under the national law having regard to the citi- zens of the Contracting Party where it is received irrespective of the nationality, citizenship or residence of the persons concerned.
3. The disclosure of information to the European Commission or any of the customs administrations of the European Union’s Member States under the obligations of the Kingdom of the Netherlands referred to in Article 2 of this Agreement will be notified to the customs administra- tion of the Republic of Azerbaijan in advance.
Article 15
1. Personal data exchanged under this Agreement shall be subject to a level of protection equivalent to the level of protection maintained by the Contracting Party providing the data.
2. Contracting Parties shall provide each other with all legislation rel- evant to this Article, concerning personal data protection of their respec- tive States.
3. Personal data exchange shall not begin until the Contracting Par- ties have agreed in accordance with paragraph 2 of Article 18 of this Agreement that the level of protection is equivalent in either Contract- ing Party.
CHAPTER XI
Exemptions
Article 16
1. The requested administration shall not be required to give the assistance provided for by this Agreement if it is likely to jeopardize public order or any other essential interest of the requested Contracting Party or would involve the violation of an industrial, commercial or pro- fessional secret.
2. If the requesting administration would be unable to comply if a similar request were made by the requested administration, it shall draw attention to that fact in its request. Compliance with such a request shall be at the discretion of the requested administration.
3. Assistance may be postponed by the requested administration on the ground that it will interfere with an ongoing investigation, prosecu- tion or proceeding. In such a case the requested administration shall con-
2. Voor alle uit hoofde van dit Verdrag ontvangen informatie gelden ten minste dezelfde bescherming en vertrouwelijkheid als die welke voor soortgelijke informatie gelden krachtens de op de staatsburgers van de Verdragsluitende Partij waar deze wordt ontvangen betrekking hebbende nationale wetgeving, ongeacht de nationaliteit, het staatsburgerschap of de woonplaats van de betrokken personen.
3. Indien informatie moet worden verstrekt aan de Europese Commis- sie of de douaneadministraties van de lidstaten van de Europese Unie ingevolge de in artikel 2 van dit Verdrag genoemde verplichtingen van het Koninkrijk der Nederlanden, wordt de douaneadministratie van de Republiek Azerbeidzjan vooraf op de hoogte gesteld.
Artikel 15
1. Voor uit hoofde van dit Verdrag uitgewisselde persoonsgegevens geldt een beschermingsniveau dat gelijkwaardig is aan het beschermings- niveau dat door de Verdragsluitende Partij die de gegevens verstrekt, wordt gehandhaafd.
2. De Verdragsluitende Partijen verschaffen elkaar alle wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens van hun respectieve sta- ten welke van belang is voor dit artikel.
3. Persoonsgegevens worden niet uitgewisseld voordat de Verdrag- sluitende Partijen overeenkomstig artikel 18, tweede lid, van dit Verdrag zijn overeengekomen dat het beschermingsniveau in elke Verdrag- sluitende Partij gelijkwaardig is.
HOOFDSTUK XI
Ontheffıngen
Artikel 16
1. De aangezochte administratie is niet verplicht de in dit Verdrag bedoelde bijstand te verlenen indien het waarschijnlijk is dat deze de openbare orde of enig ander wezenlijk belang van de aangezochte Verdragsluitende Partij zou kunnen schaden of tot een schending van een industrieel, een commercieel geheim of een beroepsgeheim zou kunnen leiden.
2. Indien de verzoekende administratie niet in staat zou zijn een soortgelijk verzoek van de aangezochte administratie in te willigen, wijst zij daarop in haar verzoek. Inwilliging van een dergelijk verzoek wordt overgelaten aan het oordeel van de aangezochte administratie.
3. De bijstand kan door de aangezochte administratie worden uitge- steld op grond van het feit dat een lopend onderzoek of een lopende ver- volging of procedure hiermee wordt doorkruist. In een dergelijk geval
sult with the requesting administration to determine if assistance can be given subject to such terms or conditions as the requested administration may require.
4. Where assistance is denied or postponed, reasons for the denial or postponement shalI be given.
CHAPTER XII
Costs
Article 17
1. The customs administrations shall waive all claims for reimburse- ment of costs incurred in the execution of this Agreement, except for expenses and allowances paid to experts and to witnesses as well as costs of interpreters other than Government employees, which shall be borne by the requesting administration.
2. If expenses of a substantial and extraordinary nature are or will be required to execute the request, the Contracting Parties shall consult to determine the terms and conditions under which the request will be executed as well as the manner in which the costs shall be borne.
CHAPTER XIII
Implementation of the Agreement
Article 18
1. The customs administrations shall take measures so that their offi- cials responsible for the investigation or combating of customs offences maintain personal and direct relations with each other.
2. The customs administrations shall decide on further detailed ar- rangements, within the framework of this Agreement, to facilitate the implementation of this Agreement.
3. The customs administrations shall endeavour to resolve by mutual accord any problem or doubt arising from the interpretation or applica- tion of this Agreement.
4. Conflicts for which no solutions are found, shall be settled through diplomatic channels.
pleegt de aangezochte administratie overleg met de verzoekende admi- nistratie om te bepalen of de bijstand kan worden verleend onder de voorwaarden of omstandigheden die de aangezochte administratie ver- langt.
4. Wanneer de bijstand wordt geweigerd of uitgesteld, dienen de redenen voor de weigering of het uitstel te worden gegeven.
HOOFDSTUK XII
Kosten
Artikel 17
1. De douaneadministraties zien af van alle vorderingen tot vergoe- ding van ter uitvoering van dit Verdrag gemaakte kosten, met uitzonde- ring van bedragen en vergoedingen betaald aan deskundigen en getuigen alsook de kosten van tolken die niet in dienst zijn van de Regering, welke worden gedragen door de verzoekende administratie.
2. Indien met de uitvoering van het verzoek aanmerkelijke kosten van buitengewone aard zijn of zullen zijn gemoeid, plegen de Verdrag- sluitende Partijen overleg om de voorwaarden te bepalen waaronder het verzoek zal worden uitgevoerd, alsmede de wijze waarop de kosten wor- den gedragen.
HOOFDSTUK XIII
Uitvoering van het Verdrag
Artikel 18
1. De douaneadministraties nemen maatregelen opdat hun met de opsporing of bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving belaste ambtenaren persoonlijke en rechtstreekse betrekkingen met elkaar kun- nen onderhouden.
2. De douaneadministraties besluiten over nadere regelingen, binnen het kader van dit Verdrag, ter vergemakkelijking van de uitvoering van dit Verdrag.
3. De douaneadministraties streven ernaar eventuele problemen of twijfels naar aanleiding van de uitlegging of toepassing van dit Verdrag in onderlinge overeenstemming op te lossen.
4. Conflicten waarvoor geen oplossing wordt gevonden, worden via diplomatieke kanalen geregeld.
CHAPTER XIV
Application
Article 19
1. As far as the Republic of Azerbaijan is concerned, this Agreement shall apply to the territory of the Republic of Azerbaijan.
2. As far as the Kingdom of the Netherlands is concerned, this Agree- ment shall apply to its territory in Europe. It may, however, be extended either in its entirety or with any necessary modifications to the Nether- lands Antilles or Aruba.
3. Such extension shall take effect from such date and be subject to such modifications and conditions, including conditions as to termina- tion, as may be specified and agreed in notes to be exchanged through diplomatic channels.
CHAPTER XV
Entry into Force and Termination
Article 20
This Agreement shall enter into force on the day after which the Con- tracting Parties have notified each other in writing through diplomatic channels that the constitutional requirements for the entry into force of this Agreement have been complied with.
Article 21
1. This Agreement is intended to be of unlimited duration but either Contracting Party may terminate it at any time by notification through diplomatic channels.
2. The termination shall take effect three months from the date of the notification of denunciation to the other Contracting Party. Ongoing pro- ceedings at the time of termination shall nonetheless be completed in accordance with the provisions of this Agreement.
3. Unless otherwise agreed the termination of this Agreement shall not also terminate its application to the Netherlands Antilles or Aruba if it has been extended thereto in conformity with the provisions of para- graph 2 of Article 19.
Article 22
The Contracting Parties shall meet in order to review this Agreement on request or at the end of five years from the date of its entry into force, unless they notify one another in writing that no such review is neces- sary.
HOOFDSTUK XIV
Toepassing
Artikel 19
1. Wat de Republiek Azerbeidzjan betreft, is dit Verdrag van toepas- sing op het grondgebied van de Republiek Azerbeidzjan.
2. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is dit Verdrag van toe- passing op zijn grondgebied in Europa. Het Verdrag kan echter, hetzij in zijn geheel, hetzij met de nodige wijzigingen, worden uitgebreid tot de Nederlandse Antillen of Aruba.
3. Bedoelde uitbreiding wordt van kracht met ingang van een datum en met inachtneming van wijzigingen en voorwaarden, met inbegrip van voorwaarden ten aanzien van de beëindiging, die nader worden vastge- steld en overeengekomen bij diplomatieke notawisseling.
HOOFDSTUK XV
Inwerkingtreding en beëindiging
Artikel 20
Dit Verdrag treedt in werking op de dag nadat de Verdragsluitende Partijen elkaar schriftelijk via diplomatieke kanalen ervan in kennis heb- ben gesteld dat aan de vereiste interne procedures voor de inwerkingtre- ding van dit Verdrag is voldaan.
Artikel 21
1. Dit Verdrag wordt in principe voor onbepaalde tijd gesloten, maar elk van beide Verdragsluitende Partijen kan het te allen tijde via diplo- matieke kanalen opzeggen.
2. De beëindiging wordt van kracht drie maanden na de datum van de kennisgeving van opzegging aan de andere Verdragsluitende Partij. Lopende procedures op het tijdstip van beëindiging worden niettemin voltooid in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag.
3. Tenzij anders overeengekomen, wordt door de opzegging van dit Verdrag niet tegelijkertijd de toepassing daarvan op de Nederlandse Antillen of Aruba beëindigd, indien het daartoe is uitgebreid overeen- komstig de bepalingen van artikel 19, tweede lid.
Artikel 22
De Verdragsluitende Partijen komen bijeen om dit Verdrag te herover- wegen, op verzoek of na het verstrijken van vijf jaar vanaf de inwer- kingtreding ervan, tenzij zij elkaar schriftelijk in kennis stellen dat een dergelijke heroverweging niet nodig is.
IN WITNESS WHEREOF the undersigned, being duly authorized thereto, have signed this Agreement.
DONE on 30 January 2002 in Baku, in two original copies in Dutch, Azerbaijan and English languages, all texts are equally binding. In case of differences of interpretation, the English version shall prevail.
For the Government of the Kingdom of the Netherlands
(sd.) C. BUS
For the Government of the Republic of Azerbaijan
(sd.) K. XXXXXXXX
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.
GEDAAN te Bakoe op 30 januari 2002 in tweevoud, in de Neder- landse, de Azerbeidzjaanse en de Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek. In geval van verschil in interpretatie is de Engelse tekst doorslaggevend.
Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
(w.g.) C. BUS
Voor de Regering van de Republiek Azerbeidzjan
(w.g.) K. XXXXXXXX
D. PARLEMENT
Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goed- keuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag kan worden gebonden.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 20 in werking treden op de dag nadat de Verdragsluitende Partijen elkaar schriftelijk via diplomatieke kanalen ervan in kennis hebben gesteld dat aan de ver- eiste interne procedures voor de inwerkingtreding van het Verdrag is vol- daan.
J. GEGEVENS
Verwijzingen
Titel : Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad; Xxxxxxx, 00 december 0000
Xxxxx : Trb. 1951, 120 (Frans en Engels)
Trb. 1953, 51 (vertaling)
Laatste Trb. : Trb. 1991, 111
Titel : Aanbeveling van de Internationale Douaneraad inzake wederzijdse administratieve bijstand; Xxxxxxx, 0 december 1953
Tekst : Trb. 1985, 63, Rubriek J (Xxxxxx)
Uitgegeven de vierentwintigste april 2002.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. XXX XXXXXXX
TRB2839
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 2002